Persoverzicht. De aanhouding van den heer Schroder. M i Zaterdag 11 December. Tweede JBlacL A0. 3915. De Winkeliers en de Tabaks belasting. De redactio van „HET TABAKSBLAD" schrijft in een der laatste nummers over dit onderwerp het volgende: Dat er over een onderwerp van zóó ingrijpenden aard ails een tabaksbelasting verschillende meeningen bestaan, is na tuurlijk doch dat zij niet alle uen toets der oritiek kunnen doorstaan, spreekt van zelf. Dat de winkeliers van een tabaksbelas ting veefl schade verwachten voor hun be drijf is bewezen op de onlangs gehouden pro test-vergadering en blijkt verder uit de arti kelen van het weekblad der Sigarenwinke- liersvereenigiingen ,/DE SIGARENWIN KELIER". Aangenomen mag worden, dat do belanghebbenden de meeste bevoegd heid bezitten om do kwestie te beoordee- len, veel meer dan buitenstaanders of men- sclien, die slechts een zijdtfingsch belang hebben bij den bloei van het winkelbedrijf en de sigarenindustrie. Zoo hoorden wij onlangs beweren, dat de sigarenwinkeliers zich van een tabaksbe lasting geen zier behoeven aan te trek ken, om de eenvoudige reden, dat zij, wan neer het een lage belasting wordt, de fa brikanten laten befcaücn, en wordt het een liooge belasting, dan betaalt het publiek. Eon andero meening is, dat ingeval van een hooge belasting een massa kieine win keltjes zullen verdwijnen, waardoor voor de overblijvende grooto zaken een goede tijd zal aanbreken, zoodat een belasting ten slotte de geheele industrie en den winkel stand ten goede zal komen. Wij gelooven niet, dat er veeO. winkeliers zullen zijn, die de hier geopperde meonin- gen onderschrijven, wat niet wegneemt, dat de eerste categorie van beweerders ons veel sympathieker is dan de tweede, die, zender nadenken, een massa zaken zouden willen opofferen ten voordeele van ande ren, onverschillig wat er zou moeten wor- den van de menschen, die thans nog een, zij het ook karig, bestaan vinden in cle zaak jes, die zij dikwijls van hun spaarcenten hebben gekocht. Uit de bewering, dat oen lage belasting op de fabrikanten moet drukken, blijkt vol doende, dat degenen, die deze meening zijn toegedaan, een. overdreven voorstelling be zitten van de bedrijfswinsten dier fabri kanten, Het is algemeen bekend, dat, voor- all in den laatpten tijd, een ernstig streven op den voorgrond is gekomen, om door verbetering van de kwaliteit der sigaren tot een grooteren omzet te komen! Dit kost reeds tamelijk veel geld, doch daarbij komt nog, dat de tabak, die voor de fabrikatie van goedkoope sigaren in aanmerking komt verbazend duur geworden is. De oorzaak die daartoe heeft medegewerkt, kan, als genoegzaam bekend, hier Gus onaangeroerd worden gelaten. Dat de tabaksbelasting laag za)l kunnen worden gehouden, is niet to verwachten, want de geheelo opbrengst moet komen van het binnenlandsch verbruik, want van de grootsto massa, die onbewerkt wordt geëxporteerd, kan geen belasting worden geheven, evenmin als van de tabaksfabri katen, die naar andere landen worden gezonden. De prijzen der sigaren zul'len dus aanmerkelijk moeten worden verhoogd en deze prijsverhooging zal het publiek moe ten betalen. Oppervlakkig beschouwd, is de oplo3sipg van het probleem gemakkelijk to vinden; doch zij, die in het vak hun brood- moeten verdienen, weten, dat zij voor schier on overkomelijke bezwaren zullen kernen te staan. Iedere fabriek, ja, ieder merk neemt een bijzondere plaats in den sigarenhandel in; een plaats, die eerst na moeitevolSen arbeid van fabrikant, reiziger en winkelier werd verkregen. Daar ons kleinst© muntstuk de halve cent is, kan de prijsverhooging per sigaar, die aan het publiek wordt verkocht, niet minder dan een halven cent bedragen, zoo dat sigaren van 24 cent 3-cents-sigaren zul len worden, enz. Een klant komt in den. winkel en vraagt vier ,,Braziliaantjcs". Als 't u blieft, mijn heer, 12 cents. Ben jo gek, twaalf centen, dat is me te duur. Ja, mijnheer, dat komt door do tabaksbelasting. Een mooie boel Maar heb je niet wat anders van de vicrr Zeker, wi5t u die eens proboeren? Do klant gaat misnoegd den winkel uit on rookt met tegenzin de vier sigaren op, daaraan hij niet gewend is en die hem dus niet bevallen. Een volgenden keer koopt hij drie ,,Braziliaantjes" voor 9 cents, want hij kan voor zijn rookgenot niet telkens tweo centen meer uitgeven. Het gevolg ia echter, dat door den winkelier gedurig één sigaar minder zal worden verkocht en één cent minder-za'I worden ontvangen; rekent men dit over het verbruik en over den ge- hcelen omzet in ons land, dan kan men ge makkelijk nagaan, dat er hee'l wat minder geld zal worden ontvangen door de win keliers en tevens heed wat minder zal worden geproduceerd door de fabri kanten, waardoor een groot aantal werk lieden zonder werk zullen komen en heel wat reizigers minder zullen verdienen. Over het Eeds wetje schrijft „DE STANDAARD" o. m.: i Ge'jjk we reeds opmerkten, kon het ten «lotte zeer goed zgn, dat men ook van Rechts de onmogelijkheid inzag, om een regeling als speciaal onzerzijds begeerd en voor mogelijk gehouden wordt, er door te krijsen, doordien het Rechts faalde aan ge noegzame eenparigheid. En ware dit zoo, dan zou toegeven geboden kunnen worden, tea einde daardoor de gelegenheid te win nen, om in de regeling, die dan wel aan vaard moest, althans nog de gunstigste be dingen op te doen nemen. Maar de eisch van wie de zaak ernstig opvat, is en blijft dan toch, dat er in deze teedere zaak geen eindbeslissing vallen mag, dan na een opzettelijk principieel debat. Dit nu snijdt de Minister ook thans weer af, en daarom zal opnieuw ruimte moeten gemaakt worden. Een zoo diepgaand vraagstuk mag niet t?r loops en bij noodwet worden uitgeschakeld. In het algemeen is dit de zoo ernstige fout ook van hen geweest, die, hoezeer Rechts hun plaats kiezende, toch van meet af in de eedskwestie naar de tegenpartij overiiepen, zonder zelf ernstig geargumen teerd te hebben, en de argumenten contra naar behooren te hebben gewogen. De aanhouding van den heer J. C. Schro der heeft niet alleen in de hoofdstad, maar in ln-t gekeele land veel ontroering ge wekt. Dat blijkt uit de pagina's vol briefjes en telegrammen van deelneming, waaron der ook vele Nederlanders van naam, in do „Tel". Men is nu zelfs begonnen met alleen een namenlijst tel geven. Bgna de ge. heele Nederlandscho pers heeft haar af keuring over deze aanhouding uitgespro ken. Ook die, welke de „Tel."-actie niet in alle opzichten goedkeurden. De journalisten in de eerste plaats heb ben hun beroep, dat behoefte heeft aan een gröote mate van vrijheid, voelen aan randen. Wo deelden reeds mee, dat 44 joiunaJisten een buitengewone vergadering van den Nederlandse hen Journalistenkring hebben aangevraagd. Ook, dat de Amster damse he pers reeds een telegram aan den minister zond en andere plaatselijke ver- eonigingen zijn gevolgd. In een spoedvergadering van den „Haar- lemsclien Journalistenkring" is de volgen de motie van den heer Meyerink aange nomen: „De. „Haarlemsche Journalistenkring", in spoedvergadering bijeen op Woensdag 8 De cember 1915; kennis genomen hebbende van het be richt omtrent de arrestatie van den lieer J. C. Schroder, hoofdredacteur van „De Te legraaf", in verband met een hem ten laste gelegde overtreding van art. 100 W. v. Str.; zich onthoudende van een oordeel over hot geïncrimineerde courantenartikel zelf; van raeening, dat het stellen in voor- loopige hechtenis van den journalist, voor dat de rechtbank een beslissing lieeft ge nomen, of al dan niet het bedoelde artikel van do Strafwet door den heer Schroder is overtreden, valt af td keuren, omdat dit in houdt een belemmering van de vrijheid, die elk journalist noodig heeft, om zijn mee^ ning te kunnen uiten; besluit, een protest tegen de arrestatie van den collega te publiceeren en den heer Schroder zijn sympathie te betuigen wegens de hem aangedane bejegening." Besloten werd, deze motie ter kennis te brengen van den Minister van Justitie, van den heer J. C. Schroder, van het bestuur van den Nederlandschen Journalistenkring en de daarbij aangesloten vereeuigingen te Amsterdam, Rotterdam-, Den Haag en Utrecht en van de pers. Tevens werd besloten er bij den Minister van Justitie op aan te dringen, om den heer Schroder ten spoedigste uit de voor- loopigo hechtenis te ontslaan. Tien Haarlemsche „Kring-leden betuig den telegrafisch hun instemming met het verzoek, om ten spoedigste con algemeen© vergadering van den Nederl. Journalisten kring bijeen te roepen ter bespreking van de zaak-Schröder. Het bestuur der Rotberdamsche Journa list en vereeniging vergaderde naar aanleiding van een by hen ingekomen, door vijf leden onderteekend, voorstel tot belegging eener spoeacischende algemeene ledenvergadering „in verband met de gevangenneming van den heer J. C. Schroder, hoofdredacteur van ,De Telegraaf,", ten einde na te gaan, of er termen zjjn om bij de Regeering lietzjj te protesteeren tegen de h. i. door niets gemotiveerde gevangenneming, hetzij aan te dr' :.gen op ontslag uit do preventieve hech tend van genoemden heer". Het bestuur, waarin de meening werd voorop gesteld, dat de®9 zaak er meer een is van algemeen journalistiek belang, be sloot met algemeen© stemmen aan het ver zoek te voldoen, doch den datum der uit te schrijven vergadering afhankelijk te stellen van het Zaterdag door liet Kring- bestuur to nemen besluit, ten aanzien van het verzoek tot belegging eener Kringver gadering. De bijeenkomst der leden van de Rotterdamsche Journalisten vereeniging kon dan c.q. dienstbaar worden gemaakt aan de houding vanwege Rotterdam in de Kringvergadering aan te nemen. Onder hen, die in de „Tel." hun protest doen hooreu, zyn vele professoren, juris ten, medici, militairen en studenten. Aan botende humor ontbreekt het ook niet. Een der schrijvers uit zich als volgt: Duiüsch Bulletin. Letzter, kolossaler Siegü Schroder eindelijk gevangen! Heel „De Telegraaf' omver! Unsre Feinde mussen hangen!! Alle scholen hebben vrjj, In het land der smokkelbende. Alle huizen vlaggen blij! Gott straf Schroder! und kein' Ende. Dr. Frederik van Eeden schreef: „Vergeef mij, dat ik u niet onmiddellijk schreef en zoodoende minder spontaan schijn te handelen. Ik kom wel eens meer wat laat met mijn besluiten, vooral in een gevai als dit, dat mij overbluft en waardoor ik op allerlei gedachten-paden afdwaal. Ik heb namelijk loopen pit-keren al bjj 't eerste berichtje over 't geval hoe ik h«. t zou kunnen aanleggen om in uw plaats te komen, en daaraan waren natuur lijk allerlei overwegingen vast. Mijn vijan den zullen zeggen, dat ik jaloersch ben op uw prachtige reclame. Maar dat is het toch waarachtig niet. Ik heb namelijk een onbe- dwingbaren lust om die stommelingen, die ons aan een zackten overgang tot het Pruisisch régime willen gewennen, die taak zoo onaangenaam en lastig mogelijk te ma gen. Darvoor wil ik graag eenige min of meer onbesuisde dingen deen en daarvan eenige min of meer onpleizirige dingen dragen. Maar ik zou dan ook graag zoo effectief mogelijk te werk willen gaan. Een beetje opruiend en oproerig wil ik met ge noegen zijn. Zou men het niet zoover kun nen krijgen, dat de regeering b.v. honderd, of twee honderd vervolgingen moest instel len? Ik donk over een manifest, met niets als deze woorden: „Wie Schroder in de doos stopte is een stommeling," en daarop een duizend handteekeningen. Zou „stom meling" vervolgbaar zijn? Anders wil_ ik nog wel binnen de perken der strikte oprechtheid een krasser term zoeken. Ik ben het nog altijd met Thorean eens, dat in een land zonder vrijheid de plaats der oprechten in de gevangenis is. Tegen dat het met mij zoover komt, hoop ik u nog wel eens te spreken en goede raadgeving-en te ontvangen omtrent ligging, tijdverdrijf, omgang met bewakers enzoovoort." Van eenigo bladen hebben we het oor deed reeds opgenomen. Zij al?e verklaarden zich tegen de arrestatie en daarbij sluiten zich nog vele persuitlating&n aan. „De Stand aard" is ook tegen de aanhouding, maar bevat nog een «bedekte beschuldiging, waar op do oud© journalist Charles Boissevain, de „Van-dag-tot-dag-schrijver" in 't„Alg. Hbld.", die de inhechtenisneming van den heer Schroder afkeurt, antwoordt: „Maar tot verdediging van de eer van onze pers, moet ik nog deze opmerking toevoegen aan vat ik schreef: Op de meest besliste wijze (protesteer ik tegen wat dr. A. Kuyper over cle in hechtenisneming „driestart" in de Stand aard". Hij schrijft over het optreden van den heer Schroder in „De Telegraaf" „In hoeverre achter zulke persactie vreemd gdld zit, is niet uit te makei Deze insinuatie veroordeelen wij op de ernstigste wijze. Onze Nederlandsche .journalisten. ocren een onbesmet blazoen van onomkoopbaar heid. Ik heb gedurende mijn journalistieke lcopbaan van meer aan een halve eeuw nooit eenig bewijs, nooit eenige aanduiding gevonden, dat de Neocriandsche journalis ten zoo eervergeten en misdadig waren, dat zo voor geld vreemde mogendheden dienden Men mag niet veronderstellen, dat er vreemd geld achter de persactie van „De Telegraaf" zit en clr. Kuyper mag het niet insinueeren door te zeggen, „dat het niet is uit te maken." Ik protesteer l\s een oud© journalist, die zijn mooi beroep lief heeft, tegen deze woorden." Een paar bladen verdedigen in zeker op zicht de arrestatie. De „Nieuwe Rofct. Courant" schrijft o.a. „Over de inhechtenisncaüng van den hoofdredacteur an de „Telegraaf" moet men zijn oordeel grootencfeels opschorten. Tot nu toe ontbreekt zoo goed als elk ge geven, dat noodzakelijk is, om dit feit te kunnen beoordeeien of veroordeelen. Heeft de lieor Schroder het artikel, dat tot zijn arrestatie heeft geleid, zelf ge schreven? Het werd, van de zijde van zijn advocaat, ontkend. Neemt de hoofdredacteur dan de straf rechtelijke verantwoordelijkheid voor het artikel op zich, 0 voor niet ondertee- kende artikelen in cle pers te doen ge bruikelijk is? Ook uit bleek niet het geval te zijn. Dit feit is van gewicht, en zij die, zoo noodig on dan terecht, voor de vrije meeningsuiting gaarne in de bres willen komen, mogen dit niet negeeren. Van het „vrijo woord" in de pers is d© strafrech telijk© verantwoordelijkheid, die do hoofd redacteur van cle Krant voor het anoniem en redactioneel-geplaatst artikel onder alle omstandigheden ^cuoort te aanvaarden, en gewoonlijk ook aanvaardt, een onmisbare aanvulling. Zonder dat is het vrije woord een caricaluur, anarchie." Verder lezen wo nog: „De wet eischt. mr inhechtenisneming „gewichtige" redenen van maatschappe lijke veiligheid. De rechtbank nam aan: vrees voor vlucht en voor herhaling Dit klopt niet; het een sluit het andere uit. Als derechtbank vlucht vreesde, hoo kon zij dan tevens voor hernamng bang zijn? Er is hier iets, dat niet gemakkefijk verklaar baar is. Voor herhaling leek door dc nieuwe organisatie van de „Telegraaf" den heer Schroder daarenboven de pas afgesneden. Alles bijeen is het mogelijk, dat de heer Schroder een martelaar is. Of hij een mar telaar is van het recht of van de recht bank niet van do Regcering, al tracht men ook haar hier weer in te menge.n; dcch dc rechtbank heeft in volle vrijheid, van de Regeering verstrekt onafnankelijk, moeten beslissen of slachtoffer van de directie van do „Telegraaf", valt niet uit te maken. De mogelijkheid is niet uitge sloten, dat de verontwaardiging zich in een verkeerde richting aan het uiten is. Meer kan men thans niet zeggen." Is nu, vraagt do „N. R. Ct dc vrije raeeninigsuiting door de inhechtenisneming te kort gedaan? Wie is er, die het in op rechtheid gelooft? De „Telegraaf" heeft tal van particulie ren 'beschimpt, zij heeft de regeering voor verraders uitgemaakt, den minister van koloniën voor een knoeier, en den minister van landbouw, in omfloerste termen, voor een schavuit. Het hoogtepunt is bereikt in het ochtendblad van 23 November, toen de Nederlanders, „het uitschot, het drab, het vies bezinksel van u'e Europeesche vol keren", en „Nederland de faecaliën-emmer van Europa" zijn gedecreteerd. Dat is nog al iets van vrije meoningsuiting gespro ken. Daag? na de inhechtenisneming van den heer Schroder heeft de heer Holdert verzekerd, dat do affaire cp den ouden voet zou worden voortgezet. Dat is zijn recht; en dit recht is in geen enkel opzicht geschonden. Laten wij de zaken toch niet overdrijven. De vrijheid van het woord is in ons land zoo veilig, als ergens elders, veiliger op het oogenblik, dan, met name, in Engeland, dat wel al§ bakermat van allo vrijheden geldt. Tot uitoefening van «-«e vrijheid van spreken is maar één ding noodig: dab men verantwoordelijk wil zijn naar 't algemeene recht. Dit is de eenige rem, die aan de vrije meeningsuiting is aangelegd, nu, gelijk voorheen "en in het vervolg. Zij ligt in het aan allen bekende recht, niet in eenige ver borgen handeling van rechtbank en regee ring. De vrijheid van spreken plaatst niet de menschen buiten of boven het gemeene recht dat ig al. Ware het anders, het mooie van het vrije woord ware er af, en het ware niet waard, ervoor te strijden." De inhechtenisneming van den heer Schro der is misschien een grove onbillijkheid en «waarschijnlijk een tactische fout, schrijft „Het Nieuws van den Dag." „Hoogst onbillijk is ze, indien blijken mocht dat de lieer. S niet de schrijver is van het geïncrimineerde artikel. En zeker mag betwijfeld worden of dit optreden der overheid van beleid getuigt. Een zoo scherpe maatregel is als een twee snijdend zwaard. Deze geruchtmakende ar restatie werkt als een geweldige reclame voor het in zjjn hoofdredacteur getroffen blad, dat daarvan ten volle 't gebruik maakt dat bij een h TAméricaine geleide cou rant te verwachten was." Het spreekt wel van zelf, zegt „Het Nieuws" dat men in het buitenhuid dc kern van de kwestie 'niet zien kan, en dadelijk de verklaring accepteert, dat onze regeering eenvoudig den feilen bestrijder van Dui;s:h- land, den vriend der Geallieerden, een slot op den mond heeft gelegd, vermoedelijk nog wel op aandringen van Duitsche zijde. „Men zou haast den indruk krijgen da de Regeering-, het sarren moede, in wanhopige ergernis een slag heeft toegebracht, waar van zij de portee niet heeft voorzien. Maar is die indruk wel juist? Heeft de Regeering misschien ons onbekende redenen, die haar dwongen, een dergelijke campagne als de „Telegraaf" van dag tot dag voerde, onmid dellijk te doen eindigen, op straffe van ern stig gevaar voor ons land? Wij opperen hier slechts een mogelijkheid, maar het is geen losse onderstelling. Daarbij zij nog eens de aandacht geves tigd op de veelal voorbijgezien 3 omsEindig heid, dat do arrestatie van den heer Schro der niet enkel een „willekeurige" handeling van een officier van justitie of, middellijk, van de Regeering ldln zijn, want dat de rechtbank daartoe haar medewerking heeft verleend. En de Regeering moet over onze buitenlandsche betrekkingen en over het ge vaarlijke van een bedrjjf als dat van de „Te legraaf, meer weten dan zij bekend kan "maken. En nu ontzegt een groot deel van het pu bliek en van de pers eenvoudig allo vertrou wen aan Ide Regeering, wegens een schijnbaar te krassen en arbitrairen maatregel; aan dezelfde Regcering die verleden jaar, toen iedereen nog vreesde dat ons land in den oorlog meegesleept zou worden (is dat ge-, vaar nu geheel geweken?) niet genoeg kon geprezen worden als het o, zoo brave, kal me, degelijke ministerie. Is men vergeten dat in het geïncrimineerde stuk de Regeering niet alleen van landverraad beticht werd (geen kleinigheid op zichzelf), maar van bevoordeeling, op slinksche wijze van een der oorlogvoerenden ten koste 'van de an dere partij, en dat deze openlijke beschuldi ging aanving met de woorden: „IVij zullen niet ophouden een regeering te bestrijden, die,o." Onze Regeering kan zich dus op dit standpunt stellen dat zij ernsüg gevaar voor onze neutraliteit ziet ia de campagne van de „Telegraaf" vandaar de vervolging en dat dit gevaar grooter wordt icd^r: n dag, waarop men „niet ophouden zaï" n et dergelijke beschuldigingen vandaar dj in hechtenisneming." Het „N. v. d. D." besluit: „Dat journalisten, de woord- en persvojr- ders, zich beklagen over den maatregel le gen een journalist vooral zij die de moeite niet willen nemen, in 's lands be lang gematigdheid te b.t a:hten is daar- aantoe. Maar dat het publiek zich over dit incident buitengemeen opwindt, dat is, voor zooveel 't niet uit heftige anti-ncutraliteifc te verklaren is, zonderling. Zou men dan liever Amsterdam in staat van beleg ver klaard willen zien, met opschorting o:z.t grond wettelijke rechten? Of wil mn°de R geering een beentje lichten, en haar verdin gen door een andere die zich laat afdrijven in de richting, nu een jaar lang ten dui delijkste door do „Telegraaf" aangewezen? Dan heeft men ook de gevolgen aan zich zelf te wijten." SCHAAKRUBRIEK van het SCHAAKCEZELSCHAf „PALEKEDES Opgericht- 1846. Speelavond: lederen Maandag In de Bovenzaal van Café f,Central", Sreeslraat. Aanvan^: S uren. Eedactic: L. BIEBMAS:. en E. J. v. d. KEOGT Jj' JL i II k ft' i is J_ 'I /'tl i fm atecdül gb PROBLEEM No. 84. E. E. Wes'bury. Zwart. (13) Wit. (8) Wit: K. gS; D. h 5; T. b5 en f7; P. b4 en f5; L. a 8 en h2. Zwart: K. eG: D. bG; T. e2 eng2; P. b3 en h3; L. eS en li 6; p. c6, o7, d 4, g 7 en h 7. Wit speelt en geeft in 2 zetten mat. Oplossing OProbleem No. 82: L. c5, enz. Goede oplossingen ontvangen van de hee- ren: TI. J. Bouwman, L. R. de Hoog, B. S. van Kloeten Sr., G. J. van Leeuwen, W. N., J. W. Segaar, J. C. Sjardijn, J. E. S'.o'.te, J. W. Schüsi, I. Teling, L. M. Valkenburgh, en W. J. Woestenburg, aden le Leiden; G. Yooys Gznte Katwijk a- d. Rijn, K. Haas noot te Katwijk-aan-Zee, J. - J. Vooys te Halfweg, J. van Os, te Voorschoten, en F. G. v. d. Tang, te Oude wetering. Correspondentie: Mej. J, H. K., en J. C. de W., allen te L.: P. b4 foutief wegens: P. e 3. D. K. te L.: L. d4 f. w.: Lo op er ze t,uit gezonderd op f5 en d 5. A. V. te L.: P. e5 f. w.: KxP e5. C. S. te L. en A. B. te K.: L. a 7, f. w.: P. bG. H. J. B. te 0.: P. e7 f. w P. e3- Onder de goede oplossingen van Probleem No. SI, moeten wij nog vermeiden, die van den heer J. W. Schüsc, te Leiden. Het Probleem van Zaterdag j.l. mor t zijn No. 83. Oplossingen worden ingewacht tot uiter lijk Dinsdag 21 December a s 's namiddags 5 uren, aan het Bureel van dit Blad. KUNST, LETTEREN, EHZ. Maxim Gorki ernstig zi -k. Dc Petrogradschc en Parijsche bladen msl- den, dat Maxim Gorki ernstig ziek is. Zijn gezondheidstoestand is zoo geschokt, dat- men 't ergste vreest. Na de revolutionnaire dagen van 1903 had Gorki de wijk genomen naar Italië. Daar be vond hij zich bij het uitbreken van den oor log. Sinds het begin der vijandelijkheden nam hij scherp stelling tegen het bruut ge weld van. clcn Germaanschen aanval cn pu bliceerde hij een vlammend manifest, dat met veel enthusiasme door alle Slavische volken werd ontvangen. Trouwens, velen zijner naaste bloedverwanten strijden in dc gelederen van den tsaar. Evenals vele andere revolutionnairen, had Maxim Gorki verlof gekregen naar zijn land terug te keeren. In dit uur van gevaar was hij er op gesteld, te midden zijner land- genooten te leven. Zoowel in intellectueele- als in arbeiders kringen, heerscht groote angst voor het le ven van den schrijver, want Maxim Gorki was de meest populaire romanschrijver van het hedeudaagsche Rusland geworden. CORRESPONDENT!*' Eenige Inge zonden St ikken moesten tot een volgend Nummer biiyvcn liggen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 9