Persoverzicht.
De aanhouding van den
heer Schroder.
M i
Zaterdag 11 December.
Tweede JBlacL A0. 3915.
De Winkeliers en de Tabaks
belasting.
De redactio van „HET TABAKSBLAD"
schrijft in een der laatste nummers over
dit onderwerp het volgende:
Dat er over een onderwerp van zóó
ingrijpenden aard ails een tabaksbelasting
verschillende meeningen bestaan, is na
tuurlijk doch dat zij niet alle uen toets
der oritiek kunnen doorstaan, spreekt van
zelf.
Dat de winkeliers van een tabaksbelas
ting veefl schade verwachten voor hun be
drijf is bewezen op de onlangs gehouden pro
test-vergadering en blijkt verder uit de arti
kelen van het weekblad der Sigarenwinke-
liersvereenigiingen ,/DE SIGARENWIN
KELIER". Aangenomen mag worden, dat
do belanghebbenden de meeste bevoegd
heid bezitten om do kwestie te beoordee-
len, veel meer dan buitenstaanders of men-
sclien, die slechts een zijdtfingsch belang
hebben bij den bloei van het winkelbedrijf
en de sigarenindustrie.
Zoo hoorden wij onlangs beweren, dat de
sigarenwinkeliers zich van een tabaksbe
lasting geen zier behoeven aan te trek
ken, om de eenvoudige reden, dat zij, wan
neer het een lage belasting wordt, de fa
brikanten laten befcaücn, en wordt het een
liooge belasting, dan betaalt het publiek.
Eon andero meening is, dat ingeval van
een hooge belasting een massa kieine win
keltjes zullen verdwijnen, waardoor voor
de overblijvende grooto zaken een goede
tijd zal aanbreken, zoodat een belasting ten
slotte de geheele industrie en den winkel
stand ten goede zal komen.
Wij gelooven niet, dat er veeO. winkeliers
zullen zijn, die de hier geopperde meonin-
gen onderschrijven, wat niet wegneemt, dat
de eerste categorie van beweerders ons
veel sympathieker is dan de tweede, die,
zender nadenken, een massa zaken zouden
willen opofferen ten voordeele van ande
ren, onverschillig wat er zou moeten wor-
den van de menschen, die thans nog een,
zij het ook karig, bestaan vinden in cle zaak
jes, die zij dikwijls van hun spaarcenten
hebben gekocht.
Uit de bewering, dat oen lage belasting
op de fabrikanten moet drukken, blijkt vol
doende, dat degenen, die deze meening zijn
toegedaan, een. overdreven voorstelling be
zitten van de bedrijfswinsten dier fabri
kanten, Het is algemeen bekend, dat, voor-
all in den laatpten tijd, een ernstig streven
op den voorgrond is gekomen, om door
verbetering van de kwaliteit der sigaren
tot een grooteren omzet te komen! Dit kost
reeds tamelijk veel geld, doch daarbij komt
nog, dat de tabak, die voor de fabrikatie
van goedkoope sigaren in aanmerking komt
verbazend duur geworden is. De oorzaak
die daartoe heeft medegewerkt, kan, als
genoegzaam bekend, hier Gus onaangeroerd
worden gelaten.
Dat de tabaksbelasting laag za)l kunnen
worden gehouden, is niet to verwachten,
want de geheelo opbrengst moet komen
van het binnenlandsch verbruik, want van
de grootsto massa, die onbewerkt wordt
geëxporteerd, kan geen belasting worden
geheven, evenmin als van de tabaksfabri
katen, die naar andere landen worden
gezonden. De prijzen der sigaren zul'len dus
aanmerkelijk moeten worden verhoogd en
deze prijsverhooging zal het publiek moe
ten betalen.
Oppervlakkig beschouwd, is de oplo3sipg
van het probleem gemakkelijk to vinden;
doch zij, die in het vak hun brood- moeten
verdienen, weten, dat zij voor schier on
overkomelijke bezwaren zullen kernen te
staan.
Iedere fabriek, ja, ieder merk neemt
een bijzondere plaats in den sigarenhandel
in; een plaats, die eerst na moeitevolSen
arbeid van fabrikant, reiziger en winkelier
werd verkregen.
Daar ons kleinst© muntstuk de halve
cent is, kan de prijsverhooging per sigaar,
die aan het publiek wordt verkocht, niet
minder dan een halven cent bedragen, zoo
dat sigaren van 24 cent 3-cents-sigaren zul
len worden, enz.
Een klant komt in den. winkel en vraagt
vier ,,Braziliaantjcs". Als 't u blieft, mijn
heer, 12 cents. Ben jo gek, twaalf centen,
dat is me te duur. Ja, mijnheer, dat komt
door do tabaksbelasting. Een mooie boel
Maar heb je niet wat anders van de vicrr
Zeker, wi5t u die eens proboeren?
Do klant gaat misnoegd den winkel uit
on rookt met tegenzin de vier sigaren op,
daaraan hij niet gewend is en die hem dus
niet bevallen. Een volgenden keer koopt
hij drie ,,Braziliaantjes" voor 9 cents, want
hij kan voor zijn rookgenot niet telkens
tweo centen meer uitgeven. Het gevolg ia
echter, dat door den winkelier gedurig één
sigaar minder zal worden verkocht en één
cent minder-za'I worden ontvangen; rekent
men dit over het verbruik en over den ge-
hcelen omzet in ons land, dan kan men ge
makkelijk nagaan, dat er hee'l wat minder
geld zal worden ontvangen door de win
keliers en tevens heed wat minder
zal worden geproduceerd door de fabri
kanten, waardoor een groot aantal werk
lieden zonder werk zullen komen en heel
wat reizigers minder zullen verdienen.
Over het Eeds wetje schrijft „DE
STANDAARD" o. m.:
i Ge'jjk we reeds opmerkten, kon het ten
«lotte zeer goed zgn, dat men ook van
Rechts de onmogelijkheid inzag, om een
regeling als speciaal onzerzijds begeerd en
voor mogelijk gehouden wordt, er door te
krijsen, doordien het Rechts faalde aan ge
noegzame eenparigheid. En ware dit zoo,
dan zou toegeven geboden kunnen worden,
tea einde daardoor de gelegenheid te win
nen, om in de regeling, die dan wel aan
vaard moest, althans nog de gunstigste be
dingen op te doen nemen.
Maar de eisch van wie de zaak ernstig
opvat, is en blijft dan toch, dat er in deze
teedere zaak geen eindbeslissing vallen mag,
dan na een opzettelijk principieel debat.
Dit nu snijdt de Minister ook thans weer
af, en daarom zal opnieuw ruimte moeten
gemaakt worden.
Een zoo diepgaand vraagstuk mag niet t?r
loops en bij noodwet worden uitgeschakeld.
In het algemeen is dit de zoo ernstige
fout ook van hen geweest, die, hoezeer
Rechts hun plaats kiezende, toch van meet
af in de eedskwestie naar de tegenpartij
overiiepen, zonder zelf ernstig geargumen
teerd te hebben, en de argumenten contra
naar behooren te hebben gewogen.
De aanhouding van den heer J. C. Schro
der heeft niet alleen in de hoofdstad, maar
in ln-t gekeele land veel ontroering ge
wekt. Dat blijkt uit de pagina's vol briefjes
en telegrammen van deelneming, waaron
der ook vele Nederlanders van naam, in
do „Tel". Men is nu zelfs begonnen met
alleen een namenlijst tel geven. Bgna de ge.
heele Nederlandscho pers heeft haar af
keuring over deze aanhouding uitgespro
ken. Ook die, welke de „Tel."-actie niet in
alle opzichten goedkeurden.
De journalisten in de eerste plaats heb
ben hun beroep, dat behoefte heeft aan
een gröote mate van vrijheid, voelen aan
randen. Wo deelden reeds mee, dat 44
joiunaJisten een buitengewone vergadering
van den Nederlandse hen Journalistenkring
hebben aangevraagd. Ook, dat de Amster
damse he pers reeds een telegram aan den
minister zond en andere plaatselijke ver-
eonigingen zijn gevolgd.
In een spoedvergadering van den „Haar-
lemsclien Journalistenkring" is de volgen
de motie van den heer Meyerink aange
nomen:
„De. „Haarlemsche Journalistenkring", in
spoedvergadering bijeen op Woensdag 8 De
cember 1915;
kennis genomen hebbende van het be
richt omtrent de arrestatie van den lieer
J. C. Schroder, hoofdredacteur van „De Te
legraaf", in verband met een hem ten laste
gelegde overtreding van art. 100 W. v. Str.;
zich onthoudende van een oordeel over
hot geïncrimineerde courantenartikel zelf;
van raeening, dat het stellen in voor-
loopige hechtenis van den journalist, voor
dat de rechtbank een beslissing lieeft ge
nomen, of al dan niet het bedoelde artikel
van do Strafwet door den heer Schroder is
overtreden, valt af td keuren, omdat dit in
houdt een belemmering van de vrijheid, die
elk journalist noodig heeft, om zijn mee^
ning te kunnen uiten;
besluit, een protest tegen de arrestatie
van den collega te publiceeren en den heer
Schroder zijn sympathie te betuigen wegens
de hem aangedane bejegening."
Besloten werd, deze motie ter kennis te
brengen van den Minister van Justitie, van
den heer J. C. Schroder, van het bestuur
van den Nederlandschen Journalistenkring
en de daarbij aangesloten vereeuigingen te
Amsterdam, Rotterdam-, Den Haag en Utrecht
en van de pers.
Tevens werd besloten er bij den Minister
van Justitie op aan te dringen, om den
heer Schroder ten spoedigste uit de voor-
loopigo hechtenis te ontslaan.
Tien Haarlemsche „Kring-leden betuig
den telegrafisch hun instemming met het
verzoek, om ten spoedigste con algemeen©
vergadering van den Nederl. Journalisten
kring bijeen te roepen ter bespreking van
de zaak-Schröder.
Het bestuur der Rotberdamsche Journa
list en vereeniging vergaderde naar aanleiding
van een by hen ingekomen, door vijf leden
onderteekend, voorstel tot belegging eener
spoeacischende algemeene ledenvergadering
„in verband met de gevangenneming van den
heer J. C. Schroder, hoofdredacteur van
,De Telegraaf,", ten einde na te gaan, of
er termen zjjn om bij de Regeering lietzjj
te protesteeren tegen de h. i. door niets
gemotiveerde gevangenneming, hetzij aan te
dr' :.gen op ontslag uit do preventieve hech
tend van genoemden heer".
Het bestuur, waarin de meening werd
voorop gesteld, dat de®9 zaak er meer een
is van algemeen journalistiek belang, be
sloot met algemeen© stemmen aan het ver
zoek te voldoen, doch den datum der uit
te schrijven vergadering afhankelijk te
stellen van het Zaterdag door liet Kring-
bestuur to nemen besluit, ten aanzien van
het verzoek tot belegging eener Kringver
gadering. De bijeenkomst der leden van de
Rotterdamsche Journalisten vereeniging kon
dan c.q. dienstbaar worden gemaakt aan
de houding vanwege Rotterdam in de
Kringvergadering aan te nemen.
Onder hen, die in de „Tel." hun protest
doen hooreu, zyn vele professoren, juris
ten, medici, militairen en studenten. Aan
botende humor ontbreekt het ook niet. Een
der schrijvers uit zich als volgt:
Duiüsch Bulletin.
Letzter, kolossaler Siegü
Schroder eindelijk gevangen!
Heel „De Telegraaf' omver!
Unsre Feinde mussen hangen!!
Alle scholen hebben vrjj,
In het land der smokkelbende.
Alle huizen vlaggen blij!
Gott straf Schroder! und kein' Ende.
Dr. Frederik van Eeden schreef:
„Vergeef mij, dat ik u niet onmiddellijk
schreef en zoodoende minder spontaan
schijn te handelen. Ik kom wel eens meer
wat laat met mijn besluiten, vooral in een
gevai als dit, dat mij overbluft en waardoor
ik op allerlei gedachten-paden afdwaal.
Ik heb namelijk loopen pit-keren al
bjj 't eerste berichtje over 't geval hoe
ik h«. t zou kunnen aanleggen om in uw
plaats te komen, en daaraan waren natuur
lijk allerlei overwegingen vast. Mijn vijan
den zullen zeggen, dat ik jaloersch ben op
uw prachtige reclame. Maar dat is het toch
waarachtig niet. Ik heb namelijk een onbe-
dwingbaren lust om die stommelingen, die
ons aan een zackten overgang tot het
Pruisisch régime willen gewennen, die taak
zoo onaangenaam en lastig mogelijk te ma
gen. Darvoor wil ik graag eenige min of
meer onbesuisde dingen deen en daarvan
eenige min of meer onpleizirige dingen
dragen. Maar ik zou dan ook graag zoo
effectief mogelijk te werk willen gaan. Een
beetje opruiend en oproerig wil ik met ge
noegen zijn. Zou men het niet zoover kun
nen krijgen, dat de regeering b.v. honderd,
of twee honderd vervolgingen moest instel
len? Ik donk over een manifest, met niets
als deze woorden: „Wie Schroder in de
doos stopte is een stommeling," en daarop
een duizend handteekeningen. Zou „stom
meling" vervolgbaar zijn? Anders wil_ ik
nog wel binnen de perken der strikte
oprechtheid een krasser term zoeken. Ik
ben het nog altijd met Thorean eens, dat
in een land zonder vrijheid de plaats der
oprechten in de gevangenis is. Tegen dat
het met mij zoover komt, hoop ik u nog
wel eens te spreken en goede raadgeving-en
te ontvangen omtrent ligging, tijdverdrijf,
omgang met bewakers enzoovoort."
Van eenigo bladen hebben we het oor deed
reeds opgenomen. Zij al?e verklaarden zich
tegen de arrestatie en daarbij sluiten zich
nog vele persuitlating&n aan. „De Stand
aard" is ook tegen de aanhouding, maar
bevat nog een «bedekte beschuldiging, waar
op do oud© journalist Charles Boissevain,
de „Van-dag-tot-dag-schrijver" in 't„Alg.
Hbld.", die de inhechtenisneming van den
heer Schroder afkeurt, antwoordt:
„Maar tot verdediging van de eer van
onze pers, moet ik nog deze opmerking
toevoegen aan vat ik schreef:
Op de meest besliste wijze (protesteer
ik tegen wat dr. A. Kuyper over cle in
hechtenisneming „driestart" in de Stand
aard".
Hij schrijft over het optreden van den
heer Schroder in „De Telegraaf"
„In hoeverre achter zulke persactie
vreemd gdld zit, is niet uit te makei
Deze insinuatie veroordeelen wij op de
ernstigste wijze.
Onze Nederlandsche .journalisten. ocren
een onbesmet blazoen van onomkoopbaar
heid. Ik heb gedurende mijn journalistieke
lcopbaan van meer aan een halve eeuw
nooit eenig bewijs, nooit eenige aanduiding
gevonden, dat de Neocriandsche journalis
ten zoo eervergeten en misdadig waren,
dat zo voor geld vreemde mogendheden
dienden
Men mag niet veronderstellen, dat er
vreemd geld achter de persactie van „De
Telegraaf" zit en clr. Kuyper mag het niet
insinueeren door te zeggen, „dat het niet
is uit te maken."
Ik protesteer l\s een oud© journalist, die
zijn mooi beroep lief heeft, tegen deze
woorden."
Een paar bladen verdedigen in zeker op
zicht de arrestatie.
De „Nieuwe Rofct. Courant" schrijft o.a.
„Over de inhechtenisncaüng van den
hoofdredacteur an de „Telegraaf" moet
men zijn oordeel grootencfeels opschorten.
Tot nu toe ontbreekt zoo goed als elk ge
geven, dat noodzakelijk is, om dit feit te
kunnen beoordeeien of veroordeelen.
Heeft de lieor Schroder het artikel, dat
tot zijn arrestatie heeft geleid, zelf ge
schreven? Het werd, van de zijde van zijn
advocaat, ontkend.
Neemt de hoofdredacteur dan de straf
rechtelijke verantwoordelijkheid voor het
artikel op zich, 0 voor niet ondertee-
kende artikelen in cle pers te doen ge
bruikelijk is? Ook uit bleek niet het geval
te zijn. Dit feit is van gewicht, en zij die,
zoo noodig on dan terecht, voor de vrije
meeningsuiting gaarne in de bres willen
komen, mogen dit niet negeeren. Van het
„vrijo woord" in de pers is d© strafrech
telijk© verantwoordelijkheid, die do hoofd
redacteur van cle Krant voor het anoniem
en redactioneel-geplaatst artikel onder alle
omstandigheden ^cuoort te aanvaarden, en
gewoonlijk ook aanvaardt, een onmisbare
aanvulling. Zonder dat is het vrije woord
een caricaluur, anarchie."
Verder lezen wo nog:
„De wet eischt. mr inhechtenisneming
„gewichtige" redenen van maatschappe
lijke veiligheid. De rechtbank nam aan:
vrees voor vlucht en voor herhaling Dit
klopt niet; het een sluit het andere uit.
Als derechtbank vlucht vreesde, hoo kon
zij dan tevens voor hernamng bang zijn? Er
is hier iets, dat niet gemakkefijk verklaar
baar is. Voor herhaling leek door dc nieuwe
organisatie van de „Telegraaf" den heer
Schroder daarenboven de pas afgesneden.
Alles bijeen is het mogelijk, dat de heer
Schroder een martelaar is. Of hij een mar
telaar is van het recht of van de recht
bank niet van do Regcering, al tracht
men ook haar hier weer in te menge.n;
dcch dc rechtbank heeft in volle vrijheid,
van de Regeering verstrekt onafnankelijk,
moeten beslissen of slachtoffer van de
directie van do „Telegraaf", valt niet uit
te maken. De mogelijkheid is niet uitge
sloten, dat de verontwaardiging zich in een
verkeerde richting aan het uiten is. Meer
kan men thans niet zeggen."
Is nu, vraagt do „N. R. Ct dc vrije
raeeninigsuiting door de inhechtenisneming
te kort gedaan? Wie is er, die het in op
rechtheid gelooft?
De „Telegraaf" heeft tal van particulie
ren 'beschimpt, zij heeft de regeering voor
verraders uitgemaakt, den minister van
koloniën voor een knoeier, en den minister
van landbouw, in omfloerste termen, voor
een schavuit. Het hoogtepunt is bereikt in
het ochtendblad van 23 November, toen
de Nederlanders, „het uitschot, het drab,
het vies bezinksel van u'e Europeesche vol
keren", en „Nederland de faecaliën-emmer
van Europa" zijn gedecreteerd. Dat is nog
al iets van vrije meoningsuiting gespro
ken. Daag? na de inhechtenisneming van
den heer Schroder heeft de heer Holdert
verzekerd, dat do affaire cp den ouden
voet zou worden voortgezet. Dat is zijn
recht; en dit recht is in geen enkel opzicht
geschonden.
Laten wij de zaken toch niet overdrijven.
De vrijheid van het woord is in ons land
zoo veilig, als ergens elders, veiliger op het
oogenblik, dan, met name, in Engeland,
dat wel al§ bakermat van allo vrijheden
geldt. Tot uitoefening van «-«e vrijheid van
spreken is maar één ding noodig: dab men
verantwoordelijk wil zijn naar 't algemeene
recht. Dit is de eenige rem, die aan de vrije
meeningsuiting is aangelegd, nu, gelijk
voorheen "en in het vervolg. Zij ligt in het
aan allen bekende recht, niet in eenige ver
borgen handeling van rechtbank en regee
ring. De vrijheid van spreken plaatst niet
de menschen buiten of boven het gemeene
recht dat ig al. Ware het anders, het
mooie van het vrije woord ware er af, en
het ware niet waard, ervoor te strijden."
De inhechtenisneming van den heer Schro
der is misschien een grove onbillijkheid en
«waarschijnlijk een tactische fout, schrijft
„Het Nieuws van den Dag."
„Hoogst onbillijk is ze, indien blijken
mocht dat de lieer. S niet de schrijver is
van het geïncrimineerde artikel.
En zeker mag betwijfeld worden of dit
optreden der overheid van beleid getuigt.
Een zoo scherpe maatregel is als een twee
snijdend zwaard. Deze geruchtmakende ar
restatie werkt als een geweldige reclame
voor het in zjjn hoofdredacteur getroffen
blad, dat daarvan ten volle 't gebruik maakt
dat bij een h TAméricaine geleide cou
rant te verwachten was."
Het spreekt wel van zelf, zegt „Het
Nieuws" dat men in het buitenhuid dc kern
van de kwestie 'niet zien kan, en dadelijk de
verklaring accepteert, dat onze regeering
eenvoudig den feilen bestrijder van Dui;s:h-
land, den vriend der Geallieerden, een slot
op den mond heeft gelegd, vermoedelijk
nog wel op aandringen van Duitsche zijde.
„Men zou haast den indruk krijgen da de
Regeering-, het sarren moede, in wanhopige
ergernis een slag heeft toegebracht, waar
van zij de portee niet heeft voorzien. Maar
is die indruk wel juist? Heeft de Regeering
misschien ons onbekende redenen, die haar
dwongen, een dergelijke campagne als de
„Telegraaf" van dag tot dag voerde, onmid
dellijk te doen eindigen, op straffe van ern
stig gevaar voor ons land? Wij opperen hier
slechts een mogelijkheid, maar het is geen
losse onderstelling.
Daarbij zij nog eens de aandacht geves
tigd op de veelal voorbijgezien 3 omsEindig
heid, dat do arrestatie van den heer Schro
der niet enkel een „willekeurige" handeling
van een officier van justitie of, middellijk,
van de Regeering ldln zijn, want dat de
rechtbank daartoe haar medewerking heeft
verleend. En de Regeering moet over onze
buitenlandsche betrekkingen en over het ge
vaarlijke van een bedrjjf als dat van de „Te
legraaf, meer weten dan zij bekend kan
"maken.
En nu ontzegt een groot deel van het pu
bliek en van de pers eenvoudig allo vertrou
wen aan Ide Regeering, wegens een schijnbaar
te krassen en arbitrairen maatregel; aan
dezelfde Regcering die verleden jaar, toen
iedereen nog vreesde dat ons land in den
oorlog meegesleept zou worden (is dat ge-,
vaar nu geheel geweken?) niet genoeg kon
geprezen worden als het o, zoo brave, kal
me, degelijke ministerie. Is men vergeten
dat in het geïncrimineerde stuk de Regeering
niet alleen van landverraad beticht werd
(geen kleinigheid op zichzelf), maar van
bevoordeeling, op slinksche wijze van een
der oorlogvoerenden ten koste 'van de an
dere partij, en dat deze openlijke beschuldi
ging aanving met de woorden: „IVij zullen
niet ophouden een regeering te bestrijden,
die,o." Onze Regeering kan zich dus op
dit standpunt stellen dat zij ernsüg gevaar
voor onze neutraliteit ziet ia de campagne
van de „Telegraaf" vandaar de vervolging
en dat dit gevaar grooter wordt icd^r: n
dag, waarop men „niet ophouden zaï" n et
dergelijke beschuldigingen vandaar dj in
hechtenisneming."
Het „N. v. d. D." besluit:
„Dat journalisten, de woord- en persvojr-
ders, zich beklagen over den maatregel le
gen een journalist vooral zij die de
moeite niet willen nemen, in 's lands be
lang gematigdheid te b.t a:hten is daar-
aantoe. Maar dat het publiek zich over dit
incident buitengemeen opwindt, dat is, voor
zooveel 't niet uit heftige anti-ncutraliteifc
te verklaren is, zonderling. Zou men dan
liever Amsterdam in staat van beleg ver
klaard willen zien, met opschorting o:z.t
grond wettelijke rechten? Of wil mn°de R
geering een beentje lichten, en haar verdin
gen door een andere die zich laat afdrijven
in de richting, nu een jaar lang ten dui
delijkste door do „Telegraaf" aangewezen?
Dan heeft men ook de gevolgen aan zich
zelf te wijten."
SCHAAKRUBRIEK van het SCHAAKCEZELSCHAf
„PALEKEDES
Opgericht- 1846.
Speelavond: lederen Maandag
In de Bovenzaal van Café f,Central", Sreeslraat.
Aanvan^: S uren.
Eedactic: L. BIEBMAS:. en E. J. v. d. KEOGT
Jj' JL
i II k
ft' i is J_
'I /'tl
i fm
atecdül gb
PROBLEEM No. 84.
E. E. Wes'bury.
Zwart. (13)
Wit. (8)
Wit: K. gS; D. h 5; T. b5 en f7; P. b4
en f5; L. a 8 en h2.
Zwart: K. eG: D. bG; T. e2 eng2; P. b3
en h3; L. eS en li 6; p. c6, o7, d 4,
g 7 en h 7.
Wit speelt en geeft in 2 zetten mat.
Oplossing OProbleem No. 82: L. c5, enz.
Goede oplossingen ontvangen van de hee-
ren: TI. J. Bouwman, L. R. de Hoog, B. S.
van Kloeten Sr., G. J. van Leeuwen, W. N.,
J. W. Segaar, J. C. Sjardijn, J. E. S'.o'.te,
J. W. Schüsi, I. Teling, L. M. Valkenburgh,
en W. J. Woestenburg, aden le Leiden; G.
Yooys Gznte Katwijk a- d. Rijn, K. Haas
noot te Katwijk-aan-Zee, J. - J. Vooys te
Halfweg, J. van Os, te Voorschoten, en F.
G. v. d. Tang, te Oude wetering.
Correspondentie: Mej. J, H. K.,
en J. C. de W., allen te L.: P. b4 foutief
wegens: P. e 3.
D. K. te L.: L. d4 f. w.: Lo op er ze t,uit
gezonderd op f5 en d 5.
A. V. te L.: P. e5 f. w.: KxP e5.
C. S. te L. en A. B. te K.: L. a 7, f. w.:
P. bG.
H. J. B. te 0.: P. e7 f. w P. e3-
Onder de goede oplossingen van Probleem
No. SI, moeten wij nog vermeiden, die van
den heer J. W. Schüsc, te Leiden.
Het Probleem van Zaterdag j.l. mor t zijn
No. 83.
Oplossingen worden ingewacht tot uiter
lijk Dinsdag 21 December a s 's namiddags
5 uren, aan het Bureel van dit Blad.
KUNST, LETTEREN, EHZ.
Maxim Gorki ernstig zi -k.
Dc Petrogradschc en Parijsche bladen msl-
den, dat Maxim Gorki ernstig ziek is. Zijn
gezondheidstoestand is zoo geschokt, dat-
men 't ergste vreest.
Na de revolutionnaire dagen van 1903 had
Gorki de wijk genomen naar Italië. Daar be
vond hij zich bij het uitbreken van den oor
log. Sinds het begin der vijandelijkheden
nam hij scherp stelling tegen het bruut ge
weld van. clcn Germaanschen aanval cn pu
bliceerde hij een vlammend manifest, dat
met veel enthusiasme door alle Slavische
volken werd ontvangen. Trouwens, velen
zijner naaste bloedverwanten strijden in dc
gelederen van den tsaar.
Evenals vele andere revolutionnairen,
had Maxim Gorki verlof gekregen naar zijn
land terug te keeren. In dit uur van gevaar
was hij er op gesteld, te midden zijner land-
genooten te leven.
Zoowel in intellectueele- als in arbeiders
kringen, heerscht groote angst voor het le
ven van den schrijver, want Maxim Gorki
was de meest populaire romanschrijver van
het hedeudaagsche Rusland geworden.
CORRESPONDENT!*' Eenige Inge
zonden St ikken moesten tot een volgend
Nummer biiyvcn liggen.