DE PATHE PLATEN BERN. VAN PELT jslraal 26, Den Daag. Brieven uit Katwijk. Vragen en Antwoorden. RECLAMES, JO cents per regel. 2354 60 Deze Weergever, speciaal ver- vmirdljrd om op naald sprcckrna- chines Pfllhéploten tc spelen, wordl gratis aangeboden 1>Ö aankoop ineens van 5 PaiijéplaieD nnnr keuze. oL Prachtig Kerstmis-Geschenk. iingen zonder naald maar met een enverslijtbaren saffier. Répertoire meer dan 25000 opaaiaon van de beroemd, ste Hollandsche en buitenlandsche artiesten cn musici. DE PATHÉFOONS strucile cn slerl([k afgewerkt, zijn In racer dan 30 verschillende modellen en prijzen onder het bcreLk van eea leder. Verkrijgbaar bij al onze Agenten ln Nederland. Platen-Catalogi en Prijscouranten gratis en franco. Vraagt Inlichtingen, zonder verplichting tot koopen bij frmimwg Bezoekt ooze naar de clschon dos ttyds logorichte. verkoopzalen. Indien geene agenten ter plaatse, gelieve men zich direct tot ons te wenden/ Eenheid van Leiding en Actie. in, zijn commentaar over de benoeming van generaal Joffre tot opperbevelhebber^ schrijft de Temps" o.m. Dc regeering dor republiek heeft haar besluit den Balkan niet los te laten, ken baar gemaakt door een daad, welke alle Franschen zullen toejuichen. Generaal Jof fre draagt thans de verantwoordelijkheid roor de militaire operatics op alle fronten, ffaar ons legeL ageert tegen den vijand. In zijn regcoringsverklaring van 3 Nov »vecs Briand met prijzenswaardige beslist heid op de noodzakelijkheid alle krachten van de natie samen te trekken ter verzeke ring van, de overwinning. Hij wenschto dat iedereon op zijn post zou zijn om, ge hoor gevende aan de opwekking vdn de regcering, zijn taak te vervullen. De taak nu van generaal Joffre is; te overwinnen. En om hem de vervulling van' die taak to vergemakkelijken en al de krachten van Frankrijk te richten op het eenige doel, dat het geheel© land voor oogen heeft, heeft do regeering de eenheid in de leiding wil len verzekeren. Tot dusver had generaal Joffre alleen de ,egers op zijn bevelen, die opereeren op het Fransche noord- en oostfront. Thans strekt ijn gezag zich ook uit tot het expeditie- leger in het oosten, dus aan de Dardanellen in in den Balkan. De adviezen, welke Joffre tot dusverre in den ministerraad gaï over de geheele actie van alle Fransche legera, worden door deze benoeming voort aan beslissingen. De Saloniki-exp editie heeft de noodzake lijkheid bewezen van volledige overeenstem- ning van inzicht en aan te wenden midde len van actie tusschen alle geallieerden. Tevens is bewezen, hoe dringend noodig het js, dat nauwer samenhang bestaat tusschen hetgeen wij verrichten op het front in Frankrijk en op het Balkanfront. *y anneer men ziet, dat dezelfde leider verantwoorde lijk is voor do operaties van onze troepen, overal waar deze tot den strijd tegen den vijand kunnen geroepen worden, dan zal de openbare meening de zekerheid krijgen, dat de traagheid en aarzeling, welke men in den Balkan heeft geconstateerd, niet meer zullen voorkomen. De strijd in den Balkan zal niet meer hun verontrusten, die daarvan benadeeliug vreesden van de actie op het eigen grond gebied men zal niet meer, op grond van het feit, dat de Duitschers nog steeds te Noyon staan dc terugroeping kunnen vra gen onder voorwendsel, dat generaal Joffre ze noodig heeft om den vijand uit Frankrijk te vedjagen. De krachtige solidariteit tusschen de ge allieerden heeft in den loop van deze zes tien maanden niet altijd de resultaten be reikt, welke men ervan in de praktijk had kunnen ven\^:hten. Feitelijk heeft het de diplomatieke en militaire actie der geal lieerden te vaak ontbroken aan samenhang. Deze inconveniënten, waaronder wij op het J oogenblik in den Balkan zwaar lijden, zul len dank zij dezen maatregel, vero.wijnen. Be Invloed van den Oorlog op de Jcngd» De regeneroerende kracht van den oorlog blijkt zich ook bij de jeugd in de oorlogvoe rende landen nog niet bijzonder sterk te openbaren. Anders zou tenminste een ver ordening* als die van den bevelhebber van het lie Duitsche legercorps ,,aan do jonge irenschen onder het corps" overbodig zijn. In deze verordening wordt vermaand, dat deze jonge menschen hun ij dele ver strooiing en ruwe vermaken, alsmede on gepaste lectuur en ongeoorloofde bezighei den dienen op te gewen. De bevelhebber verklaart zijn toevlucht te hebben moeten nemen tot sfcrengo straffen, en 6preekt de hoop urt, dat de goede elementen tezamen een tegenwicht zullen willen gaan vormen tegen de slechte. Ook de generaal superintendent der pro vincie Saksen heeft kortgeleden een voor schrift uitgevaardigd, dat bepaalt hoe de onder hem staande superintendenten en geestelijken zich jegens de bandeloosheid geworden jeugd heOoen te gedragen. Het stuk gaat uit van het verschijnsel, dat ge durende den oorlog de schoolplichtige jeugd en meer nog de jeugd die dc school heeft doorioopen, sterk verwilderd is. „De crimineel© statistiek omtrent de jonge menschen tusschen 12 en 18 jaar" aldus heet Let in het stuk, „wijst tvat betreft een groote stad in onze provincie sinds Kerst mis 1914 plotseling 'een toeneming der mis daden aan van ongev^pr 60 pet. en een toeneming der overtredingen van ongeveer 7l pet". Ook dit komt alweer niet op de credit zijde van den oorlog. De Socialistische Rijksdaggroep. Da socialistische groep in den Rijksdag heeft met groote meerderheid het voorstel stei tan Ledeboer, om van den rijkskanse lier uiteenzetting van voor Duitschland aan nemelijke vredesvoorwaarden te verlangen, er worpen. Het voorstel van Scheidemann tot voortzetting van de huidige socialistische oorlogspolitiek is aangenomen. Hc-t voorstel der minderheid om hun afzonderlijk stand- puut in een openbare zitting te mogen ver dedigen, is daardoor verworpen. De meening van de meerderheid der groep is, dat Duitschland nog altijd een verde digingsoorlog voert* Een'Aanslag op een Mailstoomer. r Te Ban Diego in CalifoTnië, is berioht ontvangen, dat het Amerikaansohe stoom schip „Minnesota", een schip van 20,718 ton, eigendom van de „Great Northern Com pany" te New-Yo-rk, ten gevolge van een ontploffing in de machinekamer, vrijwel hulpeloos 25 mijlen ten zuid-westen van de Ooronada-eilanden, Calif ornisahe kust, ten zuiden van Diego,- ligt. Het was ver leden week met een lading levensmiddelen naar Engeland vertrokken. In verband met dezo ontploffing, 'zijn vier man in hechtenis genomen. Een hunner 6ohijnt pochende ge zegd te hebben dat heb schip nooit zijn be stemming zou bereiken. Gebrek en Willefconr te Warschau. De „Rjetsj" verneemt uit Warschau: De Duitsche gouverneur-generaal van War schau heeft van het bevolknmgscomaté ge- eischt de storting in de staatskan van 750,000 mark, die geacht worden te zijn ge vorderd van do stad, en zulks als vergoe ding van de kosten van approviandeeiing van het Duitsche garnizoen sinds de bezet ting van de stad door de Duitschers. De gouverneurgen eraal verklaarde, dat de verplichting om het garnizoen van pro viand te voormen op de stad rustte en dat) gebrek aan levensmiddelen in Warschau den autoriteiten heeft belet, het garnizoen van proviand to voormen uit de inten dance. Het bevolkings-comiité bevindt zich door deze onwettige en willekeurige ader lating, in een moeilijken toestand. Zijn be- Btemmüiig is tot nu toe steeds anders ge- woest. Een Nieuw Duitech Oorlogsorediet. Naar van welingelichte zijde to Berlijn vernomen wordt, is bij den Rijksdag een tweede voorstel binnengekomen, "betreffen de een supplementair orediet van 10 mil liard mark op rekening van heb begroo- tinggjaar 1915. Een „Corps des Dootfe". „Politiken" meldt in een telegram uit Pa rijs, dat Servische vrouwen, wier mannen, zoons of broeder in den oorlog gesneuveld zijn, zich tot een corps des doods vereenigd hebben. Die vrouwen hebben gezworen, dat zij «den dood der hunnen zullen wreken. Het corps telt reeds 385 vrouwen. De aanvoer ster is mevrouw Marinowita, wier man, een luitenant, by Sjahats gesneuveld is. De vrou wen zijn uitgerust met geweren, revolvers en dolken. Haar uniform ljjkt op die van de infanterie. TJX Mijn getrouwe lezers zul'len zich herinne ren, dat ik in het tweede gedSeolte van mijn vorigen brief andermaal een lans brak voor een Tehuis, en trachtte aan te toonen, dat ©en diergelijke inrichting vooral in de wintermaanden dringend noodzakelijk moest worden geacht. Yian vele zijdien ontving ik ten deze blij ken van sympathiehet bleek mij, dat mijn schrijven over het algemeen zeer gunstig werd beoordeeld. Zelfs buiten de gemeente weTd mijn Brtef- blijkbaar met belangstel ling gelezenalthans van iemand elders werd mij naar aanleiding dezer aangele genheid de vraag voorgelegd of het niet mo gelijk zou. zijn om hier met succes een „Nutsdeparbement" te stichten, van welk Departement zouden kunnen uitgaan een spaarkas, voorsdhotkas, avondjes tot ont spanning en ontwikkeling van do jeugd en van de ouderen, cursussen in huishouden en koken, nuttige handwerken voot meisjes, etnz., enz. Ik heb den in dezen bedoelden schrijver een hoogstaand persoon, die nog al eens met Kafowijfoers in aanraking komt, ©n die zich mooiToalon heeft moeten bedroeven over die Kabwijksoho jeugd, over haar gebrek aan beschaving en levens kunst kunnen antwoorden, dat in den door hem bedoelden geest reeds voed werd gedaandat inrichtingen, als door hem be doeld, reedis jarenlang werkten e»n niet zonder succes. Doch dat het alles samen genomen niet voldoende ken worden ge acht om gedurende den langen winter, wanneer honderden en nog eens honderden jonge mannen volstrekt geen bezigheid heb ben, deze tweede schaar te behoeden voor ledigheid, dae in deze werkelijk do wortel van het kwaad kan worden genoemd. De ijverige af deeling van d'e Ned. Vereeniging tot afschaffing van alcoholische dmamken heeft in deze met haar huisvlijt voor dezen winter een zeer goed werk ondernomen, maar ook dit is niet genoeg. Daar moet zijn dn den rechten zin des woord, een pendant van bderhuid of herberg, welke beide in cle- zen tijd overvol zijn en waar het begrijpe lijkerwijze» dan niet altijd even kalm van langs gaat en waarvan het rumoer later bo vendien naar den openbaren weg wordt verplaatst. Doch bij al de sympathie, die ilk dezer da gen mocht ervaren, geloof ik evenwel, dat een Tehuis nog long op zich za«l laten wach ten. De personen, op wie in deze, het spreekt als vanzelf, do blikken het eerst zijn gericht, dat zijn de reeders, die een zoo bij uitstek gezegend jaar hebben medege maakt, worden in ons dorp in de laatste ja ren ook thans weder op allerlei wijze be stookt. Zou men geloof mogen slaan aan al hetgeen hier week in week uit wordt ge schreven, don moesten zij worden be schouwd als de meest barbaarsohe en onbe trouwbare wezens, die men zich slechte kan denken. Eén voorbeeld sledhtg. Door -de reederij van den in het begin van het haringseizoen door een Engelsoken oorlogsbodem overstoomden logger is dezer dagen aan de nagelaten betrekkingen van de voor het grootste deel omgekomen be manning een bedrag uitgekeerd van bijna f 4000. Voor deze som was de equipage door den reeder verzekerd, gelijk, ben ik wèl ingelicht, sedert geruimen tijd bijna alle reederijen te dezer plaatse haar volk heb ben verzekerd. En wat is nu het gevoflg Van deze uitkeering Allerlei insinuaties worden dezen reeder, die bovendien be kend staat als zeer goed voor zijn vissoherB te zijn, naar het hoofd geslingerd en niet alleen hem, maar met hem dier geheele Ka/t- wijksche reederij. Gelooft men dan niet, dat op dezo wijzè de reeders als werkgevers worden verbit terd, deJb tij zich ten gevolge hiervan hoe langer hoe meer slechts zullen gaan bepa len tot, hetgeen tij verplicht zijn en tot niets méér Ik denk hierbij eveneens aan het vis- scihersfioads. Wat is daarover al niet ge schreven, zelfs over de verplichte storting ten deae. Ben. dier voorwaarde, waarop wordt gemousterdj toch, is deze, dat de equipage verplicht is tot het storten van 1 pOt. van het verdiende loon in dit fonds. Het fonds zelf is tal van jaren geleden op gericht door de reeders, in den tijd, -boen de Katwijksche vloot alleen uit bommen bestond. De visecherij duurde toen slechts enkele maanden en werd, zooals ik reecte reide, alleen door bommen uitgeoefend. Ieder weet, dat een dergelijk vaartuig, nu niet was ee nsnelaedlend vaartuig, het was niet zeevaardig, doch zeewaardig daar entegen bij uitstek. Welnu, de reederijen brachten het grondkapitaal van het fonds bijeen en de bemanning behoefde er niet aan bij te dragen, althans zoo luiden de mij verstrekte in'lichtingen. Toen de bom moest plaats maken voor den logger, 't go- bied der visscherij tich uitbreidde en reeds kort na Pinksteren hoog in heb Noorden de haring werd opgezocht, toen dus de risioo grooter werd, kwam die straks door mij genoemde voorwaarde, n.l. de verplichte storting van 1 pöt., in den monsterrol. En nu vraag ikIs dat nu zoo onbillijk gaat 't met 't Rijkspensioenfonds, waarin tal van ambtenaren, en niet alleen cfie van het Rijk, deelgereohtigd zijn, anders? Ieder, dEe in den tegenwoordfigen tijd een betrek king aanvaardt, waaraan het recht van pensioen verbonden is, wordt verplicht deel te nemen in dat fonds en daarvoor te storten. Nu het fonds bij uitbreiding dför vloot oak grooter in omvang is geworden, zou het echter wel wenschelijk zijn, dat in die Com missi© van beheer, of wil men liever in het bestuur, ook krachtens die statuten een of meer viischers zitting hadden Dot de ree ders zelf in dien tin willen, blijkt wel uit het feit, dlat sedert eenige jaren, als zeg gen de statuten hiervan niets reeds een vertegenwoordiger van den visscherastond door de reederij in het Bestuur is opgeno men. "Volgens door mij bekomen inlichtin gen.. moet het tevens in d© bedoeling lig gen bij herziening der statuten, waartoe weldra zal moeten worden overgegaan, de ze aangelegenheid nader te regelen en wat thans reeds plaats heeft, sta/tituoir reglementair vast te leggen. Het eemge, dat zoo oogenschijnlijk anders moest zijn, is de wijze, waarop de stortingen en de rekening jaarlijks worden verantwoord. Daar staat „gestort door de reeders", wat naar werkelijkheid zou inbeten zijn „door t u6aohen komi t der reederijen"* Maar ik vraag, is dat nu zoo iete ergs, om daarvoor een stormloop tegen de reeders te ondernemen en dat te doen op een wijze als thans geschiedt? Mon meeno niet, dat ik den Yisscber hee- lemaa! als niet bestaande zou willen voor stellen dat tij verre (ik zou kunnen zeg gen, dat is op straat wel waar te nemen), maar vergeten moet niet worden, dat ree ders en visschers elkaar van beide tijde rdet kunnen missen dat de vissohers zonder de reederijen niet kunnen bestaan, en even min, dab de reeders, vooral in dit jaar, zich het goud in den echoot kunnen zie a stroo men, zonder den vnsschers. Werkgever zoo wel als werknemer kunnen elkaar ook hierl niet derven, al heeft dan ook laatstge noemde even goed zijn rechten als d)o eerste, maar dan ook van beide tijden de,' plichten niet vergeten Doch om tot mijn punt terug te komen, door het ogeeren tegen die reederijen, en dat op een wijze als thans plaate hoeft en nog wel hoofdzakelijk door personen, die geheel buiten de visscherij staan, be>Teikü men niet, dat dae aangevochten reeders zoo gereed)©! ijk hun beurs zullen openstellen voor een inrichting als een Tehuis, boven al voor de visschers zoo dringend nood zakelijk. Ik wenschte wel, dat ik den Steen der Wijzen kon vinden, om aan dezen toestand een einde te maken, niet twijfelende of uit ware dankbaarheid zoolden de reeders de handen in eenslaan en vóór het jaar 1916 ten einde was, kon een naar de eiscöen des tijde ingericht gebouw worden geopend. Allen, dfie het wèl met Kahwijk-aotHZe© en haar bevolking meenetn, roep ik ten deafc tot medewerking op. .Vraag: Hoe kan men een afgebroken stop uit een flesch, gevuld met eau de col logne, verwijderen? Antwoord: Verwarm de ba's van flesch boven een spiritusvlam, tracht de stop met een passer bijvoorbeeld, te pakken te krijgen. Vraag: Als een bediende slechts 10 dagen in een nieuwe betrekking ia en we gens besmettelijke keelziekte naar een zie kenhuis gebracht moet worden, is de pa troon dan verplicht de onkosten te dragen, voor hoe lang, en gaat het salaris door? Antwoord: Dat hangt geheel en aï van de welwillendheid van den patroon af, wam neer daaromtrent niets afgesproken ia. Vraag: Ik wilde met Kerstmis een faè milielid in België bezoeken. Kan ik hiervoor, een pas bekomen om de grenzen te over schrijden? Zoo ja, waar kan ik dien krijgen? Antwoord: U moet een pas balen 03 het Stadhuis, uw portret er op plakken, naar! den Belgischen consul gaan enz. Wanneer, u er alleen heen gaat om familie te bezoe ken, zouden wij u raden er stilletjes v&P daan te blijven. Het is nog geen tijd voe$ pleizierreisjes. Men schrijft ons over de vraag omtrent zweetvoeten: Niet, zooals men geneigd zon tijn de voeten veel wasschen, maar iederen avond de nitgetrokken kousen in het raamkorijb leggen of hangen te- luchten en voor 't near! bed gaan de voeten goed inwrijven met kam1- ferspiritus. Na deze behandeling geruimen tijd te hebben voortgezet, zal men mlet het reöultapjt tevreden zjjn. Van andere zrjde schrijft men ons: Tegen „zweetvoeten", geeft de firmbl Apotheek Van Schaik, Groote Markt, Grow ningen, een middel uit, „Transpiring dat mij bft veelvuldige ondervinding gebleken is, uit stekend te helpen en radicale genezing te verschaffen. De prigs is, geloof ik, slechts f 1.25. Zonder eenige schadelijke uitwerking, wat ^rouwens ook nog nooit wetenschappen lyk is aangetoond kunnen worden van elke andere methode. hem kwam om de courant tc brengen, zei h:j„Ik ben juist bezig aan Arthur te schrij ven om hem te melden dat ik mij niet in staat gevoel, aanstaanden Zondag te Londen te kon»on wilt gij ook een briefje insluiten?" „Neen, dank u." „He'\ gij niets te zeggen „Ook niet." Hij hield stil en zag haar strak aan. „Het zou mij genoegen doen, als gij wildet schrij den", zei hij. „Arthur heeft met smartelijk verlangen naar een brief van gelukwem- Tching van u uitgezien." „Hij moedigt mij niet sterk aan door zijn voorbeeld", sprak tij, naar de deur gaande. „Ik wenschte ook, dat hij eens schreef Nadat ik zoolang bij hen geweest ben, is het mij ver van aangenaam, volstrekt niets van hen te hooren doch in het eerst was zijn tijd zoo bezet dat hij waarlijk geen gele genheid tob s?hrijven had. Ik geloof, dat hij verwacht had, dat gij hem eerst zoudt geschreven hebben." „Ik weet niet wat ik schrijven zal. Al de anderen bobben reeds alles gezegd, wat bij dergelijke gelegenheden gebruikelijk is." „Gij zoudt zoo niet spreken, gij, die zooveel van Arthur placht te houden als gij u maar een flauw denkbeeld kondt maken van vrat hij geleden heeft." Theodora was diep getroffen, doch wil de het niet toonen. „Hij hoeft mij nu niet noodig", zei tij, en verliet het vertrek; cn toen eerst opende zij haar samengeperste lippen, en liet een zworen zucht hooren. John zuHii'.o even diep; het smartte hem, dat zij elkander 7,00 weinig verston den nu eerst gevoelde hij, dat zijn veria- tonheid ©cn gevolg was ven eigen schuld, dat li»j slechte voor rijn eigen liefde en ■mart geleefd had, zonder er ooit aan te denken, zijn hart voor zijrn zuster te ope nen, oef haar vertrouw en uit te lokkon. Door zijn deel neming in do huiselijke zongen- zijns broeders had hij voor het ©eist weder belang loeren steller» 111 het Jot .an anderen, en eenmaal opgewekt uit do ver- do'ving, waarin het verlies zijner geliefde hem gestort had begon hij in te tien, dat hij menige gelegenheid, ora andere nuttig te zijn, of een goeden invloed op hen uit te oefenen, verzuimd had De stilte van zijn eigen kamer was hem thdns niet aang^- ru um; de vrees en dc hoop, waarin hij nog 7no kort te voren gedeeld had, stonden hem te levendig voor don geest, cn met onge duld cn verlangen wachtte hij het antwoord op zijn brief. Dio brief verscheen dan ook ten laatste, doch niet van Arthurs hand, maar in het keurig nette fijne echritt van Violette mcQ kon er aan zien. dat Mathilda s wijze héson haar voor den geest- hadden ge zweefd de brief was ter- minste zoo stijf, zoo gedwongen en deftig, dat hot ln*ar do grootste moeite moest gekost hebben dien zoo te schrijven. Het deed John zeer veel leed ot uit te vernemen, dat haar herstel nog weinig gevorderd was. Zij was nog slechts eenmaal van haar kamer geweest ondanks do tecdere verpleging van Lady Elisabeth en Emma Brandon, was noch tij, noch het kind genoegzaam in beterschap gevorderd om weldra uit te mogen gaan. Violette's brief eindigde met vele veront schuldigingen over de boodschap, die zij hem had opgedragen, want dat tij er niet in de verte aan gedacht had, dat Mr. Mar tin dale zulk een omweg zou maken om die zelf over te brengen Zooals John heimelijk hoopte, had zijn bericht van don zwakken toestand van Vio lette, die niemand dan Arthur tot haar op passing had, deze hartelijke vriendinnen zooweel medelijden ingeboezemd, dat tij haar vertrek naar Lenden zooveel mogelijk bespoedigd haddenzij woonden zeer dicht in haar buurt, en brachten bijna den gehee- len dag bij haar door. Emma maakte een afgod vaai het kleine kind, en was verrukt over Arthur's vriendelijk verzoek, of zij mede doopgetuige willdle tijm", en Violette was zoo gelukkig in lioar gezelschap, als haar ongedurigheid van geest haar maar ©enigszins tooliet. Veertien dagen daarna meldde John hun, dat hij eigenlijk te vroeg in het jaar getijde naar huia gekomen was, en er niets beter op wist dan tich naar Wight te be; geven, om het koude weder te ontïoopen. Op zijn doorreis dccc Londen wilde hij Cardogan-Placo een bezoek brengen en word bepaald, dat hij Woensdag zou ko men om den doop van het kind bij te wonen en den volgenden dag zijn reis voort te zetten. Hij kwam juist aan, toen Violette de trap afkwam, om de doopgetuigen van haar zoon to gaan ontvangen. Niemand had er ooit zoo lief -uitgezien, als zij, toen haar echt genoot haar in de kamer leidde. In de kerk werd Violette's ge^jchtje met een vurig blos overgoten, toen het kind uit al rijn macht begon tc schreeuwen. De moe der zag den vader aan, en las zooveel gramstorigheid op zijn galaat, dat zij zich dood-ongciukkig gevoelde. Haar zenuwen waren geheel in de war, en Lady Elizabeth werd zeer verontrust over bsar hartstochtelijk schreien. Zij was even wel nu in goede handenLady Elizabeth vergezelde haar naar huis, liet niemand toe om bij haar te komen, verzorgde haar met de haar eigen teederheid, en bracht haar weldra weder tot bedaren. Een poosje daarna kwam Arthur naar haar tien; dit steldo haar gerust. Daarop liet men haar alleen. Zij ging gezangen le zen, en trachtte zich in 'een stemming te brengen, als op dezen doopdag paste. Gélukkig voor haar was het doopmaal uit gesteld tob de familie in de stad gekomen zou zijn, zoodat tij geen gasten had dan John. Toen de beide broeders na den maaltijd hi het salon kwamen, vonden tij haar op de sofa rusten. „Doodelijk vermoeid 1" zei Arthur. „Gij hadt naar bed moeten gaan." „Na de thee zal ik wel weer bijkomen," sprak zij. „Lig wat stil," hernam Arthur, haar kussens terecht leggende. „Meent gij, dat niemand dan gij thee kan zetten?" „Ik hoop, Violette," zei John, „dat gij niet gedacht hebt, dat de roode republi keinen uw laden en doosjes overhoop heb ben gehaald 1 Ik vrees, dat Arthur den af wezigen de schuld h. oft gegeven van het geen hij zelf heeft uitgericht en ik kan U verzekeren, dat ik. al mijn best gedaan hebt om uw eigendom te beschermen." „Neen, waarlijk, hij heeft 11 volkomen recht gedaan," zei Violette. „Wat. de lade- aangaat," zei Arthur, „het spijb mij nog, dat ik die maar niet meteen op het vuur gegooid heb! Dat opschrijven is een monomanie. Zij is weer veel achter uit gegaan sedert den dag, dat zij het huis houdboek weder in handen heeft gekregen, ou het zotste is, dat zij al die rekeningen Zélvo betaalt." „O, na is alles in orde", sprak zij. „Het gaat nu alles veol beter. De baker heeft mij een aardig -dienstmeisje bezorgd, dat niet hailf zooveel gebruikt in veertien cöageo, als die akelige keukenmeid in een weel^; waarlijk mijn huishoudboek geeft mij rta veel voldoening." „En toch geeft hij het de schuld, da/t gij weer achteruit rijt gegaan." „Al wat tij doet, benadeelt haar krach ten", gaf Arthur ten antwoord. „ArthurArthurWat doet gij toch aam de thee?" riep Violette, varn de soóa op rijzende. En schertsend dreef tij hem weg. „Dat is wiaar ook", sprak Arthur, „gij gebruikt geen suiker; nu gij rijt een rare snaakwie heeft ooit gehoord, dat een eigenaar van plantages in de West geen suiker gebruikt cm geen sigaren rookt?" „Als het zoo voortgaat m»et die plantages, zal er, vrees ik, weldra niets meer te ge bruiken zijn. Papa heeft oenigen tijd gele den zulke slechte tijdingen aangaande de bezitting op Barbados ontvangen, dat hij er ernstig over denkt, er zelf been te gaan, ten eando de zaken to regelen." „Dat zou geen kwaad plannetje voor u zijn, om er den volgenden winter door te» brengen," merkte Arthur aan. „Kom aam, Violette, nu naar uw sofa! Gij hebt nu uw vrouwelijken drank op vi*ouwenmanaer go- brouwen laat het nu aan uw heer on meester over om in te schenken." „Neen, waarlijk niet! Ik sba mijn post niet af". „Goed zoo, Violette", sprak John, „laat mij niet aan zijn genade over. Verleden' heeft hij, in plaats van thee, niets dan ko kend water geschonken, en sedert dien tijd heb ik mij de zaak aangetrokken ton onó bei der welzijn. Zeg mij toch eens, wat is etr wel van hem geworden, toen ik vertrokken was?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 6