Vrijdag 3 December
gemeenteraad van Leiden.
Twe&cie Kanier.
Binnenland.
Gemengd Nieuws.
Rechtzaken.
H«. 17103
Tweede Blad. A°. 1915.
(Vervolg van gisteren.)
4o. Verordening, betreffende het Personeel ver
bonden aan het Openbaar Slachthuis.
(199 en 215)
De heer BOTERMANS motiveert bij art.
8 een amendement om het aanvangssalaris
van den tweeden machinist te verhoeden
met f100. f600 is te laag en bovendien,
h het veFSchü met den eersten machinist te
groot.
De heer KORFF vraagt of de tweede
machinist een werkelijke machinist is, of
6.v. een machinedrijvér.
De heer PSRA gelooft ook, dat de tweede
machinist te weinig verdient en beveelt het
amendement aan.
Do heer VAN DER" LIP zegt, dat B.
ön W. en de commissie voor het slachthuis
'de' salarissen nog eens hebben nagegaan en
ze zijn tot do conclusie gekomen, dat er
v ?or verhooging geen aanleiding is. De
êtrste machinist is de bedrijfsleider. Hg
Sraiagb de verantwoordelijkheid en moet als
adviseur optreden. Spr. treedt voor het sa
laris van den tweeden machinist in verge
lijking met andere plaatsen. Er is geen
voldoende motief voor verhooging.
De heer BOTERMANS zegt, dat de tweede
Aotirast den eersten machinist moet ver
hangen.
De heer PERA is door de bestrijding
Va den heer Van der Lip tot de overtoi
ls gekomen, dat verhooging zeer nooclig
De tweede machinist werkt geheel zon-
eer toezicht; hem wordt dus menigmaal de
leiding toevertrouwd.
Spr. blijft er bij, dat het salaris te laag is.
De heer SIJTSMA is by het maken van het
amendement teruggegaan tot 1911. Toen is
gezegd, dat eerste en tweede machinist bijna,
gelijk stonden. De loons ver houding is toen
óok verbeterd en dat willen do voorstellers
niet verloren doen gaan.
De h«er VAN DER LIP bestrijdt nog
maals het voorstel-Botermans c. s. De aard
van de betrekking blijkt uit de instructie,
welke spr. voorleest. De tweede machinist
is hulp-machinisfc. De heer Van der Lip
wijst thans op de loonsverschillen tusschen
'gersten en tweeden machinist in andere
plaatsen.
IX- heer HOOGENBOOM vraagt of de ma
chinisten by toerbeurt den dienst in de ma
chinekamer doen. In dab geval dan is er
geen voldoende motief voor het grooto
Verschil.
De beer BOTERMANS zegt, dat bij ont
stentenis van den eersten machinist, de twee
de machinist hem vervangt.
De heer VAN DER LIr antwoordt, dat
de tweede machinist den eersten machinist
wel vervangt.
Hot amendement-Botermans wordt aange
nomen met 16 tegen 9 stemmen.
Bij artikel 4 verdedigt de heer BOTER
MANS een amendement om het loon voor
stokers en stalknechts te verkoogen met
f 0.50 per week en voor andere werklie
den met f 1.f 10.50 per week is na
aftrek van het pensioen geen loon.
De hoer PERA vraagt in welke verhou
ding deze loonen tot die in andere be
drijven komen voor dezelfde werkzaamheden.
De heer VAN DER LIP zegt, dat het
hier minima betreft. Do commissie mag toch
boven de minima van het voorstel van B.
en W. gaan. Hij komt er tegen op, dat er
geen verschil wordt gemaakt tusschen stal
knechts en stokers. Er komt een wanver
houding tot de loonen voor dezelfde func
ties bij andere bedrijven.
De heer FOKKER vindt, dat 't niet erg
is de minima te verhoogen, als er, zooals
'de heer Van der Lip zegt, toch meer wordt
gegeven. De raad Iran te kennen geven, dat
ze niet minder wenschen dan de in het
amendement genoemde minima. De commis
sie mag er toch immer3 boven gaan.
De VOORZITTER zegt, dat iemand toch
bieb verplicht is getrouwd te zyn. Dan zrjn
'de minima toch genoeg. Men kan niet in
eens die loonen maar gaan veranderen.
Het amendement-Botermans wordt ver
worpen met 17 tegen 8 stemmen.
De geheele verordening wordt aangeno
men.
Achtereenvolgens worden aangenomen:
-5. Verordening, betreffonde den Werkkring
van do Oommissie van Beheer over hot
Openbaar Slachthuis. (199 en 215)
■■6. "Verordening, houdende Instructie voor den
Directeur van het Openbaar Slachthuis.
(199 en 215)
7o. Verordening, houdende Instruotïo voor den
Kouruigsveeart-J tevens adjunotrdirectenr
van het Openbaar Slaohthuis. (199 en 215)
Jo. Verordening, houdende wijziging van de ver
ordening van 12 Juli 1906 (Qem. Blad No. 28).
regelrnda de invordering van belastingen
voor hot gebruik van het Openbaar Slacht
hui te Leiden (199 en 216)
9o. Voorstel tot wijzigintr van het Raadsbesluit
van 31 October 1912, tot toekenning van een
peraoncele toelage aan den Directeur van
heb Openbaar Slachthuis, Dr. W. Stuurman.
(199)
RONDVRAAG.
Dé heer VERGOUWEN vraagt of 't niet
mogelijk is de werken voor de gemeente
door Loidscbo werklieden te doen uitvoeren.
Spr. vraagt dit vooral met het oog op steen-
bouwwerk, dat men van hier veel in Hil
versum laat maken.
De VOORZITTER zegt, dat bepalingen ten
dezen opzichte zijn gemaakt.
Dej heer SIJTSMA maakt een opmerking
over de schooluren van de school 2de klasse
voor meisjes. Die zjjn veel tot halizes in
de Pelikaanstraat.
De heer FISCHER zegt, dat na Kerst
mis een betere regeling te wachten is. Een
paar klassen zullendan nog maar in de
Pelikaanstraat blijven.
Do raad gaat hierop in geheime zitting
ter behandeling van punt
lOo. Bezwaarschriften tegen aanslagen in do
plaatselijk» directe belasting, dienst 1914
en 1915. (210, 211 en 219)
Zitting van gisteren.
Staatsbcgrooting 1916.
De heer VAN DER VOORT VAN ZIJP
bespreekt die houding der antd-rev. tegen
over het kabinet en brengb huldle aan de
Regeering voor hetgeen zij deed en doet
voor do bewaring deT neutraliteit en aan.
H. M. de Koningin, Die blijkt met Haar
volk mede te loven en groote belangstel
ling toont voor leger en vloot. Met voldoe
ning gewaagt spr. van de verklaring der
Regeering, dat zij gaarne bereid is pogin
gen to doen tot hei-stel van den vrede. Al
keurt epr.'s partij niet allo maatregelen van
den Minister van Landbouw, enz. goed,
met verontwaardiging nam spr. kennis van
de bejegening van den Minister in het or
gaan der S. D. A. P. De hier gehouden re
devoeringen kenmerken zaoh door een sobe
re gematigdheid. De rechterzijde is niet
door de linkerzijde, dien heer Schaper zon
dert spr. uit, uitgedaagd. Misschien houdt
dit verband meb het feit, dat de oorlog zich
nog voortdurend uitbreidt en de druk nog
rtoed-3 wordt ondervonden. Misschien ook
is men links bevredigd. Spr. ontkent, dot
het bestand voor do rechterzijdie zoo voor
deel^ zou zijn geweest, ails hier door de
hoeren Schaper en Tydocnan is beweerd.
Niet aan het belang der partij, doch a^an
het belang van het land is gedacht. Het
bestand is opgeheven ten bate deT linker
zijde. Do hoofdpunten van liet concentra
tie-program komen aan de orde. Het zal
spr. genoegen doen, indien het onderwijs-
vergelijk tot stand komt. Doch de heer
Sohaper meene niet, dlat do anti-revoiution-
nadren voor artikel 192 alios prijsgeven.
Het kabinet he»eft) zich aangediend als
oen extra-parlementair kabinet. Daarom
heofib de minderheid hot meer vertrouwen
geschonken. Daarom betreurt spr., dat do
Regeering niet heeft volstaan het schip
van Staat tusschen de vele klippon door te
sturen, dat zij zich tot taak heeft gesteld
het con oen tratie p rogram te verwezenlijken.
De Regeering heeft hot boshand verbroken.
Een uitnoodnging, om eon groote taak te
vervullen, wordt door do anti-revolution-
nairen met nuchterheid ontvangen. Deze
zullen de Rogoering nu beschouwen als een
Irnksohe regeering en haar wetten als zoo
danig beoordeelcn. Een lid der soo.-dem.
parfcij heeft geleerd van de dadon van hot
Belgische leger en do actie dor onderzee-
booten. Niet echter de heer Schaper, die
partij kiert! tegen hoogere oorlogslasten
en don an/ti-revo-lutdonnaaron verwijt, dat
ze daarvoor steeds to vinden en mititiarris-
tiscli zijn. Spr. citeert in verband hiermede
uitspraken van buitenlandlsche socialisten
in nationalistisehen zin, o.a. Südekom en
Kauteky. Den heer Schaper raadt spr.
voorzichtigheid aan. Wat is het officieele
Christendom, waarvan hij spreekt? Do zon
de van het menschelijk hart is de diepste
oorzaak van den oorlog.
De heer BOS merkt naar aanleiding van
de rede van den heer Schaper op, dat oen
booordeeling van do oorzaak van den oorlog
thans praematuur is te achten. Een discus
sie daarover acht hij van weinig nut. Ook
hij ziet het bekamg van een. op en-deur-po
litiek in voor het behoud van den vrede.
Dat do oorlogen van den lateren tijd
meert economische oorzaken hebben, erkent
spr., doch daarmede is nog ndet gezegd,
dat het ka-pitaldsme de oorzaak is. Wordt
nu do kans op oorlog verminderd, indien
de Staten fabriceerden, do natiën zullen
toch op dezelfde wijze markten zoeken en
met elkander in strijd komen. Nu zegt de
socialist, dat de neutraliteit zal verande
ren, dooh in dit opzicht is spr. in het laat
ste jaar uiterst sceptisch geworden. De
heer Sohaper heeft gewezen op vele sooia-
lfcstisabe maatregelen in dezen tijd. De
heer Liefrink heeft hem toen geïnterrum
peerd op oen wijze, die den nestor eer aan
deed. „Het gaat er dan ook naar", riep
hij. Om de Regeering te beoordeelen, ont
broken nog de sregevens en ook de gege
vens ter vergelijking met een bestuur on
der dergelijke omstandigheden. Spr. is de
Regeering erkentelijk voor hetgeen zij
deed in de eerste plaats tot het bewaren
der neutraliteit. In het beleid van den Mi
nister van Buiten-landsdhe Zaken beeft spr.
het. volste vertrouwen gekregen. Den heer
Sohaper wijst spr. er voorts op, dat onze
buitenlandsche diplomatieke ambtenaren
niet in hun plicht zijn te kort geeohoten.
Naar sprekers oordeel bad de Regeering
minder geheimnannlgbeid kinnen betrachten
In bet begin van de crisis moert mon een
grooto mate van vrijheid laten aan do Re
geering, dooh daarna zijn tal van beschik
kingen genomen, waarin bet Parlement
niet is gekend, o.a. rteemkolenvoorziening
en wolvordering. Bij bet melkdebat zei de
Minister van LandbouwIk draag 1/3 van
de koeten1.
De MIN. VAN LANDBOUWIk stelde
voorop, behoudens goedkeuring der beide
Kamers van do Staten-Generaai.
De beer BOSDan laat ik dit punt
vallen. Spr. houdt echter vol, dat de Re
geering niet genoeg het parlement heeft
erkend als een bron van nationale kracht.
Onaangenaam had het spr. getroffen, dat,
toen hij in een vertrouwelijk schrijven was
uitgenooddgd om in een commissie zitting
te nemen, zijn antwoord, dat toch ook als
vertrouwelijk had moeten worden be
schouwd, door den Minister van Landbouw
is gepubliceerd.
Onjuist noemt spr. de bewering van den
beer Schaper, dat hij zou zijn tegen ingrij
pen van overheidswege in het maatschap
pelijk leven. Hoewel spr. het op ander
gebied met minister Treub oneens is, heeft
hij allen, eerbied voor diens doortastend
heid, die veel goeds heeft gedaan. Spr.
denkt dan aan diens weigering van een
moratorium. Men klaagde over de wo-
ningkwestóe, doch men ziet eens hoe in
Duitschland de bouwnijverheid lijdt onder
de daar genomen maatregelen, terwijl hier
te lande die nijverheid zich reeds eenigs-
zins gaat herstellen. Wat de broodvoor
ziening betreft en wat de Minister in zake
de molk wil doen heeft spr.'s sympathie,
ook al wordt door sommigen van deze be
deeling misbruik gemaakt. In verschillen
de opzichten is spr. voor duurtetoeelagen
en loonsverhoogmgen, meer dan voor een
indirecte bedeeling.
Spr. hoopt, dat de Regeering in de mi
litaire kwestie m het comité-generaal niet
een al te groote terughouding zal toonen.
Wat de Grondwetsherziening betreft, spr.
hoopt, dat zij in deze wetgevende periode
moge tot stand komen. Minister Treub
brengt spr. huilde voor zijn reusaebtrgen
arbeid. Z.i. zal er echter een liquidatie
moeten plaats hebben van de crisisuitgaven
en d'e andere.
Spr. denkt aan den kameel, die met voor
uit wil, wanneer niet wat van den last
is afgenomen. Daarbij denkt spr. nog al
tijd aan de beffing ineens.
Ten slotte bespreekt spreker den toe
stand van ons land na den oorlog. Die
zal niet gunstig zijn. Men zal geen sym
pathie voor ons land hebben. Voor een
gedeelte uit jaloezie. We zullen geheel
op onze eigen krachten zijn aangewezen.
Ons volk dient goed te zijn uitgerust en
zoo weing mogelijk last te hebben van den
nasleep van vroegere kwesties. Het Parle
ment zal zijn gebaseerd op de breedste
basis en bet onderwijsvraagstuk zijn opge
lost. Spreker hoopt, dat er bij ons volk
de veerkracht zal bestaan om groote za
ken aan te vatten en denkt dan aan de
drooglegging der Zuiderzee. Op bet ge
bied van onze koloniale politiek moeten
we de koloniën maken tot één groote vol
keren-gemeenschap. Spreker hoopt voorts,
dat we het vliegen afvangen uit partij
oogpunt zullen nalaten. Gaat het dien
weg uit, dan komen we wellicht door de
crisis nog sterker te staan.
De heer KOOLEN ziet in de politiek van
den Minister van Finaeiën een streven
om de Kamer tegelijkertijd met voorziening
in de noodzakelijke uitgaven te doen aan
vaarden zijn stelsel. De Kamer zal echter
daarop niet ingaan. Waarom is niet te
gemoet gekomen door een herziening van
het tarief?
De heer KETELAAR, bepleit positiever
betering van ambtenaren en werklieden.
In de vele adressen ziet spreker volstrekt
geen adressomanie. Toen de oorlog uit
brak, zal menigeen geredeneerd hebbea:
Hoe gelukkig, dat we een vaste positie
hebben, waar zoovelen worden ontslagen
of minder loon krijgen. Een ieder verwacht
te een korten oorlog. Doch thans duurt
de toestand al 16 maanden zoo, on a!1 es
is duur. Daarom keurt spr. af, dat de
Regeering slechts de helft dor verhoogin
gen wil toekennen. Voorts bepleit spre
ker duurtetooslage® voor de andere amb
tenaren en werklieden. De motie Re's-
dlmgen kan spreker wel steunen, doch hij
zal eerrt bet antwoord dor Regeering af
wachten. Het geld moet als voor alle bui
tengewone uitgaven wel te vinden zijn.
Daarna bepleit spreker positie-verbetering
voor de onderwijzers.
De heer VAN DEN TEMPEL bespreekt
de wettelijke regeling der werkloosheid
Eerst sedert, de crisis is deze rcsrelt ig
Regeeringszaak. Den Minister va-n Finan
ciën brengt spreker namens zeer vele
werklieden dank. Hoewel de Minister de
ze verzekering een goed hart toedraagt,
is spreker geenszins gerurt. Spreker
meent, dat het de bedoeling dor Regeering
is, de nood regeling nog ge ruimen tijd in
stand te houden. Spreker zou de Regee
ring willen verzoeken deze noodregeling
niet in haar kern aan te tasten zoo lang
do crisis nog ernstig wordt gevoeld. De
cijfers zijn niet van dien aard om haar op
te heffen. Indien gee. definitieve maatre
gelen kunnen worden ge-nomen, is do Mi
nister dan bereid, maatregelen te nemen,
dat de gemeenten haar medewerking ndet
zullen onttrekken?
Spreker dringt er op aan, de wettelijke
regeling der werkloosheid spoedig ter hand
te nemen.
De heer BICHON VAN IJSSELMONDE
bespreekt ten slotte nog de oorspronke
lijke kleuren der Nederlandsche vlag. vol
gens het werk van De Bosch Kemper
oranj e-wit-blauw.
Nogmaals betoogt spreker, dat de Re-
geerings-oommuniqué's dienden te worden
opgenomen in de Staatscourant".
Voorts betoogt spreker, dat de over
heid als werkgeefster den plicht heeft be
hoorlijk te bezoldigen. Op het afschaffen
van noodelooze betrekkingen dringt spre
ker aan.
In het belang van goede politieke zeden
keurt spreker af, dat de secretaris-gene
raal van Landbouw, mr. Versteeg, com
missaris is van tal van maatschappijen.
De MINISTER VAN WATERSTAAT,
de heer LELYIk ben geheel en al de
verantwoordelijke man en ik draag die
verantwoording gaarne.
De VOORZITTER meent, dat de spre
ker hier to ver ging.
De VOORZITTER deelt mede, dat bij
hem is ingekomen een stuk, waarin een
comité-generaal verlangd wordt voor de
gedeeltelijke mobilisatie of een verruiming
der verloven. Hot stuk is onderteekend
door den heer De Meester en 9 andere
loden.
Indien de vergadering niet thans was
geëindigd, zouden de deuren onmiddellijk
gesloten moeten worden.
Spr. stelt nu voor Vrijdag om elf uren
in comité-generaal te vergaderen.
Aldus wordt besloten.
W cerbaarheidsloten.
Hot bestuur van de „Vereenigingj van
Houders van Weerbaarheidslo-ten" brengt
ter kennis van Lotenhouders, dat de ko
ninklijke bewilliging op de statuten dezer
vereeniging is verteend, zoodat de werk
zaamheden der vereeniging thans een aan
vang kunnen nemen.
Sedert do bekende gebeurtenissen, wel
ke aanleiding gaven tot de oprichting dezer
vereoniging, plaats vonden, is aan het be
stuur meer dan ooit de noodzakelijkheid
gebleken, voor de belangen der lotenhou
ders te blijven opkomen en bet door een
krachtige en vruchtdragende actie daar
heen te leiden, dat er zekerheid worde
gegeven voor een goed beheer en regel
matige nakoming van de verplichtingen,
welke ten opzichte cler lotenhouders be
staan.
Het bestuur doet thans een beroep op de
medewerking van allen bij den Geld- en
Fondsenhandel in Nederland betrokken
firma's en personen, om de houders der by
hen in administratie zijnde loten ,,'s Bands
Weerbaarheid" op te ekken tot spoedige
inlevering der loten bij den secretaris der
bovengenoemde V ereeniging.
Voor elk ingeleverd lot wordt een door
twee bestuursleden geteekend certificaat
afgegeven, dat de serie en het nummer van
het ingeleverde origineels lot vermeld.
De kosten van mlevering bedragen 20
cents por lot, inclusief zegel.
De ingeleverde loten zullen worden gede
poneerd in een safe van de Bank van Huy-
decoper Van Dieien te Utrecht, welke
safe is voorzien van drie verschillend wer
kende sloten, waarvan de sleutels berusten
bij den voorzitter en bij voorkeur bij twee
te Utrecht wonende leden van het bestuur
der vereeniging.
Blijkens de voorwaarden van inlevering
is d'e Vereeniging bevoegd over de bij haar
ingeleverde loten te beschikken op zooda
nige wijze, als haar wonschelijk zal voor
komen.
Zoolang de Vereeeniging het noodzakelijk
acht, de loten te behouden tot handhaving
of bescherming der daaraan verbonden rech
ten, kan do afgifte daavan of van hetgeen
in de plaats daarvoor mocht zijn ontvan
gen, niet van de Vereeniging geeischt wor
den, dan door de gezamenlijke houders van
minstens drievierden van alle uitgegeven
certificaten.
Naar de „Nieuwe Gron. Ot." ver
noemt, wordt het tweede studiejaar van den
oursu8 tot opleiding van actief officier met'
ingang van 6 December overgeplaatst vau
Kampen naar Groningen.
Te Wol tevreden is op 40-jarigon leef
tijd overleden de arte W. A. Borger, onder
directeur van het instituut-Pasteur.
Dr. EngeLborts, te Amsterdam, ver
zoekt ons me»de te doelen, dat hij bezwaar
moet maken tegen de bewering der anti-
rev. „Rotterdammer", als zou hij voorne
mens zijn, te Groningen een rechtzinnige
predikatie te houden. „Hij ontzegt iedereen
het recht reeds van te voren te zeggen, hoe
een predikatie, die nog uitgesproken moet
worden, betiteld moet worden. Maar ook
in 't algemeen wensohte hij de wijze, waar
op hij zijn ambt vervult, niet met een van
de aangenomen benamingen gequalificeerd
te zien. Hij tracht niet anders dlan een
goed evangeliedienaar te zijn."
(„N. v. d D.").
ACADEMIENIEUWS.
Groningen. Bevorderd zijn tot arts
de hoeren J. W. Napjus en L. P. Rietema,
beiden geboren to Stedum.
Te Bergen-op-Zoom is de oud-,
schipper P. W., die, niettegenstaande zrjn
ruim tachtig jarigen leeftijd, nog dienst deed
als opzichter by een sluisje, waardoor water,
uit de Schelde geleid werd naar de suiker
fabriek der firma Wïttouck op de Haven,
Donderdagnacht door onbekende oorzaak in
dat aanvoerkanaal verdronken.
Te Tilburg is in de fabriek den
firma Aaien, de 14-jarige draadmaker Japs-,
gen met het hoofd tusschen de spinmachine,
geraakt. De dood trad onmiddellijk in.
De vroeger beschreven Blaa-
derens drijvende scheepsbrandkasü zal opj
de booten van de stoomvaartmaatschappy
„Nederland" geplaatst worden ten dienste
van de Nederlandsche posteryen.
Te Winkel (N.-H.) is afgebrand
de woning van P. Heideveld. Alles was ver
zekerd.
Te Heeze is het hotel van Karei Petera
gedeeltelijk afgebrand.
Van een dorpsveldwachter.
De politiek brengt soms in de kleinste ne-
goryen een jammerlijke verdeeldheid. De par
tijen staan vaak vijandig tegenover elkaar,
en soms wordt het offensief op dusdanige
wyze beoefend, dat bebloede koppen, blauwe
oogen en bloedneuzen het resultaat zijn van
al die droevige dorpspolitiek. Nog erger
wor<Jt het, indien de politiek geleid en ge
voerd wordt door de machten van het dorp.
In een dorpje by Valkenburg, het heer
lijke stadje in Zuid-Limburg, botert het niet
té best tusschen den veldwachter en enkele
Raadsleden. Op een goeden dag kreeg de
Hermandad, dierakkerbouw verrichtte in zijn
vrijen tijd, twist met een bnurman, die even
eens Iandbouw-werkzaamheden verrichtte.
Van woorden kwam het tot daden en de
veldwachter bewerkte den landman met een
stok op het hoofd. Deze diende een klacht
in bij de Justitie, en de veldwachter hoorde
voor de Maastrichtsche rechtbank f 50 boete
tegen zich eïschen wegens mishandeling van
het Raadslid.
De veldwachter ontkende de mishandeling,
hem ten laste gelegd; hij had maar wat
geschermd met den stok, om het Raadslid
van zich af te houden.
De verdediger was zoo vriendelijk een en
ander te vertellen over de politiek van het
dorp. De veldwachter en de burgemeester
hadden beiden salarisverhooging gevraagd*
Doch het mishandelde Raadslid was er in
den Raad vierkant tegen. Vandaar een soort
van rancune! En volgens dienzelfdesi advo
caat zorgt de burgervader er voor, dat de
actie des veldwachters voortdurend wordt
aangemoedigd. Och, burgemeesters, zelfs
die van plattelandsgemeenten, zjjn ook
menschen
Het Raadslid moest ook nog terechtstaan
wegens mishandeling van den veldwachter.
Doel zynedelachtbare ging blykbaar geheel
vry uit, althans de> substituut-officier van Jus
titie kon geen aanleiding vinden om tegen
het Gemeenteraadslid een straf te eischen.
Zijn requisitoir luidde vrijspraak, bij welken
eisch de verdediger zich natuurlijk aansloot.
In bewust dorpje zullen nn wel de aan-
deelen van den veldwachter gaan dalen!
G,W
Gisteravond waren in de Ko
ningstraat, bij de Hoefkade, in Den Haag
eenige opgeschoten jongens aan het stoeien
met meisjes. Uit het stoeien ontstond twist,
waarbij een 18-jarige knaap een 14-jarig
meisje met een mes een steek in het dijbeen
toebracht. Do verwonding, die niet van zeer
ernstigen aard bleek, werd verbonden door
een geneesheer van den Eerste-Hulpdienst.
De jongen werd door de politie aangehou
den.
Door den commandant van 't
regiment grenadiers is aan de Nationale Ver
eeniging tot Steun van Miliciens het belang
rijke bedrag van f 2500 toegezonden, zijnde
de opbrengst der toegangsgelden tot de loop
graven, door de pioniers van de afdeellng
van het 1ste bataljon grenadiers in het Park
Zorgvliet in Den Haag aangelegd.
HAAGSCHE RECHTBANK.
Heling.
Voor deze rechtbank is voortgezet de ter
nadere instructie verwezen zask tegen H. J.
F. de B., 34 jaar, koopman in Dén Haag, be
schuldigd van heling in verschillende oief-
stallon mot braak, daar en elders gepleegd*
Zooals beeknd is, kwamen de twee hoofd
daders van deze misdrijven, G. A. B. IJ.
en J van D., in bovengenoemde zitting up
hun vroeger, bij de politie en voor den rcch-
ter-commissaris, afgelegde bekentenis terug,
als zoü bekl. De B. de man zijn, bij wien.
ze een groot deel, zoo niet al het gostolen
zilver, brachten. Onder cede verklaarden
beiden, dat dit niet de waarheid was en De
B. niets van de zaak wist.
Thans kwamen beiden op hun verklarin
gen terug en zeiden, dat De B. de opkooper
was, bij wien ze alles brachten.
De officier van justitie wees er in zijn
requisitoir op, dat bekl. De B. zeer zwaar
zal moeten worden gestraft. Deze bekl. ^a
niet alleen opkooper, hij is organisator van
diefstallen, kassier van do dieven, hij hield
een bemiddelingsbureau voor dieven, hij
rustte hen uit.
Hij behoort tot de bijzonder gevaarlijks