Door de Duitschers gearresteerd. Vragen en Antwoorden. jiaatsing in volledig uitgeruste» toestand zul len deze schepen zijn dan de Zeven Pro vinciën", een s-chip van bijna gelijke grootte en hoe hoog is het percentage, waarmede door hoogere materiaal-prijzen alleen de kost prijs verhoogd zou moeten worden? £>o. Veronderstellend, dat de prijs der .krui sers hoog is, wat door de onzekere tijdsom standigheden wordt veroorzaakt, vroeg men of de minister niet een normalen prijs had kunnen bedingen met een toeslag, gebaseerd op den marktprijs wan het hoofdmateriaal, het staal? KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN, TE K A T W IJ K. III. (Slot). Middelen van Vervoer. Noord-Zuid-Hollandschè Tramweg-Maat schappij. In 1914 werd begonnen om gedurende de zomermaanden pla-atskaarten te ver strekken en bagage te bevrachten van Katwijk en Noordwijk in re streeksch verkeer met Duitschland, wat zeer ge rieflijk was voor de hier vertoevende Duit- scbe badgasten. Een volgend jaar zouden ook gedurende de zomermaanden plaats- kaarten worden verstrekt in recht- t reeksch verkeer met de voornaamste Hol1. Spoor stations en omgekeerd van die stations naar Katwijk en Noordwijk. V^or de vis- schers zouden dan gedurende het geheele jaar gezelschapsbiljetten, z.g. visschers- kaarten, worden uitgegeven van Katwijk naai Amsterdam, Vlaardingen, IJmu' 'en en omgekeerd. Met inbegrip van het materiaal voor de stadslijn waren in gebruik 22 motorwagens en 14 aanhangwagens van het 4£n-klasse- type, terwijl een gedeelte der rijtuigen en de goederenwagens van een stoomtram mede nog in gebruik bleven. Voor reizi- gersvervoer werd ontvangen, stadslijn Leiden inbegrepen, 257,352.38s, aan goe deren en diverSen 19,047.49. St-oom booten. De ondernemers dezer vervoermiddelen hebben in het afgeloopen jaar geen bevre digende rekening gemaakt. Posterijen. Het postverkeer met het buitenland is in deze gemeente betrekkelijk groot; de verhouding van de binnenban Ische tot de buitenlandsche brieven kan zeker gesteld worden op 2:1. Het aantal in 1914 van Katwijk^aan-Zee behandelde brieven bedroeg 85,696, brief kaarten 78,520, drukwerken 170,218 en dienstbrieven 10,478. Ontvangen werden 3223 en verzonden 2152 aangeteeikende brieven. Gestort werden 7960 postwissels en uitbetaald een bedrag van 153,224.96. Aan kwitanties werd ingevorderd 174,147.26s en uitbetaald 21,766.60. Bij het hulpkantoor der Posterijen te Katwijk-aan-den-Rijn wórden minder aan- teekeningen gehouden en wordt alleen me degedeeld, dat het aantal aangeteekende brieven, dat verzonden werd, bedroeg 862, ontvangen 1185, verzonden postwissels 2460, ontvangen postwissels 1675, verzonden kwitanties 231, ontvangen 4197. Verzon den postpakketten 1576, ontvangen 5531. Telegrafie. Behandeld werden te Katwijk-aan-Zee 17,858 gewone en diensttelegramnion, en te Katwijk-aan-den-Rijn 2994 telegrammen. Telefoon. Het telefoonverkeer neemt, voortdurend toe het aantal a.bonnés beliep einde 1914 65, dat is evenveel als in 1913. Het aantal gevoerde gesprekken bedroeg voor lokaal verkeer ongeveer 68.000; intercommunaal (verzonden) 12.629, tegen 11,553 in 1913, (ontvangen) 10,889 tegen 10,674 in het vo rig jaar. Intercommunaa' met Duitschland (verzonden) 431, tegen 326 in 1913, .(ont vanger)) S27; met België, verzonden 10, ontvangen 10. Algemeen totaal 23,518, tegen 23,505 in 1913. Gemeente-Spaarbank. De toestand dezer instelling was ook in 1914 bevredigend. Bankvereeniging. De Lissesche Bankvereeniging, waarvan I hier sedert 1911 een filiaal bestaat, merkt in haar jaarverslag op, dat het uitbreken van den Eurojoeesohen oorlog met het be gin van den tijd van verzending der bloem bollen samenviel en dat heeft er zeker toe bijgedragen, om de algemeene ontsteltenis in de bloembollenstreek te vergrooten. Sedert heeft men zich in di\ bedrijf, even als in vele andere, aan de buitengewone omstandigheden leeren aanpassen. Boerenleenbank. Kenmerkte het jaar 1913 zich door een flinken vooruitgang, over het vierde boek jaar, kan dat niet geconstateerd worden. In het bestuur der Kamer kwam een kleine wijziging; de heer W. Taat stelda zich om gezondheidsredenen niet meer her kiesbaar in diens plaats werd gekozen de heer P. Meerburg. Van de werkzaamheden der Kamer in 1914 noemen wij hot volgendeDe Kamer kreeg mededeeling van het feit, dat door den afgevaardigde van den Staat Tennes see, een wetsontwerp was ingediend, be helzende het verbod om visch, doe langer dan twee maanden in vries- of koelkamers heeft gelegen, in den handel te brengen. Bij de wetenschap, dat goed "gezouten ha ring wel gedurende een vol jaar op een koele plaatv kan bewaard blijven, zonder in de geringste mate van kwaliteit te ver minderen, zou 't een besliste onbillijkheid zijn, indien haring werd gelijk gesteld met bevroren versche visch end/it voorstel kracht va/n wet kreeg. Op grond daarvan richtte de Kamer aan Z.Exc. den Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister 'e Washington het verzoek, zijn veelvermogen- den invloed te willen aanwenden, opdat tot intrekking van het voorgestelde wets ontwerp werd overgegaan, of althans tot zoodanige wijzdging, dat gezouten haring daarmede niet werd getroffen. Aan d-en Directeur-Generaal der Poste rijen werd het verzoek gericht, een afzon derlijk loket tot afgifte van telegrammen aan het Post- en Telegraafkantoor te Katwijk-aaji-Zee te willen daarstellen, wijl men vaak zeer geruimen tijd somtijds een half uur moet wachten vóór tele grammen aangeboden kunnen worden en wel vooral op dagen, dat de ouderdoms rente wordt uitbetaald. Daa~op werd ge antwoord, dat de buiten-dienct-stelling van het tweede loket een gevolg was van de mobilisatie, waardoor aan het personeel van het Kantoor een ambtenaar werd ont trokken. De Kamer betuigde o.m. haar instemming met een ad-res van het Centraal Bestuur van den Nederl. Tuinbouwraa-T te 's-Gra- venhage, aan den Minister van Waterstaat, in zake vérhooging der maximum afmetin gen en van het maximum gewicht der post^ pakketten. De tegenwoordige titularis, de heer G. B. W-erbher, werd voor den tijd van vier ja-ren, herbenoemd als Secretaris der Kamer. De heer E. A. Visser, ieeraar aan de H. B. S. te Maastricht, heeft am de „Limb. Koer." een en ander meegedeeld over het geen hij verleden week heeft ondervonden. Genoemde heer was Maandag 15 Novem ber het v/as dien dag vacantie op da n. B. S-, voorzien van een retourbiljet van Maastricht naar Eys-Wittem gespoord, met het oogmerk vandaar naar Vaals te .wandelen. Van de halte Eys-Wittem nam bij den weg over Vijlen en Wolfhaag, om met een omweg door de bosschen aan de Ned.-Belgische grens, Vaals te kunnen be reiken. Zijn voornemen was, op den terug tocht den Kijksweg te volgen. Hij was voor zien van een stafkaart van Zuid-Limburg, weike hij bij zijn wandeling raadpleegde. Voorbij Wolfhaag, een buurt vijftien minu ten zuidwestelijk van Vaals, loopt een bin nenweg juist lang3 de grens. Bij bet begin van dezen weg is een (Hoilandsche) grens- uacht geplaatst, die hem ongehinderd liet BUITENLANDSGHE BERICHTEN. Aan het Graf van Jopie Fourie. Een medewerkster van de „Volksstem" schreit: Zelfs Jopie Fourie's vijanden bewonderen hem om do manmoe ligheid, waarmee hij zijn lot aanvaardde. Zouden zjjn vrienden dan hun bewondering wegsteken? En zo waren er gisteren bonderden naar 't nieuwe kerkhof gegaan, begerig 't graf te zien aanwijzen, begerig huD bloemen daarop neer te leg gen ais 'n stille groet. Mevr. Fourie en de beproefde ouders leid den de stoet naar 't graf. Plechtig, in alle stilte, schreed men door de laan met de bloeiende jakarandes. Bij 't graf verzameld, steeg teer 't gezang van de menigte op. Oude 'moedertjes ween den, alsof ze aan bet graf van hun eigen zoon stonden, fel schokten de magere schou ders en haar dunne stem kon niets ver klanken dan haar snikken. Jonge meisjes, de ogen wjjd open, zonden de psalm met tril lende stem, de verbleekte wangen bedauwd met dikke tranen. Doch ook mannen, reu zen, zagen we huilen, zich niet schamend deze tranen. Ds. Ncethling sprak van 't grote leed dat deze familie getroffen had; doch wees met een op 't troostrijke van zoveel belangstel ling. Daarna ging bij voor in gebed. Op ver zoek zong men rond de groeve het gezang, waarmee Fourie zo moodig de dood was inge gaan. Dan werd ieder tot 't graf toegelaten om zjjn bloemen neer te leggen. Stil kwam men langs 't graf, dat ten slotte één bloe menweelde was. Er waren kransen en krui sen erf palmtakken en losse bloemen, door kindertjes met onbeholpen handjes, maar zo teer toegevoegd. Dan trok men bescheiden langzaam af, voldoende aan 't verzoek om de familie nog wat alleen te laten bij 'tgraf. 'n Avondkoelte deed de bomen ruisen, joeg vogels tjielpend naar hun nestjes. Ver weg Pretoria in vroog-dommel, de bergen bruin den rondomme, in serenne rust lag bet kerkhof. Niet minder dan 187 kransen, belalve de losse bloemen werden er op 't graf geteld. Er' waren er vele zonder naam van de gevers. De neger-geleerde dr. Booker Washington, wiens dood uit de Nocrd-Ame- rikaansche stad Tuskegee bericht wordt, heette met recht de belangrijkste man van zijn ras. Hij was een volbloed neger en toon- do al als knaap zulk een schitterenden aan leg, dat hij reeds op jeugdigen leeftijd de geestelijke aanvoerder werd van de in de Vereenigdö Staten levende negers. Hij werd geboren te Hales Ford (Virginië) in 1859, dus" vóór de afschaffing der slavernij. Toen hjj in 1864, na den burgeroorlog, zijn vrij heid verkreeg, trok kjj met zijn mesder naar Malden in Oost-Virginië, waar hij zijn eerste schoolonderwijs genoot Na een tjjd lang als jongeman in de mijnen te hebben ge werkt werd lij zich van zjn roeping bewust en besloot hjj zjn verder leven in dienst te stellen van zijn rasgenooten: Inziende, dat kennis macht is, ging hj studeeren, het eerst als toehoorder aan de landbouw-univer- siteit te Hampton. Na afgelegd examen ves tigde bj zich als leeraar in de landbouw kunde en stichtte hj reeds spoedig een land bouwschool te Tuskegee, die thans als een der beste in de Vereenigde Staten geldt De school begon met 30 leerlingen en telt er thans ruim 1700, terwjl het onderwijzers personeel uit meer dan 200 leden bestaat Zoowol leeraren als leerlingen zjn negers. Carnegie beeft de toekomst van deze school door een milde gift van 3 millioen dollar .verzekerd. Dr. Booker Washington heeft ver scheidene boeken geschreven over allerlei onderwerpen ten dienste van zjn rasgenoo- ten. Dat deze zwarthuidige, niettegenAaaade de hevigste tegenwerking der blanken, het in zjn land tot hooge waardighedan en on derscheiding heeft gebracht, is van alge meene bekendheid. Hj heeft dit niet het minst bereikt door zjn zelfbeheerschingy zjn eenvoud en zjn groote kennis. In Kopenhagen zjn de laalste weken de v jt grootste juwelierssaken nagenoeg ge heel door inbrekers leeggeplunderd. Hun buit moet verscheidene tonnen gouds wrard zjn. Herman Landau heeft; naar de „Jewish Chronicle" meldt, een plan ontworpen om BI—1 nm. 'i JLyjnv.f. ---a:, een Joodsche kolonie te vestigen in Meso potamia Het is een plan, op veel minder kostbare schaal geschoeid dan indertijd Zang- wills kolonisatieplan was. Met oen uitgave van 26 millioen pond sterling meent hij •landaanwinning te kunnen verkrijgen ter waarde van ongeveer 90 millioen. Te Barcelona hebben studenten-oproe ren plaats gehad. De studenten, die een demonstratie tegen den rector hebben ge houden, hebben de deuren der universiteit ingeslagen en het physisch laboratorium vernield. De universiteit is voor onbepaal- den tjjd gesloten. Er moest te Londen voor zeker doel een proef worden gonomen of een luchtechipper op een hoogte van 10.000 voet veilig met een valscherm zou kunnen neerdalen. Dat waag stuk werd ondernomen door luit.-kolonel E. M. Maitland, die het bevel voert over de luchtvaart-afdeeling der marine. De kolonel zeide„Iemand moest de proef nemen. Ik rnoest weten, wat er bij een val van zoo'n hoogte gebeuron zou. En er was slechts één persoon, van wien ik dat waagstuk kon ver gen en deed het dus zelf.'' Zaterdagmiddag, bij oen hevige koude, steeg kolonel Maitland nabij Londen op met een luchtballon, voorzien van een parachute, die van te voren geprobeerd on in orde be vonden was. Ter hoogte van 10.000 voet, sprong de koene luchtschipper met zijn val scherm uit den korf van den ballon. De pa rachute ging evenwel niet terstond open, zoodat do kolonel een aiigstig moment mee maakte. Maar na eenige honderdon voeten snel te zijn gevallen, ging het scherm open en daalde de luchtschipper regelmatig. In een kwartier had hij den grond bereikt. Doch ondor het vallen werdefl zijn handen buitengewoon koud. Hij hield zich desniette min vast, en de proefneming slaagde naar wensch. Onlangs constateerden verschillendo Pa- rijsche apothekers, dat de aspirine, welke zij uit het buitenland over Marseille be trekken, het hoofdbestanddeel, dat thans 140 fre liet kilo kost, salicylzuur, miste, ter wijl het vervangen was door een onschadelijk poeder. De justitie heeft bij talrijke apothe kers en drogisten een onderzoek ingesteld en bevonden, dat workelijk alle aspirine v»«n het hoofdbestanddeel ontdaan was. Thans tracht men te ontdekken of het bedrog in 't buitenland of te Marseille geschied is. Intusschen zijn allo Fransche apothekers en drogisten per circulaire gewaarschuwd. De correspondent van de „Nationaltiden-* de" aan de Deensch-Duitscho grens deelt mede, dat mannen van Sleeswijksche af komst en van militairen leeftijd, die dicht bij de grens gelegen grond bezitten, dien slechts onder gewapend toezicht mogen be werken. Iedere boer moet aanvrage doen om een soldaat, die hem zoowel in het veld als tehuis overal volgt. Vraag: Ik heb mij verzekerd bij de Haagsche Verzekering Sociëteit to 's-öra- venhage. Is dez^ Maatschappij solide? Antwoord: Wij kennen die socië-< teiv niet, maar daarom kan het een uit stekende maatschappij zijr. Maar over het algemeen kunnen wij va<n Maatschap pijen niet mededeel en of deze scflick zijn of niet. raag: Kan een dienstmeisje, nu dirie weken in betrekking, op eiken datum haar dienst, met do zee weken opzeïcreon 1 Verliest zij diaarmee het recht op haar gods- penning Antwoord: Neen, men moet opzeg gen op een gebruik©! ijken dtvbum.Andere vervalt men in schadevergoeding. De gods- penning heeft daarmede niets te maken. AJs het medsje binnen de 3 naanden weg gaat, kan mevrouw hem afhouden. Vraag: Ik ben in een betrekking en breek er wel eens wat, iiju heeft mevrouw mij gezegd dat zij mij zaü korten wan mijn loon als schadevergoeding daarvoor, heeft zij daartoe het recht) Ik ben er niet op gehuurd, waar kan ik mfj vervoe gen indien mevrouw het todi doet? Antwoord: Mevrouw heeft daartoe niet het recht. In het uiterste geval moet u naar het kantongerecht gaan. r1'1 -gw-. de beschuldiging, tegen mijnheer inge bracht, deed haar vuur vatten. „Ik dank u, ik heb niets noodig; ik kom zoo dade lijk beneden/' Sara schudde het hoofd 'en wierp een veelbeduidenden blik op den spiegel, en daarin zag Violette ook, dat haar oogen rood van hét schreien waren, doch zij witoè liever alfcs doen dan dit to bekennen. „Ik heb wat hoofdpijn," zeide zij, „dat maakt mijn oogen zoo dof, geloof ik Het z&l goed doen Miss Gardner te zien. Ik heb op Martindale kennis met haar gemaakt." Doch toen Violette zich In het bijzijn van Miss Gardner en van een zeer Lange en zeer elegant geklecde dame bevond, was zij beschaamd over haar uitzicht, en vond 't niets pleizierig, dat zij als 'n schoon heid bekend stond. Zij was blijde Mis* Gardner week te tien; wat Mevrouw Finch aangaat, baar manieren waren zoo levendig, dat men die bijna wild had kunnen noemen; zij had een zeer luide stem en rammelde steeds voort, terwijl zij Violette do hand schudde. „Ik heb niemand noodig om mij voor to stel len, nietwaar? Ik heb zocv-eeft van u ge boord, en weet reeds vooruit, dait wij goe- do vriendinnen zullen worden. Gij moet mij veel van Theodora vertellen. Gij weet ze kerlijk, dat zij de intiemste vriendin is, die ik op de wereld" heb? Wanneer komen zij in de stad? Ik zou Theodora'?, intrede in de wereld niet wi'llen missen voor ik Weet niet hoeveel." Violette werd als het ware overstelpt door dien vloed van woorden, doch wee lende, dat men een ongunstig denkbeeld van haar echtgenoot zou opvatten, wanneer zij ctr zoo -neerslachtig uitzag, <ieed zij al bet mogelijke om een opgeruimd voorkomen aan te nemen en op alles antwoord te ge~ ven. De dames wilden allerlei bijzonderheden aangaande do familie Martindale van haar weten, en noodzaakten haar dus om te be kennen, dat zij er niets van gehoord had. Zij wist evenmin to zeggen, wanneer de fa milie in de stad zou komen, noch wanneer Mr. MartindaCe thuis werd verwacht. Indien zij met Miss Gardner alleen ger vreest ware, meendo Violette, zou zij zich veel beter hebben bunnen houden, doch de meer bedaarde oudere zuster kon bijna geen woord"uitbrengen door het onophou delijk gepraat van de jongste, wier bescher- meude vriendelijkheid inderdaad lastig werd, toen zij die ook tot Mevrouw Mar tindale uitstrekte. Volgens haar was Vio lette te traag om uit tc gaan, gaf zich daar te veel aan over en maakte ziebzelve ze nuwachtig, en zij betuigde, dat zij haar op een goeden dag met geweld zou komen ha len om een toertje in het park te doen. Do arme Violette dacht in stilte, dat zij het zonder twijfel zou besterven, wanneer zij met die immer dcorrammelende Mevrouw Finch in een rijtuig opgesloten moest zit ten, en verzocht haar vriendelijk ora zich die moeite niet te geven, doch haar be schermster verzekerde haar lachende, dat zij het stellig doen zou, en zeide, dat Theo dora haar maar eens goed beknorren moest al 3 die in de stad kwam. Reeds den volgenden middag hoorde Vio lette tot haar schrik een rijtuig voor haar deur stilhoudenzij was zeer dankbaar, dat zij hoofdpijn had en daardoor een voldoen de verontschuldiging kon vinden om Me vrouw Finch te laten bedanken en te laten weten, dat zij niet kon medegaan. Den daarop volgenden dag zat zij rustig op passeeren; een grenspaal (paal 2) dnidt ter I plaatse de afschediing van het Nederlandsch en het Belgisch gebied aan. Op een afstand van pl.m. 15 M. voorbij dezen paal, ont moette hij twee Duitsche soldaten (jagers), die hem aanhielden, onder verdenking van spionnage. Of hij al protesteerde en aan voerde, dat hjtj zich nogv op Nederlandsch gebied bevond, het baatte hem niet. Via Bc-usdal, werd hij door beide soldaten naar Teuven geleid, waar bij den -nacht van Maan dag op Dinsdag in een militair wachtlokaal, zittend op een bank, kon doorbrengen. Den anderen dag volgde zijn overbrenging, deels te voet, deels per trein, naar Luik. Op de „Kommandantur" aldaar werd hem door het krijgsgerecht een verhoor afgenomen en ver bleef hg daar tot Woensdagmiddag. Hij vond daar een zeer gemengd gezelschap: aange houden Belgen en vreemdelingen van ver schillende nationaliteit. Dit was vermoedelijk de oorzaak, dat lig Woensdagmiddag naar de gevangenis St.- Lambert werd overgebracht, wijl men het blqkbaar minder gewenscht achtte, dat hij in de gelegenheid was, aan de arrestanten op de „Kommandantur" eventueel mededee- lingen te doen van bijzonderheden aangaande den oorlog. Hij werd dus, licht geboeid en onder militair geleide, naar de Sk-Lambert overgebracht en daar in een vrij goed inge richte cel opgesloten. Den volgenden dag (Donderdag) zou een onderzoek in loco aan üe grens worden ingesteld, waarbij ook den heer Visser aanwezig moest zijn. Per auto werd dien dag de reis van Luik naar de plaats van aanhouding begonnen, doch niet ten einde gebracht Het slechte weer van Donderdag bezorgde n.i. zooveel ver traging, dat de officieren, die als leden van heb krijgsgerecht het onderzoek zonden in stellen, te Warsage besloten, maar naar Luik terug te keer en. Voor hun arrestant was deze autotocht nu juist geen pleizierritje, daar hij er volstrekt niet op gekleed was en bovendien geen gelegenheid kon vinden, zich ©enig voedsel te» verschaffen. Vrijdag word do tocht opnieuw onderhomeai en dien dag bereikte men, eveneens na veel moeilijkheden en auto-pech, de plaats van be stemming. Daar bleek, dat de bewuste weg, waar hij werd aangehouden, aan de oost zijde een waarschuwingsbord draagt met het Hoilandsche opschrift: Voor niet-militairen verboden. De heer Visser was evenwel uit westelijke richting gekomen en had dit bord dus niet kunnen bemerken. De bevinding ter plaatse door de Duitsche officieren opgedaan, is blijkbaar ben voor deel© van den heer Visser geweest, want Zondagochtend werd hem medegedeeld, dat hij tegen betaling van vqftig mark boete en verlies van zijn stafkaart, in vrijheid zou worden gesteld. Het toeval wilde, dat hij juist zestig mark aan goudgeld bij zich had, welk bedrag hij echter, evenals andere zaken, op den dag zijner aanhouding, bij de fouil leering, welke hij onderging de volgende dagen werd hij nog zesmaal gefouilleerd moest afgeven. Zoo kreeg hij dus van zqn zestig mark slechts tien mark terug, doch niet de hem toekomende goudstukken, maar papiertjes ■van de „Sociétfj générale de Belgique". De trtgelatene maakte, zeer begrijpelijk trou wens! daar maar geen aanmerking op. Onder geleide van een militair werd de heer V. Zondagmiddag via Visé bot aan de grens bij Mouland gebracht, en zoo bereikte hij weer het Nederlandsch grondgebied. De heer Visser, die het gebeurde niet al be ernstig heeft opgenomen, overweegt thans, of hij een klacht bij de regeering aanhangig zal maken. Zonderling acht hij het, dat do Hoilandsche grenswacht bij het begin van den weg, waar de Duitsche soldaten hem aaDbielden, niet heeft gewaarschuwd. De man had er waarschijnlijk geen instructies toe, en dit duidt er dan op, dat do regeering het terrein daar wel degelijk als Neder landsch of minstens als neutraal gebied be schouwt. Ook dat een waarschuwingsbord aan de oostzijde van het weggedeelte en niet aan de westzijde ia geplaatst, van welke richting hg kwam, versterkt dit idee. Of de Duitsche soldaten, die hem aanhielden, zich in hun recht hebben bevonden, lijkt alzoo, blqkens de uiteenzetting van den betrokkene, minst genomen zeer twijfelachtig. haar sofa, verheugd, dat heb gevaarlijke middaguurtje voortij was, toen een dave rend geklop op de deur haar deed schrik ken; een oogenb.'ik daarna trad haar broe- do Albert binnen. „Wel, Violette, tref ik u thuis? Ik ben in de stad voor de zaken van Lord St.-Erme, en ga met den laatst en trein weer heen. Eet gij vanmiddag thuis? Kunt gij mij te eten heb ben?" „O ja!" sprak Violette, ofschoon wel ten weinig bevreesd, dat Ajthur dat bezoek niet aangenaam zou vinden, en voornamelijk ni A wanneer hij iemand medebracht. Zij beschul digde echter ziebzelve, dat zij haar eigen broeder niet vriendelijker ontving, en haast te zich om zich bij hem allen, die thuis waren te informeeren. „Zij zijn allen springlevend, en hoe maakt gij het? Gij ziet er lang niet best uit, dunkt mij." „Ik ben toch heel wel." „En hoe vaart Martindale?" Hij zou hem zoo niet durven noemen in zijn bijzijn, dacht het jonge vrouwtje. Och, waarom gaat hij nu juist op den stoel van Arthur zitten; ik zal het nog op de zenuwen krijgen van zijn draaien met die foeileclijke horlogeketting„Hij is zeer wel, dank u. Verleden weck is hij zwaar verkouden ge- woost, doch hij is nu geheel beter. Ik hoop, dat hij spoedig thuis zal komen." „Ik ben blijde, dat ik u alleen vindnu kunt gij mij eens wat van uw nieuwe familie vertellen." Oik zal mij zoker versprekendacht zij, en om met het eerste het beste te beginnen, zeide zij, dat de familie Martindale weldra in de stad zou komen. „En zijn zij niet trotsch tegen u 1 Ik hoor mooie praatjes van hun grootsehheid men zegt, dat Lady Martindale en haar dochter van hoogmoed verteren en meenen, dat nie mand ter wereld goed genoeg is om met haar om te gaan." „Dat is zoo nietMiss Martindale is inte gendeel zeer eenvoudig en zij do^t zeer veel voor arme lieden." „O, dat doen die voorname dames moest alzij houden er juist van om een zekere nederbuigende vriendelijkheid en minzaam heid aan te nemen. Maar hoeft men u ook wel ontvangen Beschouwen zij u als een lid yan de familio?" Violette hoopte, dat het geen zonde mocht zijn, om een flauw „ja" ten antwoord te geven. „Schrijft Martindale's zuster u dikwijls?" „Neen, zij houdt niet van brie ven-schrij ven; maar ik heb u reeds gezegd, dat zij al len heel vriendelijk voor mij zijn Mr. Martin- dalo, zijn broeder, in het bijzonder." „Ei, ei 1" sprak Albert, „nu, die heeft ons een mooie streep door de rekening gemaakt. Het schijnt, dat hij opnieuw heeft inge huurd." „Ja, hij is veel beter. „Maar hij heeft toch geen longen meer. Hij kan het geen jaar meer uithouden, volgens hetgeen vader vernomen heeft. Geloof mij, dat Martindale u niet zoo gemakkelijk ge kregen zou hebben, als onze oude heer niet gemeend had, dat gij weldra Lady Martin dale zoudt zijn." Violette was zoo beschaamd on vernederd, dat zij zich onwaardig gevoelde, om op den stoel, dien zij van John Martindale gekre gen had, te blijven zittenzij zette zich lie ver op de 6ofa en poógdo het gesprek een andere wending te gevendoch Albert was niet van zijn onderwerp af te brengen; hij vroeg hoe oud Mr. Martindale en of zijn ge zondheid inderdaad veel verbeterd was, of er waarschijnlijkheid bestond, dat hij een maal in het huwelijk zou treden, en zooveel meer, dat Violette wel moest bemerken, dat zoo haar echtgenoot al te berispen ware, haar vader een nog veel minder fraaie rol bij haar huwelijk gespeeld had. Albert hoopte, dat dc oud© Lord goeü liad afgeschoven on wilde, dat zij hem vertellen zou welk inkomen hij hun gaf. Zij was blij de het niet te weten. Daarop poogde hij het zoo ten naastenbij te berekenen naar den voet, waarop zij leefden, en deed dit met zoo weinig kieschheid, dat het haar in het oog viel, hoezeer hij in manieren verschilde van de welopgevoede hceren, met wie zij in den laatsten tijd had omgegaan, en tot haar in nig leedwezen in stilte moest bekennen, dat haar echtgenoot gegronde reden had om haar familie op een afstand to houden. Er was geen denken aan om een broeder, die zoo veel ouder was dan zij, in do rede te vallen of het zwijgen op te leggc\nzij kon niets doen dan zich bij ieder nieuw bewijs van zijn weinige opvoeding dos tc dieper gekrenkt te gevoelen, en beurtelings zichzolvo te beris- pe.D, dat zij zoo onhartelijk over hem dacht, en dan weder, dat zij een gesprek aanhoor de, hetwelk Arthur zoozcos zou mishaagd hebben. Zou Arthur dan nooit thuis komen, om or ccn einde aan te maken Hot was niet de eer ste maal, dat zij tevergeefs gewacht lrad, en ofschoon zij ach poogde wijs te maken, dat zij riet ongerust was, wist zij zeer goed, dat zij te slecht veinzen kon, dan dat hij dit zou geloofd hebben. (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 6