£1°
17106
Woensdag 1 December.
Eerste Blad«
A°. 1915.
Officieele Kennisgeving.
Persoverzicht.
Binnenland*
FEUILLETON
Violette of de Schoolzuster.
LEIDSCH
DAGBLAD
=5PF
VERKIEZING.
Dq Burgemeester van Beiden;
(Met op de artikelen S en 9 der Ge
meentewet en op de artikelen 1 en 3 van
het Koninklijk Besluit van den lsten Mei
1897, zooals het is gewijzigd bij dat van 10
Januari 1901;
Brengt ter kennis van de kiesgerechtigden,
flat de verkiezing (candidaatstelling) van
jé n lid van den Gemeenteraad in
hot eerste kiesdistrict, bevattende
'dé wijken 1, 3, 4, 7 en 11 en de stemdïs-
Jricten 1, 3 en 4, ter vervulling van de
.vacature, ontstaan door de ontslagname van
gen heer J. Korevaar PAzn., die in 1921
han de beurt van aftreding zou zijn geweest,
iSn van één lid van-dien Raad in het
i gerde kiesdistrict, bevattende de wij-
ïen 6, 8 en 10 en de stemdistricten 6, 7
jsn 9, ter vervulling van de vacature, ont-
itaan door de ontslagname van den beer J.
loscb, die in 1919 bad moeten aftreden,
rallen plaats hebben op V r ij d a g 3 De-
lember a.s., de stemming, zoo die noodig
nocht blijken, op Woensdag 15 Decem
ber en de eventueele herstemming op
poensdag 22 December d.a.v.
Op den dag der verkiezing, 3 Decern-
ier, kunnen ter Secretarie dezer gemeente,
lij hem, Burgemeester, van des voormiddags
legen tot des namiddags vier uren op-
javen van candidaten worden ingeleverd.
Deze opgaven moeten inhouden den naam,
i voorletters en de woonplaats van den
sandidaat, en onderteekend zijn door ten
inste 40 kiezers, bevoegd tot deelneming
San de verkiezing, waarvoor de inlevering
fescbiedt
De inlevering der opgaven moet per-
ocnlijk geschieden door één of meer per-
onon, die haar hebben onderteekend, terwijl
ge tot invulling bestemde formulieren van
leze opgaven kosteloos ter Secretarie ver-
rrijgbaar zijn gestold van af heden tot en
Bet. den dag der verkiezing.
De Burgemeester voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR.
Leiden, 17 November 1915.
Vrouwenkiesrecht. Het week
blad „DE VADERLANDER" betreurt, dat
to Amstordam gehouden meeting van
„Voreenigmg voor Vrouwenkiesrecht"
een vijandig karakter had tegen het Con-
öentratieprogram. „Met kracht zul'len wij
ons verzetten tegen de Grondwetsherrie-
ningevoorstollen zooals zij daar liggen'
rerklaarde mevr. Aletta Jacobs.
Het weekblad geeft zijn verbazing te
kennen, dat in zulk een omgeving mannen
van de Concentratie zich op hun plaats heli-
bon gevoeld, en besluit:
„Wij achten deze beweging niet alleen
niet zonder gevaar, maar buitengewoon ge
vaarlijk. Van vTijzinnig-d emocratiselle zij-
do is ons toegeroepen: Wij zien dat gevaar
niet. Daarom willen wij nog eens met na
druk zeggen, waarin o.i. dit gevaar bestaat.
Lo Kamerleden, behoorende tot de Con
centratie, die zich aan deze beweging va-st-
eggen, haar versterken en aanmoedigen,
zullen zichzelven ten 6lotte in dezo positie
•brengen, dat ze al hebben ze zich dan
ook do vrijheid voorbehouden van him stem
zullen komen te staan voor de keuze: Te
temmen voor Grondwetsvoorstellen, waar-
iu do gelijkstelling van man en vrouw niet
1? opgenomen, of gehoond te worden door
fdezelfde vrouwono die hen thans daverend
^toejuichten. En waar zoo'n moeilijkheid
toe leiden kan in de keuze, hebben wij al
een? beleefd bij de Leerplichtwet, toen de
eooiaal-demooratcn met het oog op de doof
hen opgezweepte massa, aan wie wijsge
maakt was, dat die wet zonder verplichte
schoolvoeding 'en kleeding geen waarde
had, hun stem aan de wet moesten weige
ren en zich scharen aan de zijde der reac
tie'l
O n b e h a«a g 1 ij k h e d e n. In het
Staat- 'en letterkundig weekblad „VAN
ONZEN TIJD" jbespreekt prof. Struyc-
ken de overheidszorg met betrekking'tot de
voorziening der bevolking van levensbe
hoeften en de achterdocht, het wantrou
wen, waarmee in allerlei kringen gesproken
wordt over de verrichtingen van
ambtenaren, colleges en commissies, een
deel van het leger inbegrepen, die, onder
dc leiding van het Departement van Land
bouw, met alles, wat die verzorging raakt,
zijn belast. De beschuldigingen, dat bij het
overwegen en de uitvoering van de talloo-
zo maatregelen, die dagelijks noodig zijn,
meer dan eens de geldelijke belangen van
bepaalde personen of groepen op den voor
grond staan en niet het algemeen volksbe-
üang, dat zelfs onmiddellijke omkooperij
niet zeldzaam is, zullen in het algemeen
rwel ojiwaar en overdreven zijn dat zij op
grooto schaal worden verspreid en geloofd,
is een bederf van onzen volksgeest.
Als overheid is men verplicht zich af te
vragen, of men wel allies heeft gedaan om
het ontstaan van zoodanig wantrouwen te
voorkomen. Het antwoord zal dan moeten
luiden, dat men in den laatsten tijd de
uiterlijke waarborgen voor een behoorlijk
Staatsbestuur niet voldoende in acht heeft
genomen. Vooral de beginselen van de
westelijke regeling en van de
openbaarheid bomen ernstig in de
verdrukking.
Met administratieve willekeur kan een
uitstekend beleid -zeker gepaard gaan;
maar waar het gevaar van corruptie zoo
groot ia, zal die willekeur het vertrouwen
bij de bevolking niet wekken.
Vrijwel alle takken van industrie en han
del worden op cïe meest arbitraire wijze
beheersoht door het Ministerie van Land
bouw, dat met zijn uitvaardiging en dan
■weer intrekking van uitvoerverboden, het
verleenen en weigeren van consenten, zon
der eenigo bindende regeling en zonder dat
het publiek kan nagaan, waarom dat alles
gebeurt, ontzaglijke winsten aan bepaalde
personen, groepen, bedrijven, kan doen
toevloeien of ontgaan, waardoor de Minis
ter den efenen vorm van productie en han
del bevoordeelt ten koste van den anderen,
het grootbedrijf ton koste van liet klein
bedrijf, de eene streek ten na-de el e van de
andere, enz.
Ec- dat alles zegt prof. S. duurt
nu reeds 15 maanden, zon Ier dat eenige
poging schijnt te zijn gedaan, dc vrijheid
vam de administratie aan eenige regeling
of verplichting tot openbaarheid te bin
den.
Wel wordt krachtens art. 174 Gr. W.
retributie voor de consenten geheven,
maar al weer zonder Jiat g.regeld is
voor zoover ten minste bekend op wel
ke d voet zij is ingericht, hoe het bedrag
er van wordt berekend, hoe zij wordt
ontvangen en verantwoord.
Dat de Minister door zijn beschikkings
recht over de consenten een machtig, wel
licht dc machtigste man in den Nederland-
scken Staat is, heeft Klj bewezen met zijn
mclkordonna/ntie, die do melkboeren op
hun plicht wijst, om met hun levering aan
de gemeenten op denzelfden voet voort
te gaan ais vorige jaren en bij niet-na-
koming van dien plicht hen bedreigt met
weigering van ieder uitvoerconsent.
Prof. S. doet hier opmerken, dat een
boer wettelijk volkomen bevoegd is om de
boter of kaas, die hij van zijn melk
maakt, aan een boter- of baasfabriek te
verkoopen. De Minister heeft dus geens
zins heb recht om den boer, als hij dat
dioet, te straffen met het stopzetten van
zijn uitvoerhandel.
Nu erkent de schr., dat de bedoeling
van den Minister niets te wenschen laat.
Maar in wat land leven wij Door al
dus de vrijheid van bedrijf zonder eenigen
wrftelijken grondslag te knotten, maakt
de Minister zioh te gelijk wetgever, be
stuurd er en rechte r
Na 15 maanden van dergelijk tegen al
le constitutioneel e beginselen indruischend
bestuur, is het hoog tijd geworden om te
volgen the rule of the law, te regelen wat
voor regeling vatbaar is, te openbaren
wat niet behoeft geheim te blyven; de
vrijheid van den burger niet verder en
niet anders te beperken dan wettelijk is
toegelaten.
De administratieve macht ontaarde niet
in administratieve eigenmachtigheid en wil
lekeur, die het gevaar voor corruptie in
zichsluiten.
Zwendel in baantjes. Hier
over driestart „DE CONTROLEUR"
De baantjeshandel maakt een periode
van bloei door. Zelfs officiersbaantjes
worden vergeven. Mits de betrokken
adispiranten natuurlijk buitengewone ga
ven hebben. Als heb legerbestuur het mis
schien niet zou gelooven, zullen we gaar
ne enkele staaltjes vertellen, o.a. van een
officieelern inkooper, die het Rijk schuw
enijdit, dae de winst met zekere autoritei
ten deelt, en die op den koop toe promo
veert tot officier van administratie, hoe
wel hij van administratie even weinig ver
stand heeft als een militaire specialiteit
in de Tweede Kamer van militaire zaken.
Burgemeestersbaantjes zijn te koop. Als
ge het niet gelooft, vraagt ge het maar
aan den promotor di". Kuyper. Aan de
Rijksverzekeringsbank bestond ook langen
tijd een ware baantjeshandel, maar we moe
ten toegeven, dat onder Talma en Treub
dit gesjacher .sterk is afgenomen. Haast
geen baantje is er, of er is in gekwan
seld. Maar nu wordt het te bar. De rus-
6chenpersonen, die de baantjes vergeven,
gaan er nu zelfs voor adverteeren. Zoo
treft men, vooral in de Haagsche bladen,
geregeld advertenties aan van ongeveer
den volgenden inhoud
Bij een Openbaar Bestuur kan wor
den geplaatst een Ambtenaar in den
rang van Adjunct-Commies. Het bezit
van den graad van Doctor in de
Rechts- of Staatswetenschap wordt
verrischt. Brieven met uitvoerige in
lichtingen onder letter, enz.
Het spreekt vanzelf, dat Stad of Land
zioh niet achter een dergelijk anonimiteit
verbergt, en wij hebben allen grond te
vermoeden, ja zelfs zekerheid bijna, dat
Je annonce is geplaatst door een referen
daris, d-ie tegen de gebruikelijke ver
goeding, d.i. meest een jaar traktement
het een of ander nieuw-bafcken advocaatje
aan een begeerd baantje wil elpen.
De brochure vah mr. Anema b.S.
Het ig voor partngenooten een Zware zaak'
om den eerste in do partijl mede to deelen,
dat men het niet met hem eens is. Rchrriffc
het Chr. dagblad „DE AMSTERDAMMER".
Vooreerst* omdat in „DE STANDAARD"
geen gelegenheid geboden wordt om e enigs-
zing uitvoerig te opponeeren. W g hebben
van den aanvang af, meer gevoeld voor het
standpunt om plaats te geven ook pan wie
critiek op ons wilden oefenen.
En voorts heeft „DE STANDAARD" in
deta regel de onaangename gewoonte, om
aan zijn lezers niet mede te ideelen, wat in
andere bladen of in brochures tegen „DE
STANDAARD"" in, wordt geschreven.
Dat heeft nu •wel de goede rijde, dat par
tngenooten, die enkel „DE STANDAARD"
lezen, denken, dat alles goed gaat, doch in
werkelijkheid groeit dan de ontevredenheid
aan en zoekt een anderen uitweg.
Het belang van de brochure mag niet
worden onderschat, meent het blad.
Mocht het gelukken de brochures van
ds. Koffyberg te bespotten of te ignoree-
ren, dat zal met deze brochure niet kunnen
geschieden. Daarvoor bekleeden de vyf man
nen, die haar schreven, te belangrijke po
sitie in het land en in de partij'.
Wat de buitenwereld van deze brochure
zegt, doet er minder toe.
Allicht zal men in het vijandelijk kamp
vreugde hebben over de critiek op dr. Kuy-
per's beleid. Vooral als men leest, dat de
schrijvers ook bezwaar hadden tegen de
wijze, waarop- tegenstanders vaak werden
behandeld.
Doch (hoofdzaak is, dat de rechterzijde
en speciaal de geheele Anti-revolutionnaire
partg deze brochure met aandacht en ernst
leest en overweegt.
Ze geeft geen afbrekende, doch opbou
wende critiek. Zij Wijst den weg tot boter-
öchsp aan.
Doch wel blijkt uit de met overtuiging
geschreven brochure, dat er een besliste
wil is om zóó niet langer mee te werken.
De Anti-revolutionnaire partij zal goed
doen met in eigen kring de zaak, die thans
aan de orde gesteld is, ernstig tér hand te
nemen.
„DE TIJD" schrjjft:
Zonder recht of reden, om rich jn de
op handen zijnde gedachtenwisselingen der
anti-revolutionnaire groepen te mengen, be
staat „er echter voor de Katholieke partij'
voldoende aanleiding, om met belangstelling
de wijze te volgen, waarop een verzoening
zal worden verkregen der oneenigheden, die
thans onze medestrijders voor een Christe
lijke regeering en wetgeving teisteren.
Blijft immers deze verzoening op den duur
uit* ên werkt do geestelijke ontbinding door,
waarop wij hierboven zinspeelden, dan zul
len daardoor meer dan de onmiddellijke be
langen der Anti-re volutionnair en zeiven wor
den geschaad. Welk een invloed dit zal oefe
nen op een samengaan bjj de stembus, is
nog niet te voorzien, maar dat de invloed
eener door onderlinge twisten verzwakte par
tly daar aanmerkelijk kan dalen, schijnt bui
ten kijf. Van bijzondere beteekenis wordt
ook de vraag, of de leider der Anti-revo
lutionnaire partij het recht bezit, om zonder
meer stembus-afspraken of de puntin ran
een gemeenschappelijk vastgesteld program!
te veranderen.
Het blad herinnert er dan aan, dat dr.
Kuyper per daags na de nederlaag van 1913
do protectie over boord wilde zottin, ;en
haalt met instemming aan, wrat hierover in
de brochure geschreven wordt
Het is te hopen, dat dr. Kuyper, wiens
weergalooze verdiensten jegens zijn partij
er niet minder op zouden worden, de ernstige
stem zal verstaan, die de hoeren mr. An erna,
'dr. Bavinck, mr. Diepenhorst, mr. Heems
kerk en mr. De Vries Czn. unisono tot henf
doen klinken. Noch de bezadigdheid, noch
de uitmuntende bedoeling, waarmee zij Spre
ken, is te ontkennen. En het Zal de gTobte
figuur van den Leider in niets verkleinen^
indien hij een ruimer medezegging&chap vaü
daartoe geroepenen zou aanvaarden, de nar
tuurlijkö gevolgen van een al te straf perr'
soonlijk bewind verwijderen, en allengskena
voet geven aan de nieuwe toestanden, die
nieuwe, maar daarom geenszins verwerpelijke!
denkbeelden noodig hebben gemaakt
Hot ledental der Ned. Christen-Studepf-.
ten-Vereeniging is dit jaar vooruitgegaan.;
Het bedraagt 554. Naar de afdeelingen ver
deeld is| dit getal: Amsterdam, Stedelijke
universiteit 50, Delft 68, Groningen 35,
Kampen 24, Leiden 109, Rotterdam 15,
Utrecht 164, Wageningen 24 en Zuid-Afri-
kaaneche Christen-Studenlen-Vereeniging 13.
Naar de faculteiten is de verdeeling fildus:
theologie 133, rechten 124, letteren 49, wis-
en natuurkunde 24, medicijnen 106, indo-
logen 7, technici 68, landbouw 24 en han
del 15.
Op de onmiddellijk' aan de zomerconfe-
rentie voorafgaande A. V. werd besloten^
dat gedurende deze periode van overgang
het hoofdbestuur der N. C. S. V. zal be
staan uit ongeveer 12 leden; de heeren H.
Kramer, van Leiden, voorzitter; dr. H. Oi
Rutgers, secr.; mej. M. de Barger, secre
taresse voor de vrouwelijke studenten. Ver
dere bestuursleden zijn de heeren: M. y.
Rhjjh, ën G. J. Waardenburg, van Gronin
gen; J. Eijkman en J. N. Post, van Utrecht;
D. J. Keet van de Z.-Afr. C. S.-V.; E. D.
Kraan en P. J. Minderaa van de Vrije Uni
versiteit; W. S. van Leeuwen en jmej. E. P.
de Vink. van Leiden en J. J. van den Broek^
van Delft.
Da. C. M. Briët, predikant bij de Ned.-
Horv. Gem. te Doetdmohem, is benoemd tot
predikant van „De Kruisberg" te Ambb-
Doetinohem.
Leider en Leiding
in dc Anti-Rcvolutionnaire Party.
Door mr. A. Annema, dr. H. Bavinok,
mr. P. A. Diepenhorst (allen hoogleeraxen
aan de Vrije Universiteit, de eerste en derde
redacteuren van „De Rotterdammer"), mr.
Th. Heemskerk en mr. S. de Vries (wethou
der -van Amsterdam) is onder bovenstaanden
titel een brochure in het licht gegeven,
die beschouwd kan worden als een (ant
woord op de driestar-serie in „De Standaard."
De schrijvers zeggen geheel voor reke
ning van dr. Kuyper te laten de veronder
stelling, dat er een zekere groep in de partij
is. die blijkbaar tegen zijn optreden als lei
der allerlei grief heeft. Van zulk een groep
ig hun niets bekend. Zij behooren or in
ieder geval niet toe en wenschen er ook niet
toe te behooren.
Maar er zijn er wel, die over meer of
minder belangrijke vraagstukken anders dia
ken als do „Standaard", en die het leider
schap eenigszins anders opgevat en toege-
pst zouden willen zien, als dit menigmaal
In genoemd orgaan geschiedt. Er bestaat een
malaise in de partij, die van anderen en ook
van ernstiger plard is, dan die, waar dr.
Kuyper op wijst.
Heel de strijd tegen mr. "Heemskerk komt
slechts hierop' neer, of door hem in 1907
al of niet kameraadschappelijk jegens den
leider is te werk gegaan.
Vervolgens worden verschillende beden
kingen geopperd tegen de wijze, waarop dr.
Kuyper het leiderschap opvat en toepast.
Welk een bejegening hebben allerlei perso
nen uit den kring der schrijvers zien niet
moeten laten welgevallen?
In herinnering worden gebracht de namen
23)
Uit het Engelsch van Miss Y0NGE.
(Nadruk Verboden).
„Mama zegt, dat er niet over gedacht
oet wor len voordat ik vijf en twintig
jaar bon en dat is eerst over zes Jaar.
rÏNiefc voordat ik bedaard en ernstig ben
i alles wèl overwogen heb".
Opbouwen?" Een kerk laten bouwen?"
>.Ik kan er dooi een soort van armhuis
bij (laten maken voor oude lieden en
nnderen; dan konden wij cr zeiven ver-
Tgen".
„Dat is ee-ii heerlijk pla-n. O, ik hoop,
<iat gij het doen zult!"
Besohouw het vooreerst nog maar als
een luchtkasteel van mij en mama. Ik
kon mij niet weorhouden het u te zeg
gen, doch voor anderen houd i1 het als
©er, diep geheim in mijn hart verbo.gen;
ïtlfs met mama spreek ik er zelden over.
ÏLt zai ft. eeniger tijd ter eerc Gods ge
schieden. Spreek er nu niet meer over,
U f&to Violette; bid slechts voor mij,
dat ik niet onwaardig moge bevonden
borden".
Violette kon nauwelijks gelooven, dat een
meisje, hetwelk zulke verhevene plannen en
\oornemens koesterde, haar vriendin wilde
^1», en beschouwde haar met zooveel eer-
mod, als ware zij de abdis Osvth in eigen
persoon geweest; toen zij evenwel een
p daarna Emma over het dorp en de Zon
dagsschool op e»en ze&r gewone, alledaagsche
wijze hoorde praten* scheen zij haar een
geheel ander wezen toe.
Men t scheidde niet van elkander, zonder
wederkéerig beloofd te hebben te zullen
schrijven en elkaar in het voorjaar weer
te zien. Lady Elizabeth scheen gaarne te
willen, dat haar dochter een weinig meer
van Londen te zien kreeg, en de hoop, om
Violette weer te ontmoeten, was het eenige,
dat Emma troosten kon bij dat vooruitzicht;
terwijl Violette met veel levendigheid zeide,
dat zij al naar den dag verlangde, waarop
zij Annette" met haar vriendin in kennis
zou brengen.
Lady Elizabeth merkte op, dat Arthur op
dit laatste gezegde geen enkel woord ant
woordde. Zij vond het daarom wel noodig
hem een weinig de les te lezen en hem
alle mogelijke zorg voor zijn jong vrouwtje
aan te bevelen; hij nam die vermaning dan
ook zeer wel op, on was zeer gevleid door
het belang, dat zij in zijn Violette stelde.
Deze nam vroolijk afscheid, uiterst ge
lukkig, dat zij haar echtgenoot terug had,
en vol bljjde vorwachting van het geluk,
dat zij in liaar nieuwe huis smaken zou.
TWEEDE AFDEELING.
HOOFDSTUK 1.
Arthur en Violette kwamen tegen het val
len van den avond in hun nieuwe woning;
oen helder vuur brandde in den haard van
het salon en gaf aan alles oen behaaglijk
aanzien. De meubelen waren fraai en bjj
den haard stond een allerliefste, gemakke
lijke stoel met lage zitting en hoogen rug,
benevens een elegant roaenhouten werktafel
tje, -waarop een gekleurd kristallen inktkoker,
en in een hoek een étagère vol prachtig
gebonden boeken.
„Arthur, Arthur, hoe beerlek! Dat is zeker
uw werk!"
„Weineen, het zijn cadeaux van John; ik
denk nooit aan dergelijke snuisterijen; doch
liij is een echte oude vrijer en heeft aller
lei kleine verbeteringen aan het huis ge
maakt, zoodat het er nu redelijk goed uit
ziet."
„Wat is dat vriendelijk van hem! En welke
mooie boeken juist die ik "wilde hebben.
Dit leende hij mij onlangs, en van dat heeft
hjj mij gesproken. Dat boek heeft Emma
ook en hierin heb ik uw zuster zien.
lezen. Maar ik kan ze nu niet alle inzien;
ik moet eerst Sara eens toespreken, zjj zou
mjj" een ptakje van huis medebrengen."
Dat Wrangertonsche gezicht scheen groö-
te bekoorlijkheid voor haar te hebben, of
schoon het een stuursch en strak gelaat
was, dat zelfs niet ontplooid werd door den
vriendeljjken welkomstgroet: „Wel, Sara, ik
ben blijde, dat ik u zie. Hoe maken zjj
het thuis?"
„rank u, Mevrouw, Mr. en Mevrouw Moss
en de jongedames en Mr. Albert zijn allen
zeer wel en laten u de complimenten doen,"
gaf zjj ten antwoord, met een stem, die
plechtig genoeg zou geweest zijn, om aan
te zeggen, dat zij allen op sterven lagen.
Die stem zou op een anderen tijd misschien
haar blijdschap hebben kunnen sloren, doch
nu dacht Violette daar niet aan, nu zij de
tafel bedekt zag met pakjes, waarvan de
adressen alle door een bekende en geliefde
hand geschreven waren; zij wilde ze reeds
met drift openmaken, toen Sara haar zeer
plechtig verzocht om haar orders te mogen
weten; en Violette gevoelde, dat haar eigen
Onwetendheid en onervarenheid met ieder
o ogenblik meer aan den dag kwamen, nu
zjj met allerlei vragen aangaande het huis
werk en andere schikkingen gekweld en
bestormd werd. Doch eindelijk mocht zij
toch het genoegen smaken van de haar
zoo dierbare geschenken, die blijken van
de hartelijke genegenheid harer betrekkin
gen, op de tafel uit te spreiden; en dat alles
haar eigendom! het was een heerlijk ge
zicht.
Het was een gelukkige avond, en de vol
gende dagen waren vol genot en bezigheid
ztj moest haar schatten bergen en allerlei
dingen koopen. Als zij zoo in haar eigen
rij tui"" gezeten was, dacht zij menigmaal,
hoe heerlik het wezen zou als mama en de
zusters haar nu eens zagen. Zij had geen
familie te Londen behalve haar oom den
advocaat, die zeer veel van haar hield en
niet weinig trotsch op haar was. ofschoon
hjj zoo verstandig was haar huis niet da
gelijks te bezoeken. Van hem kreeg zrj een
zilveren trekpot in haar huishouden, en dat
de jongelieden hom van tijd tot tqd des
Zondags eens teu eten noodigden, was al
wat hjj van hen verlangde. Haar broeder
Albert kwam echter nu en dan om zaken
te Londen, en na reeds verscheidene dagen
tevergeefs gewacht t9 hebben, werd zij ein
delijk op'een middag aangenaam verrast door
zjjn komst. Arthur vroeg hem om te blij
ven eten, daar zij des avonds naar een
partjj zouden gaan.
Albert, een knap en zwierig gekleed
heertje, was vroeger te grootsch geweest
om zich veel met zijn jongere zuster bezig
te houden, doch thans, nu rij een dame
van aanzien was geworden, was dat: geheel
veranderd. Hjj had veel te vertellen en zij
kon zich dus eens recht te goed doen aan
al do nieuwtjes van Wrangerton rij liet
hem haar cadeaux zien en was zeer tevreden
met rijn bezoek. „Wat zal Annette lachen,"
dacht rij- met heimelijk genot, „als Albert
haar verbelt, dat hij haar kleine Violette in
haar eigen rijtuig heeft zien stappen, om
zich naar eén soiree bij een gravin te be
geven."
Arthur klaagde, dat er nog niemand te
Londen \yis, terwijl Violette meende, dat
zjj een onnoemlijk aantal bezoeken ontvin
gen, en toen de herfst voor den winter
plaats maakte, kregen zrj ook onderschei
dene uitnoodigingen. Zij hield veel van uit
gaan, nu zjj haar beschroomdheid grooten-
deels had afgelegd, en zij werd overal zoo
wei ontvangen, dat het Arthur trotsch en
gelukkig maakte.
Somtijds vreesde zij wel, dat zij al te uit
huizig werd cu dat zij niet wel deed zooveeC,
moeite aan haar t-oilet te besteden, dooh
wanneer zij dae bedenkingen aan Arthur
iQödocïcel-de, lachte hij haar hartelijk uit.
Mot dat al had Violette van het begin
van haar huishouding aan toeh ook haar
zorgen. Zij was, om slechts iets te noemen,
dood-el ijk bang voor Sara wanneer die tot
haar sprak, scheen zij eensklaps weder in
Miss Violette Moss te veranderen cn kon
rij riohzelve niet begrijpen hoe rij de ver
waandheid durfde hebben, iemand, cÜ'c zoo-
voel wijzer was dan rij, iets te bevelen. Met
do keukenmeid, een mekt van Miss Stan-
daloft en door deze aanbevolen, gjing het
beterdeze was veel zachtzinniger en eer
biediger, was nooit ten einde raad en wigt
haar eigen dankbeelden voor die van haar
mevrouw tè doen doorgaanen dat de
wekelijksohe rekeningen het budget van me-