£1° 17106 Woensdag 1 December. Eerste Blad« A°. 1915. Officieele Kennisgeving. Persoverzicht. Binnenland* FEUILLETON Violette of de Schoolzuster. LEIDSCH DAGBLAD =5PF VERKIEZING. Dq Burgemeester van Beiden; (Met op de artikelen S en 9 der Ge meentewet en op de artikelen 1 en 3 van het Koninklijk Besluit van den lsten Mei 1897, zooals het is gewijzigd bij dat van 10 Januari 1901; Brengt ter kennis van de kiesgerechtigden, flat de verkiezing (candidaatstelling) van jé n lid van den Gemeenteraad in hot eerste kiesdistrict, bevattende 'dé wijken 1, 3, 4, 7 en 11 en de stemdïs- Jricten 1, 3 en 4, ter vervulling van de .vacature, ontstaan door de ontslagname van gen heer J. Korevaar PAzn., die in 1921 han de beurt van aftreding zou zijn geweest, iSn van één lid van-dien Raad in het i gerde kiesdistrict, bevattende de wij- ïen 6, 8 en 10 en de stemdistricten 6, 7 jsn 9, ter vervulling van de vacature, ont- itaan door de ontslagname van den beer J. loscb, die in 1919 bad moeten aftreden, rallen plaats hebben op V r ij d a g 3 De- lember a.s., de stemming, zoo die noodig nocht blijken, op Woensdag 15 Decem ber en de eventueele herstemming op poensdag 22 December d.a.v. Op den dag der verkiezing, 3 Decern- ier, kunnen ter Secretarie dezer gemeente, lij hem, Burgemeester, van des voormiddags legen tot des namiddags vier uren op- javen van candidaten worden ingeleverd. Deze opgaven moeten inhouden den naam, i voorletters en de woonplaats van den sandidaat, en onderteekend zijn door ten inste 40 kiezers, bevoegd tot deelneming San de verkiezing, waarvoor de inlevering fescbiedt De inlevering der opgaven moet per- ocnlijk geschieden door één of meer per- onon, die haar hebben onderteekend, terwijl ge tot invulling bestemde formulieren van leze opgaven kosteloos ter Secretarie ver- rrijgbaar zijn gestold van af heden tot en Bet. den dag der verkiezing. De Burgemeester voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR. Leiden, 17 November 1915. Vrouwenkiesrecht. Het week blad „DE VADERLANDER" betreurt, dat to Amstordam gehouden meeting van „Voreenigmg voor Vrouwenkiesrecht" een vijandig karakter had tegen het Con- öentratieprogram. „Met kracht zul'len wij ons verzetten tegen de Grondwetsherrie- ningevoorstollen zooals zij daar liggen' rerklaarde mevr. Aletta Jacobs. Het weekblad geeft zijn verbazing te kennen, dat in zulk een omgeving mannen van de Concentratie zich op hun plaats heli- bon gevoeld, en besluit: „Wij achten deze beweging niet alleen niet zonder gevaar, maar buitengewoon ge vaarlijk. Van vTijzinnig-d emocratiselle zij- do is ons toegeroepen: Wij zien dat gevaar niet. Daarom willen wij nog eens met na druk zeggen, waarin o.i. dit gevaar bestaat. Lo Kamerleden, behoorende tot de Con centratie, die zich aan deze beweging va-st- eggen, haar versterken en aanmoedigen, zullen zichzelven ten 6lotte in dezo positie •brengen, dat ze al hebben ze zich dan ook do vrijheid voorbehouden van him stem zullen komen te staan voor de keuze: Te temmen voor Grondwetsvoorstellen, waar- iu do gelijkstelling van man en vrouw niet 1? opgenomen, of gehoond te worden door fdezelfde vrouwono die hen thans daverend ^toejuichten. En waar zoo'n moeilijkheid toe leiden kan in de keuze, hebben wij al een? beleefd bij de Leerplichtwet, toen de eooiaal-demooratcn met het oog op de doof hen opgezweepte massa, aan wie wijsge maakt was, dat die wet zonder verplichte schoolvoeding 'en kleeding geen waarde had, hun stem aan de wet moesten weige ren en zich scharen aan de zijde der reac tie'l O n b e h a«a g 1 ij k h e d e n. In het Staat- 'en letterkundig weekblad „VAN ONZEN TIJD" jbespreekt prof. Struyc- ken de overheidszorg met betrekking'tot de voorziening der bevolking van levensbe hoeften en de achterdocht, het wantrou wen, waarmee in allerlei kringen gesproken wordt over de verrichtingen van ambtenaren, colleges en commissies, een deel van het leger inbegrepen, die, onder dc leiding van het Departement van Land bouw, met alles, wat die verzorging raakt, zijn belast. De beschuldigingen, dat bij het overwegen en de uitvoering van de talloo- zo maatregelen, die dagelijks noodig zijn, meer dan eens de geldelijke belangen van bepaalde personen of groepen op den voor grond staan en niet het algemeen volksbe- üang, dat zelfs onmiddellijke omkooperij niet zeldzaam is, zullen in het algemeen rwel ojiwaar en overdreven zijn dat zij op grooto schaal worden verspreid en geloofd, is een bederf van onzen volksgeest. Als overheid is men verplicht zich af te vragen, of men wel allies heeft gedaan om het ontstaan van zoodanig wantrouwen te voorkomen. Het antwoord zal dan moeten luiden, dat men in den laatsten tijd de uiterlijke waarborgen voor een behoorlijk Staatsbestuur niet voldoende in acht heeft genomen. Vooral de beginselen van de westelijke regeling en van de openbaarheid bomen ernstig in de verdrukking. Met administratieve willekeur kan een uitstekend beleid -zeker gepaard gaan; maar waar het gevaar van corruptie zoo groot ia, zal die willekeur het vertrouwen bij de bevolking niet wekken. Vrijwel alle takken van industrie en han del worden op cïe meest arbitraire wijze beheersoht door het Ministerie van Land bouw, dat met zijn uitvaardiging en dan ■weer intrekking van uitvoerverboden, het verleenen en weigeren van consenten, zon der eenigo bindende regeling en zonder dat het publiek kan nagaan, waarom dat alles gebeurt, ontzaglijke winsten aan bepaalde personen, groepen, bedrijven, kan doen toevloeien of ontgaan, waardoor de Minis ter den efenen vorm van productie en han del bevoordeelt ten koste van den anderen, het grootbedrijf ton koste van liet klein bedrijf, de eene streek ten na-de el e van de andere, enz. Ec- dat alles zegt prof. S. duurt nu reeds 15 maanden, zon Ier dat eenige poging schijnt te zijn gedaan, dc vrijheid vam de administratie aan eenige regeling of verplichting tot openbaarheid te bin den. Wel wordt krachtens art. 174 Gr. W. retributie voor de consenten geheven, maar al weer zonder Jiat g.regeld is voor zoover ten minste bekend op wel ke d voet zij is ingericht, hoe het bedrag er van wordt berekend, hoe zij wordt ontvangen en verantwoord. Dat de Minister door zijn beschikkings recht over de consenten een machtig, wel licht dc machtigste man in den Nederland- scken Staat is, heeft Klj bewezen met zijn mclkordonna/ntie, die do melkboeren op hun plicht wijst, om met hun levering aan de gemeenten op denzelfden voet voort te gaan ais vorige jaren en bij niet-na- koming van dien plicht hen bedreigt met weigering van ieder uitvoerconsent. Prof. S. doet hier opmerken, dat een boer wettelijk volkomen bevoegd is om de boter of kaas, die hij van zijn melk maakt, aan een boter- of baasfabriek te verkoopen. De Minister heeft dus geens zins heb recht om den boer, als hij dat dioet, te straffen met het stopzetten van zijn uitvoerhandel. Nu erkent de schr., dat de bedoeling van den Minister niets te wenschen laat. Maar in wat land leven wij Door al dus de vrijheid van bedrijf zonder eenigen wrftelijken grondslag te knotten, maakt de Minister zioh te gelijk wetgever, be stuurd er en rechte r Na 15 maanden van dergelijk tegen al le constitutioneel e beginselen indruischend bestuur, is het hoog tijd geworden om te volgen the rule of the law, te regelen wat voor regeling vatbaar is, te openbaren wat niet behoeft geheim te blyven; de vrijheid van den burger niet verder en niet anders te beperken dan wettelijk is toegelaten. De administratieve macht ontaarde niet in administratieve eigenmachtigheid en wil lekeur, die het gevaar voor corruptie in zichsluiten. Zwendel in baantjes. Hier over driestart „DE CONTROLEUR" De baantjeshandel maakt een periode van bloei door. Zelfs officiersbaantjes worden vergeven. Mits de betrokken adispiranten natuurlijk buitengewone ga ven hebben. Als heb legerbestuur het mis schien niet zou gelooven, zullen we gaar ne enkele staaltjes vertellen, o.a. van een officieelern inkooper, die het Rijk schuw enijdit, dae de winst met zekere autoritei ten deelt, en die op den koop toe promo veert tot officier van administratie, hoe wel hij van administratie even weinig ver stand heeft als een militaire specialiteit in de Tweede Kamer van militaire zaken. Burgemeestersbaantjes zijn te koop. Als ge het niet gelooft, vraagt ge het maar aan den promotor di". Kuyper. Aan de Rijksverzekeringsbank bestond ook langen tijd een ware baantjeshandel, maar we moe ten toegeven, dat onder Talma en Treub dit gesjacher .sterk is afgenomen. Haast geen baantje is er, of er is in gekwan seld. Maar nu wordt het te bar. De rus- 6chenpersonen, die de baantjes vergeven, gaan er nu zelfs voor adverteeren. Zoo treft men, vooral in de Haagsche bladen, geregeld advertenties aan van ongeveer den volgenden inhoud Bij een Openbaar Bestuur kan wor den geplaatst een Ambtenaar in den rang van Adjunct-Commies. Het bezit van den graad van Doctor in de Rechts- of Staatswetenschap wordt verrischt. Brieven met uitvoerige in lichtingen onder letter, enz. Het spreekt vanzelf, dat Stad of Land zioh niet achter een dergelijk anonimiteit verbergt, en wij hebben allen grond te vermoeden, ja zelfs zekerheid bijna, dat Je annonce is geplaatst door een referen daris, d-ie tegen de gebruikelijke ver goeding, d.i. meest een jaar traktement het een of ander nieuw-bafcken advocaatje aan een begeerd baantje wil elpen. De brochure vah mr. Anema b.S. Het ig voor partngenooten een Zware zaak' om den eerste in do partijl mede to deelen, dat men het niet met hem eens is. Rchrriffc het Chr. dagblad „DE AMSTERDAMMER". Vooreerst* omdat in „DE STANDAARD" geen gelegenheid geboden wordt om e enigs- zing uitvoerig te opponeeren. W g hebben van den aanvang af, meer gevoeld voor het standpunt om plaats te geven ook pan wie critiek op ons wilden oefenen. En voorts heeft „DE STANDAARD" in deta regel de onaangename gewoonte, om aan zijn lezers niet mede te ideelen, wat in andere bladen of in brochures tegen „DE STANDAARD"" in, wordt geschreven. Dat heeft nu •wel de goede rijde, dat par tngenooten, die enkel „DE STANDAARD" lezen, denken, dat alles goed gaat, doch in werkelijkheid groeit dan de ontevredenheid aan en zoekt een anderen uitweg. Het belang van de brochure mag niet worden onderschat, meent het blad. Mocht het gelukken de brochures van ds. Koffyberg te bespotten of te ignoree- ren, dat zal met deze brochure niet kunnen geschieden. Daarvoor bekleeden de vyf man nen, die haar schreven, te belangrijke po sitie in het land en in de partij'. Wat de buitenwereld van deze brochure zegt, doet er minder toe. Allicht zal men in het vijandelijk kamp vreugde hebben over de critiek op dr. Kuy- per's beleid. Vooral als men leest, dat de schrijvers ook bezwaar hadden tegen de wijze, waarop- tegenstanders vaak werden behandeld. Doch (hoofdzaak is, dat de rechterzijde en speciaal de geheele Anti-revolutionnaire partg deze brochure met aandacht en ernst leest en overweegt. Ze geeft geen afbrekende, doch opbou wende critiek. Zij Wijst den weg tot boter- öchsp aan. Doch wel blijkt uit de met overtuiging geschreven brochure, dat er een besliste wil is om zóó niet langer mee te werken. De Anti-revolutionnaire partij zal goed doen met in eigen kring de zaak, die thans aan de orde gesteld is, ernstig tér hand te nemen. „DE TIJD" schrjjft: Zonder recht of reden, om rich jn de op handen zijnde gedachtenwisselingen der anti-revolutionnaire groepen te mengen, be staat „er echter voor de Katholieke partij' voldoende aanleiding, om met belangstelling de wijze te volgen, waarop een verzoening zal worden verkregen der oneenigheden, die thans onze medestrijders voor een Christe lijke regeering en wetgeving teisteren. Blijft immers deze verzoening op den duur uit* ên werkt do geestelijke ontbinding door, waarop wij hierboven zinspeelden, dan zul len daardoor meer dan de onmiddellijke be langen der Anti-re volutionnair en zeiven wor den geschaad. Welk een invloed dit zal oefe nen op een samengaan bjj de stembus, is nog niet te voorzien, maar dat de invloed eener door onderlinge twisten verzwakte par tly daar aanmerkelijk kan dalen, schijnt bui ten kijf. Van bijzondere beteekenis wordt ook de vraag, of de leider der Anti-revo lutionnaire partij het recht bezit, om zonder meer stembus-afspraken of de puntin ran een gemeenschappelijk vastgesteld program! te veranderen. Het blad herinnert er dan aan, dat dr. Kuyper per daags na de nederlaag van 1913 do protectie over boord wilde zottin, ;en haalt met instemming aan, wrat hierover in de brochure geschreven wordt Het is te hopen, dat dr. Kuyper, wiens weergalooze verdiensten jegens zijn partij er niet minder op zouden worden, de ernstige stem zal verstaan, die de hoeren mr. An erna, 'dr. Bavinck, mr. Diepenhorst, mr. Heems kerk en mr. De Vries Czn. unisono tot henf doen klinken. Noch de bezadigdheid, noch de uitmuntende bedoeling, waarmee zij Spre ken, is te ontkennen. En het Zal de gTobte figuur van den Leider in niets verkleinen^ indien hij een ruimer medezegging&chap vaü daartoe geroepenen zou aanvaarden, de nar tuurlijkö gevolgen van een al te straf perr' soonlijk bewind verwijderen, en allengskena voet geven aan de nieuwe toestanden, die nieuwe, maar daarom geenszins verwerpelijke! denkbeelden noodig hebben gemaakt Hot ledental der Ned. Christen-Studepf-. ten-Vereeniging is dit jaar vooruitgegaan.; Het bedraagt 554. Naar de afdeelingen ver deeld is| dit getal: Amsterdam, Stedelijke universiteit 50, Delft 68, Groningen 35, Kampen 24, Leiden 109, Rotterdam 15, Utrecht 164, Wageningen 24 en Zuid-Afri- kaaneche Christen-Studenlen-Vereeniging 13. Naar de faculteiten is de verdeeling fildus: theologie 133, rechten 124, letteren 49, wis- en natuurkunde 24, medicijnen 106, indo- logen 7, technici 68, landbouw 24 en han del 15. Op de onmiddellijk' aan de zomerconfe- rentie voorafgaande A. V. werd besloten^ dat gedurende deze periode van overgang het hoofdbestuur der N. C. S. V. zal be staan uit ongeveer 12 leden; de heeren H. Kramer, van Leiden, voorzitter; dr. H. Oi Rutgers, secr.; mej. M. de Barger, secre taresse voor de vrouwelijke studenten. Ver dere bestuursleden zijn de heeren: M. y. Rhjjh, ën G. J. Waardenburg, van Gronin gen; J. Eijkman en J. N. Post, van Utrecht; D. J. Keet van de Z.-Afr. C. S.-V.; E. D. Kraan en P. J. Minderaa van de Vrije Uni versiteit; W. S. van Leeuwen en jmej. E. P. de Vink. van Leiden en J. J. van den Broek^ van Delft. Da. C. M. Briët, predikant bij de Ned.- Horv. Gem. te Doetdmohem, is benoemd tot predikant van „De Kruisberg" te Ambb- Doetinohem. Leider en Leiding in dc Anti-Rcvolutionnaire Party. Door mr. A. Annema, dr. H. Bavinok, mr. P. A. Diepenhorst (allen hoogleeraxen aan de Vrije Universiteit, de eerste en derde redacteuren van „De Rotterdammer"), mr. Th. Heemskerk en mr. S. de Vries (wethou der -van Amsterdam) is onder bovenstaanden titel een brochure in het licht gegeven, die beschouwd kan worden als een (ant woord op de driestar-serie in „De Standaard." De schrijvers zeggen geheel voor reke ning van dr. Kuyper te laten de veronder stelling, dat er een zekere groep in de partij is. die blijkbaar tegen zijn optreden als lei der allerlei grief heeft. Van zulk een groep ig hun niets bekend. Zij behooren or in ieder geval niet toe en wenschen er ook niet toe te behooren. Maar er zijn er wel, die over meer of minder belangrijke vraagstukken anders dia ken als do „Standaard", en die het leider schap eenigszins anders opgevat en toege- pst zouden willen zien, als dit menigmaal In genoemd orgaan geschiedt. Er bestaat een malaise in de partij, die van anderen en ook van ernstiger plard is, dan die, waar dr. Kuyper op wijst. Heel de strijd tegen mr. "Heemskerk komt slechts hierop' neer, of door hem in 1907 al of niet kameraadschappelijk jegens den leider is te werk gegaan. Vervolgens worden verschillende beden kingen geopperd tegen de wijze, waarop dr. Kuyper het leiderschap opvat en toepast. Welk een bejegening hebben allerlei perso nen uit den kring der schrijvers zien niet moeten laten welgevallen? In herinnering worden gebracht de namen 23) Uit het Engelsch van Miss Y0NGE. (Nadruk Verboden). „Mama zegt, dat er niet over gedacht oet wor len voordat ik vijf en twintig jaar bon en dat is eerst over zes Jaar. rÏNiefc voordat ik bedaard en ernstig ben i alles wèl overwogen heb". Opbouwen?" Een kerk laten bouwen?" >.Ik kan er dooi een soort van armhuis bij (laten maken voor oude lieden en nnderen; dan konden wij cr zeiven ver- Tgen". „Dat is ee-ii heerlijk pla-n. O, ik hoop, <iat gij het doen zult!" Besohouw het vooreerst nog maar als een luchtkasteel van mij en mama. Ik kon mij niet weorhouden het u te zeg gen, doch voor anderen houd i1 het als ©er, diep geheim in mijn hart verbo.gen; ïtlfs met mama spreek ik er zelden over. ÏLt zai ft. eeniger tijd ter eerc Gods ge schieden. Spreek er nu niet meer over, U f&to Violette; bid slechts voor mij, dat ik niet onwaardig moge bevonden borden". Violette kon nauwelijks gelooven, dat een meisje, hetwelk zulke verhevene plannen en \oornemens koesterde, haar vriendin wilde ^1», en beschouwde haar met zooveel eer- mod, als ware zij de abdis Osvth in eigen persoon geweest; toen zij evenwel een p daarna Emma over het dorp en de Zon dagsschool op e»en ze&r gewone, alledaagsche wijze hoorde praten* scheen zij haar een geheel ander wezen toe. Men t scheidde niet van elkander, zonder wederkéerig beloofd te hebben te zullen schrijven en elkaar in het voorjaar weer te zien. Lady Elizabeth scheen gaarne te willen, dat haar dochter een weinig meer van Londen te zien kreeg, en de hoop, om Violette weer te ontmoeten, was het eenige, dat Emma troosten kon bij dat vooruitzicht; terwijl Violette met veel levendigheid zeide, dat zij al naar den dag verlangde, waarop zij Annette" met haar vriendin in kennis zou brengen. Lady Elizabeth merkte op, dat Arthur op dit laatste gezegde geen enkel woord ant woordde. Zij vond het daarom wel noodig hem een weinig de les te lezen en hem alle mogelijke zorg voor zijn jong vrouwtje aan te bevelen; hij nam die vermaning dan ook zeer wel op, on was zeer gevleid door het belang, dat zij in zijn Violette stelde. Deze nam vroolijk afscheid, uiterst ge lukkig, dat zij haar echtgenoot terug had, en vol bljjde vorwachting van het geluk, dat zij in liaar nieuwe huis smaken zou. TWEEDE AFDEELING. HOOFDSTUK 1. Arthur en Violette kwamen tegen het val len van den avond in hun nieuwe woning; oen helder vuur brandde in den haard van het salon en gaf aan alles oen behaaglijk aanzien. De meubelen waren fraai en bjj den haard stond een allerliefste, gemakke lijke stoel met lage zitting en hoogen rug, benevens een elegant roaenhouten werktafel tje, -waarop een gekleurd kristallen inktkoker, en in een hoek een étagère vol prachtig gebonden boeken. „Arthur, Arthur, hoe beerlek! Dat is zeker uw werk!" „Weineen, het zijn cadeaux van John; ik denk nooit aan dergelijke snuisterijen; doch liij is een echte oude vrijer en heeft aller lei kleine verbeteringen aan het huis ge maakt, zoodat het er nu redelijk goed uit ziet." „Wat is dat vriendelijk van hem! En welke mooie boeken juist die ik "wilde hebben. Dit leende hij mij onlangs, en van dat heeft hjj mij gesproken. Dat boek heeft Emma ook en hierin heb ik uw zuster zien. lezen. Maar ik kan ze nu niet alle inzien; ik moet eerst Sara eens toespreken, zjj zou mjj" een ptakje van huis medebrengen." Dat Wrangertonsche gezicht scheen groö- te bekoorlijkheid voor haar te hebben, of schoon het een stuursch en strak gelaat was, dat zelfs niet ontplooid werd door den vriendeljjken welkomstgroet: „Wel, Sara, ik ben blijde, dat ik u zie. Hoe maken zjj het thuis?" „rank u, Mevrouw, Mr. en Mevrouw Moss en de jongedames en Mr. Albert zijn allen zeer wel en laten u de complimenten doen," gaf zjj ten antwoord, met een stem, die plechtig genoeg zou geweest zijn, om aan te zeggen, dat zij allen op sterven lagen. Die stem zou op een anderen tijd misschien haar blijdschap hebben kunnen sloren, doch nu dacht Violette daar niet aan, nu zij de tafel bedekt zag met pakjes, waarvan de adressen alle door een bekende en geliefde hand geschreven waren; zij wilde ze reeds met drift openmaken, toen Sara haar zeer plechtig verzocht om haar orders te mogen weten; en Violette gevoelde, dat haar eigen Onwetendheid en onervarenheid met ieder o ogenblik meer aan den dag kwamen, nu zjj met allerlei vragen aangaande het huis werk en andere schikkingen gekweld en bestormd werd. Doch eindelijk mocht zij toch het genoegen smaken van de haar zoo dierbare geschenken, die blijken van de hartelijke genegenheid harer betrekkin gen, op de tafel uit te spreiden; en dat alles haar eigendom! het was een heerlijk ge zicht. Het was een gelukkige avond, en de vol gende dagen waren vol genot en bezigheid ztj moest haar schatten bergen en allerlei dingen koopen. Als zij zoo in haar eigen rij tui"" gezeten was, dacht zij menigmaal, hoe heerlik het wezen zou als mama en de zusters haar nu eens zagen. Zij had geen familie te Londen behalve haar oom den advocaat, die zeer veel van haar hield en niet weinig trotsch op haar was. ofschoon hjj zoo verstandig was haar huis niet da gelijks te bezoeken. Van hem kreeg zrj een zilveren trekpot in haar huishouden, en dat de jongelieden hom van tijd tot tqd des Zondags eens teu eten noodigden, was al wat hjj van hen verlangde. Haar broeder Albert kwam echter nu en dan om zaken te Londen, en na reeds verscheidene dagen tevergeefs gewacht t9 hebben, werd zij ein delijk op'een middag aangenaam verrast door zjjn komst. Arthur vroeg hem om te blij ven eten, daar zij des avonds naar een partjj zouden gaan. Albert, een knap en zwierig gekleed heertje, was vroeger te grootsch geweest om zich veel met zijn jongere zuster bezig te houden, doch thans, nu rij een dame van aanzien was geworden, was dat: geheel veranderd. Hjj had veel te vertellen en zij kon zich dus eens recht te goed doen aan al do nieuwtjes van Wrangerton rij liet hem haar cadeaux zien en was zeer tevreden met rijn bezoek. „Wat zal Annette lachen," dacht rij- met heimelijk genot, „als Albert haar verbelt, dat hij haar kleine Violette in haar eigen rijtuig heeft zien stappen, om zich naar eén soiree bij een gravin te be geven." Arthur klaagde, dat er nog niemand te Londen \yis, terwijl Violette meende, dat zjj een onnoemlijk aantal bezoeken ontvin gen, en toen de herfst voor den winter plaats maakte, kregen zrj ook onderschei dene uitnoodigingen. Zij hield veel van uit gaan, nu zjj haar beschroomdheid grooten- deels had afgelegd, en zij werd overal zoo wei ontvangen, dat het Arthur trotsch en gelukkig maakte. Somtijds vreesde zij wel, dat zij al te uit huizig werd cu dat zij niet wel deed zooveeC, moeite aan haar t-oilet te besteden, dooh wanneer zij dae bedenkingen aan Arthur iQödocïcel-de, lachte hij haar hartelijk uit. Mot dat al had Violette van het begin van haar huishouding aan toeh ook haar zorgen. Zij was, om slechts iets te noemen, dood-el ijk bang voor Sara wanneer die tot haar sprak, scheen zij eensklaps weder in Miss Violette Moss te veranderen cn kon rij riohzelve niet begrijpen hoe rij de ver waandheid durfde hebben, iemand, cÜ'c zoo- voel wijzer was dan rij, iets te bevelen. Met do keukenmeid, een mekt van Miss Stan- daloft en door deze aanbevolen, gjing het beterdeze was veel zachtzinniger en eer biediger, was nooit ten einde raad en wigt haar eigen dankbeelden voor die van haar mevrouw tè doen doorgaanen dat de wekelijksohe rekeningen het budget van me-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5