De EuropeescSie Oorlog. aan. de landbouwers of aan hen welke met ien landbouw annex zijn, v«el gemakkelij- ker en veelvuldiger extra verloven zijn verleenddringend verzocht wordt, er bij den minister van Oorlog op aan te drin gen, dat ook aan gemobiliseerde midden standers in ruimer mate* dan tot lieden extra verlof wordt verleend en dat ook de verschillende middenstandscolleges worden uitgenoodigd tot het geven van advies. Men schrijft van Ameland: Er zijn Zaterdag en Zondag drie mijnen drijvende gevonden op do Friesche wadden. Twee er van zijn door Hr. Ms. stoomschip „Rotterdam" onschadelijk gemaakt, ter wijl de derde door speciaal daarvoor be schikbare ambtenaren uit Den Helder, tot ontploffing ia göbraoht. Het zou van belang zijn voor de scheep vaart op de wadden, dat er door de mi litaire autoriteiten wat meer ruchtbaarheid werd ge-geven aan het vinden van mijnen. Zaterdagmorgen j.l. werd al een mijn drij vende gezien in het Amelander gat, die met den vloed bijna binnen dreef. En Maandagmorgen hoorde men pas bij geruchte, dat er Zondag twee mijnen zijn onschadelijk gemaakt.. Geen der schippers of andere beCangheboen^en is er van in kennis gesteld. Als er ongelukken gebeu ren, aan wien dan de schuld? Credietverschaffing voor BloemboMenkweekers. Naar aanleiding van het feit, dat deze zaak vooral in Gemeenteraadsvergaderin gen tegenwoordig veel aan de orde komt, schrijft men ons het volgende Als één zaak door den oorlogstoestand getroffen, is dan is het ongetwijfeld het bloembolleaiibedirijf, daar het uitsluitend van export bestaat, en in zekere mate luxe, althans geen voedings- of genot-middelen geldt. Echter staat het vast, en die meening vindt ook meer ingang dan vroeger, dat het bedrijf, als het rich tijdens den oorlogs toestand staande houden kan, rich weer spoedig na den oc rlog zal ontplooien, en weer normaal zal rijn. Dooh daarom dient 't dan ook nu staande gehouden te worden, en daar ós geld voor noodig. Nu is langs alle kanten gepoogd om tot het verstrekken van credieten t-e geraken, zonder succes evenwel, totdat door de Mid- denstandiser^dietversohaffing door de Ite- geering men eindelijk tot een oplossing is gekomen. Voor velen is en blijft het, naar het schijnt, een half of onbegrepen geschiede- iris hoe deze zaak geregeld is, waarom hier onder daarover het volgende Door het door de Regeering ingestelde instituut „Oredietvoorzdeiring aan den Mid denstand1" worden orediehinstellangen, die op bepaa-lde voorwaarden voorschotten ver strekken, door de Regeering voor 55 pOfc. gegarandieerd voor het mogelijk te lijden verliesdoch moet dlan ook voor minstens 1/5 van de overige 45 pCt-. door een natuur lijken of rechtspersoon in dezelfde plaats of omtrek,, die daarvoor goed is, borg gespro ken worden. Ddt kan ook door een plaatselijken bank. bijv. door Radffeosen- of Hanzeba iken ge schieden. Het maximum-bedrag, dat ver strekt 'kan v orden, is f 1000 Nu is een bedrag van f 1000 voor hot bloembolJcnbedrijf (ook voor h suikwee- kers) in de meeste gevallen, als het een zaak is van eenigen omvang, niet voldoen de, waarom dit is uitgebreid tot ten mari- mum van f 5000. Daarvcor is echter noodig, dat de bollcn- kraam een waarde vertegenwoordigt, waar uit U blijkt, dat het bedrijf en zijn om vang het crediet billijken, en wordt deze als onderpand beschouwd. Er is een bepaalde regel voo" taxatie en wordt bijv. een waarde van 10,000 aan bollen getaxeerd, dan zal daarop ongeveer bet maximum te krijgen rijn, n.l. 000. Deze kunnen nu verstrekt worden d-oor een bankinstelling, welke de 55 pCt. garan tie van de Regeering genieten voor deze Bankinstelling is in het leven geroepen do Centrale Land- en Tuinbonwbank met winstverdeeling te '6-Gravenhage. De Ned. Tuinbonwraad, die hieraan den stoot gaf, richtte tevens op het Tuinbouw- waa-rborgfonds, dat voor het bovenbedoel de 1/5 gedeelte of 9 pCt. garant zou rijn, wat in verschillende gemeenten wordt over genomen van het Tudnbouwwaarborgfon'ds. Alzoo worclt, in het kort saamgevat, on geveer 50 pCt. d'er waarde van de boll en- kraam, die geheel als onderpand wordt gegeven, tot het maximum van ƒ5000 ver strekt, waarvoor dan de Regeering 55 pCt. de Centrale Land- en Tuinbouwbank 36 en het Tuinbooiwwaarborgfonds (zelf of voor de gemeente) voor 9 pCt. garantie geeft bij eventueel verlies. Daar hier, door het Tuinbouwwaarborg- fonds aangestelde com missiën deze aaken regelen, en de Regeering reeds voldoende waarborgen en eischen vraagt voor haar garantie, is het ongetwijfeld voor een ge meente, die haar bestaan heefb in en door het bloemhollenbedrijf, toch zeker geen bezwaar om hierop in te gaan te meer, daar do geIdverstrekking aan de aanvra gers uit die gemeenten er beslist door be vorderd wordt. Evengoed a-Is de gemeen te een deel van het risico, dat locale Ban ken voor rich nemen, kan overnemen, kan dit ook in deze zeer wel plaats vinden. Vooral in de bloembollenstreek is dit zelfs zeer gewenscht, daar al heel slecht uit te maken is, of iemand, vóór den oor log zeer goed, nu nog aannemelijk is voor tv>rg. Om maar in de omgeving te blijven, werd te Sassenheim reeds beslist, dat de gemeente het risico van 9 pCt. zal dragen te Voorhout het 1/3 of 15 pCt. van de voor schotten door de Raaffedscnbank verstrekt terwijl voor de voorschotten bovenbedoeld, een besluit om voor 1/5 of 9 pCt. garant te zijn, in een volgende Raadsvergadering is +o verwachten. In Boskoop is deze zaak zoodanig gere geld, dat, bet geld door oen locale Bank verstrekt worclt, waarvoor de gemeente 27 pCt. borg staat en een bijeengegaard plaat selijk waarborgfonds de overige 18 pCt. De verantwoording, die een gemeente daardoor op rich neemt, is echter niet zoo groot als het rich wel laat aanzien, daar verlies lijden zich niet zoo spoedig zal voor doen. De Regeering stelt eischen, een des kundige oomroissi© onderzoekt en beoor deelt en het is feitelijk een kwestie als men gedurende den oorlog maar staande kan blijven daarna zal het. vak rich onge twijfeld spoedig herstellen. 't Is in ieder geval een zaak waarmede een geheel© welvarende streek valt of staat; een bedrijf, dat millioenen uit bet buitenland in Holland brengt, en als nu werkelijk al'les waarvoor de gemeenten borg staan eens verloren was; nu ja! dan is alles ook verloren, en zoo zwartgal lig mogen wij den toestand niet inzien, om dat hij het niet is. Griekenland en de Entente. Het antwoord van Griekenland op de laat ste nota der entente is vandaag naar de ge zanten dor vier mogendheden (Enge land, Frankrijk, Rusland, Italië) verzonden. Het antwoord van Griekenland aan de En- tente-mogendheden was in vriendschajjpe- lijken geest gesteld. In Grieksche ambtelijke kringen is men van oordeel dat dit antwoord den weg baant naar het gewonschte verge lijk, wijl het voldoet aan den wensch van Griekenland om neutraal te blijven, doch te vens geen belemmeringen opwerpt tegen de plannen der entente. De „Voss. Ztg." ontleent aan de „Stam pa", dat volgens uit Parijs ontvangen be richten de nota van de entente aan Grieken land vier eischen bevatteIe. afstand van den spoorweg van Sloniki in Engelsch- Fransch beheer tot na afloop der operaties; der. spoorweg van Saloniki in Engelsch- samengetrokken Grieksche troep enafdeelin gen 3e. het toestaan van 't reeht van on derzoek van alle Grieksche kusten en eilan den door de vloten der geallieerden om vij andelijke duikbooten en haar steunpunten op te sporen4e. plechtige verplichting om de troepen der geallieerden onder geen om standigheden te ontwapenen. Slechts het vierde punt is ingewilligd. "Volgens het „Giornale dTtalia" zijn De- rys Cochin en Kitchener naar Griekenland gereisd op aandringen van generaal Sarrail die zich bedreigd gevoelde door de Griek- Bche troepen, die om Saloniki en aan de Servische grens werden samengetrokken. De Duikboot en Mijnoorlog. "Volgens Lloyds berichten zijn gezonken: het Fransche stoomschip „Algérie" acht op varenden en een lijk zijn opgepikt, 29 worden vermist; het Fransche stoomschip „Omara" en het Engelsche stoomschip „Tanis" de be manning, die zich in twee rëddingbooten bad geborgen, is gered. Lloyds register vermeldt drie Fransche stoomschepen van den naam „Algérie". X)e „Omara" mat 435 ton en behoorde aan de „Cie de Nav. Mixte" te Marseille. De „Tanis" mat 3655 ton en behoorde aan de „Moss. S. S. Cy." te Liverpool Dc DuitschZwitsersóke Grens gesloten. De Duit-seli-Zwitsersche grenzen zijn weer eens gesloten. De maatregelen der Duitsche autoriteiten zijn ditmaal strenger dan ooit te voren. Niet alleen is het verlaten van het Duitsche grens gebied, of het betreden daarvan door vreem delingen verboden, maar zelfs den in Zwit serland vertoevenden Duitschers, voorzien van reispassen, is het verboden in hun va derland terug te keeren, tenzij een vergun ning wordt verkregen van den generaal- commandant. In Friedrichshafen zijn Duit schers, voorzien van gelegimiteerde bewijzen, dat zij voor een dringende aangelegenheid op weg waren naar hun land, door dc mili taire autoriteiten aangehouden en naar Zwitsersch gebied teruggebracht. Het baatte niemendal, dat zij verklaarden, zich aan alle militaire onderzoekingen te willen onder werpen. Geen muis wordt doorgelaten. Het algemeene vermoeden is, t?at. nieuwe troepenversohuivingen plaats vinden naar 't Oosten, De Oostenrijksclie Gevangenen der Serviërs. Toen de Serviërs in December de Oosten rijkers versloegen maakten zij ruim 50.000 krijgsgevangenen, zegt de „Manch. Guar dian". Wat is van hen geworden? Het be richt dat er velen naar Italië zijn gezon den gelooft het blad niet. Althans was het niet in het begin van November gebeurd. De „M. G." hoort, dat velen van die krijgsge vangenen, meest Kroaten en Tsjechen, ge wapend zijn en als gendarmerie aan de Al- baneesche grens dienst deden. In andere streken liet men ze aan de wegen werken. Waarschijnlijk zijn er nu een aantal naar* Montenegro overgebracht, van waar ze naar Italië kunnen worden gezonden, maar in prooten getale, zegt het blad, is dat nauwe lijks mogelijk. Generaal Joffre. De Parijsche correspondent van de „Na tionale Tidende", van Kopenhagen, maakt gewag van het gerucht, dat Joffre bestemd is om voorzitter van den oorlogsraad te wor den en dus zal aftreden als opperbevelheb ber van het Fransche leger. Als opvolger worden genoemd de generaals Fooh en Pe- tin. De Toestand van Koning Peter. Dc Times" verneemt uit MilaanHet verdriet, waaronder koning Peter van Ser vië gebukt gaat, doet het ergste vreezen voor zijn leven. Hij is zeer riek maar dringt er op aan om naar het front te gaan. Een Rede van Generaal Smuts. Generaal Smuts hield op een feestmaal te Steilenbosch. ter eere van Merriman een redevoering, waarin hij wees op de zware wolk, die thans de beschaving omsluiert en waarin hij verklaarde, dat ook de Zuid-Airi- kanen als onderdeel van het blanke ras, dat zijn bloed vergiet voor de hoogste idealen der vrijheid hun aandeel moeten dragen. Hij zeide overtuigd te zijn, dat zij hun plicht zouden doen jegens henzelf en het rijk. „Er zijn menschen," zoo vervolgde hij, „die alleen aan Zuid-Afrika denken, terwijl bij anderon het rijk alle gedachten in beslag neemt" Spreker echter zeide„Zoolang wij in dit land aan het bewind zijn, zullen wij trachten onzen plicht te doen jegens Zuid-Afrika en tevens jegens het rijk. Ik zeg U, dat het heel wel mogelijk is de vervulling onzer plichten in beide gevallen met elkander in overeen stemming te brengen." Burton, de minister van spoorwegen, ver klaarde, dat men in het rijk overtuigd is, dat de belangen van Zuid-Airika onverbre kelijk verbonden zijn met die van het rijk De gebeurtenissen, die zich thans afspelen, leiden tot een ruimer verwezenlijking van de verplichtingen jegens het rijk; het gesloten vorbond is er geen van slaafsche aanhanke lijkheid, maar een, dat het roemrijk begin sel der vrijheid verdedigt. Deze band bindt allen, zonder ze feitelijk te binden. jUct Lijden der Servische Vluchtelingen. Een Amerikaansch correspondent seint uit Monastir, dat de Servische vluchtelingen vreeselijk te lijden hebben. Na een reis te paard van twintig dggen is een deel der Ser vische regeering uit Nisj te Monastir aan gekomen. Mevrouw Groejits, de vrouw van den Servi8cken onderminister van buiton- landsche zaken, een Amerikaansche van ge boorte, die dezen tocht vol ontbering heeft meegemaakt, verklaarde dat er in Servië drie millioen menschen dreigen om te komen van gebrek. Alle paarden sterven uit gebrek aan voeder, duizenden honden zijn in 3e hui zen achter gebleven. Vluchtelingen zonder voedsel en uitgehongerde dieren liggen uit geput tegen de berghellingen. Servië is een broodeloos land geworden. De weg tusschen Nisj en Monastir biedt een vreeselijker aaa- blik dan de ongebaande paden in Klondike. Doode paarden liggen langs den kant en daartusechen omgekomen en stervende vluch telingen, mannen, vrouwen en kinderen. Wij behoorden vertelde mevrouw Groejits ver der bij den officieelen regeeringsstoet en waren stellig 't best uitgerust van allen op dien weg des doo$s, maar toch konden wij elk maar een half brood per dag krijgen. De meeste vluchtelingen waren dagenlang zon der etenvelen stierven langs den weg of in de dorpen, waar zij hoopvol heenstrompel- den, om er te ervaren, dat er niets eetbaars te krijgen was. Er is maar één nauwe, te paard berijdbare weg door Albanië naar Ser vië meer open, en sinds de spoorweg is afge sneden moet al het vervoer van levensmidde len naar Montenegro en Albanië daarlangs geschieden. De bevolking dier streken sterft eveneens van gebrek. Eens op een nacht konden wij een man hooren schreeuwen, die vermoord werd door van honger razend geworden mannen, die hem hadden aangevallen om hem een half brood te ontrooven. Do Belgische gezant, die korten tijd gele den in Albanië is geweest, verklaardo dat do Albaneezen, als men hen voor bewezen diens ten geld gaf, in tranen uitbarstten en riepen „We kunnen geen goud eten; geef ons in Godsnaam brood." De Moeilijkheden van den Duitsch en Opmarseh in Servië. Met welke geweldige moeilijkheden de Duitschers bij hun opmarseh in Servië te kam^i hebben, schildert Colin Ross, de oorlogscorrespondent van de „Voss. Ztg." als volgt: Op den 6mallen pas-weg. die van Kragu- jevatz naar het zuiden voert, verdringen zich de colonnes. Een lange, zwarte slang zonder einde kronkelt uit het dal tegen den berg op Yan drie divisies hóópt zich hier alles op, wat niet, zonder gebruik te maken van de paden, over den bergkam kan komen en dat kunnen alleen de infanterie- en last dier-formaties. Kanon- en houwitser-afdee- lingen, proviand-colonnes, ambulances, al- los staat opeengepakt. Drie jaar geleden zag ik in Thracië heb Turksche leger. Zij zagen er uit als een bende Zigeuners en thans zien de koninklij ke Pruisische troepen er niet veel beter uit Voor het begin van 't offensief werden alle troepen in nieuwe uniformen gestoken thans zijn zij met slijk en modder ovordekt en ver- toonen hun jassen scheuren en gaten, die nog niet hersteld konden worden. Een zeer bont beeld bieden de wagen-colonnes. Da zware oude bakken moesten in de steek ge laten worden en vervangen door kleinere, lichtere voertuigen, die echter minder ruim te bieden. Maar daarom is ook op alles, wat maar wielen heeft, beslag gelegd. Niet minder bont is de bespanning. Men ziet de zware Belgische paarden en de kleine paard- jes uit Galicië, Hongarije en Servië, ter wijl het zware geschut deels door buffels en óssen getrokken wordt. Met onze houwitser-batterij zitten wij in de modder. Slechts stap voor stap komen wij vooruit. De paarden staan op de poo- ten te trillen, den mannen loopt het zweet lang3 het gelaat Een bataljon infanterie moet assistentie verleenen. In een munitiewagen is niet de minste be weging meer te krijgen, en alles wat er in zit, moet er worden uitgehaald. Tot hun knieën in het slijk badend loopen de infante risten en kanonniers met de patroon-kisten te sjouwen. Als de wagen leeg is, komt er schot in. Weer gaat het vooruit, dan een botsing en opnieuw staat alles stil. De zwee- pen kletteren door de lucht en teekenen bloe dige striemen op de ruggen der paarden. Maar rillend blijven de beesten staan. Het gaat niet. Eerst moet de weg worden hard gemaakt met steenen en balken. Daar na deren een aantal gevangenen. Do comman dant houdt hen aan en ook zij moeten hel pen Do Zandvesting Dunahnrg. Koschützki, een oorlogsoorresponde:t van de „Yoss' Ztg.", schrijft: Gisteren zei men ons, dat Dunaburg de eerste geheel moderne vesting was, die ons hier in het Oosten den weg ver spert. De deskundige lezer zal misschien -antwoorden, dat de kleine roode vlek, die op de strafkaarten naast de stad- ge- teekend is, in het geheel geen vesting meer beduidt. Duna-burg is allang niets meer dan een zoogenaamde wapenplaats. Dit zou inderdaad het geval 'zijn, als het ging om de verouderde vestingwerken ten oosten van de Duna. Dan zouden een paar projectielen van zwaar kaliber de zaak kunnen beslissen. Maar het is helaas zoo, dat een moderne vesting liee- le-maal niet meer uit beton en pantserpla ten bestaat, maar uit zand. Als een ves ting uit steen eenmaal stukgeschoten is, dan heeft men haar ook meestal in zijn macht. Zoo zijn in het westen en in het oosten een heele reeks onoverwinnelijk ge achte werken van dit soort in verbazend korten tijd veroverd. De zandvesting Dunaburg echter hebben wij van den 15©n September tot den 26en October reeds vijftien maal veroverd. En ze is nog steeds niet in ons bezit. Bij vijftien be stormingen hebben wij 85 officieren, 13.300 man gevangen genomen, 35 machinegewe ren, 3 mijnwerpers, 9 ammunitiewagens buit gemaakt, duizenden doode vijanden begraven, maar nog steeds ligt het monster van een vesting voor ons. (De correspondent vergeet te vertellen, hoe groot de Duitsche verliezen wel zijn). Vandaag hebben wij den heelen dag in een automobiel gezeten en daarna door berg en dal geloopen om dit met eigen oogen te zien. Men moet zich een halven kring ten westen van de Duna voorstel len met Dunaburg als centrum en met een straal van 22 kilometer, met een grensli- nie van ongeveer 69 kilometer. Het ter rein binnen dezen halven cirkel bestaat uit duizend groote en kleine golvingen, heuvels, kloven, moerassen, valleitjes met beken, uit bosch, veld en drassige wei den. Iedere golving, iedere heuvel, iede re helling is met voorbereide loopgraven voorzien. Niet met door de troepen in allerijl onder het gevecht opgeworpen loopgraven, maar diep aangelegde, traps gewijs liggende gangen, onder breede da ken, die uiit een sterke dekking van bal ken en drie lagen plaggen bestaan en op zuilen rusten. Achter deze doorloopende tirailleursverhlijven, die tegen granaatkar tetsen en granaatsplinters voldoende be scherming bieden, voeren loopgraven naar de verblijven, die bomvrij zijn en in zoo genaamde vossenholen, diep en hoekig in d'e aarde liggend, zoodat geen granaat ze bereiken kan. Zoodra er een sterk artil lerievuur geopend wordt, kruipt de gehee- le bezetting uit de loopgraven in deze acbterwaartsohe verblijven, terwijl de waar nemers goed uitkijken, wanneer de storm begint. Is dat het geval, dan zijn de loopgraven onmiddellijk weer dicht bezet met vurende geweerloopen. Het is een raadsel, hoe op deze wijze verdedigde, meestal hoog gelegen stellingen, meestal nog genomen kunnen worden. Yan den 12©n tot den 14en September vonden de eerste doorbraken plaats, ge paard gaande met dertig kilometer lange marschen, waarop reeds den 17*n de be storming van de buitengewoon sterke stel ling van Schödern plaats vond. Een waar labyrinth van loopgraven ligt hier aan weerszijden van de Illuxt-beck, die elkaar wederzijds bijna alle flankeeren en zoo handig gedekt zijn, dat de aanvaller nooit voor verrassingen veilig is en vaak genoeg voor een plotseling vuur op de flanken wijken moest. Toch zijn zij genomen. De vijand werd soms tactisch gedwongen stel lingen zonder onmiddeliijken aanval op te geven, waarin hij zich blijkbaar voor den geheelen winter had ingericht. De verblijfplaatsen van de officieren waren met meubels van londomliggende land huizen bewoonbaar gemaakt. Yan Gar- bunnowka uit probeerden de Russen her haaldelijk en onder zeer groot verbruik van Fransche ammunitie de verloren stel lingen terug te nemen. De ammunitie raakte echter blijkbaar op, en de stellin gen bleven in onze handen. Yan Duitsche zijde wordt gemeld dat do veemarkt in Duitschland gestadig beter wordt, sedert de regeering zich met aanbod en vraag heeft bemoeid. De handelaars ver wachten dat reeds de volgende week het nor male bedrijf zal zijn hersteld. De „Daily Tol." verneemt, dat mej. Ju liette Renkin, zuster van den Belgischen mi nister van Koloniën die zich te Brussel voort durend met liefdadigheidswerk bezig hield, 3oor de Duitschers gearresteerd en gevangen gezet is. STOOMSCHEPEN. STOOMVAART-MIJ. „NEOERLAND". Koningin der Nederlanden" (uitreis) passeer de 29 Nov. Perim; „Bawean" (uitreis) vertrok 29 Nov. van Aden; ..Boeton" (thuisreis) arriv. 29 Nov. to Suez; „Rembrandt" (thuisreis) vertrok 30 Nov. van Sahang; ..Hondo", van Manilla naar New-York. vertrok 30 Nov. van Barbados. ROTTERDAMSCHE LLOYD. „BesoeVi" (thuisreis) arriv. 29 Nov. te Suez; „Eediri" (thuisreis) vertrok 28 Nov. van Bata via: ..Menado" (thuisreis) arriv. 28 Nov. to Deal; „Merauke" (thuisreis) is 29 Nov. Wight gepasseerd; ..Ophir" (uitreis) arriv. 29 Nov. te Gravesend„Rindjani" (uitreis) vertrok 29 Nov. van Colombo; „Madioen" arriv. 30 Nov. van Rosario te Rotterdam. KON. WEST-IND. MAILDIENST. ..Eouador" arriv. 29 Nov. van Amsterdam te Buenos- Ayres; „Nickerie" arriv. 26 Nov. van Amsterdam te Paramaribo. HOLLAND AMERIKA LIJN. ..Beekbergen" vertrok 30 Nov. van Rotterdam naar Philadelphia; „CalListo" van Savannah n. Rotterdam, passeerde 29 Nov. Dover; ...Nieuw- Amsterdam", van Rotterdam naar New-York, ar riv 29 Nov. to Falmouth; „Noordam" van New- York naar Rotterdam, passeerde 29 Nov. Dover; „Sloterdijk". van Rotterdam naar New-Orleans, passeerde 27 Nov. Sand Key; ,,Loch Tay", van Rotterdam naar Na^-York, arriv. 28 Nov. te Bermuda; Maartensdijk" arriv. 28 Nov. van Rot terdam te New-York. KON. HOLL. LLOYD. „Gelria" (uitreis) vertrok 29 November van Ooruna. BUITENLANDSGHE BERICHTEN. Groote Brand te Parijs. Men schrgft uit Parijs thans bijzonder heden .over den brand, die Maandag 22 No vember de nieuwe bijgebouwen der maga zijnen van den „Bon Marché" verwoestte. Tegen halftwaalf in den ochtend zag men een dichte rook uit den tweeden kelder ko men en zich een weg na^r den.eereten kelder, en verv^gens naar de gelrjkvloersche lokar len banen. De employé'e, die in de kelders bezig waren, haasten zich naar boven .en maakten alarm. Een oogenblik ontstond er een kleine paniek onder de bezoekers, die gelukkig op dit uur van den ,dag weinig tal rijk waren. Da oorzaak van den brand heeft men nog niet kunnen ontdekken. Yolgens sommigen is hjj ontstaan door kortsluiting; anderen beweren, dat hij het gevolg was van liet springen van een condensator der centrale verwarming. Niemand heeft trouwens een slag of eenig geraas gehoord. Sedert het begin van den oorlog was op de derde verdieping van het gedeelte, waarin de brand woedde, een militair hoöpiljaal in gericht, een annexe der, ambulance van den Yal-de-Grace, waar 'een honderdtal gewon— aen konden worden verpleegd. Er waren tachtig bedden bezet,doch slechts zes doori gewonden, die niet konden opstaan. Nog voor tde Lamst der brandweer werd het hospitaal ontruimd. Onder leiding van den chef-geneesheer Variot konden de pa tiënten onder de meest gunstige omstandig heden in veiligheid worden gebracht. En zij vonden een onderdak in het hospitaal Laën nec, niet ver daar vandaan. Intusschen werden de rookzuilen, die uit den kelder opstegen, steeds dikker. Toen wan allie kanten de brandweerlieden kwamen aan zetten, was het reeds niet zonder gevaar om het gebouw, binnen te dringen. Het be dwingen van het vuur werd hierdoor zeer be moeilijkt. Verscheidene brandweerlieden raakten bedwelmd. Een kapitein en een pa- peur moesten worden weggedragen. D<W men rookmaskers tekort kwam, werden mi litaire maskers, in het magazijn voorradig, aan de pompiers uitgereikt. Toch was het nog niet gemakkelijk .om den vuurhaard te vinden. De pompiers, on der aanvoering van kolonel Gordier en den directeur ran het gemeentelijke laborato rium, den heer Kling, konden er niet in sla gen. Niettegenstaande hun elect risch'e zoek lichten was! 't hun onmogelijk om iels t3 on derscheiden èn een brandweerbrigade van den Bon Marché zelve, wist zich niet meer te oriënteeren, toen zij er in geslaagd was de twee verdiepingen af te dalen. De rook, die de eene verdieping jia de andere had bereikt, en die thans het geheel© magazijn vulde, baande zich een weg .door het dak. De ruiten van het glazen koepel dak sprongen door de hitte, en vielen in scherven opi hec trottoir. Toch zag men mg steeds geen vlammen. Eerst- om half vier 'smiddag6 sloeg er een groote Vlammentong uit de derde ver dieping, aan den kant van de rue du Bac, en weldra werd zij gevolgd door tientallen: andere. De hoogere verdiepingen Stonden nu in een oogenblik in lichterlaaie. De pompiers bestegen hun groote automatische ladders en richtten de slangen op de derde verdieping, doch spoedig zagen zij zich genoodzaakt de vierde te besproeien en even later de vijfde, daar het heele gebouw één enorme vuur haard was, van de tweede af tot de zevende étage. De geheele gevel aan de rue de Sèvres zoowel als die aan de rue du Bac, vertoond» één vlammenzee, en door de gapende ra men zsg men den brand woeden als een hel achfer de stevig, in gewapend beton opge trokken muren. De waterstralen vermochten hiertegen zoo goed als niets. Nu en dan viel met eej» dof geraas een plafond ,in of be zweek een ,vloer. Intusschen hield de wind gelukkig het vuur verwijderd ran de wanden ran het joude ma- gazijïi. De ramp- zou nauw^tgks te ^overzien z$n geweest, als dit ook"'was aangetast, want dit was lang niet zoo solide opgetrok ken als de nieuwe gebouwen. Aan den kant waarop de wind stond, wer den echter voorzorgsmaatregelen genomen. De paviljoens van Jaet hbspBaal Laënnec, die slechts door een nauwen doorgang van het terrein ran (den brand gescheiden waxen, (wer den ontruimd. En terwijl een aantal brand weerlieden zich inspanden om aan dezen kant een uitbreiding ran het vuur tegen te gaan, trachtten andere den grooten koepel vrij te houden, die als waterreservoir dienst deed, en die vele duizenden liters water bevatte. Een groote menigte nieuwsgierigen was natuurlijk van alle kanten samengestroomd,; doch werd op een eerbiedigen afstand ge houden, en kon niet veel méér zien dan den rooden hemel en het dak, waaruit dë vla'mL men opsloegen. Eerst tegen v\jf uur-begon het vuur een weinig te verminderen en met vóór pcht uur kon men zeggen, dat men den brand meester was. D'o verwoesting is natuurlijk ontzaglijk. Van de magazijnen staan nog slechts de mu ren overeind. Een verzameling zeldzame en kostbare tapijten is verloren gegaan; de pf- deelingen glaswerk, porselein, oude meu bels en* kunstvoorwerpen om er slechts enkele te noemen bestaan niet meer. De schade wordt geraamd op verscheidene millioenen, door geen verzekering gedekt. Behalve een vijftiental brandweerlieden, die aan een begin van verstikking geleden hebben, zijn er geen s'achtoffers. i Uit Ottawa wordt gemeld, dat te Parry Sound vijf magazijnen, vol cordict, in de lucht zijn gevlogen. De gebouwen lagen bin nen anderhalve mijl van de fabriek, waar de ontploffingsstof vervaardigd was. Er kwa men geen persoonlijke ongelukken voor. In de Zweedsche kruitfabriek te Björk- born bij Kristinehamn, heeft, naar do „Köln. Ztg." verneemt, Woensdag bij het probee- ren eener nieuwe machine een hevige ontplof fing plaats gehad. Een ingenieur en een ar beider zijn gedood, terwijl andere personen gewond werden. Dc ontploffing was mijlera ver te hooren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 10