N°, 17103 Zaterdag &T7 IVovember. Eerste 331ad. fto 19^
EEN HALVE EEUW.
LE1D8GHEN SCHOUWBURG.
Schouwburg 1781.
Een te groot optimisme bezielde den 1
voorsteller, want al ran bleek het, dat men
dit plan vaarwel moest zeggen. Een kwart
millioen was onmogelijk bijeen te oren-
gen.
Ren nieuw ontwerp werd gemaakt, doch
teen lokaal voor toonoelvertooningen was
Uitgeschakeld. Er werd nu slechts gedacht
Tijdens hun bestuur traden hier op de
Rctter damsch© tooneelisten, onder wie
Ward Bingley, den vader van Bingley, van
wien Klikspaan in zijn „Studentenleven^
zoo weinig vleiend spreetbfx
In 1788 werd notaris Hermanns van W aal
wijk eigenaar en 't was onder, zijn bestier,
Maar nu moest er een goed theater van
worden gemaakt. Do ongezellige loges en
het amphitheater moesten verdwijnen,
evenzoo de galerij, die in de lucht hing aan
zware ijzeren stangen. Wie iets meer wil
weten van den ouden Schouwburg en hoe
het daar toeging, vindt daarvoor voldoendè
stof in Klikspaan's „Schouwburg", in het
tweede deel van „Studentenleven." Alleen
dient men in aanmerking te nemen, dat
Klikspaan deze schetsen schreef tusschen
1841 en 1844, een twintigtal jaren dus voor
de verbouwing.
Het oude gebouw zou grondig onder
handen worden genomen. In- en uitwendig
zou het worden verfraaid en verbeterd.
Maar daardoor zou de benoodigde geldsom
stijgen tot 60 70,000 gulden. De vijf com
missieleden hadden reeds f 12.500 bij el
kaar gebracht, zoodat er nog aanzienlijk
to kort kwam. De gemeente interesseerde
zich onmiddellijk voor de zaak en met na
genoeg algemeene stemmen werd teen sub-
Do Schouwburg na 1865.
vereeniging van Stellendijk", het blijspel
van Lodewijk Mulder, dat de N.V. „Tooneel-
vereeniging" een paar jaar geleden weer op
het repertoire heeft gebracht. Jaap en Dirk
Haspels, Hosier Faessen, Henri do Vries, Le
Gras, Marie CoelinghVorderman en Marie
Vink (later de echtgenoot© van P. D. van
Eysden) traden op. Vooraf sprak Frits Tar-
taud een feestgroet uit.
sidio te vragen, om daaruit rente en af
lossing te betalen en om gedurende diem
t^d afstand te doen van het dividend.
Dit voorstel werd aangenomen, sedert is
de Leidsehe schouwburg een liefdadigheids
instelling voor de burgerij.
De subsidie werd d.d. April 1898 .toe
gestaan, aanvangende in 1898.
x
HET VIJFTIGJARIG BESTAAM
VAN DEN
505 28 Movernbor 1915
Een halve eeuwl
Vijftig jaren is het thans roods, de
Leidsehe Schouwburgvereeniging den
Schouwburg aan do Oude V est exploiteert.
Dit j ubileum is er een, dat in breeden kring
voldoening zal wokken. Want dat een ver
eeniging, ook met groooo offers als hier
steeds het geval was, vijftig jaar lang con
inrichting als een Schouwburg in stand
weet te houden, is een niet te onderschat
ten verdienste. Moeilijke jaren zijn ook hier
doorworsteld, maar den Schouwburg be
hoefde do vereeniging niet prijs te geven,
hoe het voortbestaan soms aan een zijden
draad hing.
En zoo is 't morgen vijftig jaar geleden,
dat de eergto voorstelling in het nieuwo
Schouwburggebouw, toen voor 't eerst door
de Leidwoho Schouwburgvereeniging geëx
ploiteerd, zooals wo reeds zeiden, gegeven
werd.
In onze kolommen willen we het jubi
leum ook herdenken, door in een beknopte
beschrijving een en ander mee te deelen
over de wording en uit het bestaan van den
Schouwburg en de Schouwburgvereeniging.
Vooraf willen we onzen dank brengen aan
het Schouwburgbestuur voor de bereidwil
ligheid, waarmedo het ons de .eschikking
gaf over het archief der vereeniging. Van
veel nut is ons ook geweest het onderhou
dend geschreven boekske, „Geschiedenis
van het Leidsehe Tooneel", door mr. L. H.
J. Lamberts Hurrelbrinck, dat in 18SO,
ftor gelegenheid van bet 25-jarig jubileum
van den Schouwburg verschenen is.
Vóór 1 8 65.
't Was in de jaren vóór 1865 met dé ge
legenheid voor tooneoivov. .tellingen in de
gL- 1 i ne! treurig gesteld. Dat plannen
om hierin verbetering te brengen veel bij
val vonden, was niet te verwonderen. De
oplossing van heb vraagstuk was echter
verre van gemakkelijk. Hoo iang er ge
werkt is aan plannen om verbetering in den
toestand te brengen? Veel gegevens zijn
hiervoor niet. Maar in het Schouwburg
archief vonden we een presentie-lijst van
een vergadering van 21 Septemoer 1850.
Jammer is 't, dat daarbij geen nadere bij
zonderheden zijn, zoodat niet vast te stellen
is. wat het doel dezer vergadering was.
Doch een 'belangrijke stap werd gedaan
in de eerste maand van 1864. Dinsdag den
12den Januari riep mr. C. W. Hubrecht een
aantal ingezetenen van Leiden ^jjeen, om
te beraadslagen over een door hem opgezet
plan, dat door den grooten cL :et in die
dagen sterk de aandacht trok.
In die vergadering verschenen de. heeren
C. J. van den Aardwegh, W. C. Baert, mr.
C. Cock, P. L. C. Driessen, prof. Hai-
bortsma, H. O. Hartevelt, B. F. Krantz,
mr. Maclaine Pont, D. A. Schretlen, I.
J. van Wensen en mr. G. G. van Buttingha
Wichers. Een drietal anderen, de heeren
N. H. de Graaf, prof. Goudsmit en mr O.
Snellen van Vollenhoven zonden een adhae-
siebewijs is.
De plannen van mr. Hubrecht, een ont
werp van den architect Schaap, waren zeer
omvangrijk.
Op de Ruïne stelde hij zich voor een
groot gebouw te stichten. Groot© zalen zou
den er zijn voor tooneelvertooninge-n en
concerten, verder verschillende sociëteits-
lokalen en in den tuin gelegenheid voor
concerten. Van dit monumentale plan zou
den alleen de bouwkosten 250,000 zijn.
Van deze sociëteit, want dab was de bedoe
ling van mr. Huorecht, zou men tegen een
contributie van 15 'sjaars lid kunnen wor
den.
aan een concertgebouw. De kosten waden
teruggebracht tot 136.000. Nu achtte men
iets bereikbaars te hebben uitgedacht. De
meesten der hiervoor genoemuj heeren on
derteekenden een adres aan den -uard
dat 21 April 1S64 werd ingezonden met
verzoek het Ruïneplein gratis in gebruik te
mogen ontvangen en
een subsidie uit de
gemeentekas va-n
2500 gedurende een
reeks van jaren. Dat
aantal jaren was niet
gering, een 50 tl 60,
waarna dan de ge
meente eigenares van
het gebouw zou zijn.
Dat dit plan levens
vatbaarheid werd
toegeschreven, bleek
o.a. uit ingezonden
stukken in de bla
den. Daar kan men
lezen dat ;,de groot
ste scepticus dit plan
niet boven heb bereik
van Leyden's inge
zetenen zou reke
nen" Betoogd werd
ook, dat Leiden, met
toenmaals ongeveer
40.000 zielen, aan een dergelijk gebouw
behoefte had
Maar die scepticus zou verkeerd hebben
gezien, want ook de f 137.000 was met geon
mogelijkheid bijeen to krijgen. De Ruïne-
plannen waren dus gevallen.
Do oude Schouwburg.
Na het laten-varon van het kwart milli-
ben-pLan werd nog een beslissing genomen,
waarvan de bedoeling was Leiden een
Waardiger Schouwburg te verschaffen.
De bemoeiingen van de commissie, die in
de vergadering van 24 Maart 1864 definitief
benoemd was voorzitter mr. O. VV. Hu
brecht, secretaris P. L. C. Driessen, pen
ningmeester D. A. Schretlen en icden H.
J. Halbentsm-a en B. F. Krantz strekten
zich verder uit dan heb Ruïne-plan. Ge
tracht zou ook worden den ouden Schouw
burg, aan de Oude Vest, op dat oogenblik
een particuliere exploitatie, in handen te
krijgen.
De oudo Schowburg was weinig in aan
zien. Bij het onaanzienlijk uiterlijk sloot
zich aan een armoedige inrichting.
Do Schouwburg was ook niet moer van
jongen datum, al was er zoo nu en dan ge
broken en herbouwd.
In 1704 stelde een zekere Jaoobus van Rijn
dorp pogingen in het werk om een vast co-
mediegebouw op te richten. Hij richtte een
verzoek aan de „Edel Groot Achtbare Hee
ren, die van den Gerechte der stad Leyden"
om een Schouwburg te mogen, „optimme
ren en approprieeren" op het ledig erf van
•de afgebrande mouterij op de Oude Vest.
We zullen, om niet te breedvoerig te zijn,
do bepalingen niet opsommen en volstaan
met de vermelding dat in 1705 het gebouw
tot stand kwam.
Van Rijndorp en zijn echtgenoot© moch
ten levenslang het getoouw exploiteeren. In
1752 stierf Van Rijndorp en eenige jaren
later zijn vrouw. Het recht kwam toen aan
hun dochter Isabella Bernhardina, die toen
niet jong meer was. Uit wat we in het
voornoemde werkje van mr. Lamberts Hur-
relorinck vermeld vinden, was 'tgoen sym
pathieke dame ook. Haar doel was slechts
haar inkomsten zoo groot mogelijk te doen
zijn. Maar toch vergat zo niet ook aan heb
gebouw haar aandacht te schenken en dit
waar noodig, te verbeteren.
In 1771 overleed deze eigenaresse. Haar
vermogen liet ze na aan Louis Barnard en
zijn echtgenoot© Anna Nuellen.
Het ging de nieuwe eigenaars niet voor
den wind, want in 1775 werd de Schouw
burg wegens schuld van Barnard verkocht.
Een drietal jaren zwaaide toen de heer
Jacobus van Alkemade den scepter, om in
1778 plaat-s te maken voor Justus Carel
Kommer met zijn vrouw .zuetta Maria
Schophuia
Do Schouwburg vóór 1865.
j De schouwburg was bij die gelegenheid
eivol.'
Do financieele resultaten werden na dit
jaar minder. Nog twee jaar kon 2 divi
dend worden uitgekeerd, maar daarna daalde
dit percentage tot anderha f. Tot 't jaar 1898,
het meest bewogen jaar wel gedurende het
bestaan van den schouwburg.
Liquidatie-voorstellen.
Het geringe dividend van anderhalf per
cent was voor de aandeelhouders geen be
letsel geweest om in 1894 te besluiten op>-
ïiieuw do Koninklijke goedkeuring op de
statuten aan te vragen. Maar in 1898 gaven
ze bl\,k van nog grooter opofferingsgezind
heid. fn dat jaar werd een besluit genomen,
dat ook dit geringe dividend deed vervallen
en sedert kan, ook met het genot van ge-
i meente-subsidie, niets meer aan de aandeel-
houders worden uitgekeerd,
j Een brand, in houten barakken op de
tentoonstelling te Parijs, gaf B. en W. in
j 1S97 aanleiding om verschillende ver be--
I teringen voor te schrijven, tot vermindering
j van het brandgevaar. De kosten, hier/oor
j gevraagd, waren zeer hoog. De begrooting
wees een bedrag van f 5845. In gemeen over-
leg zouden de verbeteringen worden aange
bracht, maar B. en W. traden dwingend
op-. 2o gelastten verschillende verbeteringen
Toen de heer Paul als gemeente-archi eet
heenging, werden de eisshen zelfs nog hoo-
ger, hoewel het bestuur de veiligheid toen
vrij goed oordeelde.
I>© raming steeg tot fSOOO.
Eigen middelen waren voor dit werk on
toereikend. De geheele peserve was niet
meer clan f 1706.03, en 't zou van slecht
beleid getuigen, wanneer dit bedrag geheel
voor de verbouwing zou worden gebruikt.
Den Bisten December 1897 werden de
aandeelhouders bijeen geroepen, om over
deze hoogst belangrijke kwestie te beraad
slagen. Het bestuur deed mededeeling van
de onderhandelingen met B. en W. en de
i architect van den schouwburg, de heer Van
der Hoyden, over de kosten der verschillende
verbeteringen.
Lange discussies zrjn in die vergadering
gevoerd. Er werd nog terloops door <3en
aandeelhouder geadviseerd om den schouw
burg aan de gemeente ter overname aan te
bicslen. Het resu.taafc was evónwel, dat oen
motie werd aangenomen, waarin te kannen
werd gegeven, dat de eischen boven ide
draagkracht der Vereeniging gingen. B. en
V/. werd gevraagd met da dwangmaatrege
len te wachten lot Mei, o,.dat beraadslaagd
kon worden, op welke wijze aan de eischen
i nog to vo doen was, wijl anders tot slu ting
I en liquidatie moest worden overgegaan.
De bes.is. ing van B. en W. wilde men nu
eerst afwachten. Na onderhandelingen be-
I sloot het bestuur bij belangstellenden een
renteloos voorschot te vragen. Het minimum-
bedrag zou voor ieder f lOD zijn. Was het
j to kort dan niet te groot, dan zou dit wor-
i den geleend.
Voor 3l/o pCt. achtte men dit mogelijk.
Was dit financieel gedeelte afgedaan, dan
wilden B. en W. den Raad voorstallen gedu-
ro/ulo een tiental jaren f1500 subsidie vast
i te stellen.
Voor dit renteloos voorschot werd f2100
1 toegezegd. Dat werd te gering gevonden. En
I daarom werden aandee.houders en belang
stellenden tot een bijeenkomst opgeroepen.
Van do daar ontworpen p annen werd er
later één door het bestuur tot een voorstel
uitgewerkt.
I Dit luidde om de aandeelen terug te
brengen van f250 op flOJ het aandee
lenkapitaal verminderde du3 met 3/5 deel
en werd van f55 000 f22.000 —'en 0m
dam te trachten 80 nieuwe aandeelen ,uit
te geven a f100. Het kapitaal werd ian
weer f30 000 Om den aandeelhouders een
rente van 3 pCt. te verzekeren, zou geduron-
j do 20 jaar een gemeente-subsidie van f1500
worden gevraagd.
In de aandeelhouders-vergadering van 26
I Maart 189S kwam dit voorstel ter sprake,
j Daar kwam geweldige tegenkanlteg. Aispoe-
I dig was er een voorstel van prof. Sicgen-
j beek van Hcukelom, om een 3 pCt leening
te sluiten, gedurende 15 jaar f1500 sub
dat de Schouwburg er uitzag als hier af
gebeeld.
In 1809 veranderde de Schouwburg weer
van eigenaar. Wiilem Uljee, Abraham UI-
jee en Hui'bort van Roomburg mochten zich
in het bezit verheugen.
Onder hun b 'au r zijn er belangrijke
dingen gebeurd. Ze hebben het Fransche 1
regime meegemaakt. Doch het voornaam-
ete was de verbouwing, die tot stand kwam.
Zij hebben den Schouwburg doen bouwen,
die in Februari 1865 door de in het begin
van ong artikel genoemde Leidenaars werd
overgenomen en dien men hier ook afge
beeld vindt.
Toen Willem Uljee stierf, werd zijn we
duwe Catharina van Bemmel mede-eigena
res. In iS25 kwam dit aandeel in handen
van Cornelis Waalboer. In 1835 stierf
Abraham Uljee en kwam zijn aandeel aan
zijn vrouw Cornelia van Bemmel en drie
jaar later werd de apotheker Hendrik
Johan van Staveren door koop eigenaar
van Van Itoomburgs aandeel.
In 1838 waren dus eigenaren Cornelis
Waalboer, Cornelia van Beminel en Hen
drik Johan van Staveren. De tweede deed
in 1844 haar derde deel over aan Jacobus
Olivier en in 1852 trad Cornelis Marianus
Bronkhuizen in de plaats van. Waalboer.
Olivier had waarschijnlijk na eenige jaren
reeds weer genoeg van zijn bezit, want in
zijn plaats trad "VV. F. van Hartrop. Met
Van Staveren en Bronkhuizen was hij dus
de laatste eigenaar.
Een aandeel in veiling.
Over de exploitatie werd men meer en
meer ontevreden. En scherp kwam dit wel
tot uiting in een ingezonden stuk in het
„Leidsch Dagblad" van 21 Februari 1364,
een paar dagen voordat het aandeel van
den heer Bronkhuizen, Vrijdag 19 Febru
ari daarvóór in veiling gebracht, zou wor-
den toegewezen. De inzonder spaarde de j
exploitanten niet. Hij hoopte dat het aan-
cleel in goedo handen zou komen, gaf als 1
zij-n oordeel te kennen dat het niet moest j
toebehooren aan iemand, die geen gevoel j
voor kunst had en de „Schouwburg van
den heer Valois" de inzender noemde
den schouwburg waarschijnlijk zoo, wijl het
Haagschc Gezelschap onder directie van
J. C. Valois het grootste aantal voorstel
lingen gaf slechts beschouwde als een
winstgevende apotheek, waarin hij 100 pGt.
winst voor zijn medicamenten kon maken.
De heer Bronkhuizen zelf meest het nog
ontgelden en ook het gebouw, dab de schrij
ver eon groot pakhuis voor koloniale waren i
zou achten, wanneer er niet met groote
letters „Schouwburg" op stond. Even wei
nig aantrekkelijk als het uiterlijk was het
daarbinnen. Egyptische duisternis, „pro-
vcostverw," tocht, alle onaangenaamheden
waren het gebouw eigen.
Do schrijver zal misschien niet hebben
bevroed, dat het aandeel, waarop Vrijdag
39 Februari 2500 geboden was, Vrijdag 26
Februari voor f 5000 het eigendom zou wor
den van de oommissie, die zich voorstelde
to pogen don Schouwburg in bezit te krij
gen. Kort daarop werden de beide aandee
len van de heeren Van Staveren en Van
Hartrop onderehands aangekocht voor
15.000. Voor 20.000 had de commissie
dus de beschikking gekregen over het oude
gebouw.
sidie verleend van 1500 's jaars. De oproep
om aandeelen, elk groot f 250, te nemen in
de leening werd in November do datum
van dezen oproep is 24 November 1864 in
zeo gestuurd.
19 Jan. 1865 kwamen de deelnemers van
het plan tot verbouwing weer bijeen. Toen
kon worden meege
deeld, dat 146 aan
deelen van 250
geplaatst waren.
Dit vormde dus een
bedrag van 36.500.
Een tweede poging
moest nog worden
gedaan.
Achteraf bleek,
hoe men zich in te
resultaten van de
exploitatie vergis
sen zou. Den deel
nemers werd verze
kerd, dat het geld
een redelijke rente
zou opbrengen. Men
rekende zoo. De
zuivere opbrengst
was vroeger 1200
per jaar. Het aantal
zitplaatsen wordt ge
bracht van 600 op
900 en door het engageeren van goe
de gezelschappen zal de zuivere op
brengst wel 1800 zijn. Wanneer daar
nu bij komt de gemeente-subsidie van
1500, dan is de totale opbrengst f 330-3 of
ruim 4.\ van een kapitaal van f 70.000. De
commissie bracht deze cijfers naar voren,
maar vestigde er de aandacht op, dat niet
de geldelijke resultaten de oorzaak van
steun moohten zijn, maar „de belangstelling
in een goede zaak.''
Zonder gevolg bleef die hernieuwde op
roep niet, het montant der inschrijvingen
klom tot f 54.000. Verder wachten oordeel
den de inschrijvers overbodig en in een ver
gadering van 24 Maart 1865 werd o.rn. bo-
sloten tot de verbouwing over te gaan on
de maatschappij te constitueeren. De ontbre
kende aandeelen zou men nog pogen ze
plaatsen on anders het te kort komend 'be
drag opnemen.
Don 6den April werden de statuten goed
gekeurd en aan het eind van de maand
had hot verlijden van de notarieele acte
plaats.
De nieuwe Schouwburg.
De nieuwo schouwburg zou dus tot stand
komen. De aanbesteding werd al spoedig
gehouden. Wanneer men liet bestek door
leest, blijkt, dat er naderhand aan hel in
wendige nogal wat veranderd is. En ook 't
uitwendige is niet hetzeèf de gebleven. Een
enkele blik op bijgaande afbeelding van het
gebouw 11a 1865 is voldoende om dat te zieu.
Reeds Dinsdag 23 November 1865 had de
eerste voorstelling plaats met Molière's
„Geleerde Vrouwen" en „Madeleine la Sa-
botière". Hot „Amsterdamsche Tooneelge-
zelsckap onder de directie van Roobel, Tja-
sink en Peters gaf deze openingsvoorstelling.
Het was de eerste vertoomng, die te Leiden
van „Geleerde Vrouwen" werd gegeven.
Met een enkel woord zullen we nog gele
genheid hebben iets te memorecren van het
vele, dat de schouwburg aan kunstminnend
Leiden heeft geboden.
Heel gelukkig begon de exploitatie niet,
want reeds in het tweede jaar van het be
staan van de vereeniging ging door het fail
lissement van een bankiershuis een groot ge
deelte van het vermogen verloren. Men is
evenwel de moeilijkheden te boven gekomen
on onder gunstige omstandigheden was
niet juist 3 dividend uitgekeerd werd
het 25-jarig bestaan in 1890 herdacht.
In dat jaar vormden de heeren mr. H. L.
A. Obreen, Henri van do Velde, A. D. 13.
Schretlen, prof. dr. J. H. C. Kern on L. F.
Proot het bestuur.
Den 24sten November zou dit plaats heb
ben doch den dag daarvoor overleed Koning
Willem III en de feestelijkheid werd uitge
steld tot 28 Dec. d.a.v. De Rotterdammers
onder Le Gras en Haspels, gaven „De Kies-