Maandag 2S November. Tweede JBlaxl. A0 1915. QdkÊ- Offisiaele Kennisgeving. Gemeentezaken. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. N®. 10793 LEIDSCH VERGADERING van den. GEMEENTERAAD VAN LEIDEN, op DONDERDAG, 25 Not. 1915, des namiddags te Ualftweo uur.. •Te behandelen onderwerpen lo. Aanwijzing van leden van den Gemeento- raad, om zoo noodig, als plaat-svervangera op te treden van den Burgemeester, als voorzitter van het Hcbfdstembureau in het eerste kiesdistrict-, voor de eventueele stemming ên herstemming ter benoeming van een lid van den Gemeenteraad. 2o. Benoeming van de leden en de plaatever- van gendo leden van het Hoofdstembureau in het eersto kiesdistriot en van de voorzit ters, leden cn plaatsvervangende loden van do vorige stembureaus, voor de eventueele stemming en herstemming ter benoeming van loden van den Gemeenteraad. Zo. Benoeming van eei\ lid dor Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal". (205) 4<j. Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting, buiten de leden van don Baad. (201) 6o. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Natuurkunde aan het Gymnasium. (213) 6o. Benoeming van een onderwijzer-plaatsvcr- vangoud hoofd der sohool der 3c klasse No. 4. (207) 7o. "Verzoek van H. A. Koorenhof om eervol ontslag als onderwijzer met vorplichto hoofdakte aan de school der 3e kla-sso No. (206) 8o. Benoeming van oen onderwijzer met ver plichte hoofdakte aan de sohool der 3e klasse No. 2. (224) 9o. Idc: als voren aan de sohool der 3e klasso No. 3. (224) lQo. Idem als voren aan de sohool dsr 3e klasso No. 8. (224! llo. Idem als voren aan de school der 4e klasse No. 2. (224) 12o. Voorstel a. tot het verbinden van een vierde leer kracht aan de Buitengewone Sohool voor Lager Onderwijs; b. tot benoeming van een onderwijzeres aan die school. (209) 13o. Benoeming van oen onderwijzeres in de handwerken aan de sohool der 4e klasso No. 2. (209) 14b. Verzoek van J. P. Paulusse om eervol ont slag als onderwiizor aan do sohool dor 3e klasse No. 1. (203) 15.- Verzoek van J. H. J. Bongors om eervol ontóla? als onderwijzer aan de sohool der 3e klasse No. 7. (204) 16o. Voorstel om aan Mevr. L. J. Burgersdijk— Blanken eervol ontslag te vorleenen als lid van het College van Vrouwen- Kraammoe- ders. (202) 7o. Beken ine, dienst 1914. van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (217) 18o. Suppletoiro staat van bogrooting, diepst 1915, van het Geref. Minne- of Arme Onde^ Mannen- en Vrouwenhuis. (218) 19 Begrooting. dienst 1916, van hot Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrou wenhuis (218). 20. Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1915, ten behoeve van de kosten van drak en bindwerk van de „Statistiek van Lelden". (228) 2io. Voreook van Mej. G. van Bommel om het gebruik van het teekenlokaal der Kweek school voor Onderwijzers en Onderwijzeres sen ten behoeve van eon cursus in illustra tief teekenen. (225) 22o. Verzoek van de Vereeniging „Schoolkinder voeding" om het gebruik van eenige school lokalen, ten behoeve van de maaltijden voor behoeftige schoolkinderen. (226) 23o. Voorstel tot kostelooze overname in eigen dom on onderhoud bij de gemeente van een strook grond aan de Koolstraat, kad. be kend Sectie B No. 2285 gedeeltelijk. (214) 24o. Voorstel tot aankoop van hot perceel Gce- regracht No. 52 en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (212) 25o. Voorstel: a. tot verhoogin:: van het salaris van B. H. Jansen, claviger van het Gymnasium; b. tot wijziging der begrootingen, dienst 1915 en 1916, ten behoeve van de ve.lioo- ging der kosten van schoonhouden van het Gymnasium over 1915 en 1916 *-n de verhooging van het sub a bedoeld sala ris over 1916. (227) 26o. Voorstal tot beschikbaarstelling van geilen voor hot aanbrengen van eenige voroete- ringen in het gebouw der Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen. 223) 27o. Verordening, houdende wijziging van de vor- ordening van 17 December 1914 (Qem. Blad No. 37), betreffende de levering van electri- oiteit door de Stodelijke Fabrieken van Gas en Eleotrioitoit (220) 28o. Vporstel a. tot introkking van hot Raadsbesluit van 18 Juli 1907 waarbij het onderwijs aan do school der 2e klasse voor jongens en meisjes No. 1 werd uitgebreid met oen 7o klasao; b. tot vaststelling van de Verordening, houdende wijziging van de Verordening van 7 December 1911 (Gem. Blad No. 41), bepalende het getal der soholen voor openbaar lager onderwijs te Leiden, den omvang van het onderwijs op elke sohool, den bijstand aan de hoofden der soholen te verleenen cn de bezoldiging van het onderwijzend personeel. (221) 29o. Verordening, betreffende het bedrijf van het Openbaar Slaohthuis, (199 en 215) 3üo. Verordening, betreffende hot Personeel ver bonden aa i het Openbaar Slaohthuis. (199 en 215) 31o. Verordening, betreffende den Werkkring van do Oom missie van Beheer over het Openbaar Slachthuis. (199 en 215) 32. Verordening, houdende Instructie voor den Directeur van het Openbaar Slachthuis. (199 en 215) 33o. Verordening, houdenden Instructie voor den Kouringsvcearts tevens adjnnot-direoteur van het Openbaar Slachthuis. (199 en 215) 34. Verordening, hondende wijziging van d© ver ordening van 12 Juli 1906 (Gem. Blad No. 28), regelende de invordering van bolastingon voor het gebruik van het Openbaar Slacht huis to Leiden. (199 en 216) 35o. Voorstel in zake de toekenning van een duurte toeslag aan verschillende categoriën van beambten en werklieden in dienst van do gemeente Leiden. (222) 36o. Bezwaarsohrifton tegen aanslagen in de plaatselijke direote belasting, dienst 1914 en 1915. (210, 211 en 219) Benoemingen en Ontslag. Voor de benoeming van een lid van heb College van Bestuurderen der Sted. Werk inrichting, ontstaan door het overlijden van den heer S. J. Ie Poole, worden voorgedra gen: lo. P. J. Mulder; 2o. dr. Th. W. v. Lidti de Jende. Ter voorziening in de vacature, ontstaan door heb bedanken van den heer J. Kore- vaar P.Azn., als lid der Comm. voor de La kenhal, worden aanbevolen: H. Wc Fischer en mr. A. v. d. Elsb. Door Curatoren van bet gymnasium wordt voorgesteld den tijdelijk en leeraar in de Na tuurkunde aan deze inrichting, dr. T. van Lohuizen, wederom voor den tijd van één jaar te benoemen. Op de voordracht voor de benoeming van c n derwij z>er-plaate v er vangen d hoofd aan de school 3de ld. No. 4, ter vervanging van den heer L. Vermaas, werden voorgedragen: D. C. Schuit, onderwijzer-plaatsvervangend hoofd aan de openbare lagere school der 3de klasse No. 8, te Leiden; H. Lautenbach, onderwijzer meb verplichte hoofdakte aan de openbare lagere school der 3de ldasse No. 4, te Leiden; F. L. Th. Moene, onder wijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare lagere school der 3de klasse No. 4, te Leiden. Tot onderwijzeres aan de buitengewone school voor L. 0. voor zwakzinnige kin deren: mej. J. J. G. Bruintjes, onderwij zeres aan de 0. L. school der 3de: klasse No. 5, te Leiden; mej. W. M. van Setten, onderwijzeres aan een openbare voorberei dingsschool te Utrecht; mej. E. H. de Oude, onderwijzeres aan de 0. L. school te Borne. To() onderwijzer met verplichte hoofdakte: School 3de klasse No. 2: Tjepkema^ onderwijzer aan de 0. L. school der 3de klasse No. 2, te Leiden; J. C. van Schaik, onderwijzer te Haamstede; P. Koeze, onder wijzer te Oegstgeest. School 3de klasse No. 3: J. C. van Schaik, onderwijzer te Haamstede; P. Koeze, onder wijzer te Oegstgeest; H. Tjepkema, onder wijzer aan de 0. L. school der 3de klasse, No. 2, te Leiden. Schoei 3de klasse No. 8: G. W. L. Monné, onderwijzer te Wageningen; J. C. van Schaik, onderwijzer te Haamstede; H. Tjep kema., onderwijzer aan de 0. L. schoei der 3de klasse No. 2, te Leiden. School 4de ldasse No. 2: P. Koeze, on derwijzer te Oegstgeest; J. C. van Schaik, onderwijzer te Haamstede; H. Tjepkema, on derwijzer aan de 0. L. school der 3de klasse No. 2, te Leiden. Voor de benoeming van een onderwij zeres in de handwerken aan de openbare lagere school der 4de klasse No. 2, ter voorziening in de vacature, welke is ont staan tengevolge van de overplaatsing van mej. E. Korenhoff naar de openbare lagere school der 3de klasse No. 4, worden voor gedragen: mej. M. den Ouden, werkzaam aan de openbare lagere school der 3de klasse No. 3; mej. C. Korenhoff, werkzaam aan de openbare lagere school der 3de klasse No. 8; mej. H. A. Mulder, werkzaam aan de openbare lagere school der 3de klasse No. 3. Verder stellen B. en W. voor gunstig te beschikken op de verzoeken om eervol ontslag van mevr. L. J. BurgersdijkBlan ken, als lid van het Colllege van Vr. Kraam- moeders en van de heeren J. P. Paulusso en J. H. J. Sengers als onderw. resp. aan de scholen der 3de kl. No. 1 en No. 7. Gunstige Beschikken op Verzoeken. B. en "W. £*even den ïtaad in overweging gunstig te beschikken op het verzoek van de Vereeniging „SchoolkindervoeJing'-, om het giebruik van eenige schoollokalen, ten behoeve van de maaltijden voor behoeftige schoolkinderen en haar tot wederopzeggens op nader te bepalen dagen en uren een lokaal in de school 4de kl. No. 1 in de Haver- straat en in de school 4de kl. in de Bran- dewijnsteeg kosteloos voor dit doel af te staan. Eveneens willen B. en W. gunstig beschik ken op een verzoek van mej. G. van Bom mel om hei gebruik van het teekenlokaal der Kweekschool voor Onderwijzers en On derwijzeressen voor een door haar te houden cursus in illustratief teekenen, tegen be taling van een jaarlijksche vergoeding van f 10 per wekelijksch uur en van de kosten van vuur, licht-, schoonhouden en bediening. Ten slotte adviseeren B. en W. den Raad van de N. V. „Nationaal Grondbezit" kos teloos over te nemen een strookje open grond, gelegen in de Koolstraat, eertijds behoorende bij perceel Oude Singel No. 220. Vcrhoogiug Salaris Claviger. Door Curatoren wan het Gymnasium werd de aandacht van B. en W. er op gevestigd, dat de werkzaamheden van den Claviger (letterlijk sleutel drager) ten gevolge van de vorgrooting van het gebouw met vier lo kalen in niet onbelangrijke mate zijn ver meerderd en dat het daarom billijk is het traktement van den tegenwoordigen titularis eenige verhocging te doen ondergaan. B. en W. kunnen zich met het gevoelen van Curatoren wel vereenigen en stellen daarom voor te besluiten, de jaarwedde van den tegen woo rdigen claviger B. H. Jansen, met ingang van 1 .Januari 1916 met f 60 te verhoogen en te brengen op f575, be- I nevens het genot yan vrije woning, vuur en licht-. Dunrtc- of Kindertoeslag voor Personen in Dienst der Gemeente. Naar aanleiding van een verzoek van de Vereeniging van bezoldigde Agenten van Po litie „Door Eendracht Saamgebracht", om in verband met de stijging van de nood zakelijkste uitgaven voor levensonderhoud, een voorziening in den bes taan den nood te treffen voor de lagere politiebeambten en een bij B. en W. ingekomen adres van het bestuur der afd. Leiden van den Ned. Boud van Werklieden in Openbare Diensten en Bedrijven, waarin verzocht werd een voor stel tot toekenning van een duurtetoeslag aanhangig te maken, hebben B. en W. deze zaak nader overwogen en zijn teruggekomen op hun advies van 8 April 1915, waarin zij tot de conclusie "kwamen, dat een toeslag op het loon een niet t9 verdedigen bevoor rechting van een kleine groep personen zou zijn, waartoe de overheid niet haar medewer king mocht verleenen. Een tweetal omstandigheden hebben B. en W. tot een ander gevoelen geleid. Vooreerst worden, behalve door .verschil lende gemeenten, ook door tal van groote en kleine patroons en particuliere maat schappijen duurtetoeslagen aan hun perso neel uitgekeerd en in de tweede plaats blijft niet alleen de duurte der voedingsmiddelen aanhouden, doch worden nog verschillende gebruiksartikelen steeds duurder. Deze beide omstandigheden hebben B. en W., zij het ook niet dan na lange aarze ling doen besluiten, om thans, nu de winter weldra voor de deur zal staan, den Raad voor te stellen tot het toekennen van een duurtetoeslag over te gaan, ten einde de miDstgesalarieerden, van wie moet worden aangenomen, dat zij in deze tijdsomstandig heden moeilijk van hun salaris zonder meer kunnen rondkomen, ©enigszins tegemoet te koouen 'en door de wintermaanden heen te helpen. Aan welke categorieën van beambten en werklieden moet nu een toeslag worden toegekend, gedurende welken tjjd moet die toekenning plaats hebben en op welk bedrag moet die toeslag worden bepaald? Bij de beantwoording van deze vragen hebben B. en W. zich in de allereerst© plaats voor oogen gehouden, dat all;en die beambten en werkl. in aanmerking mogen ko men, voor wie een toeslag op het loon be slist noodig moet worden geno ?md. Een rui meren maatstaf aan te leggen, zou h. i. niet niet geoorloofd zijn, aangezien de toeslag moet worden opgebracht door de boosting betalende burgerij, waarvan ean groot deel zeker niet minder, dan de sfcadswerklieden en beambten onder de abnormale tijden ge bukt gaat. Bepaald zal derhalve mostïn worden, welk inkomen als grens voor den gel del ij ken toe slag behoort te worden aangenomen, als ook aan welke personen, binnen die grens vallende, de toeslag moet worden toegekend. Niet in aanmerking moeten h. i. komen do ongehuwde beambten en werklieden en evenmin hun gehuwde collega's, die geen kinderen ten hunnen laste hebben. Natuurlijk zullen ook deze personen, evenals trouwens bijna alle menscken, die geen coriogswïnslca genieten, den druk der abnormale tijden ge voelen, doch de lasten, die hen drukken,, zijn in het algemeen genomen veel geringer, dan voor de gehuwden met kinderen. Bo vendien worden gezinnen, die geen kindeieu ten hunnen laste hebben, ook belangrijk min der getroffen door de stijging van de prij zen der eerste levensbehoeften, mea cLa-q slechts aan het artikel „melk", te. wijl bij e n kinderloos gezin de vrouw veel gemakkelijk r in staat is ook harerzijds iets te verciien-.-n, dan de gehuwde vrouw, die op Laar kleine kinderen moet passen of daarvoor zich van betaalde hulp moet voorzien. Als grens voor den toeslag kan ees sa laris van f 1200 (onder salaris den pen sioensgrondslag te verstaan, worden aan genomen. Gezinnen met een inkomen \an f1200 of meer (d. i. ten minste ongeve r f23 per week) moeten geacht worden ni-tj alleen in normale tijden naar behoorea te kunnen rondkomen, maar zich boven li m bij gepaste spaarzaamheid, t?gen abno: m :1e om standigheden voldoende te kunnen wapenen. Do tijd, gedurende welken de toes] g wor t gegeven, moet li. i. worden beperkt tot de wintermaanden en derhalve over de maan den December t/m. M^art wor len uit gekeerd. Met het oog op het tijdelijk karakter van den duurtetoeslag is het verder niet aan te bevelen de uïtkeering per week tegelijk met het weekloon te doen plaats hebben. Aan een uïtkeering in eens zijn echter e n- eens groote bezwaren verbonden. In dat geval loopt men het gevaar, dat de toeslag zal worden beschouwd als ean „extraatje", dat lang vóór het einde der abnormale tijds omstandigheden, of vóór den af.oop van d n winter zal zijn uitgegeven voor doeleinden, waarvoor de toes'ag niet is bestemd. Met het oog op deze bezwaren wordt daarom door B. en W. voorg c.eld tot uïtkeering .eens per maand te besluiten. Het bedrag der uitkeering aan de ge zinnen met een pensioensgrondslag beneden f1200 's jaars zou kunnen worden bepaald op fl.60 per raaani en per kind beneden den leeftijd van vijftien jaar, d. i. voor elk kind f6.40 in totaal of ongeveer f0.40 per week, evenwel met dien verstande, dat het bedrag van den p&nsioengronds'ag ver meerderd met het totaal b:drag van den toe slag over de 4 maanden, de som van f1200 niet mag overschrijden. Evenals in 1911 zal de toeslag alleen die nen to worden gegeven aan de beambten en werklieden, die in vasten dienst der ge meente zijn, of daarmede naar het oordeel van B. en W. zijn ge'ijk te stellen, terwijl do toeslag niet behoort te worden gegeven aan hen, die volgens hun aanslag over heb jaar 1915 een inkomen van i 1200 of moer hebber, of die in dienst der gemeente s'echts eenige bijbetrekking bekleeden. Het komt B. en W. vcor, dat bij toeken ning van een toeslag-op de boven aangege ven wijze, do billijkheid zooveel mogelijk zal worden betracht en dat een uitkeering per kind ook verre de voorkeur verdi?nt boven een uitkeering in eons van b.v. één v:.?k extra loon aan alle beambten en werklieden beneden zeker inkomen, aangezien dan de personen met de hoogste loone.i de grootste en die met de laagste loon en de kleinste toelage zouden ontvangen, terwijl het naar de meening van B. en W. de bxloeling moei zijn aan hen, die uit hoofde van hun groot gezin in verband met hun inkomen het 'meeste behoefte aan een toeslag hebben, de grootste toeslag uit te keeren. De kosten, aan de aanneming van het voorstel verbonden, worden geraamd oo ruim f 9000. B. en W. stellen verder nog veer het aantal en den leeftijd der kinderen te be- ocrdeelen naar den toestand op 1 December Uit het Engelsch van Miss YONGE. (Nadruk Verboden). 15). Met de heeren was Violette gelukkiger. Lord Martindale had een vriendelijk voor komen, en weldra had zij zichzelve zoo ver overwonnen, dat) zij tob hé-ui spreken durf dé, terwijl Jolm, dat wist zij, haar zeer gene gen wasdoch zij zaghem weinig, daar 'hij zeer afgezonderd van do overige fami lie leefde cn dikwijls maar alleen aan het middagmaal verscheen. Nu eerst begreep zij de verwondering van Arthur over de leefwijze, die zijn broeder te Winchester volgde, nu zij bemerkte, dab John zoo wei nig met het overigo gezin omging, dat zijn vader er prijs op steldé als hij hem een en koio maal op een rijtoertje vergezelde, en zijn moeder het als ©en gunst beschouwde, vranneer hij een wandeling in den tuin niet haar deed. De dorpskerk was zoo ver af, dat de koets altijd werd ingespannen om de dames daar heen te brengen, met uitzondering van Theodora, die van haar veertiende jaar af het zich toi een gewoonte had gemaakt om 'een uur van te voren naar de school te gaan, en daar tot kerktijd en tusschen de twoe diensten te blijven. Men hield het er m de familie algemeen voor dat zij ver heugd was als het des Zondags regende, dewijl zij dan gelegenheid had haar vasten iwil te toonen, zoodat niemand, hoe ongun- stig het weder ook zijn mocht, er een oogenbik aan dacht om haar daarvan af te houden. Op den eersten Zondag tvan Violette's verblijf regende het harddes namiddags toen Lord Martindale zich naar het ver trek van John had begeven, om hem af te raden voor do tweede maal ter kerke te gaan, hoorden zij, daar do deur openstond, Arthur, die in de gang stond, zeggen: „Hoi wat! Gij gaat tooh niet in dien stortvloed naar do kerk?" „Och toe, laat mij maar gaan!" hernam een smcckcnd stemmetje. „Wel, do allee gelijkt wel een rivier, en gij kunt toch niet zwemmen, voor zoover ik weot. „Wij bleven te Wrangerton nooit uit dc kerk om het weder, en daar is de afstand nog grooter." „Niemand gaat er heen, zeg ik u. Het zou do grootste gekhbid zijn. Gij zijt nog orger dan Theodora, geloof ik." „Ik doe het niet om roijn zin te hebben I" zei zij, een weinig uit het veld geslagen; „en ik zal niet gaan als gij zegt, dat ik thuis moet blijven, maar och, zeg dat, als het u belieft, niet. Ik heb geen één stich telijk boek om te lozen, en niets te doen, en ik zal het mij de geheel© volgende week verwijten, dat ik verkeerd deed- „Het is waar, gij kunt geen sigaar roo- kon'„ zei Arthur, tot medelijden bewogen. „Kom aan dan maar, mijn stijfkopje wil zwemmen! Laten wij ons watertochtje dan maar aanvangen.- Hud stemmen en voetstappen verwijder den zich; vader cn broeder zagen elkander lachend aan. „Zij is een goed, oprecht kind Zij zal mettertijd nog wel iefca goeds van hem maken," en Lord Martindale (want Arthur had te boud gesproken, toen hij verzekerde, dat niemand ter kerk ging) j toonde inderdaad, een vaderlijke bezorgd heid, opdat Violette geen hinder van den regen mocht hebben, en zond zelfs Pauline om een mantel van Miss Martindale voor haar te balen. B et was nog zeer vroeg, toen zij het dorp bereikten, en Lord Martindale bracht hen, onder voorgeven, dat hij een workman iets te zeggen had, door oen fraaien tuin naar een huis, dat aan den voorkant geheel ge sloten was. Zij traden door de achterdeur een keuken binnen, alwaar een paar boe renlieden in hun Zondags-gewaad zaten. Terwijl Violette den regen van haar kled deren schudde en zich bij den haard warm de, sprak Lord Martindale tot den man, en daarop een deur open doende, riep hij Vio lette en Arthur om het huis te zien. Het bestond, uit vescheidene kamers, die blijkbaar nooit bewoond geweest waren en er ook verre van uitlokkend uitzagen, ter wijl men van het park. door den plasregen, weinig kon zien. „Hier zou wel iets van te maken zijn," sprak Lord Martindale. „Het is te gelijk met het groote huis bebouwd, daar er toen maals plan was, dat mevrouw Nesbit op zichzelve zou gaan wonen; en in latere ja ren is het vcor den armen John open ge houden." Hij brak hier eensklaps af. Violette was nieuwsgierig of dit huisje voor haar be stemd zou worden, en dacht bij zichzelve, dat die ledige kamers nooit zoo lief als haar klein salon te Wincncster konden worden; doch zij vernam niets verder, en het was ook weldra tijd om naar de kerk te gaan. Een paar dagen daarna verzocht Lord Martindale hun om nun verblijf nog een weinig te rlengen, hetgeen Arthur als een compliment aan Violette wildo be schouwd hebben; doch daarvan wilde zij niets hooren, ofschoon zij er verheugd over was, omdat, het haar echtgenoot zooveel genoegen deed en dewijl zij hoopte, dat het 'n bewijs was, dat men haar om zijnentwille 'n weinig begon te verdragen. Voor haarzel- ve zou zij veel liever gezien hebben, dat zijn verlof niet verlengd werd, te meer, daar zij vernomen had, dat het regiment umnen een maand naar Londen zou verlegd wor den, zoodat zij rekenen kon haar dierbaar huisje to Winchester niet meer te zullen betrekken; doch zij was zoo weinig zelfzuch tig, dat zij zichzelve verweet, al ware het dan ook maar één oogenblik-, den wensch gekoesterd te hebben, dat Arthur het ge noegen, hetwelk hij in zijn ouderlijk huis scheen to smaken, zou opgeven. Het was een groot verlies voor ha: dat Miss Gardner, die als het ware do koelheid en stijve beleefdheid der cverigo dames voor haar verzacht had, weder vertrok. Dit deed haar des te meer leed, dewijl op den morgen van haar vertrek Jan) haar zeer stellige blijken van voorkomendheid en vriendschap gaf cn haar hartelijk uit- noodigde om haar kennismaking te Lon den voort te zetten. „Ik woon bij mijn zuster in, en zij zal verrukt zijn u te zien. Gij gaat immers te Londen wonen, nietwaar?" „Gij zijt wel goed. Ik weet het niet ze ker; doch het zal mij genoegen doen u te z|en." En ik zal er mij een feest van maken, u aan mijn zuster voor te stellen. Ik doDk, dat gij groote vriendinnen zult worden. Welk 'n belangrijk seizoen zal dat zijn, als er twee zulke zusters als mevrouw en Miss Martin dale, tegelijkertijd haar intrede in de groote wereld dóen I Het zal waarlijk iets wezen om nooit te vergeten." Violette kleurde geweldig, en maakte, hoewel nauwelijks verstaanbaar, eenige te genwerpingen. Het was haar alsof zij zich te veel aanmatigde, toen zij haar naam met dien van Miss Martindale vereenigd hoorde noemen, en zij vond het gevaarlijk en ver keerd, op bewondering te rekenen. „Ik wilde u niet angstig maken," voegde Miss Gardner haar met een bemoedigend glimlachje toe, „ofschoon ik al vooruit weet wat ik hoorei zal. Ik gevoel, dat ik re'cht beb om trotsch op u te wezen, omdat wij reeds oude kennissen zijn." „Gij zijt wel vriendelijk, maar och, spreek i.oo nietHot is niet goed voor mij, dat weet ik." „Gij hebt gelijk, ik moet dit bekennen gij volgt buiten conigen twijfel den besten weg doch er zijn zoo weinige mensehen, die zoo denken. Ik wenschte, dat meer jongedames op u geleken en op Theodora, die ernstig Loos op mij geworden is, dewijl ik haar voor speld heb, dat zij grooten opgang zal ma ken." „Achdaar zal zij zich niet bezorgd over maken," zeidc Violette, „daar is zij te goed voor." „Verschrikkelijk goed, zeggen sommigo menschen," hernam Jane met een zonder lingen glimlach, „maar ik ken haar volko men, ofschoon zij altijd meer van mijn zuster clan van mij heeft gehouden. „Gij hebt haar dan reeds lang gekend?" „Van haar geboorte af. Wij waren ;n Lon den dagelijks bij eikand"t; zij en mijn zuster waren twee uitgelaten wilde meisjes, die nooit moede werden allerlei dolle streken uit to voeren. Wij plaagden er haar altijd mede, dat zij haar gouvernante regeerde, cn cl at haar niemand bedwingen kon en dit laatste is nog het geval."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5