Maandag 2S November.
Tweede JBlaxl.
A0 1915.
QdkÊ-
Offisiaele Kennisgeving.
Gemeentezaken.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
N®. 10793
LEIDSCH
VERGADERING
van den.
GEMEENTERAAD VAN LEIDEN,
op DONDERDAG, 25 Not. 1915,
des namiddags te Ualftweo uur..
•Te behandelen onderwerpen
lo. Aanwijzing van leden van den Gemeento-
raad, om zoo noodig, als plaat-svervangera
op te treden van den Burgemeester, als
voorzitter van het Hcbfdstembureau in het
eerste kiesdistrict-, voor de eventueele
stemming ên herstemming ter benoeming
van een lid van den Gemeenteraad.
2o. Benoeming van de leden en de plaatever-
van gendo leden van het Hoofdstembureau
in het eersto kiesdistriot en van de voorzit
ters, leden cn plaatsvervangende loden van
do vorige stembureaus, voor de eventueele
stemming en herstemming ter benoeming
van loden van den Gemeenteraad.
Zo. Benoeming van eei\ lid dor Commissie voor
het Stedelijk Museum „de Lakenhal". (205)
4<j. Benoeming van een lid van het Bestuur
der Stedelijke Werkinrichting, buiten de
leden van don Baad. (201)
6o. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de
Natuurkunde aan het Gymnasium. (213)
6o. Benoeming van een onderwijzer-plaatsvcr-
vangoud hoofd der sohool der 3c klasse
No. 4. (207)
7o. "Verzoek van H. A. Koorenhof om eervol
ontslag als onderwijzer met vorplichto
hoofdakte aan de school der 3e kla-sso
No. (206)
8o. Benoeming van oen onderwijzer met ver
plichte hoofdakte aan de sohool der 3e
klasse No. 2. (224)
9o. Idc: als voren aan de sohool der 3e klasso
No. 3. (224)
lQo. Idem als voren aan de sohool dsr 3e klasso
No. 8. (224!
llo. Idem als voren aan de school der 4e klasse
No. 2. (224)
12o. Voorstel
a. tot het verbinden van een vierde leer
kracht aan de Buitengewone Sohool voor
Lager Onderwijs;
b. tot benoeming van een onderwijzeres
aan die school. (209)
13o. Benoeming van oen onderwijzeres in de
handwerken aan de sohool der 4e klasso
No. 2. (209)
14b. Verzoek van J. P. Paulusse om eervol ont
slag als onderwiizor aan do sohool dor
3e klasse No. 1. (203)
15.- Verzoek van J. H. J. Bongors om eervol
ontóla? als onderwijzer aan de sohool der
3e klasse No. 7. (204)
16o. Voorstel om aan Mevr. L. J. Burgersdijk—
Blanken eervol ontslag te vorleenen als lid
van het College van Vrouwen- Kraammoe-
ders. (202)
7o. Beken ine, dienst 1914. van het H. G. of
Arme Wees- en Kinderhuis. (217)
18o. Suppletoiro staat van bogrooting, diepst
1915, van het Geref. Minne- of Arme Onde^
Mannen- en Vrouwenhuis. (218)
19 Begrooting. dienst 1916, van hot Geref.
Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrou
wenhuis (218).
20. Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst
1915, ten behoeve van de kosten van drak
en bindwerk van de „Statistiek van
Lelden". (228)
2io. Voreook van Mej. G. van Bommel om het
gebruik van het teekenlokaal der Kweek
school voor Onderwijzers en Onderwijzeres
sen ten behoeve van eon cursus in illustra
tief teekenen. (225)
22o. Verzoek van de Vereeniging „Schoolkinder
voeding" om het gebruik van eenige school
lokalen, ten behoeve van de maaltijden voor
behoeftige schoolkinderen. (226)
23o. Voorstel tot kostelooze overname in eigen
dom on onderhoud bij de gemeente van een
strook grond aan de Koolstraat, kad. be
kend Sectie B No. 2285 gedeeltelijk. (214)
24o. Voorstel tot aankoop van hot perceel Gce-
regracht No. 52 en tot vaststelling van den
desbetreffenden begrootingsstaat. (212)
25o. Voorstel:
a. tot verhoogin:: van het salaris van B.
H. Jansen, claviger van het Gymnasium;
b. tot wijziging der begrootingen, dienst
1915 en 1916, ten behoeve van de ve.lioo-
ging der kosten van schoonhouden van
het Gymnasium over 1915 en 1916 *-n de
verhooging van het sub a bedoeld sala
ris over 1916. (227)
26o. Voorstal tot beschikbaarstelling van geilen
voor hot aanbrengen van eenige voroete-
ringen in het gebouw der Kweekschool voor
Onderwijzers en Onderwijzeressen. 223)
27o. Verordening, houdende wijziging van de vor-
ordening van 17 December 1914 (Qem. Blad
No. 37), betreffende de levering van electri-
oiteit door de Stodelijke Fabrieken van Gas
en Eleotrioitoit (220)
28o. Vporstel
a. tot introkking van hot Raadsbesluit van
18 Juli 1907 waarbij het onderwijs aan do
school der 2e klasse voor jongens en
meisjes No. 1 werd uitgebreid met oen
7o klasao;
b. tot vaststelling van de Verordening,
houdende wijziging van de Verordening
van 7 December 1911 (Gem. Blad No. 41),
bepalende het getal der soholen voor
openbaar lager onderwijs te Leiden, den
omvang van het onderwijs op elke
sohool, den bijstand aan de hoofden der
soholen te verleenen cn de bezoldiging
van het onderwijzend personeel. (221)
29o. Verordening, betreffende het bedrijf van
het Openbaar Slaohthuis, (199 en 215)
3üo. Verordening, betreffende hot Personeel ver
bonden aa i het Openbaar Slaohthuis.
(199 en 215)
31o. Verordening, betreffende den Werkkring
van do Oom missie van Beheer over het
Openbaar Slachthuis. (199 en 215)
32. Verordening, houdende Instructie voor den
Directeur van het Openbaar Slachthuis.
(199 en 215)
33o. Verordening, houdenden Instructie voor den
Kouringsvcearts tevens adjnnot-direoteur
van het Openbaar Slachthuis. (199 en 215)
34. Verordening, hondende wijziging van d© ver
ordening van 12 Juli 1906 (Gem. Blad No. 28),
regelende de invordering van bolastingon
voor het gebruik van het Openbaar Slacht
huis to Leiden. (199 en 216)
35o. Voorstel in zake de toekenning van een
duurte toeslag aan verschillende categoriën
van beambten en werklieden in dienst van
do gemeente Leiden. (222)
36o. Bezwaarsohrifton tegen aanslagen in de
plaatselijke direote belasting, dienst 1914
en 1915. (210, 211 en 219)
Benoemingen en Ontslag.
Voor de benoeming van een lid van heb
College van Bestuurderen der Sted. Werk
inrichting, ontstaan door het overlijden van
den heer S. J. Ie Poole, worden voorgedra
gen: lo. P. J. Mulder; 2o. dr. Th. W. v.
Lidti de Jende.
Ter voorziening in de vacature, ontstaan
door heb bedanken van den heer J. Kore-
vaar P.Azn., als lid der Comm. voor de La
kenhal, worden aanbevolen: H. Wc Fischer
en mr. A. v. d. Elsb.
Door Curatoren van bet gymnasium wordt
voorgesteld den tijdelijk en leeraar in de Na
tuurkunde aan deze inrichting, dr. T. van
Lohuizen, wederom voor den tijd van één
jaar te benoemen.
Op de voordracht voor de benoeming van
c n derwij z>er-plaate v er vangen d hoofd aan de
school 3de ld. No. 4, ter vervanging van
den heer L. Vermaas, werden voorgedragen:
D. C. Schuit, onderwijzer-plaatsvervangend
hoofd aan de openbare lagere school der
3de klasse No. 8, te Leiden; H. Lautenbach,
onderwijzer meb verplichte hoofdakte aan
de openbare lagere school der 3de ldasse
No. 4, te Leiden; F. L. Th. Moene, onder
wijzer met verplichte hoofdakte aan de
openbare lagere school der 3de klasse No.
4, te Leiden.
Tot onderwijzeres aan de buitengewone
school voor L. 0. voor zwakzinnige kin
deren: mej. J. J. G. Bruintjes, onderwij
zeres aan de 0. L. school der 3de: klasse
No. 5, te Leiden; mej. W. M. van Setten,
onderwijzeres aan een openbare voorberei
dingsschool te Utrecht; mej. E. H. de Oude,
onderwijzeres aan de 0. L. school te Borne.
To() onderwijzer met verplichte hoofdakte:
School 3de klasse No. 2: Tjepkema^
onderwijzer aan de 0. L. school der 3de
klasse No. 2, te Leiden; J. C. van Schaik,
onderwijzer te Haamstede; P. Koeze, onder
wijzer te Oegstgeest.
School 3de klasse No. 3: J. C. van Schaik,
onderwijzer te Haamstede; P. Koeze, onder
wijzer te Oegstgeest; H. Tjepkema, onder
wijzer aan de 0. L. school der 3de klasse,
No. 2, te Leiden.
Schoei 3de klasse No. 8: G. W. L. Monné,
onderwijzer te Wageningen; J. C. van
Schaik, onderwijzer te Haamstede; H. Tjep
kema., onderwijzer aan de 0. L. schoei der
3de klasse No. 2, te Leiden.
School 4de ldasse No. 2: P. Koeze, on
derwijzer te Oegstgeest; J. C. van Schaik,
onderwijzer te Haamstede; H. Tjepkema, on
derwijzer aan de 0. L. school der 3de klasse
No. 2, te Leiden.
Voor de benoeming van een onderwij
zeres in de handwerken aan de openbare
lagere school der 4de klasse No. 2, ter
voorziening in de vacature, welke is ont
staan tengevolge van de overplaatsing van
mej. E. Korenhoff naar de openbare lagere
school der 3de klasse No. 4, worden voor
gedragen: mej. M. den Ouden, werkzaam
aan de openbare lagere school der 3de klasse
No. 3; mej. C. Korenhoff, werkzaam aan
de openbare lagere school der 3de klasse
No. 8; mej. H. A. Mulder, werkzaam aan
de openbare lagere school der 3de klasse
No. 3.
Verder stellen B. en W. voor gunstig
te beschikken op de verzoeken om eervol
ontslag van mevr. L. J. BurgersdijkBlan
ken, als lid van het Colllege van Vr. Kraam-
moeders en van de heeren J. P. Paulusso
en J. H. J. Sengers als onderw. resp. aan
de scholen der 3de kl. No. 1 en No. 7.
Gunstige Beschikken op Verzoeken.
B. en "W. £*even den ïtaad in overweging
gunstig te beschikken op het verzoek van
de Vereeniging „SchoolkindervoeJing'-, om
het giebruik van eenige schoollokalen, ten
behoeve van de maaltijden voor behoeftige
schoolkinderen en haar tot wederopzeggens
op nader te bepalen dagen en uren een lokaal
in de school 4de kl. No. 1 in de Haver-
straat en in de school 4de kl. in de Bran-
dewijnsteeg kosteloos voor dit doel af te
staan.
Eveneens willen B. en W. gunstig beschik
ken op een verzoek van mej. G. van Bom
mel om hei gebruik van het teekenlokaal
der Kweekschool voor Onderwijzers en On
derwijzeressen voor een door haar te houden
cursus in illustratief teekenen, tegen be
taling van een jaarlijksche vergoeding van
f 10 per wekelijksch uur en van de kosten
van vuur, licht-, schoonhouden en bediening.
Ten slotte adviseeren B. en W. den Raad
van de N. V. „Nationaal Grondbezit" kos
teloos over te nemen een strookje open
grond, gelegen in de Koolstraat, eertijds
behoorende bij perceel Oude Singel No. 220.
Vcrhoogiug Salaris Claviger.
Door Curatoren wan het Gymnasium werd
de aandacht van B. en W. er op gevestigd,
dat de werkzaamheden van den Claviger
(letterlijk sleutel drager) ten gevolge van de
vorgrooting van het gebouw met vier lo
kalen in niet onbelangrijke mate zijn ver
meerderd en dat het daarom billijk is het
traktement van den tegenwoordigen titularis
eenige verhocging te doen ondergaan.
B. en W. kunnen zich met het gevoelen
van Curatoren wel vereenigen en stellen
daarom voor te besluiten, de jaarwedde van
den tegen woo rdigen claviger B. H. Jansen,
met ingang van 1 .Januari 1916 met f 60
te verhoogen en te brengen op f575, be- I
nevens het genot yan vrije woning, vuur
en licht-.
Dunrtc- of Kindertoeslag voor Personen
in Dienst der Gemeente.
Naar aanleiding van een verzoek van de
Vereeniging van bezoldigde Agenten van Po
litie „Door Eendracht Saamgebracht", om
in verband met de stijging van de nood
zakelijkste uitgaven voor levensonderhoud,
een voorziening in den bes taan den nood te
treffen voor de lagere politiebeambten en
een bij B. en W. ingekomen adres van het
bestuur der afd. Leiden van den Ned. Boud
van Werklieden in Openbare Diensten en
Bedrijven, waarin verzocht werd een voor
stel tot toekenning van een duurtetoeslag
aanhangig te maken, hebben B. en W. deze
zaak nader overwogen en zijn teruggekomen
op hun advies van 8 April 1915, waarin zij
tot de conclusie "kwamen, dat een toeslag
op het loon een niet t9 verdedigen bevoor
rechting van een kleine groep personen zou
zijn, waartoe de overheid niet haar medewer
king mocht verleenen.
Een tweetal omstandigheden hebben B. en
W. tot een ander gevoelen geleid.
Vooreerst worden, behalve door .verschil
lende gemeenten, ook door tal van groote
en kleine patroons en particuliere maat
schappijen duurtetoeslagen aan hun perso
neel uitgekeerd en in de tweede plaats blijft
niet alleen de duurte der voedingsmiddelen
aanhouden, doch worden nog verschillende
gebruiksartikelen steeds duurder.
Deze beide omstandigheden hebben B. en
W., zij het ook niet dan na lange aarze
ling doen besluiten, om thans, nu de winter
weldra voor de deur zal staan, den Raad
voor te stellen tot het toekennen van een
duurtetoeslag over te gaan, ten einde de
miDstgesalarieerden, van wie moet worden
aangenomen, dat zij in deze tijdsomstandig
heden moeilijk van hun salaris zonder meer
kunnen rondkomen, ©enigszins tegemoet te
koouen 'en door de wintermaanden heen te
helpen.
Aan welke categorieën van beambten en
werklieden moet nu een toeslag worden
toegekend, gedurende welken tjjd moet die
toekenning plaats hebben en op welk bedrag
moet die toeslag worden bepaald?
Bij de beantwoording van deze vragen
hebben B. en W. zich in de allereerst©
plaats voor oogen gehouden, dat all;en die
beambten en werkl. in aanmerking mogen ko
men, voor wie een toeslag op het loon be
slist noodig moet worden geno ?md. Een rui
meren maatstaf aan te leggen, zou h. i. niet
niet geoorloofd zijn, aangezien de toeslag
moet worden opgebracht door de boosting
betalende burgerij, waarvan ean groot deel
zeker niet minder, dan de sfcadswerklieden
en beambten onder de abnormale tijden ge
bukt gaat.
Bepaald zal derhalve mostïn worden, welk
inkomen als grens voor den gel del ij ken toe
slag behoort te worden aangenomen, als
ook aan welke personen, binnen die grens
vallende, de toeslag moet worden toegekend.
Niet in aanmerking moeten h. i. komen
do ongehuwde beambten en werklieden en
evenmin hun gehuwde collega's, die geen
kinderen ten hunnen laste hebben. Natuurlijk
zullen ook deze personen, evenals trouwens
bijna alle menscken, die geen coriogswïnslca
genieten, den druk der abnormale tijden ge
voelen, doch de lasten, die hen drukken,,
zijn in het algemeen genomen veel geringer,
dan voor de gehuwden met kinderen. Bo
vendien worden gezinnen, die geen kindeieu
ten hunnen laste hebben, ook belangrijk min
der getroffen door de stijging van de prij
zen der eerste levensbehoeften, mea cLa-q
slechts aan het artikel „melk", te. wijl bij e n
kinderloos gezin de vrouw veel gemakkelijk r
in staat is ook harerzijds iets te verciien-.-n,
dan de gehuwde vrouw, die op Laar kleine
kinderen moet passen of daarvoor zich van
betaalde hulp moet voorzien.
Als grens voor den toeslag kan ees sa
laris van f 1200 (onder salaris den pen
sioensgrondslag te verstaan, worden aan
genomen. Gezinnen met een inkomen \an
f1200 of meer (d. i. ten minste ongeve r
f23 per week) moeten geacht worden ni-tj
alleen in normale tijden naar behoorea te
kunnen rondkomen, maar zich boven li m bij
gepaste spaarzaamheid, t?gen abno: m :1e om
standigheden voldoende te kunnen wapenen.
Do tijd, gedurende welken de toes] g wor t
gegeven, moet li. i. worden beperkt tot de
wintermaanden en derhalve over de maan
den December t/m. M^art wor len uit gekeerd.
Met het oog op het tijdelijk karakter van
den duurtetoeslag is het verder niet aan
te bevelen de uïtkeering per week tegelijk
met het weekloon te doen plaats hebben.
Aan een uïtkeering in eens zijn echter e n-
eens groote bezwaren verbonden. In dat
geval loopt men het gevaar, dat de toeslag
zal worden beschouwd als ean „extraatje",
dat lang vóór het einde der abnormale tijds
omstandigheden, of vóór den af.oop van d n
winter zal zijn uitgegeven voor doeleinden,
waarvoor de toes'ag niet is bestemd. Met
het oog op deze bezwaren wordt daarom
door B. en W. voorg c.eld tot uïtkeering
.eens per maand te besluiten.
Het bedrag der uitkeering aan de ge
zinnen met een pensioensgrondslag beneden
f1200 's jaars zou kunnen worden bepaald
op fl.60 per raaani en per kind beneden
den leeftijd van vijftien jaar, d. i. voor elk
kind f6.40 in totaal of ongeveer f0.40
per week, evenwel met dien verstande, dat
het bedrag van den p&nsioengronds'ag ver
meerderd met het totaal b:drag van den toe
slag over de 4 maanden, de som van f1200
niet mag overschrijden.
Evenals in 1911 zal de toeslag alleen die
nen to worden gegeven aan de beambten
en werklieden, die in vasten dienst der ge
meente zijn, of daarmede naar het oordeel
van B. en W. zijn ge'ijk te stellen, terwijl
do toeslag niet behoort te worden gegeven
aan hen, die volgens hun aanslag over heb
jaar 1915 een inkomen van i 1200 of moer
hebber, of die in dienst der gemeente s'echts
eenige bijbetrekking bekleeden.
Het komt B. en W. vcor, dat bij toeken
ning van een toeslag-op de boven aangege
ven wijze, do billijkheid zooveel mogelijk zal
worden betracht en dat een uitkeering per
kind ook verre de voorkeur verdi?nt boven
een uitkeering in eons van b.v. één v:.?k
extra loon aan alle beambten en werklieden
beneden zeker inkomen, aangezien dan de
personen met de hoogste loone.i de grootste
en die met de laagste loon en de kleinste
toelage zouden ontvangen, terwijl het naar
de meening van B. en W. de bxloeling moei
zijn aan hen, die uit hoofde van hun groot
gezin in verband met hun inkomen het 'meeste
behoefte aan een toeslag hebben, de grootste
toeslag uit te keeren.
De kosten, aan de aanneming van het
voorstel verbonden, worden geraamd oo ruim
f 9000.
B. en W. stellen verder nog veer het
aantal en den leeftijd der kinderen te be-
ocrdeelen naar den toestand op 1 December
Uit het Engelsch van Miss YONGE.
(Nadruk Verboden).
15).
Met de heeren was Violette gelukkiger.
Lord Martindale had een vriendelijk voor
komen, en weldra had zij zichzelve zoo ver
overwonnen, dat) zij tob hé-ui spreken durf dé,
terwijl Jolm, dat wist zij, haar zeer gene
gen wasdoch zij zaghem weinig, daar
'hij zeer afgezonderd van do overige fami
lie leefde cn dikwijls maar alleen aan het
middagmaal verscheen. Nu eerst begreep
zij de verwondering van Arthur over de
leefwijze, die zijn broeder te Winchester
volgde, nu zij bemerkte, dab John zoo wei
nig met het overigo gezin omging, dat zijn
vader er prijs op steldé als hij hem een en
koio maal op een rijtoertje vergezelde, en
zijn moeder het als ©en gunst beschouwde,
vranneer hij een wandeling in den tuin
niet haar deed.
De dorpskerk was zoo ver af, dat de koets
altijd werd ingespannen om de dames daar
heen te brengen, met uitzondering van
Theodora, die van haar veertiende jaar af
het zich toi een gewoonte had gemaakt om
'een uur van te voren naar de school te
gaan, en daar tot kerktijd en tusschen de
twoe diensten te blijven. Men hield het er
m de familie algemeen voor dat zij ver
heugd was als het des Zondags regende,
dewijl zij dan gelegenheid had haar vasten
iwil te toonen, zoodat niemand, hoe ongun-
stig het weder ook zijn mocht, er een
oogenbik aan dacht om haar daarvan af
te houden.
Op den eersten Zondag tvan Violette's
verblijf regende het harddes namiddags
toen Lord Martindale zich naar het ver
trek van John had begeven, om hem af te
raden voor do tweede maal ter kerke te
gaan, hoorden zij, daar do deur openstond,
Arthur, die in de gang stond, zeggen:
„Hoi wat! Gij gaat tooh niet in dien
stortvloed naar do kerk?"
„Och toe, laat mij maar gaan!" hernam
een smcckcnd stemmetje.
„Wel, do allee gelijkt wel een rivier, en
gij kunt toch niet zwemmen, voor zoover ik
weot.
„Wij bleven te Wrangerton nooit uit dc
kerk om het weder, en daar is de afstand
nog grooter."
„Niemand gaat er heen, zeg ik u. Het
zou do grootste gekhbid zijn. Gij zijt nog
orger dan Theodora, geloof ik."
„Ik doe het niet om roijn zin te hebben I"
zei zij, een weinig uit het veld geslagen;
„en ik zal niet gaan als gij zegt, dat ik
thuis moet blijven, maar och, zeg dat, als
het u belieft, niet. Ik heb geen één stich
telijk boek om te lozen, en niets te doen,
en ik zal het mij de geheel© volgende week
verwijten, dat ik verkeerd deed-
„Het is waar, gij kunt geen sigaar roo-
kon'„ zei Arthur, tot medelijden bewogen.
„Kom aan dan maar, mijn stijfkopje wil
zwemmen! Laten wij ons watertochtje dan
maar aanvangen.-
Hud stemmen en voetstappen verwijder
den zich; vader cn broeder zagen elkander
lachend aan. „Zij is een goed, oprecht kind
Zij zal mettertijd nog wel iefca goeds van
hem maken," en Lord Martindale (want
Arthur had te boud gesproken, toen hij
verzekerde, dat niemand ter kerk ging)
j toonde inderdaad, een vaderlijke bezorgd
heid, opdat Violette geen hinder van den
regen mocht hebben, en zond zelfs Pauline
om een mantel van Miss Martindale voor
haar te balen.
B et was nog zeer vroeg, toen zij het dorp
bereikten, en Lord Martindale bracht hen,
onder voorgeven, dat hij een workman iets
te zeggen had, door oen fraaien tuin naar
een huis, dat aan den voorkant geheel ge
sloten was. Zij traden door de achterdeur
een keuken binnen, alwaar een paar boe
renlieden in hun Zondags-gewaad zaten.
Terwijl Violette den regen van haar kled
deren schudde en zich bij den haard warm
de, sprak Lord Martindale tot den man, en
daarop een deur open doende, riep hij Vio
lette en Arthur om het huis te zien.
Het bestond, uit vescheidene kamers, die
blijkbaar nooit bewoond geweest waren en
er ook verre van uitlokkend uitzagen, ter
wijl men van het park. door den plasregen,
weinig kon zien.
„Hier zou wel iets van te maken zijn,"
sprak Lord Martindale. „Het is te gelijk
met het groote huis bebouwd, daar er toen
maals plan was, dat mevrouw Nesbit op
zichzelve zou gaan wonen; en in latere ja
ren is het vcor den armen John open ge
houden."
Hij brak hier eensklaps af. Violette was
nieuwsgierig of dit huisje voor haar be
stemd zou worden, en dacht bij zichzelve,
dat die ledige kamers nooit zoo lief als
haar klein salon te Wincncster konden
worden; doch zij vernam niets verder, en
het was ook weldra tijd om naar de kerk
te gaan.
Een paar dagen daarna verzocht Lord
Martindale hun om nun verblijf nog een
weinig te rlengen, hetgeen Arthur als
een compliment aan Violette wildo be
schouwd hebben; doch daarvan wilde zij
niets hooren, ofschoon zij er verheugd over
was, omdat, het haar echtgenoot zooveel
genoegen deed en dewijl zij hoopte, dat het
'n bewijs was, dat men haar om zijnentwille
'n weinig begon te verdragen. Voor haarzel-
ve zou zij veel liever gezien hebben, dat zijn
verlof niet verlengd werd, te meer, daar
zij vernomen had, dat het regiment umnen
een maand naar Londen zou verlegd wor
den, zoodat zij rekenen kon haar dierbaar
huisje to Winchester niet meer te zullen
betrekken; doch zij was zoo weinig zelfzuch
tig, dat zij zichzelve verweet, al ware het
dan ook maar één oogenblik-, den wensch
gekoesterd te hebben, dat Arthur het ge
noegen, hetwelk hij in zijn ouderlijk huis
scheen to smaken, zou opgeven.
Het was een groot verlies voor ha: dat
Miss Gardner, die als het ware do koelheid
en stijve beleefdheid der cverigo dames
voor haar verzacht had, weder vertrok.
Dit deed haar des te meer leed, dewijl op
den morgen van haar vertrek Jan) haar
zeer stellige blijken van voorkomendheid
en vriendschap gaf cn haar hartelijk uit-
noodigde om haar kennismaking te Lon
den voort te zetten.
„Ik woon bij mijn zuster in, en zij zal
verrukt zijn u te zien. Gij gaat immers te
Londen wonen, nietwaar?"
„Gij zijt wel goed. Ik weet het niet ze
ker; doch het zal mij genoegen doen u te
z|en."
En ik zal er mij een feest van maken, u aan
mijn zuster voor te stellen. Ik doDk, dat
gij groote vriendinnen zult worden. Welk 'n
belangrijk seizoen zal dat zijn, als er twee
zulke zusters als mevrouw en Miss Martin
dale, tegelijkertijd haar intrede in de groote
wereld dóen I Het zal waarlijk iets wezen om
nooit te vergeten."
Violette kleurde geweldig, en maakte,
hoewel nauwelijks verstaanbaar, eenige te
genwerpingen. Het was haar alsof zij zich
te veel aanmatigde, toen zij haar naam met
dien van Miss Martindale vereenigd hoorde
noemen, en zij vond het gevaarlijk en ver
keerd, op bewondering te rekenen.
„Ik wilde u niet angstig maken," voegde
Miss Gardner haar met een bemoedigend
glimlachje toe, „ofschoon ik al vooruit weet
wat ik hoorei zal. Ik gevoel, dat ik re'cht
beb om trotsch op u te wezen, omdat wij
reeds oude kennissen zijn."
„Gij zijt wel vriendelijk, maar och, spreek
i.oo nietHot is niet goed voor mij, dat weet
ik."
„Gij hebt gelijk, ik moet dit bekennen gij
volgt buiten conigen twijfel den besten weg
doch er zijn zoo weinige mensehen, die zoo
denken. Ik wenschte, dat meer jongedames
op u geleken en op Theodora, die ernstig
Loos op mij geworden is, dewijl ik haar voor
speld heb, dat zij grooten opgang zal ma
ken."
„Achdaar zal zij zich niet bezorgd over
maken," zeidc Violette, „daar is zij te goed
voor."
„Verschrikkelijk goed, zeggen sommigo
menschen," hernam Jane met een zonder
lingen glimlach, „maar ik ken haar volko
men, ofschoon zij altijd meer van mijn zuster
clan van mij heeft gehouden.
„Gij hebt haar dan reeds lang gekend?"
„Van haar geboorte af. Wij waren ;n Lon
den dagelijks bij eikand"t; zij en mijn zuster
waren twee uitgelaten wilde meisjes, die
nooit moede werden allerlei dolle streken
uit to voeren. Wij plaagden er haar altijd
mede, dat zij haar gouvernante regeerde, cn
cl at haar niemand bedwingen kon en dit
laatste is nog het geval."