N». 17097
Zaterdag £50 November.
Eerste Éj51a.dL o jgjg
Brieven van een Leidenaar.
Persoverzicht
KLEINE ADVERTEREN.
Ingezonden.
DL.
Men heeft mij gevraagd, waarom ik 105
Sn eens heb onthouden van de door my
begonnen propaganda voor de te stichten
tuinstad wijk in Leiden. De reden is dunkt
mij neg al eenvoudig. Ik heb het denkbeeld
van den architect Kuyper aangevat, mooi
gevonden on de verwezenlijking aanbevo
len. prt gevolg is geweest een groot aan
tal sympathiebetuigingen van belamghebben-
(Q,en, personen, die voor het bewonen van
$©n' der te bouwen perceelen in aanmerking
iwenschten te komen en deze belanghebben
den hebben zioh nu vereenigd tot een Bouw-
vereeniging Tuinstad wijk". Hiermede ein
digt mijn taak en begint die der vereeni-
ging zelf. Of het plan te optimistisch is op
gezet, zooals een inzender in dit blad blijk
baar meent, is niet mijn zaak het te onder
zoeken. Het plan moet voor het tot uitvoe
ring gebracht kan worden nog zooveel auto
riteiten en commissies passeeren, dat vrij
niet bang behoeven te zijn, dat er begonnen
wordt met den bouw vóór er volstrekte
zekerheid is vorkregen, dat de vereeniging
öck op een behoorlijk financieele basis rust.
Reden om het plan op deze gronden te
bestrijden, bestaat er daarom niet. Raadge
vingen kunnen dankbaar worden aanvaard,
doch het adres daarover kent ieder, nu de
yeroeniging zioh heeft geconstitueerd en een
bestuur is benoemd en bekend gemaakt.
Wil men zich niet tot den heer Kuyper
zelf wenden, men kan zich vervoegen tot
het bestuur of een zijner lo:len, een debat
daarover in de krant is in dit stadium niet
op zijn plaats.
Alleen wanneer men uitbreiding van het
in de gemeente beschikbaar aantal woningen
niet wenschelijk acht of onnoouig, dan be
staat er van algemeen standpunt bezien,
eenige reden om er begen te waarschuwen,
hoewel eenige overvloed van woningen voor
de bevolking niet schaadt, hoogstens een
beetje onaangenaam en nadeelig kan zjjn
voor do huiseigenaars.
Maar daaraan is het nog lang niet toe.
Men raadplege maar eens het laatste ver
slag van het Bouw- en Woningtoezicht in
deze gemeente, dat loopt over het jaar 1914.
In 1913 moesben ten g^vo'.ge verregaar.de
vorwaarloozing een vijf.al woningen onbe
woonbaar worden vork.aard, die in het be
gin van 1914 werden ontruimd. De bewo
ners konden geen andere woning krijgen.
Liet veel moeite en met hulp van het Bouw
en Woningtoezicht werd er einie.ijk nog
een onderdak voor deze gezinnen gevonden.
Nu neem ik gaarne aan, dat de huiseigena
ren niet bijzonder gesteld zullen zijn geweest
op gezinnen, die do onbewoonbaar v-rk.aar-
ce woningen hadden verlaten, maar als een
huiseigenaar een woning heeft leegstaan,
met de kans dat dit geruimen tijd zal kunnen
duren, dan is hy in den regel niet heel
kieskeurig bij het verhuren. Nog beter
een slechte huurder dan geen huurder.
Doch er worden in het verslag nog meer
dere gegevens verstrekt, waaruit men mag
besluiten, dat er woninggebrek (het ver
slag spreekt zelfs van woningnood) heerscht
Er werden, hoewel daarto ereden bestond,
in 1914 geen voorsteden tot eventueel© on
bewoonbaarverklaringen gedaan.
Met andere woorden: er zyn in Leiden nog
een aantal perceelen bewoond, waarin rede
lijkerwijze geen menschcn behoorden ge
huisvest te worden. Er werden bovendien en
kele gevallen van overbevolking geconsta
teerd, doch hierin kon niet worden voorzien,
omdat geen betere woningen beschikbaar
waren, om door deze bewoners te worden
betrokken. En bij het betrekken van wo
ningen door bewoners, komende uit de te
ontruimen perceelen aan de Gasthuislaan
en Heeren'aan, kon, alweer volgens het ver-
Ölo-g, er dan ook niet op- gelet worden of
soms in de nieuw betrokken woning over
bevolking plaats had.
Waar de feiten zoo spreken, mag men
gerust met het verslag van het Bouw- en
Woningtoezicht van woningnood gewagen.
Trouwens bij de behandeling van de gemeen-
tebegrooting in den Raad heeft de heer Bo-
termans, dien men op dit gebied zeker wel
deskundige bij uitnemendheid mag noemen
er immers ook met nadruk op gewezen, dat
er gebrek aan goedkoope woningen bestaat.
Hierin zal ik erken dit met den in-
pp-eeteur van het Bouw- en Woningtoezicht
met dankbaarheid als gevolg van het zoo
genaamd opschuifsysteem verbetering ko
men, als de plannen der Bouwvereenigingen
„De Goede Woning*' en „Ons Belang", zyn
uitgevoerd, doch ongetwijfeld nog in onvol
doende mate. Het aantal gesloopte p-roeelen
op de terreinen, waar deze nieuwe huizen
worden gebouwd, was grooter dan het aan
tal dat er nu verrijst. Het is dus nog niet
eens gelijk oversteken. En zoo zal liet blij
ven gaan by elke verandering, die er in de
binnenbad op het gebied der woningtoestan
den plaats heeft. Als straks, laten wij hopen,
heel spoedig, met liet reeds vrij' oude plan
waarbij de Bouwelouwen- en Paradijssteeg
er aan zullen moeten gelooven, wordt begon-
tnen, zal men het wel weer zien. Om een
tuimer verschot van woningen te krijgen,
Jmoet men dus naar buiten, naar geheel
vry© terreinen. Daar is elke nieuwe woning
®en aanwinst, niet alleen quantitatief maar
Jx>k qualitatief. Uit dat oogpunt verdient
«vv f ï"^uyPep„ reeds aanbeveling, terwpjl,
■o-oaJs ïk in myti vroegere brieven reeds
deed uitkomen, de tuinstadbouw een bijzon
dere aanbeveling is.
Zegt men dat toch ook daarmede de minst
bezoldigde werklieden niet geholpen wor
den, dan antwoord ik, dat ik nog altijd veel
waarde hecht aan het straks genoemd op
schuifsysteem. Het denkbeeld in den Raad
geopperd, om .uiterst goedkoope woningen
te bouwen, zoo mogelijk met financieele
medewerking van de fabrikanten, die er be
lang by hebben, clat hun arbeiders voor qen
minimum huurprys onderdak kunnen krygen,
lijkt mij ter bevordering van den vooruit
gang toe, het spannen ran de paarden ach
ter den wagen.
Wij moeten vooropzetten de stolling dat
een gezin behoorlyk moet worden gehuis
vest, met een hoeveelheid ruimte; licht en
lucht, niet beneden minimale grenzen, door
den gezondheidsdienst aangegeven. Kan de
daarvoor te betalen vergoeding in den vorm
van huishuur door een normaal gezin, niet
betaald worden^ dan ligt daarin een noodza
kelijke reden tot vermeerdering van inko
men in den vorm van loonsvernooging.
Niet dus een aansporing van overheids
wege aan de groote werkgevers, om wonin
gen mee te helpen bouwen, Zoo klein, dat de
minimumlyders onder de arbeiders er een hu
ren en betalen kunnen, maar veeieer 'n stre
ven wakker houden en steunen, om een
werkman, die geregeld werkt en goed op
past, zooveel loon te betalen, dat hy een
behoorlyke woning voor zich en zijn gezin
kan betrekken.
Blijven er nog altijd paupers over zonder
geetadigen arbeid en geregeld, loon, dan
moge, waar particulier initiatief daartoe on
toereikend is, de overheid, het als haar
taak beschouwen te zorgen, dat ook dezen
menschen een behoorlijke, zy het dan ook
noogst bescheiden woning kunnen krygen.
Het Eodisontwerp. „DE NEDER
LANDER" zegt:
Wij lazen in „DE STANDA ARP", clat
van Redht® het verzet tegen het eedisont-
werp eenparig was." Dit zou blijken uit
heb Vixxrloopig Verslag.
Waar heeft het blad dit aangetroffen 1
Wij lezen het nergens. Er zijn, als gewoon
lijk, voor- en tegenstanders. Maar nergens
vünden wij cfe tegenstelling reohta en links.
Dit zou ook moeilijk zijn, want, gelijk be
kend is, heeft het Kamerlid De Savornin
Lokman, ook voorzitter van de Commissie
van Rapporteurs, zich steeds geschaard aan
de zijde van hen, die wel den eed willen
behouden, maiar alleen den eededwang af
schaffen Deze, die immers tot rechts be
hoort, staat trouwens op hetzelfde stand
punt, waarop tail van anti-revolutionaire,
ChristeJijk-Historische en Roomooh-Katho
lieke mannen staan, zooals blijkt uit hun
vroegere handelingen en geschriften. Of en
hoeveel Kamerleden van rechts op hun
vroeger ingenomen standpunt zullen terug
komen, sinds „DE STANDAARD", A la
suite van Baron Van Wijnbergen, de rege
ling van den eed tot een pairtijkwestie
heeft opgeblazen, wagen wij niet te voor
spellen.
Maar in elk geval is dit, als wij het Voor-
loopig Verslag raadplegen, thans evenmin
als bij de behandeling van het vorig ont
werp, in de afdeelingon geschied. De par
tijkwestie kwam bij het vorig ontwerp eerst
te voorschijn na afloop van het afdcelings-
onderzoek.
Dat zal ook thans wel weer geschieden.
Wellicht is de onjuiste mededeeïing van
„DE STANDAARD" er do voorbereiding
van. En dlan begrijpen wij hoe „DE STAN
DAARD" zich zoo vergiste.
De bestemming der belaetin-
gon-Treub. Hierover zegt „DE
TIJD"
Minister Treub stelt in de toelichting van
heb eerste zijner belasti ngon twerp on op den
voorgrond, dat hij aan nieuwe middelen
noodig heeft oen bedrag van f 61,000,000,
en w»eil
voor dekking van het bestaand
tekort op don gewonen dienst f 19,000,000
voor hef Staa/t9pensioen 8,000,000
voor de ravalidüterteverz. 6,500,000
voor hulp aan de gemeenten 2,500,000
voor verhooging marine-uit
gaven 3,000,000
voor verhooging oorlogsuit
gaven 5,000,000
voor afschrijving op het Spoor-
wogkapitaal2,000,000
voor droogmaking van do Zui
derzee 2,000,000
kosten, vallende op de nieuwe
belastingenfj 1,500,000
vergoeding, in verband met
werkloosheid, ontstaan door
de invoering der tabaksbe
lasting 600,000
voor uitgaven voor onderwijs,
in 't bij zender als gevolg
der pacificatie 11,000,000
Totaal f 61,000,000
Do eerste v raag, die men zich te stel Ion
heeft, bij de beoordleeling van wolk belas-
tangontwerp ook, isIs het geld noodig, en
waarvóór is het noodig 1 Wie niet overtuigd
is,' dab een voorgestelde belasting noodig is,
of wie niet gerechtvaardigd vindt de uit
gave, waarvoor de voorgestelde belasting
is bestemd, kan, althans zoo die uitgave nog
niet is gevoteerd, aan een dergelijke be
lasting zijn stom niet geven.
In den regel is het zelfs niet zonder be
denking, aan een belasting zijn stem te ver-
leenen, voor een overigens zeer gerechtvaar
digde uitgave, wanneer die uitgave eerst la
ter zal worden gedaan Tegen een te grooto
ruimte van middelen kan maar zeidén een
Regeoring en haast nooit een Volksvertegen
woordiging. Het geld wordt dan voor andere
doeleinden gebruikt, zoodat tegen den tijd,
dat het nooclig is voor het doel, waarvoor
het werd bestemd, weer naar een andere,
nieuwe belasting moet worden uitgezien.
Indien wij dit op den voorgrond stellen,
dan vallen van de uitgaven, waarvoor de
heer Treub zijn nieuwe belastingen wil be
stemmen, er meerdere uit, die niet dadelijk
voorziening vragen. Men kan bijv. van de
rechterzijde moeilijk vragen, dat zij do
8.000 000 zal voteeren voor Treub's Staats
pensioen, althans zoolang dit Staatspensioen
niet is ingevoerd Men kan van de Staten-
Generaal in het algemeen moeilijk vorderen,
dat zij thans reeds geld toestaan voor uit
gaven, die geheel in de lucht hangen. Als de
meerdere uitgaven voor oor
log na den oorlog 5,000,000
id), voor marine na den oorlog 3,000,000
de droogmaking van de Zui
derzee 2,000,000
de afschrijving op bet spoor
wegkapitaal 2,000,000
de pacificatie op onderwijsge
bied 11,000,000
Te zamen f23,000,000
Op zichzelf zijn wij het met den Mi
nister eens, dat, in het licht van dezen oor
log, een verhooging van ons oorlogsbudget
met een 5-tal millioenen wel niiet zal kun
nen uitblijven; ja, dat men vermoedelijk met
dit bedrag er niet komt. Wij betwisten hem
evenmin, dat de f3,000,000 meer voor onze
eigen vloot niet te hoog zijn geraamd. Indien
er echter een uitgave is, waarvoor men o.
geen geld beschikbaar moet hebben, voor
tot de uitgave er van besloten is, dan van
defeDsie-uitgaven. Wij zouden dat al even
bedenkelijk vinden tegenover de Staten-
Generaal, die zeker geen weerstand zullen
bieden, wanneer ter voorziening bijv. in
sociale nooden, een beroep wordt gedaan
op de besoliilebaa/rheid van dab geld als te
genover de defensie-departementen, die
heb gold ook heel spoedig zouden trachten
te bemachtigen voor andere doeleinden,
dan waarvoor men heb ter beschikking
van deze departementen wil stellen. Elf
mil'lioon voor hot onderwijs, in verband
met de pacificatie, zijn ongetwijfeld noo
dig. Wij vreezen aelfe, dat men niet er me
de zal volstaan. Zoolang echter de Com
missie nog niet met haar arbeid gereed ie,
zoolang nog geen wetsontwerp is ingediend,
tot wijziging van artikel 192, behoeven wij
dan toch in elk geval eerst zullen
nog niet te zorgen voor uitgaven, die
komen nadat de Grondwetsherziening haar
beslag heeft gekregen. De bedoeling zal
toch wel niet zijn, de -regeling, zooals de
Staatecommisaio zich deze denkt-, bijwijze
van additioneel© artikelen aan de Grond
wet toe te voegen. De rechterzijde zou dan
ook zeker heel dwaas zijn, of liever heel
naïef, indien zij in goed vertrouwen op do
dingen, die komen gaa«n, thans al f 11,000,000
beschikbaar stelde. De droogmaking der
Zuiderzee hangt o. i. nog maar in de lucht.
Hoe gaarne wij deze tot stand zouden tien
komen, lijkt heb toch in ieder geval noodig,
eerst eens af te wachten, hoe de wereld er
uit zal tien na den oorlog. Men kan dan
eens tien, of hot geld niet te duur is en of
er in werkelijkheid dan overvloed aan ar
beidskrachten is, die alleen zou kunnen
rechtvaardigen, dat men voor dit werk een
tijd zou uitkiezen, waarin het veel kostbaar
der zal worden dan anders. Voor de af
schrijving op het sp oorwegka.pi taal is veel
te zoggen, maar er moet daartoe toch eerst
besloten zijn, vóór wij daarmede gaan re
kenen. Indien wij deze uitgaven daarom
buiten beschouwing laten, houden we
over
het te kort vanf 19,000,000
de kosten der invaliditeitsver-
zekering, die bij invoering
der wet-Talma twee mifl-
ïioen hooger zijn to stellen 8,500,000
hulp aan gemeenten 2,500,000
kosten, vallende op de nieuwe
belastingen, die wel niet zul
len mede vallen en daarom
op het geraamde cijfer wor
den gehandhaafd 1,500,000
vorgoeding bij invoering der
tabaksbelasting 500,000
32.000,000
Het tekort van 19 millioen moot natuur
lijk worden gedekt. De invaliditeitsverzeke
ring staat in het „STAATSBLAD" en moet
wordtn ingevoerd. De hulp aan de ge
meenten is noodig, terwijl er voor te
zeggen is, dat men niet besluit tot het geven
van geld aan derden, vóór men het zelf heeft.
De beide andere uitgaven zullen noodig
zijn, als de nieuwe belastingen komen. Om
ruim te rekenen, laten wy deze op het lystje
staan.
Wij kunnen dus den heer Treub slechts
toegeven, dat noodig zijn f32.000,000 of
ongeveer de helft van het bedrag, dat hy
vraagt.
Intusschen ligt hierin geen reden, ook niet
voor de Staten-Generaal, om de ontwerpen
van den heer Treub als een geheel te be
schouwen. Als inleiding tot de verschillende
wetsontwerpen heeft de heer Treub een
wetsontwerp ingediend, dat bedoelt de
grondslagen van het stelsel van 's Rijks be
lastingen opnieuw vast te leggen. Dit wets
ontwerp is een opsomming van de diverse
heffingen, die te zamen ons stelsel van
's Rijks belastingen uitmaken. De Kamer zal
zich dus bij de behandeling van dit wets
ontwerp principieel hebben uit te spreken
over de verschillende belastingen, over haar
heffing op zichzelf en voor zooverre dit
noodig is over haar speciale bestemming. De
Kamer kan bij die gelegenheid de belas
tingen beschouwen in haar onderling ver
band, waarbij dan vanzelf ter sprake komt
de verhouding tusschea directe en indirecte
belastingen en tusschen belasting op roe-
rond en onroerend vermogen.
Zijn de Staten-Generaal en de Regeering
hierover tot overeenstemming gekomen, dan
is pas de tijd daar voor de behandeling
achtereenvolgens der verschillende wets
ontwerpen. Er is dan geen enkel bezwaar,
dat de belastingen worden behandeld en
ingevoerd, naar gelang de behoeften der
senatkist vragen. Het spreekt daarbij van
zelf, dat de pensioenbelasting, het weergeld,
de vlootbelasting en de belasting der armen-
instellingen pas aan de beurt komen, wan
neer de bestemming, waarvoor zij worden
geheven, het geld noodig heeft. Zelfs al
zouden deze belastingen reeds vroeger in
het „STAATSBLAD" zijn gekomen, dan zou
haar invoering daarop o. i. zonder eenigen
twijfel dienen te wachten. Omgekeerd zal
echter de wetgever zonder verwyl hebben
te voorzien in het gewoon tekort, in de
kosten der invaliditeitsverzekering, en casu
quo, mocht deze wet zijn geworden, in de
kosten der ouderdomsrente-Treub of in 't
algemeen in de uitgaven, die voorkomen
op het staatje van f32,000,000. Het over
leg bij de algemeen© wet zal daarom ook
zekerheid moeten geven, welke directe en
indirecte belastingen, en welke belastingen
op het roerend vermogen en öp diet on
roerend vermogen daarvoor zullen zijn aan
te wijzen. Men behoeft nog niet met alle
wetsontwerpen in te stemmen," om te meonen,
dut er voor alle partijen reden is, om dit
overleg te plegen.
Hot w.e rkprogram der Re g e e-
ring. „HET VOLK" zegt hieromtrent
o.m.:
Het tijdstip van de behandeling van het
ouderdomsontwerp is vermoedelijk niet ver
meer af. Wij mogen er wel oeru op wijzen,
dat de Resreering. door de ui te.uiting der be
deelden" ter beslissing van de Kamer to la
ten, do mogelijkheid heeft geschapen voor
het tot-stand-komen van een Staat >pension-
neering, waarvan wel het geldelijk bedrag te
laag, en de leeftijd, waarop zy ingaat, te
noog is gesteld; maar waaruit dan althans
de bepaling is verdwenen, die in alle kringen
der arbeidsbevo'king verzet wekte.
Zal de beslissing van het Parlement ten
aanzien van dit wetsontwerp voor de Regee-
ring geen reden tot aftreding zijn, ook de
eisch, dat de behandeling der belastiugont-
werpen aan die der Grondwetsherziening
moet voorafgaan, wordt door de Regeering
niet gesteld. Integendeel, zij schrijft:
„Mocht de Kamer besluiten de ingediende
belastingontwerpen in openbare b-handeling
te doen volgen op die der voorstellen
tot Grondwetsherziening, dan is daartegen,
ook met het oog op onzen financieel en
toestand, geen bezwaar."
De Kamer is dus volkomen vrij, om nadat
de beslissing over het ontwerp-ouderdoms-
voorziening is gevallen, vóór alles de Grond
wetsherziening aan de orde te stellen. Maar,
voegt de Regeering er by:
„Anders zou het evenwel zijn, indien de
behandeling dier ontwerpen tot na de tot
stand-koming der Grondwetsherziening wor
den uitgesteld."
Hier begint de onduidelijkheid. Het schijnt,
dat de Regoering, nadat de Tweede Kamer
de voorstellen tot Grondwetsherziening heeft
aangenomen, en terwyl de Eerste Kamer ze
in oDderzoek heeft, de belastingvoorstellen
in de Tweede Kamer wil doen behandelen.
Maar ook deze moeten, om kracht van wet
te krygen, door de Eerste Kamer zijn aan
genomen. Is de bedoeling, dat de Eerste Ka
mer, na de Grondwetsvoorstellen nog de
belastingen zal behandelen? Dit schyut naast
ondenkbaar; ontbinding van het Parlement
is van de aanneming van het voorstel tot
Grondwetsherziening het onmiddellijk g^vclg.
Wil de Regeering in de Eerste Kamer de
belasting-voorstellen voorop zetten? Nadere
inlichting zal moeten worden afgewacht.
Hoe dan ook, wij houden do Regeering
ean de verklaring, boven afgedrukt, dat de
Grondwetsherziening het hoofdpunt van haar
program is, en dat de tot stand-koming dier
heiziening door geen der andere voorstellen
in gevaar mag worden gebracht,
Éi Treub's sociale verzekering? Dio zal
stellig op- tli et Algemeen Kiesrecht moeten
wachten! Zij zal er niet slechter om worden;
evenals wy ooit vóór de invoering van het
Algemeen Kiesrecht kunnen hopen op een
Staatspensioen, dat de arbeidersklasse ook
maai even bevredigd.
KLEINE ADVERTENTIES kunnen
iederen morgen worden aangeboden
en worden tegen 3? Ots. berekend.
Op Woensdag- en Zaterdagïöorgen
tot 12 n m. tegen 40 Cts.
Duurtc-tocslag of Salarisverkooging.
Geachte Redactie 1
Mogen wij een klein plaatsje in Uw
blad naar aanleiding van het geschrevene
van „Lcidenaar"' in U.v Blad van heden
avond? Bij voorbaat mijn dank.
„Leidenaans" wekt de Raadsleden op,
goed toe te zien en goed te
overwegen, dat de gevraagde loorisver
hoogingen voor. ambtenaren en gemeente
werklieden zullen moeten komen uit de
zakken van den middensband en de kleine
burgerij.
Een goed verstaander heeft aan oen.
half woord genoeg.
Eventueels voorstellen voor loonsverhoo-
ging moeten worden afgewezen en zoo
noodig afgestemd.
Tegen deze poging van „Leidenaar"
meenen we even te moeten opkomen.
We willen ons niet ophouden bij dc vrees
van „Leidenaar", wie de kosten dezer
loonsverhoogingen zullen moeten betalen.
Alleen willen we hem even inyherinne-
ring brengen, Jat, als straks bij verkie
zingen voor het parlement moet worden
gekozen tusschen de voorstanders van ons
huidig belastingstelsel en hen, die het
benoodigde geld willen halen van de groo
te vermogens, wij, Leidenaars wel weer aio
van ouds zullen zien stemmen voor ben,
die den grootsten druk willen blijven 'eg
gen op de minst weerbaren.
Als moet worden uitgemaakt wie de
275 millioen-leening zullen hebben af te
lossen, spreken wij, Leidenaars, nog wel
nader. Voorshands meenen we tot taak to
hebben met een enkel woord te protestve
ren togen pogingen, om met 't sc-ilirikbeold
van den zwaarbelasten middenstand hoog-
noodigo verbeteringen tegen te houden.
Op het Buitengewoon Congres van het
Nederlanclsoh Verbond van Vaikvereonli-
gingen is met onweerlegbare cijfers aange
toond, dat, willen de loonen in overeen
stemming worden gebracht met do hoogc
levensmid fel enprijzen, het loon met
minstens 2 A 3 gulden moet worden omhoog
gebracht, ondanks de maatregelen, door
de Regeering getroffen, om do levensmid-
delenprijzen naar bene 'on te brengen.
„Leidienaar" nioent, clat dit moet gevon
den worden doo: de voordeelen van het
Regeeringobrood visch. groenten en wat
verder tegen goedkoope prijzen ter be
schikking kan worden gesteld. Hoewel
wij toejuichen wat op dit terrein gebeurt,
raden wij toch „Leidenaar" aan, eens te be-
studceren de kleinhandelsprijzen der krui
denierswaren, gepubliceerd in de pas ver
schenen October-aflevenng van het Maand
schrift van het Centraal-Bureau voor de
Statistiek. Daar zal hij vinden, dat het
gomiddeldc verhoudingscijfor sinds 1913
is gestegen met 23 pCt
Meent „Leaednaar", dat deze verhooging
opweegt tegen dc voor-ueelen van het Ee-
geeringsbrood en de groenten
Meont „Leidenoar" soms, dat deze prijzen
zelfs gedurende de eerste jaren na den
oorlog weer op het oude peil zullen ko
men 1
Wij voor ons zijn vast overtuigd, dat
we deze, zoo ooit, toch zeker in de eerste
tien jaren niet terug krijgen.
Wij willen „LekSenaar" de verzekering ge
ven, dat, ondanks wat van Regeerings-
wege, ten opzichte der levensinidde'en
wordt gedaan, allen, die van een schamel
inkomen moeten rondkomen, gebrek lij
den. Gebrek lijden in den meest volstrek
ten zin.
Daartegen is maar éón afdoend middel,
verhooging van het locn.
Verhooging van het loon in die mate,
dat, in verband met de voordeelen der
levensmiddelenvoorziening, het inkomen
in overeenstemming is met de prijzen.
Onze meening is, dat, wil onze volks
klasse niet, door gevogeld te kort aan
voeding verzwakken, en dat moet ze on
der de tegenwoordige omstandigheden,
dan moet het loon omhoog. Daar is geen
ontkomen aan.
De verhooging der loonen van gemeen
te-werklieden en -ambtenaren zal moeten
geschieden niet het minst om de particu
liere werkgevers een voorbeeld te stel
len.
De gemeenschap mag niet afwachten,
tot particuliere werkgevers, noodgedron
gen het loon omhoog brengen. Zij dient
voor te gaan.
P. J. BOMLI,
Seer. L. B. B.
Leiden," 18 November.
Salarisverhoogingen.
Hoogst, hoogst bescheiden, is het adres,
dat de afd. Leiden van don Alg. Neder-
landsohen Ambtenaarsbond een dezer dagen
in zee stuurde aan het College van B. en
W., inhoudende het verzoek om de ealards-
sea van de gemeente-ambtenaren te ver
hoog on, in deze abnormale tijden.
Men zegt verder de ambtenaren voor fi
nancieele zoowel moreel e inzinking te be
hoedente behoeden.? Ik zou meenen te
herstell e».