N». 17097 Zaterdag £50 November. Eerste Éj51a.dL o jgjg Brieven van een Leidenaar. Persoverzicht KLEINE ADVERTEREN. Ingezonden. DL. Men heeft mij gevraagd, waarom ik 105 Sn eens heb onthouden van de door my begonnen propaganda voor de te stichten tuinstad wijk in Leiden. De reden is dunkt mij neg al eenvoudig. Ik heb het denkbeeld van den architect Kuyper aangevat, mooi gevonden on de verwezenlijking aanbevo len. prt gevolg is geweest een groot aan tal sympathiebetuigingen van belamghebben- (Q,en, personen, die voor het bewonen van $©n' der te bouwen perceelen in aanmerking iwenschten te komen en deze belanghebben den hebben zioh nu vereenigd tot een Bouw- vereeniging Tuinstad wijk". Hiermede ein digt mijn taak en begint die der vereeni- ging zelf. Of het plan te optimistisch is op gezet, zooals een inzender in dit blad blijk baar meent, is niet mijn zaak het te onder zoeken. Het plan moet voor het tot uitvoe ring gebracht kan worden nog zooveel auto riteiten en commissies passeeren, dat vrij niet bang behoeven te zijn, dat er begonnen wordt met den bouw vóór er volstrekte zekerheid is vorkregen, dat de vereeniging öck op een behoorlijk financieele basis rust. Reden om het plan op deze gronden te bestrijden, bestaat er daarom niet. Raadge vingen kunnen dankbaar worden aanvaard, doch het adres daarover kent ieder, nu de yeroeniging zioh heeft geconstitueerd en een bestuur is benoemd en bekend gemaakt. Wil men zich niet tot den heer Kuyper zelf wenden, men kan zich vervoegen tot het bestuur of een zijner lo:len, een debat daarover in de krant is in dit stadium niet op zijn plaats. Alleen wanneer men uitbreiding van het in de gemeente beschikbaar aantal woningen niet wenschelijk acht of onnoouig, dan be staat er van algemeen standpunt bezien, eenige reden om er begen te waarschuwen, hoewel eenige overvloed van woningen voor de bevolking niet schaadt, hoogstens een beetje onaangenaam en nadeelig kan zjjn voor do huiseigenaars. Maar daaraan is het nog lang niet toe. Men raadplege maar eens het laatste ver slag van het Bouw- en Woningtoezicht in deze gemeente, dat loopt over het jaar 1914. In 1913 moesben ten g^vo'.ge verregaar.de vorwaarloozing een vijf.al woningen onbe woonbaar worden vork.aard, die in het be gin van 1914 werden ontruimd. De bewo ners konden geen andere woning krijgen. Liet veel moeite en met hulp van het Bouw en Woningtoezicht werd er einie.ijk nog een onderdak voor deze gezinnen gevonden. Nu neem ik gaarne aan, dat de huiseigena ren niet bijzonder gesteld zullen zijn geweest op gezinnen, die do onbewoonbaar v-rk.aar- ce woningen hadden verlaten, maar als een huiseigenaar een woning heeft leegstaan, met de kans dat dit geruimen tijd zal kunnen duren, dan is hy in den regel niet heel kieskeurig bij het verhuren. Nog beter een slechte huurder dan geen huurder. Doch er worden in het verslag nog meer dere gegevens verstrekt, waaruit men mag besluiten, dat er woninggebrek (het ver slag spreekt zelfs van woningnood) heerscht Er werden, hoewel daarto ereden bestond, in 1914 geen voorsteden tot eventueel© on bewoonbaarverklaringen gedaan. Met andere woorden: er zyn in Leiden nog een aantal perceelen bewoond, waarin rede lijkerwijze geen menschcn behoorden ge huisvest te worden. Er werden bovendien en kele gevallen van overbevolking geconsta teerd, doch hierin kon niet worden voorzien, omdat geen betere woningen beschikbaar waren, om door deze bewoners te worden betrokken. En bij het betrekken van wo ningen door bewoners, komende uit de te ontruimen perceelen aan de Gasthuislaan en Heeren'aan, kon, alweer volgens het ver- Ölo-g, er dan ook niet op- gelet worden of soms in de nieuw betrokken woning over bevolking plaats had. Waar de feiten zoo spreken, mag men gerust met het verslag van het Bouw- en Woningtoezicht van woningnood gewagen. Trouwens bij de behandeling van de gemeen- tebegrooting in den Raad heeft de heer Bo- termans, dien men op dit gebied zeker wel deskundige bij uitnemendheid mag noemen er immers ook met nadruk op gewezen, dat er gebrek aan goedkoope woningen bestaat. Hierin zal ik erken dit met den in- pp-eeteur van het Bouw- en Woningtoezicht met dankbaarheid als gevolg van het zoo genaamd opschuifsysteem verbetering ko men, als de plannen der Bouwvereenigingen „De Goede Woning*' en „Ons Belang", zyn uitgevoerd, doch ongetwijfeld nog in onvol doende mate. Het aantal gesloopte p-roeelen op de terreinen, waar deze nieuwe huizen worden gebouwd, was grooter dan het aan tal dat er nu verrijst. Het is dus nog niet eens gelijk oversteken. En zoo zal liet blij ven gaan by elke verandering, die er in de binnenbad op het gebied der woningtoestan den plaats heeft. Als straks, laten wij hopen, heel spoedig, met liet reeds vrij' oude plan waarbij de Bouwelouwen- en Paradijssteeg er aan zullen moeten gelooven, wordt begon- tnen, zal men het wel weer zien. Om een tuimer verschot van woningen te krijgen, Jmoet men dus naar buiten, naar geheel vry© terreinen. Daar is elke nieuwe woning ®en aanwinst, niet alleen quantitatief maar Jx>k qualitatief. Uit dat oogpunt verdient «vv f ï"^uyPep„ reeds aanbeveling, terwpjl, ■o-oaJs ïk in myti vroegere brieven reeds deed uitkomen, de tuinstadbouw een bijzon dere aanbeveling is. Zegt men dat toch ook daarmede de minst bezoldigde werklieden niet geholpen wor den, dan antwoord ik, dat ik nog altijd veel waarde hecht aan het straks genoemd op schuifsysteem. Het denkbeeld in den Raad geopperd, om .uiterst goedkoope woningen te bouwen, zoo mogelijk met financieele medewerking van de fabrikanten, die er be lang by hebben, clat hun arbeiders voor qen minimum huurprys onderdak kunnen krygen, lijkt mij ter bevordering van den vooruit gang toe, het spannen ran de paarden ach ter den wagen. Wij moeten vooropzetten de stolling dat een gezin behoorlyk moet worden gehuis vest, met een hoeveelheid ruimte; licht en lucht, niet beneden minimale grenzen, door den gezondheidsdienst aangegeven. Kan de daarvoor te betalen vergoeding in den vorm van huishuur door een normaal gezin, niet betaald worden^ dan ligt daarin een noodza kelijke reden tot vermeerdering van inko men in den vorm van loonsvernooging. Niet dus een aansporing van overheids wege aan de groote werkgevers, om wonin gen mee te helpen bouwen, Zoo klein, dat de minimumlyders onder de arbeiders er een hu ren en betalen kunnen, maar veeieer 'n stre ven wakker houden en steunen, om een werkman, die geregeld werkt en goed op past, zooveel loon te betalen, dat hy een behoorlyke woning voor zich en zijn gezin kan betrekken. Blijven er nog altijd paupers over zonder geetadigen arbeid en geregeld, loon, dan moge, waar particulier initiatief daartoe on toereikend is, de overheid, het als haar taak beschouwen te zorgen, dat ook dezen menschen een behoorlijke, zy het dan ook noogst bescheiden woning kunnen krygen. Het Eodisontwerp. „DE NEDER LANDER" zegt: Wij lazen in „DE STANDA ARP", clat van Redht® het verzet tegen het eedisont- werp eenparig was." Dit zou blijken uit heb Vixxrloopig Verslag. Waar heeft het blad dit aangetroffen 1 Wij lezen het nergens. Er zijn, als gewoon lijk, voor- en tegenstanders. Maar nergens vünden wij cfe tegenstelling reohta en links. Dit zou ook moeilijk zijn, want, gelijk be kend is, heeft het Kamerlid De Savornin Lokman, ook voorzitter van de Commissie van Rapporteurs, zich steeds geschaard aan de zijde van hen, die wel den eed willen behouden, maiar alleen den eededwang af schaffen Deze, die immers tot rechts be hoort, staat trouwens op hetzelfde stand punt, waarop tail van anti-revolutionaire, ChristeJijk-Historische en Roomooh-Katho lieke mannen staan, zooals blijkt uit hun vroegere handelingen en geschriften. Of en hoeveel Kamerleden van rechts op hun vroeger ingenomen standpunt zullen terug komen, sinds „DE STANDAARD", A la suite van Baron Van Wijnbergen, de rege ling van den eed tot een pairtijkwestie heeft opgeblazen, wagen wij niet te voor spellen. Maar in elk geval is dit, als wij het Voor- loopig Verslag raadplegen, thans evenmin als bij de behandeling van het vorig ont werp, in de afdeelingon geschied. De par tijkwestie kwam bij het vorig ontwerp eerst te voorschijn na afloop van het afdcelings- onderzoek. Dat zal ook thans wel weer geschieden. Wellicht is de onjuiste mededeeïing van „DE STANDAARD" er do voorbereiding van. En dlan begrijpen wij hoe „DE STAN DAARD" zich zoo vergiste. De bestemming der belaetin- gon-Treub. Hierover zegt „DE TIJD" Minister Treub stelt in de toelichting van heb eerste zijner belasti ngon twerp on op den voorgrond, dat hij aan nieuwe middelen noodig heeft oen bedrag van f 61,000,000, en w»eil voor dekking van het bestaand tekort op don gewonen dienst f 19,000,000 voor hef Staa/t9pensioen 8,000,000 voor de ravalidüterteverz. 6,500,000 voor hulp aan de gemeenten 2,500,000 voor verhooging marine-uit gaven 3,000,000 voor verhooging oorlogsuit gaven 5,000,000 voor afschrijving op het Spoor- wogkapitaal2,000,000 voor droogmaking van do Zui derzee 2,000,000 kosten, vallende op de nieuwe belastingenfj 1,500,000 vergoeding, in verband met werkloosheid, ontstaan door de invoering der tabaksbe lasting 600,000 voor uitgaven voor onderwijs, in 't bij zender als gevolg der pacificatie 11,000,000 Totaal f 61,000,000 Do eerste v raag, die men zich te stel Ion heeft, bij de beoordleeling van wolk belas- tangontwerp ook, isIs het geld noodig, en waarvóór is het noodig 1 Wie niet overtuigd is,' dab een voorgestelde belasting noodig is, of wie niet gerechtvaardigd vindt de uit gave, waarvoor de voorgestelde belasting is bestemd, kan, althans zoo die uitgave nog niet is gevoteerd, aan een dergelijke be lasting zijn stom niet geven. In den regel is het zelfs niet zonder be denking, aan een belasting zijn stem te ver- leenen, voor een overigens zeer gerechtvaar digde uitgave, wanneer die uitgave eerst la ter zal worden gedaan Tegen een te grooto ruimte van middelen kan maar zeidén een Regeoring en haast nooit een Volksvertegen woordiging. Het geld wordt dan voor andere doeleinden gebruikt, zoodat tegen den tijd, dat het nooclig is voor het doel, waarvoor het werd bestemd, weer naar een andere, nieuwe belasting moet worden uitgezien. Indien wij dit op den voorgrond stellen, dan vallen van de uitgaven, waarvoor de heer Treub zijn nieuwe belastingen wil be stemmen, er meerdere uit, die niet dadelijk voorziening vragen. Men kan bijv. van de rechterzijde moeilijk vragen, dat zij do 8.000 000 zal voteeren voor Treub's Staats pensioen, althans zoolang dit Staatspensioen niet is ingevoerd Men kan van de Staten- Generaal in het algemeen moeilijk vorderen, dat zij thans reeds geld toestaan voor uit gaven, die geheel in de lucht hangen. Als de meerdere uitgaven voor oor log na den oorlog 5,000,000 id), voor marine na den oorlog 3,000,000 de droogmaking van de Zui derzee 2,000,000 de afschrijving op bet spoor wegkapitaal 2,000,000 de pacificatie op onderwijsge bied 11,000,000 Te zamen f23,000,000 Op zichzelf zijn wij het met den Mi nister eens, dat, in het licht van dezen oor log, een verhooging van ons oorlogsbudget met een 5-tal millioenen wel niiet zal kun nen uitblijven; ja, dat men vermoedelijk met dit bedrag er niet komt. Wij betwisten hem evenmin, dat de f3,000,000 meer voor onze eigen vloot niet te hoog zijn geraamd. Indien er echter een uitgave is, waarvoor men o. geen geld beschikbaar moet hebben, voor tot de uitgave er van besloten is, dan van defeDsie-uitgaven. Wij zouden dat al even bedenkelijk vinden tegenover de Staten- Generaal, die zeker geen weerstand zullen bieden, wanneer ter voorziening bijv. in sociale nooden, een beroep wordt gedaan op de besoliilebaa/rheid van dab geld als te genover de defensie-departementen, die heb gold ook heel spoedig zouden trachten te bemachtigen voor andere doeleinden, dan waarvoor men heb ter beschikking van deze departementen wil stellen. Elf mil'lioon voor hot onderwijs, in verband met de pacificatie, zijn ongetwijfeld noo dig. Wij vreezen aelfe, dat men niet er me de zal volstaan. Zoolang echter de Com missie nog niet met haar arbeid gereed ie, zoolang nog geen wetsontwerp is ingediend, tot wijziging van artikel 192, behoeven wij dan toch in elk geval eerst zullen nog niet te zorgen voor uitgaven, die komen nadat de Grondwetsherziening haar beslag heeft gekregen. De bedoeling zal toch wel niet zijn, de -regeling, zooals de Staatecommisaio zich deze denkt-, bijwijze van additioneel© artikelen aan de Grond wet toe te voegen. De rechterzijde zou dan ook zeker heel dwaas zijn, of liever heel naïef, indien zij in goed vertrouwen op do dingen, die komen gaa«n, thans al f 11,000,000 beschikbaar stelde. De droogmaking der Zuiderzee hangt o. i. nog maar in de lucht. Hoe gaarne wij deze tot stand zouden tien komen, lijkt heb toch in ieder geval noodig, eerst eens af te wachten, hoe de wereld er uit zal tien na den oorlog. Men kan dan eens tien, of hot geld niet te duur is en of er in werkelijkheid dan overvloed aan ar beidskrachten is, die alleen zou kunnen rechtvaardigen, dat men voor dit werk een tijd zou uitkiezen, waarin het veel kostbaar der zal worden dan anders. Voor de af schrijving op het sp oorwegka.pi taal is veel te zoggen, maar er moet daartoe toch eerst besloten zijn, vóór wij daarmede gaan re kenen. Indien wij deze uitgaven daarom buiten beschouwing laten, houden we over het te kort vanf 19,000,000 de kosten der invaliditeitsver- zekering, die bij invoering der wet-Talma twee mifl- ïioen hooger zijn to stellen 8,500,000 hulp aan gemeenten 2,500,000 kosten, vallende op de nieuwe belastingen, die wel niet zul len mede vallen en daarom op het geraamde cijfer wor den gehandhaafd 1,500,000 vorgoeding bij invoering der tabaksbelasting 500,000 32.000,000 Het tekort van 19 millioen moot natuur lijk worden gedekt. De invaliditeitsverzeke ring staat in het „STAATSBLAD" en moet wordtn ingevoerd. De hulp aan de ge meenten is noodig, terwijl er voor te zeggen is, dat men niet besluit tot het geven van geld aan derden, vóór men het zelf heeft. De beide andere uitgaven zullen noodig zijn, als de nieuwe belastingen komen. Om ruim te rekenen, laten wy deze op het lystje staan. Wij kunnen dus den heer Treub slechts toegeven, dat noodig zijn f32.000,000 of ongeveer de helft van het bedrag, dat hy vraagt. Intusschen ligt hierin geen reden, ook niet voor de Staten-Generaal, om de ontwerpen van den heer Treub als een geheel te be schouwen. Als inleiding tot de verschillende wetsontwerpen heeft de heer Treub een wetsontwerp ingediend, dat bedoelt de grondslagen van het stelsel van 's Rijks be lastingen opnieuw vast te leggen. Dit wets ontwerp is een opsomming van de diverse heffingen, die te zamen ons stelsel van 's Rijks belastingen uitmaken. De Kamer zal zich dus bij de behandeling van dit wets ontwerp principieel hebben uit te spreken over de verschillende belastingen, over haar heffing op zichzelf en voor zooverre dit noodig is over haar speciale bestemming. De Kamer kan bij die gelegenheid de belas tingen beschouwen in haar onderling ver band, waarbij dan vanzelf ter sprake komt de verhouding tusschea directe en indirecte belastingen en tusschen belasting op roe- rond en onroerend vermogen. Zijn de Staten-Generaal en de Regeering hierover tot overeenstemming gekomen, dan is pas de tijd daar voor de behandeling achtereenvolgens der verschillende wets ontwerpen. Er is dan geen enkel bezwaar, dat de belastingen worden behandeld en ingevoerd, naar gelang de behoeften der senatkist vragen. Het spreekt daarbij van zelf, dat de pensioenbelasting, het weergeld, de vlootbelasting en de belasting der armen- instellingen pas aan de beurt komen, wan neer de bestemming, waarvoor zij worden geheven, het geld noodig heeft. Zelfs al zouden deze belastingen reeds vroeger in het „STAATSBLAD" zijn gekomen, dan zou haar invoering daarop o. i. zonder eenigen twijfel dienen te wachten. Omgekeerd zal echter de wetgever zonder verwyl hebben te voorzien in het gewoon tekort, in de kosten der invaliditeitsverzekering, en casu quo, mocht deze wet zijn geworden, in de kosten der ouderdomsrente-Treub of in 't algemeen in de uitgaven, die voorkomen op het staatje van f32,000,000. Het over leg bij de algemeen© wet zal daarom ook zekerheid moeten geven, welke directe en indirecte belastingen, en welke belastingen op het roerend vermogen en öp diet on roerend vermogen daarvoor zullen zijn aan te wijzen. Men behoeft nog niet met alle wetsontwerpen in te stemmen," om te meonen, dut er voor alle partijen reden is, om dit overleg te plegen. Hot w.e rkprogram der Re g e e- ring. „HET VOLK" zegt hieromtrent o.m.: Het tijdstip van de behandeling van het ouderdomsontwerp is vermoedelijk niet ver meer af. Wij mogen er wel oeru op wijzen, dat de Resreering. door de ui te.uiting der be deelden" ter beslissing van de Kamer to la ten, do mogelijkheid heeft geschapen voor het tot-stand-komen van een Staat >pension- neering, waarvan wel het geldelijk bedrag te laag, en de leeftijd, waarop zy ingaat, te noog is gesteld; maar waaruit dan althans de bepaling is verdwenen, die in alle kringen der arbeidsbevo'king verzet wekte. Zal de beslissing van het Parlement ten aanzien van dit wetsontwerp voor de Regee- ring geen reden tot aftreding zijn, ook de eisch, dat de behandeling der belastiugont- werpen aan die der Grondwetsherziening moet voorafgaan, wordt door de Regeering niet gesteld. Integendeel, zij schrijft: „Mocht de Kamer besluiten de ingediende belastingontwerpen in openbare b-handeling te doen volgen op die der voorstellen tot Grondwetsherziening, dan is daartegen, ook met het oog op onzen financieel en toestand, geen bezwaar." De Kamer is dus volkomen vrij, om nadat de beslissing over het ontwerp-ouderdoms- voorziening is gevallen, vóór alles de Grond wetsherziening aan de orde te stellen. Maar, voegt de Regeering er by: „Anders zou het evenwel zijn, indien de behandeling dier ontwerpen tot na de tot stand-koming der Grondwetsherziening wor den uitgesteld." Hier begint de onduidelijkheid. Het schijnt, dat de Regoering, nadat de Tweede Kamer de voorstellen tot Grondwetsherziening heeft aangenomen, en terwyl de Eerste Kamer ze in oDderzoek heeft, de belastingvoorstellen in de Tweede Kamer wil doen behandelen. Maar ook deze moeten, om kracht van wet te krygen, door de Eerste Kamer zijn aan genomen. Is de bedoeling, dat de Eerste Ka mer, na de Grondwetsvoorstellen nog de belastingen zal behandelen? Dit schyut naast ondenkbaar; ontbinding van het Parlement is van de aanneming van het voorstel tot Grondwetsherziening het onmiddellijk g^vclg. Wil de Regeering in de Eerste Kamer de belasting-voorstellen voorop zetten? Nadere inlichting zal moeten worden afgewacht. Hoe dan ook, wij houden do Regeering ean de verklaring, boven afgedrukt, dat de Grondwetsherziening het hoofdpunt van haar program is, en dat de tot stand-koming dier heiziening door geen der andere voorstellen in gevaar mag worden gebracht, Éi Treub's sociale verzekering? Dio zal stellig op- tli et Algemeen Kiesrecht moeten wachten! Zij zal er niet slechter om worden; evenals wy ooit vóór de invoering van het Algemeen Kiesrecht kunnen hopen op een Staatspensioen, dat de arbeidersklasse ook maai even bevredigd. KLEINE ADVERTENTIES kunnen iederen morgen worden aangeboden en worden tegen 3? Ots. berekend. Op Woensdag- en Zaterdagïöorgen tot 12 n m. tegen 40 Cts. Duurtc-tocslag of Salarisverkooging. Geachte Redactie 1 Mogen wij een klein plaatsje in Uw blad naar aanleiding van het geschrevene van „Lcidenaar"' in U.v Blad van heden avond? Bij voorbaat mijn dank. „Leidenaans" wekt de Raadsleden op, goed toe te zien en goed te overwegen, dat de gevraagde loorisver hoogingen voor. ambtenaren en gemeente werklieden zullen moeten komen uit de zakken van den middensband en de kleine burgerij. Een goed verstaander heeft aan oen. half woord genoeg. Eventueels voorstellen voor loonsverhoo- ging moeten worden afgewezen en zoo noodig afgestemd. Tegen deze poging van „Leidenaar" meenen we even te moeten opkomen. We willen ons niet ophouden bij dc vrees van „Leidenaar", wie de kosten dezer loonsverhoogingen zullen moeten betalen. Alleen willen we hem even inyherinne- ring brengen, Jat, als straks bij verkie zingen voor het parlement moet worden gekozen tusschen de voorstanders van ons huidig belastingstelsel en hen, die het benoodigde geld willen halen van de groo te vermogens, wij, Leidenaars wel weer aio van ouds zullen zien stemmen voor ben, die den grootsten druk willen blijven 'eg gen op de minst weerbaren. Als moet worden uitgemaakt wie de 275 millioen-leening zullen hebben af te lossen, spreken wij, Leidenaars, nog wel nader. Voorshands meenen we tot taak to hebben met een enkel woord te protestve ren togen pogingen, om met 't sc-ilirikbeold van den zwaarbelasten middenstand hoog- noodigo verbeteringen tegen te houden. Op het Buitengewoon Congres van het Nederlanclsoh Verbond van Vaikvereonli- gingen is met onweerlegbare cijfers aange toond, dat, willen de loonen in overeen stemming worden gebracht met do hoogc levensmid fel enprijzen, het loon met minstens 2 A 3 gulden moet worden omhoog gebracht, ondanks de maatregelen, door de Regeering getroffen, om do levensmid- delenprijzen naar bene 'on te brengen. „Leidienaar" nioent, clat dit moet gevon den worden doo: de voordeelen van het Regeeringobrood visch. groenten en wat verder tegen goedkoope prijzen ter be schikking kan worden gesteld. Hoewel wij toejuichen wat op dit terrein gebeurt, raden wij toch „Leidenaar" aan, eens te be- studceren de kleinhandelsprijzen der krui denierswaren, gepubliceerd in de pas ver schenen October-aflevenng van het Maand schrift van het Centraal-Bureau voor de Statistiek. Daar zal hij vinden, dat het gomiddeldc verhoudingscijfor sinds 1913 is gestegen met 23 pCt Meent „Leaednaar", dat deze verhooging opweegt tegen dc voor-ueelen van het Ee- geeringsbrood en de groenten Meont „Leidenoar" soms, dat deze prijzen zelfs gedurende de eerste jaren na den oorlog weer op het oude peil zullen ko men 1 Wij voor ons zijn vast overtuigd, dat we deze, zoo ooit, toch zeker in de eerste tien jaren niet terug krijgen. Wij willen „LekSenaar" de verzekering ge ven, dat, ondanks wat van Regeerings- wege, ten opzichte der levensinidde'en wordt gedaan, allen, die van een schamel inkomen moeten rondkomen, gebrek lij den. Gebrek lijden in den meest volstrek ten zin. Daartegen is maar éón afdoend middel, verhooging van het locn. Verhooging van het loon in die mate, dat, in verband met de voordeelen der levensmiddelenvoorziening, het inkomen in overeenstemming is met de prijzen. Onze meening is, dat, wil onze volks klasse niet, door gevogeld te kort aan voeding verzwakken, en dat moet ze on der de tegenwoordige omstandigheden, dan moet het loon omhoog. Daar is geen ontkomen aan. De verhooging der loonen van gemeen te-werklieden en -ambtenaren zal moeten geschieden niet het minst om de particu liere werkgevers een voorbeeld te stel len. De gemeenschap mag niet afwachten, tot particuliere werkgevers, noodgedron gen het loon omhoog brengen. Zij dient voor te gaan. P. J. BOMLI, Seer. L. B. B. Leiden," 18 November. Salarisverhoogingen. Hoogst, hoogst bescheiden, is het adres, dat de afd. Leiden van don Alg. Neder- landsohen Ambtenaarsbond een dezer dagen in zee stuurde aan het College van B. en W., inhoudende het verzoek om de ealards- sea van de gemeente-ambtenaren te ver hoog on, in deze abnormale tijden. Men zegt verder de ambtenaren voor fi nancieele zoowel moreel e inzinking te be hoedente behoeden.? Ik zou meenen te herstell e».

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5