Nederland en de Oorlog.
N«. Ï7088
Woensdag lO November.
Tweede Blad. A0. 1916.
Persoverzisht.
KLEINE ADVERTENT1EN.
UIT ONS LAND.
Gemengd Nieuws.
-tt-Wfiflh'tiWi.. riTTTB
Het morgen versohijnenid nummer bevat
ala voorplaatHet bezoek van H. M. do
Koningin aan Groningen. Portret van
Z.Exc. Mr. J. P. Graaf van Limburg Sti-
rum, den nieuwbenoemden Gouverneur
van Ned.-Indië. Loopgraaf op „Zorg
vliet", te 's-GravenhageDe feestelijke
bijeenkomst in „American", te Amster
dam, bij gelegenheid van dj uitreiking der
prijzen aan de deelnemers van den vijf
provinciën-toer.
"Voorla vele actuocle oorlogsfoto's, als
Een strijd in de wolken. Oostenrijksche
soldaten op marscb ir. een bergachtig
land, enz. enz.
De B 0 v re digingscommissie.
„«DE NEDERLANDER" brengt nog eens
in herinnering wat de eigenlijke taak der
Bevredïgingscommissie voor liet onderwijs
is. Nieteen Grondwetsartikel zonder meer
te ontwerpenook niet een compleet stel
wettelijke bepalingen gereed te makon
Haar is opgedragen:
lo. wettelijke voorschriften te ontwerpen
ten aanzien van de voorziening i n
de kosten van het openbaar en het bij
zonder onderwijs, waardoor de deugde-
lijkheid en de krachtige voor
uitga ng van het onderwijs der
jeugd wordt verzekerd, onder be
houd van do opvoedkundige zelfstandigheid
van heb bijzonder onderwijs.
Dat was do eigenlijke opdracht; dé door
ons gespatieerde woorden omschrijven die
^ïidelijk. Maar de, niet wijdgedrukte,
èlofcwoorden, die blijkbaar 'het vraagstuk
op h<N oog hebben, dat gemeenlijk door
„do schoolkwestie" wordtó aangeduid, bren
gen moe, dat do conimissie tot de slotsom
zou kunnen komen, dat onder de tegen
woordige grondwettelijke bepaling niet be
hoorlijk kan worden bereikt wat de Minis
ter pcogt to bereiken. De Regeering wilde
daarom do commissio niet binden, aan de
bestaande bepaling, ook niet haar opdra
gen een nieuwe Grondwetbepaling te ont
werpen; maar, indien zijlaan het einde van
haar arbeid gekomen, ontwaarde, dat haar
voorstellen niet wel met de tegenwoordige
redactie der Grondwet in overeenstemming
zijn te brengen, haar vrijlaten een nieuw
Grondwetsartikel te ontwerpen. Daarop
luidde de opdracht verder
2o. „zoo nooaig een redactie te ont
werpen van art. 192 der Grondwet, welke
met deze voorschriften niet in
strijd" is.
Ziedaar dus den workelijken toestand.
XJit do publicatie van lie; oekende gehei
me stuk blijkt vooreerst, dat de commissie
zekere voorstellen ontworpen heeft, die
trachten te voldoen aan de opdracht sub lo,
en tevens, dat zij meent, dat die slecffts uit
voerbaar zijn, indien de Grondwet gewijzigd
wordt.
Dit laatste nu moet, dunkt ons, „DE
FAKKEL'' geruststellen, zegt heb blad. De
voorstellen der commissie zijn blijkbaar niet
van zoodanigen aard, dat zij reeds ondér de
ze Grondwet tot wetten kunnen worden ver
heven. Vóóral zal, naar het oordeel der
commissie althans, een Grondwetsherziening
moeten hebben plaats gehad. Daarover zal
het geheele kiezersoorps worden gehoord, en
bij meerderheid van 2/3 der stemmen van
de door haar gekozen Kamerleden moeten
beslissen. Het spreekt vanzelf, dat daarbij
de voorstellen der commissie ter spra
ke zullen worden gebracht en beoordeeld,
zoodat pers en kiezerscorps zich geheel vrije
lijk zullen kunnen uitspreken. Do nieuwe
(Kamer zal dan over het prondweitsarti-
kel en wordt dit aangenomen later over
de projecten der Staatscommissie moeten
beslissen, indien althans dezo projecten door
do Regeering worden overgenomen. Hoe
dio Kamer er dan zal uitzien, weet natuur
lijk nïemand. Zeker zullen haar leden niet
gobonden zijn aan afspraken met de leden
der Kamer van thans.
De Belastingvoorstellen. De
„PROVINCIALE GRONINGER. COU
RANT" vindt in de belastingvoorstellen de
nieuwigheid van het heffen va/n enkel belas
tingen, voor speciale doeleinden, zeer be
denkelijk.
Zij wijst er op, dat nu reeds allerlei oa-
togorieën van mensöheu met heb oog op
hun eoonom'ischo omstandigheden den band
tot do gemeenschap voor zdohzelf anders
gevoelen dan meneoLeai van andere econo
mische omstandigheden.
De gedachte bijv., dat vaderlandsliefde
iets is voor welgeeteldien, dab de minder
gesitueerden geen vaderland hebben, dat
voor h»n alleen diar een vaderland kan
zijn, wa*r zij het goed hebben, komt men
reeds heel veel tegen. En zij gaat verder,
waar d® meening heerscht, dat eigenlijk al
leen de welgetelden alle Staatsuitgaven
to betalen Ivobben, dat de minder wclge-
stelden, dat zijn zij, die minder dan een
sleods hoog er wordend minimum te verte
ren hebben, foitielijk niets dan rechten, heb
ben tegenover den Staat, die volgens hen
tirin of moe? een instelling ie, die do rij
ken doet verdienen en dan ook dus maar
door de rijken moet worden bekostigd.
Het blad vreest, dat voor dergelijke ge
vaarlijke, destructieve, anarchistische ge
dachten propaganda za-1 gemaakt worden
door de „besbemmings-heffnigen
De Minister maakt zich illusies, dat men
gemakkelijker zal betalen voor een be
paald, sjmpathiek doel, dan voor de alge-
tïk er. behoefte van do schatkist. Maar is
dat zoo Zal men werkelijk bij het invullen
van het biljet en op andere beslissende mo
menten, wanneer men met zichzelf alleen is,
zich laten leiden door dergelijke sentimen-
te.de overwegingen, die mooi staan op heb
podium van „deze groote verga/dering",
doch in huis niet. zelden worden opgebor
gen.
En als men nu voor een oogenblik oe-ns
aanneemt, dat men gemakkelijker belas
ting betaalt voor oen sympathiek doel, zal
men dan niet voor de natuurlijke neiging
komen te staan om het bij de andere belas
tingen weer terug te verdienen door hier
extra te knoeien? Zal dit naar^voren-bren
gen van één bijzonder sympathiek doel niet
ten gevolge hebben, dat men nu d«e andere
belastingen nog erger als odium zal gaan
gevoelen en daartegen nog meer bezwaren
zal brengen? Zal men zoodoende niet ko
men tot. een zeer ongewenscht politise§-
ren met bet belastingbiljet? Zal men niet
langzamerhand alle belastingen, behalve
de zéér sympathiek bedoelde, als een on
rechtmatige belasting gaan gevoelen?
En wanneer de Staat dan bovendien zelf
het idee in dse hand gaat werken, dat wij
koloniën alleen voor de rijke lui hebben,
doordat hij, die alleen aan een vlootbelas-
ting laat meebetalen, wanner de Staat
zelf de burgers in verschillende belangen
groepen gaat scheiden, die bij verschillen
de uitingen van staatszorg verschillend
belang hebben, waa-r blijft dan de eenheid,
het nationale gevoel en waar leidt ten
slotte zulk een 'belastingspecificatie heen?
Inderdaad zwaarwichtige vragen, die
een afdoend antwoord zullen moeten heb
ben gevonden, voordat men met dozen nieu
wen koer; zal kunnen meegaan.
De Verzeker in. gsontwer pen.
„DE RESIDENTIEBODE" schrijft, na
een overzicht van de verzekeringsontwerpen
gegeven te hébben
De eerste indruk, dien de voorstellen ma
ken, is wel deze, dat minister Treub onder
't motto, goedgunstig zoo min mogelijk om
ver te halen, toch bezig ds dé geheele zoo
moeizaam en zorgzaam tot dusver opge
bouwde verzekeringswetgeving het onderste
boven te werpen. In dé stukken verdedigt
de Minister zich met zekere verontwaardi
ging tegen cle gemaakte opmerking, dat het
standpunt der Regeering zou meebrengen
dat voorstellen moesten zijn gedaan, niet
om de verzekeringswetten der vorige Regee
ring te herzien, maar om deze in te trek
ken. Het is de Regeering „niet duidelijk,
welk staatsrechtelijk beginsel of welke
sbaatsreohtelijke praktijken haar zoudbn
moeten nopen, haar 'herrieningsarbeid in de
algeheeie slooping en nieuwbouw om te zet
ten." We getoovcn echter, dat reeds 't al
gemeen overzicht, hetwelk we boven
Treub'a voorstellen gaven, bij velen de ge
dachte aan „sleeping" en raeuwbouw" zal
hebben doen opkomen.
„DE GELDERLANDER" zegt:
Mogen wij voor de belastingvoorstellen
en de Grondwetsherziening met reden op'
een vergelijk hopen, dat, hoewel niet zon
der gevaarlijke strubbelingen en zigzagma
noeuvres, die ontwerpen grootend eels ver
moedelijk in veilige haven zal brengen, van
de nieuwe verzekeringsontwerpen durven wij
niet hetzelfde getuigen. Natuurlek bevat de
bijna' radicale wijziging van Talma's wetten
veel goeds. Zoo" l\jkt de omzetting van de
grootsck opgevatte Raden van Arbeid in een
meer bescheiden Organisatiewet alleszins een
nadere beschouwing waard en niet zonder
meer verwerpelijk.
De opneming van de geneeskundige behan
deling in de Ziekteverzekering, van dienst
boden on losse arbeiders in ziekte- en inva
liditeitsverzekering, het laten vallen van het
plaksysteem, zal allerwege waardeering vin
den.
Had minister Treub zich dan ook aan
een herziening on een verbetering van de
zeker niet volmaakte wetten van zlftn voor
ganger gehouden, hij had op volle sympathie
en hiedewerking ook .van Rechts kunnen
rekenen. En ook nu nog mag hij vertrouwen,
dat zijn Organisatiewet en Ziektewet een
slechts zakelijke critiek zullen ondervinden.
Het groote struikelblok zal de ouderdoms
wet met het s'taatspensioen blijven, waarvoor
minister Treub Talma's invaliditeitswet to
taal onderstboven moest 'gooien. Dat mén
hiermee van Rechts ooit genoegen zal ne
men, durven wij sterk betwijfelen, ook al
heeft minister Treub aangekondigd, dat hij
bereid is nader overleg te plegen over de
uitsluiting der bedeelden. De verontwaardi
ging daarover waa dan ook zoo sterk, dat
het den Minister voor zpn ktaatspensioen
zelfs b£ Links niet veel goeds voorspelde.
KLEINE ADVERTENTIES kunnen
icderen morgen worden aangeboden
en worden tegen 35 Cts. berekend.
Op Woensdag- en Zaterdagmorgen
tot 12 uur n.m. tegen 40 Cts»
UIT ONZE STAD.
STEUNCOMITÉ LEIDEN»
Oorlogstoestand 1914.
In de afgeloopen week meld
den zioh om steun aar 8 pers.
Maakt met het totaal der
vorige week ad 2722
2730 pers.
Hiervan werden direct afge
wezen 231
Tot 30 Oct. waren behandeld 2489
In de afgeloopen week kwa
men in behandeling 2
Tot 6 Nov. zijn dus behan
deld 2491 pers.
Thans worden ondersteund 199 personen.
De Duitsche handel met Holland.
Van DuitsChe zijde schrijft men aan hét
„Hbld." het volgende:
In de laatste maanden zijn er in het han
delsverkeer tusschen Duitschland en Holland
toestanden ontstaan, zooals zij te voren
nog nooit bestaan hebben. Vraag en aanbod
hebben dergelijke prijzen te voorschijn ge
roepen, dat iemand, die den toestand kalm
beziet, het niet zou gelooven, wanneer hij'
zelf niet handelsman ware. Ten perste heb
ben nog zeer veel Hollandsehe kooplieden
van den economischen toestand in Duitsch
land een volmaakt verkeerde voorstelling.
In Duitschland heeft de oorlog ongetwijfeld
een duurder worden van alle dingen en spe
ciaal van levensmiddelen veroorzaakt, maar
zoodanige prijzen, als in Holland gevraagd
worden, betaalt men in Duitschland zeer
vaak niet eens in den detail-verkoop. Sedert
Oostenrijk zijn agenten naar Duitschland en
naar Holland zendt, zijn de prijzen zoo in
de hoogte gegaan, en de laatste prijsopdrij
vingen zijn daarna nog gekomen, toen een
aantal Poolsche Joden in Holland kwamen
en met grooten ijver zich op den handel
wierpen.
Do prijjzen, die voor Russisch Polen, Lodz
enz., betaald worden, zpn abnormaal hoog en
zijn slechts te verklaren, in verband met de
duurte aldaar. Zjj maken het den reëelen
Duitschen koopman bpna onmogelijk in Hol
land te koop en, wanneer hij niet van te vo
ren zeker wil zjjn met Verlies te zullen wer
ken. .Wat daarvan het gevolg is geweest,
blijkt, om kort te gaan, uit eenige voorbeel
den. In Duitschland betaalt men voor gly
cerine 2 M. tot 2 M. 60, terwijl hier voor
goede glycerine fl.75 en meer gevraagd
wordt, d. i]>ij den tegenwoordigen stand" der
geldmarkt bijna 4 Miark.
Kaarsen kosten hier fl.40fl.60, Oos
tenrijk levert voor fl.fl.05. Marmelade
kost in Holland 40 a 65 gulden per 100
K.G., in Duitschland 25—40 mark. Hol
landsehe kaas wordt in Duitschland met
2.40 M. in detailverkoop betaald. Tegenwoor
dig vraagt men in Holland voor volvette
meer dan 3 M.
Uien worden in Duitschland met prijzen
van ten hoogste 2830 M. betaald. In Hol
land wordt voor den export 20 gulden en
meer gevraagd. Plockworst was in Duitsch
land ongeveer 60 cent per kilo goedkooper
dan hier. Aardappelmeel noteerde met 25
30 gulden, wat natuurlpk niet te betalen was.
Koffie was in verschillende prijzen te
verkrijgen. Deze varieerden van 40 tot 60
gulden; de goedkoope soorten waren slecht
en de betere te duur. De beste „Santos"
kostte in Duitschland 49 gulden. Ongelooflik
waren de geruchten over rubber, lijnolie,
margarine, leder en metalen, die hier ver
spreid werden. Het was een uitgemaakte
zaak, dat Duitschland deze waren noodig had
en toen kwamen do fantastische prijzen. Le
der steeg tot f 8.75 per kilo, om daarna)
weer snel te dalen, toen het niet gekocht
werd. Voor rubber (Hevea Krep) werd f30
èn meer per kilogram verlangd, terwijl het
Duitsche inkoopbureau in Berlijn waardoor
alle rubber-inkoopen geschieden moeten,
hoogstens f24.50 betaalt.
In Amsterdam en Rotterdam zijn kleine
beurzen ontstaan in hotels, waar men alles
koopen kan. Ontelbaar zijn do zaken, die
eiken dag gedaan worden en zeer zeldzaam
is het geval, dat werkelijk waren voorhan
den zjjn. Van honderd koop-contracten wordt
er nauwelijks een nagekomen.
In Duitschland heeft men den binnenland-
Schen handel door het maken van maximum
prijzen reeds lang in vaste banen geleid en
tegen uitwassen in den handel" wordt met
alle gestrengheid opgetreden, In de laatste
dagen is de regeering er toe overgegaan,
ook den buitenlandsehen handel op een ver
standige basis te plaatsen.
geen aanleiding bestaat de aan hun betrok
kingen toegekende vergoedingen, ge
durende die verlofdagen iu te houden.
In den regel zijn de vragen door den minister
in ontkennenden zin beantwoord.
Thans verzoekt de minister den burge
meesters echter er rekening mede te hou-
dan, dat aangenomen mag worden, dat in
vele gevallen de dienstplichtigen, juist in
verband met de reden, waarom hun de be
doelde verloven worden verleend, geduren
de die verloven hetzij verdiensten zullen
hebben, waarmede zij gedeeltelijk of wellicht
geheel in het levensonderhoud van hun be
trekkingen kunnen voorzien, hetzij zoodanig
ten behoeve van hun bedrijf werkzaam kun
nen zijn, zoodat de daaraan ontleend wor
dende inkomsten dermate stijgen, dat ver
goeding in mindere mate dan te voren noo
dig zal wezen of in het geheel niet meer
noodig zal zijn.
Indien een burgemeester tot verlaging of
intrekking van de vergoeding overgaat,
wenscht de minister de reden daarvoor te
Vergoeding wegens Kostwinnerschap.
De Minister van Oorlog heeft een mis
sive tot de burgemeesters gericht in antwoord
op de door onderscheidene burgemeesters
gestelde vraag of, in geval dienstplichtigen
tot het behartigen hunner zaken in het genot
ZQn van een bij tusschenpoozen verleend bij
zonder verlof van vier dagen of korter, er
Do maatschappij „Petrolifcre" heeft
voorloopig gedurende vijf maanden, zoowel
aan haar werklieden als aan haar admini
stratief personeel, een. duurtetoeslag gege
ven, die wordt geacht half October te zijn
ingegaan.
Te Zeddam zijn weer tweo Belgen aan
gekomen. Zij waren ruim een jaar in krijgs
gevangenschap geweest. Eén van hen had
reeds driemaal vruchteloos getra-cht Neder
land te bereiken.
Door den bewaxiiigsposfc aan de Zand-
steeg in het Yen (gem. Otter sum) werden
twee arbeiders Y. en M. aangehouden, we
gens poging tot smokkelen van margarine.
De eene had 51, de andere 40 pakjes mar
garine om zijn lichaam gebonden, terwijl het
gekeol door een cape bedekt werd.
Te Dinxperlo is de fabrieksarbeider G.
Lentehof, die een halven zak maïs over de
grens wilde smokkelen, cloor de grenswacht
met een kogel getroffen, waardoor hij een
ernstigo verwonding kreeg. Hij werd aan
stonds naar het R.-K. Ziekenhuis te Ter-
borg overgebracht.
Te Orsoy (ftijnprov.) is 'n groote Hol-
la-ndsche vrachtboot aangehouden, omdat cle
kapitein do „Sperre" bij Xanten zoncler ver
gunning passeerde en op gegeven halt-sig
naal niet. stopte, doch met vermeerderde
snelheid verder voer, waarop het vaartuig
werd beschoten, doch zonder succes.
De inmiddels telefonisch gewaarschuwde
bezetting van itneinberg dwong to Orsoy
den kapitein te landen, waarna deze gear
resteerd en de boot onder militaire bewa
king werd gesteld.
In de „Shipping and Mercantile Gazet-
te" van 5 November lezen wij: Een hoe
veelheid lood lag hier gereed voor verzen
ding naar een Nederlandsche firma, die
sinds jaren regelmatig lood uit Engeland
betrok. De certificaten van de „N. O. T.
waren in orde. Het lood zou alleen bestemd
zijn voor Nederlandsch gebruik. Toen de
papieren van deze zending aan het Douane-
sta tion kwamen, werden zij in beslag geno
men, de „licence" ingetrokken en de ver
scheper voor verdere explicaties naar het
ministerie van Oorlog gewezen.
De minister van Financiën maakt be
kend, ter voldoening aan ark 6 der wet van
6 Augustus 1914, dat in de maand October
1915 bij de Algemeen© Rekenkamer zijn
overgebracht: 278 stuks zilverbons h fl;
2858 stuks zilverbonte h f 2.50; 577 stuks zil
verbons £5.
De minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel brengt ter kennis van belangheb
benden, dat in overleg met hem door de
Nederlandsche Maatschappij ter bevordering
van de vlasindustrie en den Nederiandschen.
jVlassers bond een Vooraenings-commizsb ij
opgericht, met bet doel er voor zorg te dra
gen, dat met den uitvoer van vlas samengaat
een behoorlijke voorziening in de behoefte
van de Nederlandsche industrie.
Het Bureau van den Bestuurdersbond
van Middenstandsvereenigingen, meldt, dat
het telegrafisch bericht heeft ontvangen, dat
alle goederen uit- Frankrijk thans ook aan de
N. 0. T. geconsigneerd moeten worden.
Het bureau steit zich disponibel door zpn
tusschenkomst en zonder bankgarantie, de
goederen uit Frankrijk en Enge.and door
medewerking van de N. V. Biaauwhpeden-
veem, te Rotterdam, spoedig aan de winke
liers te doen bezorgen.
De minister van Landbouw, maakt in
gevolge art. 6, onder 3, van de Oorlogszeeon-
gevallenwet 1915, bekend, dat gedurende de
maand October 1915 geen verzekeringsover
eenkomsten, als onder. 2 van genoemd artikel
bedoeld, met den staat der Nederlanden zijn
gesloten.
Dezer dagen zullen 8 vrouwelijke le
den van Duitsche Katholieke orden, tot dus
verre in Brifcsch-Indië werkzaam, hier te
lande aankomen. Zij zijn door de Engelsche
autoriteiten uitgewezen. Binnenkort volgen
nog 400 zendelingen e.a. van Duitsche natio
naliteit of afkomst, eveneens uit Britsch-
Indië. Zij zullen via Vlissingen of via Rot
terdam naai- Duitschland terugkeereiu
De stranding en het .vergaan
Van den stoomtrawler „Gerard", IJm. 167.
Angstige oogenblikkcn en een ernstige
aanklacht.
Men meldt ons uit IJmuiden:
We hebben bezoek gehad van eenigen der
met levensgevaar geredde bemanning van
den stoomtrawler „Gerard", IJm. 167,
schipper J. Koeman, die ons omtrent hun
wedervaren het volgende mededeelden.
De stoomtrawler was 30 October ter vis-
sclierij uitgevaren en aanvaardde na een
goede vangst gemaakt te hebben op Vrijdag
5 November de thuisreis. Door nog niet
vastgestelde oorzaak, doch vermoedelijk
door miswijzing van hot kompas, geraakte
de trawler Zaterdag des nachts te 1 uur
aan de grondén nabij het eiland Ameland,
waarbij het schip met een tienmijIs-vaart op
een rif liep.
Nadat tevergeeEs beproefd was op eigen
kracht vlot te komen en de toestand van den
trawler ernstiger werd, bracht men Zon
dagmorgen tegen halÉtwaalf de scheeps-
boot te water, waarmede men gewacht had
tot den mist opgetrokken was en men een
spoor van land ontdekt had, en begaven dé
stuurman en 4 matrozen zich in de boot om
hulp te halen. Men roeide naar Ameland en
gaf daar aan de kustwacht kennis van de
stranding, waar men vernam, dat het schip
daar op een zeer gevaarlijke plaats zat. Da
kustwacht deelde mede onmiddellijk naar
Terschelling te zullen telegrafeeren om
sleepbootassistentie en de beide reddings
stations op het eiland te waarschuwen, dat
cr gevaar voor de opvarenden dreigde.
Tegen 4 uur kwamen de roeiers bij den
trawler terug en zou men na enkele ureD
rust dé scheepsboot weder binnen halen,
toen men ondekte, dat deze water had ge
maakt. De stuurman begaf zich in de boot
om 't. water uit te hoozen, toen eensklaps de
vanglijn van de boot brak en men den stuur
man met de boob in de duisternis zag ver
dwijnen, helaas om hem nimmer meer te
rug te zien.
Inmiddels was het weder ruwer gewor
den en werd aan bdord de noodvlag ge-he-
schen, werd aanhoudend op de stoomfluit
gestooten en werden alle aan boord aan
wezige netten in brand gestoken, om toch
de aandacht van de reddingstations te trek
ken. De ibemabning is overtuigd, dat, afge
zien nog vau de waarschuwing van de kust
wacht, de noodseinen moeten zijn opge
merkt door beïcfe, althans door een der bei
de reddingsstations, maar hoe angstig men
ook uitzag naar redding, cr daagde geen
reddingboot op. De toestand aan boord
werd hoe langer hoe kritieker. De machine
kamer liep vol water en het achterschip
zakte hoe langer hoe meer in het werkend
zand weg. Eindelijk, na een zeer angstigen
naclit, kreeg rnen des Maandags morgens een
'sleepboot in zicht, die later bleek te zijn de
sleepboot „Neptunus", van Terschelling, die
onmiddellijk na het bericht van de kust
wacht op Ameland vertrokken was, doch
den trawler, wegens den nacht, niet voor
den morgen had gevonden.
Onmiddellijk werden pogingen aangewend
verbinding tusschen den trawler en de sleep
boot tot stand te brengen, dogh toen men
die verkregen had, slipte de sleeptros en
dreef de boot van de sleepboot weg. Sleohts
met zeer veel moeite hebben de roeiers de
sleepboot weder bereikt, doch nieuwe po
gingen faalden.
Intusschen was het geheele achterschip en
het middenschip door het binnenstroomend
water gezonken en moesten de nog negen
overgeblevenen zich op do voorplecht ver
eenigen, om niet in de diepte te verzinken.
Zoo ging men den nacht van Maandag op
Dinsdag in en nog steecis daagde geen hulp
van Ameland op. Hoe die negen menschen
dien nacht hebben doorgebracht op een
stukje van het schip, waarover geregeld do
golven heen sloegen, opgejaagd door een
hevige branding, kunnen 3lechts zij zich
voorstellen, die in zoo groot levensgevaar
hebben verkeerd.
"VVaar blijven to oh de reddingbooten'
vroeg men zich voortdurend angstig af, doch
hun roepen en smeeken en bidden was te
vergeefs. Eindelijk daagde de dag na een
ónvergetelijken nacht. Toen kon weder de
sleepboot naderen en Begaven zich een ne
gental mannen in de bet om de van angst
en vermoeienis uitgeputte menschen van.
den trawler to redden. Dit is bun met groot
levensgevaar gelukt en moest men met acht
tien menschen in een lricïne boot door de
branding om de sleepboot te bereiken. Do
geredden van den trawler zijn vol lof en
dankbaarheid voor dc bemanning van de
sleepboot doch rij kunnen geen verklaring
vinden voor het gedrag van de Amelanders,
van wien allen overtuigd zijn, dat rij de
noodseinen moeten gezien en gehoord heb
ben.
D© volgende groot© plant©nk'eu-
ring zal t© Nijmegen plaats hebben in Öo
tweed© helft van 1916.
Do Ven loste he gemeentepolitie
wist de hand te leggen op een viertal knapen,
van 9, 11, 14 en 15 jaren, verdacht van
diefstal met braak. Ze hadden ingebroken
in het gebouw der R.-K. Militairen-Vereeni-
ging, té Venlo, en ontvreemdden niet minder
dan 7000 sigaretten, sigareD, chocolade, enz.
Een gedeelte van het gestolene werd opge
graven in (te onmiddellijk© nabijheid van
oe Maasbrug.