Nederland en de Oorlog. N«. Ï7088 Woensdag lO November. Tweede Blad. A0. 1916. Persoverzisht. KLEINE ADVERTENT1EN. UIT ONS LAND. Gemengd Nieuws. -tt-Wfiflh'tiWi.. riTTTB Het morgen versohijnenid nummer bevat ala voorplaatHet bezoek van H. M. do Koningin aan Groningen. Portret van Z.Exc. Mr. J. P. Graaf van Limburg Sti- rum, den nieuwbenoemden Gouverneur van Ned.-Indië. Loopgraaf op „Zorg vliet", te 's-GravenhageDe feestelijke bijeenkomst in „American", te Amster dam, bij gelegenheid van dj uitreiking der prijzen aan de deelnemers van den vijf provinciën-toer. "Voorla vele actuocle oorlogsfoto's, als Een strijd in de wolken. Oostenrijksche soldaten op marscb ir. een bergachtig land, enz. enz. De B 0 v re digingscommissie. „«DE NEDERLANDER" brengt nog eens in herinnering wat de eigenlijke taak der Bevredïgingscommissie voor liet onderwijs is. Nieteen Grondwetsartikel zonder meer te ontwerpenook niet een compleet stel wettelijke bepalingen gereed te makon Haar is opgedragen: lo. wettelijke voorschriften te ontwerpen ten aanzien van de voorziening i n de kosten van het openbaar en het bij zonder onderwijs, waardoor de deugde- lijkheid en de krachtige voor uitga ng van het onderwijs der jeugd wordt verzekerd, onder be houd van do opvoedkundige zelfstandigheid van heb bijzonder onderwijs. Dat was do eigenlijke opdracht; dé door ons gespatieerde woorden omschrijven die ^ïidelijk. Maar de, niet wijdgedrukte, èlofcwoorden, die blijkbaar 'het vraagstuk op h<N oog hebben, dat gemeenlijk door „do schoolkwestie" wordtó aangeduid, bren gen moe, dat do conimissie tot de slotsom zou kunnen komen, dat onder de tegen woordige grondwettelijke bepaling niet be hoorlijk kan worden bereikt wat de Minis ter pcogt to bereiken. De Regeering wilde daarom do commissio niet binden, aan de bestaande bepaling, ook niet haar opdra gen een nieuwe Grondwetbepaling te ont werpen; maar, indien zijlaan het einde van haar arbeid gekomen, ontwaarde, dat haar voorstellen niet wel met de tegenwoordige redactie der Grondwet in overeenstemming zijn te brengen, haar vrijlaten een nieuw Grondwetsartikel te ontwerpen. Daarop luidde de opdracht verder 2o. „zoo nooaig een redactie te ont werpen van art. 192 der Grondwet, welke met deze voorschriften niet in strijd" is. Ziedaar dus den workelijken toestand. XJit do publicatie van lie; oekende gehei me stuk blijkt vooreerst, dat de commissie zekere voorstellen ontworpen heeft, die trachten te voldoen aan de opdracht sub lo, en tevens, dat zij meent, dat die slecffts uit voerbaar zijn, indien de Grondwet gewijzigd wordt. Dit laatste nu moet, dunkt ons, „DE FAKKEL'' geruststellen, zegt heb blad. De voorstellen der commissie zijn blijkbaar niet van zoodanigen aard, dat zij reeds ondér de ze Grondwet tot wetten kunnen worden ver heven. Vóóral zal, naar het oordeel der commissie althans, een Grondwetsherziening moeten hebben plaats gehad. Daarover zal het geheele kiezersoorps worden gehoord, en bij meerderheid van 2/3 der stemmen van de door haar gekozen Kamerleden moeten beslissen. Het spreekt vanzelf, dat daarbij de voorstellen der commissie ter spra ke zullen worden gebracht en beoordeeld, zoodat pers en kiezerscorps zich geheel vrije lijk zullen kunnen uitspreken. Do nieuwe (Kamer zal dan over het prondweitsarti- kel en wordt dit aangenomen later over de projecten der Staatscommissie moeten beslissen, indien althans dezo projecten door do Regeering worden overgenomen. Hoe dio Kamer er dan zal uitzien, weet natuur lijk nïemand. Zeker zullen haar leden niet gobonden zijn aan afspraken met de leden der Kamer van thans. De Belastingvoorstellen. De „PROVINCIALE GRONINGER. COU RANT" vindt in de belastingvoorstellen de nieuwigheid van het heffen va/n enkel belas tingen, voor speciale doeleinden, zeer be denkelijk. Zij wijst er op, dat nu reeds allerlei oa- togorieën van mensöheu met heb oog op hun eoonom'ischo omstandigheden den band tot do gemeenschap voor zdohzelf anders gevoelen dan meneoLeai van andere econo mische omstandigheden. De gedachte bijv., dat vaderlandsliefde iets is voor welgeeteldien, dab de minder gesitueerden geen vaderland hebben, dat voor h»n alleen diar een vaderland kan zijn, wa*r zij het goed hebben, komt men reeds heel veel tegen. En zij gaat verder, waar d® meening heerscht, dat eigenlijk al leen de welgetelden alle Staatsuitgaven to betalen Ivobben, dat de minder wclge- stelden, dat zijn zij, die minder dan een sleods hoog er wordend minimum te verte ren hebben, foitielijk niets dan rechten, heb ben tegenover den Staat, die volgens hen tirin of moe? een instelling ie, die do rij ken doet verdienen en dan ook dus maar door de rijken moet worden bekostigd. Het blad vreest, dat voor dergelijke ge vaarlijke, destructieve, anarchistische ge dachten propaganda za-1 gemaakt worden door de „besbemmings-heffnigen De Minister maakt zich illusies, dat men gemakkelijker zal betalen voor een be paald, sjmpathiek doel, dan voor de alge- tïk er. behoefte van do schatkist. Maar is dat zoo Zal men werkelijk bij het invullen van het biljet en op andere beslissende mo menten, wanneer men met zichzelf alleen is, zich laten leiden door dergelijke sentimen- te.de overwegingen, die mooi staan op heb podium van „deze groote verga/dering", doch in huis niet. zelden worden opgebor gen. En als men nu voor een oogenblik oe-ns aanneemt, dat men gemakkelijker belas ting betaalt voor oen sympathiek doel, zal men dan niet voor de natuurlijke neiging komen te staan om het bij de andere belas tingen weer terug te verdienen door hier extra te knoeien? Zal dit naar^voren-bren gen van één bijzonder sympathiek doel niet ten gevolge hebben, dat men nu d«e andere belastingen nog erger als odium zal gaan gevoelen en daartegen nog meer bezwaren zal brengen? Zal men zoodoende niet ko men tot. een zeer ongewenscht politise§- ren met bet belastingbiljet? Zal men niet langzamerhand alle belastingen, behalve de zéér sympathiek bedoelde, als een on rechtmatige belasting gaan gevoelen? En wanneer de Staat dan bovendien zelf het idee in dse hand gaat werken, dat wij koloniën alleen voor de rijke lui hebben, doordat hij, die alleen aan een vlootbelas- ting laat meebetalen, wanner de Staat zelf de burgers in verschillende belangen groepen gaat scheiden, die bij verschillen de uitingen van staatszorg verschillend belang hebben, waa-r blijft dan de eenheid, het nationale gevoel en waar leidt ten slotte zulk een 'belastingspecificatie heen? Inderdaad zwaarwichtige vragen, die een afdoend antwoord zullen moeten heb ben gevonden, voordat men met dozen nieu wen koer; zal kunnen meegaan. De Verzeker in. gsontwer pen. „DE RESIDENTIEBODE" schrijft, na een overzicht van de verzekeringsontwerpen gegeven te hébben De eerste indruk, dien de voorstellen ma ken, is wel deze, dat minister Treub onder 't motto, goedgunstig zoo min mogelijk om ver te halen, toch bezig ds dé geheele zoo moeizaam en zorgzaam tot dusver opge bouwde verzekeringswetgeving het onderste boven te werpen. In dé stukken verdedigt de Minister zich met zekere verontwaardi ging tegen cle gemaakte opmerking, dat het standpunt der Regeering zou meebrengen dat voorstellen moesten zijn gedaan, niet om de verzekeringswetten der vorige Regee ring te herzien, maar om deze in te trek ken. Het is de Regeering „niet duidelijk, welk staatsrechtelijk beginsel of welke sbaatsreohtelijke praktijken haar zoudbn moeten nopen, haar 'herrieningsarbeid in de algeheeie slooping en nieuwbouw om te zet ten." We getoovcn echter, dat reeds 't al gemeen overzicht, hetwelk we boven Treub'a voorstellen gaven, bij velen de ge dachte aan „sleeping" en raeuwbouw" zal hebben doen opkomen. „DE GELDERLANDER" zegt: Mogen wij voor de belastingvoorstellen en de Grondwetsherziening met reden op' een vergelijk hopen, dat, hoewel niet zon der gevaarlijke strubbelingen en zigzagma noeuvres, die ontwerpen grootend eels ver moedelijk in veilige haven zal brengen, van de nieuwe verzekeringsontwerpen durven wij niet hetzelfde getuigen. Natuurlek bevat de bijna' radicale wijziging van Talma's wetten veel goeds. Zoo" l\jkt de omzetting van de grootsck opgevatte Raden van Arbeid in een meer bescheiden Organisatiewet alleszins een nadere beschouwing waard en niet zonder meer verwerpelijk. De opneming van de geneeskundige behan deling in de Ziekteverzekering, van dienst boden on losse arbeiders in ziekte- en inva liditeitsverzekering, het laten vallen van het plaksysteem, zal allerwege waardeering vin den. Had minister Treub zich dan ook aan een herziening on een verbetering van de zeker niet volmaakte wetten van zlftn voor ganger gehouden, hij had op volle sympathie en hiedewerking ook .van Rechts kunnen rekenen. En ook nu nog mag hij vertrouwen, dat zijn Organisatiewet en Ziektewet een slechts zakelijke critiek zullen ondervinden. Het groote struikelblok zal de ouderdoms wet met het s'taatspensioen blijven, waarvoor minister Treub Talma's invaliditeitswet to taal onderstboven moest 'gooien. Dat mén hiermee van Rechts ooit genoegen zal ne men, durven wij sterk betwijfelen, ook al heeft minister Treub aangekondigd, dat hij bereid is nader overleg te plegen over de uitsluiting der bedeelden. De verontwaardi ging daarover waa dan ook zoo sterk, dat het den Minister voor zpn ktaatspensioen zelfs b£ Links niet veel goeds voorspelde. KLEINE ADVERTENTIES kunnen icderen morgen worden aangeboden en worden tegen 35 Cts. berekend. Op Woensdag- en Zaterdagmorgen tot 12 uur n.m. tegen 40 Cts» UIT ONZE STAD. STEUNCOMITÉ LEIDEN» Oorlogstoestand 1914. In de afgeloopen week meld den zioh om steun aar 8 pers. Maakt met het totaal der vorige week ad 2722 2730 pers. Hiervan werden direct afge wezen 231 Tot 30 Oct. waren behandeld 2489 In de afgeloopen week kwa men in behandeling 2 Tot 6 Nov. zijn dus behan deld 2491 pers. Thans worden ondersteund 199 personen. De Duitsche handel met Holland. Van DuitsChe zijde schrijft men aan hét „Hbld." het volgende: In de laatste maanden zijn er in het han delsverkeer tusschen Duitschland en Holland toestanden ontstaan, zooals zij te voren nog nooit bestaan hebben. Vraag en aanbod hebben dergelijke prijzen te voorschijn ge roepen, dat iemand, die den toestand kalm beziet, het niet zou gelooven, wanneer hij' zelf niet handelsman ware. Ten perste heb ben nog zeer veel Hollandsehe kooplieden van den economischen toestand in Duitsch land een volmaakt verkeerde voorstelling. In Duitschland heeft de oorlog ongetwijfeld een duurder worden van alle dingen en spe ciaal van levensmiddelen veroorzaakt, maar zoodanige prijzen, als in Holland gevraagd worden, betaalt men in Duitschland zeer vaak niet eens in den detail-verkoop. Sedert Oostenrijk zijn agenten naar Duitschland en naar Holland zendt, zijn de prijzen zoo in de hoogte gegaan, en de laatste prijsopdrij vingen zijn daarna nog gekomen, toen een aantal Poolsche Joden in Holland kwamen en met grooten ijver zich op den handel wierpen. Do prijjzen, die voor Russisch Polen, Lodz enz., betaald worden, zpn abnormaal hoog en zijn slechts te verklaren, in verband met de duurte aldaar. Zjj maken het den reëelen Duitschen koopman bpna onmogelijk in Hol land te koop en, wanneer hij niet van te vo ren zeker wil zjjn met Verlies te zullen wer ken. .Wat daarvan het gevolg is geweest, blijkt, om kort te gaan, uit eenige voorbeel den. In Duitschland betaalt men voor gly cerine 2 M. tot 2 M. 60, terwijl hier voor goede glycerine fl.75 en meer gevraagd wordt, d. i]>ij den tegenwoordigen stand" der geldmarkt bijna 4 Miark. Kaarsen kosten hier fl.40fl.60, Oos tenrijk levert voor fl.fl.05. Marmelade kost in Holland 40 a 65 gulden per 100 K.G., in Duitschland 25—40 mark. Hol landsehe kaas wordt in Duitschland met 2.40 M. in detailverkoop betaald. Tegenwoor dig vraagt men in Holland voor volvette meer dan 3 M. Uien worden in Duitschland met prijzen van ten hoogste 2830 M. betaald. In Hol land wordt voor den export 20 gulden en meer gevraagd. Plockworst was in Duitsch land ongeveer 60 cent per kilo goedkooper dan hier. Aardappelmeel noteerde met 25 30 gulden, wat natuurlpk niet te betalen was. Koffie was in verschillende prijzen te verkrijgen. Deze varieerden van 40 tot 60 gulden; de goedkoope soorten waren slecht en de betere te duur. De beste „Santos" kostte in Duitschland 49 gulden. Ongelooflik waren de geruchten over rubber, lijnolie, margarine, leder en metalen, die hier ver spreid werden. Het was een uitgemaakte zaak, dat Duitschland deze waren noodig had en toen kwamen do fantastische prijzen. Le der steeg tot f 8.75 per kilo, om daarna) weer snel te dalen, toen het niet gekocht werd. Voor rubber (Hevea Krep) werd f30 èn meer per kilogram verlangd, terwijl het Duitsche inkoopbureau in Berlijn waardoor alle rubber-inkoopen geschieden moeten, hoogstens f24.50 betaalt. In Amsterdam en Rotterdam zijn kleine beurzen ontstaan in hotels, waar men alles koopen kan. Ontelbaar zijn do zaken, die eiken dag gedaan worden en zeer zeldzaam is het geval, dat werkelijk waren voorhan den zjjn. Van honderd koop-contracten wordt er nauwelijks een nagekomen. In Duitschland heeft men den binnenland- Schen handel door het maken van maximum prijzen reeds lang in vaste banen geleid en tegen uitwassen in den handel" wordt met alle gestrengheid opgetreden, In de laatste dagen is de regeering er toe overgegaan, ook den buitenlandsehen handel op een ver standige basis te plaatsen. geen aanleiding bestaat de aan hun betrok kingen toegekende vergoedingen, ge durende die verlofdagen iu te houden. In den regel zijn de vragen door den minister in ontkennenden zin beantwoord. Thans verzoekt de minister den burge meesters echter er rekening mede te hou- dan, dat aangenomen mag worden, dat in vele gevallen de dienstplichtigen, juist in verband met de reden, waarom hun de be doelde verloven worden verleend, geduren de die verloven hetzij verdiensten zullen hebben, waarmede zij gedeeltelijk of wellicht geheel in het levensonderhoud van hun be trekkingen kunnen voorzien, hetzij zoodanig ten behoeve van hun bedrijf werkzaam kun nen zijn, zoodat de daaraan ontleend wor dende inkomsten dermate stijgen, dat ver goeding in mindere mate dan te voren noo dig zal wezen of in het geheel niet meer noodig zal zijn. Indien een burgemeester tot verlaging of intrekking van de vergoeding overgaat, wenscht de minister de reden daarvoor te Vergoeding wegens Kostwinnerschap. De Minister van Oorlog heeft een mis sive tot de burgemeesters gericht in antwoord op de door onderscheidene burgemeesters gestelde vraag of, in geval dienstplichtigen tot het behartigen hunner zaken in het genot ZQn van een bij tusschenpoozen verleend bij zonder verlof van vier dagen of korter, er Do maatschappij „Petrolifcre" heeft voorloopig gedurende vijf maanden, zoowel aan haar werklieden als aan haar admini stratief personeel, een. duurtetoeslag gege ven, die wordt geacht half October te zijn ingegaan. Te Zeddam zijn weer tweo Belgen aan gekomen. Zij waren ruim een jaar in krijgs gevangenschap geweest. Eén van hen had reeds driemaal vruchteloos getra-cht Neder land te bereiken. Door den bewaxiiigsposfc aan de Zand- steeg in het Yen (gem. Otter sum) werden twee arbeiders Y. en M. aangehouden, we gens poging tot smokkelen van margarine. De eene had 51, de andere 40 pakjes mar garine om zijn lichaam gebonden, terwijl het gekeol door een cape bedekt werd. Te Dinxperlo is de fabrieksarbeider G. Lentehof, die een halven zak maïs over de grens wilde smokkelen, cloor de grenswacht met een kogel getroffen, waardoor hij een ernstigo verwonding kreeg. Hij werd aan stonds naar het R.-K. Ziekenhuis te Ter- borg overgebracht. Te Orsoy (ftijnprov.) is 'n groote Hol- la-ndsche vrachtboot aangehouden, omdat cle kapitein do „Sperre" bij Xanten zoncler ver gunning passeerde en op gegeven halt-sig naal niet. stopte, doch met vermeerderde snelheid verder voer, waarop het vaartuig werd beschoten, doch zonder succes. De inmiddels telefonisch gewaarschuwde bezetting van itneinberg dwong to Orsoy den kapitein te landen, waarna deze gear resteerd en de boot onder militaire bewa king werd gesteld. In de „Shipping and Mercantile Gazet- te" van 5 November lezen wij: Een hoe veelheid lood lag hier gereed voor verzen ding naar een Nederlandsche firma, die sinds jaren regelmatig lood uit Engeland betrok. De certificaten van de „N. O. T. waren in orde. Het lood zou alleen bestemd zijn voor Nederlandsch gebruik. Toen de papieren van deze zending aan het Douane- sta tion kwamen, werden zij in beslag geno men, de „licence" ingetrokken en de ver scheper voor verdere explicaties naar het ministerie van Oorlog gewezen. De minister van Financiën maakt be kend, ter voldoening aan ark 6 der wet van 6 Augustus 1914, dat in de maand October 1915 bij de Algemeen© Rekenkamer zijn overgebracht: 278 stuks zilverbons h fl; 2858 stuks zilverbonte h f 2.50; 577 stuks zil verbons £5. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel brengt ter kennis van belangheb benden, dat in overleg met hem door de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van de vlasindustrie en den Nederiandschen. jVlassers bond een Vooraenings-commizsb ij opgericht, met bet doel er voor zorg te dra gen, dat met den uitvoer van vlas samengaat een behoorlijke voorziening in de behoefte van de Nederlandsche industrie. Het Bureau van den Bestuurdersbond van Middenstandsvereenigingen, meldt, dat het telegrafisch bericht heeft ontvangen, dat alle goederen uit- Frankrijk thans ook aan de N. 0. T. geconsigneerd moeten worden. Het bureau steit zich disponibel door zpn tusschenkomst en zonder bankgarantie, de goederen uit Frankrijk en Enge.and door medewerking van de N. V. Biaauwhpeden- veem, te Rotterdam, spoedig aan de winke liers te doen bezorgen. De minister van Landbouw, maakt in gevolge art. 6, onder 3, van de Oorlogszeeon- gevallenwet 1915, bekend, dat gedurende de maand October 1915 geen verzekeringsover eenkomsten, als onder. 2 van genoemd artikel bedoeld, met den staat der Nederlanden zijn gesloten. Dezer dagen zullen 8 vrouwelijke le den van Duitsche Katholieke orden, tot dus verre in Brifcsch-Indië werkzaam, hier te lande aankomen. Zij zijn door de Engelsche autoriteiten uitgewezen. Binnenkort volgen nog 400 zendelingen e.a. van Duitsche natio naliteit of afkomst, eveneens uit Britsch- Indië. Zij zullen via Vlissingen of via Rot terdam naai- Duitschland terugkeereiu De stranding en het .vergaan Van den stoomtrawler „Gerard", IJm. 167. Angstige oogenblikkcn en een ernstige aanklacht. Men meldt ons uit IJmuiden: We hebben bezoek gehad van eenigen der met levensgevaar geredde bemanning van den stoomtrawler „Gerard", IJm. 167, schipper J. Koeman, die ons omtrent hun wedervaren het volgende mededeelden. De stoomtrawler was 30 October ter vis- sclierij uitgevaren en aanvaardde na een goede vangst gemaakt te hebben op Vrijdag 5 November de thuisreis. Door nog niet vastgestelde oorzaak, doch vermoedelijk door miswijzing van hot kompas, geraakte de trawler Zaterdag des nachts te 1 uur aan de grondén nabij het eiland Ameland, waarbij het schip met een tienmijIs-vaart op een rif liep. Nadat tevergeeEs beproefd was op eigen kracht vlot te komen en de toestand van den trawler ernstiger werd, bracht men Zon dagmorgen tegen halÉtwaalf de scheeps- boot te water, waarmede men gewacht had tot den mist opgetrokken was en men een spoor van land ontdekt had, en begaven dé stuurman en 4 matrozen zich in de boot om hulp te halen. Men roeide naar Ameland en gaf daar aan de kustwacht kennis van de stranding, waar men vernam, dat het schip daar op een zeer gevaarlijke plaats zat. Da kustwacht deelde mede onmiddellijk naar Terschelling te zullen telegrafeeren om sleepbootassistentie en de beide reddings stations op het eiland te waarschuwen, dat cr gevaar voor de opvarenden dreigde. Tegen 4 uur kwamen de roeiers bij den trawler terug en zou men na enkele ureD rust dé scheepsboot weder binnen halen, toen men ondekte, dat deze water had ge maakt. De stuurman begaf zich in de boot om 't. water uit te hoozen, toen eensklaps de vanglijn van de boot brak en men den stuur man met de boob in de duisternis zag ver dwijnen, helaas om hem nimmer meer te rug te zien. Inmiddels was het weder ruwer gewor den en werd aan bdord de noodvlag ge-he- schen, werd aanhoudend op de stoomfluit gestooten en werden alle aan boord aan wezige netten in brand gestoken, om toch de aandacht van de reddingstations te trek ken. De ibemabning is overtuigd, dat, afge zien nog vau de waarschuwing van de kust wacht, de noodseinen moeten zijn opge merkt door beïcfe, althans door een der bei de reddingsstations, maar hoe angstig men ook uitzag naar redding, cr daagde geen reddingboot op. De toestand aan boord werd hoe langer hoe kritieker. De machine kamer liep vol water en het achterschip zakte hoe langer hoe meer in het werkend zand weg. Eindelijk, na een zeer angstigen naclit, kreeg rnen des Maandags morgens een 'sleepboot in zicht, die later bleek te zijn de sleepboot „Neptunus", van Terschelling, die onmiddellijk na het bericht van de kust wacht op Ameland vertrokken was, doch den trawler, wegens den nacht, niet voor den morgen had gevonden. Onmiddellijk werden pogingen aangewend verbinding tusschen den trawler en de sleep boot tot stand te brengen, dogh toen men die verkregen had, slipte de sleeptros en dreef de boot van de sleepboot weg. Sleohts met zeer veel moeite hebben de roeiers de sleepboot weder bereikt, doch nieuwe po gingen faalden. Intusschen was het geheele achterschip en het middenschip door het binnenstroomend water gezonken en moesten de nog negen overgeblevenen zich op do voorplecht ver eenigen, om niet in de diepte te verzinken. Zoo ging men den nacht van Maandag op Dinsdag in en nog steecis daagde geen hulp van Ameland op. Hoe die negen menschen dien nacht hebben doorgebracht op een stukje van het schip, waarover geregeld do golven heen sloegen, opgejaagd door een hevige branding, kunnen 3lechts zij zich voorstellen, die in zoo groot levensgevaar hebben verkeerd. "VVaar blijven to oh de reddingbooten' vroeg men zich voortdurend angstig af, doch hun roepen en smeeken en bidden was te vergeefs. Eindelijk daagde de dag na een ónvergetelijken nacht. Toen kon weder de sleepboot naderen en Begaven zich een ne gental mannen in de bet om de van angst en vermoeienis uitgeputte menschen van. den trawler to redden. Dit is bun met groot levensgevaar gelukt en moest men met acht tien menschen in een lricïne boot door de branding om de sleepboot te bereiken. Do geredden van den trawler zijn vol lof en dankbaarheid voor dc bemanning van de sleepboot doch rij kunnen geen verklaring vinden voor het gedrag van de Amelanders, van wien allen overtuigd zijn, dat rij de noodseinen moeten gezien en gehoord heb ben. D© volgende groot© plant©nk'eu- ring zal t© Nijmegen plaats hebben in Öo tweed© helft van 1916. Do Ven loste he gemeentepolitie wist de hand te leggen op een viertal knapen, van 9, 11, 14 en 15 jaren, verdacht van diefstal met braak. Ze hadden ingebroken in het gebouw der R.-K. Militairen-Vereeni- ging, té Venlo, en ontvreemdden niet minder dan 7000 sigaretten, sigareD, chocolade, enz. Een gedeelte van het gestolene werd opge graven in (te onmiddellijk© nabijheid van oe Maasbrug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5