Het Oranjeboek. Vragen en Antwoorden. Uit de Omstreken. hl Bemoeilijking v i s s c h e r ij. Telken?, wanneer een geval van bemoei lijking der visschery ter kennis van de Ne derlandsehe Begeering kwam, heeft zij on middellijk do noodiee stappen gedaan, ten einde de vrijlating oinnen den kortst moge- lijken tijd mn schip £n bemanning' te ver krijgen. tuigeD, wordt gezegd, dat de handhaving der onzijdigheid aan de regeering den plicht oplegt om daartegen zooveel mogelijk te waken. Daarom wordt zooveel mogelijk ge zorgd, dat de berichten de nieuwsagenten niet clan met 6 uur vertraging bereiken. Over de internee ringen. De regeering zet uiteen, waarom zij de schipbreukelingen van de „Aboukir". „Crcs- sey" en „Hogue" vrijliet, op. de reeds inder tijd medegedeelde gronden en wa„t zij deed betreffende interneering van luchtschepen. oen ver _k tot verbetering van loon of ar beidstoestand doen, wordt steeds een goed gunstig verhoor verloond." Zooals wij reeds meldden, werden de be- doeldo mcdedeelmgen ons verstrekt, na mens den Faibrieksarbeidersbond. TER-AAK. Bij do heden gehouden keuring van de landstormplichtigen dezer gemeente, jaarklassc 1912, zijn 16 personen geschikt verklaard terwijl 3 personen ongeschikt zijn bevonden. WARMOND. Gisteren, waren de ingezetenen zeer teleurgesteld, omreden er geen visch ver krijgbaar was. Door de schraalte en duurte had het gemeentebes u* geen visch kun nen bekomen. Door het gemeente-bestuur is een par tij cokes ingeslagen met het doel den min- gegoeden in den a.s. winter van cokes te voorzien voor vcrminderden prijs. TER-AAR. Gemeenteraad. Voorzitter: de burgemeester. Aanwezigalle leden. Notulen goedgekeurd. Mededeelingen. a. Dankbetuiging van de veldwachters en amb tenaar ter secretarie voor de aan hen toe gekende verhoogiing van jaarwedde, b. Ver baal vaoi kasevpneming. Boeken en kas in orde bevonden, c. Goedgekeurd het supple toir kohier hondenbelasting en schoolgeld 3de kwartaal. Voor kennisgeving aangeno men. Wordt overgegaan tot de benoeming van 6 leden voor de commiese tot Wering van Schoolverzuim wegens gewone aftreding en werden als zoodanig benoemd de hoeren O. Kempenaar, J. Hogenboom, J. Seokel, M. Robertz, C. F. Droogh en J. van Vliet, ter wijl in de vacature wijlen den heer Weeren nader zal worden, voorzien. Een verzoek van Gebrs. Roodenburg te Korte raar, om uitstel tot ontruiimdjig van het pand D 71 komt nader in behandeling, teneinde vooraf hot advies van dc Gezond heidscommissie te kunnen inwinnen. Is aan do orde vaststelling begrootwig 1910. Naar aanleiding der benoeming eener commis sie van onderzoek dier begrooting in de vo rige vergadering, wordt d'oor den Voorz. rapport gevraagd. De heer van der Hoorn, lid dier commissie, brengt in het midden volgn. 30 jaarwedde van die wethouders. Deze post ia gebracht van 150 op 200, terwijl de commissie gemeend had, dat de bestaande jaarwedde in verhouding tot an dere gemeenten voldoende kon worden ge acht, terwijl zij verwacht had dat een voor stel tot verhocging dier jaarwedde bij den Raad zoude zijn gedaan. De Voorzitter licht een en ander toe, en' wijst bovendien op de uitbreiding der werk zaamheden van dC wethouders, geeft te kennen, dat het in zijn voornemen lag in deze vergadering de bespreking over die jaarwedde te houden. De heer Visser, overtuigd van het meer dere werk in do' boezem van het dagelijkseh bestuur, ondersteunt de bespreking van den Voorzitter. De heer Van Vliet zegt, dat reeds door hem was verwacht, d!at in deze vergadering dienaangaande zou worden gesproken, aange/ten bij de behandeling der vorige be- grootiiYg was goedgevonden alsnog een jaar met de bespreking dor jaarwedde te wach ten. De lieer Kroft vraagt het woord en geeft te kennen, dat hij gaarne zag, dat de appreciatie van de taak der wethouders ten volle wordt beaamd en hij anders voor stelt de jaarwedde ongewijzigd op de be grooting te behouden, en geen voorstel aan Ged. Staten te dCen. De heer Visser zegt, dat hij in geenen dleele tegen verhooging is doch had ook met een afzonderlijke be handeling in don Raad mede-gegaan. De Voorz. brengt in rondvraag of de verga/- d erin g ai oh kau vereenige-n om het onder werp i. q. in behandleling te nemen, waar tegen zioh geen enkel lid verklaarde. Hij stelt voor om bij G. S. wegens uitbreiding d'er werkzaamheden, de jaarwedde van de wethouders met ingang van 1 Januari 1910 voor ieder te stellen op ƒ100 wat met af gooi een e stemmen wordt aangenomen, uit gezonderd de bead© wethouders, die zich van medestemmen onthouden. Overigens werd namens de commissie geen inlichtingen meer gevraagd, terwijl ook door de vergadering geen uadere be sprekingen werden verlangd. Hierna wordt öe begrooting vastgesteld in ontvangst op 21403,02 in uitgaaf op 21309.79, batiig saf- clo 153,23. Wordt vastgesteld een staat tot wijziging begrooting tot een bedrag van ƒ170 wegens verhooging jaarwedde, 29 wegens duurte-toeslag, terwijl een staat worclt goedgekeurd met betrekking tot den post advertentiën tot een bedrag van 30: Vervolgens komt in behandeling het punt van de agenda benoeming hoofd der open bare school. De Voorzitter doet medeeling van den inhoud van de door B. en W. in overleg met den Distriots-Schoolopziener opge maakte voordracht waa-ryit blijkt, dat die slechts 2 sollicitanten aangeeft er bijvoe gende, dat bij gelegenheid wan de conferen tie van genoemden schoolopziener een opge roepen sollicitant, zijnde de heer Jonker uit Winsum, niet was opgekomen, hetwelk la ter bleek, dat do uitnoodaging hem niet op tijd was bericht. Had zulks dat wel het ge val geweest, dan had de voordracht uit 3 personen bestaan, een getal, dat ook -de wet vordert. Aangezien de persoon i. q. zich enkele dagen geleden bij het da.ge- lijtksch best-uur persoonlijk heeft aange meld, heeft de Voorzitter gemeend stappen te doen om genoemden Jonker ailsnog op de voordracht geplaatst te krijgen, en met den Districts-School opziener dienaangaande zich in correspondentie te stellen. De vergade ring kon geheel met Voorzitters voorstel mede-gaan. Naar aanleiding daarvan wordt" goedgevonden het punt voor deze verga dering van de agenda af te voeren, en de benoeming tot een nadere vergadering uit te stellen. Memand overigens meer het woord vragende, gaat de Raad in geheime zitting ter behandeling van het suppletoir© kohier en reclames Hoofdelijken Omslag. V raag: Wanneer verleent den minister van Waterstaat audiëntie? Hoe moet ik hem aanspreken, mët Uwe Excellentie, of is mijnheer voldoende, en waar is hij te spreken? Antwoord; De audiëntie wordt ge houden in het departement van Waterstaat, op het Binnenhof, Vrijdags om halftwee. TT spreekt den minister aan met Excellentie. Vraag: Tot wicn moeten wg onB wen den, tot Rgks- of Stedelijke regeering, om te verzoeken, dat Auto's, die door winkel straten rijden, niet harder mogen rijden dan de gang van een huurkoets? De heeren ge lieven maar eens in deze straten te zien, hoe deze huizen bemodderd worden. De meeste auto-verhuurders betalen geen belasting of wel? Antwoord: Of zg nu belasting betalen of niet, dat doet er niet toe. U zult u jnoeben wenden tot B. en W. Vraag: Heeft een dienstbode recht op de Nieuwjaarsfooi, zoo zij met 1 Mei haai' dienst verlaat En zoo ja, heeft dan do nieuwe, die met 1 Med' haar plaats inneemt en den godspeimig ontvangen heeft, nog aanspraak op de voorjaarsfooi Antwoord: De eerste dienstbod o heeft geen recht op cïe Nieuwjaarsfoca. De tweede heeft recht op de voorjaarsfooi, in dien zij met November blijft. Vraag: Ik heb een dienstbode per drie maanden gehuurd, zij is met Augustus in dienst gekomen en vertrekt met Novem ber weer. Nu heb ik haar najaar niet ge geven, heb ik nu ook het recht haar gods penning van d'e huur af te houden? Antwoord: Indien de dienstbetrek king voor langer dan 3 maanden of voor ombepaalden tijd is aangegaan, en zij slechts 3 maanden of korter heeft geduurd, mag de godspenndng worden afgehouden. •V ra a g Waanneer een dienstbode bij ons in dienst ziek wordt en op onze kosten ver pleegd wordt in een ziekenhuis, zijn we dan ook verplicht volgens de wet, wanneer zoo'n meisje bijv. binnen de zes weken sterft, voor de begrafeniskosten te zorgenof gaat dat van c3e stad? Antwoord: Begrafeniskosten zijn door u niet verschuldigd. V raag: Iemand is 5 jaar geleden ver oordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf we gens veohten. Hij is vertrokken naar het buitenland. Hoelang moet hij wachten eer lij weer naar Nederland mag komen? Antwoord: Wij nemen aan, dat die persoon wegens rnishandeling is veroor deeld. Hij moet dan 8 jaar wegblijven, dus t.u nog 3 jaar. Vraag: Ik beu dag dienstbode en ziek uit mijn betrekking gekomen. Tot wien moet ik mij vervoegen, daar ik maar édn week loon gekregen heb? Antwoord: Ik zou er maar verder geen werk van maken. Mevrouw heeft, aan haar verplichting voldaan. V raag- Mijn dochtertje is verpleegd geweest in „Rhijngcest" en nu zijn er )>ij mij menschen in de straat, die haar voor gek uitschelden. Kunt u mij ook zeggen, waar ik mij moet vervoegen om daar een einde aan tc maken? Antwoord: De menschen, die de on hebbelijkheid hebben uw docht©rje na te roepen toonen daarmede minder verstan dig te zijn dan het meisje zelf. Het bost zou zijn van hen geheel geen notitie te nemen. Voor het kind zelf is het lastig, dat begrij pen wij. Wanneer u de personen die schel den met name kunt. aanwijzen, zou u er d' politie mee in kennis kunnen stellen. Vraag: Bestaat er te Leiden een school, waarop men zich kain bekwamen in 'het schil dersvak, voornamelijk houten en marme ren of decoratief!eekenen Antwoord: Ja, op dc Ambachtsschool. Inlichtingen geeft do directeur Vraag: In mijn halfwollen pantalon, donker van kleur, is een oude witte verf- vlek. Hoe kan i'k die verwijderen? Benzine helpt niet. Antwoord: Olieverf vlekken verwij dert men in de eerste plaats met zuivere terpentijn-olie, die bij erge vlekken ver vangen wordt door chloroformHoewel deze vlekken dikwijls zonder beschadiging ver wijderd kunnen worden, toonen zij in ande re gevallen zulk een groot© hardnekkigheid, dat alle middelen tevergeefs zijn. Vraag: Een meisje laat mij vervolgen, daar zij beweert, dat ik vader ben gewor den. Tot wien moet ik mij wenden, daar ik onschuldig beu? Ik ben onvermogend. Antwoord: Indien gij aangesproken wordt, moet gij u met die 'dagvaarding en een bewijs van onvermogen, vervoegen bij het Consultatiebureau in Den Haag (Ge bouw van den Hoogen Raad op het Plein). Gij krijgt dan kosteloos een advocaat. V raag: Wat beteekentAdinda An t w o o r d Is een vrouwennaam op Java. Bekend uit het treffend verhaal van Saïdja en Adinda', Voorkomend dn Multatu- li's boek: „Mas Havelaar". Vraag: Zou u mij ook kunnen zeggen, waar de vrijwillige landstorm 's avonds wordt geoefend. En moet men iedere oefe ning bijwonen als men vrijwillig geleek end heeft? Antwoord: Veimeend wordt, dat dezec oefeningen in het Waaggebouw worden ge geven. Deze oefeningen hebben uitslui tend 'savonds plaats en daaraan moet door een ieder die zioh bij den vrijw&lligen land storm heeft verbonden, worden deelgeno men. Vraag: Sedert begin September ben ik verhuisd ernaar een. wioning, die minder, aan huur dJoet, dan die ik te voren bewoond! heb. Heeft dit eenigen invloed op mijn aan slag over 't dienstjaar 1915 'in dc plaatse lijke direct© belasting en zoo ja tot wien moet ik mij wenden voor opgaven der ver huizing? Antwoord: Geen invloed. Voor de plaatselijk© directe belasting geldt alleen als maatstaf uw inkomen en het. aantal kin deren beneden 16 jaar. Vraag: a. Onlangs beantwoordde U een vraag betreffende landstorm lichting 1912, dat de eerste helft 20 Dec. 1915 en de twee de helft Maart 1916 zou worden opgeroe pen. Gaarne wemschte ik te weten, daar. mijn zoon tot die lichting behoort-, of hij in Dec. of Maart 1916 zal worden opgeroepen? b. Tot wien moet hij zich wenden om In Lei den geplaatst te worden, daa r hij in dit ge val nog iets van zijn zaken kan redden, en die in een ander geval verloren zou zijn. Moet het verzoek op gezegeld papier? Antwoord: a. Dit zoudt u kunnen in- fomroeren op het Raadhuis (bureau Mili taire Zaken), b. Tot den Provincialen Ad judant. in Zuid'-Hodlamd bij verzoekschrift op ongezegeld papier, doch gefrankeerd. Gevangeuneming vreemde onderdanen. De Nederlandsehe Regeering is voortge gaan met tegen onrechtmatige gevangenne mingen van vreemde onderdanen, aan boord van in open zee aangehouden Nederlandsehe handelsschepen te pro (esteereip-, ohderschei- 'denlgk bij de Britsche, de Fransche (en Haar aanleiding van de gevangenneming van eenige passagiers, van de naar Zeebrugge Opgebrachte „Batavier V"), bg de Duitse he' Regeering, en dit met te meer klem, wan neer die aanhoudingen zich niet tot dienst plichtigen beperkten. Vrijlating volgde tot heden slechts ten aanzien van enkele ge vangengenomen personen. Vliegtuigen en luchtsche pen boven Nederland. De Regeering heeft bij de mededeeling van de verbodsbepaling betreffende hetover- pchrgden van de landsgrenzen door lucht- Vnarders, niet behoorenoe tot de Nederland- jsChe land- of zeemacht, aan de oorlogvoe rende mogendheden doen weten, dat zij zich ïriet aansprakelijk stelt y.oor de gevolgen uit overtreding van het verbod voor de over treders voortvloeiende. Zoodanige overtreders zijn dan ook in ver schillende gevallen door het vuur der Ne derlandsehe militairen gedwongen geweest, te landen, waarna zij zijn geïnterneerd, ter- wyl hun vaartuig tot na den oorlog bij de Nederlandsehe. overheid in bewaring blijft. In de gevallen, waarin vreemde lucht- Vaarders de Nederlandsc-he grens hebben overschreden, zonder dat zij al of niet ge dwongen zijn geland, is ter zake dier grens overschrijding bij hun regeeringen gepro testeerd. Deze, die harerzijds aan hpar luchtstrijd krachten de strikste bevelen hebben gegeven, zich nimmer boven onzgdig gebied te bege ven, hebben daarop haar verontschuldigingen Aangeboden. In de twee gevallen, waarin ten gevolge van het optreden van vreemde luchtvaarders boven Nederlandsch grondgebied bovendien pChade werd toegebracht, heeft de betrok ken Regeering zich bereid verklaard, tot .vergoeding daarvan. Requisities van aan Nederlan ders behoorende goederen. Kort na de bezetting van Antwerpen door Puiteche troepen, werden in België, in op dracht van het Pruisische ministerie van Oor log, aan Nederlanders toebehcorend© goc-de- Pen gerequireerd. Aangezien deze handel wijze in strijd was met artikel 52 van het Reglement van 1907, betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land, werd' geprotesteerd. Dit protest werd gevolgd door verschillen de vorderingen, welke de Nederlandsehe re- geering, ten behoeve van Nederlandsehe be langhebbenden, te Berlijn indiende. De minister gaat de geschiedenis hiervan ba, Inmiddels blijft, bet Departement zijn Aandacht aan deze requisities wijden. Moratorium, In zake het moratorium voor buitenland- Bche schuldvorderingen in Duitschland blijkt, Üat de Duitsche regeering niet heeft kunnen voldoen aan het verzoek van onze regeering, jom voor Nederlandsehe schuldvorderingen Oen uitzondering te- maken. Men was' daar entegen bereid voor Nederlandsehe belang hebbenden al het mogelijke te doen om han gende transacties te vergemakkelijken. Het ophouden der Zeppe lin-te 1 e g r a m m e m Ten aanzien van de overbrenging van berichten nopens van uit Nederlandsch ge bied waargenomen bewegingen van oorlog voerende fe»trijdkrachten, w.o. ook behoor den oorlogsschepen, luchtschepen en vlieg- Eere woord. Aan voor interneering in aanmerking ko mende officieren wordt thans, wanneer ten deze vaik-.de zienswijze van hun regeering is gebleken, niet meer gevraagd, of zij per manent hun eerewoord willen geven, doch zy worden, tot nadere beslissing, zonder meer geïnterneerd. L i c h t e n v a n d e „G n e i s e n a u." By den val van Antwerpen deed de Belgi sche overheid het in het begin van den oor log .in beslag genomen Duitsche s.s. „Gnei- senau" aldaar in de Schelde zinken. Toen aan de Nederlandsehe regcering bleek, dat een Nederlandsehe maatschappij zich contractueel zou gaan verbinden om genoemd vaartuig te lichten, heeft zij ter kennis van bedoelde maatschappij gebracht, dat haar niet zou kunnen worden toege staan. tot vorengemeld doel, het vereischte bergingsmateriaal van Nederland naar Ant werpen tc vervoeren. Met de inachtneming van een strikte on zijdigheid achtte de Nederlandsehe regee ring het niet vereenigbaar aan de bedoelde maatschappij toe te staan haar voornemen ten uitvoer te brengen. Doorvoer. Krachtens verschillende tractaatsbep a-lin- gen, heeft'in normale tijden de doorvoer van goederen van België naar Duitsehland over Nederlandsch grondgebied vrij en ongehin- deid plaats. Na de bezetting yan het grootste gedeelte van België door de Duitsche troepen sprak de Duitsche regeering ere verwachting uit, dat dit feit m den bestaanden toestand geen verandering zoude brengen en dat met name de in Nederland uitgevaardigde uitvoerver boden aan dien doorvoer geen beletselen in den Weg zouden leggen. Naar aanleiding hiervan, is aan de Duit sche regeering medegedeeld, dat de Neder landsehe regeering geenszins den bona fide doorvoerhandel over Nederlandsch grondge bied' tjisschen België en Duitschland wenscht te belemmeren en dat de hier te lande uit gevaardigde uitvoerverboden dien doorvoer niet raken, doch dat de Nederlandsehe re geering ter handhaving eener strikte onzij digheid, niet kan toestaan, dat militaire voor raden en goederen, die door een oorlogsdaad zijn verkregen (oorlogsbuit, en gerequireerde goederen) over Nederlandsch grondgebied zouden worden doorgevoerd. OEGSTGEEST. Een Werkstakingc Omtrent deze staking op de steenfabriek der firma De Ridder en Co., alhier, deelt deze ons heden mede „In uw blad lazen wij l-o. een bericht omtrent een werkstaking aan onze steenfabriek onder de klerviet- ters2o. dat door verschillend© omstandig heden het loon een paar gulden per week minder was geworden; 3o. dat op verzoek van den Arbeidersbond de ergste wantoe standen waren opgeruimd. In geen enkel o.pzicht blijkt dit juist te zijn; n.l. de werkstaking was Maandag uit gebroken en Dinsdag meldden d© werklie den zioh weder aan, doch werden voor een deel ontslagen, omdat, dit spelletje reeds voor den derden keer geprobeerd was in een tijdsruimte van enkele weken. %Ten tweede is het diet waar, dat de werk lieden minder verdienen dan vorige jaren het loon is precies hetzelfde als de laatste twee jaren. Ten derde hebben wij niet op verzoek van den Faibrdeksarbeidersbond wantoestanden opgeruimd deze bestonden bij ons niet en aan werklieden, dfie op grondige redenen der meerderjarig is, en dat., ais de ouders der jongedame hun toestemming geven, Mr. Jones geen recht heeft." „Dat zou ik niet gedacht hebben 1 Even wel, het zal zoo ver niet komendie oude rector zal het zich maar verbeeld hebben. Maar om niets be verzuimen, wil ik t-och aan mijn broeder schrijven, en dan zullen wij hem wel spoedig hier zien." „Gij hebt nog een uur tijd vóórdat de post vertrekt", zeide Mr. Wingfieldwil ik de kinderen naar huis zenden?" „Neen, die arme kleinen, laten zij eerst hun spel eindigenIk dank u, dat gij bij mij gekomen zijfc. Mijn tante zal er, hoop ik, niets van vernemen. Goeden avond." Daarop riep zij een van de grootste boe renmeisjes en gaf haar eenige bevelen. De heer Wingfield zag haar na, toen zij door d'e laan naar huis gingzij stapte voort met een luchtigen, maar tooh zekeren'en edgenaardigen tred, die de vastheid van haar karakter ten volle deed uitkomen. D waasheS d zei de zij i n ri ehzel v e „Arthur kan onmogelijk zóó alle begrip van welvoeglijkheid verloren hebben. Zulk een verdriet zal mij niet wachten. Ieder ander leed zou ik kunnen dragen maar dit moet niet, kan niet en zal niet gebeu ren. Arthur is al wat ik heb, ik kan he-m niet missen en te moeten zien, dat hij in het verderf gestort wordt d'oor een listig, flight opgevoed wezen, zou al te veel ellen de zijn. Hert is onmogelijk hij, die zulk een helder hoofd heeft en zoo keurig is in zijn omgang met jonge meisjesEn toch, die brief sprak zoo stellig. Er wordt van liefde in gesproken en Arthur ziet zoozeer te gen allo moeite op, dat bij zioh Kever het neb over het hoofd zou laten werpen, dan zioh onaangenaamheden op den hals te ha len. Hij zou met open oogen verstrikt kun nen worden, omdat hij te traag is om er zich met geweld uit te bevrijden of over de gevolgen na te denken. Niets zou beter voor hem zijn dan dat iemand van ons naar hem toe ging. Een brief behoeft hij niet te lezen, als hij niet verkiest. O, als papa maar thuis was of als Mr. Wingfield slechts op Percy Fotheringham geleek die vreest niemand en kan iedereen naar zijn zin leidenAls ik zelve slechts kon gaanhij luistert naar mij mëér clan maar iemand anders. En waarom zou ik niet gaan? Het kon hem redden, en zou het eendge middel zijn, dat iets baatte. Laat ik eens tienik zou Simmons en Pauline kunnen medenemen. Maar welk voorwend sel zal ik voor tante vinden Dat moet zich vind©n, nu er zoo groote belangen in het spel zijnMaar gesteld eens, dat de be richtten overdreven waren wat- clan? Dan zou ik mij belachelijk hebben aangesteld en Arthur zou het mij nooit vergeven. Bui tendien; ik geloof niet, dat ik er op één dag komen kan ten minst© stellig met op denzelfden dag terug. Ik moet er mij dus maar aan onderwerpen en mij getroosten een hulpeloos jong meisje te zijn." Zij ging in huis en was in een oogetï- blik gereed met haar brief*. „Mijn lieve Arthur. Ik hoop en ver trouw, dat deze brief geheel onnoodig zsü zijn, bfechoon ik het mijn plicht aoht dien te schrijven. Ik placht vroeger eenigen in vloed op! u te hebben, en ik meen, dat alles!, wat u aan huis herinneren kan, n tot na denken zal brengen. Het gerucht heeft ze ker zooals gewoonlijk, de zaak overdreven. Het Is onmogelijk, dat gij op het punt zoudt zijn oen huwelijk aan te gaan, en nog wel soiider er ons iets van gemeld te hebben, en evenmin kan ik gelooven, dat gij in ernst een engagement zoudt hebben aange gaan met een meisje, dat beneden uw stand is. Ik geloof, wel, dat gg het heel aardig vindtv om er u tot tijdkorting mede té &mu- seeren; maar ik bid u, laat dit toch geen ernstige neiging worden ik wil nog niet eens zeggen: pas op, dat gij niet het slacht offer van lage berekening wordt. Gij weet, wat de arme John heeft moeten lijden, of schoon daar nog niet eens verschil van rang bestond. Denk wat gij misschien zoudt moeten verdragen om den wille van een mooi gezichtje, en bedenk, dat een vrouw, over welke gij u zoudt moeten schamen, als gij haa«r aan uw familie voorsteldet, niet geschikt kan zijn voor levensgezellin en vriendin. Of gesteld, dat uw eigen hart buiten het spel zij, welk recht hebt gij dan om met de liefde - van een arm meisje te sjotten of verwachtingen op te wekken, die gij kunt noch' moogt vervullen? Gij zijt te goedhartig, wanneer gij er slechts over na wilt denken, om een ander zooveel leed te 'doen, vooral omdat men niet' laten kan u lief te hebben. Keer terug, voordat het te laat is; kom thuis, al moest het met eenige zelfopoffering gepaard gaan. Als uw hart getroffen is, zal het wel weder herstellen in uw gewonen kring; als het u moeite kost, gij weet tot wie gij altijd uw toevlucht genomen hebt bij alles, \yat u leed deed. Lieve Arthur, maak u zeiven niet ongeluk kig; kom toch' spoedig tot mij terug. Sohrgf zoodra mogelijk, ik kan die onzekerheid niet nitstaan. Uw hartelijk liefhebbende zuster, THEODORA A. MARTINDALE." Zij maakte twee afschriften' van dien brief; het een adresseerde zij aan „Den WelEdel Geb. Heer Arthur Martindale, luitenant bij de garde te "Winchester"; het ander „Aan het postkantoor te Wrangerton.* Binnen een week ontving rij het volgend antwoord: „Mgn lieve Theodora. Gij hebt terecht geoordeeld, dat ik geen man ben om tóe6 liefdesbetuigingen te spotten, of verwach tingen op te wekken, die ik niet meende te te vervullen'. Mijn vrouw en ik bevinden ons voor een paar oagen te Matlock, vóórdat wij ons naar .Winchester begeven. Uw liefhebbende broeder, ARTHUR N. MARTINDALE.'f HOOFDSTUK II. Een heer stond op de stoep van een huis in de nabijheid der kazernes te Winchester. „Is mjjn broeder thuis, James?" De knecht sprong achteruit van verwondering, toen hij hem herkende. „Neen, mijnheer; hij is niet thuis, maar mevrouw wel;'wilt gijl niet binnenkomen? Ik hoop, dat uw gezondheidwat beter is, mijn heer." „Veel beter, dank u?ÏÏebt gij niet gezegd, dat mevrouw Martindale thuis was?" „Ja, mynheer, Mr. Arthur zal ook op heb oogenblik thuis komen; wilt gij niet binnen komen?" „Is zij in het salon?" „Neen, dat geloof ik niet, mgnheer. Me vrouw is naar boven gegaan, toen zij thuis kwam." „Zeer wel. Breng haar dan mijn kaartje,"- vervolgde hy, terwgl hij binnentrad. De be diende nam het aan en zeide met zekeren nadruk en als moest hij haar voorspraak zgn: „Zy is zulk een allerliefste jongedame, mynheer!" Hy deed daarop' de deur der zijkamer open, en zgn meesteres ontwarende, diende hy plotseling Mr. Martindale aan, zoodat deze zich onverwacht in de tegenwoordig heid van een jong vrouwtje zag verplaatst hetwelk met zooveel verlegenheid opstond, dat hy haar niet durfde aanzien, toen h$ haar de hand gaf, zeggende: „Zal Arthur, weldra' thuis komen?" „Ja neen; maar hij zal wel spoedig komen," gaf rij ten antwoord, alsof zij nau welijks wist wat zg zeide. „Hadt gij plan om uit te gaan?" vroeg hy,- toen hy een hoed op de sofa zag liggen. „Neen, dank u; ten minste ik we juist thuis gekomen. Hij is nog eens 'eve uitgegaan, om iemand te s;.v..kor, er. iü. kwam beneden om mijn brief iu te schrij ven. Hij zal op het oogenblik komen," ver volgde zij', snel en bevend sprekende als een schoolmeisje, dat de mensdien moet ont vangen, die haar mama komen bezoeken „Laat ik u dan niet storen," sprak hij. een boek opnemende. „0, neen, neen," riep zij uit, in dood dij ken angst, dat zij onbeleefd geweest was. „Dat meende ik niet. Ik heb overvloe dig den tijd. Het is slechts een brief naaK buis Gn rij hebben er reeds één mét de ochtendpost ontvangen." Gij rijt een ijverige briefschrijfster,^ zeide. hij glimlachend. „0, ik heb beloofd veel te zullen sclirijvem Annette en ik zijn nog nooit van elkandeb af gewOest." „Uw zuster?" „Ja, zij is maar een jaar ouder dan Wij waren altijd te zamen." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 10