Tweede Kamer.
FEUILLETON.
De wilde Olijf.
Binnenland.
No. 17081
Dinsd ag 3 November.
Tweeae S Jlad. fp 19^5.
SCI DAG
i...—»,u.u .lm 11 ..t,,,...,J,^_ .^J..— J. --.....
dom, dat zelf of welks aanhoorigheden aan
een openbare straat of een openbaren weg
der gemeente bdeirit.
De belasting wordt berekend naar de langs
den grond genieten breedte van den gevel
en naar de belastbare opbrengst van het
gebouwd eigendom volgens den kadastralen
legger.
De belasting bedraagt f 0.50 tot f6
per jaar.
Op voorstel van B. en W. van Den
Haag besloot de Baad, •evenmin in den
post voor onvoorzien als in eenigen ande
ren post wijziging te brengen on alleen heb
verhoudingsoijfer der inkomstenbelasting
terug te brengen tot bet tegenwoordige cij
fer f 0.97.
De belasting zal dus niet verhoogd wor
den.
Door den Baad werd, zonder hoofdelijke
stemming, aangenomen een voorstel-Sillevis
c.s., om B. en W. uit te noodigen, aan Ged.
Staten kenbaar te maken 's Baads wensck,
dat het salaris der wethouders wordt ver
hoogd tot f 5000.
Een vrije tramkaart, meenden eenige le
den, was een recht, dat afgeleid kon wor
den uit een bepaling in de concessie-voor
waarden. B. eoi W. waren heb daarmede
echter niet eens. Toen kwam het voorstel
om voor de 45 Baadsleden een vrij tram
abonnement te koopen. Het zou ongeveer
f 3000 per jaar kosten. Aangenomen werd
het nog niet. Het werd echter evenmin ver
worpen.
Generaal De Meester stelde bij amende
ment voor, allen Baadsleden een gratis
telefoon te bezorgen; dat zou per jaar
f 2600 kosten. Het amendement was al aan
genomen, vóórdat het ingediend werd, want
het was onderteekend door niet minder dan
28 leden. Met 30 tegen 6 stemmen werd be
sloten, dat de vroede vaderen de kostelooze
telefoon zullen krijgen.
De heer W. F. J. Kap it z, archdtect-
bouwkundige bij de Duinwaiterleiding in
Den Haag, herdacht onder veel belang
stelling den dag, dab hij vóór 40 jaar als
ambtenaar in dienst trad bij de gemeente.
Tot directeur van de Leeuwarder Wa
terleiding-Maatschappij ia benoemd de heer
F. C. W. J. P. Soeters, tot dusver tijdelijk
met de waarneming dier functie belast.
Botter dam's eerste H. B. S. voor jon
gens met vijfjarigen cursus bestaat 50 jaar.
De feestelijke viering heeft plaats op 130
December met een soiree in clen Grooten
Schouwburg, enz. Intusschen is in een giste
ren gehouden vergadering varn oud-leerlin-
gen en leerlingen besloten voor de gelden,
door hen bijeengebracht, als blijvende her
innering een fonds te stichten tct geldelijke
ondersteuning van leerlingen, -die daaraan
behoefte blijken te hebben. In het voorloo-
pig bestuur werden gekozen niej. dr. Jeanne
Bles en do he eren M. Davidson, A. den
Hoed, J. Hudlig, dr. W. van Bijn, P. Schra-
meijer Yerbrugge, F. J. Vaes en J. H.
1 "Wilton.
Gisteravond heeft H. M. de Koningin
voor haar voorgenomen bezoek aan de pro
vinciën Friesland en Groningen de Resi-
denfcie tot Woensdagavond 9 u. 56 m. verla
ten.
Becds ongeveer een kwartier vóór liet
vertrek begaf H. M. zich in den gereed
staan den extra-trein, die uitsluitend was
samengesteld uit de aan H. M. toebehoo-
rende salon-, slaap-, keuken- en personeel-
wagons en die reeds geheel in gereedheid
waren gebracht voor het avond- en nacht
verblijf in den trein. Tc Harlingen, waar de
aankomst te middernacht werd verwacht,
zou worden overnacht.
Op^het perron was geen publiek aanwe
zig, omdat toevallig die Maandagavond een
der avonden is, Waarop het geheele perron
door de militaare wacht wordt vrijgehouden
met het oog op het drukke militaire ver
keer.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem
heeft benoemd tot regent van het Klein-Se-
minarie Hageveld te Voorhout, den z.eerw.
heer Th. F. Ebbinkhuijsentot deken van
het dekenaat Alkmaar en tot pastoor te Alk
maar (H. LaurentiuB) den w.eerw. Jieer M.
P. A. Oomstot pastoor te Amsterdam (O.
L. Vr. Onb. Ont.) den w.eerw. heer J. Th.
Lagerwey, tot pastoor te Botterdam (H.-
Lambertus), den w.eerw. heer G. J. M. Ka
bel tot pastoor te Bennebroek, den w.eerw.
heer F. J. M. Wassentot pastoor te v el-
zen-Wijkeroog, den w.eerw. heer P. H. Wij-
tenburg; tot pastoor te Lisse, den w.eerw.
heer H. J. Ph. Thomann: tot pastoor te
Voorschoten, den w.eerw. heer J. S. van
Buchem; en tot pastoor te Haarlemmermeer
(H. Franciscus van Sales) den w.eerw. heer
Th. A. J. M. Vlek, die kapelaan was te
Botterdam (H.H. Mart. van Gorkum).
Naar men verneemt, heeft de Minister,
van Justitie medewerking verkregen van
zijn ambtgenooten, hoofden der verschillen
de departementen, om voortaan de aanschaf
fing van de benoodigde bureaubehoeften
langs den weg eener collectieve aanbeste
ding te doen geschieden.
De uitvoering daarvan is opgedragen aan
een commissie, waarin elk departement en
de Algemeene Bekenkamer, die zich even
eens tot een cn ander bereid verklaarde,
door een ambtenaar vertegenwoordigd zal
zijn. Voorzitter dezer commissie is de neer
J. Brons, hoofdcommies bij het Departement
van Binnenlandsche Zaken. Overwogen
wordt of in verband hiermede ook tot af
schaffing van het- bij sommige colleges nog
in zwang zijnde z.g. ,,pennegeld" moet wor
den overgegaan. Men vertrouwt in ieder go-
val door gezamenlijke aanbesteding een be
langrijke kostenbesparing te zullcta ver
krijgen.
De papier voorraden der verschillende de
partementen van Algemeen Bestuur zullen
nu voortaan van cle Algemeene Landsdruk
kerij worden betrokken.
De gewone audiënties van de Ministers
van Koloniën, Marine en Justitie zulleD
deze week niet plaats hebben.
Naar „De Tel." verneemt, is de heer:
J. S. Meuwsen, de voorzitter van den Mid
denstandsbond en van de Algemeene Win
kel iersvereeniging te Amsterdam, zeer ern
stig ongesteld, zoodat hij voorloopig niet
in staat is zijn verschillende functies te
vervullen.
Als waarnemend voorzitter van den Mid«*
denstandsbond treedt thans de heer H. Kop
pel Jr., te 's-Gravenhage, op. i
Aan gouverneur-generaal Idenburg
wrordt het voornemen toegeschreven na zijn
aftreden eenige maanden in Zwitserland
door te brengen, alvorens tegen Mei of Juni
hier te lande terug te keeren.
In de laatste vergadering van het hoofd
bestuur van de Alg. Vereen, voor Bloem
bollencultuur 1 Haarlem is behandeld het
adres van de 69 leden, vertegenwoordigende
55 firma's, handelaars, die bezwaar
maken tegen het verplicht stellen van het
scheidsgerecht.
Het hoofdbestuur heeft besloten aan elk
der onderteekenaars van het adres te be
richten, dat een reglementair genomen be
sluit alleen ongedaan kan worden gemaakt
door de algemeene vergadering op voorstel
van een afdeeling.
STAATSBEGKOOTING VOOR 19 16.
Algemeene Beschouwingen.
II.
Het oorlogsgevaar minder?
In de Troonrede werd gezegd, dat, zoo
lang do buitengewone omstandigheden zich
niet ten onzen nadeele wijzigen, de gewone
wetgeving weder kan worden ter hana geno
men. Ofschoon hier het voortbestaan der
buitengewone omstandigheden wordt erkend,
loet do mededeeling, dat wederopvatting
van de gewone wetgeving thans mogelijk is,
'och'onderstellen, dat er in die .omstan
digheden wijziging is gekomen. Men zou
gaarne vernemen, welke dan, naar het oor
deel der regeering, die wijziging is. Of be
doelt de regeering alleen te kennen te ge
ven, dat thans haar tijd niet meer zoo zeer
als tot dusver in beslag genomen wordt door
de zorg voor bijzondere uit den oorlogstoe
stand voortvloeiende maatregelen? Eanigele
den waren niet overtuigd, dat de gevaren,
welke in verband met den oorlogstoestand
dreigen, geringer zijn geworden.
Hetbestand.
Met het oog op het oorlogsgevaar, meen
den verscheidene leden, dat handhaving van
het bestand gewenscht te achten is. Is dit
ook het gevoelen der regeering, dan ver
klaarden zij zich gaarne bereid haar daarbij
zooveel mogelijk te steunen. Men voegde
Hieraan toe," dat de behandeling van voor
stellen tot grondwetsherziening en tot be
lastingvorming en .-verhooging niet nood
zakelijkerwijze in strijd behoeft te zijn niet
het bestand. Anders staat het evenwel met de
in de Troonrede aangekondigde herziening
der sociale verzekeringswetten, althans wan
neer de daaromtrent door den minister van
Financiën aan de pers gedane mededeeling,
juist is, waaruit is af te leiden, dat het de
bedoeling is de invoering van Staatspensioen
door te zetten.
Andere leden meenden, dat het bestand
geenszins medebrengt, dat de regeering van
de uitvoering van haar programma zou moe
ten afzien.
Voorts werd ongemerkt, dat de regeering
geen pogingen behoort te doen om op grond
van de buitengewone omstandigheden stem
men te verkrijgen, welke haar, bestonden
die omstandigheden niet, zouden worden ont
houden.
Nu en dan scheen het ook, alsof de defe
rentie voor de volksvertegenwoordiging
bij de regeering te wens eken overliet. Met
name werd gewezen op de verklaring van
den minister van Financiën, dat, hij alleen
tegenover het land. maar niet tegenover jde
volksvertegenwoordiging verantweqrlijk was
voor hetgeen hij had gezegd bij de installatie
van het Kon. Nat. Steuncomité, waarbij hij
als particulier persoon tegenwoordig zou zrjn
geweest.
Enkele leden ontleenden aan de buitenge
wone tijdsomstandigheden een argument voor
'rle invoering van algemeen kiesrecht. Het
was immers thans gebleken, hoezeer men .op
het volk kan rekenen.
Tegen de laatste redeneering werd van
verschillende zijden opgemerkt, dat de gron
den voor algemeen kiesrecht niet kunnen
ontleend worden aan de houding van ,een
deel des volks.
Voorts werd de meening geuit, dat samen
werking voor de Grondwetsherziening mét
de rechterzijde alleen verkregen zou kun
nen worden, indien wijziging van art. 192
in de herziening werd opgenomen.
JDe belastingplannen.
Van verschillende zijden werd betoogd,
dat met het oog op de tekorten op den ge-
Roman naar het Engelsch.
(Nadruk Verboden),
65J
Slechts een paar minuten te voren had
Conquest haar verlaten en in die oogenblik-
ken na zyn vertrek had zij zijn tactiek be
grepen, zij.i krijgslisten ontdekt en voelde
zich voldaan over de houding, die zij daarte
genover had aangenomen. Zij begreep hem
/olkomen, zoowel op bet punt van zijn vrees,
dat hij haar zou moeten laten gaan, als van
ïijn schaamte, dat hij haar vasthield.
Met haar handen op den rug stond haar
lengere gestalte in fiere houding voor het
groote erkerraam en keek zij neer op de van
licht schitterende stad zonder echter iets
te zien, zooals engelen misschien in hun
verheven gedachten verdiept, over den Melk
weg gaan. Zij glimlachte even bij de ge-
lachte hoe zij dezen man zou leiden, die, ter,
wille van haar zooveel voor Norrie Ford had
gedaan, opdat hij zijn rust en de achting voor.
zichzelf terugkreeg. Als Norrie Ford werd
vrijgesproken, dan wilde zij voor niets an
ders leven dan voor het geluk van den man,
die zijn naam gezuiverd en hem aan de we
reld teruggegeven "had. Het zou een soort
wijding voor haar zijn. Conquest had gezegd,
dat zij een hoogeren prijs voor de bewezen
diensten betaalde dan noodig was,
maar dat hing eenigszins van de waarde af,
die men aan de diensten toekende. In dit
geval zou zij niet tevreden zijn geweest als
wonen dienst en de crisis-uitgaven, spoedi
ge versterking der middelen noodig is.
Sommige leden betoogden, dat met de te
genwoordige belasting-politiek niet kan wor
den voortgegaan.
Omtrent de (na hel afdeelings-onder-
zock ingekomen) belasting-plannen der re
geering, werden verschillende opmerkingen
gemaakt. Men begreep het nut niet van een
ontwerp van wet, bevattende de grondsla
gen voor het stelsel van 's rijks belastingen
en vreesde dat dit een struikelblok zal
worden voor het welslagen der beoogde fi-
nancieelo voorzieningen.
In do tweede plaats hoopten verscheide
ne leden, dat do minister niet zal trachten
allo benoodigde gelden te vinden uit direc
te heffingen, maar het voorbeeld van Enge-
land zal volgen, waar de regeering tijdelij
ke heffing van hooge invoerrechten voor
stelde, mede ten aanzien van (artikelen,
die ook in Engeland worden vervaardigd,
zoodat de heffing in andere omstandighe
den geacht zou worden een protectionis
tisch karakter te hebben.
Verder werd door eenige leden de vrees
geuit, dat heb dekken van het toekomstige
op een hoog bedrag "becijferd deficit door
nieuwe heffingen voor dezen doortastenden
minister veel bekoring zou hebben, en
dat daaruit bij hem een neiging zou kun
nen ontstaan om andere middelen tot dek
king van het tekort zonder voldoende re
den af te wiizem*
Voorts werd gevraagd, of het rijk, vooral
in de tegenwoordigo omstandigheden, niet
meer voordeel behoort te trekken uit de bij
de universiteiten geheven co-ege-gelden en
uit de schoolgelden der rijks hoogere bur
gerscholen.
Er waren overigens, zoowel van rechts
als van links, leden, die verklaarden, dat
zij den minister van Financiën gaarne
zouden steunen in de uitvoering van zijn
moeilijke taak. Zij waren bereid daarbij
over vele bezwaren aan eigen op
vatting ontleend, heen te stappen, omdat
zij in den minister een der weinige man
nen zagen, in staat om orde te brengen in
ons financiewezen.
Regcoringsbrood.
Van zuinigheid getuigt niet de regeling
der verstrekking van regeeringsbrood. Zij
heeft ten gevolge gehad, dat vele vermo
genden op kosten van de schatkist goed
koop brood eten.
V e r h o o ging jaarwedden.
Sommige leden wenschten geen algemee
ne verhooging der jaarwedden, maar meen
den, dat con duurte-toeslag de voorkeur
zou verdienen.
Rijks hulp aan gemeenten.
Enkele leden meenden, dat de financieel©
toestand niet behoort in den weg te staan
aan het verleenen van rijkshulp aan ge
meenten, die door de tijdsomstandigheden
zwaar gedrukt worden, zooals Zaandam en
Rotterdam. Instemming1 vond dit denk
beeld niet.
De oorlog.
Verscheidene leden meenden ook beschou
wingen te moeten houden, betrekking heb
bende op den tijd, welke na de beëindiging
van den oorlog zal aanbreken. Er waren
leden, die in dezen oorlog zagen het bankroet
van de Westersche beschaving, den wereld
brand, welke, door het kapitalisme en zijn
product, het imperialisme, aangestoken, te
gelijkertijd deze beide zal vernietigen. Wordt
deze voorspelling niet verwezenlijkt, dan kan,
naar men meende, ook onder de heer
schappij van een kapitalistisch stelsel veel
gedaan worden om oorlogen te voorkomen
en te beperken. Daarop behoort in alle
zij minder had moeten betalen. Als zy dat
dted, zou het lijken of zij niet dankbaar
was. Nu zij had gemerkt, dat het eischen
van zijn belooning hem gewetenswroeging
veroorzaakte, geraakte zij als 't ware in
vervoering bij de gedachte hem die op te
dringen.
In dit oogenblik van extase werd Ford
aangediend. Haar gedachten waren zoo van
hem vervuld, dat, ofschoon zij hem niet
verwachtte, zijn verschijnen haar niet ver
raste. Dat bevorderde zelfs haar romantische
stemming en deed haar zijn komst op dat
cogenblik als iets vanzelfsprekends, iets heel
gewoons beschouwen.
,,Kom eens hier naar de sterren kijken,"
zei zij op een toon, alsof zjj tot een van
haar huisgenooten sprak, die toevallig was
binnengekomen. „Het gezicht hier 's avonds
geeft iemand het gevoel alsof men boven den
hemel wordt gevoerd."
Zij had zich half naar hem toegekeerd,
maar stak hem haar hand niet toe, toen hy
naast haar kwam staan. De eers'te seconden
zei hy niets en toen hy sprak, nam zij zijn
woorden op dezelfde manier op als zijn
komst.
„Dus je gaat met Conquest trouwen!"
Deze plotselinge opmerking scheen haar
niet van haar stuk te brengen, want zy
knikte toestemmend en nog met den glim
lach, waarmede zy hem bij zijn binnenkomst
had begroet.
„Waarom?"
Ondanks haar zelf toonde zy 'eenige ver
bazing.
„Waarom vraag je dat, nu?"
„Omdat ik er niet eer bij heb stilgestaan,
dat daarvoor een sp'eciale reden zou kunnen
wezen." 1
landen na den oorlog de aandacht gericht
te zjjn.
Deze leden, bij wie zich anderen voegden,
die omtrent de oorzaken van den huidi-
gen oorlog anders dachten, achtten het
in het belang van den vrede ge
wenscht, dat aan de democratie
meer macht werd gegeven ten
aanzien van de regeling en de
beoordeeling van buitenlandsche
aangelegenheden, en dat aan de
geheimzinnigheid, welke thans
ten opzichte van het buiten-
landsch beleid bestaat, een einde
kome.
In de tweede plaats betoogden sommigen,
dat de ocrlog heeft doen zien, hoezeer het
protectionistische stelsel aan de onderlinge
verstandhouding der volken afbreuk heeft
gedaan en hoe, tot schade van de algemeene
veiligheid, de neiging tot het verwerven
van koloniën ter uitsluiting van mededin
gers is toegenomen.
In de derde plaats, werd door sommigen
betoogd, dat na den oorlog krachtige be
vordering van de welvaart en van verbetering
der sociale toestanden noodig zal zijn. Ten
aanzien van het onderwijs, de sociale ver
zekeringen en den aanleg van groote werken
zal met dubbele kracht gewerkt moeten wor
den. Daarvoor zal het, naar men meende,
noodig zijn, een groot deel der crisisuitgaven
te dekken, door een heffing in eens. Men
hoopte, dat de regeering zich hiertegen niet
tot het uiterste zal verzetten.
Nederlandsch Fabrikaat.
Gevraagd werd of de regeering zorgt, dat
in alle takken van dienst zooveel mogelijk
Ned. fabrikaten worden gebezigd.
Verandering van de vlag.
In overweging werd gegeven, de kleuren
der Nederlandsche vlag te vervangen door
oranje, wit en lichtblauw.
B. en W. van Dordrecht zijn het met de
verschillende commissies eens geworden over
ihet plan van den bouw van een nieuw
ziekenhuis, waarvoor de Raad reeds een ter
rein aanwees. Volgens het overgelegde plan
stellen zij voor, over to gaan tot uitvoering
van den bouw. Het denkbeeld van regenten,
om het grootboekkapitaal en de opbrengst
der bezittingen te doen strekken in minde
ring van de bouwkosten, heeft de instem
ming van B. en W., hoewel dit denkbeeld
thans nog niet aan de orde behoeft te wor
den gesteld. Daardoor zal, oordeelen B. en
"\V., nog zuiverder uitkomen, dat het zieken
huis een gemeentelijke instelling is. De uit
gaven voor den bouw worden geraamd op
i 650,000. Te zijner tijd zal daarvoor oen
geldleening moeten worden aangegaan. B. en
tV. geven in overweging voor 1916 te mo
gen beschikken voor dit doel over een be
drag van f200,000.
B. en W. van Delft hebben bij den
Raad ingediend het ontwerp voor eeu be
lasting op de openbare vermakelijkheden,
bedragende 10 pCt. van de bruto-opbrengst
der entrée's. Uitgezonderd zijn de voorstel
lingen ten bate van een weldadig doel, ten-
toe nstellingen, welke niet gewinshalve wor
den gehouden, wetenschappelijke en poli
tieke voordrachten, jaarmarkten en verma
kelijkheden langs den openbaren weg.
Ingediend is het ontwerp straat.belasting.
Daarin wordt o.a. bepaald: De straatbelas
ting is verschuldigd door hem, die krachtens
recht van bezit of eenig ander zakelijk
recht het. genot heeft van een gebouwd eigen-
„Nu ja, er is er een."
„En heeft die iets met mij te maken?"
Zij schoof wat van hem af, naar den
gebogen kant van het raam, waar dat tegen
de rechte lijn van den muur aansloot. In die
positie kon zij hem beter aanzien.
„Ik zei wel, dat er een reden was," ant
woordde zij na eenige aarzeling, „maar niet,
dat ik jou zou vertellen, waarin die be
stond."
„Neen, maar dat doe je toch wel, niet
waar?"
„Ik zie niet in waarom jjj die zou moe
ten weten.
„Is dat volkomen waar?" vroeg hij, ter
wijl hjj haar door zijn strak aankijken min
of meer schrik aanjoeg. „Begrijp je het
niet? Zie jrj het niet in?"
„Ik begrijp niet waarom in omstan
digheden als deze een man zou wenschen
te weten, wat een vrouw hem niet vertelt."
„Dan zal ik dat uitleggen. Ik verlang het
te weten, omdatik geloofdat je
met Conquest gaat trouwenofschoon
je hem niet liefhebt
„Hjj heeft mij nooit om mijn liefde ge
vraagd. Hij beweerde, dat hij zonder die te
vreden zou zijn."
terwijljfj.,, iemand an
ders liefhebt."
Zjj dacht na voordat zij sprak. Onder zjjn
onderzoekenden blik kreeg haar gelaat weer
do smeekende uitdrukking als van wild, dat
in het nauw is gedreven.
„Zelfs als dat waar was," zei zjj eindelijk,
„zou daarin geen kwaad steken, wanneer
daarvoor, zooals je mjj eerst vroeg, een spe
ciale reden bestond."
„Is er ooit een reden voor zulk een stap'
ik gelooi het niet,"
„Maar ik wel, dat maakt verschil."
„Het zou een nog grooter verschil maken
als ik je vroeg het niet te doen, nietwaar?"
Zij schudde het hoofd. „Dat zou het niet
nu niet."
„Ik heb je gisteren laten merken, dat
ik ik je liefhad."
„Daar je mij dwingt dat te bekennen
ja."
„En jij hebt mij getoond." waagde hij te
zeggen, „in deze laatste minuutdat je
mij liefhebt."
llaar gestalte werd nog rechter tegen
den achtergrond van de duisternis buiten.
Zelfs de hand. die op het houtwerk van
het venster rustte, werd gespannen. Een
vurige flikkering in haar oogen de gloed,
dien hij niet Arisch placht te noemen, ver
ving den schichtigen blik van het wouddier;
maar zij behield haar kalmte.
„Nu, wat dan?"
„Dan zou je heiligschennis aan je zelf
plegen als je met iemand anders dan
met mij trouwde."
Al bonsde haar hart ook bij die woorden,
zij deed niets om het te verraden.
„Je zegt dat, omdat het zoo lijkt. Ik denk
er anders over. Liefde behoeft in mijn oog
niet noodzakelijk hetzelfde te zrjn als huwe
lijk, evenmin ais huwelijk noodzakelijk liefde
insluit. Er zjjn gelukkige huwelijken geweest
zonder liefde en er kan oprechte liefde zijn,
die het huwelijk niet begeert. Als ik nu
met je trouwde, zou het mrj voorkomen alsof
ik een hoogere beweegreden voor een lagere
prijsgaf."
„Er bestaat voor liefde slechts één be
weegreden."
„Niet voor mijn liefde. Ik weet wat jij
bedoelt maar mijn liefde heeft meer dan
één drijfveer en de voornaamste is of
ik hoop, dat zjj dat is om te doen wat
goed is."
„Maar dat zou niet goed zijn."
„Dat staat alleen aan mij te beoordeelen."
„Niet als wij elkaar liefhebben. In da*
geval mag ik dat mee beoordeelen."
Weer dacht zji na. Onder het spreken hief
zij haar hoofd op en keek hem vrijmoedig
aan.
„Goed; ik wil dat toestemmen. Misschien
is dat waar. In elk geval wensch ik, dat
je een duidelijk begrip krijgt van de zaak.
Dat zal ons beiden helpen. Ik zal je zeg
gen wat ik doe en waarom ik het doe." v
Het was een van die gevallen, waarin de
aandoening bij een vrouw zóó sterk is, dat
die in 't geheel niet schijnt te bestaan. Even
als ijzer, na3r wordt beweerd, in die mate
verhit kan worden, dat men er zich niet
aan brandt, zoo scheen het Miriam Strange
toe, dat zij in een stadium was gekomen,
waarin het zeggen der waarheid, eenvoudig
en zonder voorbehoud, aan haar vrouwelijke
waardigheid geen afbreuk kon doen. Woor
den, die zij vóór dezen avond of daarna
niet meer over haar lippen zou hebben kun,
nen brengen, ontvielen haar nu alsof het
iets heel gewoons was.
„Ik heb tweemaal in je leven ingegrepen
en telkenmale heb ik je benadeeld. Bij de
eersto gelegenheid veranderde ik je In
Herbert Strange en voerde je op een loop
baan van bedrog; b\j de tweede kwam Ik
tussclien jou en Erie en bracht ja in de
'engte, waarin jij je nu bevindt en waar ie
weer staat tegenover den dood, evenals acht
of negen jaar eden.
(Wordt vervolgd).