Tweede Kamer. FEUILLETON. De wilde Olijf. Binnenland. No. 17081 Dinsd ag 3 November. Tweeae S Jlad. fp 19^5. SCI DAG i...—»,u.u .lm 11 ..t,,,...,J,^_ .^J..— J. --..... dom, dat zelf of welks aanhoorigheden aan een openbare straat of een openbaren weg der gemeente bdeirit. De belasting wordt berekend naar de langs den grond genieten breedte van den gevel en naar de belastbare opbrengst van het gebouwd eigendom volgens den kadastralen legger. De belasting bedraagt f 0.50 tot f6 per jaar. Op voorstel van B. en W. van Den Haag besloot de Baad, •evenmin in den post voor onvoorzien als in eenigen ande ren post wijziging te brengen on alleen heb verhoudingsoijfer der inkomstenbelasting terug te brengen tot bet tegenwoordige cij fer f 0.97. De belasting zal dus niet verhoogd wor den. Door den Baad werd, zonder hoofdelijke stemming, aangenomen een voorstel-Sillevis c.s., om B. en W. uit te noodigen, aan Ged. Staten kenbaar te maken 's Baads wensck, dat het salaris der wethouders wordt ver hoogd tot f 5000. Een vrije tramkaart, meenden eenige le den, was een recht, dat afgeleid kon wor den uit een bepaling in de concessie-voor waarden. B. eoi W. waren heb daarmede echter niet eens. Toen kwam het voorstel om voor de 45 Baadsleden een vrij tram abonnement te koopen. Het zou ongeveer f 3000 per jaar kosten. Aangenomen werd het nog niet. Het werd echter evenmin ver worpen. Generaal De Meester stelde bij amende ment voor, allen Baadsleden een gratis telefoon te bezorgen; dat zou per jaar f 2600 kosten. Het amendement was al aan genomen, vóórdat het ingediend werd, want het was onderteekend door niet minder dan 28 leden. Met 30 tegen 6 stemmen werd be sloten, dat de vroede vaderen de kostelooze telefoon zullen krijgen. De heer W. F. J. Kap it z, archdtect- bouwkundige bij de Duinwaiterleiding in Den Haag, herdacht onder veel belang stelling den dag, dab hij vóór 40 jaar als ambtenaar in dienst trad bij de gemeente. Tot directeur van de Leeuwarder Wa terleiding-Maatschappij ia benoemd de heer F. C. W. J. P. Soeters, tot dusver tijdelijk met de waarneming dier functie belast. Botter dam's eerste H. B. S. voor jon gens met vijfjarigen cursus bestaat 50 jaar. De feestelijke viering heeft plaats op 130 December met een soiree in clen Grooten Schouwburg, enz. Intusschen is in een giste ren gehouden vergadering varn oud-leerlin- gen en leerlingen besloten voor de gelden, door hen bijeengebracht, als blijvende her innering een fonds te stichten tct geldelijke ondersteuning van leerlingen, -die daaraan behoefte blijken te hebben. In het voorloo- pig bestuur werden gekozen niej. dr. Jeanne Bles en do he eren M. Davidson, A. den Hoed, J. Hudlig, dr. W. van Bijn, P. Schra- meijer Yerbrugge, F. J. Vaes en J. H. 1 "Wilton. Gisteravond heeft H. M. de Koningin voor haar voorgenomen bezoek aan de pro vinciën Friesland en Groningen de Resi- denfcie tot Woensdagavond 9 u. 56 m. verla ten. Becds ongeveer een kwartier vóór liet vertrek begaf H. M. zich in den gereed staan den extra-trein, die uitsluitend was samengesteld uit de aan H. M. toebehoo- rende salon-, slaap-, keuken- en personeel- wagons en die reeds geheel in gereedheid waren gebracht voor het avond- en nacht verblijf in den trein. Tc Harlingen, waar de aankomst te middernacht werd verwacht, zou worden overnacht. Op^het perron was geen publiek aanwe zig, omdat toevallig die Maandagavond een der avonden is, Waarop het geheele perron door de militaare wacht wordt vrijgehouden met het oog op het drukke militaire ver keer. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot regent van het Klein-Se- minarie Hageveld te Voorhout, den z.eerw. heer Th. F. Ebbinkhuijsentot deken van het dekenaat Alkmaar en tot pastoor te Alk maar (H. LaurentiuB) den w.eerw. Jieer M. P. A. Oomstot pastoor te Amsterdam (O. L. Vr. Onb. Ont.) den w.eerw. heer J. Th. Lagerwey, tot pastoor te Botterdam (H.- Lambertus), den w.eerw. heer G. J. M. Ka bel tot pastoor te Bennebroek, den w.eerw. heer F. J. M. Wassentot pastoor te v el- zen-Wijkeroog, den w.eerw. heer P. H. Wij- tenburg; tot pastoor te Lisse, den w.eerw. heer H. J. Ph. Thomann: tot pastoor te Voorschoten, den w.eerw. heer J. S. van Buchem; en tot pastoor te Haarlemmermeer (H. Franciscus van Sales) den w.eerw. heer Th. A. J. M. Vlek, die kapelaan was te Botterdam (H.H. Mart. van Gorkum). Naar men verneemt, heeft de Minister, van Justitie medewerking verkregen van zijn ambtgenooten, hoofden der verschillen de departementen, om voortaan de aanschaf fing van de benoodigde bureaubehoeften langs den weg eener collectieve aanbeste ding te doen geschieden. De uitvoering daarvan is opgedragen aan een commissie, waarin elk departement en de Algemeene Bekenkamer, die zich even eens tot een cn ander bereid verklaarde, door een ambtenaar vertegenwoordigd zal zijn. Voorzitter dezer commissie is de neer J. Brons, hoofdcommies bij het Departement van Binnenlandsche Zaken. Overwogen wordt of in verband hiermede ook tot af schaffing van het- bij sommige colleges nog in zwang zijnde z.g. ,,pennegeld" moet wor den overgegaan. Men vertrouwt in ieder go- val door gezamenlijke aanbesteding een be langrijke kostenbesparing te zullcta ver krijgen. De papier voorraden der verschillende de partementen van Algemeen Bestuur zullen nu voortaan van cle Algemeene Landsdruk kerij worden betrokken. De gewone audiënties van de Ministers van Koloniën, Marine en Justitie zulleD deze week niet plaats hebben. Naar „De Tel." verneemt, is de heer: J. S. Meuwsen, de voorzitter van den Mid denstandsbond en van de Algemeene Win kel iersvereeniging te Amsterdam, zeer ern stig ongesteld, zoodat hij voorloopig niet in staat is zijn verschillende functies te vervullen. Als waarnemend voorzitter van den Mid«* denstandsbond treedt thans de heer H. Kop pel Jr., te 's-Gravenhage, op. i Aan gouverneur-generaal Idenburg wrordt het voornemen toegeschreven na zijn aftreden eenige maanden in Zwitserland door te brengen, alvorens tegen Mei of Juni hier te lande terug te keeren. In de laatste vergadering van het hoofd bestuur van de Alg. Vereen, voor Bloem bollencultuur 1 Haarlem is behandeld het adres van de 69 leden, vertegenwoordigende 55 firma's, handelaars, die bezwaar maken tegen het verplicht stellen van het scheidsgerecht. Het hoofdbestuur heeft besloten aan elk der onderteekenaars van het adres te be richten, dat een reglementair genomen be sluit alleen ongedaan kan worden gemaakt door de algemeene vergadering op voorstel van een afdeeling. STAATSBEGKOOTING VOOR 19 16. Algemeene Beschouwingen. II. Het oorlogsgevaar minder? In de Troonrede werd gezegd, dat, zoo lang do buitengewone omstandigheden zich niet ten onzen nadeele wijzigen, de gewone wetgeving weder kan worden ter hana geno men. Ofschoon hier het voortbestaan der buitengewone omstandigheden wordt erkend, loet do mededeeling, dat wederopvatting van de gewone wetgeving thans mogelijk is, 'och'onderstellen, dat er in die .omstan digheden wijziging is gekomen. Men zou gaarne vernemen, welke dan, naar het oor deel der regeering, die wijziging is. Of be doelt de regeering alleen te kennen te ge ven, dat thans haar tijd niet meer zoo zeer als tot dusver in beslag genomen wordt door de zorg voor bijzondere uit den oorlogstoe stand voortvloeiende maatregelen? Eanigele den waren niet overtuigd, dat de gevaren, welke in verband met den oorlogstoestand dreigen, geringer zijn geworden. Hetbestand. Met het oog op het oorlogsgevaar, meen den verscheidene leden, dat handhaving van het bestand gewenscht te achten is. Is dit ook het gevoelen der regeering, dan ver klaarden zij zich gaarne bereid haar daarbij zooveel mogelijk te steunen. Men voegde Hieraan toe," dat de behandeling van voor stellen tot grondwetsherziening en tot be lastingvorming en .-verhooging niet nood zakelijkerwijze in strijd behoeft te zijn niet het bestand. Anders staat het evenwel met de in de Troonrede aangekondigde herziening der sociale verzekeringswetten, althans wan neer de daaromtrent door den minister van Financiën aan de pers gedane mededeeling, juist is, waaruit is af te leiden, dat het de bedoeling is de invoering van Staatspensioen door te zetten. Andere leden meenden, dat het bestand geenszins medebrengt, dat de regeering van de uitvoering van haar programma zou moe ten afzien. Voorts werd ongemerkt, dat de regeering geen pogingen behoort te doen om op grond van de buitengewone omstandigheden stem men te verkrijgen, welke haar, bestonden die omstandigheden niet, zouden worden ont houden. Nu en dan scheen het ook, alsof de defe rentie voor de volksvertegenwoordiging bij de regeering te wens eken overliet. Met name werd gewezen op de verklaring van den minister van Financiën, dat, hij alleen tegenover het land. maar niet tegenover jde volksvertegenwoordiging verantweqrlijk was voor hetgeen hij had gezegd bij de installatie van het Kon. Nat. Steuncomité, waarbij hij als particulier persoon tegenwoordig zou zrjn geweest. Enkele leden ontleenden aan de buitenge wone tijdsomstandigheden een argument voor 'rle invoering van algemeen kiesrecht. Het was immers thans gebleken, hoezeer men .op het volk kan rekenen. Tegen de laatste redeneering werd van verschillende zijden opgemerkt, dat de gron den voor algemeen kiesrecht niet kunnen ontleend worden aan de houding van ,een deel des volks. Voorts werd de meening geuit, dat samen werking voor de Grondwetsherziening mét de rechterzijde alleen verkregen zou kun nen worden, indien wijziging van art. 192 in de herziening werd opgenomen. JDe belastingplannen. Van verschillende zijden werd betoogd, dat met het oog op de tekorten op den ge- Roman naar het Engelsch. (Nadruk Verboden), 65J Slechts een paar minuten te voren had Conquest haar verlaten en in die oogenblik- ken na zyn vertrek had zij zijn tactiek be grepen, zij.i krijgslisten ontdekt en voelde zich voldaan over de houding, die zij daarte genover had aangenomen. Zij begreep hem /olkomen, zoowel op bet punt van zijn vrees, dat hij haar zou moeten laten gaan, als van ïijn schaamte, dat hij haar vasthield. Met haar handen op den rug stond haar lengere gestalte in fiere houding voor het groote erkerraam en keek zij neer op de van licht schitterende stad zonder echter iets te zien, zooals engelen misschien in hun verheven gedachten verdiept, over den Melk weg gaan. Zij glimlachte even bij de ge- lachte hoe zij dezen man zou leiden, die, ter, wille van haar zooveel voor Norrie Ford had gedaan, opdat hij zijn rust en de achting voor. zichzelf terugkreeg. Als Norrie Ford werd vrijgesproken, dan wilde zij voor niets an ders leven dan voor het geluk van den man, die zijn naam gezuiverd en hem aan de we reld teruggegeven "had. Het zou een soort wijding voor haar zijn. Conquest had gezegd, dat zij een hoogeren prijs voor de bewezen diensten betaalde dan noodig was, maar dat hing eenigszins van de waarde af, die men aan de diensten toekende. In dit geval zou zij niet tevreden zijn geweest als wonen dienst en de crisis-uitgaven, spoedi ge versterking der middelen noodig is. Sommige leden betoogden, dat met de te genwoordige belasting-politiek niet kan wor den voortgegaan. Omtrent de (na hel afdeelings-onder- zock ingekomen) belasting-plannen der re geering, werden verschillende opmerkingen gemaakt. Men begreep het nut niet van een ontwerp van wet, bevattende de grondsla gen voor het stelsel van 's rijks belastingen en vreesde dat dit een struikelblok zal worden voor het welslagen der beoogde fi- nancieelo voorzieningen. In do tweede plaats hoopten verscheide ne leden, dat do minister niet zal trachten allo benoodigde gelden te vinden uit direc te heffingen, maar het voorbeeld van Enge- land zal volgen, waar de regeering tijdelij ke heffing van hooge invoerrechten voor stelde, mede ten aanzien van (artikelen, die ook in Engeland worden vervaardigd, zoodat de heffing in andere omstandighe den geacht zou worden een protectionis tisch karakter te hebben. Verder werd door eenige leden de vrees geuit, dat heb dekken van het toekomstige op een hoog bedrag "becijferd deficit door nieuwe heffingen voor dezen doortastenden minister veel bekoring zou hebben, en dat daaruit bij hem een neiging zou kun nen ontstaan om andere middelen tot dek king van het tekort zonder voldoende re den af te wiizem* Voorts werd gevraagd, of het rijk, vooral in de tegenwoordigo omstandigheden, niet meer voordeel behoort te trekken uit de bij de universiteiten geheven co-ege-gelden en uit de schoolgelden der rijks hoogere bur gerscholen. Er waren overigens, zoowel van rechts als van links, leden, die verklaarden, dat zij den minister van Financiën gaarne zouden steunen in de uitvoering van zijn moeilijke taak. Zij waren bereid daarbij over vele bezwaren aan eigen op vatting ontleend, heen te stappen, omdat zij in den minister een der weinige man nen zagen, in staat om orde te brengen in ons financiewezen. Regcoringsbrood. Van zuinigheid getuigt niet de regeling der verstrekking van regeeringsbrood. Zij heeft ten gevolge gehad, dat vele vermo genden op kosten van de schatkist goed koop brood eten. V e r h o o ging jaarwedden. Sommige leden wenschten geen algemee ne verhooging der jaarwedden, maar meen den, dat con duurte-toeslag de voorkeur zou verdienen. Rijks hulp aan gemeenten. Enkele leden meenden, dat de financieel© toestand niet behoort in den weg te staan aan het verleenen van rijkshulp aan ge meenten, die door de tijdsomstandigheden zwaar gedrukt worden, zooals Zaandam en Rotterdam. Instemming1 vond dit denk beeld niet. De oorlog. Verscheidene leden meenden ook beschou wingen te moeten houden, betrekking heb bende op den tijd, welke na de beëindiging van den oorlog zal aanbreken. Er waren leden, die in dezen oorlog zagen het bankroet van de Westersche beschaving, den wereld brand, welke, door het kapitalisme en zijn product, het imperialisme, aangestoken, te gelijkertijd deze beide zal vernietigen. Wordt deze voorspelling niet verwezenlijkt, dan kan, naar men meende, ook onder de heer schappij van een kapitalistisch stelsel veel gedaan worden om oorlogen te voorkomen en te beperken. Daarop behoort in alle zij minder had moeten betalen. Als zy dat dted, zou het lijken of zij niet dankbaar was. Nu zij had gemerkt, dat het eischen van zijn belooning hem gewetenswroeging veroorzaakte, geraakte zij als 't ware in vervoering bij de gedachte hem die op te dringen. In dit oogenblik van extase werd Ford aangediend. Haar gedachten waren zoo van hem vervuld, dat, ofschoon zij hem niet verwachtte, zijn verschijnen haar niet ver raste. Dat bevorderde zelfs haar romantische stemming en deed haar zijn komst op dat cogenblik als iets vanzelfsprekends, iets heel gewoons beschouwen. ,,Kom eens hier naar de sterren kijken," zei zij op een toon, alsof zjj tot een van haar huisgenooten sprak, die toevallig was binnengekomen. „Het gezicht hier 's avonds geeft iemand het gevoel alsof men boven den hemel wordt gevoerd." Zij had zich half naar hem toegekeerd, maar stak hem haar hand niet toe, toen hy naast haar kwam staan. De eers'te seconden zei hy niets en toen hy sprak, nam zij zijn woorden op dezelfde manier op als zijn komst. „Dus je gaat met Conquest trouwen!" Deze plotselinge opmerking scheen haar niet van haar stuk te brengen, want zy knikte toestemmend en nog met den glim lach, waarmede zy hem bij zijn binnenkomst had begroet. „Waarom?" Ondanks haar zelf toonde zy 'eenige ver bazing. „Waarom vraag je dat, nu?" „Omdat ik er niet eer bij heb stilgestaan, dat daarvoor een sp'eciale reden zou kunnen wezen." 1 landen na den oorlog de aandacht gericht te zjjn. Deze leden, bij wie zich anderen voegden, die omtrent de oorzaken van den huidi- gen oorlog anders dachten, achtten het in het belang van den vrede ge wenscht, dat aan de democratie meer macht werd gegeven ten aanzien van de regeling en de beoordeeling van buitenlandsche aangelegenheden, en dat aan de geheimzinnigheid, welke thans ten opzichte van het buiten- landsch beleid bestaat, een einde kome. In de tweede plaats betoogden sommigen, dat de ocrlog heeft doen zien, hoezeer het protectionistische stelsel aan de onderlinge verstandhouding der volken afbreuk heeft gedaan en hoe, tot schade van de algemeene veiligheid, de neiging tot het verwerven van koloniën ter uitsluiting van mededin gers is toegenomen. In de derde plaats, werd door sommigen betoogd, dat na den oorlog krachtige be vordering van de welvaart en van verbetering der sociale toestanden noodig zal zijn. Ten aanzien van het onderwijs, de sociale ver zekeringen en den aanleg van groote werken zal met dubbele kracht gewerkt moeten wor den. Daarvoor zal het, naar men meende, noodig zijn, een groot deel der crisisuitgaven te dekken, door een heffing in eens. Men hoopte, dat de regeering zich hiertegen niet tot het uiterste zal verzetten. Nederlandsch Fabrikaat. Gevraagd werd of de regeering zorgt, dat in alle takken van dienst zooveel mogelijk Ned. fabrikaten worden gebezigd. Verandering van de vlag. In overweging werd gegeven, de kleuren der Nederlandsche vlag te vervangen door oranje, wit en lichtblauw. B. en W. van Dordrecht zijn het met de verschillende commissies eens geworden over ihet plan van den bouw van een nieuw ziekenhuis, waarvoor de Raad reeds een ter rein aanwees. Volgens het overgelegde plan stellen zij voor, over to gaan tot uitvoering van den bouw. Het denkbeeld van regenten, om het grootboekkapitaal en de opbrengst der bezittingen te doen strekken in minde ring van de bouwkosten, heeft de instem ming van B. en W., hoewel dit denkbeeld thans nog niet aan de orde behoeft te wor den gesteld. Daardoor zal, oordeelen B. en "\V., nog zuiverder uitkomen, dat het zieken huis een gemeentelijke instelling is. De uit gaven voor den bouw worden geraamd op i 650,000. Te zijner tijd zal daarvoor oen geldleening moeten worden aangegaan. B. en tV. geven in overweging voor 1916 te mo gen beschikken voor dit doel over een be drag van f200,000. B. en W. van Delft hebben bij den Raad ingediend het ontwerp voor eeu be lasting op de openbare vermakelijkheden, bedragende 10 pCt. van de bruto-opbrengst der entrée's. Uitgezonderd zijn de voorstel lingen ten bate van een weldadig doel, ten- toe nstellingen, welke niet gewinshalve wor den gehouden, wetenschappelijke en poli tieke voordrachten, jaarmarkten en verma kelijkheden langs den openbaren weg. Ingediend is het ontwerp straat.belasting. Daarin wordt o.a. bepaald: De straatbelas ting is verschuldigd door hem, die krachtens recht van bezit of eenig ander zakelijk recht het. genot heeft van een gebouwd eigen- „Nu ja, er is er een." „En heeft die iets met mij te maken?" Zij schoof wat van hem af, naar den gebogen kant van het raam, waar dat tegen de rechte lijn van den muur aansloot. In die positie kon zij hem beter aanzien. „Ik zei wel, dat er een reden was," ant woordde zij na eenige aarzeling, „maar niet, dat ik jou zou vertellen, waarin die be stond." „Neen, maar dat doe je toch wel, niet waar?" „Ik zie niet in waarom jjj die zou moe ten weten. „Is dat volkomen waar?" vroeg hij, ter wijl hjj haar door zijn strak aankijken min of meer schrik aanjoeg. „Begrijp je het niet? Zie jrj het niet in?" „Ik begrijp niet waarom in omstan digheden als deze een man zou wenschen te weten, wat een vrouw hem niet vertelt." „Dan zal ik dat uitleggen. Ik verlang het te weten, omdatik geloofdat je met Conquest gaat trouwenofschoon je hem niet liefhebt „Hjj heeft mij nooit om mijn liefde ge vraagd. Hij beweerde, dat hij zonder die te vreden zou zijn." terwijljfj.,, iemand an ders liefhebt." Zjj dacht na voordat zij sprak. Onder zjjn onderzoekenden blik kreeg haar gelaat weer do smeekende uitdrukking als van wild, dat in het nauw is gedreven. „Zelfs als dat waar was," zei zjj eindelijk, „zou daarin geen kwaad steken, wanneer daarvoor, zooals je mjj eerst vroeg, een spe ciale reden bestond." „Is er ooit een reden voor zulk een stap' ik gelooi het niet," „Maar ik wel, dat maakt verschil." „Het zou een nog grooter verschil maken als ik je vroeg het niet te doen, nietwaar?" Zij schudde het hoofd. „Dat zou het niet nu niet." „Ik heb je gisteren laten merken, dat ik ik je liefhad." „Daar je mij dwingt dat te bekennen ja." „En jij hebt mij getoond." waagde hij te zeggen, „in deze laatste minuutdat je mij liefhebt." llaar gestalte werd nog rechter tegen den achtergrond van de duisternis buiten. Zelfs de hand. die op het houtwerk van het venster rustte, werd gespannen. Een vurige flikkering in haar oogen de gloed, dien hij niet Arisch placht te noemen, ver ving den schichtigen blik van het wouddier; maar zij behield haar kalmte. „Nu, wat dan?" „Dan zou je heiligschennis aan je zelf plegen als je met iemand anders dan met mij trouwde." Al bonsde haar hart ook bij die woorden, zij deed niets om het te verraden. „Je zegt dat, omdat het zoo lijkt. Ik denk er anders over. Liefde behoeft in mijn oog niet noodzakelijk hetzelfde te zrjn als huwe lijk, evenmin ais huwelijk noodzakelijk liefde insluit. Er zjjn gelukkige huwelijken geweest zonder liefde en er kan oprechte liefde zijn, die het huwelijk niet begeert. Als ik nu met je trouwde, zou het mrj voorkomen alsof ik een hoogere beweegreden voor een lagere prijsgaf." „Er bestaat voor liefde slechts één be weegreden." „Niet voor mijn liefde. Ik weet wat jij bedoelt maar mijn liefde heeft meer dan één drijfveer en de voornaamste is of ik hoop, dat zjj dat is om te doen wat goed is." „Maar dat zou niet goed zijn." „Dat staat alleen aan mij te beoordeelen." „Niet als wij elkaar liefhebben. In da* geval mag ik dat mee beoordeelen." Weer dacht zji na. Onder het spreken hief zij haar hoofd op en keek hem vrijmoedig aan. „Goed; ik wil dat toestemmen. Misschien is dat waar. In elk geval wensch ik, dat je een duidelijk begrip krijgt van de zaak. Dat zal ons beiden helpen. Ik zal je zeg gen wat ik doe en waarom ik het doe." v Het was een van die gevallen, waarin de aandoening bij een vrouw zóó sterk is, dat die in 't geheel niet schijnt te bestaan. Even als ijzer, na3r wordt beweerd, in die mate verhit kan worden, dat men er zich niet aan brandt, zoo scheen het Miriam Strange toe, dat zij in een stadium was gekomen, waarin het zeggen der waarheid, eenvoudig en zonder voorbehoud, aan haar vrouwelijke waardigheid geen afbreuk kon doen. Woor den, die zij vóór dezen avond of daarna niet meer over haar lippen zou hebben kun, nen brengen, ontvielen haar nu alsof het iets heel gewoons was. „Ik heb tweemaal in je leven ingegrepen en telkenmale heb ik je benadeeld. Bij de eersto gelegenheid veranderde ik je In Herbert Strange en voerde je op een loop baan van bedrog; b\j de tweede kwam Ik tussclien jou en Erie en bracht ja in de 'engte, waarin jij je nu bevindt en waar ie weer staat tegenover den dood, evenals acht of negen jaar eden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5