N°. 17075
Dinsdas: 26 October.
Tweede JE51»<1. 1915.
Oe Belasting-voorsteifeiL
Vragen en Antwoorden.
LEIDSCH
DAG-BLAD
De Belasting-voorstellen, ontworpen Uo...
den Minister van Einanciën, zijn .j etc
Tweede Kamer ingediend.
In het wetsontwerp, waarbij de grondsla
gen van heb stelsel van 's Rijks belastin
gen opnieuw worden vastgesteld, zijn opge
komen de volgende heffingen:
A.
Zakelijke Belastingen.
K
Oudor den naam van gTondbela a-
t i n g wordt van de ongebouwde en ge
bouwde eigendommen een jaarlijksche be
lasting geheven van vier per duizend van.
hun belastbare waarde.
De belastbare waarde wordt gesteld: voor
ongebouwde eigendommen op de verkoop
waardevoor gebouwde eigendommen op de
son\ waarvoor zij tegen brandschade zijn
verzekerd, of, indien zij "hiet of voor een te
lage waarde verzekerd zijn, op den kosten-
den prijs, zonder aftrek wegens v.ivrdever-
mindenng.
2.
Onder den naam van „divide nd- en
tantième-belasting" wordt van de
binnen het Rijk gevestigde naamlooze ven
nootschappen, commanditaire vennoot
schappen op aandeelen, ooöjperatieve 'en
andere vereenigingen en onderlingo verzo-
kerings-maatschappijen een belasting ge
heven van zes en een half ten honderd van
heb bedrag harer uitdeelïngen.
3.
Onder den naam van „eff ecbea-
be las ting" wordt een jaarlijksche be
lasting geheven over de waarde van effec
ten en van schuldvorderingen, voortsprui
tende uib geldleemng.
Zij bedraagt, behoudens de in de web op
de effectenbelasting gestelde uitzonderin
gen:
wegens buitenlandsche effecten en schuld
vorderingen ten laste van in het buiten
land wonenden of gevestigden f 1 van elke
geheelo som van 1090;
wegens allo andere effecten en schuld
vorderingen f 0.50 van elke geheele som van
1000.
Schulden worden., behoudens de in de wet1
op de effecten-belasting gestelde uitzonde
ringen, niet afgetrokken.
Geen belasting is verschuldigd wegens
_\andeelen in binnen het Rijk gevestigde
naamlooze. vennootschappen, commanditaire
vennootschappen op aandeelen, coöpero-
tieve en andere vereenigingen au onderlin
ge verzekeringmaatschappijen, die in het
vorige belastingjaar zijn aangeslagen in de
dividend- en tantièm<nfc«iasting of bij de
Wet op de dividend- en tantième-belasting
1916 van die belasting zijn vrijgesteld.
B.
Persoonlijke Belastingen naar Inkomen
en Vermogen.
—1.
Onder den naam van „in kom sten be
las ting*' wordt een jaarlijksche belasting
geheven van do natuurlijke personen, die
binnen het Rijk wonen, alsmede van de niet
binnen het Rijk wonende of gevestigde per
sonen en lichamen, die de wet op de inkom
stenbelasting- aanwijst.
2.
Ter aanvulling van de inkomstenbelasting
wordt onder den naam van yve r mogen s-
belasting" eem jaarlijksche belasting ge
keven van ieder die binnen het Rijk woont,
i>eze belasting is niet verschuldigd, indien
bet vermogen, opgevat en berekend naar
9e bepalingen der wet op de vermogens-
oelasting, minder bedraagt dan f16.000. Zjj
bedraagt f0.60 van e>lk egeheele som van
f 1000, indien het vermogen f 30.000 of meer
bedraagt. Van vermogens van f16.000 of
meer, doch minder dan f 30.000, is een ver
minderde belasting verschuldigd.
3.
Onder den naam van „p e n s i o e n b e-
lasting" woiklt als birjdrage in de kosten
van de toekenning van ouderdomsrenten een
jaarlijksche belasting geheven van de na
tuurlijke personen, die belastingplichtig rijn
naar de bepalingen van Hoofdstuk I der
,Wet op de Inkomstenbelasting 1914.
Deze belasting wordt geheven volgens de
[Wet op do Pensioenbelasting 1916.
Zij bedraagt één ten hondera van het zui
ver inkomen, bepaald volgens de Wet op de
Inkomstenbelasting 1914.
4.
Onder den naam van „weergeld" wordt
als bijdrage in de kosten van 's Lands verde
diging een jaarlijksche belasting geheven
van de ingezetenen des Rijks, die aan de in
komstenbelasting of aan de vermogensbe
lasting zijn onderworepn en die niet tot de
zee- of landmacht behooren.
Deze belasting wordt geheven volgens de
Wet op het Weergeld 1916. Zij bestaat voor
elke volgens die wet gevormde groep van
belastingplichtigen uit een vast aantal opcen
ten op den aandrang in do inkomsten- en in
de vermogensbelasting.
5. ,r
Onder den naam van vloot be las
ting" wordt als bijdrage in de kosten van
de vloot, inzonderheid voor zoover deze
aiffekt tót verdediging van Nederland&ch-
I :ulië, een jaarlgksche belasting geheven
er de waarde van het vermogen en naar
net zuiver inkomen vande natuurlijke per
sonen, die belastingplichtig zijn volgens de
bepalingen van Hoofdstuk I <ier Wet op de
Inkomstenbelasting 1914, met dien verstan
de, dat vermogens van minder dan f51.000
en zuivere inkomens anders dan uit vermo
gen van minder dan f5000 buiten de belas
ting vallen.
Deze belasting wordt geheven volgens de
Wet op de Vlootbelasting 1916. In het hef-
fiiigstarief dier wet wordt voor beide onder-
deelen dezer belasting het stelsel van pro
gressieve heffing gevolgd.
Bij de vaststelling der bedragen, waarover
dezo belasting wordt geheven, blijven het
binnen het Rijk gelegen onroerend vermo
gen en de ipkomsten uit dat vermogen buiten
rekening.
6.
Onder den naam van „belasting van
de doode hand" wordt een jaarlijksche
belasting .geheven van de instellingen van
de doode hand, welke binnen het Rijk zijn
gevestigd, alsmede van de buiten het Rijk
gevestigde instellingen, die den eigendom
hebben van- of eenig zakelijk recht van
vruchtgenot hebben op: a. binnen het Rijk
gelegen onroerende goederen, b. kapitalen,
ingeschreven op een der Nederlandsche
grootboeken, c. vorderingen, waarvoor goe
deren of kapitalen, als genoemd onder let
ters a en b, of zakeljjke rechten op goede
ren van dien aard verbpnden rijn.
Deze belasting wordt geheven volgens de
Wet op de belasting van de Doode Hand
1916. Zjj bedraagt drie per duizend van de
vaarde van het vermogen der instellingen,
fenoemd in hpt eerste lid van artikel 1 der,
rmenwet en zes per duizend ran de waarde
van het vermogen der overige instellingen,
voor zoover deze niet van, de belasting rijn
vrijgesteld.
De opbrengst van de belasting der instel
lingen, genoemd in het eerste lid van arti
kel 1. der Armenwet strekt tot bjjdrage in de
kosten van de invalidifceifcs- en de ziekte
verzekering,
7.
Onder den naam van „successiebe
lasting" wordt geheven:
a. een recht van successie van de waarde
van al vat geërfd of verkregen wordt uit
den boedel van een ingezetene des Rijks door
zj'm overlijden;
b. een recht van overgang van de waarde
van alle onroerende zaken, binnen het Rijk
gelegen of gevestigd, welke door erfenis, le
gaat of schenking worden verkregen van
iemand, die niet is ingezetene des Rijks;
c. een reent van schenking van de waarde
van al vvat door schenking wordt verkregen
van een ingezetene dee Rijks.
Voor de heffing van het recht van succes
sie wordt al wat ten gevolge van het over
laden van een ingezetene des Rjjks krach
tens een overeenkomst van levensverzekering
wordt verkregen^ geacht door diens overlij
den uit zijn boedel te zjjn verkregen.
Bij het tarief van het recht van successie,
waarbjj rekening wordt gehouden met den
'graad van bloedverwantschap of met "het
bestaan hebben van een huwelijk tussckon
erflater on erfgenaam of verkrijger, als
mede met de omstandigheid 'of al dan niet
kinderen uit het huwelijk zijn verwekt of
afstammelingen daarvan aanwezig zjj 11, wordt
het stelsel van progressieve heffing naar ge
lang van de ^grootte van ieders verkrijging
gevolgd.
Het recht van schenking wordt, wat het
bedrag betreft, met het recht van successie
gelijkgesteld.
Deze belasting wordt geheven volgens de
Successiewet, behoudens de daarin gemaak
te veranderingen.
C.
Verkeersbelastingen.
a. Belastingen op hot rechts
verkeer.
1.
Ondc* den naam van „registratie
recht" wordt geheven:
lo. een vast recht van ƒ0.30 van huiselijke
papieren en van 1.50 van andere akten,
waarop geen evenredig recht verschuldigd
is; van onderstaandsohe akten wordt het
recht van f 1.50 niet geheven, indien rij ter
registratie worden aangeboden binnen drie
maanden nadat zij zijn opgemaakt
2o. een evenredig rechft-
a. op de akten, houdende overdracht on
der bezwaren den titel van onroerende za
ken, binnen het. Rijk gelegen of gevestigd,
ten bedrage van 21 ten honderd van dc ver
koopwaarde
ddt. recht wordt, volgens de regelen bij de
wet gestold, verminderd voor overdrachten
binnen bepaalde termijnen ha do heffing van
recht van overdracht, alsmede voor over
drachten van eigendommen van kleine
waa-rde
b. op de akten van oprichting van binnen
het Rijk gevestigd© naamlooze vennoot
schappen, commanditaire vennootschappen
op aandeelen en andere vennootschappen of
vereenigingen, welke kapitaal geheel of
ten doelo in aandeelen is verdeeld, ten be
drage van ten honderd over het gestorte
bedrag van het kapitaal der vennootschap
of vereeniging;
c. ter zake van openbare verkoopingen
van roeronde zaken, ten bedrage von 1 ten
honderd van het gezamenlijk bedrag der
koopprijzen met de lasten.
2.
Onder den naam van „zegelrecht"
worden geheven
lo. een belasting naar de oppervlakte van
het papier van de in die zegelwet genoemde
stukken
2o. vaste rechten van verschillende in de
zegelwet genoemde stukken
3o. vaste rechten van polissen van verze
kering, naar gelang van den aard en het be
drag der verzekering
4o. een vast of evenredig recht van wis
sels en ander handelspapier, naar gelang
van den termijn van betaalbaarstelling
daarvan
5o. een evenredig reoht van bewijzen van
huur en verhuur
60. een evenredig recht van effecten
7o. een evenredig recht van nota's van
makelaars en commissionairs in effecten
(beu rsbelasting)
b. Belasting op het goederen-
verkeer. 1
Onder den naam van „invoerrecht."
werde een belasting geheven van de goede
ren bij de wet op het invoerrecht vermeld,
welke in heb Rijk in het vrije verkeer worden
ingevoerd.
2.
Onder den naam van „statistiek-
recht" wordt een belasting geheven van
goederen, welke in het vrrje verkeer worden
ingevoerd, alsmede van goederen, welke uit
het vrije verkeer worden uitgevoerd.
Het 8tatistiekrecht wordt geheven volgens
de Wet op het Statistiekrecht 1916. Het be
draagt één per duizend van de waarde der
goederen, waarover het wordt geheven.
D. I i
Verteringsbelastingen.
1.
Onder den naam van „personeel© be
lasting" wordt een jaarlijksche belasting
gc-heveu naar de volgende grondslagen:
lo. huurwaarde; 2o. ineubuair; 3o. dienst
boden; 4o. paarden; 5o. motorrijtuigen; 60.
pleiriervaartuigen; 7o. biljarten (£6ü).
Deze belasting wordt geheven volgens de
wet van 16 April 1896 „Staatsblad" No.
72, tot regeling van de personeele belasting,
behoudens de in die web gemaakte veran
deringen.
De haardsteden en de rrjwielen vervallen.
Do. pleizier vaar tuigen worden naar de waar
de belast. Alleen perceelen dienende tot wo
ning, tot gemak, uitspanning of vermaak
van den gebruiker vallen binnen de grond
slagen huurwaarde en meubilair. Het per
centage .8, van de huurwaarde geheven,
wordt 121/2. De belasting naar de grond
slagen mobilair, paarden en motorrijtuigen
te verdubbelen. Dienstboden worden ook ver
hoogd.
2.
Onder den naam van „plaatskaar
tenbelasting" wordt een belasting ge
heven van de plaatsbewijzen op spoor- en
tramwegen en andere bij de wet op de plaats
kaartenbelasting, welke bij deze wet behoort,
genoemde openbare middelen ran vervoer.
Deze belasting bedraagt:
15 ten honderd van het bedrag van het
plaatsbewijs der 1ste klasse;
8 ten honderd van bet bedrag van het
plaatsbewijs der 2de klasse;
en 3 ten honderd van het bedrag van het
plaatsbewijs der 3de klasse van een der
groote spoorwegen.
Abonnementskaarten voor arbeiders en
voer schoolgaande kinderen, alsmede de in
de wet op de plaatskaartenbelasting aange
wezen vrijkaarten zijn van de belasting vrij
gesteld.
Het bedrag der belasting van de plaats
bewijzen op de overige openbare middelen
van vervoer wordt in aansluiting aan dat
van de plaatsbewijzen od de groote spoor
wegen bepaald.
De opbrengst dezer belasting, strekt tot
afschrijving op het kapitaal, dat de Staat
bij naasting der spoorwegen, volgens de
overeenkomsten met de spoorweg-maatschap
pijen, bekrachtigd bij de wet van 22 Juli
1890, „Staatsblad" No. 134. aan die maat
schappijen zal hebben te vergoeden.
Deze belasting wordt geheven volgens de
Wet op de Plaatskaartenbelasting 1916.
Accijnz en.
1. Op den w ij n, ten bedrage van vier
en twintig gulden per hectoliter.
Deze accijns wordt geheven volgens de
wet van 20 Juli 1S70, Staatsblad no. 127, be
houdens de in die wet gemaakte verande
ringen.
2. Op het gedistilleerd, ten bedra
ge van negen en negentig gulden per hec
toliter gedistilleerd ter sterkte van vijftig
percent.
Deze accijns wordt geheven volgens do
wetten van 20 Juni 1S62, „Staatsblad" no.
6-2 en van 1 Mei 1863, „Staatsblad" no. 47,
behoudens de in die wetten gemaakte ver
anderingen.
3. Op het bier, dat hier te lande ver
vaardigd wordt, ten bedrage van zestig
cent per hectoliter wordt bij 17£° Oelsius,
voor ieder honderdste, waarmede de dicht
heid der vloeistof de oenheid van dichtheid,
zijnde die van zuiver water bij dezelfde
temperatuur, te boven gaat.
Deze aooijns wordt geheven volgens de
Bierwet 1916.
4. Op de tabak, ten bedrage van tien
ten honderd van den kleinhandelsprijs van
sigaren, sigaretten, rooktabak, pruimtabak
en snuif.
Deze accijns wordt geheven volgens de
Tabakswet 1916.
5. Op de suiker, volgens de wet van
20 Juni 1897 „Staatsblad" no. 63, behou
dens de in die we-fc gemaakte wijzigingen.
6. Op het geslacht, ten bedrage van
tien ten honderd van de waarde van het ge
slacht wordende vee, dat volgens de Ge-
slachtwet onder de belasting valt.
Dezo accijns wordt geheven volgens de
wet van 2 Augustus 1822, „Staatsblad" no.
31, behoudens de in die wet gemaakte wij
zigingen.
7. Op het zout, ten bedrage van drie
gulden per 100 kilogram.
Deze accijns wordt geheven volgens de
web van 27 September 1892, „Staatsblad"
no. 227, behoudens de in die wet gemaakte
wijzigingen.
4.
Onder den naam van speelkaar
ten belasting wordt geheven een be
lasting van de speelkaarten ten bedrage van
vijf en twintig cents voor spellen van
32 kaarten of minder en vijfig cents voor
alle andere.
5.
Onder den naam van „beliistrn gJ
op de goudenen zilveren wer-
k e 11" wordt van deze werken een belas
ting geheven, ten bedrage van dertig gulden
per hectogram goud-alliage en een gulden
vijftig cents per hectogram zilver-alliage.
6.
Onder den naam van „vo omaiiien-
belasting" word een belasting gehe
ven wegons: a. toekenning van meer dan
één voornaam aan een kind bij de aangifte
der geboorteb. latere bijvoeging of veran
dering van voornamen; en voorts wegena
verandering van den geslachtsnaam of bij
voeging van een of meer namen aan den ge
slachtsnaam.
De dag, waarop de verschillende wetten
tob regeling of herziening der genoemde be
lastingen, voor zoover die wetten niet reeds
in werking zijn, in werking zullen treden,
vordt voor elk dier wetten afzonderlijk, het-
zjj in of krachtens de wet zelve, hetzij bij
Kon. besluib bepaald.
Hike thans in werking zijnde belastingwet
blijft onveranderd ran kracht totdat de
wet, welke haar wijzigt of doet verrallen,
in werking zal zijn getreden.
Op den suikeraccijns, goljjk deze in hoofd
som is vastgesteld bij art-. 39 der Leenings
wet 1914, worden ook 11a het jaar 1917, zoo
lang het Leeningsfonds 1914 uitgaven zal
hebben, twintig opcenten gehevem
Tob dekking der uitgaven van het Lee
ningsfonds 1914 wordt, zoolang dat fonds
uitgaven zal hebben, van de opbrengst der
volgende belastingen aangewezen het achter
elke daarvan vermelde gedeelte:
van de grondbelasting, de effectenbelas-
tiog, de dividend- en tiutième-belasting, de
inkomstenbelasting, de vermogensbelasting,
de personeele belasting, den accijns op het
zout en den accijns op den wijn elk een zesde
gedeelte;
van de successiebelasting, liet registratie
recht en den accijns op het gedistilleerd,
elk een elfde gedeelte.
Het bepaalde omtrent het Leeningsfonds
treedt voor elk der genoemde belastingen
in werking met den dag, waarop de wet tot
regeling of tot herziening dier belasting,
welke bjj deze wet behoort, in werking
treedt. Ten aanzien ran den accijns op het
zout treedt liet in werking op den lsten
Mei 1917.
Telkens wanneer ten aanzien van een di?r
belastingen het bepaalde in werking treedt,
vervalt hetgeen in de artikelen 34 tot en
met 37 van de Leeningswet 1914, ten aan
zien van de heffing van opcenten op die
belasting op een "onderdeel dier belasting is
bepaald.
Wanneer de wet tot regeling of herzie
ning van een der genoemde belastingen,
"waarop krachtens de Leeningswet 1914 op
centen worden geheven, niet vóór of op 1
Januari 1918 in werking treedt, blijft ten
aanzien van die belasting hetgeen in de ar
tikelen 34 tot en met 37 van de Leeningswet
1914, ten aanzien ran de heffing van op
centen op die belasting of op een onderdeel
dier belasting is bepaald, ook na het jaar
1917 van kracht, tot op den dag. bedoeld in
het tweede lid van dit artikel.
Van 1 Mei 1917 af totdat de heffing
Gc-r grondbelasting zal geschieden volgens
de wet op de grondbelasting 1916 ontvangt
het Leeningsfonds 1914 een uitkeering uit
's Rijks schatkist ten bedrage van f125,000
per maand.
Deze wet kan worden aangehaald als
„Vcf op het Belastingstelsel 1916'.
Dc verwachte Opbrengt der Nienwo
Belastingen.
Als bijlage is aan de Memorie van Toe-
liohting toegevoegd een vergelijking \an
de geraamde opbrengst der bestaande met
die der voorgestelde belastingen.
Daaraan is het volgende ontleend
De zakelijk© belastingen (grondbelas-
tirg, dividend- en tantième-belasting en
e<fecten-belasting) worden volgens het ont
werp gedamd te zullen opbreigen on
geveer 10 millioen, terwijl de geraamde
opbrengst van grondbelasting en dividend
en tantième belasting volgens de Middelen
wet 1916 bedraagt ruim 21 ihillio3-!!.
De persoonlijke lelastingen naar inko
men en vermogen (inkomstenbelasting,
vermogensbelasting, pensioenbelasting,
weergeld, vlootbelasting, belasting van de
doode hand en successiebelasting) worden
geraamd op luim 80 mi'tioen, terwyi
voor 1916 voor inkom stenbelasting, ver
mogensbelasting en successiebelasting ruim
43 millioen wordt geraamd.
De verkeersbelastingen (registratierecht
zegelrecht en hypotheekrechten) worde*}
volgens het ontwerp geraamd op ruim
20 millioen. Volgens de Middelenwet
1916 zouden zij opbrengen bijna 16 mil
lioen.
De verkeersbelastingen (invoerrechten
en statistiekrecht) worden op ruim
21 millioen geraamd, terwijl de invoer
rechten voor 1916 waren geraamd op ruim
17 millioen.
De verteringsbelastingen zijn verdeeld in
drie groepen
a. personeele belasting en plaatskaar
tenbelasting. Deze worden geraamd té
zullen opbrengen ruim 18% millioen, ter
wijl de personeele belasting voor 1916 was
geraamd op ruim 14 millioen.
b. accijnzen (suiker, wijn, gedistilleerd,
zout, bier, tabak en geslacht) moeten vol
gens het ontwerp gezamenlijk opbrengen
ruim 76 millioen. Vo..: 191J was ge
raamd (natuurlijk zonder de tabaksbelas
ting) 63 millioen.
c. speelkaartenbelasting, belasting op
gouden en zilveren voorwerpen en voor-
namenbelasting zijn tezamen geraamd o-p
1.740.000, terwijl voor 1916 voor de gou
den en zilveren werken 520.000 wae ge
raamd.
De opbrengst van de nieuwe belastin
gen wordt als volgt geraamd
Effectenbelastings 3.000.000
Pensioenbelasting. x 12.ÖÓ0.Ö00
Weergeld 4.000.000
Vlootbelasting. K 6.000.000
Belasting doode hand. K 2.000.000
Statistiekrecht B K 3.000.000
Plaatskaartenbelasting H 2.000.000
Tabaksbelasting B 8.000.000
Speelkaartenbelasting w 200.000
Voornamenbelasting 500.000
De totale opbrengst van alle belastin
gen in hoofdsom en opcenten wordt vol
gens het ontwerp geraamd op 263.641.600,
terwijl voor 1916 was geraamd 202.509.700,
zoodat de meerdere belastingopbrengst zal
bedragen 61.000.00'"».
Vraag: Mijn poes rit vol puistjes, di<$
videeelijk schijnen te jeuken, waardoor ze
zich ds haren uittrekt. Overigens is ze hooi
gezond. Zou u daarvoor ook een mlddet
weten
Antwoord: Koop bij uw drogist Of apo
theker een stukje salicvlzuurzeep en behandel
de aangedane plaatsen daarmede en geef
inwendig een lepeltje wonderolie. Mocht dit
niet baten, raadpleeg dan een veearts.
Vraag: Ik heb drie zoons onder de
wapenentwee zijn er getrouwd. Za
hebben beiden vergoeding. Nu is mijn."
derde zoon opgeroepen voor den land
stormhij is bij mij thuis. Krijg ik nit
vergoeding? Zoo ja, waar moet ik mij
vervoegen?
Antwoord: Als uw zoon, dien gei
thuis hebt, kostwinner is voor het gezin,
dan krijgt ge vergoeding.
V raag: Wanneer moet de lichting
1913 onder de wapenen komen?
Antwoord: Landstormiichtng 1913
komt 10 November a.s. onder de wapenr -
V raag: Zou u mij ook kunnen zeg
gen bij welk reg. cavalerie men vrijwillig
kan teekenen, en waar zijn ze-
Antwoord: Ge kimt bij allj vief.
de regimenten cavalerie teekenenwaar
deze op het oogenblik zijn, mogen wc niei'
zeggen.
V raag: Ons plan is naar Rave
stein (N.-B.) te gaan per fiets. Wij zou-<
den heen en terug liefst niet den zelflen"
weg nemen. Hoeveel Kilometers is vlat?
Langs welke wegen moeten wij rijden? En"
hoelang zouden wij er over doen?
Antwoord: Leiden, Hazerswoude,
Waddinxveen, Gouda, Haastrecht. Schoon-
hoven, Nieuwpoort. Gcudriaan, SI in ge-
land, Sohelluinen, Gorinchem, Dalem, Vu
ren, Her wijnen, Hellow, Haafben, Zaltbom-
mei, Rossum, Lith, Oss, Herpen. Rave-
stein. 119.3 K. M.
Leiden, Alphen. Bodegraven. Woerden,
Montfoort, IJselstein. Vreeswijk, Schalk
wijk, Zoelmond. Kerk-Avezaath, Tiel,
Wamel, Xieuweschans. Oven, Macharen,
Dieden, Ravestein. 111.7 K. M.
Vraag: Kan iemand, die kostwinner
is en opgeroepen wordt voor den verplicli-
ten landstorm, op groni van het feit, dat]
hij kostwinner is, vrijsl-lling krijgen van!
zijn verplichtingen bij den landstorm?
Antwoord: Kostwinners moeteif,
evenals de andere dienstplichtigen, bij den!
landstorm in werkelijkem dienst komen