N°. 17075 Dinsdas: 26 October. Tweede JE51»<1. 1915. Oe Belasting-voorsteifeiL Vragen en Antwoorden. LEIDSCH DAG-BLAD De Belasting-voorstellen, ontworpen Uo... den Minister van Einanciën, zijn .j etc Tweede Kamer ingediend. In het wetsontwerp, waarbij de grondsla gen van heb stelsel van 's Rijks belastin gen opnieuw worden vastgesteld, zijn opge komen de volgende heffingen: A. Zakelijke Belastingen. K Oudor den naam van gTondbela a- t i n g wordt van de ongebouwde en ge bouwde eigendommen een jaarlijksche be lasting geheven van vier per duizend van. hun belastbare waarde. De belastbare waarde wordt gesteld: voor ongebouwde eigendommen op de verkoop waardevoor gebouwde eigendommen op de son\ waarvoor zij tegen brandschade zijn verzekerd, of, indien zij "hiet of voor een te lage waarde verzekerd zijn, op den kosten- den prijs, zonder aftrek wegens v.ivrdever- mindenng. 2. Onder den naam van „divide nd- en tantième-belasting" wordt van de binnen het Rijk gevestigde naamlooze ven nootschappen, commanditaire vennoot schappen op aandeelen, ooöjperatieve 'en andere vereenigingen en onderlingo verzo- kerings-maatschappijen een belasting ge heven van zes en een half ten honderd van heb bedrag harer uitdeelïngen. 3. Onder den naam van „eff ecbea- be las ting" wordt een jaarlijksche be lasting geheven over de waarde van effec ten en van schuldvorderingen, voortsprui tende uib geldleemng. Zij bedraagt, behoudens de in de web op de effectenbelasting gestelde uitzonderin gen: wegens buitenlandsche effecten en schuld vorderingen ten laste van in het buiten land wonenden of gevestigden f 1 van elke geheelo som van 1090; wegens allo andere effecten en schuld vorderingen f 0.50 van elke geheele som van 1000. Schulden worden., behoudens de in de wet1 op de effecten-belasting gestelde uitzonde ringen, niet afgetrokken. Geen belasting is verschuldigd wegens _\andeelen in binnen het Rijk gevestigde naamlooze. vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandeelen, coöpero- tieve en andere vereenigingen au onderlin ge verzekeringmaatschappijen, die in het vorige belastingjaar zijn aangeslagen in de dividend- en tantièm<nfc«iasting of bij de Wet op de dividend- en tantième-belasting 1916 van die belasting zijn vrijgesteld. B. Persoonlijke Belastingen naar Inkomen en Vermogen. —1. Onder den naam van „in kom sten be las ting*' wordt een jaarlijksche belasting geheven van do natuurlijke personen, die binnen het Rijk wonen, alsmede van de niet binnen het Rijk wonende of gevestigde per sonen en lichamen, die de wet op de inkom stenbelasting- aanwijst. 2. Ter aanvulling van de inkomstenbelasting wordt onder den naam van yve r mogen s- belasting" eem jaarlijksche belasting ge keven van ieder die binnen het Rijk woont, i>eze belasting is niet verschuldigd, indien bet vermogen, opgevat en berekend naar 9e bepalingen der wet op de vermogens- oelasting, minder bedraagt dan f16.000. Zjj bedraagt f0.60 van e>lk egeheele som van f 1000, indien het vermogen f 30.000 of meer bedraagt. Van vermogens van f16.000 of meer, doch minder dan f 30.000, is een ver minderde belasting verschuldigd. 3. Onder den naam van „p e n s i o e n b e- lasting" woiklt als birjdrage in de kosten van de toekenning van ouderdomsrenten een jaarlijksche belasting geheven van de na tuurlijke personen, die belastingplichtig rijn naar de bepalingen van Hoofdstuk I der ,Wet op de Inkomstenbelasting 1914. Deze belasting wordt geheven volgens de [Wet op do Pensioenbelasting 1916. Zij bedraagt één ten hondera van het zui ver inkomen, bepaald volgens de Wet op de Inkomstenbelasting 1914. 4. Onder den naam van „weergeld" wordt als bijdrage in de kosten van 's Lands verde diging een jaarlijksche belasting geheven van de ingezetenen des Rijks, die aan de in komstenbelasting of aan de vermogensbe lasting zijn onderworepn en die niet tot de zee- of landmacht behooren. Deze belasting wordt geheven volgens de Wet op het Weergeld 1916. Zij bestaat voor elke volgens die wet gevormde groep van belastingplichtigen uit een vast aantal opcen ten op den aandrang in do inkomsten- en in de vermogensbelasting. 5. ,r Onder den naam van vloot be las ting" wordt als bijdrage in de kosten van de vloot, inzonderheid voor zoover deze aiffekt tót verdediging van Nederland&ch- I :ulië, een jaarlgksche belasting geheven er de waarde van het vermogen en naar net zuiver inkomen vande natuurlijke per sonen, die belastingplichtig zijn volgens de bepalingen van Hoofdstuk I <ier Wet op de Inkomstenbelasting 1914, met dien verstan de, dat vermogens van minder dan f51.000 en zuivere inkomens anders dan uit vermo gen van minder dan f5000 buiten de belas ting vallen. Deze belasting wordt geheven volgens de Wet op de Vlootbelasting 1916. In het hef- fiiigstarief dier wet wordt voor beide onder- deelen dezer belasting het stelsel van pro gressieve heffing gevolgd. Bij de vaststelling der bedragen, waarover dezo belasting wordt geheven, blijven het binnen het Rijk gelegen onroerend vermo gen en de ipkomsten uit dat vermogen buiten rekening. 6. Onder den naam van „belasting van de doode hand" wordt een jaarlijksche belasting .geheven van de instellingen van de doode hand, welke binnen het Rijk zijn gevestigd, alsmede van de buiten het Rijk gevestigde instellingen, die den eigendom hebben van- of eenig zakelijk recht van vruchtgenot hebben op: a. binnen het Rijk gelegen onroerende goederen, b. kapitalen, ingeschreven op een der Nederlandsche grootboeken, c. vorderingen, waarvoor goe deren of kapitalen, als genoemd onder let ters a en b, of zakeljjke rechten op goede ren van dien aard verbpnden rijn. Deze belasting wordt geheven volgens de Wet op de belasting van de Doode Hand 1916. Zjj bedraagt drie per duizend van de vaarde van het vermogen der instellingen, fenoemd in hpt eerste lid van artikel 1 der, rmenwet en zes per duizend ran de waarde van het vermogen der overige instellingen, voor zoover deze niet van, de belasting rijn vrijgesteld. De opbrengst van de belasting der instel lingen, genoemd in het eerste lid van arti kel 1. der Armenwet strekt tot bjjdrage in de kosten van de invalidifceifcs- en de ziekte verzekering, 7. Onder den naam van „successiebe lasting" wordt geheven: a. een recht van successie van de waarde van al vat geërfd of verkregen wordt uit den boedel van een ingezetene des Rijks door zj'm overlijden; b. een recht van overgang van de waarde van alle onroerende zaken, binnen het Rijk gelegen of gevestigd, welke door erfenis, le gaat of schenking worden verkregen van iemand, die niet is ingezetene des Rijks; c. een reent van schenking van de waarde van al vvat door schenking wordt verkregen van een ingezetene dee Rijks. Voor de heffing van het recht van succes sie wordt al wat ten gevolge van het over laden van een ingezetene des Rjjks krach tens een overeenkomst van levensverzekering wordt verkregen^ geacht door diens overlij den uit zijn boedel te zjjn verkregen. Bij het tarief van het recht van successie, waarbjj rekening wordt gehouden met den 'graad van bloedverwantschap of met "het bestaan hebben van een huwelijk tussckon erflater on erfgenaam of verkrijger, als mede met de omstandigheid 'of al dan niet kinderen uit het huwelijk zijn verwekt of afstammelingen daarvan aanwezig zjj 11, wordt het stelsel van progressieve heffing naar ge lang van de ^grootte van ieders verkrijging gevolgd. Het recht van schenking wordt, wat het bedrag betreft, met het recht van successie gelijkgesteld. Deze belasting wordt geheven volgens de Successiewet, behoudens de daarin gemaak te veranderingen. C. Verkeersbelastingen. a. Belastingen op hot rechts verkeer. 1. Ondc* den naam van „registratie recht" wordt geheven: lo. een vast recht van ƒ0.30 van huiselijke papieren en van 1.50 van andere akten, waarop geen evenredig recht verschuldigd is; van onderstaandsohe akten wordt het recht van f 1.50 niet geheven, indien rij ter registratie worden aangeboden binnen drie maanden nadat zij zijn opgemaakt 2o. een evenredig rechft- a. op de akten, houdende overdracht on der bezwaren den titel van onroerende za ken, binnen het. Rijk gelegen of gevestigd, ten bedrage van 21 ten honderd van dc ver koopwaarde ddt. recht wordt, volgens de regelen bij de wet gestold, verminderd voor overdrachten binnen bepaalde termijnen ha do heffing van recht van overdracht, alsmede voor over drachten van eigendommen van kleine waa-rde b. op de akten van oprichting van binnen het Rijk gevestigd© naamlooze vennoot schappen, commanditaire vennootschappen op aandeelen en andere vennootschappen of vereenigingen, welke kapitaal geheel of ten doelo in aandeelen is verdeeld, ten be drage van ten honderd over het gestorte bedrag van het kapitaal der vennootschap of vereeniging; c. ter zake van openbare verkoopingen van roeronde zaken, ten bedrage von 1 ten honderd van het gezamenlijk bedrag der koopprijzen met de lasten. 2. Onder den naam van „zegelrecht" worden geheven lo. een belasting naar de oppervlakte van het papier van de in die zegelwet genoemde stukken 2o. vaste rechten van verschillende in de zegelwet genoemde stukken 3o. vaste rechten van polissen van verze kering, naar gelang van den aard en het be drag der verzekering 4o. een vast of evenredig recht van wis sels en ander handelspapier, naar gelang van den termijn van betaalbaarstelling daarvan 5o. een evenredig reoht van bewijzen van huur en verhuur 60. een evenredig recht van effecten 7o. een evenredig recht van nota's van makelaars en commissionairs in effecten (beu rsbelasting) b. Belasting op het goederen- verkeer. 1 Onder den naam van „invoerrecht." werde een belasting geheven van de goede ren bij de wet op het invoerrecht vermeld, welke in heb Rijk in het vrije verkeer worden ingevoerd. 2. Onder den naam van „statistiek- recht" wordt een belasting geheven van goederen, welke in het vrrje verkeer worden ingevoerd, alsmede van goederen, welke uit het vrije verkeer worden uitgevoerd. Het 8tatistiekrecht wordt geheven volgens de Wet op het Statistiekrecht 1916. Het be draagt één per duizend van de waarde der goederen, waarover het wordt geheven. D. I i Verteringsbelastingen. 1. Onder den naam van „personeel© be lasting" wordt een jaarlijksche belasting gc-heveu naar de volgende grondslagen: lo. huurwaarde; 2o. ineubuair; 3o. dienst boden; 4o. paarden; 5o. motorrijtuigen; 60. pleiriervaartuigen; 7o. biljarten (£6ü). Deze belasting wordt geheven volgens de wet van 16 April 1896 „Staatsblad" No. 72, tot regeling van de personeele belasting, behoudens de in die web gemaakte veran deringen. De haardsteden en de rrjwielen vervallen. Do. pleizier vaar tuigen worden naar de waar de belast. Alleen perceelen dienende tot wo ning, tot gemak, uitspanning of vermaak van den gebruiker vallen binnen de grond slagen huurwaarde en meubilair. Het per centage .8, van de huurwaarde geheven, wordt 121/2. De belasting naar de grond slagen mobilair, paarden en motorrijtuigen te verdubbelen. Dienstboden worden ook ver hoogd. 2. Onder den naam van „plaatskaar tenbelasting" wordt een belasting ge heven van de plaatsbewijzen op spoor- en tramwegen en andere bij de wet op de plaats kaartenbelasting, welke bij deze wet behoort, genoemde openbare middelen ran vervoer. Deze belasting bedraagt: 15 ten honderd van het bedrag van het plaatsbewijs der 1ste klasse; 8 ten honderd van bet bedrag van het plaatsbewijs der 2de klasse; en 3 ten honderd van het bedrag van het plaatsbewijs der 3de klasse van een der groote spoorwegen. Abonnementskaarten voor arbeiders en voer schoolgaande kinderen, alsmede de in de wet op de plaatskaartenbelasting aange wezen vrijkaarten zijn van de belasting vrij gesteld. Het bedrag der belasting van de plaats bewijzen op de overige openbare middelen van vervoer wordt in aansluiting aan dat van de plaatsbewijzen od de groote spoor wegen bepaald. De opbrengst dezer belasting, strekt tot afschrijving op het kapitaal, dat de Staat bij naasting der spoorwegen, volgens de overeenkomsten met de spoorweg-maatschap pijen, bekrachtigd bij de wet van 22 Juli 1890, „Staatsblad" No. 134. aan die maat schappijen zal hebben te vergoeden. Deze belasting wordt geheven volgens de Wet op de Plaatskaartenbelasting 1916. Accijnz en. 1. Op den w ij n, ten bedrage van vier en twintig gulden per hectoliter. Deze accijns wordt geheven volgens de wet van 20 Juli 1S70, Staatsblad no. 127, be houdens de in die wet gemaakte verande ringen. 2. Op het gedistilleerd, ten bedra ge van negen en negentig gulden per hec toliter gedistilleerd ter sterkte van vijftig percent. Deze accijns wordt geheven volgens do wetten van 20 Juni 1S62, „Staatsblad" no. 6-2 en van 1 Mei 1863, „Staatsblad" no. 47, behoudens de in die wetten gemaakte ver anderingen. 3. Op het bier, dat hier te lande ver vaardigd wordt, ten bedrage van zestig cent per hectoliter wordt bij 17£° Oelsius, voor ieder honderdste, waarmede de dicht heid der vloeistof de oenheid van dichtheid, zijnde die van zuiver water bij dezelfde temperatuur, te boven gaat. Deze aooijns wordt geheven volgens de Bierwet 1916. 4. Op de tabak, ten bedrage van tien ten honderd van den kleinhandelsprijs van sigaren, sigaretten, rooktabak, pruimtabak en snuif. Deze accijns wordt geheven volgens de Tabakswet 1916. 5. Op de suiker, volgens de wet van 20 Juni 1897 „Staatsblad" no. 63, behou dens de in die we-fc gemaakte wijzigingen. 6. Op het geslacht, ten bedrage van tien ten honderd van de waarde van het ge slacht wordende vee, dat volgens de Ge- slachtwet onder de belasting valt. Dezo accijns wordt geheven volgens de wet van 2 Augustus 1822, „Staatsblad" no. 31, behoudens de in die wet gemaakte wij zigingen. 7. Op het zout, ten bedrage van drie gulden per 100 kilogram. Deze accijns wordt geheven volgens de web van 27 September 1892, „Staatsblad" no. 227, behoudens de in die wet gemaakte wijzigingen. 4. Onder den naam van speelkaar ten belasting wordt geheven een be lasting van de speelkaarten ten bedrage van vijf en twintig cents voor spellen van 32 kaarten of minder en vijfig cents voor alle andere. 5. Onder den naam van „beliistrn gJ op de goudenen zilveren wer- k e 11" wordt van deze werken een belas ting geheven, ten bedrage van dertig gulden per hectogram goud-alliage en een gulden vijftig cents per hectogram zilver-alliage. 6. Onder den naam van „vo omaiiien- belasting" word een belasting gehe ven wegons: a. toekenning van meer dan één voornaam aan een kind bij de aangifte der geboorteb. latere bijvoeging of veran dering van voornamen; en voorts wegena verandering van den geslachtsnaam of bij voeging van een of meer namen aan den ge slachtsnaam. De dag, waarop de verschillende wetten tob regeling of herziening der genoemde be lastingen, voor zoover die wetten niet reeds in werking zijn, in werking zullen treden, vordt voor elk dier wetten afzonderlijk, het- zjj in of krachtens de wet zelve, hetzij bij Kon. besluib bepaald. Hike thans in werking zijnde belastingwet blijft onveranderd ran kracht totdat de wet, welke haar wijzigt of doet verrallen, in werking zal zijn getreden. Op den suikeraccijns, goljjk deze in hoofd som is vastgesteld bij art-. 39 der Leenings wet 1914, worden ook 11a het jaar 1917, zoo lang het Leeningsfonds 1914 uitgaven zal hebben, twintig opcenten gehevem Tob dekking der uitgaven van het Lee ningsfonds 1914 wordt, zoolang dat fonds uitgaven zal hebben, van de opbrengst der volgende belastingen aangewezen het achter elke daarvan vermelde gedeelte: van de grondbelasting, de effectenbelas- tiog, de dividend- en tiutième-belasting, de inkomstenbelasting, de vermogensbelasting, de personeele belasting, den accijns op het zout en den accijns op den wijn elk een zesde gedeelte; van de successiebelasting, liet registratie recht en den accijns op het gedistilleerd, elk een elfde gedeelte. Het bepaalde omtrent het Leeningsfonds treedt voor elk der genoemde belastingen in werking met den dag, waarop de wet tot regeling of tot herziening dier belasting, welke bjj deze wet behoort, in werking treedt. Ten aanzien ran den accijns op het zout treedt liet in werking op den lsten Mei 1917. Telkens wanneer ten aanzien van een di?r belastingen het bepaalde in werking treedt, vervalt hetgeen in de artikelen 34 tot en met 37 van de Leeningswet 1914, ten aan zien van de heffing van opcenten op die belasting op een "onderdeel dier belasting is bepaald. Wanneer de wet tot regeling of herzie ning van een der genoemde belastingen, "waarop krachtens de Leeningswet 1914 op centen worden geheven, niet vóór of op 1 Januari 1918 in werking treedt, blijft ten aanzien van die belasting hetgeen in de ar tikelen 34 tot en met 37 van de Leeningswet 1914, ten aanzien ran de heffing van op centen op die belasting of op een onderdeel dier belasting is bepaald, ook na het jaar 1917 van kracht, tot op den dag. bedoeld in het tweede lid van dit artikel. Van 1 Mei 1917 af totdat de heffing Gc-r grondbelasting zal geschieden volgens de wet op de grondbelasting 1916 ontvangt het Leeningsfonds 1914 een uitkeering uit 's Rijks schatkist ten bedrage van f125,000 per maand. Deze wet kan worden aangehaald als „Vcf op het Belastingstelsel 1916'. Dc verwachte Opbrengt der Nienwo Belastingen. Als bijlage is aan de Memorie van Toe- liohting toegevoegd een vergelijking \an de geraamde opbrengst der bestaande met die der voorgestelde belastingen. Daaraan is het volgende ontleend De zakelijk© belastingen (grondbelas- tirg, dividend- en tantième-belasting en e<fecten-belasting) worden volgens het ont werp gedamd te zullen opbreigen on geveer 10 millioen, terwijl de geraamde opbrengst van grondbelasting en dividend en tantième belasting volgens de Middelen wet 1916 bedraagt ruim 21 ihillio3-!!. De persoonlijke lelastingen naar inko men en vermogen (inkomstenbelasting, vermogensbelasting, pensioenbelasting, weergeld, vlootbelasting, belasting van de doode hand en successiebelasting) worden geraamd op luim 80 mi'tioen, terwyi voor 1916 voor inkom stenbelasting, ver mogensbelasting en successiebelasting ruim 43 millioen wordt geraamd. De verkeersbelastingen (registratierecht zegelrecht en hypotheekrechten) worde*} volgens het ontwerp geraamd op ruim 20 millioen. Volgens de Middelenwet 1916 zouden zij opbrengen bijna 16 mil lioen. De verkeersbelastingen (invoerrechten en statistiekrecht) worden op ruim 21 millioen geraamd, terwijl de invoer rechten voor 1916 waren geraamd op ruim 17 millioen. De verteringsbelastingen zijn verdeeld in drie groepen a. personeele belasting en plaatskaar tenbelasting. Deze worden geraamd té zullen opbrengen ruim 18% millioen, ter wijl de personeele belasting voor 1916 was geraamd op ruim 14 millioen. b. accijnzen (suiker, wijn, gedistilleerd, zout, bier, tabak en geslacht) moeten vol gens het ontwerp gezamenlijk opbrengen ruim 76 millioen. Vo..: 191J was ge raamd (natuurlijk zonder de tabaksbelas ting) 63 millioen. c. speelkaartenbelasting, belasting op gouden en zilveren voorwerpen en voor- namenbelasting zijn tezamen geraamd o-p 1.740.000, terwijl voor 1916 voor de gou den en zilveren werken 520.000 wae ge raamd. De opbrengst van de nieuwe belastin gen wordt als volgt geraamd Effectenbelastings 3.000.000 Pensioenbelasting. x 12.ÖÓ0.Ö00 Weergeld 4.000.000 Vlootbelasting. K 6.000.000 Belasting doode hand. K 2.000.000 Statistiekrecht B K 3.000.000 Plaatskaartenbelasting H 2.000.000 Tabaksbelasting B 8.000.000 Speelkaartenbelasting w 200.000 Voornamenbelasting 500.000 De totale opbrengst van alle belastin gen in hoofdsom en opcenten wordt vol gens het ontwerp geraamd op 263.641.600, terwijl voor 1916 was geraamd 202.509.700, zoodat de meerdere belastingopbrengst zal bedragen 61.000.00'"». Vraag: Mijn poes rit vol puistjes, di<$ videeelijk schijnen te jeuken, waardoor ze zich ds haren uittrekt. Overigens is ze hooi gezond. Zou u daarvoor ook een mlddet weten Antwoord: Koop bij uw drogist Of apo theker een stukje salicvlzuurzeep en behandel de aangedane plaatsen daarmede en geef inwendig een lepeltje wonderolie. Mocht dit niet baten, raadpleeg dan een veearts. Vraag: Ik heb drie zoons onder de wapenentwee zijn er getrouwd. Za hebben beiden vergoeding. Nu is mijn." derde zoon opgeroepen voor den land stormhij is bij mij thuis. Krijg ik nit vergoeding? Zoo ja, waar moet ik mij vervoegen? Antwoord: Als uw zoon, dien gei thuis hebt, kostwinner is voor het gezin, dan krijgt ge vergoeding. V raag: Wanneer moet de lichting 1913 onder de wapenen komen? Antwoord: Landstormiichtng 1913 komt 10 November a.s. onder de wapenr - V raag: Zou u mij ook kunnen zeg gen bij welk reg. cavalerie men vrijwillig kan teekenen, en waar zijn ze- Antwoord: Ge kimt bij allj vief. de regimenten cavalerie teekenenwaar deze op het oogenblik zijn, mogen wc niei' zeggen. V raag: Ons plan is naar Rave stein (N.-B.) te gaan per fiets. Wij zou-< den heen en terug liefst niet den zelflen" weg nemen. Hoeveel Kilometers is vlat? Langs welke wegen moeten wij rijden? En" hoelang zouden wij er over doen? Antwoord: Leiden, Hazerswoude, Waddinxveen, Gouda, Haastrecht. Schoon- hoven, Nieuwpoort. Gcudriaan, SI in ge- land, Sohelluinen, Gorinchem, Dalem, Vu ren, Her wijnen, Hellow, Haafben, Zaltbom- mei, Rossum, Lith, Oss, Herpen. Rave- stein. 119.3 K. M. Leiden, Alphen. Bodegraven. Woerden, Montfoort, IJselstein. Vreeswijk, Schalk wijk, Zoelmond. Kerk-Avezaath, Tiel, Wamel, Xieuweschans. Oven, Macharen, Dieden, Ravestein. 111.7 K. M. Vraag: Kan iemand, die kostwinner is en opgeroepen wordt voor den verplicli- ten landstorm, op groni van het feit, dat] hij kostwinner is, vrijsl-lling krijgen van! zijn verplichtingen bij den landstorm? Antwoord: Kostwinners moeteif, evenals de andere dienstplichtigen, bij den! landstorm in werkelijkem dienst komen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5