zijn reejds als schuilplaatsen voor de bevol king aangewezen, indien vijandelijke vlie gers zouden worden gesignaleerd. Voortdu rend wordt do streek bewesten Aken door Duitsclio vliegers verkend, terwijl tussch n Aken en Keulen meermalen door een Zeppe lin verkenningen werden gedaan. Vijandelijke vliegtuigen zullen aangekon digd worden door het gefluit van sirenes en het luiden van de klokken. Op hooge punten van dit stad zijn z.g. Abwehr-kanon- nen opgesteld. Do fabriek Rothe-Erdc, waar munitie wordt vervaardigd, wordt streng bewaakt. Niet minder streng is de bewaking van de^ spoorweg, met zijn belangrijke tunnels, in de richting van Duren, een buitengewoon voornamo verbindingslijn voor den aanvoel en afvoer van troepen, munitie enz. Geen wonder, dat scherpe voorzorgsmaatregelen worden getroffen, dat de zoeklichten onop houdelijk werken: waiit Aken is een hoogat- belangrijk spoorwegknelpunt. tegendeel aan gnu eren overlaat. J)e „Lokal-Anz." zegt, dat Delcassé heen gaat, omdat zijn positie onhoudbaar is ge worden. Een aanstichter van den wereldoor log is als offer van de Balkancriois gevallen. De „Berl. Neueste Nackr." zegt: Del- cassé's val is van ver strekkende bt teekenis. Hoe langer de oorlog duurt, hoe duidelijker dat zal blijken. Hoe ook Viviani het tracht weg te redeneeren, nergens is er twijfel over of Delcassé js als eerste zoenoffer voor de mislukte Balkanpolitiek der Entente geval len. In Engeland wordt er nog om gestre den, in Frankrijk is het pleit al beslecht. De „Börsenkurier" meent, dat Delcassé in ziet, dat 't spel voor Frankrijk verloren is. De „Voss. Ztg." schrijft, dat men aleeni- ge dagen geleden uit Italiaanstehe bron wist, dat Delcassé zich tegen de landing te Salo- niki verzette, ,ook omdat Frankrijk daardoor gevaar liep zijn naam als Griekenland's vriend en beschermer van de vrijheid dei- volkeren te verliezen. Wegvoering van Belgische Burgers. Te St.-Laurens, een dorp ten noorden van Eecloo, hebben de Duitschers zes jonge mannen, van bocroep timmerlui en metser laars, wegge voord. Zij zijn naar Eecloo ge bracht en moesten d'aar in een auto stap pen. Waar zij tlhans zijn is onbekend. Hot geldt hier geen straf. Men meent, dat zij ergens aan het werk word/en gezet. Of dit feit ook reeds in andore gemeenten is voor gekomen ,is hier niet bekend. De dienstplicht-quaestie in Engeland. De „Daily News" verneemt, dat de kwes tie van den dienstplicht gisteren in den mmisterraaS-is besproken en dat de ministers die voorstanders van dienstplicht zijn, van plan zjjh, de discussie lieden te hervatten jen op een beslissing aan te dringen. Zij hopen eenstemmigheid ten gunste van den. dienstplicht te kunnen verkrijgen, maar of, indien dat niet mocht gelukken, enkelen van hen zuilen aftreden, is niet bekend. De heeren Churchiil en Curzon zijn thans de meest vurige voorstanders. Lloyd George heeft een meer gematigde opvatting, hoewel hij' zijn sterke geneigdheid ten gunste van den dienstplicht niet onder zich houdt. Zij gelooven dat lord Kitchener nu meer overhelt tot hun zienswijze dan ,eeni maand geleden. De ministers, die voor standers zijn van dienstplicht, vragen niet onmiddellijke invoering op grond van den toestand in den Balkan, maar op grond hier van, dat lord Kitchener niet er in zal slagen de noodige mannen volgens 'jfjet vrijwillige' stolsel te verkrijgen. Dit argument verbaast de meerderheid van het kabinet omdat pas onlangs do nieuw benoemde leider der re- cruteering, lord Derby, de leiders der vak- vereenigingen heeft gesproken over de rege ling van een nieuwe verateeringscampagne. Do voorstanders van den dienstplicht in het kabinet echter merken op, dat deze campag ne wel een 35.000 ïecruten per week zal kunnen leveren. Hiertegen verklaren dan weer de tegen standers, dat het tijdstip nadert, waarop de industrieën van het land niet verder door re- cruteering kunnen worden ontdaan van ar beidskrachten, zal niet de productieve kracht benadeeld worden. Dan zou het financieren van de geallieerden in gevaar komen en tevens zouden inlandscho moeilijkheden kun- hen ontstaan. Het Heengaan van Delcassé. .Verscheidene Parijsche .binden bevestigen, dat Delcassé in zijn brief als reden voor zijn aftreden opgeeft, „verschil van inzicht in .zake do expeditie naar Saloniki. Clemenceau beweert in zijn „Homme. En- ctainé", dat Delcassé in zijn brief de expe ditie nadrukkelijk afkeurt. De Duitsche pers wijdt natuurlijk meer dan gewone aandacht aan dit geval. De „Tagl. Rundschau"' schrijft: Zelfs on der! zijn goede vrienden zal Delcassé wel geen geloof vinden voor wat hij' in de Kamer heeft gezegd, n.f. dat de eendracht bij do enten to volkomen, ja, dat ze nooit groot-er en .inniger is! geweest dan nu. De treffendste weerlegging van die bewering is het aftreden van Delcassé, die in de ure van Frankrijk's triomf wel gaarne a's de leider van Frankrijk's lot zou willen gelden, maar die nu liever de verantwoordelijkheid vaivhet Samenwerking tusschen de Entente. Maurice Barrès geeft in de „Echo de Par ris" niet onduidelijk te kennen, dat naar, zijn meaning Italig voor de gemeenschappe lijke zaak niet doet, wat het moest doen een gevolg hiervan, dat de leiding en ver deeling van arbeid niet in de handen van een krachtigen oppersten entente-krijgsraad berust. Italië nioest thans zijn legers be schikbaar stellen voor een actie op den Bal kan; dóór ligt voor het oogenblik het voor naamste doel. Italië moest aan zijn legers een ander object aanwijzen dan hét Igonzo- front, waar zij slechts zwakke vijandelijke, strijdkrachten vinden. Geen der geallieer de mogendheden kan denken aan verwe zenlijking van haar eigen plannen, vóórdat de gemeenschappelijke vijand afdoende is verslagen. Eerst na de volledige .nederlaag van Duitschiand kan men den buit verdeer 'len. De voldoening van ieders particuliere belangen is ondergeschikt aan het gezamen lijk succes. En daarom kan Italië thans in den Balkan de beste diensten bewijzen. Rus land, Engeland noch Frankrijk kunnen daar beter slagen dan Italië. Welke armzalige, en onvoorzichtige wijsheid zjou den Italianen raden den geheelen winter, te dommelen! en met halfgesloten oogen naar Triest te staren? Het is hoogst verkeerd, daar er thans geen orgaan bestaar, dat bepaald wéér en wanneer de verschillende strijdkrachten moe ten worden aangewend. We hebben een prachtig bureau voor anti-DuitSche propa ganda dat is waar. Maar het zou onein- beter zijn, wanneer wij en onze bondge- nooten ons op dezelfde wijze op de hoogte hadden gesteld van hetgeen beslist noodig is om onze verschillende nationale wenschen te verwezenlijken, die, de een zoowel als de ander, ondergeschikt zijn aan de gemeen schappelijke overwinning*. Noodig is1, dat de verscheidenheid van onze diplomatieke belangen onze militaire actie niet verzwakt en het gemeenschappe lijk succes in gevaar brengt. Volgens een w eloverwogen plan moet een vaste leiding "onze strijdkrachten verdeelen en samenwer king brengen in onze actie. Alléén op die voorwaarde kunnen wtf rekenen op een goe den afloop. Grey over do Balkan-Politiek der Entente. Grey heeft in het Lagerhuis den diplonia- tieken toestand op den Balkan besproken. Hij zeide het volgende: Bjj het uitbreken van den oorlog wensch- ten wij, dat hij zich niet zou uitbreiden en gemeenschappelijk met onze bondgenooten verzekerden wij Turkije, dat het Turksche giondgebied, indien het neutraal bleef, niets zou te lijden hebben. Toen Turkse zich in den oorlog mengde, wijdden de geallieerden hun volle aandacht aan de taak, een Balkan- bond to stichten. Ongelukkigerwijs waren er, op den Balkan geen gevoelens van eensge- zinden aard, maar van een voortdurende verdeeldheid. Het was duidelijk, dat slechts het groote \ccrdeel, dat de geallieerden zouden kunnen verschaffen, den doodslag zou geven en de Balkanstaten zou brengen tot sympathie met de gedachte van een bond. Behalve -ten aan zien van Thracië, boden de centrale mogend heden Bulgarije meer aan ter Verzekering v3n de neutraliteit van dit land, dan de ge- alliterden konden doen, wilde het aanbod redeljjk zijn. De beloften evenwel, die Bul garije er toe brachten den oorlog te ver klaren, werden door de centrale mogend heden gegeven ten koste van haar buren, zonder aan deze eenig gelijkwaardig voor deel te verschaffen. Wij waren voortdurend in vriendschappe lijke betrekkingen gebleven met Roemenie, dat de politiek van den Balkanband goed gezind was. Grey prees vervolgens den moed en de dapperheid van de Serviërs, die do vijanden uit het land hadden verdreven en noemde dit een van de belangrijkste momenten uit den oorlog. Servië maakt ook thans weer een crisis door, maar het land weerstaat die met denzelfden schitterenden moed. De inmenging van Buigarjje bracht in den toestand een groote verandering teweeg en het was duidelijk, dat de belangen van Grie kenland en Servië thans één waren, want op den duur moeten zij samen staan of vallen. In de stappen, die we hebben ondernomen, handelden wij in nauwe samenwerking met Frankrijk. De medewerking van de Russi- soha troepen is beloofd en te verwachten, zoodra men over hen zal kunnen beschikken. De militaire maatregelen, die genomen zijn om aan de éischen van den toestand tegemoet te komen, worden voortdurend met zorg overwogen door de militaire autoriteiten en zullen gegrondvest zijn op de beginselen van een gezonde strategie. Servië vecht thans voor zijn nationaal be staan en de strijd is er juist op dit oogen blik buitengewoon hevig, maar de strijd en de uitslag zijn er twee; dat geldt voor elk coriogstooneel. De Bulgaren in Canada. De Canacicescho regeering wacht, volgens een bericht uit Ottawa aan de~„Daily News" mot eenige spanning op een oorlogsverkla ring tusschen Bulgarije en de geallieerden, daar er 20.000 Bulgaren in Canada wonen, die groot endeels geïnterneerd moeten wor. den, zoodra de oorlog uitbreekt. Reeds thans heeft een groot aantal Bulgaren beproefd om naar de Vereenigde Staten de wijk te nemen. Verscheidene Bulgaren zijn in dc Amerikaansche grenssteden gearresteerd, daar zij deze ongewenschto elementen over de grens trachten te helpen. Met cle interneering kan men dus nu aan vangen. Er komt uit Toronto echter een be richt, dat een geheel anderen geest adorpt over de stemming der Bulgaren in Oanada. Op een Maandag in die atad gehouden mas sa-meeting van Bulgaren en immigranten uit Macedonië werd een motie aangenomen, waarin de a^nwejzagen Siting gaven aan hun loyaliteit tegenover de Canadefieche re- geerihg en protesteerden tegen de aanslui ting van Bulgarije bij de centrale mogend heden. Eensgezind legden zij do belofte af Enge land te zullen steunen en door heb opstekea der handen gaven bijna alle aanwezigen hun bereidwilligheid te kennen om een bataljon te vormen, dat aan don strijd tegen Duitscb- lancl zou deelnemen. „Boches". Voor de rechtbank te Dessau heeft Woens- 'dag1 een 20-jarig Duilséh meisje, Gabrielle Barthel uit Rombach bij Metz, terechtgestaan omdat zij in een briefje dat voor een Fraai- sohen krijgsgevangene bestemd was, de Duit- schers met „boches" had betiteld. Gabrieie heeft een vader, die bij den land storm! dient, Hi'aar moeder is een geboren Fransche. Zij en haar moeder hebben flink meegeholpen bij de verpleging van de ge wonden te Rombach. De bedenkelijköte zin nen van het in het Fr arisch geschreven brief je luidden „Leve Frankrijk I Wilt u mij uw adres geven en mij zeggen, of een van uw kameraden iets noodig Jjeeft wat hij niet Van thuis kan krijgen... Weet u, dat de boches onlangs een nederlaag bij Atrecht geleden hebben?" De beklaagde zeide, dat zft dit briefje voor den Franschen gevangene had bestemd, om hém liefdegaven' te kunnen zenden. Zij had medelijden met hem1, omdat ook haar neefs in het FranSche leger vochten. Zij had de uitdrukking „boches" fn 3e'kloosterschool' te Metz, waar zij onderwijs heeft gehad, ge hoord en niet als beleediging opgevat. Eeü juffrouw Va'.eska Partheil uit Zerbst, bij wie beklaagde in heeft gewoond, zeide daj Gabrieie bij de ontvangst van Duit3che over- •winningsberichten neerslachtig was en dan schreide. Do beklaagde antwoordde hierop, dat zij heimwee gehad had en aan haar Fransche neefs had gedacht. Een professor van het lyceum te Metz, die als deskundige gehoord werd, zeide dat de beteekenis van het woord „boche3" filo logisch niet gemakkelijk na te sporen was. In subjectieven zin was Tiet vermoedelijk een scheldwoord, in objectieven zin niet. Het kwam er op aan onder welke omstandig heden men het gebruikte. Een ander professor hield bocbe voor een uitdrukking, die nu algemeen als scheld woord in den ipond van het Fransche volk wordt gebruikt. De rechtbank veroordeelde Gabrieie we gens beleediging van soldaten van het Prui sische leger en verboden nadering van ge vangenen toiü 5 maanden gevangenisstraf. Zijl nam aan dat het woord boche subjectief en objectief een beleediging was' geweest. Twee maanden voonoop ïge üeentems werden in aft rek gebracht. Het meisje zeide, dat zij haar straf dade lijk wilde ondergaan. Dc Duitsche Verliezen. De Pruisische verlieslijsten Nos. 340 t/ra. 349 (29 Sept.9 Oct.) vermelden de namen van 47,506 gesneuvelden, gewonden en ver misten. Het gezamenlijk aantal van de op de Pruisische verlieslijsten vermelde ge sneuvelden, gewonden en vtrmisten bedr .agt thans 1,963,654. Gelijk men weet, vermelden de lijsten niet waar, noch wanneer de verliezen geleden ztjn. De lijsten 330—339 bevatten 63,468 namen; de daarop volgende tien lijsten, ge lijk gezegd 47,506, d. i. op één na het laagste getal in een tiental lijsten vermeld sedert half Juli. Hoewel de laatste lijsten zijn uitgegeven van 29 September tot 9 October, zal men dus moeten aannemen, dat zij nog geen betrekking hebben op de in die dagen geleden verliezen, toen immers de groote gevechten in Champagne, enz. hebben plaats gehad, waarbij de Franschen alléén reeds 25,000 gevangenen gemaakt hebben. Zie hier het overzicht sedert half Juli: 280 t/m. 289 45,304 namen. 290 299 49,565 300 309 49,705 310 319 53,396 320 329 58,445 330 339 63,468 340 349 47,506 Buitendien zijn nog van Duitsche zgde uitgegeven 204 Saksische, 281 Wurtemberg- scke, 225 Beiersche verlieslijsten, 14 lijsten van de koloniale troepen, 51 van de marine en 4 van in TurkscJien dienst zijnde Prui sische officieren en onderofficieren. Begini het weer? Onder dit opschrift lezen we in de „Tel."' hot volgende „Aerseele is een groot dorp bij Thielt, bij 't groote hoofdkwartier van den hertog van Wurtemburg dus, en zeker daarom had het steeds een tamelijk talrijke bezetting. Maar veel troepen zijn uit Midden- en Noord-Vlaanderen vertrokken, 't zii naar de groote steden, ;t zij naar het front. En Aerseele heeft nu maar een goed dozijn sol daten meer. Verleden jaar October, toen de Duitschers ook Aerseele bezetten. Vonden zij 't huis van dokter Van der Borght, midden in 't dorp onbewoond. Feitelijk onbewoond niet; de eigenaar wais met zijn gezin wel heen, maar de dienstmeid en haar moeder verbleven in het huis. Zij moesten echter vertrekken en 't gebouw werd pasbureau. Dr. Van der Borght, die de verhalen uit Oostelijk België wel kende, had zijn brandy kast in den t»uin hegraven. Hij vergistte zich zeer, als hij meende, dat zo daar veilig was. Do Duitschers gijoeven ze vlug op, wisten ze open te krijgen, namen er 't zil verwerk uit, brachten do papieren der ver zekeringsmaatschap p „Germania", de boe- k enz. bij den veldwachter, en wat er van 't meubel zelf is geworden weet ik niet. Ook al do heelkundige instrumenten en geneesmiddelen verdwenen. 't Heerenhuis veranderde eenigen tijd la I ter van bestemming en werd het „Casino - der militairen. Meisjes, die nu juist niet al- I gemeen geacht werden, speelden er baas, kleedden zich met de toiletten van mevrouw en mochten wanen nu ook grooto dames te zijn. Maanden bleef deze woning 't Casino. Maar, zooals we zeiden, gingen de Duit- schers nu van Aerseele heen, en zoo werd ook 't doktershuis ontruimd. Ontruimd is wel 't juiste woord, want op wagens laadden de soldaten alle meubels, de piano, canapé, fauteuils, tafels, beddeu. waschtafele, en ze lieten slechts wat por tretten en andere voor hen minder bruik bare dingen achter. De wagens vertrokken in de richting van De Pinte. En daarom vragen wc „Begint 't weer In October en November 1911 werden veel woningen en kasteelen leeggehaald. Krij gen Ave nu, in Vlaanderen, dezelfde vertoo- ningen Do Duitschers hebben veel soldaten noo dig en laten dus in 't bozette land slechts 't hoog noodigste. In talrijke gemeenten zien de bewoners tot hun vreugde in weken geen Duitscli militair." Moe 't goede nieuws in België bekend wordC. De correspondent van de „Tel." aan de Bc'gische greng schrijft d.d. 3 dezer Te Gent maken de Duitschers bekend, dat ze om stratogAck© redenen op eenige punten van 't front andere stellingen hebben inge nomen"Ten einde den vijand in toom te* houden, moesten ze tot hun spijt 20.000 man achterlaten, die later gevangengenomen werden. En meent de overheid aldus de waarheid to verbergen? Een ander tooneeltje dan Kwaad gezind stappen Duitsche schild wachten langs de grens Ach, dieses langweiligo KriegEn de onrustige gejaagdheid der officieren Burgers, die de versperring willen nade ren, worden barsch weggestuurd. Nein Nu geen gesprekken en geen pakjes oyer-* geveno Neen, neen, nein 't Klinkt als nijdig geblaf. Maar de wachters moeten wisselen. Even zijn do punten minder bewaakt. En van ach ter de heesters of om ccn graanmijt ver schijnt een hoofdEn lieden op Neder- landsch gebied hooren een gesmoorde stem.... Hoeveel gevangenen? Hóéveel kanon nen? Vertelt 't eena rap Twintigduizend?.,.. Waar? Krijgen ze er nog van En van de grens gaat 'fc nieuws naar "t gehucht A en X en IJ, en van daar naar Mal- degem, Laptscheure, St. Laurens, Moerker- ke, Solzaete, Steken©, en verder en verder, tot 't in Brugge en Gent, St. Nicolaas, Ant werpen en overal bekend wordt. En nu be grijpt men al die agitatie, die bedrijvigheid en dio gejaagdheid en onrust. En men ver heugt zich en hoopt weeren in stilte drinkt men op koning Albertus en koningin Elisabeth en op do „jongens" aan dé Yscr... en de betere tijden. En men glimlacht, als men de Duitsche communiqué's op de muren leest..... Enkelo reizigers komen uit 't buitenland. Ook zij vertellen de waarheid en 't nieuws vliegt van huis tot huis en van dorp tot dorp, en gelooft vrij, dat. men in 't hartje van Wallonië nu weet, dat de Duitschers op 'fc westelijk front een nederlaag hebben geleden. Minister Samuel heeft in het Engelsche Lagerhuis de handhaving van het halvestui- versporfc, welks afschaffing aanvankelijk was voorgesteld, gemotiveerd met de opmer king, dat verhooging van het porto toch geen duurzame verhooging van inkomsten zou brengen, daay, zoodra de vrede hersteld was, stellig algemeen op herstel van het halvestuiversport zou worden aangedrongen. Daarom wilde men dien last aan den han del dan maar besparen. Echter heeft Sa muel voorgesteld nieuwsbladen boven zeker gewicht alle gewone nieuwsbladen pro- fiteeren van het halvestuiverort eemf hooger porto op te leggen. Voorts zullen de tarieven der perstelegrammen "in overleg met do vertegenwoordigers der dagbladpers worden herzien. flansten wij nu een ander plan samen, dan zou toch altijd nog blijven bestaan, wat je een minuut geleden beweerde: de oprecht heid die ieder mensch ieder ander is ver schuldigd. „Maar ik dacht, dat jij daar niet mee in- Btemde." „Dat heb ik wel gezegd, maar hier bin nen hij sloeg met de hand op zijn hart „deed ik hot wel en doe het nog. Je hebt er mij toe gebracht het in te zien." ,J)at ia heel edel; maar je hebt bet zelf gezien."- „Door een nevel duister; nu kan ik het bij helder daglicht beschouwen, en zien wat mij te doen staat-." Li] zonk weer in haar stoel en keek naar Rem op. Hij stond met zijn rug naar het vuur, het hoofd hoog opgerichteen stand vastige, misschien gedwongen kalmte sprak uit zijn houding. „Maar wat kun jc doen V' vroeg zij, na zijn woorden overwogen te hebben. „Je bent zoo aan banden gelegd. Al die zaken en de mcnschcn in Zuid-Amerika „O, daarvoor zijn middelen en wegen. Ik heb nog geen plannen gemaakt, maar heb er af en toe wel eens aan gedacht, wat ik zou doen als het ooit zoo ver kwam. In de eerste plaats zou ik het paar menschcn, die er het meest bij betrokken zijn, in vertrouwen meedeelen. Dan zou ik naar Zuid-Amerika te ruggaan en daar orde op de zaken stellen. En als ik dat gedaan had, zou ik naar New- York terugkeeren en het de politie vertel len." „Dat zou ik jetniet kunnen toestaan. Ik zou het niet kunnen verdragen. Het zou mijn dood zijn." Hij keek met een ietwat wreeden glimlach op haar neer. „O, neen, dat zou het niet. Jo bent in dien tijd met Conquest getrouwd en raakt evenals ik met mijn lot verzoend." Zij liet clion steek ongemerkt voorbijgaan en zei angstig „En wat zou dan je lot zijn?" „Dat weet ik nog niet. Ik ben niet sterk op het punt van de wet. Ik denk, dat aij het oude vonnis zouden uitvoeren, zonder meer, of misschien zouden zo mij opnieuw verhoo- ren." „En als ze je opnieuw verhooren wat dan „Dan hoop ik, dat ik vrijgesproken word." „En als dat niet gebeurt?" „En als dat niet gebeurt, dan geloof ïkj dat ik de de „Je moet ïfet niet doen." Zij sprak met overtuiging en sprong weer op. „Je moet het niet doen; je moet je aan dat gevaar niet blootstellen." Zonder zTch ook maar even te verroeren, keek hij haar van ter zijde aaneen glim- laeh, niet-al te bitter, trilde om zijn lippen. „Je stelt je dat gevaar erger voor dan ik, omdat je mij voor schuldig houdt." „Ik houd jc niet voor schuldig. Ale je zegt, dat je 'tnieit hebt gedaan, ben ik be reid jo te gelooven. Ik zie niet in, dat het er veel toe doet als hij je er toe bracht „Voor mij doet het er wel toe". Hij glinv lachte weer, nu hij zag, daifc de Wilde Olijf tot dusver nog niet was geënt., „Als zij je eens schuldig bevonden", be weerde zij, „kunnen ze het weer doen", „Juist; maar ik zou een kans hebben". „Beloof me, dat je het niet zult wagen 1" riep zij wanhopig. „Ik zal alles doen, alles, wat je mij vraagt. Ik za-1 toegeven zondejf voorwaarden. Je zult met Evie tr'odwen en ik zal nooit, nooit een woord zeggen". „Het ia te laat", redeneerde hij., „Zie je daGt niet in Nadat je mij al dezo maanden den rechten weg hebt) gewezen, kun je me Diet weer op den verkeerden terugduwen". „Ik had niet kunnen efcreomen, dat je ooit dezen weg zoudt nemen". „Ik ook niet. Maar je hebt het in prin cipe aangegeven en nu moet ik hot uitweb ken. Je hebt mij den voorsmaak gegeven van het genot van eerlijk te jjjn, ronduit to kunnen spreken, mijzelf te wezen, do waarheid te zeggen, vrij te rija van aH© bedriegerij, van al het go wring en gedraai, vrij te zijn van den dagelijksohen angst voor ontdekking. Ik verlang de man to zdjn, dien God schiep, en geen wezen, uit een nach.tr- nierrie opgeroepenWat ban mij het sche len hoe het afloopt, als ik maar e©D4_ vrij op mijn eigen boenen tegenover dq wereld kan staan en zeggen: „Ja, ik ben Norrie Ford". Kan het je ook niet scheten hoe het voor Evio afloopt?" „Natuurlijk wel; en ik-gelpof, dat zij op deze wijze gelukkiger zal cun op den duur. Ik heb te lange jaren de verbenen tegen de prikkelslagen en op allerlei wijze getracht ze te vermijden, om dat niet te weten. Zij zal minder lijden door mij trouw te blijven, terwijl ijt mij een weg baan, dan wanneer ik haar den rug toe keer en uit haar ibestaan wegsluip. Zij zal mij trouw zijn; dat zul jo zien. Ik zal ten slotte winnen en zij zal een man trouwen en geen schaduw". „Maar als je voortging'-', smeekt^ zij, „juist' zoqals je van plan Was en ik zei eenp niete". ,/e zou mq verachten. Je heb(i mij 10 al getoond. Je zón mé veraonten en jé zou gelijk hebben. Act zou voor het oogenblik heel goed zijn. Het zou een gemakkelijke manier wezen, om uit een lastig dilemma te geraken. Maar later, als ik zoo had gehan deld, zou je me nooit weer eenigo achting schenken, zelfa niet het beetje, dat je mij tot dusver hebt geschonken en de Hemel weet, dat dat nooit veel kan geweest zijn. Ik zou alles in de wereld kunnen verdragen alles liever dan dat je uaartoe zou komen". „Maar dat. zou ik niet, als ik het je zelf had afgeraden". „Neen neen, doe geen moeiteJe zou verkeerd handelen. Je bent zoo hoog en heilig voor mij geweest, dat ik liever niet zien zou, dat je niet de kracht bedt tot het' einde vol te houden. Ik heb die gekregen, omdat je mij die he-o gegeven. Neem niet van je eigen geschenk iets terug door mij te weerhouden er gebruik van te maken. Je hebt mij als een gevangene gevonden of als een ontsnapte gevangen© en ik ben al jaren een gevangene geweest, gekluisterd in iest, dat erger is dan boeien. Nu wart! ik vrij. Kijk 1" riep hij met e©n plotselinge in geving. „Ik zal ie toonen hoe het gebeu ren moet en je zult zien hoe gemakkelijk het is". Hij stapte dwars door d© kamer.. „Wat ga je cloen?" Zij sprong op als om hem tegen te hou den, maar zijn hand was reeds aan de bel. „Je vindt het toch goed, hoop ik?" vroeg hij, maar hij had gebeld voordat zij kon antwoorden. De meid verscheen in de deur. „Vraag mr. Wayn© of hij zoo goed wil zijn hier pen oogenblik te komen. Zeg hem, dat mr. Strange hem bijzonder graag roti Spreken". Hij ging terug naa> zijn plaats bij het mpir, waar hij oogenschijnlijk kalm stond en geen gejaagdheid toonde dan door een verhoogde kleur en de roerloosheid van ze nuwachtig© spanning. Miriam zonk weer in haar steel. Doe niet© overhaast", smeekte zij. „Wacht tot morgen. Er is altijd nog ge noeg tijd. Om 's Hemels wil". Als hij haar hoorde, sloeg hij <?r geen acht op en nu verscheen Wayne. Hij draal de een minuut op den drempel en in dat oogenblik kon Ford zien, dat zijn gelaat aschgrauw was en ouder leek dan anders, alsof hij plotseling door iets was verouderd. Zijn hand beefde» ook, toen hij tastend zijn weg naar binnen zocht. „Goeden avond", zei hij, in de lucht spre kend zooals blinden doen. ,;Ik meende uw stem te hooren". Toen hij zijn weg doo-r de kamer had ge vonden en bij de tafel kwam, die tusschen dc leuningstoelen stond, waarin Miriam en Ford hadden gezeten, bleef hij staan en trommelde geluidloos op heb gepolijste hout, in afwachtn.g, dat iemand zou spre ken. Ondanks liet zelfvertrouwen, waarmee hij had gebeld, vond Ford het nu ioch moeilijk i© beginnen. Slechts na een paar onver staanbare pogingen gelukte het hem iets te. zeggen. „Ik heb' u gevraagd hier te komen, sir", begon hij haperend, „om u iets bijzonders te vertellen. Miss Strango weet het al Als ik verkeerd heb gedaan het u niet eer »te vertellenik ben bereid mijn straf te ondergaan. Mijn naam is niet Strange is niet Herbert". „ïfc weet bet". p w i r v (Woïdt vervolgdjk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 10