N». 17041
iOoiidLerdlag lö September,
Tweede Blad. /\o 19^5^
KOUT VERSLAG TWEEDE KAMER.
Abonnés, die bovenstaand Verslag
wenschen te ontvangen, kunnen zich
aan ons Bureau aan het Noordcind.-*-*
plein, opgevenhet Abonnement is
5 5 Cents Contant.
ENGELSGHE BREVEü
(Vau onzen Londenschen medewerker.)
(Nadruk Vorbodon).
Londen, 2.9 Augustus.
Oorlogstentoonstellingen zrjn over het al
gemeen onpleizierige vermakelijkheden, die
veel publiek trekken, maar waar ik liefst
vet vandaan blijf. Ook geïllustreerde week
bladen, waarin „prachtige" foto's en aangrij
pende teekening<en van het oorlogsterrein
prijken, lees ik bijna noest Als ik er toe-
valfig eens een opneem, vind ik er meestal
,wei iets goeds of belangrijks in, een aardig
plai: of schets van de loopgravenoorlog in
het westen, een mooie opname van mili
taire bruggenbouw of panorama's van on
bekende steden, maar die enkele beziens
waardigheden worden zoo dicht .omgeven
idoor sensationeel© voorstellingen van het
'bloedig oorlogstoon eel, dat den lust ver-
jgaat er naar to zoeken. Zoo geeft de ge-
Öllustreerde „Sunday Herald" deze week op
1de voorpagina (zoodat men niet nalaten kan
'ze te zien) een fotografie, die volgens het
fcrotsche bovenschrift door de redactie wordt
(gekwalificeerd: „The War's Most Wonder
ful Snapshot" (De prachtigste moment-op-
iname van den oorlog). Men ziet er op een
•loopgraaf of sloot met een zware versper
ring ervoor. Ben witte rookwolk in het
(midden van de plaat wijst ér op, dat een
fceconde te voren een bom is gebarsten.
Een soldaat (Fransch, naar de afgevallen
kepi te oordeelen) ligt op den voorgrond
(neergesmeten, een andere is in de sloot
gevallen, hoofd omlaag, een derdemaar
.waarom voort te gaan.
Het is een overdruk uit 'het Fransche
blad „J'ai vu" en de foto' is, naar gezegd
werdt, toevallig genomen van 39 M. afstand.
Zijn de realistische beschrijvingen van het
'corlogstooneei, die wij dagelijks aan 'de ont
bijttafel of 's avonds bij do thee te ver
duwen krijgen, nog niet voldoende, moeten
.WO de rampzaligheid nog zien ook?
Oorlogstentoonstellingen, vaak met de
beste en meest liefdadige bedoelingen tot
stand gebracht, geven uit den aard der zaak
ook veel, dat op de sléchtste hartstochten
van den mensch werkt en vooral op 'de
'jeugd niet anders dan slecht kan werken.
Js zulk een verzameling uitsluitend bijeen
gebracht als waarschuwing en is alle sen
sationalisms er aan vreemd zooals de
'collectie groote foto's in het Victoria an<l
Albert Museum van de architectonische
kunstwerken, die in den oorlog zijn vernield
'dan geldt dat bewaar niet, maar ook
'die kan men niet beschouwen zonder dat
h'et hart vervuld wordt van wee over zoo
Onherstelbaar verlies en van bitterheid oyer
!den boezen moedwil, 'den gruwel en de noo-
'deloosheid van dat alles.
Toch zijn er wel tentoonstellingen geor
ganiseerd, die, hoewel zrj aan 'den oorlog
haar ontstaan te danken hebben, toch op
bouwend werken, leering en verheugenis
geven aan Velen engeen te zwaar
moedige gedachten wekken. Onder deze wii
ük rangschikken de tentoonstelling van
Mestrowitsj' werk in het straks genoemde
Victoria and Albert Museum.
I [Was Iwan Mestrowitsj geen Serviër en
3B© wilde Olijf.
[Ij Roman naar het Engelsch.
(Nadruk Verboden).
14) rpirr 1 i
„Als u op de kaart kijlot"ging zij voort,
„zult u bemerken, dat ik u een route heb-
aangegeven als u voorbij PLattsvillo zijt.
U zult zien, dat die langs het kleine
Frainsoh-Canadeesohe dorp Deux Etoiles
leidt. U kunt u er niet meer vergissen, want
daar staat op een rots vlak bi.j den oever
een vuurtoren met oen draaiend lioht. Dam.
zijt ge in Canada. U moet- het zóó zien in
te richten, dat u daar tegen hefc vallen van
den avond aankomt."
Hij knikte weer toestemmend -en zij ging
voort
„Ongeveer een mijl van den vuurtoren en
dicht in de buurt van den oostelijken oever,
daar, waar het meer zeer nauw wordt, lig
gen twee eilandjes dicht bij elkaar. U
moet d;e beschouwen als een baken, want
onmiddellijk, daartegenover op het vaste
land strekt zich een bosch eenige mijlen
ver uit. En daar kunt u ton slotte- landen.
U moet de kano den heel eind het bosch iti
sloepen en die zoo goed mogelijk verber
gen. 't Is mijn eigen kano zoodat ze daar
kan blijven liggen totdat zij uit elkaar valt.
Is 11 dat alles volkomen duidelijk
Nogmaals knikte hij, wijl hij het niet
waagde te spreken. En weer pantserde zij
zich bij zijn ontroering en sprak op zakelij
ker toon dan ooit.
„Welnu dan", ging zij voort, „als u de
feate/rt raadpleegt, cult u aïea., dat een oude
dus een bondgenoot, waarlijk, er zou In
dozen trjd geen plaats voor hem gevonden
zrn in London's eerste en beste museum
van kunst en kunstnijverheid. En er zou
stellig ook vau de zijde van het publiek
niet zulk oen overgroot© belangstelling ge
weest zijn voor dezen grooten Servïschen
patriot en machtigen kunstenaar. Onze hoof
den en harten zrjn van kunst afgekeerd in
dezen Iag-werke'ijken wi d-havtstoch'.el ijken
oorlog.
Toch, Mestrowitsj' kunst past in dezen
tijd, heft ons op en toont ons naast de
verschrikking, ook do schitterende schoon
heid van strijd, zoo die gevoerd wordt voor
vrijheid en tegen ondraaglijke 'dwingelandij.
Men ziet op de tentoonstelling een model
van den tempel van Kosovo ter herinnering
aan den grooten strijd van 1389, toen de
Turken de Serviërs versloegen en het mach
tige oude Servische Rijk den doodsteek toe
brachten.
[Vijf eeuwen lang duurde de Tuiksche
overheersching, die in. de talrijke beelden,
welke den tempel sieren, is gesymboliseerd.
[Van die beelden zijn er verscheidene, hetzij
m marmer of gips tentoongesteld: Serviërs
'diep gebogen, 'geklonken in de ketenen der
slavernij, kolossale standbeelden van de
helden Marko en MÜ03: Marko Kraljcwi-sj,
den Walewein van honderd avonturen, Mi los'
Obilitsj, die aan den vooravond van den slag
bjj Kosovo liet Turksche kamp binnendrong
en Sultan Murad eigenhandig versloeg.
.Voorts een marmeren torso van den glo
rierijken held Strahinilsj Ban. befaaurf* om
zrjn mannelijke schoonheid. E11 dan, schoon
ste en meest tragische van al: de weduwen,
wier levensroeping en gelul: door den oor
log plotseling werden vernietigd.
Er zijn er, die niet begrepen en spraken
van Barbaarsche kunst, er zijn er, die in de
ons vreemd aandoende houdingen, vormen en
gelaatstuitdrukkingen aan de enkele bizarre
voorstellingen niet opzettelijkheid, jpaar
machteloosheid zagen. Er zijn er evenwel
pok, die begrepen hier te doen te hebben
met een hoogst merkwaardige uiting van
kunst en met een der belangrijkste persoon
lijkheden, die de nieuwe eeuw tot dusver
heeft opgeleverd.
Dit is de eerste maal, dat werk Van de
zen Serviër in Noord-Europa is tentoonge
steld, maat een vreemde was hij niet voor
hen, die in 1911 het Servische paviljoen
:op de tentoonstelling te Rome bezochten.
Toen repds werd zijn genie door alle kunst
kenners begrepen en zijn mi vertoonde latere
W'erk handhaaft zyn roem.
In Londen was de tentoonstelling onmid
dellijk een succes. Een „succes de ouriosité",
voor de meestem maar 'toch een groot ft ac
ces. Het publiek stroomde er heen, publiek'
van a lle rangen en standen en kringen. Giste
ren, bij louter toevalr zag ik er mevrouw
Pankhurst, rondgeleid door een der autori
teiten van het museum. Waarom die hoffe
lijke onderscheiding? Was de directie banm
dat deze beruchte kiesrechtvrouw te mid
den van al dat breekbare gips plotseling de
handen zouden gaan jeuken?
Waarschijnlijk niet, er is wapenstilstand
tiisschen" de stemrechtjuffers en de regee-
ïing. Ze hebben met onverwachte logica be
grepen, dat fn dezen tijd toch niemand naar
zo luisteren zou en ze verbruiken 'haar 0ver-
borrelende energie thans voor. nuttiger oor-
logswerk.
Dit brengt me op een ander onderwerp:
„De vrouw en de oorlog," de rol, die z:j in
dit ontzettende drama vervult Op een aan
plakbiljet, kwistig over geheel Londen ver
spreid, ziet rnen een oude, eenvoudige-vrouw
met een goed gezicht, die haar onwilli^en
zoon schijnt te overreden. Volgens het bij
schrift, zegt ze tot hem: „longen, ga, het
is je plicht/' De moreele dwang, die hier
ook van de vrouw uitgaat, is eeu der rede
nen van het enorme succes, dat hier de
vrijwillige werving voor het leger heeft en
die de invoering van algemeenen dienst
plicht tot dusver onnoodig maakt. Elk stel
sel heeft zijn voor en tegen en al is moreele
dwang dikwijls heel wat wreeder dan wette
lijke, ziet men toch liever vrijwilligers on
der de wapenen, dan rnenschen, die gaan,
omdat ze anders het gevaar loopen van
krijgsraad en doodstraf.
In de bladen, d. w. z. in de Engelsehe
en Duitsche pers, is een polemiekje ge
veerd over de meerdere of mindere deugd
zaamheid van Duitsche of Enge'sch? vrou
wen een dwaas, onvruchtbaar ea vrij zou
teloos debat. Lady Warwick, de bek&nle
socioïïste. had ïn een tirade over de Duil>
sche gruwelen i n België en Frankrijk, ietwat
minachtend gesproken over de Duitsche
vrouw, die enkel leeft voor de drm k's: kin
deren, keuken en kerk.
„En wat daarvan'!' roept Frau Dernburg
.hit. hét is de hoogste roeping der vrouw
'een gelukkig en moreel zuiver tehuis te
(scheppen voor haar gezin. Wat de gruwelen
in België betreft, heb ik nooit gehoord, dat
Üe Duitschers zulk een zmneioos verdelginte
werk bedreven hebben als een jaar geleden
Üe Engelsehe suffragettes/'
Maar die redeneering is niet juist. Slechts
een duizendste procent van de Engelsehe
vrouweii is „militant suffragette' en de
anderen veroordelen haar wandaden even
erg als de Duitsche polemist?. Maar het be
drijf van de Duitschers in België is in
Ehi'tscMaiid z'f onve a .derl jk g d.-praat
en moet dus wel ais een uiting van volks
karakter worden opgevat.
Die kwestie van de drie k's, brengt mij
het gesprek in gedachten, dat ik vele jaren
geleden met een oude ongetrouwde Engel
sehe dame had over het gevoel van eigen-
waorde der Duitsche en 'Engelsehe vrouwen.
Z\j vertrouwde mij toe, In haar jeugd ver
loofd te zijn geweest met een Duitschen
grootgrondbezitter.
Op een dag in aangenaam samenzijn, spa
ken zij over de toekomsk Hij vertelde van
zijn liefde voor de jacht en hoe een zijner
getrouwde vrienden, moe en vuil thuisko
mend, 'door zijn vrouw werd vertroeteld.
Ja, zij trok hem wel zijn bemodderde laarzen
uit. „En jij, Marjorie, zal je mij ook'mijn
laarzen uittrekken als ik moe en bcmodderd
thuiskom van de jacht?"
„Ta," zei Marjorie nadenkend, „eer-maal
zal ik het doen én dan gooi ik ze je naar
hefc hoofd."
Het huwelijk had niet plaats.
RECLAMES h. 40 Ct. per regel.
(KINDERfilEESn)
L
Bn ledsra
Apotheek of
drogisterij
voorhanden
hot bosto
Voedingsmiddel
Voor Kinderen j
7982 18
üe Etiropeeschs OoHoy.
De Duitschers in België.
In de gemeente Ophoven ontstond den
21 sten van de vorige maand het was
op een Zaterdag brand bij den landbou
wer Hubert Cuypers, zoo meldt men uit
Maaseyck aan de „Tel". Onder de per
soonlijke leiding van den heer burgemeester
Jos. Ruiten, werd door eenige mannen van
goeden wil 'het vuur bemeesfcerd en de aan
palende gebouwen gered, waarin een grootte
voorraad hooi en stroo opgestapeld 'lag.
Toen alle gevaar geweken was, kwamen
een stuk of wat Duitsche soldaten opdagen
rnefc een brandspuit uit Maaseyck. De „Orls-
kommandant" was meegekomen, en, zonder
op eenige verklaring van 't gevai te wach
ten, begon hij den burgemeester van Op-
heven te overstelpen met 'de meest brutale
scheldwoorden eri dreigementen.. Op zijn
bevel moesten al de omstanders water aan
brengen en dan begonnen zijn mannen
nog eens overvloedig de smeulende pumen
te besproeien.
Ha een uur werken achtten do Duitschers
alle gevaar geweken en bestelden ze voor
hen allen een souperop kosten der ge
meente. De burgemeester deed hun, in een
herberg, ov-ervloejig boterhammen met kaas
voorzetten; doch dat was den Herrschaften
lang niet naar den zin. Tierend en duivol-
jagend, dat ze den he alen boel kort en klem
ztuden slaan, trokken ze naar een andere
herberg, en deden er zich royaal van fijn
gebraad bedienen.
Voor den heer burgemeester zou hst
muisje nog een bijzonder staartje hebben:
Woensdag daaropvolgend werd hij ontboden
voor het militair gerecht te Maaseyck, waar
h\, op staand-en voet hyzèlf heeft mis
schien wei het minst van allen begrepen
waaróm! veroordeeld werd t -t een boete
van 150 mark en veertien dagen gevange
nisstraf!
De toestand 4e fReitrjs.
In de jongste zitting van den gemeente
raad van Reims heeft de burgemeester
meegedeeld, dat er neg 23,000 bewoners in
de stad zijn gebleven. Daarvan moeten er
10,000 uit openbare fondsen worden ge
steund. De financieele toestand der ge
meente is zeer ongunstig. Er is op 't oogen-
blik 6l mil Hoen ongedekte uitgaven, De
staat zal moeten bijspringen.
Du34scSii§a»iid en Griekenland,
Uit Athene wordt aan de „Icfe-a Nazio-
rtale" gemeld, dat Venizelos bij den ko
ning ml aandringen op verwijdering van
baron Schenk. Laastgenoemde zou gebraolit
hebben om, met behulp van Duitsch geld,
dagbladen en zelfs politieke personen om te
koopen.
Duitsche troepen naar het
Gtaltaansche front.
De berichten, dat dc Duitschers naar het
Italiaansdhe front gaan, komen weer op
duiken. De modedcelsngcn komen uit Zwit
serland. Tot nu toe heeft men nog niet ge
hoord, dat de Italianen tegen Duitsche sol
daten in het strijdperk traden. Uit Zürich
wordt thans gemeld, dat grooto Duitsche
troepen massas zich naar de Ita liaan sche
grens blijven bewegen. Tien regimenten
Duitsche infanterie zijn thans te Vorarl-
berg en worden daar speoiaul geoefend
vooi; den oorlog in de bergen. In tegen
stelling .met berichten, die in Duilsohland
gaan, verneemt men hier, dat er geen troe
pen van het Oostelijk front teruggehaald
zijn. Heb offensief van de Russen is met
zulk een onverwachte kracht ontwikkeld,
dat de Duitsohcrs er niet aan denken hun
troepen, zelfs niet in de geringste mate, te
verzwakken.
D© Baüaansche Kroosips'irts naar
het front.
De Ilaliaansche kroonprins is gisteren.
Woensdag, twaalf jaar geworden. En als
buitengewone concessie mocht hij naar het
front-. Op een vraag van zijn vader, wat hij
voor zijn verjaardag wilde hebben, ant
woordde hij dadelijk„Met vader mee
naar het front, waar onze soldaten vooh-
ten". En do koning heeft het verzoek toe
gestaan
Het bezoek heeft drie dagen geduurd. Del
prins is nu weer met zijn leermeester, com
mandant Bonaldi, te Rome aangekomen.
Hij had den koning door de liniën ver
gezeld, waar de soldalen hein geestdriftig
•ontvingen. Toen hij door de steden van den
Ber.eden-Isonzc, die onlangs Italiaansch zijn
geworden, terugkeerde, wierpon de vroii-
wen hem bloemen toe, roepend: „Lang leva
onze kleine prins!" 1
De Bratsch© verliezen.
De onderstaatssecretaris van. Oorlog
deelde in het Lagerhuis mede, dat de ver
liezen voor Engeland en zijn koloniën tot
21 Augustus in totaal 381.983 officieren en
manschappen bedroegen, verdeeld als volgt:
gedood 4765 officieren en 70.992 manschap
pen, gewond 9973 officieren en 241.086 man
schappen, vermist 1501 officieren en 53.468
manschappen.
Fégoud's tegenstander gedecoreerd.
De vlieger, die Pégoud in een luchtge
vecht doodschoot., Kandulsjki genaamd, 16
voor deze daad met het IJzeren Kruis le
klasse gedecoreerd.
De schrijver van „J'Accuse,"
Dr. Yan Eeden schreef in ,.De Amster
dammer'' een kort artikelbje over den
schrijver van ,,J'accuse", die eerlang in een
„Erganzungsschrift" met zi.rn aanvallers zal
afrekenen.
De heer v. E. zegt or.icrc-ut dr. Suter,
die het boek met zijn naam dekte en hem
verzekerde dat de.schrijver van „J'accuse"
een echto Pruis ia, omtrent wien niets on
gunstigs te zeggen valt: „Do brief van dr.
.Suter was in zuiver Hollandach gesteld. Hij
moet- Hollander -zijn of l<ang in Holland ge
woond hebben".
Dit laatst0 is, naar do „/VIkm. Ct." weet
mede te deelen, inderdaad het geval. Het
blad schrijft dan het volgende-
Salomon Anton Suter is te Wijl (Zwitser
land) geboren. Zijn vader was een Zwitser,
zijn moeder de laatste, afstammeling van het
geslacht. Vermeulen v. Asperen, zoodafc hij
ook den titel van heer van Asperen heeft.
Hij volgde het. gymnasium te Den Haag en
studeerde te Leiden, waar hij den léden
December 1390 op een dissertatie ,,het
traetaafc van Kostantiuopel van 10 October*
18SS" promoveerde» tot doctor in de staats
wetenschap, en denzelfden dag op „stellin
gen" tot doctor in do rechtswetenschap.
Aanvankelijk lcoos hij de diplomatieke loop
baan, maar trok zich later hieruit terug.
Hij huwdo met een dochter van een Zwit
ser en bezocht 's zomers herhaaldelijk ons
land. In zijn studententijd wa-s hij to Lei
den zeer gezion. Hij was verzekerde een
zijnor vroegere vrienden ons de probiteib
zelve. Later is hij zich gaan wijden aan de
oplossing van heb sociale vraagstuk en
heeft hij oen aanzienlijk bedrag beschik
baar gesteld voor dè oprichting, naar onze
zegsman meende, van een openbare leeszaal
en boekerij.
houtweg door hot bosch looipt en uitkomt
bij het sbabion Joan du Clou Noir. Daar
leunt u den trein naar Quebe-o nemen
De weg begint bijna tegenover de twOe
eilandjes, waarvan ik zoo juist epra-k
Ik geloof niet, dat het u eenige moedbo zal
kosten het te vinden. Hot is ongeveer ze
ven mijle-n naar het station.- U kunt d/ie
's nachts best loopen. Ik heb een heel goe
den trein in het spoorboekje aangegeven,
eon trein, die ophoudt te Saicnt-Jean du
Clou Noir om zeven uur vijf en dertig
Een gevoel alsof zij zou stikken deed haar
met spreken ophouden, ofschoon zij toch zoo
veel macht over zichzelf behield, dat zij kon
glimlachen.
De zon was ondergegaan en langzaam viel
do avond. Aan de overzijde van hét meer
weken de bergen van Vermont terug in eeii
gelijkmatig donker purper, terwijl over het
donkerrood van liet westen een dunne zwar
te sluier was neergedaald, alsof de engel
der duisternis dien in de vlucht had laten
vallen. Hier en daar was door het doffe
blauwgroen van den hemel de bleeke glans
van een ster zichtbaar.
„Nu moet u gaan," fluisterde zij. Hij be
gon de kano te water te laten.
„Ik heb u nog niet bedankt," zei hij met
onzekere stem, terwijl hij do boot bij don
oorsteven vasthield, „daar u het niet wilde.
Het is een feit, dat ik niet weet, hoe ik dit
ooit genoeg zal doen. Maar als ik in leven
blijf, zal mijn leven u toebehooren. U zult
over mijn leven kunnen beschikken. Dat is
alles, wat ik zeggen kan. Als u dat ooit
noodig hebt
„Dot zal wel niet", zoi zij haastig. „Maar
ik zal onthouden wat u zegt."
#,Dank u dat is alles, wat ik vraag. Voor
hefc oogenblik kan ik slechte hopen op do
kans mijn gelofte te vervullen."
Zij antwoordde niet en na een oogenblik
stilte stapte hij in de kano, die zij vasthield.
En eerst toen hij neerknielde met de pa
gaai in zijn hand, boog zij zich in een plotse
linge opwelliag tot hem en kuste hem. Toen
liet zij het lichte vaartuig loshet gleed
als een zwaan over de kleine baai. In drie
slagen van de pagaai was het tusschen de
lage landpunten doorgeschoten en buiten
het gezicht. Toon zij met veel inspanning
een hoogte had beklommen, van waar men
een ruim uitzicht op het meer had, was do
kano slechts een stip, die zich snel noord
waarts voortbewoog over de opaal getinte
wateren.
VI.
Toen Ford besefte, dat hij alleen en be
trekkelijk vrij was, had hij eerst een gewaar
wording van onzekerheid. Na meer clan een
jaar onder toezicht en tucht te zijn geweest,
had hij voor het oogenblik iets van zijn
oud vertrouwen in cig.cn initiatief verloren.
Ofschoon hij vastberaden het moer oproeide,
voelde hij een innerlijke verbijstering, gren
zend aan lichamelijk onbehagen, nu hij zijn
oigon moester was. Het eerste halfuur roei
de hij werktuiglijk en was zijn geest als ver
lamd door do overweldigende vreemdheid
van zijn toestand. Voor zoover hij in staat
was zijn gedachten te regelen, had hij het
gevoel alsof hij herboren was en een nieuw
levenitijdperk begon. Met het donker wor
den van den hemel boven zich en hot meer
rond hem, overviel hem iets van de geeste
lijke duisternis, waarin eon verhuizende
ziel waarschijnlijk is gehuld. Na de onder
drukte opwinding der laatste weke en
vooral van het laatste uur, bracht de regel
matigheid van zijn bewegingen hem in een
toestand van lijdelijkheid, die alleen door
onbestemde vrees werd geprikkeld. Het fje-
ruischloos voortglijden van de boot onder
hem versterkte Kern in de meening: dat hij
met het verleden brak en zich voorwaarts
spoedde naar een ander leven."In dat leven
zou hij een nieuw vezen zijn, vrij om zich
zelf tot wet te wezen.
Een nieuw wezen! Een eigen wet! Hij
was zich nauwelijks van die gedachten be
wust en toch brachten zijn lippen ze onder
woorden. Hij herhaalde ze in gedachten met
een zekere voldoening, toen tallooze lichten
aan zijn linkerkant hera verkondigden, dat
hij Grcenport passeerde. Andere lichten op
een heuvel boven dc stad en op eenigen af
stand daarvan waren waarschijnlijk die van
do villa van rechter Wayne. Hij keek er
aandachtig naar met een eigenaardig ge
voel daarvan nu geheel los en verwijderd
to zijn, als van dingen, die tot een tijd be
hoorden, waarmede hij niets meer had te
maken. Dat was voorbij en afgedaan.
Niet voordat een stoomboot dwars voor
zijn boeg langs ging. niot meer dan honderd
meter vóór hem, begon hij 2ijn veiligheid op
prijs te stellen. Onder de bescherming der
duisternis en in de wijde eenzaamheid der
wateren, was hij even ver buiten het oog
der rnenschen als een vogel hoog in de lucht.
De stoomboot, die zigzag over het meer
ging, nu op den westelijken en dan op den
oostelijken oever kleine havens aandeed, had
onverwacht van achter een landpunt haar
dubbele rij lichten laten schijnen. In dien
lichtkring 'moeafc zijn kleine kaïio op de
golven zichtbaar geweest zijn en toch was
do boot voorbij gestoomd en had geen noti
tie van hem genomen. Een seconde lang
fecheen voor zijn zenuwachtige verbeelding
zulk con geluk meer dan hij had durven
hopen. Hij hield met roeien op, bijna met
ademhalen, en liet de kano zacht op den
stroom schommelen. Do stoomboot snoof en
stampte, terwijl zij haar weg dwars voor
hem langs vervolgde Hot stampen van haar
machines scheen nauwelijks luider dan het
kloppen van zijn eigen hart. Hij kon rnen
schen op het dek zien loopen, die op hun
beurt hem hadden kunnen zien. En toch
ging de boot verder, hem ignorecrend, in
stilzwijgende erkenning van zijn recht op
het meer, van zijn recht op de wereld.
Zijn zucht van verlichting werd bijna een
lach, toen hij weer begon tc roeien. Het ge
beurde was als een eerste zegepraal, als
een verzekering van komende zegepralen.
Het gevoel van onveiligheid, waarmee hij
zijn tocht was begonnen, maakte meer en
meer plaats voor het zelfvertrouwen, dat
tot zijn normalen gemoedstoestand had be
hoord. Andere kleine^ gebeurtenissen ver'
sterkten dit vertrouwen. Eenmaal ging een
vroolijk gezelschap in een roeiboot zoo dicht
aan hem voorbij, dat hij het plassen van do
roeispanen en het geluid van hun stemmen
kon hooren. Er was voor hem ie te wonder
baarlijks in, dat hij zich zoo dicht bij het
alledaagsehe leven bevond. Helf-. gaf hem
hetzelfde gevoel van vreugde, waarmee men
in een vreemd land zijn moedertaal hoort.
Hij liet weer de riemen rusten, om onsa
menhangende brokstukken van hun gesprek
ken op te vangen, totdat zij wegdreven in
do stilte en de duisternis. Het zou hem ge
speten hebben, dat zij buiten hot bereik van
zijn gehoor kwamen, als l>ij het niet zoo
heerlijk had gevonden ongestoord zijn wog
te kunnen gaan.
Eenigen tijd late'r bevond hij zich op zulk
een geringon afstand van een der ..tallooze
kleine hotels aan het meer, dat hij mot