N». 17041 iOoiidLerdlag lö September, Tweede Blad. /\o 19^5^ KOUT VERSLAG TWEEDE KAMER. Abonnés, die bovenstaand Verslag wenschen te ontvangen, kunnen zich aan ons Bureau aan het Noordcind.-*-* plein, opgevenhet Abonnement is 5 5 Cents Contant. ENGELSGHE BREVEü (Vau onzen Londenschen medewerker.) (Nadruk Vorbodon). Londen, 2.9 Augustus. Oorlogstentoonstellingen zrjn over het al gemeen onpleizierige vermakelijkheden, die veel publiek trekken, maar waar ik liefst vet vandaan blijf. Ook geïllustreerde week bladen, waarin „prachtige" foto's en aangrij pende teekening<en van het oorlogsterrein prijken, lees ik bijna noest Als ik er toe- valfig eens een opneem, vind ik er meestal ,wei iets goeds of belangrijks in, een aardig plai: of schets van de loopgravenoorlog in het westen, een mooie opname van mili taire bruggenbouw of panorama's van on bekende steden, maar die enkele beziens waardigheden worden zoo dicht .omgeven idoor sensationeel© voorstellingen van het 'bloedig oorlogstoon eel, dat den lust ver- jgaat er naar to zoeken. Zoo geeft de ge- Öllustreerde „Sunday Herald" deze week op 1de voorpagina (zoodat men niet nalaten kan 'ze te zien) een fotografie, die volgens het fcrotsche bovenschrift door de redactie wordt (gekwalificeerd: „The War's Most Wonder ful Snapshot" (De prachtigste moment-op- iname van den oorlog). Men ziet er op een •loopgraaf of sloot met een zware versper ring ervoor. Ben witte rookwolk in het (midden van de plaat wijst ér op, dat een fceconde te voren een bom is gebarsten. Een soldaat (Fransch, naar de afgevallen kepi te oordeelen) ligt op den voorgrond (neergesmeten, een andere is in de sloot gevallen, hoofd omlaag, een derdemaar .waarom voort te gaan. Het is een overdruk uit 'het Fransche blad „J'ai vu" en de foto' is, naar gezegd werdt, toevallig genomen van 39 M. afstand. Zijn de realistische beschrijvingen van het 'corlogstooneei, die wij dagelijks aan 'de ont bijttafel of 's avonds bij do thee te ver duwen krijgen, nog niet voldoende, moeten .WO de rampzaligheid nog zien ook? Oorlogstentoonstellingen, vaak met de beste en meest liefdadige bedoelingen tot stand gebracht, geven uit den aard der zaak ook veel, dat op de sléchtste hartstochten van den mensch werkt en vooral op 'de 'jeugd niet anders dan slecht kan werken. Js zulk een verzameling uitsluitend bijeen gebracht als waarschuwing en is alle sen sationalisms er aan vreemd zooals de 'collectie groote foto's in het Victoria an<l Albert Museum van de architectonische kunstwerken, die in den oorlog zijn vernield 'dan geldt dat bewaar niet, maar ook 'die kan men niet beschouwen zonder dat h'et hart vervuld wordt van wee over zoo Onherstelbaar verlies en van bitterheid oyer !den boezen moedwil, 'den gruwel en de noo- 'deloosheid van dat alles. Toch zijn er wel tentoonstellingen geor ganiseerd, die, hoewel zrj aan 'den oorlog haar ontstaan te danken hebben, toch op bouwend werken, leering en verheugenis geven aan Velen engeen te zwaar moedige gedachten wekken. Onder deze wii ük rangschikken de tentoonstelling van Mestrowitsj' werk in het straks genoemde Victoria and Albert Museum. I [Was Iwan Mestrowitsj geen Serviër en 3B© wilde Olijf. [Ij Roman naar het Engelsch. (Nadruk Verboden). 14) rpirr 1 i „Als u op de kaart kijlot"ging zij voort, „zult u bemerken, dat ik u een route heb- aangegeven als u voorbij PLattsvillo zijt. U zult zien, dat die langs het kleine Frainsoh-Canadeesohe dorp Deux Etoiles leidt. U kunt u er niet meer vergissen, want daar staat op een rots vlak bi.j den oever een vuurtoren met oen draaiend lioht. Dam. zijt ge in Canada. U moet- het zóó zien in te richten, dat u daar tegen hefc vallen van den avond aankomt." Hij knikte weer toestemmend -en zij ging voort „Ongeveer een mijl van den vuurtoren en dicht in de buurt van den oostelijken oever, daar, waar het meer zeer nauw wordt, lig gen twee eilandjes dicht bij elkaar. U moet d;e beschouwen als een baken, want onmiddellijk, daartegenover op het vaste land strekt zich een bosch eenige mijlen ver uit. En daar kunt u ton slotte- landen. U moet de kano den heel eind het bosch iti sloepen en die zoo goed mogelijk verber gen. 't Is mijn eigen kano zoodat ze daar kan blijven liggen totdat zij uit elkaar valt. Is 11 dat alles volkomen duidelijk Nogmaals knikte hij, wijl hij het niet waagde te spreken. En weer pantserde zij zich bij zijn ontroering en sprak op zakelij ker toon dan ooit. „Welnu dan", ging zij voort, „als u de feate/rt raadpleegt, cult u aïea., dat een oude dus een bondgenoot, waarlijk, er zou In dozen trjd geen plaats voor hem gevonden zrn in London's eerste en beste museum van kunst en kunstnijverheid. En er zou stellig ook vau de zijde van het publiek niet zulk oen overgroot© belangstelling ge weest zijn voor dezen grooten Servïschen patriot en machtigen kunstenaar. Onze hoof den en harten zrjn van kunst afgekeerd in dezen Iag-werke'ijken wi d-havtstoch'.el ijken oorlog. Toch, Mestrowitsj' kunst past in dezen tijd, heft ons op en toont ons naast de verschrikking, ook do schitterende schoon heid van strijd, zoo die gevoerd wordt voor vrijheid en tegen ondraaglijke 'dwingelandij. Men ziet op de tentoonstelling een model van den tempel van Kosovo ter herinnering aan den grooten strijd van 1389, toen de Turken de Serviërs versloegen en het mach tige oude Servische Rijk den doodsteek toe brachten. [Vijf eeuwen lang duurde de Tuiksche overheersching, die in. de talrijke beelden, welke den tempel sieren, is gesymboliseerd. [Van die beelden zijn er verscheidene, hetzij m marmer of gips tentoongesteld: Serviërs 'diep gebogen, 'geklonken in de ketenen der slavernij, kolossale standbeelden van de helden Marko en MÜ03: Marko Kraljcwi-sj, den Walewein van honderd avonturen, Mi los' Obilitsj, die aan den vooravond van den slag bjj Kosovo liet Turksche kamp binnendrong en Sultan Murad eigenhandig versloeg. .Voorts een marmeren torso van den glo rierijken held Strahinilsj Ban. befaaurf* om zrjn mannelijke schoonheid. E11 dan, schoon ste en meest tragische van al: de weduwen, wier levensroeping en gelul: door den oor log plotseling werden vernietigd. Er zijn er, die niet begrepen en spraken van Barbaarsche kunst, er zijn er, die in de ons vreemd aandoende houdingen, vormen en gelaatstuitdrukkingen aan de enkele bizarre voorstellingen niet opzettelijkheid, jpaar machteloosheid zagen. Er zijn er evenwel pok, die begrepen hier te doen te hebben met een hoogst merkwaardige uiting van kunst en met een der belangrijkste persoon lijkheden, die de nieuwe eeuw tot dusver heeft opgeleverd. Dit is de eerste maal, dat werk Van de zen Serviër in Noord-Europa is tentoonge steld, maat een vreemde was hij niet voor hen, die in 1911 het Servische paviljoen :op de tentoonstelling te Rome bezochten. Toen repds werd zijn genie door alle kunst kenners begrepen en zijn mi vertoonde latere W'erk handhaaft zyn roem. In Londen was de tentoonstelling onmid dellijk een succes. Een „succes de ouriosité", voor de meestem maar 'toch een groot ft ac ces. Het publiek stroomde er heen, publiek' van a lle rangen en standen en kringen. Giste ren, bij louter toevalr zag ik er mevrouw Pankhurst, rondgeleid door een der autori teiten van het museum. Waarom die hoffe lijke onderscheiding? Was de directie banm dat deze beruchte kiesrechtvrouw te mid den van al dat breekbare gips plotseling de handen zouden gaan jeuken? Waarschijnlijk niet, er is wapenstilstand tiisschen" de stemrechtjuffers en de regee- ïing. Ze hebben met onverwachte logica be grepen, dat fn dezen tijd toch niemand naar zo luisteren zou en ze verbruiken 'haar 0ver- borrelende energie thans voor. nuttiger oor- logswerk. Dit brengt me op een ander onderwerp: „De vrouw en de oorlog," de rol, die z:j in dit ontzettende drama vervult Op een aan plakbiljet, kwistig over geheel Londen ver spreid, ziet rnen een oude, eenvoudige-vrouw met een goed gezicht, die haar onwilli^en zoon schijnt te overreden. Volgens het bij schrift, zegt ze tot hem: „longen, ga, het is je plicht/' De moreele dwang, die hier ook van de vrouw uitgaat, is eeu der rede nen van het enorme succes, dat hier de vrijwillige werving voor het leger heeft en die de invoering van algemeenen dienst plicht tot dusver onnoodig maakt. Elk stel sel heeft zijn voor en tegen en al is moreele dwang dikwijls heel wat wreeder dan wette lijke, ziet men toch liever vrijwilligers on der de wapenen, dan rnenschen, die gaan, omdat ze anders het gevaar loopen van krijgsraad en doodstraf. In de bladen, d. w. z. in de Engelsehe en Duitsche pers, is een polemiekje ge veerd over de meerdere of mindere deugd zaamheid van Duitsche of Enge'sch? vrou wen een dwaas, onvruchtbaar ea vrij zou teloos debat. Lady Warwick, de bek&nle socioïïste. had ïn een tirade over de Duil> sche gruwelen i n België en Frankrijk, ietwat minachtend gesproken over de Duitsche vrouw, die enkel leeft voor de drm k's: kin deren, keuken en kerk. „En wat daarvan'!' roept Frau Dernburg .hit. hét is de hoogste roeping der vrouw 'een gelukkig en moreel zuiver tehuis te (scheppen voor haar gezin. Wat de gruwelen in België betreft, heb ik nooit gehoord, dat Üe Duitschers zulk een zmneioos verdelginte werk bedreven hebben als een jaar geleden Üe Engelsehe suffragettes/' Maar die redeneering is niet juist. Slechts een duizendste procent van de Engelsehe vrouweii is „militant suffragette' en de anderen veroordelen haar wandaden even erg als de Duitsche polemist?. Maar het be drijf van de Duitschers in België is in Ehi'tscMaiid z'f onve a .derl jk g d.-praat en moet dus wel ais een uiting van volks karakter worden opgevat. Die kwestie van de drie k's, brengt mij het gesprek in gedachten, dat ik vele jaren geleden met een oude ongetrouwde Engel sehe dame had over het gevoel van eigen- waorde der Duitsche en 'Engelsehe vrouwen. Z\j vertrouwde mij toe, In haar jeugd ver loofd te zijn geweest met een Duitschen grootgrondbezitter. Op een dag in aangenaam samenzijn, spa ken zij over de toekomsk Hij vertelde van zijn liefde voor de jacht en hoe een zijner getrouwde vrienden, moe en vuil thuisko mend, 'door zijn vrouw werd vertroeteld. Ja, zij trok hem wel zijn bemodderde laarzen uit. „En jij, Marjorie, zal je mij ook'mijn laarzen uittrekken als ik moe en bcmodderd thuiskom van de jacht?" „Ta," zei Marjorie nadenkend, „eer-maal zal ik het doen én dan gooi ik ze je naar hefc hoofd." Het huwelijk had niet plaats. RECLAMES h. 40 Ct. per regel. (KINDERfilEESn) L Bn ledsra Apotheek of drogisterij voorhanden hot bosto Voedingsmiddel Voor Kinderen j 7982 18 üe Etiropeeschs OoHoy. De Duitschers in België. In de gemeente Ophoven ontstond den 21 sten van de vorige maand het was op een Zaterdag brand bij den landbou wer Hubert Cuypers, zoo meldt men uit Maaseyck aan de „Tel". Onder de per soonlijke leiding van den heer burgemeester Jos. Ruiten, werd door eenige mannen van goeden wil 'het vuur bemeesfcerd en de aan palende gebouwen gered, waarin een grootte voorraad hooi en stroo opgestapeld 'lag. Toen alle gevaar geweken was, kwamen een stuk of wat Duitsche soldaten opdagen rnefc een brandspuit uit Maaseyck. De „Orls- kommandant" was meegekomen, en, zonder op eenige verklaring van 't gevai te wach ten, begon hij den burgemeester van Op- heven te overstelpen met 'de meest brutale scheldwoorden eri dreigementen.. Op zijn bevel moesten al de omstanders water aan brengen en dan begonnen zijn mannen nog eens overvloedig de smeulende pumen te besproeien. Ha een uur werken achtten do Duitschers alle gevaar geweken en bestelden ze voor hen allen een souperop kosten der ge meente. De burgemeester deed hun, in een herberg, ov-ervloejig boterhammen met kaas voorzetten; doch dat was den Herrschaften lang niet naar den zin. Tierend en duivol- jagend, dat ze den he alen boel kort en klem ztuden slaan, trokken ze naar een andere herberg, en deden er zich royaal van fijn gebraad bedienen. Voor den heer burgemeester zou hst muisje nog een bijzonder staartje hebben: Woensdag daaropvolgend werd hij ontboden voor het militair gerecht te Maaseyck, waar h\, op staand-en voet hyzèlf heeft mis schien wei het minst van allen begrepen waaróm! veroordeeld werd t -t een boete van 150 mark en veertien dagen gevange nisstraf! De toestand 4e fReitrjs. In de jongste zitting van den gemeente raad van Reims heeft de burgemeester meegedeeld, dat er neg 23,000 bewoners in de stad zijn gebleven. Daarvan moeten er 10,000 uit openbare fondsen worden ge steund. De financieele toestand der ge meente is zeer ongunstig. Er is op 't oogen- blik 6l mil Hoen ongedekte uitgaven, De staat zal moeten bijspringen. Du34scSii§a»iid en Griekenland, Uit Athene wordt aan de „Icfe-a Nazio- rtale" gemeld, dat Venizelos bij den ko ning ml aandringen op verwijdering van baron Schenk. Laastgenoemde zou gebraolit hebben om, met behulp van Duitsch geld, dagbladen en zelfs politieke personen om te koopen. Duitsche troepen naar het Gtaltaansche front. De berichten, dat dc Duitschers naar het Italiaansdhe front gaan, komen weer op duiken. De modedcelsngcn komen uit Zwit serland. Tot nu toe heeft men nog niet ge hoord, dat de Italianen tegen Duitsche sol daten in het strijdperk traden. Uit Zürich wordt thans gemeld, dat grooto Duitsche troepen massas zich naar de Ita liaan sche grens blijven bewegen. Tien regimenten Duitsche infanterie zijn thans te Vorarl- berg en worden daar speoiaul geoefend vooi; den oorlog in de bergen. In tegen stelling .met berichten, die in Duilsohland gaan, verneemt men hier, dat er geen troe pen van het Oostelijk front teruggehaald zijn. Heb offensief van de Russen is met zulk een onverwachte kracht ontwikkeld, dat de Duitsohcrs er niet aan denken hun troepen, zelfs niet in de geringste mate, te verzwakken. D© Baüaansche Kroosips'irts naar het front. De Ilaliaansche kroonprins is gisteren. Woensdag, twaalf jaar geworden. En als buitengewone concessie mocht hij naar het front-. Op een vraag van zijn vader, wat hij voor zijn verjaardag wilde hebben, ant woordde hij dadelijk„Met vader mee naar het front, waar onze soldaten vooh- ten". En do koning heeft het verzoek toe gestaan Het bezoek heeft drie dagen geduurd. Del prins is nu weer met zijn leermeester, com mandant Bonaldi, te Rome aangekomen. Hij had den koning door de liniën ver gezeld, waar de soldalen hein geestdriftig •ontvingen. Toen hij door de steden van den Ber.eden-Isonzc, die onlangs Italiaansch zijn geworden, terugkeerde, wierpon de vroii- wen hem bloemen toe, roepend: „Lang leva onze kleine prins!" 1 De Bratsch© verliezen. De onderstaatssecretaris van. Oorlog deelde in het Lagerhuis mede, dat de ver liezen voor Engeland en zijn koloniën tot 21 Augustus in totaal 381.983 officieren en manschappen bedroegen, verdeeld als volgt: gedood 4765 officieren en 70.992 manschap pen, gewond 9973 officieren en 241.086 man schappen, vermist 1501 officieren en 53.468 manschappen. Fégoud's tegenstander gedecoreerd. De vlieger, die Pégoud in een luchtge vecht doodschoot., Kandulsjki genaamd, 16 voor deze daad met het IJzeren Kruis le klasse gedecoreerd. De schrijver van „J'Accuse," Dr. Yan Eeden schreef in ,.De Amster dammer'' een kort artikelbje over den schrijver van ,,J'accuse", die eerlang in een „Erganzungsschrift" met zi.rn aanvallers zal afrekenen. De heer v. E. zegt or.icrc-ut dr. Suter, die het boek met zijn naam dekte en hem verzekerde dat de.schrijver van „J'accuse" een echto Pruis ia, omtrent wien niets on gunstigs te zeggen valt: „Do brief van dr. .Suter was in zuiver Hollandach gesteld. Hij moet- Hollander -zijn of l<ang in Holland ge woond hebben". Dit laatst0 is, naar do „/VIkm. Ct." weet mede te deelen, inderdaad het geval. Het blad schrijft dan het volgende- Salomon Anton Suter is te Wijl (Zwitser land) geboren. Zijn vader was een Zwitser, zijn moeder de laatste, afstammeling van het geslacht. Vermeulen v. Asperen, zoodafc hij ook den titel van heer van Asperen heeft. Hij volgde het. gymnasium te Den Haag en studeerde te Leiden, waar hij den léden December 1390 op een dissertatie ,,het traetaafc van Kostantiuopel van 10 October* 18SS" promoveerde» tot doctor in de staats wetenschap, en denzelfden dag op „stellin gen" tot doctor in do rechtswetenschap. Aanvankelijk lcoos hij de diplomatieke loop baan, maar trok zich later hieruit terug. Hij huwdo met een dochter van een Zwit ser en bezocht 's zomers herhaaldelijk ons land. In zijn studententijd wa-s hij to Lei den zeer gezion. Hij was verzekerde een zijnor vroegere vrienden ons de probiteib zelve. Later is hij zich gaan wijden aan de oplossing van heb sociale vraagstuk en heeft hij oen aanzienlijk bedrag beschik baar gesteld voor dè oprichting, naar onze zegsman meende, van een openbare leeszaal en boekerij. houtweg door hot bosch looipt en uitkomt bij het sbabion Joan du Clou Noir. Daar leunt u den trein naar Quebe-o nemen De weg begint bijna tegenover de twOe eilandjes, waarvan ik zoo juist epra-k Ik geloof niet, dat het u eenige moedbo zal kosten het te vinden. Hot is ongeveer ze ven mijle-n naar het station.- U kunt d/ie 's nachts best loopen. Ik heb een heel goe den trein in het spoorboekje aangegeven, eon trein, die ophoudt te Saicnt-Jean du Clou Noir om zeven uur vijf en dertig Een gevoel alsof zij zou stikken deed haar met spreken ophouden, ofschoon zij toch zoo veel macht over zichzelf behield, dat zij kon glimlachen. De zon was ondergegaan en langzaam viel do avond. Aan de overzijde van hét meer weken de bergen van Vermont terug in eeii gelijkmatig donker purper, terwijl over het donkerrood van liet westen een dunne zwar te sluier was neergedaald, alsof de engel der duisternis dien in de vlucht had laten vallen. Hier en daar was door het doffe blauwgroen van den hemel de bleeke glans van een ster zichtbaar. „Nu moet u gaan," fluisterde zij. Hij be gon de kano te water te laten. „Ik heb u nog niet bedankt," zei hij met onzekere stem, terwijl hij do boot bij don oorsteven vasthield, „daar u het niet wilde. Het is een feit, dat ik niet weet, hoe ik dit ooit genoeg zal doen. Maar als ik in leven blijf, zal mijn leven u toebehooren. U zult over mijn leven kunnen beschikken. Dat is alles, wat ik zeggen kan. Als u dat ooit noodig hebt „Dot zal wel niet", zoi zij haastig. „Maar ik zal onthouden wat u zegt." #,Dank u dat is alles, wat ik vraag. Voor hefc oogenblik kan ik slechte hopen op do kans mijn gelofte te vervullen." Zij antwoordde niet en na een oogenblik stilte stapte hij in de kano, die zij vasthield. En eerst toen hij neerknielde met de pa gaai in zijn hand, boog zij zich in een plotse linge opwelliag tot hem en kuste hem. Toen liet zij het lichte vaartuig loshet gleed als een zwaan over de kleine baai. In drie slagen van de pagaai was het tusschen de lage landpunten doorgeschoten en buiten het gezicht. Toon zij met veel inspanning een hoogte had beklommen, van waar men een ruim uitzicht op het meer had, was do kano slechts een stip, die zich snel noord waarts voortbewoog over de opaal getinte wateren. VI. Toen Ford besefte, dat hij alleen en be trekkelijk vrij was, had hij eerst een gewaar wording van onzekerheid. Na meer clan een jaar onder toezicht en tucht te zijn geweest, had hij voor het oogenblik iets van zijn oud vertrouwen in cig.cn initiatief verloren. Ofschoon hij vastberaden het moer oproeide, voelde hij een innerlijke verbijstering, gren zend aan lichamelijk onbehagen, nu hij zijn oigon moester was. Het eerste halfuur roei de hij werktuiglijk en was zijn geest als ver lamd door do overweldigende vreemdheid van zijn toestand. Voor zoover hij in staat was zijn gedachten te regelen, had hij het gevoel alsof hij herboren was en een nieuw levenitijdperk begon. Met het donker wor den van den hemel boven zich en hot meer rond hem, overviel hem iets van de geeste lijke duisternis, waarin eon verhuizende ziel waarschijnlijk is gehuld. Na de onder drukte opwinding der laatste weke en vooral van het laatste uur, bracht de regel matigheid van zijn bewegingen hem in een toestand van lijdelijkheid, die alleen door onbestemde vrees werd geprikkeld. Het fje- ruischloos voortglijden van de boot onder hem versterkte Kern in de meening: dat hij met het verleden brak en zich voorwaarts spoedde naar een ander leven."In dat leven zou hij een nieuw vezen zijn, vrij om zich zelf tot wet te wezen. Een nieuw wezen! Een eigen wet! Hij was zich nauwelijks van die gedachten be wust en toch brachten zijn lippen ze onder woorden. Hij herhaalde ze in gedachten met een zekere voldoening, toen tallooze lichten aan zijn linkerkant hera verkondigden, dat hij Grcenport passeerde. Andere lichten op een heuvel boven dc stad en op eenigen af stand daarvan waren waarschijnlijk die van do villa van rechter Wayne. Hij keek er aandachtig naar met een eigenaardig ge voel daarvan nu geheel los en verwijderd to zijn, als van dingen, die tot een tijd be hoorden, waarmede hij niets meer had te maken. Dat was voorbij en afgedaan. Niet voordat een stoomboot dwars voor zijn boeg langs ging. niot meer dan honderd meter vóór hem, begon hij 2ijn veiligheid op prijs te stellen. Onder de bescherming der duisternis en in de wijde eenzaamheid der wateren, was hij even ver buiten het oog der rnenschen als een vogel hoog in de lucht. De stoomboot, die zigzag over het meer ging, nu op den westelijken en dan op den oostelijken oever kleine havens aandeed, had onverwacht van achter een landpunt haar dubbele rij lichten laten schijnen. In dien lichtkring 'moeafc zijn kleine kaïio op de golven zichtbaar geweest zijn en toch was do boot voorbij gestoomd en had geen noti tie van hem genomen. Een seconde lang fecheen voor zijn zenuwachtige verbeelding zulk con geluk meer dan hij had durven hopen. Hij hield met roeien op, bijna met ademhalen, en liet de kano zacht op den stroom schommelen. Do stoomboot snoof en stampte, terwijl zij haar weg dwars voor hem langs vervolgde Hot stampen van haar machines scheen nauwelijks luider dan het kloppen van zijn eigen hart. Hij kon rnen schen op het dek zien loopen, die op hun beurt hem hadden kunnen zien. En toch ging de boot verder, hem ignorecrend, in stilzwijgende erkenning van zijn recht op het meer, van zijn recht op de wereld. Zijn zucht van verlichting werd bijna een lach, toen hij weer begon tc roeien. Het ge beurde was als een eerste zegepraal, als een verzekering van komende zegepralen. Het gevoel van onveiligheid, waarmee hij zijn tocht was begonnen, maakte meer en meer plaats voor het zelfvertrouwen, dat tot zijn normalen gemoedstoestand had be hoord. Andere kleine^ gebeurtenissen ver' sterkten dit vertrouwen. Eenmaal ging een vroolijk gezelschap in een roeiboot zoo dicht aan hem voorbij, dat hij het plassen van do roeispanen en het geluid van hun stemmen kon hooren. Er was voor hem ie te wonder baarlijks in, dat hij zich zoo dicht bij het alledaagsehe leven bevond. Helf-. gaf hem hetzelfde gevoel van vreugde, waarmee men in een vreemd land zijn moedertaal hoort. Hij liet weer de riemen rusten, om onsa menhangende brokstukken van hun gesprek ken op te vangen, totdat zij wegdreven in do stilte en de duisternis. Het zou hem ge speten hebben, dat zij buiten hot bereik van zijn gehoor kwamen, als l>ij het niet zoo heerlijk had gevonden ongestoord zijn wog te kunnen gaan. Eenigen tijd late'r bevond hij zich op zulk een geringon afstand van een der ..tallooze kleine hotels aan het meer, dat hij mot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5