Binnenland, Gemengd Nieuws. Ingezonden. FEUILLETON. Verrassingen van de speeltafel. N°. 17018 "Vrijdag SO Augustus, Tweed© Blad. flo 1915. De Armenraad in Den Haag, ontving ecu legaat ten bedrage van £3000 van wy- .en "mevrouw de wed. J. J. BergsmaRip ping; ten behoeve van de algemeene armen der gemeente, te verdeden overeenkomstig art. 16 der Armenwet, dat is onder de ker kelijke en bijzondere instellingen van wel dadigheid in verhouding van de gelden door uie instellingen voor ondersteuning besteed. De gewone audiëntie van den Minister van Koloniën zal, te beginnen mob 2-Sept; a.s., weder plaats hebben des Donderdags in den namiddag, te half twee. Op de aanbeveling ter benoeming van een tijdelijk leeraar in reohtlijnig teekenen aan de H. B. S. voor Meisjes in Den Haag ter vervanging van den leeraar Th. de •Tong van Arkel, die in verband met de mo bilisatie onder de wapenen is, ia geplaatst do heer W. C. A. Ridderhof, gedurende het laatste gedeelte van den cursusu 191-1/15 reeds als zoodanig werkzaam. Te Dordrecht wordt met ingang van September door eenige onderwijzers der Ckr. kweekschool, directeur de heer J. van Dijk, een Christelijke cursus voor de hoofd akte opgericht. Reeds het vorige jaar be stond dit plajs, maar het kon. door gebrek aan deelnemers mot- verwezenlijkt worden. Thans, nu de Kweekschool wat meer ge slaagden voor de hul pakte hoeft afgele verd, wordt de zaak doorgezet en zal naast den reeds jaren bestaand en cursus der aid. Dordrecht van den Bond van Ned. Onder wijzers een Christelijke verrijzen, die de leerlingen aan den invloed van heb neutra le onderwijs zal onttrekken. („Stand."). De Ai gem. Synode der Ned.-Herv. Kerk heeft het voorstel tot schrapping der bekende woorden „althans wat betreft den geest en de h oofdzaak", enz. iu art. 39 Regl. 5, 0. verworpen mee 10 tegen 9 stemmen. (Tegen verklaarden zich prof. dr. Van Nes, de secretaris, en de leden: dr. Weyland, Menthen, Eilerts de Haan. Zyp, Schriecke, Tammens, Franke, dr. Visser, Gordon Span- daw en Picard.) Gelijk men weet is heb voorstel verleden jaar aangenomen met 10 tegen 9 stemmen. De verplaatsing van de eene stem, die gis teren de beslissing gaf, 13 het werk van hot let, dat in Drente een tegenstander van de schrapping naar de Synode afvaar digde. Wijlen de heer E. de Vries, over leden to Amsterdam, heeft aan de Maat schappij van Weldadigheid te Frederiksoord f 500 vermaakt. Te Assen. word een vergadering ge houden van landbouwers-aardappel verbou wers uit de drie noordelijke provinciën. Besloten werd tot oprichting van een ver- eeniging tot verkoop van aardappelen voor d-e drie noordelijke provinoiën. Men wensoht bij den verkoop meer eisohen te kunnen stellen aan de -directies der aardap pelmeelfabrieken en bovendietoi den uit voer t-o bevorderen. In elk der drie noordelijke provinoiën zal opnieuw een vergadering worden be legd, waar drie leden van het bestuur zul len worden verkozen. Aan de directies der speculatieve aardappelmeelfabrieken wne gevraagd om den prijs der aardappelen welke in voorkoop voor /I en f 1.25 per H.L. waren opgekocht, te verhoogen tot f 1.50, zulks in verband met den tegenwoor- digen toestand en de gedeeltelijke mis lukking van den oogst. De antwoorden luid den afwijzend, omdat het meel reeds in voorkoop was verkocht. Onder leiding van den heer A. van Wijnen werd gisteren te Gouda ven verga dering gehouden van de kaasproducenten, die de oprichting der „Coöperatieve Yer- eoniging tot export van Goudsöhe Kaas on der Rijksmerk" hebben bevorderd. Uit de statuten blijkt, dat de vereeni- ging ten doel heeft: het verkoopen in bin nen- en buitenland van volvette, kaas, voor zien van Rijksmerk en al hetgeen daarme de in verband staat, zoomede het gezamen lijk aanschaffen van benoodi-gdhoden voor het zuivelbedrijf. Het leden register werd door 31 Jcaaspro- duoenfcen getee-lcend, terwijl door twee an deren toezegging tot aansluiting is gedaan en nog enkele anderen zich epoeddg 7,uilen aansluiten. Tob chef der Yereeniging werd met- algemeene stemmen benoemd de heer S. J. J. Koster, te Dordrecht. "Op nader te bepalen datum zal het bedrijf worden geopend. De voor bedrijfskapitaal benoodigde gel- xlen zullen worden verkregen door het uit geven van een öbl.igabieleening. KUNST. LETTEREN, ENZ. Tooneelschoo!. Aan de Tooneelschool te Amsterdam, di recteur de heer Bafthasar Verhagen, zal in den aanstaanden cursus, behalve door mevr. -Betty Holtrop—Van Gelder. les in fcooneei- spel worden gegeven door mevrouw Theo Mann-Bouwnieest-er en den heer A. van der Horst; voorts is de heer Louis Bouwmeester bereid bevonden, op uitnoodïging van den directeur, van tijd tot tijd belangloos eenige lessen te komen geven. Het schoolgebouw zal eenige belangrijke veranderingen ondergaan, in verband met de omstandigheid, dat de nieuwe directeur niet meer aan de school zal wonen. Dien tengevolge is do aanvang van den nieu- weu cursus vastgesteld op 1 Oct. a.3. FAILLISSEMENTEN. F. A. V. van Spaendonk, timmermans knecht, te Tilburg. Aangezien het venten met kran- tcn en tijdschriften to Soheveningen tot al lerlei buitensporigheden leidde, heeft de politie daartegen strenge maatregelen ge nomen zonder nochtans diat venten zelf t<© verbieden. De door de recherche in Den Haag aangehouden verdachten van de in braak bij Peek en Cloppenburg zijn giste ren naar het Huis van Bewaring overge bracht. 't Zijn oude bekenden der justitie: J. H., J. V. D. K., en Ph. de V. Een man van ongeveer 25 jaar. wiens naam nog niet bekend is ge worden, wilde gisternamiddag op den West- Zeedijk te Rotterdam, ter hoogte van het Park, op een voor bijrrj denden motorwagen van l'yn 7 der electrische tram springen. Hy is toen gevallen en kwam tsrecht onder den bijwagen, die hem overreed. De man werd onmiddellijk gedood. Men vermoedt, dat het een zeeman is. Diefstal van 5 0 balen meel. Op het terrein van do Internationale Mag- nesietwerken, staat aan de zijde van de Maashaven te Rotterdam, een loods, die aan de naamlooze vennootschap Yries.se- veem is verhuurd tot opslagplaats van Ame- rika-ansoh meel. Yan dat meel zijn 15,679 balen in die loods geborgen. De bootwerkers B. de B., G. L. K., A. R. en L. K., allen in de omgeving van de Maashaven woonachtig, meenden nu hun slag te kunnen slaan. De beide eerstge- noemelen huurden het aakscheepje. Anna Wiihelmiaa" af, onder voorwaarde, dat het 40 ton goed kon inladen, en de schipper kreeg last- in do Maashaven aan het -terrein van de Internationale Magn esiet werken ligplaats te nemen, l'ntussdhen verschaften do vier bootwerkers zioh toegang tob de- loods, na zich in verbinding gesteld te heb ben met- den waolitman F van \Y\, voor de surveillance, op het terrein aanwezig. Die man zou goeden uitkijk houden terwijl de- dieven hun slag sloegen. Nu maakten de bootwerkers een soort stelling, waarover zij de balen meel uit de loods langs een plank naar beneden kondon laten, glijden. Daarna werden de balen in het aaksoheep- je gedragen en opgestapeld. Reeds waren zoo 50 balen meel uit de loods naar de „An na Wilhelm!na" verhuisd, toen de rivier politie ter plaatse versoheen, om een on derzoek in te stellen. Haar had men ge waarschuwd, dat men aan de Maashaven op een verdachte wijze aan het meel laden was. De rivierpolitie vond er de bootwerkers niet, die allen een goed 'heenkomen had den gezocht, doch in de jassen van een paar hunner, die zij tijdens hun werk in de loods hadden opgehangen, werden gegevens ge vonden, die achtereenvolgens tot de arres tatie van de vier bootwerkers en den wachtsman hebben geleid. Do laatste is in •den afgeloopen nacht gegrepen. Allen zijn naar het bureau der rivierpolitie ge bracht, terwijl op de gestolen 50 balen meel beslag is gelegd. („X. R. CV). Een onmogelijke weg. Een dubbel stel rails voor een zeer druk verkeer met do electrische trams, daarnaast een smal gedeelte van nauwelijks drie me ter, zoodat een wagen juist kan passeeren, en een smal voetpaadje, indien het smalle onverhoogde stukje berm tusschen het be strate gedeelte en de wegsloot dien naam mag hebben. Langs de sloot om de zes meter nog dikke iepeboomen, jammer genoeg aan de noordzijde van den weg, zoodat deze zeer warm en onaangenaam zonnig i3. Het gedeelte tusschen de rails aan de zuidzijde is waarschijnlijk uit zuinigheid niet bestraat. Dit onbestrate gedeelte :s niet begaanbaar en ook gevaarlijk, omdat direct naast de rails de berm stijl naar de wegsloot afdaalt, en men voor van beide zijden aankomende trams geen tijd heeft zich te bergen. Stel u nu voor tram-treinen, soms wel drie groo- te wagens achter elkaar, met nog een goe derenwagen elkaar passeerend, een groote petroleumkar of verhuiswagen, mogelijk een auto, een paar in razend tempo voorbij-scliie.- tende motorfietsen en tusschen dit alles door nog fietsen en voetgangers, en ge hebt eenigszins een beeld van den Leidscben S'traatwcg tusschen Leiden en Ocgstgeest. Het is dan ook niet te verwonderen, da: er herhaaldelijk ongelukken gebeuren langs dezen onmogclijken weg. Geen. oogenblik voel je jezelf veilig, vooral niet bij avond, aangezien een behoorlijk verhoogd voetpad ontbreeCct en iiiervoor feitelijk ook geen ruimte zou zijn. Xog gisteravond, tegen zeven_ uren, scheelde hec geen haar of iemand was onder de tram geraakt, vlak te genover ,,t Postkof'. Door tegenstroom to geven kon de wagenvoerder nog net voor komen, dat de man, die leeds onder den wagen lag en reeds een emd medegesleurd werd, niet geheel overreden werd. Dezen keer liep het nog betrekkelijk goed af en kwam de man met den schrik en totaal ge scheurde kleeren er af. De wagenvoerder nam den man, die nog geheel ontdaan wns en moeilijk liep na dit ongeval, uit mede lijden mede op de tram naar Leiden. Het trampersoneel treft onder dergelijke omstan digheden geen schuld. En zoo gaat het dagelijks! Dat fietsers te gen elkaar op rijden of voetgangers aange reden worden, is reeds een zeer gewoon ver schijnsel maar onlangs was ik getuige van een typisch Hollandscli tafereeltje. Een be jaard boertje loopt rustig met een zak aard appelen op den nek. Yan den eencn kant komt een motorfiets aan en van de andere zijde een juffrouw op de fiets. .Juist bij heb boortje schiet nog een hondje over den weg. Do motorrijder, hond en boertje willende mijden, rijdt tegen do fietsende juffrouw op. Het boertje ligt languit op den weg met zijn hoofd op den zak, alsof het zoo behoorde, geflankeeid door motorrijder en fiets, en het hondje dat ook een klap schijnt te 'pak ken to hebben, jankt erbarmelijk cn 6leepb zijn achtergedeelte over do straat. Ik denk: nu schijnt het toch een drama te worden, en spoed mij uit mijn woning om hulp te ver- leeuen. Intusschcn is het boertje van den schrik bijgekomen cn heeft een zittende hou ding aangenomen. Ook de motorman en heb juffie krabbelen op. Wonder boven wonder loopt alles goed af. Het boertje strompelt op en vervolgt zijn weg, na zich een beetje afgeklopt te hebben. Motorrijder en juffrouw stappen weer op, na zich overtuigd tc heb ben, dat er niets aan de machines haperde, en eenige straatjongens gaan met het hond je naar d© sloot, om het met een badje wat op to frisschen. Even later verdwijnt ook nog liet hondje met krulstaartje opnieuw uitdagend in de hoogte. Het heelc geval heeft geen tien minuten geduurd en cchb Hollnndsch: er werden mogelijk geen tien woorden bij gesproken. En weer krioelt alles door elkaar, stoom- cn electrische trams, auto's, motorfietsen, fietsen, karren, Mnderwagens, voetgangers, enz. totdat or onvermijdelijk een ernstig ongeval gebeurt. Maar zullen wij nu dien weg niet in orde maken, voordat het zoover komt? Waarom niet de sloot gedempt, a-an één zijde van den weg, of mogelijk aan beide? Men zou zoo zeggen, dat dit de kosten dekt van al die grappige bruggetjes, waar wij, Leide- naars en omwonenden, zoozeer aan gehecht schijnen te zijn. Gemeente cn belanghebbenden moeten ook niet tc veel er "tegen op zien dergelijke uit ga-.en te doen, die toch eigenlijk meer een geldbelegging zijn. IVat toch is het geval? Indien men de gemeente aantrekkelijk weet te maken, door flinke, ruime en fraaio wegen, goede verkeersmiddelen, enz., zal het gehalte der bewoners vooruitgaan en dientengevolge zullen ook de financieële middelen der gemeente ruimer worden. Ook de waarde der perceelen zal alsdan voor uitgaan. Als voorbeeld zou men liier kunnen stellen de gemeente Heemstede, die er nieb tegen opzag een groot buitengoed te koopen en als wandelpark in te richten," wat zeer zeker die gemeente ten slotte ten goede zal komen. Een bezoek aan 't prachtige „Groe- nendaal'' i<» een ieder aan te bevelen. .Te vens kan men dan eens in oogenschouw ne men, hoe een-weg, voor het moderne vor keer ingericht, er uit kan zien. De gemeente Heemstede heeft namelijk nu van de gele genheid geprofiteerd om den Rijksweg langs „Groenendaal"' te moderniseeren. Met dank voor de verleende ruimte, Mijn heer de Redacteur, Ho gachtend, Een Oegstgeestenaar. (Nadruk verboden.) Volgende anekdote werd mij door den Amerikaan John Keriey meegedeeld cn soheen mij niet onbelaugrijk, om haar nog eens over te vertellen.- Keriey voer ik spre kende in: „Ik was juist uit Italië teruggekeerd on te Monte-Carlo afgestapt, waar ik eenige vrienden hoopte te treffen. „Op zekeren avond was ik in het Casino en nam aan de bank deel met het voornemen het spel te s-taken, zoodra de grijpvingers van den oioupier mij outaomon hadden, wat ik als uiterste verlies wilde wagen. Ik begon natuurlijk mot winnen; in een oogenblik was het honderd-frankstukje in een hoopje goudstukken veranderd. Het amuseerde mij het geluk te tarten, waarom ik telkens vijf goudstukken te gelijk inzette. Lang duurde mijn geluk niet en ik waagde mijn lantete goudstuk op zwart te zetten, dat reeds dertienmaal ■achtereen er uit ge komen was. Voor den veertienden keer lukte 't warempel toch nog een? cn 'fc was bijna mot- 'n eigenaardig gevoel van humeurigheid dat ik mij heenboog over den speler, die voor mij zot, om de gewennen twintig Louis d'or naar mij toe te strijken, toen ik, yan rochfc tegenover mij, 8en hand snel naar het goud zag grijpen. Ik staarde den dief aan, die met een zoo groote brutaliteit zich bloot gaf: het was een zeer iongei teere man. En het instinct van recht leeft zoo sterk iu ons, dat ik, die nog geen minuut geleden kriebe lig om mijn veine was, nu mij niet weerhou- kon om hardop te gillen: „Maar, me urt;, deze twintig Louis d'or zijn van mij I" Een dor medëspelcn'den, die mijn inzet had gezien, onderbrak den croupier, die juist de andere sommen ge Ids wilde uitbetalen. .-Zeker, veke.^ deze som la ran meneer hier!" „Mie heeft het geld weggenomen?" riep de oroupier luid. Fn zich tot mij wendende, vroeg hij ver- der; „Kunt. u don persoon aanwijzen, die winst heeft opgestreken?" Zeker!" antwoordde ik. Ik wilde direct met mijn hand uaar de plaats wijzen, waar ik het jonge rnensch opgemerkt had, toen ik tot mijn. pijulijko verbazing ontdekte, dat hij verdwenen was. Hoewel alles zich uitermate snel had toe gedragen, was or toch tijd genoeg* geweest om don dief het ontkomen gemakkelijk te maken in dc diohtsaamgepakte menigte rond om de speeltafel. Ik doorvorschte de enkele gezichten om mij heen en mompelde „Maar geen minuut geleden was hij daar nog ik kon den zin niet beëindigen, daar ik den dief plotseling direct in mijn nabijheid ontdekte. Hij was na zijn brutale slag naar mijn kant geschoven, waai* men hem het allerminst zou zoeken, en ik \oelde tegelijkertijd, hoe zijn liand mij bij mijn linkerarm vastgreep als om mij te verhinderen iets meer nog te zeggen. Onze blikken kruisten zich een oogenblikik' las met een soort helderziendheid, die der gelijke crisissen van uiterste gespannenheid vaak geven, een smoekend verlangen op zijn vaalbleek gezicht en ik ried tegelijkertijd ook. dat hij Amerikaan was, evenals ik. Hoe het kwam, dat ik die zekerheid had, kan ik niet zeggen, maar onwederstaanbaar onder- derging ik 'do zieleangsten van dit bijna nog kinderlijk uiterlijk; het was mij onmogelijk hem openlijk te brandmerken, wat, ondanks alles, misschien mijn plicht geweest zou zijn. Ik hoor nog, hoe ik hortend en stootend zeide„Stom eigenlijk van mij. Tk had veel meer op mijn qui vive moeten zijn ik zlo niet meer den man, die mijn geld mij ont nam." y.JJ reclameert dus vorder niet?" vroeg de croupier. „Xeen, niet. meer." Nauwelijks had ik deze woorden uitge sproken, of de vreemdeling liet, bijna aar zelend, zijn greep om mijn arm los. Wat echter nu volgde, kon ik nóg moeilijker begrijpen dan het voorafgaande. Ik had zooeven toegegeven aan een ge voel van medelijden voor den ongelukkige, wiens verwardheid duidelijk liet zien, dat hij geen langvinger van beroep was. Heb zou meer dan logisch geweest zijn, ala ik hem aansprak en trachtte de beweeg redenen tot den diefstal te weten. Maar juist het tegendeel had plaats. Nauwelijks h-ad ik door mijn uitspraak den jongen man gevrijwaard voor vervolging, of ik voelde een soort schaamte in me opkomen, alsof ik aandeel had in de een of andere eer- looze zaak en te gelijk een ontoorabare woede tegen den vreemdeling, die beslui teloos naast mij was blijven staan, bleek en bevond, en zonder moed om tot mij het woord te richten en vergiffenis te vra gen. Ik keerde mij heftig naar hem om en zacht, met een uitdrukking van groote min achting, die a/la eon zweepslag snerpte, siste ik in het Engelsoli„Get away —get away you d... rascal (maak dat je wegkomt gemeene schavuit, die je bent). Hij anlAvoordde niet. Een gloeiend rood kleurde zijn bleeke wangen, zijn lippen tril den, zijn oogen werden vochtig. Even aar zelde hij nogdan, met gebogen hoofd in groote schaamte en vertwijfeling, keerde hij zioh haastig om en baande zich blin delings een weg door de volle menigte. D-eze houding veranderde plots mijn mee ning over hem en in minder dan geen tijd was ik hem nagehold, om te trachten hem nog te spreken, hem misschien te helpen. Maar het. was vergecfsc-ho moeite; ondanks al mijn zoeken vond ik hem niet meer. Heeft u ooit in uw leven ondervonden wat het. zeggen wil, in iemands leven zijn „noodlot" te zijn geweest, of, beter ge zegd, hem in een meest-critisck uur ont moet. te hebben en door een toevallige handelwijze, door uw toedoen voorgoed een andere richting aan zijn leven, aan zijn toekomst gegeven te hebben? U zult dan kunnen begrijpen welk een groote plaats dit Casino-voorval voortaan in mijn gedachte innam. Het gezicht vol naam* loozen angst van den jongen man bleef mij steeds helder voor den geeste en heb ziel kundige raadsel liet mij niet los, dat voor mo in dit anders oninteressante avontuur verborgen lag. Welke beweegredenen had den dezen knaap want hij was eigenlijk niet meer dan dat, ook door zijn allures van „boy", die de jongelui van ons land zoo lang behouden tot dezen onteerenden diefstal aangezet? Waarom had hij juist mij tob zijn slachtoffer uitgezocht? Steeds verviel ik weer in dien pijnlijken toestand van tweeslachtige gevoelens, van toom en medelijden, die mij ook toen in de schitterende Casino-zaal dwong, tegelij kertijd den jongen man te vergeven en te brutaliseeren. Maar ik wil wel bekennen ook, dat, hoe wel deze herinnering mij nooit verliet, zij toch door den tijd ietwat verbleekte weken konden voorbijgaan, zonder dat ik aan het voorval terugdacht. In ieder geval, eer gisteren, bij een veiling van teekeningen van Burne Jones, bij Christie, was ik go- heel weg en totaal verdiept in mijn poging om een verrukkelijke schets, „de bruiloft van Psyche", te bemachtigen. Ik was be sloten de teekening te veroveren, mits mijn beurskracht het toestond, al ging het dan ook om de al of niet vervulling van een lievelmgswensoh van mij. Doch er schenen nog meer liefhebbers voor dit stuk in de zaal te zijn; van 40 guinjes geraakte men allengs óp 1000 en het bieden staakte nog steeds niet. Dit weerhield mij. er verder op in te gaan, en ik wendde mij reeds naar den uitgang heen. Opeens echter voel ik op mij twee oogen gericht, wat mij een zochten kreet ontlokte. Aan deze oogen had ik mijn dief uit Monte-Carlo herkend. Hij was een knap man geworden, krachtig en energiek, met aantrekkelijk uiterlijk. Alles duidde er op, dat het hem goed ging in do wereldzijn buitengewoon elegante kleeren verrieden verfijnde luxe, en groo te moeite had ik in het bedwingen van mijn lust hem aan te spreken. Op hetzelf de oogenblik draaide hij om en ging naar den hoek, waar de leiders der veiling zich bevonden. Ik voelde even een zwakken twijfel of ik mij ten slotte toch nog vergist zou hebben. Gedurende dit kleine voorvalletje ging inmiddels het opbieden door cn plotseling hoorde ik den vreemdeling do som van 20,200 guinjes roepen. Hij noemde zijn naam. Ik wil hem hier niet herhalenhij is van een zeer bekend man, met een reu- zenfortuin, dat door hem in de Zuid-Afri- kaansohe mijnen veroverd werd „En was hij werkelijk de dief van Mon te-Carlo?" vroeg ik, nu Kerk' een pauze maakte. „Ja, hij was het zelf. Toen ik gisteren uit den schouwburg thuiskwam, vond ik de teekening van Burne-Jones en tevens een brief, liien ïk' u toönen wil." Hij is in hooge mate dat, wat wij met trots „Ameriknansch" noemen." En hij las mfl den brief voor, waarvan ik later een afschrift heb gevraagd en dien ik hier in juiste vertaling voorleg: „Vaarde Heer. U is zeker de sora vergeten, die vóór twaalf jaren in Monte-Carlo u door een jongmensch werd ontstolen, doch dat zelf ieder oogenblik van zijn leven zich deze 'gebeurtenis herinnert Want dank zy dit geld en de les, die hjj ontving, werd !de jonge man 'degeen, die hij nu is, en wat hy door straffen arbeid is geworden. Het zou te veel zijn, u alles te vertellen. ;Weet alleen, dat 'de jonge man toen geen cent olp eak' had, nadat hy met een aanzien lijke som was aangekomen, die hem echter niet toebehoorde. De manier, waarop urnet hem heeft gehandeld, door hem een zwaar misdrijf te Vergeven, doch tegelijkertijd hemi al de schande te laten voelen, hebben in zyn gedachtengang een algeheelen ommekeer teweeggebracht. Denzelfden avond is liij nog naar Londen afgereisd, vast besloten zijn le ven door ernstigen arbeid te vernieuwen en ook om zooveel te verdienen, dat hy zijn eerste 'schuld kon te niet doen. Daarna werkte hij voor zichzelf en het lot W3S hem gunstig en zegende zijn ondernemen. Ondanks zijn toenemenden rijkdom, be treurde hij het bijna dagelijks, dat hy niets van u afwist, noch uw naam, noch uw be roep of woonplaats kende, en hy u niet zyn schuld 'kon afdoen. Het toeval van eer gisteren bracht hem u nader, en ik bid y, hooggeachte Heer, bijgaand stuk te willen aanvaarden. Ik ben u feitelijk veel meer. schuldig, want zonder uw goedheid en in zicht zou rnijn leven wellicht een heel an tieren draai 'genomen hebben. Ik voeg er nog aan toe, dat ik sedert twaalf jaren een juiste verrekening van de betreffende souï heb opgemaakt, welke mij door u was ge laten. Ik heb liaar nuttig kunnen omzet ten, zoodat zy heden honderd tweemaal 'grooter is dan die vier en tachtig dollars, welke ik in Monte-Carlo u ontnam. Maar misschien zoudfc u aanstoot vinden in een dergelijke berekening. Daarom hoop ik, dat) u in mijn innig gemeend ver zoele, bygaand stuk te willen aannemen, slechts een zwak bewijs van mijn dank wilt zien. Ik toeken mij. als de u Steeds erkente lijke „ïk Verzwijg u den naam," beëindigde Keriey. Maar weet u. in dezen brief ligt verborgen het leven van een man. een mannetjes-kerel! Toen ik zijn brief gelezen had, was mijn eerste gedachte, hem het magnifieke stuk terug te bezorgen. Maar bij herlezing, leek het mij toch beter, dat ik het ge- schonkene behield, te meer, daar het toch' maar bij my in een soort bruikleen is Se dert geruimen trjd n.l. is mijn testament go- maakt, waarin ik myn kleino schilderijen- verzameling aan mijn vaderstad vermaakt Het lpt deed mij er tot dusver niet lu wonen, doch na mijn dood zal ik er jlaui toch eenigszins in leven. En nietwaar, goed burger en goed. patriot te zijn, Ls immer^ ook eou kunst?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5