Nederland en de Oorlog. u\ 17008 Maandag O Augustus. Tweede TBlacl. Ao UIT ONS LAND. FEUILLETON. Carrière. LEIDSCH UIT ONZE STAD. STEUNCOMITÉ LEIDEN, Oorlogstoestand 1914. In de afgeloopen week meld den zioh om steun aan. 5 pers. Maakt met het totaal der vorige week ad t 3217 3221 pers. ,Tot 31 Juli waren «behandeld 2456 aanvr. In de afgeloopen week kwa men in behandeling 2 2458 aanvr. «Buitendien waren op eerste aanvrage afgewezen K .710 pers. In de afgeloopen week >t 714 pers. iTlians worden nog ondersteund 219 pers. OPROEPING LANDSTORM. De landstormphchtLgen van de 'jaarklasse 1915 zullen worden opgeroepen om in werke lijk en dienst te komen op Dinsdag 24 dezer (voor Drente op Woensdag 25 dezer). Die van de jaarklasso 1914 en 1913 (per sonen, geboren in 1894 of 1893), welke op 20 dezer tot den landstorm komen tei behooren, zullen eerst later behoeven op &s komen, waarschijnlijk die van de jaar- klasse 1914 in het begm van October en 'die van de jaarklasse 1913 een maand later, in verband hiermede beva't het Stsbf. No. 369 een Kon. besluit van den 5den dezer betreffende nadere uitbreiding van den Iand- str .m, waarbij bepaald wordt: .Van 20 dezer af behooren ook tot dén landstorm voor zoover zij alsdan niet reeds daartoe behooren de personen, be doeld in <art. 1 der we>t van 31 Juli 1915 (Stsbl. No. 345), die zijn geboren in 1894 of in 1893. Bij de inschrijving voor den landstorm] ,Van deze personen kan worden afgeweken van de bepalingen van het Landstorm-besluit, voor zoover dit door den minister van oorlog wordt bepaald. De minister van oorlog heeft bepaald, dat alle prbeiders, losse zoowei als vaste, die werkzaam zijn bij de artillerie-inrichtin gen aan de Hembrug, gedurende Kun dienst verband, vrijgesteld zijn van de bepalingen van de nieuwe Landstormwet. Zoodra zij echter uit die betrekking ont- l elaig nemen of dit krijgen, is de wet ook op hen van toepassing. MAXIMUMPRIJS INLANPSGHE ROGGE. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel maakt bekend, 'dat hij, in aanslui ting aan zjjn circulaire van 9 Augustus hoert besloten den maximum-prijs voor in- Iandsche rogge te stellen op f8 per H.L. van 70 K.G., franco ter plaatse waar, men gewoon is af te leveren. Voor handelaren en commissionairs kan de gebruikelijke provisie van 5 cent per, !H,.L. berekend worden. AANGIFTE VAN TEN UITVOER BESTEMDE GOEDEREN. a Het „StsbkU No. 370, bevat één Kon. besluit van den 7den dezer, houdende be palingen omtrent de aangifte van ten uitvoer bestemde goederen. t MOBILISATIE-TOELAGE. Van en met 16 Augustus a'. s. zijn de be dragen bg nachtverblijf buiten de stand plaatsen voor de ongehuwden als volgt be paald: opperofficieren ƒ2, hoofdofficieren I, subalterne officieren f0.50, Onderoffi cieren boven den rang van sergeant-majoor, ^opperwachtmeester) f0.25, overige onder officieren fO.10, korporaals en minderen *0.10. li h VERZOEKEN OM AUDIËNTIE. In verband met liet groote aantal verzoe ken van dienstplichtigen, om in audiëntie to worden ontvangen, kan door den minister, van Oorlog, gedurende de buitengewone tijdsomstandigheden geen audiëntie worden verleend. Den commandanten 'der onderscheidend korpsen en onderdeel en daarvan, wordt mits dien verzocht, aan hun önderhebbende mi litairen, die den wensch 'te kennen geven om op audiëntie te gaan, mede te deelen, dat zij hun belangen alleen schriftelijk aan den minister kunnen voordragen. WAT DE ONZIJDIGEN VOOR DEN VREDE DOEN KUNNEN. In liet Julinummer van „The International Renew" komt een artikel voor van prof. Walthcr Schücking uit Marburg dat, ook in verband (met 't Donderdag genomen, besluit van den Ned. Anti-Oorlog Raad om aan te dringen op een Conferentie van Onzijdigen, de bijzondere aandacht waard is. Het artikel van prof. Schücking is een antwoord op de beschouwingen van Ramsay Macdohald in het vorige nummer, waarin deze voorstelde, dat do Regeeringen van alle oorlogvoerende landen openlijk hun vredesvoorwaarden zul len bekend maken. Prof. Schücking wijst in zijn antwoord op do bijzondere moeilijkheden, die een derge lijke stap voor de oorlogvoerende stat-on zou inhouden. Het schijnt hem onmogelijk in den tegcnwoorchgen toestand van de Duifc- sche Regeering te verwachten, dat zij uit zich zelf en door middel van een onzijdige proclamatie officieel haar vredesvoorwaar den zou bekend maken. De eenige mogelijk heid om tot den vrede te geraken is vol gens prof. Schücking gelegen in pogingen van de neutrale staten. Gedachtig aan de economische schaden, welke de onzijdige staten door dezen oorlog te lijden hebben, kan niemand hun het mo- reelo recht betwisten, hun stem te doen hooren over het vraagstuk van den vrede, te meer daar het voor hen van het grootste be lang is dat de oorlog zoo spoedig mogelijk tot een eind gebracht wordt. Het is dus aan de neutralen dezen vrede voor te bereiden. Om te beginnen is het van het grootste belang, voor de stemming der oorlogvoerende landen, dat de nieuwsbladen uit de onzijdige landen, die ook in Duitsch- land gelezen worden, voortgaan met het licht te werpen op het zinlooze van het drama, dart zich voor hun oogen afspeelt en de bittere tragedie hiervan. Het beste, wat gedaan kan worden, zou zijn een volkomen vrij en onafhankelijk co mité samen te stellen van personen van groote boteekenis ©n internationale bekend heid, een comité, waarin zooveel mogelijk allo neutrale landen zouden vertegenwoor digd zijn. Dit comité, waarvan de juiste samenstel ling vooral van gewicht zou zijn, zou in de eerste plaats inlichtingen moeten trachten in te winnen omtrent de allervoornaamste doeleinden, die de o'orlogvoerende staten op het oog hebben. Dan zou het comité moeten onderzoeken, of en in hoeverre deze doeleinden zich aan pasten aan den militairen toestand en hoe zij staan ten opzichte van de Europeesche belangen voor het verkrijgen van een duur- zamen .vrede. Reeds door van dit. gezichtspunt uit te gaan, zouden alle fantastische annexatie plannen van Europeesch grondgebied met inwoners die een andere taal hebben, hun weg naar de prullemand vinden wenschen voor grensverbeteringen, hetzij om strate gische of om nationale redenen, en voor be scherming van de vrijheid dor zeeën, zou den daarentegen nauwkeurig overwogen worden, als basis van mogelijke praktische oplossingen en ten slotte zou zonder twijfel een gelijkheid van belangen wel bereikt wor den. Wanneer Duitschland b.v. den waarborg kreeg, dat rijn overzeesche hand'el nooit weer door ruw geweld zou worden lam geslagen, dan zou men van Duitschland kunnen en moeten verwachten, dat het van zijn kant zijn oorlogsbewapening zal beperken binnen zekere vooruit vastgestelde grenzen. De leden van het comité zouden moeten trachten do goedkeuring van hun onzijdige regeeringen te verkrijgen op de uitkomsten van hun werkzaamheden en alle regeeringen zouden dan gezamenlijk deze voorstellen} aan do oorlogvoerenden moeten voorleggen. Yan de oorlogvoerenden wil niemand het initiatief tot vredesvoorstellen nemen uit angst een indruk van zwakheid te maken. Een voorstel van één aer onzijdige landen zou argwanend worden opgenomen. Slechts een door zoo mogelijk alle onzijdige staten gedaan voorstel zou de noodige kracht be zitten. Mochten de onzijdigen er in slagen dit tot stand te brengen, zij zouden zich on- sterfelijken roem verwerven in de achting der menschheid. AAN DE NEDERLANDSCH-DUITSCHE GRENS. Dezer dagen maakten twee dames, die in Winterswijk in een hotel logeerden, een u't- stapje per fiets langs den Kottenschen weg. Door onbekendheid met de juiste ligging van de Duitsche grens, werd deze overschre den. Men begrijpt dus den schrik der twee dames, toen ze door dc Duitsche grenswacht werden aangehouden en naar Stadt Lohn vervoerd. Yan spionnage is geen sprake. Al licht zullen de dames met een paar dagen wel weer naar hier komen en worden ze vastgehouden, omdat ze de grens hadden overschreden, zonder van een pas voorzien te zijn. PRIJZEN LEYENSMIDDELEN. Door het Alg. Ned. Werklieden-Yerbond is volgens de „Werkmansbode"' een adres aan den minister van Landbouw gericht, waarin gezegd wordt lo. dat in deze abnormale toestanden de Regeering liet in haar macht heeft over de binnenlandsche producten te beschikken 2o. dat het tot dc bijzondere taak der Re geering behoort, den druk der tijden zooveel mogelijk voor de bevolking te verzachten; 3o. dat de Regccring dat kon bereiken door voor de bevolking tegen billijke prijzen beschikbaar te stellen alle levensmiddelen, in het bijzonder naast het brood, aardap pelen, groenten, vleesch, spek, vet, grutters waren en visch. Ten slott-o wordt het vertrouwen uitge sproken, dat de minister aan den roep tot meerderen steun in deze der arbeidende be volking van Nederland gehoor zal geven en het daarheen zal leiden dat aan dc billijke wenschen gevolg zal worden gegeven. Maximum-prijzen en wat ;lies sneer zij. Yergun mij voor een enkele maal een plaatsje in Uw blad. Bij voorbaat mijn dank. Als men zoo rondziet in dezen abnor- malen tijd, is er een st'jgende ontevreden heid te bemerken in verschillende lagen der bevolking, mijns inziens, niet ton onrechte. De handhaving van den maximum-prijs hij den een, de niet-handhaving bij den ander. Over dit onderwerp een enkel woord of liever een vraag. Is dc gemeen schap da-ar wel een dienst mee bewezen of afdoende mee geholpen? Ik geloof van heel niet. Waarom niet? Omdat maxi mum-prijzen niet anders te handhaven zijn dan door geweld en onbillijkheden. Een voorbeeld. Een landbouwer of melkboer brengt vijf vaten boter op de markt in Leiden en wordt gedwongen ze voor maximum-prijs af te staan, is 72% cent per pond. Dat is 100 procent van wat hij produceert; daarentegen kunnen fabrie ken een 70 procent naar buitenland sturen voor veel hoogeren prijs, terwijl de overi ge 30 procent niet cp de markt te zien' komt, maar voor een gedeelte (zie Uw blad) in margarine-vaten de grens passeert.. Met de kaasprijzen is het niet veel an ders. Voor den werkman is kaas niet te bereiken. Waarom heft onze Regeering geen tamelijk hoog uitvoerrecht op ver schillende artikelen? Dat was toch heel wat beter voor haar zelf en 't algemeen! Op de markt worden varkens verkocht voor 47 cents per pond, waarvan de helft naar het buitenland gaat voor minstens 57 cents per pond. Kan onze Regeering dan niet 20 cents per pond uitvoerrecht heffen, waardoor de markt nog zoo komt' te staan, dat het bedrijf rendeeren kan? Met uitvoerrecht op varkens en kaas,- en aardappelen, enz., is veel meer te be reiken dan tijdelijk uitvoerverbod. Dan komt het toch in handen van den groot handel, die bij opening van de grens zijn slag slaat. .In normale tijden heft Duitsch land onze kaas 18 cents per kilo invoer recht, wat niet belet, dat de kaas toch' naar Duitschland verkocht wordt. Zou onze Regeering dan niet een tijdelij ke heffing van uitvoerrecht kunnen eischen' in het belang der gemeenschap, waardoor, de bedrijven toch nogal loonend kunnen blijven Naar schatting gaat dagelijks 100.000 kilo' kaas de grens overdaar kon voor onze Regeering gemakkelijk 20.000 gulden mee ontvangen worden, dat wil toch ook nogal wat zeggen in een tijd van zulke groote uitgaven als zij te doen heeft. Dan hadden' wij gsen maximum-prijzen en ook geen Regeeringsvarkens noodig en markt bleef vrij. Middenstanders en arbeiders hebben beiden hier dezelfde belangen voor te staan. Voorstanders van vrijhandel kunnen tijdelijke invoerheffing als nood maatregel nooit afkeuren, waardoor bui tensporig hooge winsten in 's Rijks kas vloeien, die dat zeer noodig heeft. Ook de plaatselijke pers kan in die richting veel meer propaganda maken, als zij werkelijk algemeene belangen dienen wil. Wat uit het buitenland naar ons toe komt (bijvoorbeeld steenkolen) moeten wij voor hoogen prijs accepteeren, maar wat bij ons in overvloed aanwezig is, dient voor matigen prijs beschikbaar te blij ven en dat wordt door maximumprijzen niet, wel door uitvoerrecht. Uw dienaar, BRAM SMIT, Alphen. door ALFRED BRIE. (Nadruk verboden). x De directeur van het Eden-theater rende door zijn kamer heen en weer als een dolgeworden stier. De nieuwe operette, die hij ten koste van groote fina-ncieele opofferingen verkre- /gen en schitterend gemonteerd had, had een volmaakt fiasco geleden en hot ergste van alles was, dat dit aan eigen schuld te wij- j ten viel. Hoe had hij zich toch'kunnen laten ver leiden de hoofdrol uit goedmoedigheid toe te vertrouwen aan een jong beginneling? Stellig. Lóonie Bach was een pracht van 'een tooneel verscliij ni ng^, en de annonces ;ovcr haar optreden als soubrette hadden in de deftige kringen, waartoe zij tot dus- J ver had behoord, oen geweldig opzien g&- wekt, maar dit alles was toch niet bij mach- te, om haar dadelijk op een eerste plan te zotten, haar eon rol toe te vertrouwen, die zoowel voor zang als voor tooneëlspeelkunst de meest geroutineerde tooneelkennis yor- derde. Hoe veelbelovend ook het begin geweest was, hoe warm ook hot publiek de debu tante bij haar eersteoptreden ontvangen had, in den loop van den avond schoot zij geheel en al te kort; haar kleine stem was niet in staat tc voldoen aan de aan haar 'gestelde eischen en in de war gebracht cioor .steeds meer duidelijk wordende koelere 'houding van het publiek, was zij amper m staat geweest haar rol tot het einde toe vol 'te houden. Zooals gezegd, de met zooveel reclame, mot zoo groote kosten opgezette operette, was een volledig fiasco geworden en alle. spijt en alle verbittering van den ■rn zijn vewaebtingen toleurgestelden direc teur, ontlastten zich nu op het jonge debu tante, dat in rijn kamer tegenovpr he-rn had 'fcLaats genomen. ,.Ja, juffrouw, wat helpt mij dat nu, als al zegt oiet voor deze rol u geschat te ffteelen Dat hadt u te voren dienen te we ten u hadt bij mij niet zoo mogen aandrin gen, waardoor ik, stomme ezel, zwichtte en uw 'ver yxiek inwilligde! Wat moet ik nu be ginnen? Als ik werkelijk de rol van u aan een ander geef, dan blijft het publiek toch, om de slechte critieken over u, argwanend en een flink succes blijft uitgesloten U behoeft zich ten slotte de zaak niet zoo bar aan te trokken, want uw vriend en be schermer, de heer Schuch, zal u, ondanks uw mislukt debuut, niet in den steek laten. U heeft ten slotte toch uw doel bereikt, uw naam is in wijderen kring bekend geworden, en ik, ik alleen ben dc man van de rekening, ik'}- „Maar, asjeblieft, meneer de directeur", viel hom Léonie Bach, oen jong, slank per- soontj c met pittig gezichtj e, in de rede „Asjeblieft, tegenover mij behoeft u toch geen comedie te spelen; alsof ik niet pre cies zou weten, dat mijn vriend en bescher mer, zooals u hem belieft to noemen, dat meneer Schuch u voor alle mogelijke even tualiteiten te voren niet reeds schadeloos heeft gesteld I En u zult toch tegenover mij niet willen volhouden, dat u slechts alléén ideale kunstbelangen behartigtIk zie daar om mot genoegen af van een verder optre den; maar ik moet u echter verzoeken mij verder hier geen scènes te maken, ik zou mij gedwongen zien moneer Schuch van uw min der aangename houding op de hoogte te brengon en dan zou ik wel niet degene zijn, die de schade er van droeg!" „Maar, lieve dame, ik bid u, leg mijn woorden toch niet zoo op een weegschaaltjeI Zeker, zeker, ik ben door de beminnelijke te gemoetkoming van menoor Schuch van alle financiecle zorgen ontlast, maar de paam van mijn gezelschap staat op het speL Ik weet werkelijk nog niet, hoe ik do misluk king van gisteravond goedmaken kandoch niettemin kunnen wij toch wel als goe1 vrienden scheiden. Groet meneer ScHuch vriendelijk van mij en wcos verzekerd, dat ik hardgrondige spijt gevoel over deze te leurstelling Langzaam, geheel vervuld van eigen ge dachten, liep Léonie Bach op haar woning toe. De zelfbewustheid, aangenomen tegen over den directeur, was geweken voor een diepe neerslachtigheid. Wat zou rij nu beginnen? Hoe zou Frita Schuch haar te gemoot komen? Zij wist, dat hij haar liefhad het was absoluut onzelf zuchtige belangstelling geweest, die hem er toe had gebracht haar tooneolloopbaan te ondersteunen. Toen zij nog de veelgezochte, eenige doch ter van den gefortuneerden groot-financier Eduard Bach geweest was, had Frits, haar oude jeugdkameraad, haar reeds zijn liefde duidelijk genoeg getoonddoch toen gingen haar cischen veel hooger uit. En Toen daarna het ongeluk plaats greed, het huis Hansi Bach Co. failleerde, en zij de minder benijdenswaardige rol te spelen kreeg om als het aantrekkingspunt voor de jeunesse dorée te dienen, die in het huis van haar vader dikwijls een klein hazardspel intro duceerde, was Frits de eenige geweest, die haar steeds met dezelfde achting te gemoet kwam, die haar, na den dood van Haar vader mot raad en daad steunde en haar een en gagement bij het Eden-theater mogelijk had gemaakt Dergelijke overpeinzingen hielden haar bezig, toen zij haar huis naderde zij vond Frits Schuch reeds op haar wachten, die haar wilde (troosten na den mislukten vo- Tigen avond. Tot rijn verbazing scheen rij hem niet terneergeslagen maar opgewekt, bekoor lijk en beminnelijk. Ik -verheug mij werkelijk van ganseher harte, Léonie, -dat je die zaak zoo weinig tragisch opneemt! Wat is er per slot van Tekening ook verloren Mijn vriend Robins- ky, die hof-acteur ,die gisteravond je debuut bijwoonde, zed mij directe na je optreden, dat je bier op een verkeerd plan stond, dat jouw; ricthdng in hot salon-blijspel en dn het Fransch© zeckmstuk lag!" „Salon-dame, dat as haar lijn!" zei de hij. „Dus Mnd, niet waanhopen, Robinsky hoeft rich bereid verklaard je verdere ont wikkeling op zich te nemen, en het doel van mijn; bezoek van nu beoogt alléén om oil héb verdere met je af te spreken. Ik moet toeval lig dn de eerstvolgende dagen naar Parijs en zou daarom to voren graag het een en ander biet je onder de oogen zien'. ,)Q(a jé naar Parijs?" vroeg Lóonie,ter wijl rij hom met een diepen blik aanzag. „Wat zou jé er van zeggen, Frits, als je mij meenaan Dan was ik direct dA&r, waar ik op de allerbeste manier mijn studiën kan voltooien, en-.." „Léonie, son je dat wallend" onderbrak Frits haar entstuimig. En toen zij hem, in plaats van alle antwoord, lachend haar kleine hand reikte, trok hij haar naar zich toe en gaf haar oen kus. II. In het zaaltje van heft- kunstenaars-oafé zat op zekeren dag een vroolijk gezelschap bij een morgendrank bijeen. De directeur van den stadsschouwburg, Stillfried, had zijn intimi uitgenoocligd tot een vóór-viering der première, die bij hom 's avonds zou plaats vinden. „Ik verzekor je, Schichau" sprak hij tot den kunstverslaggever va«n oen der eerste dagbladen, terwijl hij zijn blonde snor opstreek, „ik verzeker je, vanavond zul je eens wat zien'Ik geef tien flesc-h oliam- py, als dèt niet „het" stuk van dit sei zoen zal worden. Ik heb mij van een kracht weten te verzekeren, neen maar! E.erstc- rang hoorEen schoonheid ook nog De ge heel© heerenbende zal niet te houdlen zijn rij is een Parijsche. Nu, jö zult zelf kunnen oordoelen. Maar vraag cr baron Steineck maar ee-na -naar; -dlie heeft mij op dit ju weel attent gemaakt!" „U heeft reusachtig geboft, moneer de di recteur, dat u dio stor naar Berlijn hebt kunnen heenvoeren," viel de baron bij, oen geblaseerde „Lebemann", van ruim veer tig jaar. „U moet toch zoot gewikst zijn, om Margot Léonie over te kunnen halen naar hier te komen. De aanlokkelgkste aan biedingen heeft zij afgeslagen. „Liever dood, dan in Berlijn", was steeds haar refrein. „Ja, ja, je moet de kunst van met vrou wen om te gaan, maar kennen! H n'y a que le premier paa qui coüteMaar pardon, heeren, ik moet u nu verlaten. Wo rien elkaar dus vanavond na afloop der voor stelling weer. Adieu!" Het scherm was op liet tooneel voor de allerlaatste maal gevalllen, nadat er onder niet te stuiten applaus van het opgetogen publiek tallooze malen was „gehaald." De première had een ongekend succes behaald en Margot was ontelbare malen voor het voetlicht teruggeroepen. In den feestelijk-verlichten foyer kwamen, de een na den ander, de oude theater- habitués bgéén, die de directeur, zeker zijnde van zgn succes, te voren voor een souper; had uitgenoodigd; vol spanning zagen allen uit naar het verschijnen der groote „ster". Eindellijk arriveerde aan de zijde van den' directeur, die keurig g-erokt en voorzien was van zijn rozet van het Legioen van Eer, Margot Léonie. Ruischend in haar. kostbaar gewaad van kant en zijde, de bekoorlijke gestalte half gc-huld in een witten damast-zijden mantel, trad zij de zaal in, nog verlckkender nu, met haar eigen zwarte krulhaar, dan straks op het tooneel onder de roodblonde pruik. „Ah! U daar, meneer Steineck," keerde zij zich tot den baron, die onmiddellijk op haar toe was gesneld. „Dat hadt u cok wel nooit gedroomd, mij in Berlin te begroeten?" „Zeer zeker, neen; mijn stoutste verwach- tingen zijn overtroffen! Wanneer mag ik mij toestaan ,u in uw woning te bezoeken, om herinneringen uit dien schoenen Parij- schen tijd uit te wisselen?" „Het spijt mij, baron, maar ik woon nog in het hotel en moet nog omzien naar een mij passende woning." „Zoo. zoo, is u nog zonder dak," lachte Steineck. „Zou ik mg, als oude vriend, mo gen permitteeren ,u mijn villa, die op het oogenblik onbewoond is, aan te bieden?" „Maar, meneer Steineck, ik kan toch wer kelijk niet „Waarom niet, Margot, ou revient teu- joursMag ook ik liopen?" „Goed, goed dan, ik neem aan „Staat u mij toe, juffrouw Léonie," viel plotseling Stillfried iu, „u één uwer warme vereerders voor to stellen, meneer Friiz Schuch." Margot koerde zich langzaam maar den haar voorgestelden heer om, die in de grootste verwarring even 'terugweek. „Lécnie," mompelde hij iussclien do tan den. „Ik had reeds het voorrecht eens ooit in Parijs kennis met u Je maken," zei hij vlug-govafr „Dat kan zijn," antwoordde Margot koud, „maar herinneren doe ik hot mij niet. U neemt mij niet kwalijk?" En 21'ch om draaiend, nam zij don arm van den directeur, die haar verder rondleidde ont de overige gasten aaa haar voor te steden x

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5