Nederland en de Oorlog.
u\ 17008
Maandag O Augustus.
Tweede TBlacl. Ao
UIT ONS LAND.
FEUILLETON.
Carrière.
LEIDSCH
UIT ONZE STAD.
STEUNCOMITÉ LEIDEN,
Oorlogstoestand 1914.
In de afgeloopen week meld
den zioh om steun aan. 5 pers.
Maakt met het totaal der
vorige week ad t 3217
3221 pers.
,Tot 31 Juli waren «behandeld 2456 aanvr.
In de afgeloopen week kwa
men in behandeling 2
2458 aanvr.
«Buitendien waren op eerste
aanvrage afgewezen K .710 pers.
In de afgeloopen week >t
714 pers.
iTlians worden nog ondersteund 219 pers.
OPROEPING LANDSTORM.
De landstormphchtLgen van de 'jaarklasse
1915 zullen worden opgeroepen om in werke
lijk en dienst te komen op Dinsdag 24 dezer
(voor Drente op Woensdag 25 dezer).
Die van de jaarklasso 1914 en 1913 (per
sonen, geboren in 1894 of 1893), welke
op 20 dezer tot den landstorm komen tei
behooren, zullen eerst later behoeven op
&s komen, waarschijnlijk die van de jaar-
klasse 1914 in het begm van October en
'die van de jaarklasse 1913 een maand later,
in verband hiermede beva't het Stsbf. No.
369 een Kon. besluit van den 5den dezer
betreffende nadere uitbreiding van den Iand-
str .m, waarbij bepaald wordt:
.Van 20 dezer af behooren ook tot dén
landstorm voor zoover zij alsdan niet
reeds daartoe behooren de personen, be
doeld in <art. 1 der we>t van 31 Juli 1915
(Stsbl. No. 345), die zijn geboren in 1894
of in 1893.
Bij de inschrijving voor den landstorm]
,Van deze personen kan worden afgeweken
van de bepalingen van het Landstorm-besluit,
voor zoover dit door den minister van oorlog
wordt bepaald.
De minister van oorlog heeft bepaald,
dat alle prbeiders, losse zoowei als vaste,
die werkzaam zijn bij de artillerie-inrichtin
gen aan de Hembrug, gedurende Kun dienst
verband, vrijgesteld zijn van de bepalingen
van de nieuwe Landstormwet.
Zoodra zij echter uit die betrekking ont-
l
elaig nemen of dit krijgen, is de wet ook
op hen van toepassing.
MAXIMUMPRIJS INLANPSGHE ROGGE.
De minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel maakt bekend, 'dat hij, in aanslui
ting aan zjjn circulaire van 9 Augustus
hoert besloten den maximum-prijs voor in-
Iandsche rogge te stellen op f8 per H.L.
van 70 K.G., franco ter plaatse waar, men
gewoon is af te leveren.
Voor handelaren en commissionairs kan
de gebruikelijke provisie van 5 cent per,
!H,.L. berekend worden.
AANGIFTE VAN TEN UITVOER
BESTEMDE GOEDEREN. a
Het „StsbkU No. 370, bevat één Kon.
besluit van den 7den dezer, houdende be
palingen omtrent de aangifte van ten uitvoer
bestemde goederen. t
MOBILISATIE-TOELAGE.
Van en met 16 Augustus a'. s. zijn de be
dragen bg nachtverblijf buiten de stand
plaatsen voor de ongehuwden als volgt be
paald: opperofficieren ƒ2, hoofdofficieren
I, subalterne officieren f0.50, Onderoffi
cieren boven den rang van sergeant-majoor,
^opperwachtmeester) f0.25, overige onder
officieren fO.10, korporaals en minderen
*0.10. li h
VERZOEKEN OM AUDIËNTIE.
In verband met liet groote aantal verzoe
ken van dienstplichtigen, om in audiëntie
to worden ontvangen, kan door den minister,
van Oorlog, gedurende de buitengewone
tijdsomstandigheden geen audiëntie worden
verleend.
Den commandanten 'der onderscheidend
korpsen en onderdeel en daarvan, wordt mits
dien verzocht, aan hun önderhebbende mi
litairen, die den wensch 'te kennen geven
om op audiëntie te gaan, mede te deelen,
dat zij hun belangen alleen schriftelijk aan
den minister kunnen voordragen.
WAT DE ONZIJDIGEN VOOR DEN
VREDE DOEN KUNNEN.
In liet Julinummer van „The International
Renew" komt een artikel voor van prof.
Walthcr Schücking uit Marburg dat, ook in
verband (met 't Donderdag genomen, besluit
van den Ned. Anti-Oorlog Raad om aan te
dringen op een Conferentie van Onzijdigen,
de bijzondere aandacht waard is. Het artikel
van prof. Schücking is een antwoord op de
beschouwingen van Ramsay Macdohald in
het vorige nummer, waarin deze voorstelde,
dat do Regeeringen van alle oorlogvoerende
landen openlijk hun vredesvoorwaarden zul
len bekend maken.
Prof. Schücking wijst in zijn antwoord op
do bijzondere moeilijkheden, die een derge
lijke stap voor de oorlogvoerende stat-on zou
inhouden. Het schijnt hem onmogelijk in
den tegcnwoorchgen toestand van de Duifc-
sche Regeering te verwachten, dat zij uit
zich zelf en door middel van een onzijdige
proclamatie officieel haar vredesvoorwaar
den zou bekend maken. De eenige mogelijk
heid om tot den vrede te geraken is vol
gens prof. Schücking gelegen in pogingen
van de neutrale staten.
Gedachtig aan de economische schaden,
welke de onzijdige staten door dezen oorlog
te lijden hebben, kan niemand hun het mo-
reelo recht betwisten, hun stem te doen
hooren over het vraagstuk van den vrede, te
meer daar het voor hen van het grootste be
lang is dat de oorlog zoo spoedig mogelijk
tot een eind gebracht wordt.
Het is dus aan de neutralen dezen vrede
voor te bereiden. Om te beginnen is het van
het grootste belang, voor de stemming der
oorlogvoerende landen, dat de nieuwsbladen
uit de onzijdige landen, die ook in Duitsch-
land gelezen worden, voortgaan met het
licht te werpen op het zinlooze van het
drama, dart zich voor hun oogen afspeelt en
de bittere tragedie hiervan.
Het beste, wat gedaan kan worden, zou
zijn een volkomen vrij en onafhankelijk co
mité samen te stellen van personen van
groote boteekenis ©n internationale bekend
heid, een comité, waarin zooveel mogelijk
allo neutrale landen zouden vertegenwoor
digd zijn.
Dit comité, waarvan de juiste samenstel
ling vooral van gewicht zou zijn, zou in de
eerste plaats inlichtingen moeten trachten
in te winnen omtrent de allervoornaamste
doeleinden, die de o'orlogvoerende staten
op het oog hebben.
Dan zou het comité moeten onderzoeken,
of en in hoeverre deze doeleinden zich aan
pasten aan den militairen toestand en hoe
zij staan ten opzichte van de Europeesche
belangen voor het verkrijgen van een duur-
zamen .vrede.
Reeds door van dit. gezichtspunt uit te
gaan, zouden alle fantastische annexatie
plannen van Europeesch grondgebied met
inwoners die een andere taal hebben, hun
weg naar de prullemand vinden wenschen
voor grensverbeteringen, hetzij om strate
gische of om nationale redenen, en voor be
scherming van de vrijheid dor zeeën, zou
den daarentegen nauwkeurig overwogen
worden, als basis van mogelijke praktische
oplossingen en ten slotte zou zonder twijfel
een gelijkheid van belangen wel bereikt wor
den.
Wanneer Duitschland b.v. den waarborg
kreeg, dat rijn overzeesche hand'el nooit weer
door ruw geweld zou worden lam geslagen,
dan zou men van Duitschland kunnen en
moeten verwachten, dat het van zijn kant
zijn oorlogsbewapening zal beperken binnen
zekere vooruit vastgestelde grenzen.
De leden van het comité zouden moeten
trachten do goedkeuring van hun onzijdige
regeeringen te verkrijgen op de uitkomsten
van hun werkzaamheden en alle regeeringen
zouden dan gezamenlijk deze voorstellen}
aan do oorlogvoerenden moeten voorleggen.
Yan de oorlogvoerenden wil niemand het
initiatief tot vredesvoorstellen nemen uit
angst een indruk van zwakheid te maken.
Een voorstel van één aer onzijdige landen
zou argwanend worden opgenomen. Slechts
een door zoo mogelijk alle onzijdige staten
gedaan voorstel zou de noodige kracht be
zitten. Mochten de onzijdigen er in slagen
dit tot stand te brengen, zij zouden zich on-
sterfelijken roem verwerven in de achting
der menschheid.
AAN DE NEDERLANDSCH-DUITSCHE
GRENS.
Dezer dagen maakten twee dames, die in
Winterswijk in een hotel logeerden, een u't-
stapje per fiets langs den Kottenschen weg.
Door onbekendheid met de juiste ligging
van de Duitsche grens, werd deze overschre
den. Men begrijpt dus den schrik der twee
dames, toen ze door dc Duitsche grenswacht
werden aangehouden en naar Stadt Lohn
vervoerd. Yan spionnage is geen sprake. Al
licht zullen de dames met een paar dagen
wel weer naar hier komen en worden ze
vastgehouden, omdat ze de grens hadden
overschreden, zonder van een pas voorzien
te zijn.
PRIJZEN LEYENSMIDDELEN.
Door het Alg. Ned. Werklieden-Yerbond
is volgens de „Werkmansbode"' een adres
aan den minister van Landbouw gericht,
waarin gezegd wordt
lo. dat in deze abnormale toestanden de
Regeering liet in haar macht heeft over de
binnenlandsche producten te beschikken
2o. dat het tot dc bijzondere taak der Re
geering behoort, den druk der tijden zooveel
mogelijk voor de bevolking te verzachten;
3o. dat de Regccring dat kon bereiken
door voor de bevolking tegen billijke prijzen
beschikbaar te stellen alle levensmiddelen,
in het bijzonder naast het brood, aardap
pelen, groenten, vleesch, spek, vet, grutters
waren en visch.
Ten slott-o wordt het vertrouwen uitge
sproken, dat de minister aan den roep tot
meerderen steun in deze der arbeidende be
volking van Nederland gehoor zal geven en
het daarheen zal leiden dat aan dc billijke
wenschen gevolg zal worden gegeven.
Maximum-prijzen en wat ;lies sneer zij.
Yergun mij voor een enkele maal een
plaatsje in Uw blad. Bij voorbaat mijn
dank.
Als men zoo rondziet in dezen abnor-
malen tijd, is er een st'jgende ontevreden
heid te bemerken in verschillende lagen
der bevolking, mijns inziens, niet ton
onrechte.
De handhaving van den maximum-prijs
hij den een, de niet-handhaving bij den
ander. Over dit onderwerp een enkel
woord of liever een vraag. Is dc gemeen
schap da-ar wel een dienst mee bewezen
of afdoende mee geholpen? Ik geloof van
heel niet. Waarom niet? Omdat maxi
mum-prijzen niet anders te handhaven zijn
dan door geweld en onbillijkheden. Een
voorbeeld. Een landbouwer of melkboer
brengt vijf vaten boter op de markt in
Leiden en wordt gedwongen ze voor
maximum-prijs af te staan, is 72% cent
per pond. Dat is 100 procent van wat hij
produceert; daarentegen kunnen fabrie
ken een 70 procent naar buitenland sturen
voor veel hoogeren prijs, terwijl de overi
ge 30 procent niet cp de markt te zien'
komt, maar voor een gedeelte (zie Uw
blad) in margarine-vaten de grens passeert..
Met de kaasprijzen is het niet veel an
ders. Voor den werkman is kaas niet
te bereiken. Waarom heft onze Regeering
geen tamelijk hoog uitvoerrecht op ver
schillende artikelen? Dat was toch heel
wat beter voor haar zelf en 't algemeen!
Op de markt worden varkens verkocht
voor 47 cents per pond, waarvan de helft
naar het buitenland gaat voor minstens
57 cents per pond. Kan onze Regeering
dan niet 20 cents per pond uitvoerrecht
heffen, waardoor de markt nog zoo komt'
te staan, dat het bedrijf rendeeren kan?
Met uitvoerrecht op varkens en kaas,-
en aardappelen, enz., is veel meer te be
reiken dan tijdelijk uitvoerverbod. Dan
komt het toch in handen van den groot
handel, die bij opening van de grens zijn
slag slaat. .In normale tijden heft Duitsch
land onze kaas 18 cents per kilo invoer
recht, wat niet belet, dat de kaas toch'
naar Duitschland verkocht wordt.
Zou onze Regeering dan niet een tijdelij
ke heffing van uitvoerrecht kunnen eischen'
in het belang der gemeenschap, waardoor,
de bedrijven toch nogal loonend kunnen
blijven
Naar schatting gaat dagelijks 100.000 kilo'
kaas de grens overdaar kon voor onze
Regeering gemakkelijk 20.000 gulden mee
ontvangen worden, dat wil toch ook nogal
wat zeggen in een tijd van zulke groote
uitgaven als zij te doen heeft. Dan hadden'
wij gsen maximum-prijzen en ook geen
Regeeringsvarkens noodig en markt
bleef vrij. Middenstanders en arbeiders
hebben beiden hier dezelfde belangen voor
te staan. Voorstanders van vrijhandel
kunnen tijdelijke invoerheffing als nood
maatregel nooit afkeuren, waardoor bui
tensporig hooge winsten in 's Rijks kas
vloeien, die dat zeer noodig heeft. Ook
de plaatselijke pers kan in die richting
veel meer propaganda maken, als zij
werkelijk algemeene belangen dienen wil.
Wat uit het buitenland naar ons toe
komt (bijvoorbeeld steenkolen) moeten wij
voor hoogen prijs accepteeren, maar wat
bij ons in overvloed aanwezig is, dient
voor matigen prijs beschikbaar te blij
ven en dat wordt door maximumprijzen
niet, wel door uitvoerrecht.
Uw dienaar,
BRAM SMIT,
Alphen.
door ALFRED BRIE.
(Nadruk verboden).
x
De directeur van het Eden-theater rende
door zijn kamer heen en weer als een
dolgeworden stier.
De nieuwe operette, die hij ten koste
van groote fina-ncieele opofferingen verkre-
/gen en schitterend gemonteerd had, had een
volmaakt fiasco geleden en hot ergste van
alles was, dat dit aan eigen schuld te wij-
j ten viel.
Hoe had hij zich toch'kunnen laten ver
leiden de hoofdrol uit goedmoedigheid toe
te vertrouwen aan een jong beginneling?
Stellig. Lóonie Bach was een pracht van
'een tooneel verscliij ni ng^, en de annonces
;ovcr haar optreden als soubrette hadden
in de deftige kringen, waartoe zij tot dus-
J ver had behoord, oen geweldig opzien g&-
wekt, maar dit alles was toch niet bij mach-
te, om haar dadelijk op een eerste plan te
zotten, haar eon rol toe te vertrouwen, die
zoowel voor zang als voor tooneëlspeelkunst
de meest geroutineerde tooneelkennis yor-
derde.
Hoe veelbelovend ook het begin geweest
was, hoe warm ook hot publiek de debu
tante bij haar eersteoptreden ontvangen
had, in den loop van den avond schoot zij
geheel en al te kort; haar kleine stem was
niet in staat tc voldoen aan de aan haar
'gestelde eischen en in de war gebracht cioor
.steeds meer duidelijk wordende koelere
'houding van het publiek, was zij amper m
staat geweest haar rol tot het einde toe vol
'te houden. Zooals gezegd, de met zooveel
reclame, mot zoo groote kosten opgezette
operette, was een volledig fiasco geworden
en alle. spijt en alle verbittering van den
■rn zijn vewaebtingen toleurgestelden direc
teur, ontlastten zich nu op het jonge debu
tante, dat in rijn kamer tegenovpr he-rn had
'fcLaats genomen.
,.Ja, juffrouw, wat helpt mij dat nu, als
al zegt oiet voor deze rol u geschat te
ffteelen Dat hadt u te voren dienen te we
ten u hadt bij mij niet zoo mogen aandrin
gen, waardoor ik, stomme ezel, zwichtte en
uw 'ver yxiek inwilligde! Wat moet ik nu be
ginnen? Als ik werkelijk de rol van u aan
een ander geef, dan blijft het publiek toch,
om de slechte critieken over u, argwanend
en een flink succes blijft uitgesloten
U behoeft zich ten slotte de zaak niet zoo
bar aan te trokken, want uw vriend en be
schermer, de heer Schuch, zal u, ondanks uw
mislukt debuut, niet in den steek laten. U
heeft ten slotte toch uw doel bereikt, uw
naam is in wijderen kring bekend geworden,
en ik, ik alleen ben dc man van de rekening,
ik'}-
„Maar, asjeblieft, meneer de directeur",
viel hom Léonie Bach, oen jong, slank per-
soontj c met pittig gezichtj e, in de rede
„Asjeblieft, tegenover mij behoeft u toch
geen comedie te spelen; alsof ik niet pre
cies zou weten, dat mijn vriend en bescher
mer, zooals u hem belieft to noemen, dat
meneer Schuch u voor alle mogelijke even
tualiteiten te voren niet reeds schadeloos
heeft gesteld I En u zult toch tegenover mij
niet willen volhouden, dat u slechts alléén
ideale kunstbelangen behartigtIk zie daar
om mot genoegen af van een verder optre
den; maar ik moet u echter verzoeken mij
verder hier geen scènes te maken, ik zou mij
gedwongen zien moneer Schuch van uw min
der aangename houding op de hoogte te
brengon en dan zou ik wel niet degene zijn,
die de schade er van droeg!"
„Maar, lieve dame, ik bid u, leg mijn
woorden toch niet zoo op een weegschaaltjeI
Zeker, zeker, ik ben door de beminnelijke te
gemoetkoming van menoor Schuch van alle
financiecle zorgen ontlast, maar de paam
van mijn gezelschap staat op het speL Ik
weet werkelijk nog niet, hoe ik do misluk
king van gisteravond goedmaken kandoch
niettemin kunnen wij toch wel als goe1
vrienden scheiden. Groet meneer ScHuch
vriendelijk van mij en wcos verzekerd, dat
ik hardgrondige spijt gevoel over deze te
leurstelling
Langzaam, geheel vervuld van eigen ge
dachten, liep Léonie Bach op haar woning
toe. De zelfbewustheid, aangenomen tegen
over den directeur, was geweken voor een
diepe neerslachtigheid.
Wat zou rij nu beginnen? Hoe zou Frita
Schuch haar te gemoot komen? Zij wist, dat
hij haar liefhad het was absoluut onzelf
zuchtige belangstelling geweest, die hem er
toe had gebracht haar tooneolloopbaan te
ondersteunen.
Toen zij nog de veelgezochte, eenige doch
ter van den gefortuneerden groot-financier
Eduard Bach geweest was, had Frits, haar
oude jeugdkameraad, haar reeds zijn liefde
duidelijk genoeg getoonddoch toen gingen
haar cischen veel hooger uit. En Toen daarna
het ongeluk plaats greed, het huis Hansi
Bach Co. failleerde, en zij de minder
benijdenswaardige rol te spelen kreeg om
als het aantrekkingspunt voor de jeunesse
dorée te dienen, die in het huis van haar
vader dikwijls een klein hazardspel intro
duceerde, was Frits de eenige geweest, die
haar steeds met dezelfde achting te gemoet
kwam, die haar, na den dood van Haar vader
mot raad en daad steunde en haar een en
gagement bij het Eden-theater mogelijk had
gemaakt
Dergelijke overpeinzingen hielden haar
bezig, toen zij haar huis naderde zij vond
Frits Schuch reeds op haar wachten, die
haar wilde (troosten na den mislukten vo-
Tigen avond.
Tot rijn verbazing scheen rij hem niet
terneergeslagen maar opgewekt, bekoor
lijk en beminnelijk.
Ik -verheug mij werkelijk van ganseher
harte, Léonie, -dat je die zaak zoo weinig
tragisch opneemt! Wat is er per slot van
Tekening ook verloren Mijn vriend Robins-
ky, die hof-acteur ,die gisteravond je debuut
bijwoonde, zed mij directe na je optreden,
dat je bier op een verkeerd plan stond,
dat jouw; ricthdng in hot salon-blijspel en
dn het Fransch© zeckmstuk lag!"
„Salon-dame, dat as haar lijn!" zei de hij.
„Dus Mnd, niet waanhopen, Robinsky
hoeft rich bereid verklaard je verdere ont
wikkeling op zich te nemen, en het doel
van mijn; bezoek van nu beoogt alléén om
oil héb verdere met je af te spreken. Ik
moet toeval lig dn de eerstvolgende dagen
naar Parijs en zou daarom to voren graag
het een en ander biet je onder de oogen
zien'.
,)Q(a jé naar Parijs?" vroeg Lóonie,ter
wijl rij hom met een diepen blik aanzag.
„Wat zou jé er van zeggen, Frits, als je
mij meenaan Dan was ik direct dA&r, waar
ik op de allerbeste manier mijn studiën
kan voltooien, en-.."
„Léonie, son je dat wallend" onderbrak
Frits haar entstuimig. En toen zij hem,
in plaats van alle antwoord, lachend haar
kleine hand reikte, trok hij haar naar zich
toe en gaf haar oen kus.
II.
In het zaaltje van heft- kunstenaars-oafé
zat op zekeren dag een vroolijk gezelschap
bij een morgendrank bijeen. De directeur
van den stadsschouwburg, Stillfried, had
zijn intimi uitgenoocligd tot een vóór-viering
der première, die bij hom 's avonds zou
plaats vinden.
„Ik verzekor je, Schichau" sprak hij tot
den kunstverslaggever va«n oen der eerste
dagbladen, terwijl hij zijn blonde snor
opstreek, „ik verzeker je, vanavond zul
je eens wat zien'Ik geef tien flesc-h oliam-
py, als dèt niet „het" stuk van dit sei
zoen zal worden. Ik heb mij van een kracht
weten te verzekeren, neen maar! E.erstc-
rang hoorEen schoonheid ook nog De ge
heel© heerenbende zal niet te houdlen zijn
rij is een Parijsche. Nu, jö zult zelf kunnen
oordoelen. Maar vraag cr baron Steineck
maar ee-na -naar; -dlie heeft mij op dit ju
weel attent gemaakt!"
„U heeft reusachtig geboft, moneer de di
recteur, dat u dio stor naar Berlijn hebt
kunnen heenvoeren," viel de baron bij, oen
geblaseerde „Lebemann", van ruim veer
tig jaar. „U moet toch zoot gewikst zijn,
om Margot Léonie over te kunnen halen
naar hier te komen. De aanlokkelgkste aan
biedingen heeft zij afgeslagen. „Liever dood,
dan in Berlijn", was steeds haar refrein.
„Ja, ja, je moet de kunst van met vrou
wen om te gaan, maar kennen! H n'y a que
le premier paa qui coüteMaar pardon,
heeren, ik moet u nu verlaten. Wo rien
elkaar dus vanavond na afloop der voor
stelling weer. Adieu!"
Het scherm was op liet tooneel voor de
allerlaatste maal gevalllen, nadat er onder
niet te stuiten applaus van het opgetogen
publiek tallooze malen was „gehaald." De
première had een ongekend succes behaald
en Margot was ontelbare malen voor het
voetlicht teruggeroepen.
In den feestelijk-verlichten foyer kwamen,
de een na den ander, de oude theater-
habitués bgéén, die de directeur, zeker zijnde
van zgn succes, te voren voor een souper;
had uitgenoodigd; vol spanning zagen allen
uit naar het verschijnen der groote „ster".
Eindellijk arriveerde aan de zijde van den'
directeur, die keurig g-erokt en voorzien
was van zijn rozet van het Legioen van
Eer, Margot Léonie. Ruischend in haar.
kostbaar gewaad van kant en zijde, de
bekoorlijke gestalte half gc-huld in een witten
damast-zijden mantel, trad zij de zaal in,
nog verlckkender nu, met haar eigen zwarte
krulhaar, dan straks op het tooneel onder de
roodblonde pruik.
„Ah! U daar, meneer Steineck," keerde
zij zich tot den baron, die onmiddellijk
op haar toe was gesneld. „Dat hadt u
cok wel nooit gedroomd, mij in Berlin
te begroeten?"
„Zeer zeker, neen; mijn stoutste verwach-
tingen zijn overtroffen! Wanneer mag ik
mij toestaan ,u in uw woning te bezoeken,
om herinneringen uit dien schoenen Parij-
schen tijd uit te wisselen?"
„Het spijt mij, baron, maar ik woon
nog in het hotel en moet nog omzien naar
een mij passende woning."
„Zoo. zoo, is u nog zonder dak," lachte
Steineck. „Zou ik mg, als oude vriend, mo
gen permitteeren ,u mijn villa, die op het
oogenblik onbewoond is, aan te bieden?"
„Maar, meneer Steineck, ik kan toch wer
kelijk niet
„Waarom niet, Margot, ou revient teu-
joursMag ook ik liopen?"
„Goed, goed dan, ik neem aan
„Staat u mij toe, juffrouw Léonie," viel
plotseling Stillfried iu, „u één uwer warme
vereerders voor to stellen, meneer Friiz
Schuch."
Margot koerde zich langzaam maar den
haar voorgestelden heer om, die in de
grootste verwarring even 'terugweek.
„Lécnie," mompelde hij iussclien do tan
den. „Ik had reeds het voorrecht eens ooit
in Parijs kennis met u Je maken," zei hij
vlug-govafr
„Dat kan zijn," antwoordde Margot koud,
„maar herinneren doe ik hot mij niet. U
neemt mij niet kwalijk?" En 21'ch om
draaiend, nam zij don arm van den directeur,
die haar verder rondleidde ont de overige
gasten aaa haar voor te steden
x