No. 16Ö88 VriftTnjï TO «TiiTf. TweefTe Blad. A°, 1915. Onder onze Vroede Vaderen. Gemeenteraad van Leiden. Tweede Kamer. Vragen en Antwoorden. De in het economisch leven zoo sterk ingrijpende oorlogstoestand, baart niet al leen de Regeering, maar ook de plaatselijke overheid veel zorg. Er is geen Gemeente raadsvergadering, of er groepeeren zich om de dikwijls op zichzelf weinig - belangrijke punten van de agenda allerlei vraagstukken, die verband houden met de tijdsomstandig heden. Dat bleek ook in den Leidschen Raad gisteren. De agenda zelf was niet bijster belangrijk, maar hetgeen er aan vooraf ging en er op volgde, plaatste ons midden in de thans moeilijke kwestie eener behoor lijke voorziening jn de levensbehoeften, wat in normalo tijden veelal aan de vrije wer king der maatschappelijke krachten kan worden overgelaten. Om te beginnen had de Leidsche Vak centrale, oen lichaam, dat wij hier niet eerder ontmoetten, doch dat verschillende vakv ereenigingen vertegenwoordigt, een adres ingediend, houdende het verzoek om van gemeentewege te zorgen, dat voor den a. s. winter de gemeente de beschikking kfrjge over e*n behoorlijke hoeveelheid brandstoffen en levensmiddelen, ten einde deze over de bevolking te distribueeren. Gewoonlijk worden dergelijke verzoeken in handen van B. en W. gesteld om prae- advies, maar dit Collego, en met name de burgemeester, zijn zoo overstelpt.met werk zaamheden tegenwoordig, dat daarvan nu geen sprake kan zijn, afgescheiden van de omstandigheid, dat vraagstulcken, als m dit adres vervat, elk oogenblik uit een ander oogpunt moeten worden gezien. Zoo onderwierp de Voorzitter het ver zoek onmiddellijk aan een beschouwing en wij gelcoven, dat heb daarbij door hem1 in genomen standpunt het juiste is. Het zoo noodig opslaan en distribueeren van levensbehoeften .moet uitgaan van de Regeering. Hier is om verschillende rede nen centralisatie te verkiezen boven decen tralisatie. Iets anders is het, dat de ge meente als bemiddelaarster optneedt, zoo als bij de verschaffing van het Regeeriogs- brcod, den gemeentelijken vischverkoop of wat de Voorzitter min of meer m uitzicht stelde: het verkrijgbaar stel'en van greenten voor normale prijzen. Aan het slot der vergadering gaf de Voorzitter, in verband met het bes uit tot deelneming door de gemeente aan de Onderl. Kclenreserve-maatscha.ppij, een leerzaam kijkje in de exploitatie der Gasfabriek. Zij zal in 1915 niet meer kunnen zijn de kurk, waarop de gemeentefinanciën drijven. Werd in 1914 nog f 07,000 winst gemaakt, in 191o zal in het betrekkelijk gunstig ge val, dat de toestand blijft, zooals hij nu is en ondanks de f30,000 van de laatste gasprijsverhooging, de winst nihil worden. Er behoeft maar weinig te gebeuren of er moet geld bij. Met cijfers werd dit aan- fetcond. Was heb bedrag aan brandstof voor o fabriek in 1914 f 176,000 en zou het volgens den kolenprijs op 1 Jan. in 1915 tot f196,000 zijn gestegen, zooals de prij zen thans zijn zal er f 258,000 voor be taald moeten worden. Waar in normale 'tijden het voor de gemeente van belang is, dat het gasverbruik toeneemt, is zelfs buiten de vrees, dat men den volgenden winter gebrek aan kolen zou krijgen, be perking van het gebruik ditmaal wensche- lyk. De gemeente ging daarin particulieren reeds voor door 1 Juli de straatverlichting met 400 lantaarns te verminderen. Ook de burgerij werd door den Voorzitter tot zui nigheid aangespoord, wat natuurlijk mede in het belang van eigen beurs is. Met eenigen goeden wil van de huismóeder en van de dienstboden vooral, valt er in de meeste huishoudingen nog wel te bezuinigen. Bij nog eenige stijging zal men nog maals den gasprys moeten verhoogen, al was het alleen maar uit vrees, dat men dezen winter op grootere schaal gaskachels zal aanschaffen, omdat verwarming met gas bij de duurte der vaste brandstoffen het voordeeligst zal blijken. Daarbij komt, dat 20 pCt. van het geproduceerde gas door de buitengemeenten wordt gebruikt en deze kao men, krachtens contracten, niet ver hoogen, tenzy men het voor de eigen ge meente doet. De heer Pera scheen al dadelyk aan het verhoogen te willen gaan, doch daarin beet de Voorzitter nog niet. Gelukkig. Laat ons hopen, dat het niet noodig zal wezen, en daartoe medewerken door nog zuiniger op het gasverbruik te zijn dan anders in den den mobilisatietijd. De heer Aalberse, die een tweetal vra gen stelde, bleef in dezelfde lyn. Hy bracht do klachten, ook wei eens in bet „Leidscü Dagblad'- gedaan, ever het niet handhaven der maximumprijzen, ter sprake. Hier had do burgemeester, die daarvoor heeft te wa ken, zich persoonlijk to verantwoorden. Het berustte op misverstand, volgens hem, met uitzondering van boter en kaas. Daarvoor moest men wijlens of onwillens wel iets door de vingers zien, omdat in andere plaatsen hetzelfde geschiedt. Hield pion hier de teugels strak, dan zou het gevolg zyn, dat onze markten verliepen. Bovendien drijft men handel in allerlei kelders en winkels, wat moeilijk te controleeren valt. De burgemeester ziet, o. i. volkomen te recht, de fout in de omstandigheid, dat het percentage, dat uitgevoerd mag worden, te groot is. Dat is in het voordeel van de zuivelproducenten, piaar in het nadeel van i het algemeen. In dien geest heeft hy den Minister ook geadviseerd. Mooi zoo, dien weg moet het op! De Voorzitter deed over de Raadsleden heen ten slotte een verzoek aan de be langhebbenden zelf. Ze kunnen hun klachten deponeeren op het Raadhuis zaal No. 10 of by den direc teur van eet- en drinkwaren. Er wordt dan notitie van genomen. Wij zeggen het gaarne voort. Eigenaardig, dat in geen maand een klacht ten stadhuize kwam. In de tweede plaats had mr. A. iets .te vragen over de levering van het Regeerings brood. Bakkers, die gewoon zijn aan hun klanten procenten uit te keeren, mogen dit brj de levering van het Regeoringsbrood niet doen. De maatregel heeft dus ten ge volge, dat de menscheu heb brood duurder, krygen, dan de bakker het hun zou willen leveren. De coöperatie, die eenmaal per jaar aan de leden een winst-percentage uit keert, mag echter wel procenten uitkeeren. Nu houdt spr. wel veel van coöperatie, maar de particuliere bakkers staan hem even na. De Voorzitter kon hierop uiteraard niet veel zeggen, omdat hij dan zou komen op ministerieel terrein. Voor Regeoringsbrood is geen maximumprijs, maar e;-n vaste prijs bepaald. Vandaar, dat de bakkers niet lager mogen gaan. Er is uitgegaan van het denk beeld, dat ook bij de levering van dit brood elke bakker zijn eigen klanten zou houden. Dat er geen maximumprijs is aangegeven, zal vermoedelijk een gevolg hiervan zijn, dat het meel niet overal voor hetzelfde bedrag aan de bakkers wordt beschikbaar gesteld. Waarom dit niet geschiedt, werd door den Voorzitter niet gezegd. Wij hebben de reden er van ook nooit goed begrepen. Maar zoo eindigde de Vooyzïtter er zal op het stuk van het Regeeringsbrood spoedig iets nieuws komen. Het gaat niet zoo gemakkelijk het econo misch leven van bovonaf to regelen. In een socialistlschen staat, meermalen als een ideaal geschilderd, zou het ook wel niet meevallen. Ten slotto kregen we nog een interpel latie, z.'oals het werd aangekondigd, maar het bleef ook bij een enkele vraag, die ook al verband hield met den oorlogstoestand. Mr. Fokker vertolkte daarin de reeds meermalen in ons blad besproken klacht^ dat de meeste openbare scholen aldoor aan haar eigenlijke bestemming worden onttrok ken. Is het niet mogelijk aldus de vraag dat na de greote vacanlie de Leidsche jeugd weer op de gewone wijze naar school kan gaan? 't Leek eerst, dat de heer Van Hamel met enkele algemeenheden zou antwoorden. Na eenig beraad met den Voorzitter werd echter het antwoord voor een volgende ver gadering toegezegd. Laten B. en W. intusschen eens een ern stig beroep doen op het legerbestuur, op dat althans alles worde gedaan, om aan d.en op den duur niet houdbaren toestand voor een deel van het opkomend geslacht, een einde te maken. Zou ook hier niet kunnen' gelden: „Waar een val is, daar is ook een weg"? Nu moeten we nog iets zeggen over de agenda zelf, waarvan slechts een drietal punten aanleiding tot discussie gaven. In de eerste plaats het voorstel tot toe kenning van gratificaties aan pnderwrjzers plaatsverv. hoofden, voor het waarnemen van het hoofdschap tijdens een vacature. De heer Sijtsma meende, dat de belooning daarvoor lag opgesloten in het bedrag van f 100, hun boven het gewoon salaris uit gekeerd. De heeren Pera en Carpeatier Alting dach ten er met B. en W. anders over, en van B. en W. is niet te verwachten, dat zij met de h. i. billijke regeling zullen breken. Een tweede verschil rees tusschen de heeren Sijfcsina en mr. Fokker eener- zijds en mr. Aalberse en B. en W. aan don anderen kant over de exploitatie van de nieuwe Zweminrichting. De heer S. wilde het bestuur der Zwemclub niet zoo maar carte blanche geven, omdat van den eersten opzet zooveel voor het verder welslagen van een zaak afhangt; de heer Aalberse vond dit nu eens een idealen toestand, ge heel vrij van bureaucratische smetten. De heeren van de Zwemclub weten de zaken immers veel beter dan de meeste Raadsleden. Yan dit standpunt pitgaande, zou men dan vooral de exploitatie der Licht fabrieken, het Slachthuis, los van den Ge meenteraad moeien maken, want vakmen- sclien weten daar ook veel meer van dan de ftaadsleden. De Voorzitter stond in het midden van do twee en zeide aan den heer Fokker voor het jaar 1916 vroegtijdig een concept-rege ling toe. De concept-regeling, die de heer S. in de stukken had gevonden, waarin dei Zwemclub geheel de .vrye hand werd gege ven, was daar ,bij ongeluk ïn verzeild ge raakt en had .volstrekt geen beteekenis, zeide de Voorzitter. Eindelijk js er heel wat te doen geweest over het tijdstip voor de in-werking-treding van de salarisverhoogingen van de leera ren van het Gymnasium en de H. B. S. Men weet, dat de Minister heeft geweigerd het bedrag, hetwelk het Rijk in deze salarissen heeft bij te passen, gedurende 1915 uit te keeren. Wij onthouden onzen eigen ambte naren in 1915 elke verhooging en kunnen dus niet op indirecte wijze tot verhoogin gen, door de gemeenten bepaald, medewer ken, aldus redeneerde hij. B. en W. ver legden nu den datum der in-werking-treding op 1 October. De gemeente betaalt dan het zelfde en de betrokken leeraren worden niet al te veel feleurgestelld. De tegenstanders van de verhooging in deze duro tijden grepen deze gelegenhid aan om in overeenstemming met 's Minis ter's zienswijze, de invoering althans tot 1 Januari versohoven te krygen. Zij werden daarover zeer hard gevallen door de heeren Aalberse en Van der Lip. De laatste noem de deze houding „incorrect", reageeren te gen een genomen Raadsbesluit. Het ging niet aan van een toevallige omstandigheid gebruik te maken zijn zin door te drijven. Ook do Voorzitter plaatste zich op dit stand punt. De heer Fokker achtte zoo ook het voorstel van B. en W. inconsequent Zij moesten dan vastgehouden hebben aan de invoering op 1 Juli. Dit laatste wilde dan ook de heer Car pentier Alting, voor zoover het de H. B. S.- leeraren betrof, die eigenlyk geheel buiten het geval stonden. Dit laatste moest echter afstuiten op ad ministratieve bezwaren en daaraan gaf de hoogleeraar eindelijk, zij het ook noode, toe. Eenige vroegere tegenstanders van een spoedige invoering dezer sakris regelingen scheidden zich thans aan de zijde van B. en W. Hun voorstel ging er nu met groote meerderheid door en de leeraren van Gym nasium en H. B. S. krygen met 1 October hun verhooging. (V ervolg.) Het amendement van de lieeren Sylsmzt c.s., om inplaats van 1 Oct <le verhoogingea der jaarwedden van de leeraren van het Gymnasium, 1 Jan. a-s. te deen ingaan, werd na uitvoerige discussiën, en na krachtige bestrijding door mr. Aalberse en mr. Van der Lip, verworpen, met 17 tegen 6 stem men. Tegen stemden de heeren: Aalberse, Dries- sen, Timp, Van der Eist, Zwiers, Van Gru ting, Corts. Hartevelt, Hoogenboom, Car pentier Alting, De Boer, Bosch, A. Mulder. P. J. Mulder, Van der Lip, Bots, en Van Hamel. Voor: de heeren Van Tol, Vergouwen, Pera, Botermans, Fokker en Sytsma. De heer CARPENTIER ALTING wilde da verordening voor de H. B. S.-leeraren op 1 Juli 1915 in werking doen gaan. De VOORZITTER en mr. VAN DER LIP zeiden, dat dit te groote administratieve moeilijkheden zou opleveren. De voorstellen: b. de verordening, hou dende regeling van de jaarwedden der leera ren aan do Hoogere Burgerschool voor Jon gens te Leiden, en c. de verordening, hou dende wijziging der verordening ran 3 Sep tember 1895 (Gem.blad no. 6) voor de H. B. S."'voor Jongens, werden hierna zonder hoofd, stemming aangenomen. De VOORZITTER deed hierop, in ver band met de aanneming van het voorstel tot deelneming in de Onderlinge Kolenreserve» Maatschappij, nog mededeeiingen betreffen de de Gasfabriek en het gasgebruik. D» heer AALBERSE bracht bij de rond vraag de klachten ter sprake over het niet houden aan de maximum-prijzen der levens middelen, enz. Ook bracht de heer AALBERSE een klacht ter sprake, van lakkers, die gewoon zijn aan hun klanten procenten uit te keeren, wat zij bij de levering van Regeeringsbrood niet mogen doen, terwijl dit aan Coöpera tieve "bakkerijen wel geoorloofd is. Op de eerste vraag antwoordde de VOOR ZITTER, dat de maximumprijzen worden ge handhaafd, behalve voor boter en kaas, waarvoor dit moeilijk gaat, omtrent de leve ring van Regeoringsbrood, kan weldra wij ziging worden verwacht. Door den heer FOKKER werd tot B. en W. een interpellatie gericht, over het we der in gebruik nemen der scholen, en de vraag gedaan, of deze ook na de groote vacantie aan haar eigenlijke bestemming kunnen worden teruggegeven. Mr. VAN DER LIP roept: H. BrouwerI De heer VAN HAMEL vreest, dat het moeilijk zal gaan. In de volgende verga dering zal hfj echter nadere inlichtingen geven. i Hierna werd de vergadering gesloten. P.S. In ons verslag van gisteren werd ook als niet aanwezig genoemd de heer A. Corts; dit moet zjjn de heer H. K. Korft Zitting van gasteren. De Vlootwetten. Omtrent de discussie over dit onderwerp zij nog bet volgende medegedeeld De beer DE MIEESTER verklaart), dat de motie, waarin voorloopdg teamgraume der kruisers wordt gevraiagd, niet zal wor den ingediend. Uit de rede des Ministers sprak een sberke overtuiging. Z.Exo. beeft zioh don man getoond, die in deze om- stam.dagheden gawonscbb is op de plaats wel ke bij ammeeant. En 'elands belang gedoogt niet, dat de portefeuille van Marine thans overgaat in andere banden. Daarna zal de motie niet worden ingediend en zal spr. voor bet ontwerp stemmenal blijft bij overtuigd dat uitstel wensohelijk ware ge weest. De beer LOHMAN is bet niet eens met den beer Ankerman, uit wiens rede meer de stem sprak van den Anti-Oorlograad, dan van iemand, die zijn meaning geheel overziet. De rede des Ministers beeft op spr. geen sterken indruk gemaakt. Z.Exc. legt wel wat te veel nadruk op het ver- trouwon, dat do Kamer moet hebben dn die deskundigheid van bet Departement van Marine. Evenwel ziet spr. geen reden om tegen bet voorstel te stemmen, waarbij bij de volle verantwoordelijkheid laat aan den Minister. De heer VAN DEVENTER vraagt nog inlidhtangen aan de>n Minister. Hij wil o.a. vernemen, of niet kan worden volstaan met schepen van groote snelheid, doch met minder geweohtswaardie. Do beer BOG A ARDT da verheugd, dat de Minister verstek heeft afgewezen. De heer BIOHON zal tegen het ontwerp stemmen. De heer VAN NISPEN TOT SEVE- NAER (Rheden) beeft nog geen voldoefid antwoord gekregen op zijn vraag of er verband bestaat tusschen dit ontwerp en de vastlegging dier kosten verdeeling tus schen Nederland en Incföë. De heer NOLENS verklaart namens verschillende zijner politieke vrienden, dat hun bezwaren, tegen vlootbouw op dit oogenblik ndet zijn ondervangen doch dat de bezwaren niet zoo overwegend zijn, dat zij daarin een reden zien om tegen te stem men en den Minister hun vertrouwen te onthouden. Minister Rambonnet antwoordt den heer Van Deventer, dat met kleinere schepen niet kan war dien volstaan. Op de kosten- verdeeling wordt ni-et gepraej udiici eer d De heer VAN DER VOORT VAN ZIJP verklaart, diat hij en zijn politieke vrien den niet zullen tegenstemmen, omdat zij de verantwoordelijkheid voor een porte- feuillekwestée niet willen aanvaarden. Zij laten de verantwoordelijkheid voor den aanbouw evenwel voor den Minister. Het artikel betreffende den bouw van kruisers en onderzo ebooten wordt aangeno men met 46 tegen 21 stemmen, die van de heerenSchim v. d. Loeff, Ketelaar, Smeenge, Sannes, Albarda, Gerhard, De Muralt, HugenhoJtz, De Jong, Bichon van IJselmonde, Hubreohts, Ter Laan (Rotter dam), Ankerman, Teensbra, Spiekman, Kleerekoper, Ter Laan (Den Haag), Scha per, Vliegen, Van Leeuwen en Helsdingen. De beer schaper verklaart geen stem ming óver het wetsontwerp te zullen vra gen om de Hamer een stemming te bespan- ren. Het ontwerp wordt z. h. st. aangeno men. Zonder stemming wordt daarna aange nomen liet wetsontwerp tot verhooging dor begrooting van heb Staatsmuntbedrijf voor 1914. Langer in dienst houden van de Militie Aan de orde komt bet wetsontwerp be treffende bet langer in-dienst-houden van ingelijfden bij de militie. De heer TER LAAN (Den Haag) zal zich tegen bot ontwerp niet verzetten, doch hij meent te mogen eiscben, dat in den dienst alles in orde is. En nu constateert hij, dat in geneeskundigen dienst veel is verbeterd. Echter heeft men den landweermannen niet voldoende gelegenheid gogeven tot uitoefening van bun kiesrecht, terwijl nog steeds te veel schoollokalen bij de militai ren in gebruik zijn. Verder worden de mo bilisatieclubs nog altijd hier en daar tegen gewerkt en worden de socialistische hui zen niet op gelijke wijze behandeld als de christelijke. Komendle tot den geest in bet leger, noemt spreker verschillende gevallen van ongeregeldheden te Boskoop, Apeldoorn, Rillandt, Halfweg, Breda, enz., welke on geregeldheden bet gevolg waren van bet met-aanbrengen vqji kleine verbeteringen, welke toch gemakkelijk zouden zijn aan te brengen, en door onoordeelkundig optre den voor gegradueerden. Spr. waarschuwt deax Minister een anderen weg te gaan vol gen. Hij dringt er op aan, dat er minder onverstandig aal, worden gestraft. Voorts wordt er geplaagd met de rege ling van het verlof en zijn er slecht inge richte confines en ia de. regeling van het memagegeld gebrekkig. Nog vraagt spr. of de thans geregelde landbouwerloven ook zullen gelden voor de kleine landbouwbedrijven De beer DUYMAER VAN TWIST dringt er op aan, dat bij het verleenen van oogst- verloven ook zal worden gedacht aan de klei ne grondgebruikers. Voorts pleit bij voor bet met verlof zenden der oudste lichting van de bereden korpsen; dringt hij aan op ruimer Bekendmaking van de bedoeling des Ministers ten aanzien der vergaderingen, en op een hoogere vergoeding voor sommige lichtingen van de landweer vraagt hij eeni ge inliohtingen omtrent de verschaffing van katoenen zomerkleeding aan de manschap pen en dringt hij aan op spoed met het toe gezegde ondergoed ten aanzien der geeste lijke verzorging en op het verleenen van fi nancieel en steun aan militaire Tehuizen. De heer SPIEKMAN spreekt evenc^ over dé vergoedingen, ten aanzien waarvan z.i. bij de Regeering gebrek aan ernst be staat. Er wordt niet gedecideerd gehandeld, om aan erkende misstanden een einde te ma ken. Spr. noemt verschillende feiten en cij fers, om aan te toonen, dat op krenterige wijze wordt gehandeld. Spr. dringt aan op krachtige maatregelen en vraagt nogmaals hulp ook voor de gezin- nen, die in concubinaat leven, benevens ver- hooging van het maximum van f 1.50 en de instelling van een commissie van beroep op toekenning der uitkeeringen. De heer RUIJS DE BEERENBROUCK dringt aan op subsidie voor de militaire te huizen. De heer VAN NISPEN TOT SEVENAER {Rheden) sluit zich daarbij aan en dringt aan op ruimer toepassing van het oogst-ver- lof terwijl hij klaagt over willekeur bij ver loven. De heer SCHAPER ondersteunt verschil lende geuite wenschen. MINISTER BOSBOOM weerspreekt, dat niet met ernst wordt gestreden naar wegne ming der grieven ten aanzien der vergoedin gen. De onmisbare decentralisatie maakt evenwel het doen volgen van een vaste lijn uiterst moeilijk. Evenwel bestaan er vaste regelen, die men maar heeft te volgen, om tot eenheid te komen. Het verleenen van on dersteuning aan in concubinaat levenden zou aanleiding geven tot misbruik. Het in stellen van een commissie van beroep wil hij bespoedigen. Wat verloven betreft wil hij gaarne zien of er nog uitbreiding aan- kan worden gegeven, maar met het oog op de belangen van den dienst kan hij geen enkele toezegging doen. Ook kleine grondgebruikers zullen van het oogst-verlof kunnen genieten. Over den geest in het leger spreekt de Minister slechts noode. omdat deze kwestie hem veel zorg baart. Hij schrijft den ach teruitgang van den goeden geest toe aan een complex van oorzaken, waartoe hij ook re kent het voortdurend naar voren brengen, vooral in de Kamer, van allerlei grieven. De heer HEERESOok wanneer die klachten juist zijn? De heer MARCHANTDus altijd weer afschuiven De MINISTER ontkent dit. Hij sprak van een complex van oorzaken en noemde er daar één van. Van afschuiven op anderen is daarbij geen sprake. Hij zal deze zaak tot een onderwerp van nauwgezet onderzoek maken. Ten aanzien van militaire tehuizen zal hij overwegen of hij hier en daar eenige financieele hulp zal kunnen geven. Hij aarzelt evenwel, daar hij niet weet waar het einde zal zijn. Ontruiming van schoollokalen geschiedt zooveel mogelijk. j-en aanzien van de cantines moet aan de commandanten overgelaten worden of ze zeli de cantines willen beheeren of in exploi tatie geven aan een ander. IN a repliek van de heeren DUYMAER VAN TWIST, TER LAAN en SPIEKMAN, waarbij de laatste een motie indient ten gunste van een commissie van beroep, welke motie op een nader te bepalen dag zal worden behandeld, wordt het wetsontwerp zonder stemming aangenomen en de verga dering verdaagd tot Vrijdagochtend te elf Vraag: a. Hoeveel K.M. is de afstand van Leiden over Amsterdam-Enkhuizen- Stavoren- Leeuwarden naar Harlingen? b. Hoeveel K.M. is de afstand van Henge lo (O.) Zwolle-Leeuwarden naar Harlingen? Antwoord: Por spoor van Leiden naar Harlingen is 207 K.M. Van Hengelo naar Harlingen is 180 K.M. V raag: Mijn meisje is een onecht kind, docL op haar geboorteakto staat als kant- teekening, „dit kind is erkend door (namen der ouders) bij hot aangaan van hun huwe lijk" (datum, enkele jaren na de geboorte). Gaarne vernam ik of het u bekend is of bij ons aanstaande huwelijk deze zinsnede in do trouwacte wordt opgenomen of ook voor gelezen. Wij wilden graag dit voor mijn ouders verborgen houden, daar wij anders onaangenaamheden vreezen. Indien wij wil len trouwen in een gemeente buiten die, waarin wij feitelijk wonen, hoe lang moet dan een van ons beiden in zoo'n plaats ver blijf houden? Antwoord: Wij meenon dat zulks wel in de trouwakte wordt opgenomen. Maar, informeer dit eens bij den ambtenaar van den burgerlijken f^fcand. Wat uw laatste vraag betreft-, indien gij slechts 6 maar don of korter in uw nieuwe woonplaats hebt gewoond, moeten do huwelijksafkondigingep oox in uw vroegere woonplaats geschieden. V raag: Ik ben met 1 Mei in betrekking gekomen maar dasr liet mij niet bevalt, heb ik met de zes weken mijn dienst opgezegd. Heeft Mevr. nu liet recht om mijn goclspen- ning in te houden? Antwoord: Voor den godspenning moet gij drie maanden werken. Reken nu zelf maar uit. Vraag: Omtrekt opzegging van diens, wegens het l»ten liggen van een telegran' in de keukon. Antwoord: Als de zaak zich heeft toegedragen zooals gij zegt, is Mevrouw U nog 6 weken loon schuldig. De door U ge- pleegdo nalatigheid toch kan niet gelden als reden voor ontslag op staanden voet. Wilt gij procedoeron dan moet gij U bij den kantonrechter verv-egen. Kosten zijn daar niet aan verbonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5