No. 16Ö88
VriftTnjï TO «TiiTf.
TweefTe Blad. A°, 1915.
Onder onze Vroede Vaderen.
Gemeenteraad van Leiden.
Tweede Kamer.
Vragen en Antwoorden.
De in het economisch leven zoo sterk
ingrijpende oorlogstoestand, baart niet al
leen de Regeering, maar ook de plaatselijke
overheid veel zorg. Er is geen Gemeente
raadsvergadering, of er groepeeren zich om
de dikwijls op zichzelf weinig - belangrijke
punten van de agenda allerlei vraagstukken,
die verband houden met de tijdsomstandig
heden. Dat bleek ook in den Leidschen Raad
gisteren. De agenda zelf was niet bijster
belangrijk, maar hetgeen er aan vooraf ging
en er op volgde, plaatste ons midden in
de thans moeilijke kwestie eener behoor
lijke voorziening jn de levensbehoeften, wat
in normalo tijden veelal aan de vrije wer
king der maatschappelijke krachten kan
worden overgelaten.
Om te beginnen had de Leidsche Vak
centrale, oen lichaam, dat wij hier niet
eerder ontmoetten, doch dat verschillende
vakv ereenigingen vertegenwoordigt, een
adres ingediend, houdende het verzoek om
van gemeentewege te zorgen, dat voor den
a. s. winter de gemeente de beschikking
kfrjge over e*n behoorlijke hoeveelheid
brandstoffen en levensmiddelen, ten einde
deze over de bevolking te distribueeren.
Gewoonlijk worden dergelijke verzoeken
in handen van B. en W. gesteld om prae-
advies, maar dit Collego, en met name de
burgemeester, zijn zoo overstelpt.met werk
zaamheden tegenwoordig, dat daarvan nu
geen sprake kan zijn, afgescheiden van de
omstandigheid, dat vraagstulcken, als m dit
adres vervat, elk oogenblik uit een ander
oogpunt moeten worden gezien.
Zoo onderwierp de Voorzitter het ver
zoek onmiddellijk aan een beschouwing en
wij gelcoven, dat heb daarbij door hem1 in
genomen standpunt het juiste is.
Het zoo noodig opslaan en distribueeren
van levensbehoeften .moet uitgaan van de
Regeering. Hier is om verschillende rede
nen centralisatie te verkiezen boven decen
tralisatie. Iets anders is het, dat de ge
meente als bemiddelaarster optneedt, zoo
als bij de verschaffing van het Regeeriogs-
brcod, den gemeentelijken vischverkoop of
wat de Voorzitter min of meer m uitzicht
stelde: het verkrijgbaar stel'en van greenten
voor normale prijzen.
Aan het slot der vergadering gaf de
Voorzitter, in verband met het bes uit tot
deelneming door de gemeente aan de Onderl.
Kclenreserve-maatscha.ppij, een leerzaam
kijkje in de exploitatie der Gasfabriek.
Zij zal in 1915 niet meer kunnen zijn de
kurk, waarop de gemeentefinanciën drijven.
Werd in 1914 nog f 07,000 winst gemaakt,
in 191o zal in het betrekkelijk gunstig ge
val, dat de toestand blijft, zooals hij nu
is en ondanks de f30,000 van de laatste
gasprijsverhooging, de winst nihil worden.
Er behoeft maar weinig te gebeuren of er
moet geld bij. Met cijfers werd dit aan-
fetcond. Was heb bedrag aan brandstof voor
o fabriek in 1914 f 176,000 en zou het
volgens den kolenprijs op 1 Jan. in 1915
tot f196,000 zijn gestegen, zooals de prij
zen thans zijn zal er f 258,000 voor be
taald moeten worden. Waar in normale
'tijden het voor de gemeente van belang
is, dat het gasverbruik toeneemt, is zelfs
buiten de vrees, dat men den volgenden
winter gebrek aan kolen zou krijgen, be
perking van het gebruik ditmaal wensche-
lyk. De gemeente ging daarin particulieren
reeds voor door 1 Juli de straatverlichting
met 400 lantaarns te verminderen. Ook de
burgerij werd door den Voorzitter tot zui
nigheid aangespoord, wat natuurlijk mede
in het belang van eigen beurs is. Met eenigen
goeden wil van de huismóeder en van de
dienstboden vooral, valt er in de meeste
huishoudingen nog wel te bezuinigen.
Bij nog eenige stijging zal men nog
maals den gasprys moeten verhoogen, al
was het alleen maar uit vrees, dat men
dezen winter op grootere schaal gaskachels
zal aanschaffen, omdat verwarming met gas
bij de duurte der vaste brandstoffen het
voordeeligst zal blijken. Daarbij komt, dat
20 pCt. van het geproduceerde gas door
de buitengemeenten wordt gebruikt en deze
kao men, krachtens contracten, niet ver
hoogen, tenzy men het voor de eigen ge
meente doet.
De heer Pera scheen al dadelyk aan het
verhoogen te willen gaan, doch daarin beet
de Voorzitter nog niet. Gelukkig. Laat ons
hopen, dat het niet noodig zal wezen, en
daartoe medewerken door nog zuiniger op
het gasverbruik te zijn dan anders in den
den mobilisatietijd.
De heer Aalberse, die een tweetal vra
gen stelde, bleef in dezelfde lyn. Hy bracht
do klachten, ook wei eens in bet „Leidscü
Dagblad'- gedaan, ever het niet handhaven
der maximumprijzen, ter sprake. Hier had
do burgemeester, die daarvoor heeft te wa
ken, zich persoonlijk to verantwoorden. Het
berustte op misverstand, volgens hem, met
uitzondering van boter en kaas. Daarvoor
moest men wijlens of onwillens wel iets
door de vingers zien, omdat in andere
plaatsen hetzelfde geschiedt. Hield pion hier
de teugels strak, dan zou het gevolg zyn,
dat onze markten verliepen. Bovendien drijft
men handel in allerlei kelders en winkels,
wat moeilijk te controleeren valt.
De burgemeester ziet, o. i. volkomen te
recht, de fout in de omstandigheid, dat het
percentage, dat uitgevoerd mag worden, te
groot is. Dat is in het voordeel van de
zuivelproducenten, piaar in het nadeel van i
het algemeen. In dien geest heeft hy den
Minister ook geadviseerd.
Mooi zoo, dien weg moet het op!
De Voorzitter deed over de Raadsleden
heen ten slotte een verzoek aan de be
langhebbenden zelf.
Ze kunnen hun klachten deponeeren op
het Raadhuis zaal No. 10 of by den direc
teur van eet- en drinkwaren. Er wordt dan
notitie van genomen.
Wij zeggen het gaarne voort.
Eigenaardig, dat in geen maand een klacht
ten stadhuize kwam.
In de tweede plaats had mr. A. iets .te
vragen over de levering van het Regeerings
brood. Bakkers, die gewoon zijn aan hun
klanten procenten uit te keeren, mogen dit
brj de levering van het Regeoringsbrood
niet doen. De maatregel heeft dus ten ge
volge, dat de menscheu heb brood duurder,
krygen, dan de bakker het hun zou willen
leveren. De coöperatie, die eenmaal per
jaar aan de leden een winst-percentage uit
keert, mag echter wel procenten uitkeeren.
Nu houdt spr. wel veel van coöperatie,
maar de particuliere bakkers staan hem
even na.
De Voorzitter kon hierop uiteraard niet
veel zeggen, omdat hij dan zou komen op
ministerieel terrein. Voor Regeoringsbrood
is geen maximumprijs, maar e;-n vaste prijs
bepaald. Vandaar, dat de bakkers niet lager
mogen gaan. Er is uitgegaan van het denk
beeld, dat ook bij de levering van dit brood
elke bakker zijn eigen klanten zou houden.
Dat er geen maximumprijs is aangegeven,
zal vermoedelijk een gevolg hiervan zijn, dat
het meel niet overal voor hetzelfde bedrag
aan de bakkers wordt beschikbaar gesteld.
Waarom dit niet geschiedt, werd door den
Voorzitter niet gezegd. Wij hebben de reden
er van ook nooit goed begrepen.
Maar zoo eindigde de Vooyzïtter
er zal op het stuk van het Regeeringsbrood
spoedig iets nieuws komen.
Het gaat niet zoo gemakkelijk het econo
misch leven van bovonaf to regelen. In een
socialistlschen staat, meermalen als een
ideaal geschilderd, zou het ook wel niet
meevallen.
Ten slotto kregen we nog een interpel
latie, z.'oals het werd aangekondigd, maar
het bleef ook bij een enkele vraag, die ook
al verband hield met den oorlogstoestand.
Mr. Fokker vertolkte daarin de reeds
meermalen in ons blad besproken klacht^
dat de meeste openbare scholen aldoor aan
haar eigenlijke bestemming worden onttrok
ken. Is het niet mogelijk aldus de
vraag dat na de greote vacanlie de
Leidsche jeugd weer op de gewone wijze
naar school kan gaan?
't Leek eerst, dat de heer Van Hamel
met enkele algemeenheden zou antwoorden.
Na eenig beraad met den Voorzitter werd
echter het antwoord voor een volgende ver
gadering toegezegd.
Laten B. en W. intusschen eens een ern
stig beroep doen op het legerbestuur, op
dat althans alles worde gedaan, om aan
d.en op den duur niet houdbaren toestand
voor een deel van het opkomend geslacht,
een einde te maken.
Zou ook hier niet kunnen' gelden: „Waar
een val is, daar is ook een weg"?
Nu moeten we nog iets zeggen over de
agenda zelf, waarvan slechts een drietal
punten aanleiding tot discussie gaven.
In de eerste plaats het voorstel tot toe
kenning van gratificaties aan pnderwrjzers
plaatsverv. hoofden, voor het waarnemen
van het hoofdschap tijdens een vacature.
De heer Sijtsma meende, dat de belooning
daarvoor lag opgesloten in het bedrag van
f 100, hun boven het gewoon salaris uit
gekeerd.
De heeren Pera en Carpeatier Alting dach
ten er met B. en W. anders over, en van
B. en W. is niet te verwachten, dat zij
met de h. i. billijke regeling zullen breken.
Een tweede verschil rees tusschen de
heeren Sijfcsina en mr. Fokker eener-
zijds en mr. Aalberse en B. en W. aan don
anderen kant over de exploitatie van de
nieuwe Zweminrichting. De heer S. wilde
het bestuur der Zwemclub niet zoo maar
carte blanche geven, omdat van den eersten
opzet zooveel voor het verder welslagen
van een zaak afhangt; de heer Aalberse
vond dit nu eens een idealen toestand, ge
heel vrij van bureaucratische smetten.
De heeren van de Zwemclub weten de
zaken immers veel beter dan de meeste
Raadsleden. Yan dit standpunt pitgaande,
zou men dan vooral de exploitatie der Licht
fabrieken, het Slachthuis, los van den Ge
meenteraad moeien maken, want vakmen-
sclien weten daar ook veel meer van dan
de ftaadsleden.
De Voorzitter stond in het midden van
do twee en zeide aan den heer Fokker voor
het jaar 1916 vroegtijdig een concept-rege
ling toe. De concept-regeling, die de heer
S. in de stukken had gevonden, waarin dei
Zwemclub geheel de .vrye hand werd gege
ven, was daar ,bij ongeluk ïn verzeild ge
raakt en had .volstrekt geen beteekenis, zeide
de Voorzitter.
Eindelijk js er heel wat te doen geweest
over het tijdstip voor de in-werking-treding
van de salarisverhoogingen van de leera
ren van het Gymnasium en de H. B. S. Men
weet, dat de Minister heeft geweigerd het
bedrag, hetwelk het Rijk in deze salarissen
heeft bij te passen, gedurende 1915 uit te
keeren. Wij onthouden onzen eigen ambte
naren in 1915 elke verhooging en kunnen
dus niet op indirecte wijze tot verhoogin
gen, door de gemeenten bepaald, medewer
ken, aldus redeneerde hij. B. en W. ver
legden nu den datum der in-werking-treding
op 1 October. De gemeente betaalt dan het
zelfde en de betrokken leeraren worden
niet al te veel feleurgestelld.
De tegenstanders van de verhooging in
deze duro tijden grepen deze gelegenhid
aan om in overeenstemming met 's Minis
ter's zienswijze, de invoering althans tot
1 Januari versohoven te krygen. Zij werden
daarover zeer hard gevallen door de heeren
Aalberse en Van der Lip. De laatste noem
de deze houding „incorrect", reageeren te
gen een genomen Raadsbesluit. Het ging
niet aan van een toevallige omstandigheid
gebruik te maken zijn zin door te drijven.
Ook do Voorzitter plaatste zich op dit stand
punt. De heer Fokker achtte zoo ook het
voorstel van B. en W. inconsequent Zij
moesten dan vastgehouden hebben aan de
invoering op 1 Juli.
Dit laatste wilde dan ook de heer Car
pentier Alting, voor zoover het de H. B. S.-
leeraren betrof, die eigenlyk geheel buiten
het geval stonden.
Dit laatste moest echter afstuiten op ad
ministratieve bezwaren en daaraan gaf de
hoogleeraar eindelijk, zij het ook noode, toe.
Eenige vroegere tegenstanders van een
spoedige invoering dezer sakris regelingen
scheidden zich thans aan de zijde van B. en
W. Hun voorstel ging er nu met groote
meerderheid door en de leeraren van Gym
nasium en H. B. S. krygen met 1 October
hun verhooging.
(V ervolg.)
Het amendement van de lieeren Sylsmzt
c.s., om inplaats van 1 Oct <le verhoogingea
der jaarwedden van de leeraren van het
Gymnasium, 1 Jan. a-s. te deen ingaan, werd
na uitvoerige discussiën, en na krachtige
bestrijding door mr. Aalberse en mr. Van
der Lip, verworpen, met 17 tegen 6 stem
men.
Tegen stemden de heeren: Aalberse, Dries-
sen, Timp, Van der Eist, Zwiers, Van Gru
ting, Corts. Hartevelt, Hoogenboom, Car
pentier Alting, De Boer, Bosch, A. Mulder.
P. J. Mulder, Van der Lip, Bots, en Van
Hamel.
Voor: de heeren Van Tol, Vergouwen,
Pera, Botermans, Fokker en Sytsma.
De heer CARPENTIER ALTING wilde da
verordening voor de H. B. S.-leeraren op 1
Juli 1915 in werking doen gaan.
De VOORZITTER en mr. VAN DER LIP
zeiden, dat dit te groote administratieve
moeilijkheden zou opleveren.
De voorstellen: b. de verordening, hou
dende regeling van de jaarwedden der leera
ren aan do Hoogere Burgerschool voor Jon
gens te Leiden, en c. de verordening, hou
dende wijziging der verordening ran 3 Sep
tember 1895 (Gem.blad no. 6) voor de H.
B. S."'voor Jongens, werden hierna zonder
hoofd, stemming aangenomen.
De VOORZITTER deed hierop, in ver
band met de aanneming van het voorstel tot
deelneming in de Onderlinge Kolenreserve»
Maatschappij, nog mededeeiingen betreffen
de de Gasfabriek en het gasgebruik.
D» heer AALBERSE bracht bij de rond
vraag de klachten ter sprake over het niet
houden aan de maximum-prijzen der levens
middelen, enz.
Ook bracht de heer AALBERSE een klacht
ter sprake, van lakkers, die gewoon zijn
aan hun klanten procenten uit te keeren,
wat zij bij de levering van Regeeringsbrood
niet mogen doen, terwijl dit aan Coöpera
tieve "bakkerijen wel geoorloofd is.
Op de eerste vraag antwoordde de VOOR
ZITTER, dat de maximumprijzen worden ge
handhaafd, behalve voor boter en kaas,
waarvoor dit moeilijk gaat, omtrent de leve
ring van Regeoringsbrood, kan weldra wij
ziging worden verwacht.
Door den heer FOKKER werd tot B. en
W. een interpellatie gericht, over het we
der in gebruik nemen der scholen, en de
vraag gedaan, of deze ook na de groote
vacantie aan haar eigenlijke bestemming
kunnen worden teruggegeven.
Mr. VAN DER LIP roept: H. BrouwerI
De heer VAN HAMEL vreest, dat het
moeilijk zal gaan. In de volgende verga
dering zal hfj echter nadere inlichtingen
geven. i
Hierna werd de vergadering gesloten.
P.S. In ons verslag van gisteren werd
ook als niet aanwezig genoemd de heer
A. Corts; dit moet zjjn de heer H. K.
Korft
Zitting van gasteren.
De Vlootwetten.
Omtrent de discussie over dit onderwerp
zij nog bet volgende medegedeeld
De beer DE MIEESTER verklaart), dat
de motie, waarin voorloopdg teamgraume
der kruisers wordt gevraiagd, niet zal wor
den ingediend. Uit de rede des Ministers
sprak een sberke overtuiging. Z.Exo. beeft
zioh don man getoond, die in deze om-
stam.dagheden gawonscbb is op de plaats wel
ke bij ammeeant. En 'elands belang gedoogt
niet, dat de portefeuille van Marine thans
overgaat in andere banden. Daarna zal
de motie niet worden ingediend en zal spr.
voor bet ontwerp stemmenal blijft bij
overtuigd dat uitstel wensohelijk ware ge
weest.
De beer LOHMAN is bet niet eens met
den beer Ankerman, uit wiens rede meer
de stem sprak van den Anti-Oorlograad,
dan van iemand, die zijn meaning geheel
overziet. De rede des Ministers beeft op
spr. geen sterken indruk gemaakt. Z.Exc.
legt wel wat te veel nadruk op het ver-
trouwon, dat do Kamer moet hebben dn die
deskundigheid van bet Departement van
Marine.
Evenwel ziet spr. geen reden om tegen
bet voorstel te stemmen, waarbij bij de
volle verantwoordelijkheid laat aan den
Minister.
De heer VAN DEVENTER vraagt nog
inlidhtangen aan de>n Minister. Hij wil o.a.
vernemen, of niet kan worden volstaan
met schepen van groote snelheid, doch
met minder geweohtswaardie.
Do beer BOG A ARDT da verheugd, dat
de Minister verstek heeft afgewezen.
De heer BIOHON zal tegen het ontwerp
stemmen.
De heer VAN NISPEN TOT SEVE-
NAER (Rheden) beeft nog geen voldoefid
antwoord gekregen op zijn vraag of er
verband bestaat tusschen dit ontwerp en
de vastlegging dier kosten verdeeling tus
schen Nederland en Incföë.
De heer NOLENS verklaart namens
verschillende zijner politieke vrienden,
dat hun bezwaren, tegen vlootbouw op dit
oogenblik ndet zijn ondervangen doch dat
de bezwaren niet zoo overwegend zijn, dat
zij daarin een reden zien om tegen te stem
men en den Minister hun vertrouwen te
onthouden.
Minister Rambonnet antwoordt den heer
Van Deventer, dat met kleinere schepen
niet kan war dien volstaan. Op de kosten-
verdeeling wordt ni-et gepraej udiici eer d
De heer VAN DER VOORT VAN ZIJP
verklaart, diat hij en zijn politieke vrien
den niet zullen tegenstemmen, omdat zij
de verantwoordelijkheid voor een porte-
feuillekwestée niet willen aanvaarden. Zij
laten de verantwoordelijkheid voor den
aanbouw evenwel voor den Minister.
Het artikel betreffende den bouw van
kruisers en onderzo ebooten wordt aangeno
men met 46 tegen 21 stemmen, die van de
heerenSchim v. d. Loeff, Ketelaar,
Smeenge, Sannes, Albarda, Gerhard, De
Muralt, HugenhoJtz, De Jong, Bichon van
IJselmonde, Hubreohts, Ter Laan (Rotter
dam), Ankerman, Teensbra, Spiekman,
Kleerekoper, Ter Laan (Den Haag), Scha
per, Vliegen, Van Leeuwen en Helsdingen.
De beer schaper verklaart geen stem
ming óver het wetsontwerp te zullen vra
gen om de Hamer een stemming te bespan-
ren.
Het ontwerp wordt z. h. st. aangeno
men.
Zonder stemming wordt daarna aange
nomen liet wetsontwerp tot verhooging dor
begrooting van heb Staatsmuntbedrijf voor
1914.
Langer in dienst houden van de Militie
Aan de orde komt bet wetsontwerp be
treffende bet langer in-dienst-houden van
ingelijfden bij de militie.
De heer TER LAAN (Den Haag) zal zich
tegen bot ontwerp niet verzetten, doch hij
meent te mogen eiscben, dat in den dienst
alles in orde is. En nu constateert hij, dat
in geneeskundigen dienst veel is verbeterd.
Echter heeft men den landweermannen
niet voldoende gelegenheid gogeven tot
uitoefening van bun kiesrecht, terwijl nog
steeds te veel schoollokalen bij de militai
ren in gebruik zijn. Verder worden de mo
bilisatieclubs nog altijd hier en daar tegen
gewerkt en worden de socialistische hui
zen niet op gelijke wijze behandeld als de
christelijke.
Komendle tot den geest in bet leger,
noemt spreker verschillende gevallen van
ongeregeldheden te Boskoop, Apeldoorn,
Rillandt, Halfweg, Breda, enz., welke on
geregeldheden bet gevolg waren van bet
met-aanbrengen vqji kleine verbeteringen,
welke toch gemakkelijk zouden zijn aan te
brengen, en door onoordeelkundig optre
den voor gegradueerden. Spr. waarschuwt
deax Minister een anderen weg te gaan vol
gen. Hij dringt er op aan, dat er minder
onverstandig aal, worden gestraft.
Voorts wordt er geplaagd met de rege
ling van het verlof en zijn er slecht inge
richte confines en ia de. regeling van het
memagegeld gebrekkig.
Nog vraagt spr. of de thans geregelde
landbouwerloven ook zullen gelden voor
de kleine landbouwbedrijven
De beer DUYMAER VAN TWIST dringt
er op aan, dat bij het verleenen van oogst-
verloven ook zal worden gedacht aan de klei
ne grondgebruikers. Voorts pleit bij voor
bet met verlof zenden der oudste lichting
van de bereden korpsen; dringt hij aan op
ruimer Bekendmaking van de bedoeling des
Ministers ten aanzien der vergaderingen, en
op een hoogere vergoeding voor sommige
lichtingen van de landweer vraagt hij eeni
ge inliohtingen omtrent de verschaffing van
katoenen zomerkleeding aan de manschap
pen en dringt hij aan op spoed met het toe
gezegde ondergoed ten aanzien der geeste
lijke verzorging en op het verleenen van fi
nancieel en steun aan militaire Tehuizen.
De heer SPIEKMAN spreekt evenc^
over dé vergoedingen, ten aanzien waarvan
z.i. bij de Regeering gebrek aan ernst be
staat. Er wordt niet gedecideerd gehandeld,
om aan erkende misstanden een einde te ma
ken. Spr. noemt verschillende feiten en cij
fers, om aan te toonen, dat op krenterige
wijze wordt gehandeld.
Spr. dringt aan op krachtige maatregelen
en vraagt nogmaals hulp ook voor de gezin-
nen, die in concubinaat leven, benevens ver-
hooging van het maximum van f 1.50 en de
instelling van een commissie van beroep op
toekenning der uitkeeringen.
De heer RUIJS DE BEERENBROUCK
dringt aan op subsidie voor de militaire te
huizen.
De heer VAN NISPEN TOT SEVENAER
{Rheden) sluit zich daarbij aan en dringt
aan op ruimer toepassing van het oogst-ver-
lof terwijl hij klaagt over willekeur bij ver
loven.
De heer SCHAPER ondersteunt verschil
lende geuite wenschen.
MINISTER BOSBOOM weerspreekt, dat
niet met ernst wordt gestreden naar wegne
ming der grieven ten aanzien der vergoedin
gen. De onmisbare decentralisatie maakt
evenwel het doen volgen van een vaste lijn
uiterst moeilijk. Evenwel bestaan er vaste
regelen, die men maar heeft te volgen, om
tot eenheid te komen. Het verleenen van on
dersteuning aan in concubinaat levenden
zou aanleiding geven tot misbruik. Het in
stellen van een commissie van beroep wil hij
bespoedigen. Wat verloven betreft wil hij
gaarne zien of er nog uitbreiding aan- kan
worden gegeven, maar met het oog op de
belangen van den dienst kan hij geen enkele
toezegging doen.
Ook kleine grondgebruikers zullen van het
oogst-verlof kunnen genieten.
Over den geest in het leger spreekt de
Minister slechts noode. omdat deze kwestie
hem veel zorg baart. Hij schrijft den ach
teruitgang van den goeden geest toe aan een
complex van oorzaken, waartoe hij ook re
kent het voortdurend naar voren brengen,
vooral in de Kamer, van allerlei grieven.
De heer HEERESOok wanneer die
klachten juist zijn?
De heer MARCHANTDus altijd weer
afschuiven
De MINISTER ontkent dit. Hij sprak van
een complex van oorzaken en noemde er
daar één van. Van afschuiven op anderen is
daarbij geen sprake.
Hij zal deze zaak tot een onderwerp van
nauwgezet onderzoek maken. Ten aanzien
van militaire tehuizen zal hij overwegen of
hij hier en daar eenige financieele hulp zal
kunnen geven.
Hij aarzelt evenwel, daar hij niet weet
waar het einde zal zijn.
Ontruiming van schoollokalen geschiedt
zooveel mogelijk.
j-en aanzien van de cantines moet aan de
commandanten overgelaten worden of ze
zeli de cantines willen beheeren of in exploi
tatie geven aan een ander.
IN a repliek van de heeren DUYMAER
VAN TWIST, TER LAAN en SPIEKMAN,
waarbij de laatste een motie indient ten
gunste van een commissie van beroep, welke
motie op een nader te bepalen dag zal
worden behandeld, wordt het wetsontwerp
zonder stemming aangenomen en de verga
dering verdaagd tot Vrijdagochtend te elf
Vraag: a. Hoeveel K.M. is de afstand
van Leiden over Amsterdam-Enkhuizen-
Stavoren- Leeuwarden naar Harlingen?
b. Hoeveel K.M. is de afstand van Henge
lo (O.) Zwolle-Leeuwarden naar Harlingen?
Antwoord: Por spoor van Leiden
naar Harlingen is 207 K.M.
Van Hengelo naar Harlingen is 180 K.M.
V raag: Mijn meisje is een onecht kind,
docL op haar geboorteakto staat als kant-
teekening, „dit kind is erkend door (namen
der ouders) bij hot aangaan van hun huwe
lijk" (datum, enkele jaren na de geboorte).
Gaarne vernam ik of het u bekend is of bij
ons aanstaande huwelijk deze zinsnede in
do trouwacte wordt opgenomen of ook voor
gelezen. Wij wilden graag dit voor mijn
ouders verborgen houden, daar wij anders
onaangenaamheden vreezen. Indien wij wil
len trouwen in een gemeente buiten die,
waarin wij feitelijk wonen, hoe lang moet
dan een van ons beiden in zoo'n plaats ver
blijf houden?
Antwoord: Wij meenon dat zulks wel
in de trouwakte wordt opgenomen. Maar,
informeer dit eens bij den ambtenaar van
den burgerlijken f^fcand. Wat uw laatste
vraag betreft-, indien gij slechts 6 maar don
of korter in uw nieuwe woonplaats hebt
gewoond, moeten do huwelijksafkondigingep
oox in uw vroegere woonplaats geschieden.
V raag: Ik ben met 1 Mei in betrekking
gekomen maar dasr liet mij niet bevalt, heb
ik met de zes weken mijn dienst opgezegd.
Heeft Mevr. nu liet recht om mijn goclspen-
ning in te houden?
Antwoord: Voor den godspenning
moet gij drie maanden werken. Reken nu
zelf maar uit.
Vraag: Omtrekt opzegging van diens,
wegens het l»ten liggen van een telegran'
in de keukon.
Antwoord: Als de zaak zich heeft
toegedragen zooals gij zegt, is Mevrouw U
nog 6 weken loon schuldig. De door U ge-
pleegdo nalatigheid toch kan niet gelden
als reden voor ontslag op staanden voet.
Wilt gij procedoeron dan moet gij U bij den
kantonrechter verv-egen. Kosten zijn daar
niet aan verbonden.