tweede kamer. Uit ris Omstreken, De meeste dier scholen zijn, volgens ver klaringen van onderwiJLicrp en docüorci^ ongeschikt voor het verblijf van kandoren. Daarom ook is het zaak, dat de militairen zoo spoedig doenlijk in beter, meer aan de eischen der hygiëne beantwoordende locali- tetten worden ondergebracht. Dit is dus ook een groot belang voor de militairen zelf. Wanneer vandaag of morgen ten gevolge biervan ziekten uitbraken, zouden diezelfde militairen, die nu hun verblijf aldaar op alle manieren verdedigen, wel geheel anders praten of schrijven. Bovendien, ik herhaal, do scholen behooren aan de jeugd en niet aan hot militarisme. Aan de uitnoodiging om eens wat mee te doen, behoef' ik geen gevolg te geven, om dat ik voldoende heb meegemaakt, en wan neer het noodig mocht zijn, dat het land van mijn krachten gebruik moest maken, dit in elk geval daarop kan rekenen. De andere verwijten zal ik niet beant woorden, maar ik hoop, dat later mijn zonen zonder uitzondering het land zullen moe ten en kunnen dienen, aangezien ik het een schreeuwende onbillijkheid vind, dat de een wel, en de ander niet verplicht wordt daartoe. Hiermede is meteen gezegd, dat ik pro-militair bon. Dat op heden vele mistoestanden door de mobilisatie zijn ontstaan, zal ik geen oogen- blik ontkennen. Dit neemt echter niet weg, dat, indien andere mistoestanden uit den weg kunnen worden geruimd, militairen en burgerlijke autoriteiten daarvoor hebben te zorgen. Ik herhaal dan ook, in tegenstelling van de huldiging van den onderwijzer Rank, dat ik de autoriteiten beschuldig, niet vol doende voor het onderwijs te hebben ge zorgd. Het einde van den toestand is nog met geen mogelijkheid te overzien, t kan nog wel 5 tot 6 jaar duren en zou dan de jeugd den tol moet betalen nu en in de toekomst? In plaats nu nog zoo veel moge lijk het onderwijs in de hand te werken, hoor ik, dat de v&cantiën dit jaar ook nog wat verlengd zullen worden, hetgeen waar lijk het toppunt zou zijn. Ook de kinderen der Leidsche gemobiliseerde militairen lij den onder dezen toe-stand, en dezen zullen niet door den Staat in de gelegenheid wor den gesteld hun kinderen nog eenige jaren langer onderwijs te laten genieten. Ook daarom dus is het noodig, dat de militairen zoo spoedig doenlijk in andere gebouwen als juist 8choollocalen worden onderge bracht. Men sprak mij van barakken of schurei maar die mijn stukje goed heeft gelezen, zal inzien, dat ik in alle opzichten ook de verbetering der huisvesting van onze sol daten heb bedoeld, en dit is beslist mogelijk. Overplaatsing daarvoor is zelfs uitgesloten, aangezien Leiden immers zijn troepen als garnizoensplaats moet behoudenIk kan de militairen nog verwijzen naar het inge zonden stukje van den militair H. W. A. in het Tweede blad van 13 Juli; dezen zullen dan zien, dat ik niet totaal onbevoegd tot oordeel en mijn stukje schreef, hetgeen trou wens mijn gewoonte niet is. Ik eindig met den wensch uit te spreken, dat door de autoriteiten deze hoogst be langrijke zaak 'ten spoedigste worde ter hand genomen, opdat door die autoriteiten aanspraak zal kunnen worden gemaakt op dien naam. U, Mijnheer de Redacteur, dankend voor de verleende plaatsruimte Hoogachtend Uw abonné H. BROUWER Hz. Zitting van gisteren. Nadat gisteren het voorstel van den heer iA'RTS, om het wetsontwerp tot wijziging van den zoutaccijns van de agenda af te voeren tot <le volgende zitting, zonder stemming was aangenomen, en zoo ook het .wetsontwerp tot {tijdelijke afwijking van' de Bevorderingswet voor de Zeemacht kwam aan de orde het wetsontwerp tot verhoo ging van de Waterstaatsbegrootnig 1915 (werkloosheidswerken)., De heer ALE'AHDA verklaart het ont werp met waardeering te hebben begroet, al is bet crediet van 3 millioen slechts een kleinigheid, vergeleken bij den groeten heerschenden nood en de sombere vooruit zichten. Vooral in de bouwbedrijven keerscht groote werkloosheid, zooals spr. aan de hand van cijfers aantoont. JSpr. vraagt ol er bij de Regeering maatregelen in over weging zijn om de particuliere bouwnijver heid te hulp te komen. De heer DE MTTRALT brengt eveneens huldo aan de Regeering voor de indienirfe van het ontwerp. Ook hij wijst op den nood, waarin de bouwbedrijven verkeeren en op groote werkloosheid, die niet alleen in de groote steden maar vooral in de kleinere havenplaatsen hcerscht. Hij acht dan ook het aangevraagde bedrag aller minst te hoog. Spr. wijst voorts op het euvel, dat in Zeeuwsch-Vlaanderen wordt gebruik go- maakt van de hulp van Belgische schip pers, die onder de markt werken en boven dien ondersteund worden. Hij dringt aan op bepalingen daartegen in do bestekken. Bedoelde werkkrachten mogen alleen als aanvulling gebruikt worden. Nog klaagt spr., dat de Kamer niet vol doende gelegenheid heeft gehad de voor gestelde werken vooraf te beoordeelen, daar bij do Memorie van Antwoord feite lijk een nieuw ontwerp is ingediend. Hij is verwonderd over de bewering, dö-t wegverbetering geen goede werkverschaf fing zou zijn. Voorts vraagt hij of er wel kolen genoeg zijn voor de baggerwerken en waarschuwt tégen heddle-oaitginndnig als middel voor werkverschaffing. MINISTER LELY da-nikt voor den on dervonden steun. Hij bevestigt, dat inder daad de werkloosheid in de bouwyakken grooteer ia dan velen meen en. Hij heeft dienaangaande gegevens verzameld, waar uit blijkt, dat de werkloosheid tijdens den Oorlog 50 pOt. grooter is dan anders. Tegenover het verwijt varn 'den' heer De Muralt merkt Z.Exc. op, dat een nauwkeu rige voorbereiding in de tegenwoordige omstandigheden te veel tijd zou hebben ge vorderd. Voor steun aan de particuliere bouwnij verheid vorwij'st spr. naar den Minister van Birmenlanctsche Zaken, daar die steun zon moeten worden verleend in don vorm van het bouwen' van arbeiderswoningen. Nog deelt Z.Exc. mede, dat op de vol gende begrooting geiden zullen worden aangevraagd voor een nieuw gebouw voor de statistiek. Na repliek, van den heer ALBARDA wordt het ontwerp zonder stemming aan genomen, waarna aan de orde komt een wetsontwerp tot wijziging der In dische bogrooting (diverse ontwer pen). De heer BOGAARDT betuigt zijn in stemming met het denkbeeld cursussen te stellen voor onderwijzers en onderwijze ressen over Indische onderwerpen ter ver hooging van do belangstelling voor In- dië. Hij dringb er -evenwel op aan, dat ook subsidie voor dergelijke cursussen zal wor den gegeven aan die R.-K. Leergangen en dergelijke instellingen. De heer SCHEURER is eveneens inge nomen met het plan dergelijke cursussen te geven. Ook hij dringt evenwel aan op subsidie voor dergelijke cursussen van Christelijke zijde. Voorts meent spr., dat het instellen der cursussen op wel wat omslachtige wijze ge schiedt. De heer DE VI&SER juicht in beginsel het plan des Ministers toe, doch heeft be zwaar tegen de uitvoering. In plaats van vaste cursussen aan de Rijkskweekscholen to Haarlem en Deventer, had hij liever de aanstelling gezien van wandelleeraren, die aan openbare en bijzondere kweekscholen op bepaalde dagen voordiraöhten zouden houden. MINISTER. PLEYTE verklaart zdoh be reed met den Minister van Binnenlandsche Zaken overleg te plegen aangaande de ver der uitvoering van het plan door de aan stelling van wandelieeraren. Voorts verklaart hij zich in beginsel be reid steun te verleenen aan paticuliere instellingen, d&e hem willen helpen bij zijn pogingen om onderwijzers voor Indië te verkrijgen, indien men van die zijde met aannemelijke plannen komt. De heer BOGAARDT repliceert, even als de heer DE VISSER. Na dupliek des MINISTERS worden de verschillende artikelen van het ontwerp en het ontwerp zelf onder hoofdelijke stem ming aangenomeni. Aan de orde is het ontwerp t ot. ve r- hooging der begrooting van Fi nanciën voor 1915 dat zonder beraad- sla.sing of stemming wordt aangenomen. De vergadering wordt verdaagd tot Woensdag holftwaalf, wanneer wordt aan gevangen met de behandeling der Vloot wet. BODEGRAVEN. Do gezamenlijke bakkers, alhier, heb ben besloten den nachtarbeid af te schaf fen. Voortaoln. zal er vóór des morgens tien uren bij geen enkelen bakker versah brood te verkrijgen zijn. De heer J. Laan, alhier, die onlangs mot goed gevolg examen deed in het boek houden, gehouden vanwege d/e Vereeni- gdng van Leeraren in het Boekhouden, slaagde thans ook voor het examen in heb boekhouden, door „Mercurius" gehoudien. HAZERSWOüDE. Het spelen met buskruit, dat in een bloempot stond, werd een knaapje in deze gemeente noodlottig. Het kind bracht het •kruit met vuur in aanrakingmaar daar het wellicht een weinig voohtig wa-s, had de vuurvatting niet direct plaats. De jon gen kwam er toen wat dichter bij en kreeg opeens de volle ontploffing in 't gelaat, dat daardoor op vroeselijke wijze geschon den werd. LISSE. De uitslag van de stemming voor drie leden van den Gemeenteraad is als volgt: Uitgebracht 808 geldige stemmenvol strekte meerderheid dus 405. Hiervan ver kregen de hoeren H. van Graven (R.-K.) 275, W. K rosse], (A.-R. aftr.) 575, F. F. B. de Moulder, (R-K.) 105, J. Pijnockor, (R.-K. aftr.)542, A. H. Schramm, (R.-K.), 475, A. Vemduyn Jr. (Lib.) 197, en O. A. de Vos, (R.-K.), 53 stemmen. Herkozen de hceren W. Krösschel en J. Pijnacker on gekozen de heer A. H. Sohrama. NOORDWIJKERHOUT. OP den weg naar Piet-Gijzenbrug had een vrij ernstig ongeval plaats. Een onge veer negenjarig meisje (thuis bij F. v. d. B.) reed mee op een brik, die geladen was met zakken' erwten. De zakken gingen glij den en het meesje viel van den wagen. Zij kon niet opstaan. W. B., van NooTdwijfc, legde het kind op zijn fiets en bracht het thuis. Haar toestand is vrij ernstig. De- dokter weet nog niet, of hot breuk of kneu zing is. STOMPWIJK. l I Tot ]id van den Gemeenteraad zijn herkozen de heer en C. v. d. Erjk (lib.). L. J. Wijsman (R.-K.) en H. J. Smit (R.-K.) en is gekozen de heer N. J. Nieuwenbroek (R.-K.) niet respectievelijk 350, 336, 327 en 252 stemmen. Op den heer F. Verwer (R.-K.) waren 136 en op den heer J. Spron- kers (S. D. A. P.) 76 stemmen uitgebracht. VEUR. 1 Tot lid van den Gemeenteraad zftn herkozen do hceren j. F. van Vliet (A.-R.) en C. Weerdenburg (R.-K.). In de vaca ture-wijlen I. van Leeuwen (R.-K.) is ge kozen de heer W. B. Blonk (R.-K.). ZEVENHUIZEN. Tot lid van den Gemeenteraad is her kozen de heer W. van de Weerdt (Vr^B.) en gekozen de heer J. L. Paul (A.-R.). ZOETE RW OUDE. Bij stemming voor den Gemeenteraad zijn uitgebracht op de lieeren M. Th. Kom pier (aftr.) 333, P. J. van der Poel (aftr.) 326, J. Straathof (aftr. 324, J. de Graaf 114 en J. P. van Schavendyk, 81 stemmen, zoo dat de drie aftr. zijn herkozen. Vooral de aan den Haagweg wonende kie zers, hebben weinig belangstelling getoond. Ruim één derde deel hunner kwam op. Na afloop der stemming is op het Hoofd bureau, Raadhuis, door de kiezers C. Goed hart, H. Wessels en J. H, Weijding, en aan het stembureau Hooge Rijndijk, door de kie zers J. v. d. Hoeven, J. C. Stadhouder en Th. van Wijk, protest aangeteekend tegen deze verkiezing en stemming, op grond, dat niet iedere kiezer ?n de gelegenheid gesteld is, op d^n candidaat zijner keuze te stemmen, als gevolg van het ter zpde leggen van de candidaatlijst, waarop voor kwam de naam van den heer J. C. Stadhou der, die, zooals reeds gemeld is, e^n dag te Vroeg ten raadhuize was ingeleverd. Den- gene, die de ljjst had bezorgd, kon er geen kennis van dragen, dat deze ter zijde gelegd zou worden, daar hij uit het feit, dat hem een ontvangbewijs door den ambtenaar werd ter hand gesteld, concludeerde, dat hjj aan de formaliteiten, daarvoor vereischt, vol daan had. Het protest zal in het proces-verbaal wor den opgenomen, en later ml de beslissing volgen. Mond- on Klauwzeer. Met ingang van 14 Juli is ingetrokken het verbod op het vervoer van herkau wende dieren en varkens, uit, naar of bin nen de buurschappen Renkum, Haarle en He zin gen en een kring in "de gem1. Hulsberg. Bljjkens een mededeeling van den Spaan- schen gezant is een observatieperiode van vijf dagen voorgesclireven b^j den invoer van rundvee, schapen, geaten en varkens in Spanje, in verbaiW met het optreden van mond- en klauwzeer in enkele Heder- landsche provinciën. KAMERS VAN LANDBOUWw Door landbouwers-veehouders, vertegen woordigd door een commissie, voortgeko^ men uit de groote pro testvergaidering tegen het afmaaksysteem, bjj mond- en klauwzeer, wordt nog steeds gewerkt om gedaan te krjj- gen, dat een andere richting worde uitge gaan in deze, waarin den veehouder meer zeggingsreclit zal worden toegekend, 'dan tot nu. Men tracht stemming te maken voor het oprichten van „Kamers van Land bouw," bestaande uit boeren en veehouders in bedrijf, om daarmede een meer pfac- tische oplossing te krijgen in gevallen als vorenbedoeld en ook 'in andere, daarmede gelijkstaande, Uitspraak van het Kantongerecht te Alphen. W. G. 427 S. 31. f 0.50 of 1 d. en civiele vordering toegewezen" W. IJ. 427 S. E. f 1 of 1 d.A. O. v. d. A. wet vceartsenij Staatstoezicht heropening onderzoek; L. D. ongovallenwe vrijgesproken; H. D. veewot f 0.50 of "l d. en kalf verb, verkl. L. B. veewet f 5 of 2 d.D. d. B. epoarw.wefc vrijgesproken; P. S., O. B., D. G.. G. G. viscliwet f 1 of 1 w. t., peur verb, verkl.; M. E. v. z. a. z. v. f 2 of 1 d.P. B. v. z. v. f 2 of 1 d. gobbe terug: A. v. d. K., B. v. d. It.. H. H. Eijnland, f 2 of 1 d.l J. I» St. v. overtr. f 3 of 2 d.P. S. idem. aangehouden tot 6 Aug.O. v. d. V. idem f 6 of 2 d.; W. P., idem. 2-maal {f 3 of 2 d.); H. J.. J. v. d. L., M. J., idem, f 3 of 2 d.J. E., W. B. idem f 5 of 2 d. O. V., idem, f 8 of 4 d. 31. O. idem heropening onderzoek; O. v. d. G. f 2 of 1 d.: F. W. varen z. v. 1 of 1 d.; A. B. idem f 2 of 1 d.B. v. IT., G. v. G.. JE. O.. O. P.. A. v. K.. L. v. V.. A. B.. J." O.. B. V., G. B„ A. J., J. v. d. B. r. z. 1.. M of 1 d.; A. G.. A. B., r. z. 1.. f 2 of 1 a v. d. H.. r. z, 1, f 1.50 of 1 d.; C. B., r. z. lv 2-maal 1 of 1 w. t. I. O., r. z. 1.. 2-maal (/l of 1 dj; J. Z. P., v. Boskoop, f 0.50 r>f 1 d.v. M trekh.wet f 1 of ld.; "W. 8. spoorwegregl. f 4 of 2 KUNST, LETTEREN, ENZ. De „Sloemor.sp.oke" te Leiden. Henricus schrijft aan „De Hofstad", dat hij zich geenszins aansprakelijk gesteld1 zou willen zien voor het aesthetisohe effect der „Bloemensprake"-uitvoeringen te Leiden, welker tekortkomingen hij niet op ziok kan nemen, zjjnde onkundig gelaten van alle voorstudies, zoowel van solodansen als van ensembles, zoodat hij geen controle oefenen kon over vorm1, schakeering, enz. De Vondst op den Tafelberg bij Blaricum. Men schrijft aan het „Hbld.": Oudtijds droeg de Tafelberg den naam1 van Kooltjesberg. Wellicht is de kleine hoogte, die zich hier oorspronkelijk bevonden heeft, kunstmatig opgehoogd; immers, voor Onge veer een eeuw bestond de top uit leem of klei. In dien tijd word de Tafelberg des zomers druk bezocht om het schoone pano rama, dat hij, vooral in den bloeitijd der boc-kweit, bood. Van de tafel zelf deelt Van der Aa: Amrdr. Woordenb. VI, blz. 574, het volgende mee: „Er was op den berg, tot voor weinige jaren bij schrijft dit in 1845 een gemetselde ronde steenen tafel, ter hoogte van 4 voet en van 2 voet in doorsnede, bedekt met een wit marmeren blad of vlak, waarop de namen van 64 steden en dorpen, welke van deze hoogte te zien zijn, in een cirkel gegrift waren. Boven deze tafel, die naar men wil, zoo hoog stond als de top des torens van Blaricum1, was voor dezen een hou ten dak, dat op vier pilaren rustte, maar dit is voorlang reeds door den wind omvergerukt en weggeraakt." Hieruit blijkt-, dat het gevonden hardsteen niet is het blad van de tafel en evenmin als Van der Aa ons juist ïnlioht, een fragment er van. i GEMEENTELIJKF ARBEIDSBEURS. Stadstlmmerwerf. Tolophoon No. 127. AANVRAAG VAN WERKZOEKENDEN. 3 Kantoorbedienden, 1 Uitvoerder, 1 Colporteur, 3 Timmerlieden, 14 Metselaars Steenhouwers, 2 Opperlieden, 6 Btuoadoora, 2 Betonwerkers, 5 Schilders, 1 Meubelmaker, i Kleermaker, 2 Gas fitters, 2 Stokers, 1 Smid. 3 Grot-bankwerkers, 1 "Voorslor-ndor, 1 Loodgieter, 1 Koperslager, 7 Typografen, 1 Koetaior, 7 Loopknechten, 1 Loop jongen. 15 losse Werklieden, 11 Werksters, 6 Naaisters, 2 Wftsohvrouwene 1 Baker, 1 Fa brieksarbeidster. De Strijd ii> liet Westen. In liet Fransche Dinsdagnamiddag-com muniqué komt het volgende voor over een luchtaanval der Franschen Een Fransch lucht-oskader van 35 vlieg tuigen deed Dinsdagmorgen een tocht, on danks een windsterkte van 18.5 M. in de seconde, en bombardeerde het door de Duit- schers voor strategische doeleinden inge richte station vanj Vigneulles-üq3-Hatton-1 ch&tel. Dit station voorzie^ te gelijk de streek bij de Tranchée de Calonne en het bosch van Aprémont in zeer belangrijke mate van voorraden van allerlei aard. Er was hoofdzakelijk' een opslagplaats van mu nitie. De Fransche vliegtuigen wierpen op de aangewezen plaatsen 171 granaten van 90 m.M. Door het bombardement werd op ver scheidene plaatsen brand gesticht. Allo vliegtuigen keerden terug, hoewel zij vrij sterk waren beschoten,. Generaal Couraud gedecoreerd. De ,,Times"-correspondent te Parijs deelt mede, dat president Poincaré generaal Gou- raud, den aanvoerder der Fransche troepen op Gallipoli, die hevig gewond naar het va derland terugkeerde, in het hospitaal heeft bezocht en hem de Médaille Militaire op de borst heeft gespeld. De generaal was zeor getroffen door dit buitengewone eerbe wijs en door Poincaréa dankbetuiging na mens Frankrijk voor het echitterenae werk, dat hij had verricht. De toestand van den generaal is zoo be vredigend mogelijk, maar hij moet nog eens met X-stralen onderzocht worden, bij welke gelegenheid men hoopt te kunnen vaststel len hoe de toestand van zijn rechterbeen is. Engeland is Buitschland's eenige Vriend. In de „Voss. Ztg." heft dr. Franz Oppenheimer, privaat-docent aan de Ber- lijnsche universiteit, een gejubel aan ter eere vanEngeland. „Een deel van die kracht, die steeds het kwade wil en steeds het goede schept", aldus citeert hij, en hij vervolgt: Wij, Duitschers, zijn Engeland warmen dank schuldig. Het heeft het Napoleonti sche middel /van 'een vastelandsblokkade tegen ons aangewend, tem einde ons door den honger neer te wetrpem; daarin heeft heb glansrijk gefaald, doch wat het bereikt heeft is den hoogsten dank waard: het heeft ons tot de uiterste spaarzaamheid gedwongen, het heeft Duitschlands inkom sten vermeerderd en zijn uitgaven vermin derd, het heeft ons gedwongen de gewel dige oorlogskosten, in plaats uit het ver mogen, voor eon veel grooter uit de loo iende inkomsten te dekken, dat zonder de blokkade zou geschied zijn, e>n heeft daardoor, alles wèl beschouwd, zijn be schermende hand over onze volkswelvaart en voor alles over ouzo valuta gehouden. Prof. Öppenhdipier zegt, dat het volk hartelijk lacht, omdat Engeland zelf valt in den kuil, dien het voor Duitschland gegraven heeft. „Wij hebben slechts een enkolen vriend Engeland", eindigt hij. De Kolenkwestic. Naar aanleiding van de te wachten ko- lenoonferentiQ schrijft de „Manoh. Guardi an", dat Engeland het eenige land dor Bondgenooten is, dat over een voldoenden voorraad kolen kan beschikken. Het groote Poolscho kolenbekken van Rusland is in Duitsohe handen en men hoort spreker van een wezenlijken kolen- nood in den a.s. winter, zelfs in de groote steden, ofschoon deze voor een deel het gevolg is van de beslaglegging der mili taire overheid op de vervoermiddelen. Italië levert weinig kolen en maakt veel gebruik van de „witte kolen" het wa ter voor het drijven van zijn eleotrische installaties. Fmnkrijks grootste kolenbek ken zijn eveneens in 'Duitsohe handen en daardoor is het meer dan ooit van hulp van buiten afhankelijk. Toch hebben alle Bondgenooten ikolen noodig, zoowel om het gewone economische leven gaande, als om de munitiefabrieken op gang te houden. Daarom zien zij allen uit naar Engeland, dat evenwel, wegens de sterke reorutee- ring onder de mijnwerkers, eenige moeite heeft om aan die groote vraag naar kolen te voldoen. Met goedeai wil, met samenwerking en zuinigheid zal men, meent de „Manoh. Gu ardian", de moeilijkheden kunnen overko men. Do vraag is echter niot alleen om een voldoende hoeveelheid kolen te krijgen, maar ook om ze tegen een redelijken prijs verkrijgbaar te stellen. In Frankrijk klaagt men, dat de prijzen voor Engelscho kolen een ondraaglijken last vormen voor de Fransoho nijverheid, en men gelooft, dat die prijzen speculatie-prijzen zijn. Ongetwijfeld, zegt het blad, ig de pro ductieprijs gestegen, doch wij kunnen daar tegen wijzen op de stellige verklaring van een onderzoekings-commissie, waarin - eze zegt, dat de prijzen zijn gestegen buiten verband met de productiekosten. Men ver onderstelt, dat de conferentie betreffend© do handhaving en uitbreiding van den ko- lenvoorraad zich' met deze kwestie zal be zighouden. Engeland en het Katoen-Vraagstuk» Uit Washington wordt aan de „Morning Post" gemeld: Duitschland wenscht katoen te ontvangen, zelfs al heeft het ook vol doenden voorraad voor zgn huidige behoef ten. Het poogt nu, door afpersingspraktij ken, die katoen ;te betrekken uit de .Ver- eonigde Staten. Sinds eenigen tijd worden tusschen de Duitsche en de Amerikaansciie regeering onderhandelingen gevoerd betref fende het zenden van Duitsche kleurstoffen, die de Amerikaanscke textielindustrie drin gend noodig heeft, naar de Ver. St. De Duitsche regeering weigert den uit voer van die verfstoffen toe te staan, tenzij de Amerikaanscho regcering er m toestemt voor een gelijke waarde aan katoen naar Duitschland uit te voeren. Die kleurstoffen zouden dan geconsigneerd worden, onder voorwendsel, dat een (Amer.) regeenngs- garantie noodzakelijk is, om te beletten, dat zrj in handen van den vijand vallen. En do lading zou ook onder controle van de An:er. regeering dienen te staan, zoodat aanhouden daarvan niet enkel maar een daad tegen particulieren zou wezen, doch de Arno- rikaansche regeering in de zaak zou betrek ken. Natuurlijk zouden de Duilschers ho pen, op die manier moeilijkheden tusschen Engeland en Amerika in het leven te roe pen. Natuurlijk is de Amerikaanscke- regee- ring niet zoo groen, in dezs onhandig ge stelde val te loepen en heeft zij gewei gerd, in do voorgestelde schikkingen te treden. Amerikaansche fabrikanten overwe gen thans de mogelijkheid om hun eigen, kleurstoffen te vervaardigen, zonder afhan kelijk te zijn van Duiiscldand, en zij willen die productie niet voor tijdelijk, doch voor, goed in het leven roepen. Bj de beraadslaging over het katoen- vraagstuk in het Lagerhuis, zeide Lord Ro bert Cecil, dat de Nederlandsohe Overze o-T rustmaatschappj gfcj leid werd door mannen van onkreukbaar; karakter en uitstekenden naam, wat een waarborg was, dat geen gedeelten van de in Nederland ingevoerde katoen naar, Duitschland zouden gaan. Indien katoen mor gen tot contrabande verklaard werd, dan zou men nog rekening moeten houden met de katoen, die uit Amerika naar onzijdige lan den gaat. Het opkoop en van den gekeelen katoen- oOgist van Amerika, zou een zeer ernstige finanoieele onderneming zijn. De Regeering geloofde, dat men reeds verhinderde, dat het overgroote gedeelte van de benoodigde katoen Duitschland bereikte. Er waren ech ter grenzen, die gerechtigheid en volken recht stelden. De „Daily Chronicle" sclirj'ft: Al wie er ten volle het belang van be seffen om te beletten, dat Duitsohland ka toen krijgt ter vervaardiging van ontplof bare stcffen, zal de bekentenis van mis lukking betreuren, die er ligt opgesloten in wat de regeering gisteren erkende, nl. dat ruim; 30,000 ton katoen in Jum 'm Nloderland is ingevoerd. Nederland heeft een eigen katoenbedrjjf, maar het aantal spoelen schijnt ongeveéf, een honderdste te bedragen van die het En- gelsche katoenbedrijf heeft. En 30,000 Is nagenoeg de helft van hetgeen Engeland in vredestijd gemiddeld in de maand uit Ame rika invoert. Do gevolgtrekking is haast onweerstaan baar, dat een groot gedeelte van dien ge weldigen invoer in Nederland voor Duitsch land is bestemd. Was het, gelijk wij onder stellen, gericht aan de Overzeetrust, die verplicht is te zorgen, dat de zendingen; alleen voor Nederlandsch gebruik dienen, ziet het or naar uit of hetzij de goede trouw,! hetzij do deugdelijkheid van dat lichaam', zeer ernstig ,te kort schiet. Do hoogste schatting, die wij hebben ge zien, is dat Duitschland voor zijn munitie 1000 ton per dag noodig heeft. Als de 30,000 ton in hun geheel naar Duitschland zijn gegaan, is dat voor een maand ver bruik. Laten wij in deze zaak de grove fou,t vermijden van al te dikwijls te eischen, dat katoen tot contrabande za 1 worden verklaard" In het wezen is de eisch juist, maar in den, vorm ongerijmd, want contrabande betreft alleen goederen, op weg naar een vijan delijke haven, en de moeilijkheid geldt nii; goederen gezonden naar onzijdige havens. Bij een Koninklijk besluit van II Maart zgn wij êen stap verder gegaan, dan een contrabandeverklaring ons kon brengen en aanspraak gemaakt op het recht om all^e goederen te stoppen, die naar onzijdige Iia- vens zijn gericht met Duitschland als eind bestemming. Meer kunnen wjj niet eischen. Do moeilijkheid nu is niet van wettelijke^ maar bestuurlijken aard, n.l. er ons vaSi te vergewissen of het katoen (of katoenen goederen), naar Nederland of Skandmaivre gezonden, op weg is naar Duitschland. Het is allesbehalve gemakkelijk, en ieder bezadigd mensch zal toegeven, dat het on verstandig zou zijn, ten nadeele van do' onzijdigen uen knoop door te hakken. Toch ie het ook duidelijk, dat wij veel strenger móeten zijn, dan tot nog toe. Duitschland kan niet vechten als de toe voer van katoen over zee lang genoeg wordt afgesneden. Na schier 12 maanden mees ter tor zee te zijn geweest, is het hoog dat dit proces van afsnijding afdoende wordt. Botha's overwinning. Generaal Botha is thans de groote man in Engeland. Dat is te begrijpen. De ver overing van Duitsch Zuid-West-Afrika is de eerste groote overwinning, door heb Brifr scho Rijk in dezen oorlog behaald. Een uitgestrekt gebied is voorloopig althans onder de Britsche vlag gebracht en ge heel Zuid-Afrika, afgezien van een smalle strook PorLugoesch gebied in het Oosten, is thans Britsch gekleurd. Daar komt bij, dat het streelend is voor het Britsche gevoel, dat de krijgsman, die dit oorlogsfeit vol bracht, nog slechts vijftien jaren geleden tegen Britsche troepen in het veld stond; dat in een slechts zoo kort tijdsverloop een vijand in een vriend veranderde. Het is te verwachten, dat de ovaties, die den Zuid-Afrikaanschen staats- en krijgsman thans van Britsche zijde worden gebracht, zullen bijdragen Botha nog sterker Britscji- imperialistisch te maken dan hij reeds is. De krijgsman Louis Botha heeft zijn naam! opnieuw bevestigd en daarnevens zijn ook de militaire hoedanigheden van het Afri-^ kanervolk opnieuw schitterend geoieken, Het waren voor een groot deel Afrikaners, HoiHandsclhe Afrikaners, die aan de es peditie in Duitsch-Zuid-West deelnamen, en wat deze troepen in dit gebied heb ben verrioht, geeft een hoog denkbeeld yan hun moed en de volharding. Voor de Duitschera is het verlies van de-, •ae kolonie een ernstige slag. Duitsch-Zuill- West-Afrika was de eerste groote Duitsche kolonie. De bezetting van dit gebied zou do! inleiding zijn tot de stichting van een groot Duitsch koloniaal rijk, niet alleen van be- teekenis voor den Duitscken handel, maai* dat tevens aan het Duitsche volk gelegen heid zou moeten geven tot expansio onder' de Duitsche rijksvlag. In den loop de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 6