Nederland en de Qorloy.
Zaterdajr lO «I ail!.
Tweede Blad. |9j5.
De uitbreiding van den
Landstorm.
Uit de Omstreken.
N<>. 16983
i.
ZooaJs we reeds in het kort meldden is
tie Memorie van Antwoord der regeering
op. het afdeelingsverslag der Tweede Ka
mer nopena het wetsontwerp tot nadere
uitbreiding van den .Landstorm, enz., ver
schenen.
Onduidelijkheid.
Afl.n dit regeeringsantwoord wordt het
yolgendo ontleend:
Het is niet zonder bevreemding, dat de
'regeering kennis nam van de al gem een e
klacht, dat de strekking van dit wetsont
werp voor niemand volkomen duidelijk is{
dit bevreemdde te meer omdat verschil
lende leden op verschillende plaatsen in
het Voorloopig Verslag blijk gaven, die
Strekking juist te hebben begrepen.
Handhaving dier onzjjdïghelicL
Van het uitbreken van den oorlog af heeft
de regeering bij alle genomen of voorge
stelde maatregelen sleohts één doel voor
oogen gehad: de handhaving eener strikte
onzijdigheid. Voor dat doel zijn nagenoeg
alle kraohten, waarover zij kon beschieten,
gereed gesteld; geleidelijk zijn zij aange
vuld ©n verbeterd. He vraag of wat ten
vorigen jare kon worden opgesteld, vol
doende moest worden geaolit, heeft de re
geering zich niet gesteld. Er werd gedaan,
wat toen mogelijk was. Daardoor is bij de
oorlogvoerenden ongetwijfeld de overtui
ging gevestigd dat Nederland ten deze
vastbesloten is. Hoe* meer wij nu in staat
zullen zijn een ieder te doordringen van
het besef, dat Nederland voortgaat, zijn
brachten te versterken, des to grooter is de
kans, dat het doel zal worden bereikt.
Dat door versterking van onze weermacht
steun zou worden verleend aan een even
tueel drijven naar deelneming aan den vol-
kerenkrijg, is een denkbeeldig gevaar.
Ware ong volk oorlogznchtig van aard, wa
re het belust op uitbreiding van geuied of
van macht, dan zou het bestaan van eenig
gevaar niet kunnen worden ontkend, al
zou dan ook cle regeering zich niet mogen
laten weerhouden, al die maatregelen voor
te stellen of to nemen, welke dooT do om
standigheden geboden zijn. Eenige onver
antwoordelijke dagbladschrijvers maken
echter het volk niet. Ons volk verlangt den
,vrede te bewaren; het koestert, als geheel
genomen, een vriendschappelijke gezind
heid jegens elk der oorlogvoerenden, bo
vendien zou het niet van wijs beleid ge
tuigen, tegen oorlogszuchtige neigingen,
een rem aan to leggen, die tevens een be
letsel zou kunnen vormen om voor ons den
vrede te handhaven.
Het adres der 22.
Al evenmin heeft men ïn dit voorstel
der regeering een opzettelijke tegemoetko
ming te zien aan de beweging der mannen,
die hun adres van 15 Mei aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal zonden. Toen dat
adres ter kennis van de regeering kwam,
stonden haar voornemens reeds geruimen
tijd vast en was liet aanhangige wetsontwerp
reeds nagenoeg gereed, om het Departe
ment van Oorlog te verlaten. Waren de
reeds op den 8sten Maart aan de Kamer
aangeboden ontwerpen betreffende: „Bijzon
dere maatregelen met betrekking tot de lich
ting 1916" en „Uitbreiding van den land
storm en aanvulling van de Landstormwet"
vroeger in behandeling genomen, dan zou
ook dit wetsontwerp eer zyn ingediend.
Geen reden tot ongerustheid.
Thans zijn er symptonen waar te nemen
van tegenovergestelden aard. Het Voorloo
pig Verslag gewaagt van de ongerustheid,
die in breede kringen is ontstaan, doordien
de meening werd gewekt, dat alle geschikte
personen, beneden de 40 jaar, die met in
militairen dienst zijn, nu binnen korten tijd
zullen worden ingelijfd. Dat de vaagheid
der toelichting oorzaak zou zijn van deze
ongerustheid, komt der regeering onverklaar
baar voor. Het geleidelijk karakter der te
nemen maatregelen komt in de toelichting
duidelijk tot uitdrukking en evenzeer het
voornemen om over die oudere groepen met
te beschikken dan wanneer de noodzake
lijkheid er toe mocht dringen.
Geen leger uitbreiding
op groote schaal.
Het in korten tijd oproepen en oefenen
van alle geschikte mannen beneden den leef
tijd van 40 jaar zou toch inderdaad te eenen-
male onuitvoerbaar zijn.
Het is een feitelijke onmogelijkheid hon
derdduizenden, allen te gelijk en in korten
tijd, voor den krijgsdienst geschikt te ma
ken zonder het bezit van de middelen om
op groote schaal wapenen, munitie, klee
ding, uitrusting en aTies wat tof een vol
doend georganiseerde legermacht behoort,
3an te maken of van elders te betrekken.
Een poging tot zulk een levée en masse
zou falen, tot hopelooze verwarring leiden
en ten slotte, wanneer wij ïn don oorlog
werden betrokken, voeren 'tot paniek. Aan
„legeruitbreidmg op groote schaal" wordt
dan ook door de regeering niet gedacht.
Maatregelen ter versterking
der weermacht.
Do maatregel, dien de regeering voorstelt
•m tot geleidelijke versterking der weer
macht te kunnen komen, is in wetgevenden
zin niet anders dan een doortrekken van do
lijn, die wij tot dusverre gedurende het mo
bilisatietij dp erk hebben gevolgd. De bewe
ring in het voorloopig verslag, als zou het
hier in werkelijkheid neerkomen op het in
voeren van algemoenen dienst- of oefen
plicht met terugwerkende kracht, mist dan
oox eiken grond. Wat toch behelst het voor
stel? Volgens artikel 1 zullen thans reeds
bij den landstorm kunnen worden toege
voegd verschillende categorieën van perso
nen, die daartoe wettelijk reeds zouden be-
hooren, wanneer de Landstormwet vroeger
wet was geworden en roods lang genoeg
had doorgewerkt, of wol de overgangsbepa
ling niet in de wet was opgenomen. De ge
dachte, in artikel 1 belichaamd, ligt dus ge
heel binnen het beginsel van tie Landstorm
wet.
Artikel 3 van het aangeboden ontwerp is
inderdaad van wijdere strekking. Daarme
de toch wordt de scheidingslijn, welke de
wet trekt tusschen ge wapenden en ongowa_
penden landstorm, uitgewischtdoch slechts
„tot een nader door ons te bepalen tijd
stip". Het is deze bijvoeging, die op het
ontwerp den stempel drukt van een nood
wet.
Opleiding van vier maanden.
Do mannen, die worden opgeroepen, zul
len op de in het afgeloopen mobilisatietijd
perk steeds toegepaste wijze, gedurende on
geveer 4 maanden worden opgeleidom
daarna plaats te nemen in de gemobiliseer
de onderdeelen van het gereedstaande le
ger.
De in het voorloopig verslag geuite mee
ning, dat het in de tegenwoordige omstan
digheden mogelijk zal zijn cle manschappen
in twee maanden zoover te brengen, dat zij
in de troepen kunnen plaats nemen, wordt
de de regeering niet gedeeld.
De opleiding zal geschieden op de gebrui
kelijke wijze bij de daarvoor bestemde de
pots. Opleiding bij het veldleger of in de
stellingen, waarop door verschillende leden
mot klom werd aangedrongen, wordt niet
doelmatig em oordeelkundig geacht.
Nadat tie individueel© opleiding der in-
gelijfden is voltooid en dezen in de gemo
biliseerde onderdeelen plaats genomen heb
ben, zal telkens een gelijk of ongeveer ge
lijk a an bail landweermannen met verlof
worden gezonden. Naarmate dus in tien
loop tier maanden jonge landstoxminaiinen
bij het leger worden ingedeeld, zullen oude
re landw oormannen de geledoren verlaten.
Die landweermannen in hun haardsteden
teruggekeerd, zullen daar administratief
worden gegroepeerd tob nieuwe onderdee
len en zoo zullen ziüh dus geleidelijk geor
ganiseerde compagnieën en bataljons vor
men van personeel, dat zich met verlof be
vindt.
Op de vorenomschreven wijze handelen
de, zal zegt de regeering een drieledig
voordeel worden bereikt.
1. De strijdmacht wordt verstrekt met
een geoefende, tob organieke eenheden ge
groepeerde reserve;
2. de mannen van ouderen leeftijd, veelal
hoofden van gezinnen, koeren naar hun
haardsteden terug en blijven daar, zoolang
niet onverhoopt hun medewerking aan de
landsverdodiigomg wordt gevorderd
3. jongere, daartoe geschikte mannon,
die tot dusver nog geen enkel persoonlijk
offer brachten voor de landsverdediging,
nemen de plaatsen in, door de onder 2 be
doelden, thans reeds gedurende ruim 11
maanden bezet.
Hot tem po.
Omtrent het tempo, waarin de verwis
seling zal kunnen plaats hebben, met na
me omtrent de sterkte van elke ploeg land
stormmannen, die telkens kan worden op
geroepen, en de tussohenmimten, waarin
de ploegen elkander zullen kunnen opvol
gen, as het niet mogelijk, vaststaande ge
gevens te verstrekken.
Wanneer men op de hierboven aangege
ven wijze te werk gaat, zal er als de bui
tengewone omstandigheden, waaronder wij
verkeeren, nog geruimen tijd mochten du
ren, een oogenblik kunnen aanbreken,
waarop alle land/weermannen van hier zijn
gezonden en door lancbtormmaimen van
jongere jaarlolassen zijn vervangen.
Hoeveel jaarklassen daarvoor zullen
moeten worden aangesproken, valt thans
niet met voldoende nauwkeurigheid te
bepalen. Daarop is de uitslag van heb ge
neeskundig onderzoek van overwegenden
invloed. Als vaststaand kan evenwel woor
den aangenomen, dat er dan nog zoor veel
mannen zullen zijn, waarover door den
landstorm nog niet zal zijn beschikt.
Het lag echter volstrekt niet in haar be
doeling een kwistig gebruik te maken van
de haar eventueel te verleenen bevoegd
heid. Zij verangdc geen „vrijbrief", wel de
noodigo vrijheid van handelen wanneer de
omstandigheden nijpend mochten worden.
De regeering had zich gevleid met de ver
wachting, dat het door haar tot dusverre
in deze voor ons land zoo moeilijke maan
den gevolgdo beleid, voor de Kamer een
genoegzamen waarborg zou hebben opge
leverd tot het stellen van vertrouwen in
haar schriftelijke en mondelinge mededee-
lingen, die alle wezen op het voornemen,
een gematigd, bedachtzaam, met de eischen
der practijk overeenstemmend gebruik te
maken van de eventueel aan haar te ver
leenen bevoegdheid. Nu het blijkt, dat zij
zicht hierin althans ten aanzien van een
gedeelte der Kamer heeft vergist, is zy
in het belang der zaak er toe overgegaan
een wijziging in het aangeboden ontwerp
aan te brengen, waardoor zal worden, tege
moet gekomen aan het door vele leden
uitgesproken verlangen.
Volgens het (bij deze memorie gevoegde
gewijzigd ontwerp van wet wordt de be
voegdheid tot aanwijzing voor den land
storm, die eerst zou omvatten de gehee-
le groep van hen, dia niet vóór 1916 het
40e levensjaar zullen hebben volbracht,
teruggebracht tot hen, die
niet vóór 1916 het 30e levens-
j aar zouden hebben volbracht.
Ook bij het stellen van deze grens zal er
waarschijnlijk een marge overblijven van
mannen, die niet opgeroepen zullen wor
den, omdat dan reeds allo landweerman
nen door landstormmannen zijn vervangen.
HET VERGAAN VAN DE K. W. 147.
De geredden van de K. W. 147 „Wil-
helmina 111", schipper VV. v. d. Bias,
stuurman J. den Hollander en de lichtmar
troos K. v. Beelen, zijn thans te Katwijk
aangekomen.
In afwijking van de verklaring van den
lichtmatroos W., j.l. Zondag reeds gear
riveerd, deelde de schipper mede, dat de
ramp niet op 58°, maar op 57.17° N.B. had
plaatsgevonden. Wij lagen zegt hij op
Zaterdag 26 Juni j.l. des morgens om 4 uur
op die hoogte aan de vleet, en waren juist
begonnen, deze weder aan boord te halen.
De geheelo bemanning was op het dea, be
halve de kok. De zee was kalm, maar het
was erg mistig.
Rondziende, zagen wij onverwachts op
een afstand va-n ongeveer 70 80 meter, een
zwart voorwerp, dat met ontzettend© snel
heid ons naderde. In minder dan geen
ontdekten rwij, vlakbij, o«on reusaciuigen
groeien JEngelschen kruiser, welk sdhijfo,
zonder een streep van koers te veranderen,
onzen logger ongeveer midscheeps aanvoer
en overstoomde, met het bekende gevolg.
In een oogenblik was het vaartuig met de
bemanning in da diepte verdwenen. Door
de sterke zuiging werd ik minstens 25
vadem onder water getrokken. Ik schrok
hevig, doch behield gelukkig tegenwoordig
heid van geest' en spande mijn krachten in
om boven te komen. Weder aan de opper
vlakte en rondziende, bemerkte ik, dat een
3-tal van die groote oorlogsschepen achter
elkander varende over ons heen gestoomd
waren.
Tot mijn niet geringe verbazing zag ik
tevens den kleinen Klaas, vlak (bij mij in
het water spartelen. De jongen, die een
bloedende hoofdwond had, klemde zich aan
mij vast, waardoor ik zelf in mijn bewe
gingen belemmerd werd. Zwemmende en
niet wetende, wat mij te wachten stond,
hield ik hem boven water. Daar naderde
met dezelfde snelheid een 4e kruiser, welk
schip ong losrukte, waarna de jongen aan
bakboordzijde en ik aan stuurboordzijde,
andermaal door de sterke zuigang in de
diepte verdween. Wij kwamen echter spoe
dig, achter dit vaartuig, vlak bij elkander
weder boven. De jongen greep mij ander
maal vaat. Met de grootste inspanning heb
ik mijzelf en den jongen eenigen t-yd al
zwemmende Dovongehoudenik had het
geluk een houten bak, afkomstig van ons
vaartuig, machtig te worden. Do jongen,
die intusschen meer dood dan levend was,
heb ik met gjroote moeite op dezen bak ge
werkt. In de verte ontwaarde ik eindelijk
een kleine boot, vermoedelijk door den
laatsten kruiser uitgezet. JSpoedig was de
boot naderbij gekomen en worden wij er
beiden ingehaald, en vervolgens naar den
kruiser „Longwich" overgebracht, die ons
naar de haven Oromarfcy Eirth vervoerde.
De stuurman, Den Hollander, dien ik
niet gezien heb, had het ageluk dat j zich
spoedig aan een stuk hout kon vastklem
men hij is door de bemanning van den
kruiser „Lazareth" gen-ed en naar dezelf
de plaats gebracht.
D© kruiser, die ons vaartuig overstoomd
heeft, was de „Brincess Royal".
De behandeling aan boord evenals in het
hosptaal te Cromarty Birth was voortref
felijk; daarover niets dan lof.
ONTSNAPTE KRIJGSGEVANGENEN.
"Donderdag werden door de rijksveldwacht
in de Lutte aangebracht twóe Fran9che
krijgsgevangenen, die, met 500 anderen te
Salzbergen werkzaam in den landbouw al
daar, ontvlucht waren. Zij werden, na van
het noodige voorzien to zijn, door tusschen-
komst van de grenswacht naar Rotterdam
gezonden.
DANKBARE BELGEN.
~i!~r
Aan de Koningin werd door een 1600-tal
Belgische uitgewekenen, verblijvende te Vlis-
singen, een adres van hulde en dankbetuiging
Voor de aan hen verleende gastvrijheid jen
steun aangeboden. Dit adres was vergezeld
van een fraai album, met de geoalligrafeerde
namen der onderteekenaars van het adres.
Namens Hare Majesteit werd aan de aan
bieders Hcogstderzelver dank en betuiging
van waardeering overgebracht.
STOOMLOGGER LOSGELATEN.
De stoomlogger „Neerlandia I" VI. 200,
van de reedery Betz Van Heyst, die Za
terdag door een Engelsch oorlogssclrp naar
Leith was opgebracht, is losgelaten.
SUIKERVOORZIENING.
Naar aanleiding van de takyke klachten
over de moeilijkheid om voor de binnenland-
sche consumptie en de binnenkiiidsche in
dustrie suiker te verkrijgen, is door den
minister van landbouw, Nijverheid en Handel
joverleg gepleegd met de commissie van
advies in zake suiker. Dit overleg heeft
tot kiet resultaat geleld, dat tot 1 October
a.B. door de xaffinadeurs ter beschikking
van de binnenlandsche consumptie zullen
worden gesteld hoeveelheden, die voldoendé
mogen worden geacht, en wel voor de di
recte consumptie tot den vroeger reeds vast-
gestelden prijs van f48.50 per 100 K.G.
uit de eerste hand, voor melis no. 1. Voor
industrieel gebruik zal de prys uit de eerste
hand f52 per 100 K.G. bedragen.
De maximum-prijs Voor den verkoop in het
klein blijft bepaald op f0.55 per K.G.
Omtrent de r egeling voor de eerstvolgende
campagne zrjn nog onderhandelingen gaan
de. Reeds nu staat echter vast, dat door
den minister geen verandering zal gébracht
worden in den maximum prijs voor den ver
koop in het klein van 55 ct. per K.G.
Ook staat vast, dat in de volgende campag
ne uitvoer van met suiker bereide producten
met teruggaaf van accijns slechts moge
lijk zal zijn, wanneer uitvoercertificaten voor
de by die bereiding gebruikte suiker kui>
nen worden 'overgelegd.
CREDIETVERSCHATFING AAN
BLOEMISTEN.
De lieeren E. H. Krelage, W. G. Droog en
G. Kruijff onderteekenen een mededeéling
in het „Weekblad voor Bloembollencultuur",
betreffende het -op initiatief van "den "Ned.
Tuinbouwraad ontworpen plan, ten ei ado vak-
genooten, die zulks mochten behoeven, op
voordeelige wijze bedrijfscrediet te verleé-
nen, tot een bedrag van ten hoogste f2500,
waarvoor in onderpand genomen wordt de
bloembollenkraam.
Onder verzekering van geheimhouding, kan
voor 15 Juli aanvraag geschieden, van de
financieel steunbehoevenden, ten einde hun
bedryf in actie te houden, waarna, indien
voldoende aanvragen inkomen, een en ander
nader zal worden uitgewerkt.
ONTVLUCHTE GEÏNTERNEERDEN.
Van een gezelschap geïnterneerde officie
ren van Urk, die gisteren per torpedoboot
Enkhuizen bezochten, wist tegen den avond
een tweetal te ontsnappen. Een hunner,
die plaats genomen had in den trein van
halftion, werd nog tijdig bemerkt de ander
is, naar men meent, gevlucht in de richting
naar Andijk.
Gisteren werden te Assen door de mare-
chausséos vier Engelscke geïnterneerden in
burgerkleeren, die uit Groningen ontvlucht
waren, aangehouden. Ze hadden zich aan
het station van eon plaatsbewijs naar
Utrecht voorzien.
BOEKEN VOOR BELGISCHE
STUDENTEN.
Do heeren J. F. Niermcyer, hoogleeraar
aan de universiteit te Utrecht, en J. Span
jaard, penningmeester van het Utr. Vluch
telingen Comité, vragen bijdragen voor de
wetenschappelijke bibliotheek der geïnter
neerde Belgische studenten te Amersfoort.
Door hoogleeraren dor Utrechtiche uni
versiteit en anderen zijn voor hen een aan
tal colleges gegeven. Thans is de academi
sche vacantie ingetreden, waarin zij goed
deels op eigen studie zijn aangewezen. Zij
hebben nu gebrek aan studieboeken.
SALARISSEN RIJKSAMBTENAREN.
Nader verneemt do „Ncd." dat de minis
terraad heeft besloten de salarisvorhoogin-
gen der lagere ambtenaren voor dc helft
op de begrootingen van het komend jaar te
brongon, on de normale wettelijke verhoo
gingen in haar geheel te doen doorgaan. De
extra-verhoogingen voor hoogere ambte
naren (boven den rang van adjunct-commies)
vervallen geheel, cvonzeor dc oxtra-promo-
ties, tenzij die mogelijk zijn door het open
vallen van plaatsen, of wanneer het achter
wege blijven der promoties buitengewone
onrechtvaardigheden scheppen.
NEDERL. AMBULANCE VOOR N0QRD-
FRANKRIJK.
Aan de oproeping van den heer Wybrands,
om geld voor de ambulance bijeen te bren
gen, is gehoor gegeven, zoodat prof. Hector
Treub dezer dagen bericht ontving, dat door
bemiddeling van 'de Javasche Bank telegra
fisch f 10,000 Voor het genoemde doél is
overgemaakt.
RIJNSBURG.
Gemeenteraad.
Gisteravond kwam de Raad in openbare
vergadering bijeen.
Wegens ongesteldheid van den bur go
meester, don heer F. van Ham. werd de
vergadering geleid 'door den oudsten wet
houder, waarnemend burgemeester, den heer
N. van Esmond.
Aanwezig alle elf leden.
Do vergadering werd door den voorzitter
met gebed geopend.
De notulen der drie laatste versraderin^en
werden door den Ambt. ter Secretarie gele
zen, waaruit o.a. bleek, dat het kohier van
den H. 0. is vastgesteld o{p f6400, en hot
percentage op 2.8" pCt. bepaald.
De heer Van Gugten, weet van het per
centage niets af. Daarover is ïn de geheime
ritting niet gesproken.
De Ambt. zegt, dat dit later is uitgerekend.
Onder de ingekomen stukken waren:
Verzoek van mej. do Wed. M. den Haan,
om ter vergrooting barer woning een vierk.
M. grond van dè gemeente te mogen koopen.
B. en W. wenschen dit verzoek toe te
staan en cfen prijs te bepalen op £5.
Sommige leden vinden dezen prijs een
„beetje kort."
De heer K. van Delft stelt f 10 voor.
De heer Sckoneveld vindt hét voorstel
van B. en W. aannemelijk1.
Het wordt mot 8 tegen 3 stemmen aange
nomen.
Schrijven van de Gezondheidscommissie tot
demping van een slootgedeelte.
Daar "de Raad niet weet, welke sloot is
bedoeld, zullen B. en W. dit nader onder
zoeken.
Nog was er een schrijven ingekomen ran
bovengenoemde Commissie, inzake aanslui
ting van perceelen aan de waterleiding.
B. en W. willen de kosten onderzoeken
en de Voorzitter denkt, dat men er een
volgend jaar wel eens over praten kan.
De heer Schomeveld is het daarmede eens.
Men heeft er nu geen geld voor. Er zon een
aparte leening voor moeten gesloten worden.
Het gemeenteverslag en de gemeéntèré-
kening 1914, werden aangeboden. Tot leden
der Commissie, belast met het nazien der
rekening, werden door den Voorzitter aan
gewezen de heeren: De Mooy, Van den Eykel
en Van Gugten.
De geloofsbrieven van de nieuw gekozen
Raadsleden, de heeren Van Klaveren, Scko
neveld en Van Iterson, weiden onderzocht, on
tot toelating werd besloten.
Vastgesteld weid het kohier der honden
belasting en het kohier van den H. 0.
Eindelijk kwam als hoofdgerecht van het
geheele menu, ter tafel, een schrijven van
de Gezondheidscommissie, in verband met
het opslaan, het vervoer van en het bemes
ten der landerijen in de gemeente met z.g.
abattoirafval, ingewanden enz., van geslach
te dieren, wat in warme zomerdagen vooral
teen ondraaglijken reuk verspreidt, en de
gezondheid moet schaden. Geheel verbieden
zou rationeel zijn, doch daar durft de Com
missie niet aan. Zij geeft nu in overweging
de aanwezigheid van dit afval fce verbieden,"
binnen 500 M. van de bebouwde kom.
Wethouder Van Iterson zegt, dat het CoL
lege van B. en W. daarmede niet geheel
accoord gaat. Hij heeft een nieuw artikel1
72a der p;:tie-elvrrordening geredigeerd, dat
door hem wordt voorgelezen, waarover zich
een uitvoerige discussie ontspint, waaraan
de heeren Van Klaveren, Sckoneveld, K.
van Delft, dr. Jonker, Dc Mooy en Van Gug
ten deelnamen. Het gaat daarbij om riela
meer en minder.
Alleen de heer Van Gugten zou het ge
bruik geheel willen verbieden. Het is hem
bekend, dat menschen, die in dit afval werk
ten, onwel zijn geworden.
Ten slotte werd de volgende redactie goed
gekeurd:
Ie. Het is verboden abattoirafval te ge-
DTuiken of aanwezig te hebben op lande
rijen binnen de grens van de zuidzijde van
het Katw. en het Additioneel© Kanaal.
2'j. Opslagplaatsen voor dit afval mogen
in de gemeente niet aanwezig zijn.
8e. Het lossen mag niet anders, dan in het
Katwyksch Kanaal plaats hebben.
4e. Het met dit afval bemeste land. moet
binnen '24 uren omgespit bf geploegd zijn.
5e. Het afval mag niet anders dan in ge
sloten bakken bewaard worden.
Overtreding van dit artikel wordt gestraft
met een geldboete van ten hoogste f25.
Met algemeene s temmen word het artikel
aangenomen, en besloten tot spoedeischeade
vaststelling, waartoe zooals de Ambtenaar
uit de "Gemeen'ewet voorles, d; gemeenterad
recht beeft.
Den gebruikers van het afval zal 8 dogeu
tijd worden gegeven, zich op het artikel!
in te richten.
Na de aanneming werd. den veldwachter,
verzocht, aan 'den militairen commandant on
middellijk een afschrift van het aangenomen
artikel aan te bieden.
Bij de rondvraag, merkte de heer Scho
ne veld op, dat reeds twee jaar een post op
de begrooting staat, voor een nieuwe schoei
ing aan de lange vaart. De schooling is nog;
altijd niet aangebracht Hoe zit dat?
Wethouder Van Iterson had nog geen ge
schikt hout (eiken), daarvoor kunnen koo
pen.
De heer De Mooy is er slecht over te
spreken, dat B. en W., zonder den Raad
er in te kennen, het Ziekenhuis hebben ver
huurd aan do militaire overheid voor hos
pitaal.
De Voorzitter antwoordt .dat het lokaalv
hetwelk leeg stond, weer moet worden ont
ruimd, als ae gemeente het moet gebruiken.
De gemeente ontvangt f2.25 per week'.
De beer Sckoneveld vindt het verhuren
goed, doch hy meent, dat B. en W. daarin
den Raad hadden moeten kennen.
De heer Van Gugten vraagt, wanneer nu
eetis de dunne lantarenpalen zullen worden
vervangen door dikkere, waartoe ook reeda
lang besloten is.
De Voorzitter brengt dit in verband met
de ziekte van den Burgemeester.
Hierna ging de Raad over in een zitting
met gesloten deuren, ter behandeling van
het onderwerp grensregeling.