Nederland en de Qorloy. Zaterdajr lO «I ail!. Tweede Blad. |9j5. De uitbreiding van den Landstorm. Uit de Omstreken. N<>. 16983 i. ZooaJs we reeds in het kort meldden is tie Memorie van Antwoord der regeering op. het afdeelingsverslag der Tweede Ka mer nopena het wetsontwerp tot nadere uitbreiding van den .Landstorm, enz., ver schenen. Onduidelijkheid. Afl.n dit regeeringsantwoord wordt het yolgendo ontleend: Het is niet zonder bevreemding, dat de 'regeering kennis nam van de al gem een e klacht, dat de strekking van dit wetsont werp voor niemand volkomen duidelijk is{ dit bevreemdde te meer omdat verschil lende leden op verschillende plaatsen in het Voorloopig Verslag blijk gaven, die Strekking juist te hebben begrepen. Handhaving dier onzjjdïghelicL Van het uitbreken van den oorlog af heeft de regeering bij alle genomen of voorge stelde maatregelen sleohts één doel voor oogen gehad: de handhaving eener strikte onzijdigheid. Voor dat doel zijn nagenoeg alle kraohten, waarover zij kon beschieten, gereed gesteld; geleidelijk zijn zij aange vuld ©n verbeterd. He vraag of wat ten vorigen jare kon worden opgesteld, vol doende moest worden geaolit, heeft de re geering zich niet gesteld. Er werd gedaan, wat toen mogelijk was. Daardoor is bij de oorlogvoerenden ongetwijfeld de overtui ging gevestigd dat Nederland ten deze vastbesloten is. Hoe* meer wij nu in staat zullen zijn een ieder te doordringen van het besef, dat Nederland voortgaat, zijn brachten te versterken, des to grooter is de kans, dat het doel zal worden bereikt. Dat door versterking van onze weermacht steun zou worden verleend aan een even tueel drijven naar deelneming aan den vol- kerenkrijg, is een denkbeeldig gevaar. Ware ong volk oorlogznchtig van aard, wa re het belust op uitbreiding van geuied of van macht, dan zou het bestaan van eenig gevaar niet kunnen worden ontkend, al zou dan ook cle regeering zich niet mogen laten weerhouden, al die maatregelen voor te stellen of to nemen, welke dooT do om standigheden geboden zijn. Eenige onver antwoordelijke dagbladschrijvers maken echter het volk niet. Ons volk verlangt den ,vrede te bewaren; het koestert, als geheel genomen, een vriendschappelijke gezind heid jegens elk der oorlogvoerenden, bo vendien zou het niet van wijs beleid ge tuigen, tegen oorlogszuchtige neigingen, een rem aan to leggen, die tevens een be letsel zou kunnen vormen om voor ons den vrede te handhaven. Het adres der 22. Al evenmin heeft men ïn dit voorstel der regeering een opzettelijke tegemoetko ming te zien aan de beweging der mannen, die hun adres van 15 Mei aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal zonden. Toen dat adres ter kennis van de regeering kwam, stonden haar voornemens reeds geruimen tijd vast en was liet aanhangige wetsontwerp reeds nagenoeg gereed, om het Departe ment van Oorlog te verlaten. Waren de reeds op den 8sten Maart aan de Kamer aangeboden ontwerpen betreffende: „Bijzon dere maatregelen met betrekking tot de lich ting 1916" en „Uitbreiding van den land storm en aanvulling van de Landstormwet" vroeger in behandeling genomen, dan zou ook dit wetsontwerp eer zyn ingediend. Geen reden tot ongerustheid. Thans zijn er symptonen waar te nemen van tegenovergestelden aard. Het Voorloo pig Verslag gewaagt van de ongerustheid, die in breede kringen is ontstaan, doordien de meening werd gewekt, dat alle geschikte personen, beneden de 40 jaar, die met in militairen dienst zijn, nu binnen korten tijd zullen worden ingelijfd. Dat de vaagheid der toelichting oorzaak zou zijn van deze ongerustheid, komt der regeering onverklaar baar voor. Het geleidelijk karakter der te nemen maatregelen komt in de toelichting duidelijk tot uitdrukking en evenzeer het voornemen om over die oudere groepen met te beschikken dan wanneer de noodzake lijkheid er toe mocht dringen. Geen leger uitbreiding op groote schaal. Het in korten tijd oproepen en oefenen van alle geschikte mannen beneden den leef tijd van 40 jaar zou toch inderdaad te eenen- male onuitvoerbaar zijn. Het is een feitelijke onmogelijkheid hon derdduizenden, allen te gelijk en in korten tijd, voor den krijgsdienst geschikt te ma ken zonder het bezit van de middelen om op groote schaal wapenen, munitie, klee ding, uitrusting en aTies wat tof een vol doend georganiseerde legermacht behoort, 3an te maken of van elders te betrekken. Een poging tot zulk een levée en masse zou falen, tot hopelooze verwarring leiden en ten slotte, wanneer wij ïn don oorlog werden betrokken, voeren 'tot paniek. Aan „legeruitbreidmg op groote schaal" wordt dan ook door de regeering niet gedacht. Maatregelen ter versterking der weermacht. Do maatregel, dien de regeering voorstelt •m tot geleidelijke versterking der weer macht te kunnen komen, is in wetgevenden zin niet anders dan een doortrekken van do lijn, die wij tot dusverre gedurende het mo bilisatietij dp erk hebben gevolgd. De bewe ring in het voorloopig verslag, als zou het hier in werkelijkheid neerkomen op het in voeren van algemoenen dienst- of oefen plicht met terugwerkende kracht, mist dan oox eiken grond. Wat toch behelst het voor stel? Volgens artikel 1 zullen thans reeds bij den landstorm kunnen worden toege voegd verschillende categorieën van perso nen, die daartoe wettelijk reeds zouden be- hooren, wanneer de Landstormwet vroeger wet was geworden en roods lang genoeg had doorgewerkt, of wol de overgangsbepa ling niet in de wet was opgenomen. De ge dachte, in artikel 1 belichaamd, ligt dus ge heel binnen het beginsel van tie Landstorm wet. Artikel 3 van het aangeboden ontwerp is inderdaad van wijdere strekking. Daarme de toch wordt de scheidingslijn, welke de wet trekt tusschen ge wapenden en ongowa_ penden landstorm, uitgewischtdoch slechts „tot een nader door ons te bepalen tijd stip". Het is deze bijvoeging, die op het ontwerp den stempel drukt van een nood wet. Opleiding van vier maanden. Do mannen, die worden opgeroepen, zul len op de in het afgeloopen mobilisatietijd perk steeds toegepaste wijze, gedurende on geveer 4 maanden worden opgeleidom daarna plaats te nemen in de gemobiliseer de onderdeelen van het gereedstaande le ger. De in het voorloopig verslag geuite mee ning, dat het in de tegenwoordige omstan digheden mogelijk zal zijn cle manschappen in twee maanden zoover te brengen, dat zij in de troepen kunnen plaats nemen, wordt de de regeering niet gedeeld. De opleiding zal geschieden op de gebrui kelijke wijze bij de daarvoor bestemde de pots. Opleiding bij het veldleger of in de stellingen, waarop door verschillende leden mot klom werd aangedrongen, wordt niet doelmatig em oordeelkundig geacht. Nadat tie individueel© opleiding der in- gelijfden is voltooid en dezen in de gemo biliseerde onderdeelen plaats genomen heb ben, zal telkens een gelijk of ongeveer ge lijk a an bail landweermannen met verlof worden gezonden. Naarmate dus in tien loop tier maanden jonge landstoxminaiinen bij het leger worden ingedeeld, zullen oude re landw oormannen de geledoren verlaten. Die landweermannen in hun haardsteden teruggekeerd, zullen daar administratief worden gegroepeerd tob nieuwe onderdee len en zoo zullen ziüh dus geleidelijk geor ganiseerde compagnieën en bataljons vor men van personeel, dat zich met verlof be vindt. Op de vorenomschreven wijze handelen de, zal zegt de regeering een drieledig voordeel worden bereikt. 1. De strijdmacht wordt verstrekt met een geoefende, tob organieke eenheden ge groepeerde reserve; 2. de mannen van ouderen leeftijd, veelal hoofden van gezinnen, koeren naar hun haardsteden terug en blijven daar, zoolang niet onverhoopt hun medewerking aan de landsverdodiigomg wordt gevorderd 3. jongere, daartoe geschikte mannon, die tot dusver nog geen enkel persoonlijk offer brachten voor de landsverdediging, nemen de plaatsen in, door de onder 2 be doelden, thans reeds gedurende ruim 11 maanden bezet. Hot tem po. Omtrent het tempo, waarin de verwis seling zal kunnen plaats hebben, met na me omtrent de sterkte van elke ploeg land stormmannen, die telkens kan worden op geroepen, en de tussohenmimten, waarin de ploegen elkander zullen kunnen opvol gen, as het niet mogelijk, vaststaande ge gevens te verstrekken. Wanneer men op de hierboven aangege ven wijze te werk gaat, zal er als de bui tengewone omstandigheden, waaronder wij verkeeren, nog geruimen tijd mochten du ren, een oogenblik kunnen aanbreken, waarop alle land/weermannen van hier zijn gezonden en door lancbtormmaimen van jongere jaarlolassen zijn vervangen. Hoeveel jaarklassen daarvoor zullen moeten worden aangesproken, valt thans niet met voldoende nauwkeurigheid te bepalen. Daarop is de uitslag van heb ge neeskundig onderzoek van overwegenden invloed. Als vaststaand kan evenwel woor den aangenomen, dat er dan nog zoor veel mannen zullen zijn, waarover door den landstorm nog niet zal zijn beschikt. Het lag echter volstrekt niet in haar be doeling een kwistig gebruik te maken van de haar eventueel te verleenen bevoegd heid. Zij verangdc geen „vrijbrief", wel de noodigo vrijheid van handelen wanneer de omstandigheden nijpend mochten worden. De regeering had zich gevleid met de ver wachting, dat het door haar tot dusverre in deze voor ons land zoo moeilijke maan den gevolgdo beleid, voor de Kamer een genoegzamen waarborg zou hebben opge leverd tot het stellen van vertrouwen in haar schriftelijke en mondelinge mededee- lingen, die alle wezen op het voornemen, een gematigd, bedachtzaam, met de eischen der practijk overeenstemmend gebruik te maken van de eventueel aan haar te ver leenen bevoegdheid. Nu het blijkt, dat zij zicht hierin althans ten aanzien van een gedeelte der Kamer heeft vergist, is zy in het belang der zaak er toe overgegaan een wijziging in het aangeboden ontwerp aan te brengen, waardoor zal worden, tege moet gekomen aan het door vele leden uitgesproken verlangen. Volgens het (bij deze memorie gevoegde gewijzigd ontwerp van wet wordt de be voegdheid tot aanwijzing voor den land storm, die eerst zou omvatten de gehee- le groep van hen, dia niet vóór 1916 het 40e levensjaar zullen hebben volbracht, teruggebracht tot hen, die niet vóór 1916 het 30e levens- j aar zouden hebben volbracht. Ook bij het stellen van deze grens zal er waarschijnlijk een marge overblijven van mannen, die niet opgeroepen zullen wor den, omdat dan reeds allo landweerman nen door landstormmannen zijn vervangen. HET VERGAAN VAN DE K. W. 147. De geredden van de K. W. 147 „Wil- helmina 111", schipper VV. v. d. Bias, stuurman J. den Hollander en de lichtmar troos K. v. Beelen, zijn thans te Katwijk aangekomen. In afwijking van de verklaring van den lichtmatroos W., j.l. Zondag reeds gear riveerd, deelde de schipper mede, dat de ramp niet op 58°, maar op 57.17° N.B. had plaatsgevonden. Wij lagen zegt hij op Zaterdag 26 Juni j.l. des morgens om 4 uur op die hoogte aan de vleet, en waren juist begonnen, deze weder aan boord te halen. De geheelo bemanning was op het dea, be halve de kok. De zee was kalm, maar het was erg mistig. Rondziende, zagen wij onverwachts op een afstand va-n ongeveer 70 80 meter, een zwart voorwerp, dat met ontzettend© snel heid ons naderde. In minder dan geen ontdekten rwij, vlakbij, o«on reusaciuigen groeien JEngelschen kruiser, welk sdhijfo, zonder een streep van koers te veranderen, onzen logger ongeveer midscheeps aanvoer en overstoomde, met het bekende gevolg. In een oogenblik was het vaartuig met de bemanning in da diepte verdwenen. Door de sterke zuiging werd ik minstens 25 vadem onder water getrokken. Ik schrok hevig, doch behield gelukkig tegenwoordig heid van geest' en spande mijn krachten in om boven te komen. Weder aan de opper vlakte en rondziende, bemerkte ik, dat een 3-tal van die groote oorlogsschepen achter elkander varende over ons heen gestoomd waren. Tot mijn niet geringe verbazing zag ik tevens den kleinen Klaas, vlak (bij mij in het water spartelen. De jongen, die een bloedende hoofdwond had, klemde zich aan mij vast, waardoor ik zelf in mijn bewe gingen belemmerd werd. Zwemmende en niet wetende, wat mij te wachten stond, hield ik hem boven water. Daar naderde met dezelfde snelheid een 4e kruiser, welk schip ong losrukte, waarna de jongen aan bakboordzijde en ik aan stuurboordzijde, andermaal door de sterke zuigang in de diepte verdween. Wij kwamen echter spoe dig, achter dit vaartuig, vlak bij elkander weder boven. De jongen greep mij ander maal vaat. Met de grootste inspanning heb ik mijzelf en den jongen eenigen t-yd al zwemmende Dovongehoudenik had het geluk een houten bak, afkomstig van ons vaartuig, machtig te worden. Do jongen, die intusschen meer dood dan levend was, heb ik met gjroote moeite op dezen bak ge werkt. In de verte ontwaarde ik eindelijk een kleine boot, vermoedelijk door den laatsten kruiser uitgezet. JSpoedig was de boot naderbij gekomen en worden wij er beiden ingehaald, en vervolgens naar den kruiser „Longwich" overgebracht, die ons naar de haven Oromarfcy Eirth vervoerde. De stuurman, Den Hollander, dien ik niet gezien heb, had het ageluk dat j zich spoedig aan een stuk hout kon vastklem men hij is door de bemanning van den kruiser „Lazareth" gen-ed en naar dezelf de plaats gebracht. D© kruiser, die ons vaartuig overstoomd heeft, was de „Brincess Royal". De behandeling aan boord evenals in het hosptaal te Cromarty Birth was voortref felijk; daarover niets dan lof. ONTSNAPTE KRIJGSGEVANGENEN. "Donderdag werden door de rijksveldwacht in de Lutte aangebracht twóe Fran9che krijgsgevangenen, die, met 500 anderen te Salzbergen werkzaam in den landbouw al daar, ontvlucht waren. Zij werden, na van het noodige voorzien to zijn, door tusschen- komst van de grenswacht naar Rotterdam gezonden. DANKBARE BELGEN. ~i!~r Aan de Koningin werd door een 1600-tal Belgische uitgewekenen, verblijvende te Vlis- singen, een adres van hulde en dankbetuiging Voor de aan hen verleende gastvrijheid jen steun aangeboden. Dit adres was vergezeld van een fraai album, met de geoalligrafeerde namen der onderteekenaars van het adres. Namens Hare Majesteit werd aan de aan bieders Hcogstderzelver dank en betuiging van waardeering overgebracht. STOOMLOGGER LOSGELATEN. De stoomlogger „Neerlandia I" VI. 200, van de reedery Betz Van Heyst, die Za terdag door een Engelsch oorlogssclrp naar Leith was opgebracht, is losgelaten. SUIKERVOORZIENING. Naar aanleiding van de takyke klachten over de moeilijkheid om voor de binnenland- sche consumptie en de binnenkiiidsche in dustrie suiker te verkrijgen, is door den minister van landbouw, Nijverheid en Handel joverleg gepleegd met de commissie van advies in zake suiker. Dit overleg heeft tot kiet resultaat geleld, dat tot 1 October a.B. door de xaffinadeurs ter beschikking van de binnenlandsche consumptie zullen worden gesteld hoeveelheden, die voldoendé mogen worden geacht, en wel voor de di recte consumptie tot den vroeger reeds vast- gestelden prijs van f48.50 per 100 K.G. uit de eerste hand, voor melis no. 1. Voor industrieel gebruik zal de prys uit de eerste hand f52 per 100 K.G. bedragen. De maximum-prijs Voor den verkoop in het klein blijft bepaald op f0.55 per K.G. Omtrent de r egeling voor de eerstvolgende campagne zrjn nog onderhandelingen gaan de. Reeds nu staat echter vast, dat door den minister geen verandering zal gébracht worden in den maximum prijs voor den ver koop in het klein van 55 ct. per K.G. Ook staat vast, dat in de volgende campag ne uitvoer van met suiker bereide producten met teruggaaf van accijns slechts moge lijk zal zijn, wanneer uitvoercertificaten voor de by die bereiding gebruikte suiker kui> nen worden 'overgelegd. CREDIETVERSCHATFING AAN BLOEMISTEN. De lieeren E. H. Krelage, W. G. Droog en G. Kruijff onderteekenen een mededeéling in het „Weekblad voor Bloembollencultuur", betreffende het -op initiatief van "den "Ned. Tuinbouwraad ontworpen plan, ten ei ado vak- genooten, die zulks mochten behoeven, op voordeelige wijze bedrijfscrediet te verleé- nen, tot een bedrag van ten hoogste f2500, waarvoor in onderpand genomen wordt de bloembollenkraam. Onder verzekering van geheimhouding, kan voor 15 Juli aanvraag geschieden, van de financieel steunbehoevenden, ten einde hun bedryf in actie te houden, waarna, indien voldoende aanvragen inkomen, een en ander nader zal worden uitgewerkt. ONTVLUCHTE GEÏNTERNEERDEN. Van een gezelschap geïnterneerde officie ren van Urk, die gisteren per torpedoboot Enkhuizen bezochten, wist tegen den avond een tweetal te ontsnappen. Een hunner, die plaats genomen had in den trein van halftion, werd nog tijdig bemerkt de ander is, naar men meent, gevlucht in de richting naar Andijk. Gisteren werden te Assen door de mare- chausséos vier Engelscke geïnterneerden in burgerkleeren, die uit Groningen ontvlucht waren, aangehouden. Ze hadden zich aan het station van eon plaatsbewijs naar Utrecht voorzien. BOEKEN VOOR BELGISCHE STUDENTEN. Do heeren J. F. Niermcyer, hoogleeraar aan de universiteit te Utrecht, en J. Span jaard, penningmeester van het Utr. Vluch telingen Comité, vragen bijdragen voor de wetenschappelijke bibliotheek der geïnter neerde Belgische studenten te Amersfoort. Door hoogleeraren dor Utrechtiche uni versiteit en anderen zijn voor hen een aan tal colleges gegeven. Thans is de academi sche vacantie ingetreden, waarin zij goed deels op eigen studie zijn aangewezen. Zij hebben nu gebrek aan studieboeken. SALARISSEN RIJKSAMBTENAREN. Nader verneemt do „Ncd." dat de minis terraad heeft besloten de salarisvorhoogin- gen der lagere ambtenaren voor dc helft op de begrootingen van het komend jaar te brongon, on de normale wettelijke verhoo gingen in haar geheel te doen doorgaan. De extra-verhoogingen voor hoogere ambte naren (boven den rang van adjunct-commies) vervallen geheel, cvonzeor dc oxtra-promo- ties, tenzij die mogelijk zijn door het open vallen van plaatsen, of wanneer het achter wege blijven der promoties buitengewone onrechtvaardigheden scheppen. NEDERL. AMBULANCE VOOR N0QRD- FRANKRIJK. Aan de oproeping van den heer Wybrands, om geld voor de ambulance bijeen te bren gen, is gehoor gegeven, zoodat prof. Hector Treub dezer dagen bericht ontving, dat door bemiddeling van 'de Javasche Bank telegra fisch f 10,000 Voor het genoemde doél is overgemaakt. RIJNSBURG. Gemeenteraad. Gisteravond kwam de Raad in openbare vergadering bijeen. Wegens ongesteldheid van den bur go meester, don heer F. van Ham. werd de vergadering geleid 'door den oudsten wet houder, waarnemend burgemeester, den heer N. van Esmond. Aanwezig alle elf leden. Do vergadering werd door den voorzitter met gebed geopend. De notulen der drie laatste versraderin^en werden door den Ambt. ter Secretarie gele zen, waaruit o.a. bleek, dat het kohier van den H. 0. is vastgesteld o{p f6400, en hot percentage op 2.8" pCt. bepaald. De heer Van Gugten, weet van het per centage niets af. Daarover is ïn de geheime ritting niet gesproken. De Ambt. zegt, dat dit later is uitgerekend. Onder de ingekomen stukken waren: Verzoek van mej. do Wed. M. den Haan, om ter vergrooting barer woning een vierk. M. grond van dè gemeente te mogen koopen. B. en W. wenschen dit verzoek toe te staan en cfen prijs te bepalen op £5. Sommige leden vinden dezen prijs een „beetje kort." De heer K. van Delft stelt f 10 voor. De heer Sckoneveld vindt hét voorstel van B. en W. aannemelijk1. Het wordt mot 8 tegen 3 stemmen aange nomen. Schrijven van de Gezondheidscommissie tot demping van een slootgedeelte. Daar "de Raad niet weet, welke sloot is bedoeld, zullen B. en W. dit nader onder zoeken. Nog was er een schrijven ingekomen ran bovengenoemde Commissie, inzake aanslui ting van perceelen aan de waterleiding. B. en W. willen de kosten onderzoeken en de Voorzitter denkt, dat men er een volgend jaar wel eens over praten kan. De heer Schomeveld is het daarmede eens. Men heeft er nu geen geld voor. Er zon een aparte leening voor moeten gesloten worden. Het gemeenteverslag en de gemeéntèré- kening 1914, werden aangeboden. Tot leden der Commissie, belast met het nazien der rekening, werden door den Voorzitter aan gewezen de heeren: De Mooy, Van den Eykel en Van Gugten. De geloofsbrieven van de nieuw gekozen Raadsleden, de heeren Van Klaveren, Scko neveld en Van Iterson, weiden onderzocht, on tot toelating werd besloten. Vastgesteld weid het kohier der honden belasting en het kohier van den H. 0. Eindelijk kwam als hoofdgerecht van het geheele menu, ter tafel, een schrijven van de Gezondheidscommissie, in verband met het opslaan, het vervoer van en het bemes ten der landerijen in de gemeente met z.g. abattoirafval, ingewanden enz., van geslach te dieren, wat in warme zomerdagen vooral teen ondraaglijken reuk verspreidt, en de gezondheid moet schaden. Geheel verbieden zou rationeel zijn, doch daar durft de Com missie niet aan. Zij geeft nu in overweging de aanwezigheid van dit afval fce verbieden," binnen 500 M. van de bebouwde kom. Wethouder Van Iterson zegt, dat het CoL lege van B. en W. daarmede niet geheel accoord gaat. Hij heeft een nieuw artikel1 72a der p;:tie-elvrrordening geredigeerd, dat door hem wordt voorgelezen, waarover zich een uitvoerige discussie ontspint, waaraan de heeren Van Klaveren, Sckoneveld, K. van Delft, dr. Jonker, Dc Mooy en Van Gug ten deelnamen. Het gaat daarbij om riela meer en minder. Alleen de heer Van Gugten zou het ge bruik geheel willen verbieden. Het is hem bekend, dat menschen, die in dit afval werk ten, onwel zijn geworden. Ten slotte werd de volgende redactie goed gekeurd: Ie. Het is verboden abattoirafval te ge- DTuiken of aanwezig te hebben op lande rijen binnen de grens van de zuidzijde van het Katw. en het Additioneel© Kanaal. 2'j. Opslagplaatsen voor dit afval mogen in de gemeente niet aanwezig zijn. 8e. Het lossen mag niet anders, dan in het Katwyksch Kanaal plaats hebben. 4e. Het met dit afval bemeste land. moet binnen '24 uren omgespit bf geploegd zijn. 5e. Het afval mag niet anders dan in ge sloten bakken bewaard worden. Overtreding van dit artikel wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste f25. Met algemeene s temmen word het artikel aangenomen, en besloten tot spoedeischeade vaststelling, waartoe zooals de Ambtenaar uit de "Gemeen'ewet voorles, d; gemeenterad recht beeft. Den gebruikers van het afval zal 8 dogeu tijd worden gegeven, zich op het artikel! in te richten. Na de aanneming werd. den veldwachter, verzocht, aan 'den militairen commandant on middellijk een afschrift van het aangenomen artikel aan te bieden. Bij de rondvraag, merkte de heer Scho ne veld op, dat reeds twee jaar een post op de begrooting staat, voor een nieuwe schoei ing aan de lange vaart. De schooling is nog; altijd niet aangebracht Hoe zit dat? Wethouder Van Iterson had nog geen ge schikt hout (eiken), daarvoor kunnen koo pen. De heer De Mooy is er slecht over te spreken, dat B. en W., zonder den Raad er in te kennen, het Ziekenhuis hebben ver huurd aan do militaire overheid voor hos pitaal. De Voorzitter antwoordt .dat het lokaalv hetwelk leeg stond, weer moet worden ont ruimd, als ae gemeente het moet gebruiken. De gemeente ontvangt f2.25 per week'. De beer Sckoneveld vindt het verhuren goed, doch hy meent, dat B. en W. daarin den Raad hadden moeten kennen. De heer Van Gugten vraagt, wanneer nu eetis de dunne lantarenpalen zullen worden vervangen door dikkere, waartoe ook reeda lang besloten is. De Voorzitter brengt dit in verband met de ziekte van den Burgemeester. Hierna ging de Raad over in een zitting met gesloten deuren, ter behandeling van het onderwerp grensregeling.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 9