x 16949 Eerste Kamer. Tweede Kamer. Gemengd Nieuws. Ingezonden. FEUILLETON. J. lOiaiSflag 3. JhasiL Tweede B»1;3<1. |9|g( Do Eerste Kamer, die tegen Dinsdagavond Juni is opgeroepen ter hervatting der werkzaamheden, vindt voor dadelijke afdoe ning in openbare vergadering o. m. gereed het wetsontwerp betreffende opschorting van veroorjeelingen en de voorwaardelijke in vrijheidstelling en het wetsontwerp tot na dere regeling van het eedsvraagstuk. Voorts de suppletoir» Waterstaatsbegrooting voor 1915, betrekking hebbende op de kanali satie van de Maas in Limburg, omtrent welk wetsontwerp, gelijk men zich herinne ren zal, de beslissing tijdens de openbare beraadslaging in de vergadering ran 25 Maart j.l. werd aangehouden, ten einde den Minister van Waterstaat in de gelegenheid te stellen een nadere opgave van de kosten to doen. Die nadere opgave Ï3 inmiddels dezer dagen verschenen. Voor onderzoek in de afdeelingen bp deze wederbgeankomst der Kamer ligt een lange reeks van door do Tweede Kamer aangeno men wetsvoorstellen klaar, onder welke die betreffende het buitengewone krediet voor Oorlog on dat voor Marine; bestendiging V3n den staat ran beleg; bijzondere maat regelen met betrekking tot do lichting 1916; uitbreiding van den landstorm' èn aanvul ling van "de Landstormwet. Het tijdelijk Gèzantschap bij don Paus. Voorloopig Versla#. De spoedige behandeling. Bij vele leden had do aandrang der Begeering tot buitengewoon spoedige be handeling van dit wetsontwerp bevreem ding gewekt. De Minister van Binnenlandsche Zaken verklaarde wel, dat de zaak waarom het gaat, ernstig geschaad zou worden, indien zij werd uitgesteld, maar motieven werden voor deze verklaring niet gegeven. Had de Eegeering onverwijld handelen noodig geacht, dan had zij het met het wetsont werp beoogde doel kunnen bereiken door, zonder de Sta-ten-Generaal daarin vooraf te kennen, gebruik te maken van het haar bij art. 15 van Hoofdstuk III der Staafcs- begroóting verleende crediet, al zou zij dan wegens de ontoereikendheid van dien post spoedig een voorstel tot aanvu'ling hebben moeten indienen. Alsnog werd een uiteenzetting verzocht van de gronden, waarop do Regeering op zoo ongewoon spoedige behandeling heeft aangedrongen. Meerdere toelichting verzooht Vele leden waren van oordeel, dat de Memorie van Toelichting geen voldoend licht geeft omtrent de redenen, welke de Regeering bij de behandeling dezer aan gelegenheid hebben geleid. Bestaat er verband tusschen de aan dr. Nolens gegeven opd *aoht en het inge diende wetsontwerp, wat nauwelijks te betwijfelen valt dan isa zijn zending kwalijk overeen te brengen met de kort te voren, op 10 Februari j.l., door den Minister van Buitenlandsche Zaken in de Eerste Kamer afgelegde verklaring, dat de omstandigheden er niet naar waren om op dat oogenbUk de missie bij den Pauselijken Stoel te herstellen. Men on derstelde dus, dat tusschen 10 Februari en het oogenblik, waarop besloten werd Jr. Nolens te verzoeken naar Rome te gaan, in do omstandigheden verandering is gekomen en wensohto dan te vernemen, waarin die verandering bestond-. Gaarne zou men verder met den inhoud van de aan dr. Nolens verstrekte opdracht in ken nis gesteld worden en vernemen, welke inlichtingen hij aaDgaande de beteekenis der in de toelichting bedoelde berichten aan de Regeering heeft versohaft. In het jijzondor miste men in de Me morie van Toelichting de noodige inlich tingen omtrent de redenen, welke de Re geering ebben bewogen de aanstelling van een tijdelijken gezant bij don Pauselijken Stoel in 's lands belang te achten. Tegenstand en instemming. Bij het afdeelingsoh 7 er zoek bleek, dat de gevoelens der leden omtrent het voor stel der Regeering zeer uiteenliepen. Ne vens scherpen tegenstand bij enkelen vond het bij anderen instemming. Tusschen deze uitersten vertoonden zi li de meenin- geip van velen, die in meerdere of mindere mate bedenkingen tegen het wetsontwerp hadden en die hun stem over het wetsont werp van nadere inlichtingen van de Re geering afhankelijk stelden. - Het scherpst stonden tegenover het Re- geeringsvoorstel leden, die dit, afgeschei den van andere bezwaren, uit principieel oogpunt onaannemelijk achtten. Van de ze zijde werd aangevoerd, dat elk terug komen op de sinds 1872 bestaande en met instemming ook van velen ter rechterzijde sedert gehandhaafde verhouding tusschen ons land en het Vaticaan, dus ook de zen ding van een tijdelijken en bijzonderen gezant, in strijd mot het beginsel van scheiding van Kerk en Staat, welk begin sel men ongerept gehandhaafd wenschto te zien. Van principieelen aard was ook het bezwaar, dat aanneming van het wets ontwerp de erkentenis zou insluiten, dat de Paus als souverein is te beschouwen. Voorts waren er leden, die de indiening van het wetsontwerp betreurden, omdat zij vreesden, dat hot voorstel der Eegee ring gelijk trouwens reeds gebleken is het geval te zijn bij een deel des volks gevoeligheden zou opwekken, ook al trachtte men aan dat voorstel elke prin cipieel© beteekenis te ontzeggen. Verscheidene leden meenden, dat in de bestaande omstandigheden bij kwesties van buitenlandsoh beleid aan do Regeering zooveel mogelijk de vrije hand moest wor den gelaten. Anderen stelden eveneens op den voor grond, dat zij in zaken, welke met den oorlog in verband staan, aan de Regee ring gaarne hun steun verleenden; maar zij meenden toch, dat, waar de Regeering de medewerking der Kamer inroept, die medewerking niet behoort verleend te wor den dan nadat nadere mededeeiing van de motieven van het voorstel haar in staat zou hebben gesteld daaromtrent met kennis van zaken te oordeelen. Vele andere leden stellen zich op het standpunt, dat het oordeel over het voor stel der Regeering behoort af te hangen van de beantwoording der vraag, of er voldoende reden is, om aan te nemen, dat mat dte aajnneming 'n lands belang ge diend kan zijn. Bij de bespreking van. den inhoud van het voorstel werden door de leden, die bezwaar hadden tegen het wetsontwerp of althans nadere inlichtingen verlangden, twee vragen op den voorgrond gebracht. In de eerste plaats de vraag, of er eenige kans is, dat het herstel van den vrede kan worden bevorderd door de beoogde samenwerking tusschen de Nederlandsche Regeering en den Pauselijken Steel. In de tweede plaats de vraag, in hoeverre de aanneming van het wetsontwerp een praejudice zou vormen ten aanzien van. de verdere regeling der diplomatieke be trekkingen met het Vaticaan. In verband met do gedachtenwisseling over de eerste vraag zouden vele leden gaarne een onbewimpelde verklaring van de Regeering ontvangen, dat door de zending van een buitengewoon gezant naar het Vaticaan de neutrale stelling, die Nederland tot nu toe heeft gehand haafd op een wijze, die bij alle oorlog voerende volken waardeering heeft ge vonden, geheel onge.ept blijft, en dat in de verhouding der Nederlandsche Regee ring tegenover geen der onzijdige of oor logvoerende Staten verandering zal komen ten gevolge v do voorgestelde zending. Bij de bespreking van de tweede vraag werd herinnerd aan de door de Regeering aangenomen houding. De Minister ver klaarde in de Eerste Kamer namens de Regeering, dat de omstandigheden er niet naar waren om op dat oogenblik de missie bij het Vaticaan te herstellen, maar dat de geheele Regeering zich tegen vestiging van een tijdelijk of misschien wel perma nent gezantschap bij den Pauselijken Steel uit beginsel zeker niet zou verzetten. Geeft deze verklaring reeds aanleiding tot het vermoeden, 0dat de Regeering niet on geneigd is tot vestiging van een permanent gezantschap bij het Vaticaan mede te wer ken, dit vermoeden werd - nog versterkt door de zending van dr. Nolens naar Rome. In verband met een en ander achtten vele leden het noodig, dat de Regeering zich omtrent haar bedoelingen nader dui delijk en positief zou uitlaten. Men vroeg of de Eegeering bereid is te verklaren: lo. dat zij tot instelling van een per manent gezantschap bij den Paus in geen geval haar medewerking zal verleenen; 2o. dat zij aan de tijdelijke zending een einde zal maken, zoodra de vrede getee- kend is of reeds vóór dien tijd, als mocht blijken, dat samenwerking met den Pau selijken Stoel niet aan pogingen tot herstel van den vrede bevorderlijk kan zijn; 3o. dat zij, indien mep zich later ter bestendiging van het gezantschap zou be roepen op het antecedent der tijdelijke missie, dat beroep ongegrond zou achten. Verscheidene leden verklaarden hun stem niet aan het ontwerp te kunnen ge ven, indiende Regeering deze vragen niet onomwonden in bevestigenden zin beant woordde. Door sommigen werd verder de meening uitgesproken, dat, al moge de Regeering de, meest geruststellende verklaringen ge ven, die verklaringen, welke trouwens voor haar opvolgers niet bindend zijn, niet kunnen wegnemen het praejudice, dat in het feit der tijdelijke zending zelf gelegen is. Tegenover deze beschouwingen werd door anderen, waaronder er waren, die tegen blijvend herstel van de diplomatieke betrekkingen met het Vaticaan overwegen bezwaar hadden, opgemerkt, dat bij de gemaakte bedenkingen aan het voorstel der Regeering een veel groofcere beteeke nis is gegeven, dan daaraan blijkens het wetsontwerp en de Memorie van Toelich ting is te hechten. Het opperen van prin cipieel© bezwaren, ontleend aan de schei ding van Kerk en Staat, werd misplaatst geacht, waar het voorstel der Regeering geenszins beoogt de aanste'ling van 'n per manent gezantschap bij den Pausel. Stoel, maar enkel een tij 'elijke en bijzonder^ missie, welke uitsluitend bevordering van het herstel van den vrede ten doel heeft. Van krenking van het karakter van Ne derland als Protestantsche natie'kon daa-rom evenmin sprake zijn. Ten aanzien van de vraag, of de Paus met vrucht zal kunnen optreden als be middelaar voer het herstel van den vre de. werd in de eerste plaats opgemerkt, dat er wegens de talrijkheid der oorlog voerende partijen niet licht een meer ge schikte bemiddelaar zou zijn te vinden voorts, dat de Paus hiervoor bij uitstek geschikt is, omdat hij geen grondgebied bezit en geen wereldlijke belangen heeft te behartigen. Van de zijde der leden, die gestemd waren voor een permanent gezantschap bij den Pauselijken Stoel, werd opgemerkt, dat van hen kan gezegd worden, dat zij door het uitbrengen van hun stem voor dit wetsontwerp een offer brachten. Hot voorstel der Regeering brengt immers geen blijvend herstel van de diplomatieke betrekkingen met het Vaticaan en is huns inziens zelfs niet als een eerste stap in die richting te beschouwen. Zij zagen in dat voorstel enkel een maatregel van tijdelij ken aard, die door de Regeering uitslui tend in het belang van het land wordt voorgesteld. Door verscheidene leden werd de wensc-h geuit, dat, voor zoover de Regeering be zwaar mocht hebben de gevraagde inlich tingen in het openbaar te verstrekken, zij zulks zou doen in een comité-generaal. Pensioen Onderwijzers Rijksnormaallessen. In antwoord op een schriftelijke vraag van het Kamerlid Otto heeft do Minister van Financiën medegedeeld, dab hij de in diening zal bevorderen van een wetsont werp, strekkende om den oud-ooiderwijzers bij de Rijksnormaallessen, die vóór 1 April 1909 wegens opheffing hunner betrekking zijn ontslagen en aan wie in verband met hun diensttijd wachtgeld is verleend, in gaande 1 April 1909 in plaats van op den datum van hun ontslag, pensio-en toe te konnen over clo jaren, waarover zij wegens het late ingaan van. hun wachtgeld, volgens de Burgerlijke Pensioenwet, pensioen heb ben moeten derven. Voor do haringvisscherij is te LTmuiden in do vaart gebracht do nieuwe, te Leiderdorp voor de reederij D. Haas noot Nz. gebouwde logger „Dirk", K.W. 19. De in de R ij ksvisch hallen te LJmuiden in Mei 1915 aangevoerde visch heeft f 614,589 opgebracht, tegen f 489,4-54 in Mei 1914. In Mei 1915 dus f 125,135 meer. Men meldt uit Haarlem: Op 28 Mei kwam alhier een gesloten goederen wagen aan, waarin goederen voor Hoorn, o.m. kwattareepen. Do lood verzekering was niet verbroken, maar toch word in den wa gen een pak gevonden, waarvan het touw was doorgesneden en waaruit 41 K.G. kwat- ta-reepen was ontvreemd. Uit een goede renwagen uit Waalwijk, waarin voor een Haarlemsöko firma 0 pakken schoenen, wer den bij aankomst 4 doozen met schoenen vermist. Te Zestienroeden, bij Hee renveen, verblijft sedert 12 Mei j.l. een ge zin onder een klein linnen tentje aan den berm van den weg. Des nachts wordt op den kouden grond geslapen ook door twee kinderen van 0 en 7 jaar. Bij het graven y a o. zand ia op ongeveer een meter diepte te Drie no, bij Hengelo (O.), een urn gevonden. De vin der verklaarde daar ter plaatse -vroeger reeds meer dergelijke voorwerpen te hebben opgedolven, doch daaraan niet de minste waarde geschonken to hebben, zoodat zij met de spade tot scherven waren gestoken. Men denkt een grafheuvel uit den zeer ouden tijd te hebben ontdekt, waarvan reedtf een deel werd afgegraven. De banketbakkers te Leeuwais den hebben Zondagsrust ingevoerd. Na Juni houden zij des Zondags hun zaken go» sloten en worden op dien dag geen bestel-» lingen uitgevoerd. Te Maastricht speelden twe© jonge mijnwerkers met een dynamietpa- troon. De patroon ontplofte on een der mijn werkers werd ernstig gewond aan handen' en gelaat. Hij is in 't ziekenhuis opgenomen. Gisterochtend kwam do aak „Wega", uit Rotterdam, gesleept door do „Koulsche Vaart X", stroomafwaarts met bestemming naar Kampen. Door tot nu toe nog niet opgehelderde oorzaak kwam de aak in aanvaring met 't losse, niet uitdrij vende gedeelte der brug, dat geheel ver nield werd. Ook kreeg nog de loopbrug van het pas een paar weken daarachter liggend nieuw gemeentelijk zwembad schade. De pas sage. met den lLok'ei-IXselo&ver is nu weder gestremd. Vermoedelijk zal over eenige da gen de brug weder voor voetgangers gebruikt kunnen, worden. Inmiddels voorziet een door het gemeentebestuur gehuurde sleepboot in den veerdienst. Voor voertuigen zal de stremming echter wel langer duren; deze zijn nu aangewezen op de spoorbrug, wat zeer bezwaarlijk i3, niet alleen omdat die slechts weinige minu ten tusschen den treinenloop toegankelijk is, dooh cok wegens den grooten omweg, die dan steeds gemaakt moet worden. Een d.ertigtal werklieden van de Amsterdamsen© BallssibMaatschappij, maohinisten, stokers en dekpersoneel, die zand vervoeren van I-Jmuiden naar Amster dam en verder in de stad, hebben het werk neergelegd. Gevraagd wordt hooger loon en korter arbeidsduur. De eerstonisuweHollandscliö haring is door de firma A^ Hoogendijk, te Vlaardingen, aan H. M. de Koningin en H. M. do Koningin-Moeder aangeboden. B© Weldoenster. 87) Zjj ging het kleine, nette paadje ep naai* den zijgang van het huis. De meid ruimde hot koffiegoed 'op. Mevrouw Manake kwam: met veel drukte aanloopen, toen zg Anna's stem naar haar man hoorde vragen. „Hij- is nog niet terug," riep zij, voordat Anna kon spreken, „hg is nog op het Schloss. Heel't ooit iemand zoo iets vresselgks ge hoord?" Anna keek haar aan; haar gezicht zag even wit als haar japon. „Vertel mg," pro beerde zij te zeggen, maar er kwam geen geluid over haar lippen. Zij deed een krach tige poging on toen kwamen de woorden fluisterend over haar lippen: „Vertel mg zei ze. „Wat? Heeft do freule het nog niet ge hoerd? Mjjnheer von Lohm is gearresteerd." Het was onmogelijk niet te genieten, wan neer men Zulk een ontzettend belangrijk nieuwB kan 'mededeelen, hoe diep geschokt men er zelf vaai mag wezen. Mevrouw Mans- ke verkondigde 'het met een klank van fier- aeid in 'haar stem. Het zou niet gemakke lijk te overtreffen zijn op liet punt van nieuwtjes, dat 'gevoelde zij. En toen herin nerde zjj zich de praatjes, die verspreid worden over Anna on Axel, en zij pam haar op met vermeerderde belangstelling. Zou flauw vallen? Het zou het eenige we- Jon, wat zjj doen kon, als het waar was, dat or van een engagement sprake was. Maar Anna, die eerst haast geen geluid had kunnen geven, schoen merkwaardig koud en bedaard, toen ze eenmaal gehoord had wat er 'gebeurd was. „Waarvan wordt hg beschuldigd?" was al wat zij vroeg; „zó<5 kalm," vertelde pie- vrouw Manske later aau haar vrienden, „haast niet vrouwelijk tegenover zulk een ongeluk." „Hg heeft .de stallen in brand gestoken," zei Mevrouw Manske. „Dat is een leugen," zei Anna; ook eeo onvrouwelijke opmerking, Zooala mevrouw' Manske later tegenover haar vriendinnen te kennen 'gaf. „Hij heeft het zelf gedaan om het geld van do nsaurantie-maatschappg te krijgen." „Dat is een leugen," herhaalde Anna met diezelfde kuode stem. „Ooggetuigen willen «r een eed op doen." „Dan liegen zij," zei Anna nogmaals, en zjj keerde zich om en ging hoen. „Rijd door," zei ze tot Fritz, terwijl zjj naast miss Leech ging zitten. Zg zat doodstil, totdat rij dicht bij huis was. Toen riep zü tot den koetsier, dat h| moest stilstaan. „Ik ga even naar hetbosch," zei zo en sprong het rijtuig uit. „Rijd nu teaar naar huis." Snel liep zij den weg over; haar witte japon bleef een oogenblik tusschen de boon.en zichtbaar, toen ver dween zij in de zachte groene duisternis. Miss Leech r eed alleen verder en zuchtte zacht. Bk was iets, dat haar lieve freule Estcourt hinderde. Er was iets buitenge woons gebeurd. Zjj wou zoo graag, dat zi) haar helpen kon. Zuchtend reed zij voort. Zoodra de weg uit het gericht verdwenen was. sloeg Anna linies af. over mos en struiken naar het punt, waar zjj wist, dat een pad was, hetwelk naar Lohnv voerde. Zn Zjj liep reohtuit en zeer snel, Zij miste den weg niet, maar vond het pad en holde voort. Wat gingen ze met Axel doen? Zij ging alleen naar zijn huis. De menschen zouden er over praten. Wat kon haar dat scheten? En als zjj daar alles gehoord had, wat zjj haar vertellen konden, clan ging zg naar Axel zelf. De menschen zouden er over praten. Wat kon haar dat schelen? Die belachelijke angst en vrees voor lasterpraatjes, wanneer belangen van leven of dood op het spel ston- jienl Alle praatjes van de _geheele wereld zouden haar niet afechrikken naar Axel to gaan. Er was een nieuwe uitdrukking ge- kbmen in haar oogen. Voor het eerst wa3 zjj goed wakker; rij1 zag het leven in het aangezicht zonder droomen, het leven met zijn wreedheid en onmeedoogendheid. Dit was het leven, dit was de werkelijkheid lijden, onrechtvaardigheid, schande; niet te vermijden, naar het schijnt, voor den ach tenswaardigste en onsohuldigste van alle mannen; maar het kon ten minste bestreden worden met alle wapens, waarover men be schikken kon, met onwankelbaren moed tot het einde toe, wat dat einde dan mocht we zen. Dat was het, wat men het meeat van alles noodig had van alle gaven der goden niet het geluk o onzinnige, kinder achtige droom! hoe kon er geluk rijn zoolang de mensohon zoo slecht rijn maar moed. Die wezenloozo uitdrukking op Axel's gezicht neen, zij kon er niot aan denken; het verscheurde haar hart. Zjj struikelde even terwijl rij voortliep neen, zij wou er niet aan denken. Toen zn in het open veld 'gekomen was tusschen het bosch en Lohm; kwam zij Mans ke tegen. „Ik ging naar u toe," zei hij. „En ik ga naar hem," zei Anns, „0, lieve freulel" riep Manske, en twoe dikke tranen rolden langs rijn wangen. „Niet schreien," zei ze, „dat helpt hem niet." „Hoe zou het mogelijk' zijn, dat ik niet schreide, na alles, wat ik' vandaag heb bij gewoond?" Zjj spoedde zich voort. „Kom1, wij moeten geen tijd verbeuzelen. I-Ijj heeft hulp noodig. Hf ga naai" zijn huis, om: te zien of ik ook iets voor hem doen kan. Waar hebben zij hem1 mee naar toegebracht?" „Zjj brachten hom naar de gevangenis." „Waar?" „In Straalsond." „Zal hij daar lang moeten blijven?" „Tot na het gerechtelijk onderzoek." i 1 «En walmeer zal dat jijn?" „Dat weet God alleen." '„Ik ga naar hem toe. Ga met mij mee. Wij zullen zijn paarden nemen." ,,t7, fieve rreuie, fibve ireuio, 'riep Mans ke handenwringende, „zij zullen ons niet bij hom toelaten u in geen gevah en mij al leen over bergen van beawaren heen. De ambtenaar, met de arrestatie belast, was de brutaliteit zelve, toen ik hem permissie vroeg mijn geliefden beschermheer te mo gen bezoeken. „Waarom wou u hem be zoeken?" vroeg hjj spottend. „De geeste lijke van de gevangenis zal alles doen wat noodzakelijk is voor rijn ziel". „Laat hot maar, Manske," zei mjjn dierbare bésoherm- hee-r. maar toch hield ik vol. „Ik kan u geen permissie geven," zei de man éindelijk; de last, 'dien ik hem veroorzaakte, begon hem; te vervelen, „het is de zaak van mij'n oliaf. II tnoet maar naar hem toe gaan." „Wie 'is die chef?" Afstands- en Route-Vragen. Mijnheer de Redacteur! Wilt U zoo goed zijn oir: onderstaande! regelen te plaatsen? Onder uw rubriek „Vragen en Antwoor den" worden herhaalde malen de a Is tand en de route gevraagd van de eene stad liaan do andere. Znudt UEd. mij en de overige dertigduizend leden van den Algemeenen No den. Wielrijders-Bond een genoegen willen doen, om in het vervolg op zulke vragen to antwoorden: „Wordt lid van den A. N. W. B. voor drie gulden 's jaars. Ge ont vangt daarvoor gratis, bfl de vele gemak ken, welke die Bond U bezorgt, de af- steudskaart van Nederland en ge kunt zei- ven uw weg en het aantal Kilometers vinden." Met plaatsing van bovenstaande regelen doet UEd. velen een groot genoegen. Bondslid No. 1052-3. „Dat Vreet ik niet. Ik weet. niets. Mijn boo ld loopt om." „Hg meet ergens in Straa!sond wonen. Wjjj zullen hem vinden, al moeten wg vragen van deur tot deur. En ik zal voor mg zelf ook wel permissie krijgen.", „O, lieve freule, die krijgt u zekér nieh De man zei, dat alleen zijn naaste familie betrekkingen, en die nog r.:er zeldzaam, wer den toegelaten want ik vroeg zooveel ik kon; ik begreep, dat de tijd kostbaar wa3 - 'mijn beschermheer sprak geen woord. „Z(ja vrouw, als lig er een heeft," zei de man, een akelige grap hij wist heel goed, dat hij geen vrouw had „of zijn Braut, als h(ij er een had, of een broer of een zuster, maar niemand anders." „Weten zjjn broers en Trudi het?" „Ik heb hun dadelijk getelegrafeerd." „Dan kunnen rij vanavond hier zijn." Vrouwen en kinderen in het dorp liepen uit om Anna te zien, toen zij voorbg kwam. Zij zag ze niet. Axel's huis stond open! De Mamsell. buiten zichzelf van schaamte, om dat zjj in zulk een dienst geweest was, was in de keuken en had het op haar zenuwen, en de inspecteur, een trouwe bediende, die zijn meester liefhad, nam haar met bittere verontwaardiging onder handen, omdat zij zulke dingen van zulk een meester durfde zeggen. De klachten van Mamsell en de woe- dendo verwijten van den inspecteur weer galmden door het verlaten huis. De deur ovenals het hek waren met bloemen ver sierd. Ruim een uur geleden was Axel es onder door gegaan, ajjn ongeluk tegemoet. {Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5