Anekdoten. Nieuwe Kaadsels. Correspondentie. STERREWIT. Een eerlijke Jongen. Charley-Mann was op zekeren dag aan 't spelen. Bij ongeluk vloog zijn bal oen verkeerdo richting uit en (verbrijzelde hot tpiegelglas van oen drogistvinkel. Charley schrikte-, pn maafcte beenen zoo vrug ais hy kap. 3itaar .eensklaps stond 'hij stil en zei bij zichzelf „Waarom ben ik weggeloopèn 1 lk bob toch niet met opzet rui"b stukge gooid- 't was een ongeluk. Ik ga weerom, en za-Dzeggen zooals 't is". Dat -deed hij. Charley was een moedige jongen; bij vertelde alles. „Mijn bal glipte mij uit de hand eer ik er om dacht, 't Spijt ine erg. Als ik geld had.-zon ik die ruit heel graag betalen, maar ik beb geen geld. Als ik kan af betalen met^woor u te (werken, dan .wil ik graag al het dmerkr-doen dat u me te doen geeft. De drogist nam er genoegen mee, en Charley deed boodschappen, veegde den winkel aan en hield de stoep schoon. Hij kreeg eenige shillings 'per week voor djt weak, en hield vol tot hij genoeg shillings vergaard" had om de gebroken ruit te beta len. 'Maar die (winkelier had zooveel beha gen in den knaap om zijn eerlijkheid, ge- walègh'eid en1 ijver, dat hij hem bij zich hield; aanstelde tot 'bediende en hem een goed -salaris gaf. Ecnigio tijd later,;toen Charley met zijn moeder over zijn werk sprak, zeide hij ,rW«at ^n'vgielukkige dag was dat -voor mij, toen ik do ruit brak!" „Neen jongenf', zei zijn moeder, „het ge tók zat -'in-na-et in 't breken van do ruit, maar in je moed om terug te gaan en de waarheid te -vertellen.'" Oplossing van het Driesprengraadsel. Een iwoord, befceek'nisrijk, maar klein, (r Zal 't vpprwerp van* dit raadsel zijn, ,-^j ..Ik 23gi er .een soldaat op staan, T)Oen (h ibet een brief er heen wou gaan, ;,'AlÊ ik 7/xfvL visch gevangen had, - jWierp-ik hem' aanstonds weer, in 't nat, i| p Toch ben' Ik weer voor, menig mensöh' hoogste doelwit van zrjn wensch. v' v i Antwoord: Post i V, j Imgts. door P. van dér Steen, 'B-r.g? mo-ei l ryk. 2ns, die geen zini heeft om naar - schoolste gaam., tot haar broertje„Zeg maar tegen' dejuffrorwr -dat ik dood'-iben." pka.T broertje '(brommend)-: „Doe '4 zelPA Ingez. door „Acrobaat". Go odr ove r-1 egd. „Mijn waarde zoon. Ik zend -je hierbij zes nieuwe hemden, die uit zes oude van mij gemaakt zijn. Als ze versleten zijn, sfcirur ze mij dan - terug. Men zal er dan zes nieuwe vaai muikeu voorr-je tweeden broecGer:"' Ingez. door, „De Jonge Typo". Mevrouw-: (tot kindermeisje dat zich .aanbiedt). „Neen, jij ben, me te kl(?m-om op -de ikindBretn ifeé passen. Kindermeisje: ,JQc dacht, dat 't juist goed was, dat ik kléin ben. A'ls ik de km- deren laat vaJll'en, zijn ze - gauw op dén grond." Ingez.' door Nelly Honigh-te .Voorschoten. 2/ij-ai wensch, „Iik;wou dat ik rijk was", zei Fritsje. ^Hcüe njkl" \Toeg-.zijn "zuster. „Zoo 'rijk, dat ik mijn; Zondagsch en kloe ren iedoren- dag-kon dragon." Geen f o ut. „Ik dacbt, dat u me-gezegd had, dat dit .paard gecai fouten had." „Dat is zoo, mijnheer". „En hij is blind aan één oog". „Patri geen fout, het is ec-n ongeluk," OPLOSSINGEN DEE BAADSELS. I. Sloep. - II. Zonnebloeiru III. VAterstokerrj. - Prijzen vielen ten deel aan: Johanna Wakka, te Leiden. Cor d©' Nobel, te Sassenheim. Ingez. door „Da Twee Leidenaars", I. Mijn geheel bestaat uit 9 letters en is een water in Nederland. 1, 7, 9 is een vogel. 5, 7, 9 is oenlichaamsdeel. 1, 2, 8, 5 is ook een lichaamsdeel. 9, 7, .3, zit mees-tal in dc vruchten. 4, 5 is een lengtemaat. 6, 7, 1 is niet mager. Ingez. door J. de Graaff. II. Mijn geheel, bestaat uit 5 letters. 2, 3 gebruikt de landtman. 2, 4, 5 is een telwoord. 1, 2, 4 is een vlug dier. 3, 2, 4, 1 is aan een rok. 5, 4, 3, 2, 1 ri verre van blank. Ingez. door „Adelaar". III. Mijn geheel is iets wat nu heerscht. 1, 11, 5 komt van heft sohaap. 10, 4, 2, 3 gebruikt de schoenmaker. 9, 8, 7, 6 ri een kleur. 12, ,2, 4, 5 ia ook een kleur, Het is mooi 1, 4, 2, 9. „Sylvia." Met genoegen verneem ik uit je briefje, dat je het zoo prettig vindt, dat de raadsels .weer geregeld in ons ."Week blaadje worden opgenomen. Ik houd jnij voor je medewerking! steeds aanbevolen en 5al je bijdragen onder je ouden schuilnaam 'gaarne (Opnemen. Koor je goede iwienschen, dat de jraadselcnbriek weer moge groeien en bloeien, mijn hartelijken dank. iVrien- 'aefltfke groetjes. „De twee .Leidenaars." Jullie nieuwe raad sels, h eb ik in dank ontvangen en hoop, dat ze spoedig, door meerdere zullen worden gevolgd. „Kleine iüolis't." Jullie vroegereschuil- naam „Wandelende takjas", herinner, ik mij nog zeer goed, e! is het ook ,een poosje ge leden! Natuurlijk is de „Kleine Kiolist" miji even ^welkom. Ik houd mij de-volgende week voor een langoren brief, recht gaarne aan- 'bevolen. Hendrik van den Heuvel. Zoo langai- j merliand komen mijn oude raadselvriendjes en vriendinnetjes, die vóór de mobilisatie geregeld medededen, zich weer aanmelden, en verheug rpdrj van harte, dat z$ Mij nog niet .vergeten hebben. Welkom dus in on zen raadselkring! „De kleine Gymnast* Ja", beste vriend, het gure weder op Hemelvaartsdag heeft heel wat plannen in duigen geworpen, maar we zullen nu maar hopen, dat we een - ir.ooien Pinksteren hebben! i Ik .stel deze .week en volgende weken .weer twee prijzen uit, omdat het getal raad seloplossers zich gaandeweg uitbreidt. Ben je nu.tevreden! I - A pol on ia van Weizen. "Welkom in on zen raadselkring, fn het vertrouwen dat mijn vriendinnetje op nieuw, tot mijn geregelde medewerksters zal gaan behooren. „Mapje en Papje." Zeker ben ik jullie niet vergeten! Ik rdikcu na .weer ,op, iwekelijksche babbeltjes en dank jullie vrien delijk v,oot de nieuwe bijdragen. „AcrobaatJe he6t het te Katwijk op dien regenachtigen dag niet getroffen, maar te oordeelen naar je briefje, heb je ,toch veel ^pleiner gehad. Je nieuwe raadsels en •anecdotes heb ik met genoegen ontvangen. „Gouden kegen." Dank voor je lief briefje. Everrals vroeger zullen je prettigq taDDeitjes mij steeds welkom, zijn. W. G. Planjé. Ja, beste jongen, de mo bilisatie, in verband met den oorlog in het buitenland, heeft heel wat in de war ge-' stuürd, en zelfs ons weekblaadje heefteer onder te lijden gehad. Nu je oude vriendin weer aan het werk is gegaan, zal je elke W6ek, evenals vroeger, raadsels en anecdo-' tes in ons blaadje vinden, terwijl ook de prijzen voor de goede oplossers niet zul len ontbreken. Dank je verder voor ie recht' hartelijk briefje! Maria Kouwenhoven. Zooals je ziet, is alles weer geregeld en ben je in de ge legenheid, evenals vroeger, de raadsels op, te lossen. Ik neem- je verzuim, wat (dat- raad^pl met de namen der boomen betreft,' .volstrekt niet kwalijk. Tot de volgende week! i „Zangvogeltje." Je babbeltje was mjj recht welkom. Ook mij is het aangenaam, dat wij weer geregeld een babbeltje met elkaar kunnen houden. Neen, het „drie- Sprongraadsel," behoorde iiiet btj de gewone- raadsels! Gustaaf Ammerlaan. Dank je voor jfe goede wenschen. Je kunt weer elke week op mjj rekenen. Jan Teeuwen. Je leeftijd is volstrekt geen bezwaar om met ons mee te doen. Je bent- heusch de eenige raadselvriend niet, die „pas acht jaar" is. „Gladiolus." Ik vind, dat mijn Brusselsch vriendinnetje de raadsels heel goed heeft opgelost, al vond ze die ook wat moeieljjk. Het briefje, dat zij mij toezond, zag er keu-i rig uit. Ane Kenbeek. Hecht gaarne verneem ik, dat je voornemens bent, een trouw raad sel vriendje van mpj te .worden. Ik reken voortaan elke week ,op je. Jfoolmoespe." Eveneens welkom, lieve vriendin! Ik vïnd het heusch niet zoo er°*( dat je Biet „mtooier" schrijft Toch ziet je birefje er best uit, voor, een leerlinge in de tweede klasse. Ik J. Nieuwenbnrg. Hoe komt het, dat ]e je op 'de Ambachtsschool z<56 danig op de vingers .hebt geslagen? Zeker een pn-" voorzichtigheid? Dank voor, je mooie 'g&l kleurde prontbriefkaart. i „Jam van Galen." "Neen, met hot oog, op de beperkte plaatsruimte, blpft do lgst der namen voprloopigi achterwege; wellicht later! ,Hb>zeknop" te Koudekerk. Ik kan mij niet je BChuilnaaH best yereenjgen; ik heb' dien' nog niet! t „Kleine Serge&ntt .Welkom in onze club. Ik kan mij nog zeer goed herinneren,1 dat Je zusters .vroeger met ons aan het blaadje meewerkten. „Leeuwerik." „GoudviscK." „Sneeuw .witje." „De twee Zusjes." Joseph, Oostveen. Marietjo Tythoff. Cor de No-1 bek „Dahlia".!' „Jeannet." „Do Zee officier." Charlotte Metsoh'. Johanna! Zwarts. „Vaderlander." „Begonia" te! iu°' "NeIly lloniS1[i te (Voorschoten. Ik dank jullie allen voor je hartelijke briefjes, .waarin je den wensch te kennen geert, om in onzen raadselkring to wor den opgenomen. De meesten va-n jullie zijn oude bekenden, die zich" op nieuw tot ons! blaadje voelen aangetrokken. Onnoodig te zeggen, dat ik jullie allen welkom1 heet, ter- lwtjlik' het vertrouwen nitspreek, dat de ontbrekende vriendjes en vriendinnetjes zich spoedig zullen aanmelden. h WARIE .VAN AMSTEi.. Nieuwe Serie. Kommer 7. Naar het Engelsch van Mrs. Musgrave. Eewerkt door. C. H. (Slot). bracht, dai Ken 'naar Ret vasteland zou voeren. Daarna braken er vermoeiende da- a5n' soldaten en paarden grooto afstanden hadden af to leggen en' niet altyd genoeg te eten en te drinken konden kriigen. Natuurlijk joeg het eerste gevecht, dat hg meemaakte,^ hem ontzettenden schrik aan, hoewel hjj dapper en moedig was Maar toen__hrj za.g, hoe soldaten en paar den, (lie zijn metgezellen waren geweest aan alle kanten van hein1 gewond en Ge dood ter neder stortten, werd het hem angstig te moede. Toch bleef hij moedig »P zijn post en wende hij spoedig aan het dreunen der groote kanonnen, aanJ den ver blindenden rook en 3an de jammerlijke fa-e ten der arme gewonden. Hij begreep, dat ng de bevelen,, welke Re® gegeven wer- Toen Sterrewit zoo goed als geheel ge dresseerd was, was hjj drie jaar. Op zekeren ■dag kwamen dezelfde heer en kleine jon den weer, die hij lang geleden gezien had, in dien eersten zomer van zrjn leven, toen hij nog een veulentje was, dat naast zijn moeder liep. Hoewel het meer dan twee jaar geleden was en de kleine jongen in dien ,tijd een heel stuk gegroeid was, her- ;kende Sterrewit onmiddellijk zrjn 'stem. De jongen .scheen ook blij te zijn, dat hjj hem .terugzag. „O, Sterrewit, ,wat bon je groot en sterk geworden en wat heb je een zachte huid. Je bent een (prachtig paard geworden en .Vader heeft gehoord, dat je zoo gewillig en mak bent. Weet je al, dat Vader z<56 .tevreden over, je is, dat hij je aan mjjn groeten broer Charlie geeft, die officier is? Je zult dan een strijdros worden gn de wereld intrekken." De jongen stak zijn hand uit an Sterre wit hinnikte en streek met zijn zachtsn neus over den arm1 van den jongen. Hij was bijj, dat hp nu ernstig werk zou krij gen en nuttig kunnen zjjn. Hjj vond het wat heerlijk de wereld in te trekken als een strijdros, al begreep hij eigenlijk nog niet goed, wat dat beteekende. Maar het zou in elk geval een leven zijn met vrij wat meer avonturen dan hjj beleven zou op de boerderirj of ajs hij" voor een rijtuig gespannen werd. En zoo kwant het, dat Sterrewit al heel gauw daarna naar het station word ge bracht, waar hij voor, 't eerst van zijn leven een trein zag. Hjj trilde op zjjn beenen, toen hjj het fluiten hoorde, want dit was een geluid, dat hjj nog nooit gehoord had i m zjjn rustige wei. Hp liet zich echter ge- (Willig naar den beestenwagen brengen, waar, hij Aangehaald werd en klontjes suiker kreeg. De trein bracht hem; naar- de plaato, waar kapitein Charlie, de groote broer van het jongetje woonde. En toen hij daar op stal stond, kwam; iedereen naar hem kijken en hem' bewonderen. Heat was heel gemakkelijk Sterrewit de militaire commando's te loeren, want hij was ..vlug van begrip en gedwee. Iedereen vond hem' het mooiste' en ge willigste paard van het geheele regiment en de koïpnel wilde lvemi zelfs .van den kapi tein koopen. „Het spijt me, kolonel," zei 'deze, „ruaar ik kan hem1 niet verkoopen, want hjj is een geschenk van mijn vader en hij werd dicht bij mijn ouderlijk huis geboren." Ka pitein Charlie streelde zjjn paard, dat trotsch was op de woorden van zjjn moester. Sterrewit was zóó handelbaar, en zdó dap per, dat hij spoedig niet moer schrikte van het vuur en onbeweeglijk als een stand beeld bleef staan, als de gewèren vlak bij hens afgeschoten werden. Groote broer Charlie was kapitein en reed steeds op Sterrewit aan het hooül van zjjn irpep. Sterrewit vond, dat alle goldaten, ei 's Avonds, na het' eten, Spelen wij voor 't huis; 't Allerliefste doen wij allen: „Kat en Muis". •Wij en onze buurtjes Staan dan in een kring, Hand ^an hand; zoo maken :Wij een gxooten ring. -Wie de kat zal wezen Wordt ©r afgeteld Ook wie muis is ieder Is daar op gesteld.. M n i s .wordt losgelaten, Draaft en holt en rent,, Maar kat ia erg waakzaam, Toont zich steeds present. M n i s ontsnapt toch telkens in en uit d.en kring, En wjj juichen allen „Toe dan, muisje, spring!"- „Laat kat je niet pakken, „Hier maar door, kom vlug!" wit een vergissing, Kat keert gauw terug 1 Zji ontmoet het muisje! Is me dltt een schrik 1 Gauw is muis gegrepen, In een oogenblik.. vroolpk uefeagen, als zjj geoefend werden. Toen hp alle commando's kende, vond Hff nïets_ zoo prettig als deze oefeningen en lijj hield' weldra zooveel van kapitein Char lie, dat hp he® als een hondje volgde, als hij over het exercitieterrein liep. Toen brak de oorlog uit en Sterrewit vernam, dat zrjn regiment naar het vaste land moest vertrekken. Hij wist, dat hij het gevecht z-ut komen en misschien gewond of gedood worden. Enkele paarden van zrjn regiment waren al eens in het <>e- vecht geweest, en zjj beschreven de vree- selpke tooneelen, welke plaatg grepen en dia hun allen een doodelijken angst aan joegen. Eindelijk brak de dag a3n, waarop het regiment ingescheept werd ©n Sterrewit werd Set alle andere paarden in een schip ge- Laat' mij 't muisje wezen'! dacht jij, dat 't zóó ging? Mis hoor, baasje, blijf maar Netjes in den kring.. .Wie kent aftelrijmpjes! Eerlijk zal het gaan, Anders is ons spelen, 's Avonds, gauw, gedaam'I Want komt er gekibbel, Dit is 't met de pret 1 O, ddar wordt geroepen Moeten we naar bed"? Moedor, nog h'éél even, Toe, 't is nog zoo licht En nog nergens zie ik Lnik of blinden dicht.. Nog een paar minuutjes, Wo doen „Kat en Muis", 'Als dit uit is, komen w' Allen gauw naar huis,, Toe dan, jongens, hoor je 'tl Gauw (Kt nog gespeeld, En dan morgenavond Weer, tot 't ons verveelt. HEEMANNA'. 't Spel is nü, kom Jongens, Nu met frisschon moed Weer een kat gekozen Weet je wat je doet?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 7