N<>. 16935
"Vrijdag 14 31 ei.
Tweede Blad.
A°. 1915.
Tweede Kamer,
Binnenland.
STOOMVAARTLIJNEN,
FEUILLETON.
Be Weldoenster.
LEIDSCl DAGBLAD
Sitting van Woensdag,
BUITENGEWOON O.OÉLOGSCREDIET ENZ.
MINISTER BOSBOOM zegt verder;
De dislocatie van troepen behoort tot de
verantwoordeljjkheid van den opperbevelheb
ber. Noch de Minister van Oorlog noch de
jegeering zullen den opperbevelhebber dan
ook gedurende den tijd der mobilisatie ver
antwoording vragen omtrent de localisatie
der troepen. Spr. aneent, dat hij in dezen
tijd, iemand, die een zware, moeilijke taak
heeft te dragen, het niet moeilijk moet mar
ken, met telkens verantwoording te vragen.
Met de ontruiming van scholen wordt zoo
ver gegaan als mogelijk is. Niet overal
evenwel is huisvesting der manschappen op
enuere wijze mogelijk.
Dat de huisvesting der troepen niet zoo
elecht is, blijkt toch uit den zeeg goeden
gezondheidstoestand.
Do vergoeding van 20 cents voor nacht
kwartier acht spr. voldoende, evenals 80
ets. voor inkwartiering.
Sprekende over de opleiding van het re-
Iterve-kader, zegt Z.Exc., dat het gelukkig
is, dat we in de eerste maanden na de mo
bilisatie niet in oorlog zijn geraakt. In den
san vang toch was het kader zeer incom
pleet. Thans is dit tekort evenwel voor een
gCed deel aangevuld.
Hun, die klagen over langzame bevorde
ring bij het reserve-kader, merkt de Mi
nister op, dat een theoretische opleiding toch
niet kan worden gemist. En die theoretische
tpleiding is met kracht ter hand genomen.
Na 1 Augustus zullen er dan ook 400 of
ficieren .uit het reservekader en de militie
aangesteld zijn. En thans reeds overtreft
het aantal reserve-officieren bijna dat der
beroepsofficieren.
Daarbij worden er ook uit de oudere lich
tingen, zelfs uit de Landweer-mannen, tot
reserve-officier opgeleid; waardoor oudere,
bezadigde mannen op de aanvoerdersplaat-
sen komen en niet steeds „het jonge goedje"
'daarvoor moet worden genomen.
De Minister komt nu tot do ontwikkeling
en ontspanning. Het heeft hem leed gedaan,
dat men het mislukken der ontwikkelings
cursussen aan het ontbreken van medewer
king der militaire autoriteiten toeschrijft,
ïljj voor zich gelooft, dat de oorzaak van
het fiasco veeleer moet worden gezocht bjj
de leeraren. Men heeft te doen met een on
voorbereid of althans ongelijk voorbereid
gehoor. Voor den een gaat het onderwijs
to hoog, voor den ander te laag. Bovendien
moet worden rekening gehouden met de
belangen van den dienst, die moeten voor
taan. Training en voortdurende oefening
mogen niet verzuimd worden.
In den zomer zal meer de aandacht moe
ten worden gewijd aan lichamelijke ontwik
keling.
Indien het leger in den winter evenwel
nog gemobiliseerd is, zal Z.Exc. zijn best
deen voor een goede regeling. OE hij daarbij
dwang zal invoeren, kan hij niet zeggen.
Wat het aantal veldpredikers betreft,
lurkt Z.Exc. Op, dat de veldprediker in al-
gemeenen dienst, de heer Talma, hem nog
niet heeft verklaard, dat uitbreiding van
het aantal noodig is.
Spr. verdedigd het kleine subsidie van „De
Soldatencourant."
IngTijpen in de bepalingen, getroffen door
de militaire autoriteiten ter uitvoering van
den staat van beleg, kan spr. niet. Wel wil
hij dien a utoriteiten geven liet middel toe te
passen, door den heer Van Nispen tot Seve
rer (Rheden) aan de hand gedaan, om de
Jrardensmokkelarrj tegen te gaan, zonder
weideverbod binnen een afstand van 2 K.M.
van de grens.
Van schadevergoeding voor de ontruiming
van woningen bjj Naarden kan geen sprake
zfjn.
Het onderzoek naar de ongeregeldheden
te Utrecht duurt nog voort.
Daarna komende tot de motie-Ter Laan,
wijst de Minister er op, dat de tegenwoordi
ge handelingen van het militair gezag steu
nen op wettelijken grond. Ingrijpen kan de
Regeering dan ook niet.
Dat er voorwaarden gesteld worden aan
de sprekers, acht Z.Exc. gemotiveerd.
In dit veTbaud wil spr. nog iets zeggen
over de mobilisatieclubs. Hij keurt het met
den heer Bos af, dat in de Kamer gebruik
is gemaakt van de geheime circulaire van
den 'opperbevelhebber. Er is blijkbaar bij de
S.-D. A.-P. een goede spionagedienst- Dit
zou evenwel kunnen leiden tot het instellen
van een contra-spionage, een soort politieke
dienst, welke tot het ergste behoort, wat
in een Staat kan voorkomen.
Spr. leest nu de circulaire in haar ge
heel voor. Daarin wordt door den opper
bevelhebber krachtig ingrijpen verlangd te
gen de mobilisatieclubs, wanneer er van
overtreding der krijgstucht bljjkt Van so
cialisten is in de circulaire evenwel geen
sprake. Geen enkele partij mag in het le
ger en wanneer bij mobilisatieclubs de nei
ging blijkt tot opruien, moet daartegen wor
den opgetreden.
Wet betreft het lezen van socialistische
bladen en geschriften, herhaalt Z.Exo., dat
hij niet wenscht te raken aan de zelfstandig
heid der militaire commandanten, die daar
omtrent te beslissen hebben.
De Minister bespreekt nog het optreden
van majoor Kollewjjn te Woerden tegen de
mobilisatieclub aldaar. Hij noemt den ma
joor een humaan man, van vooruitstrevende
beginselen. Hjj was evenwel genoodzaakt te
gen opruiende propaganda op te treden.
Reeds om den considerans is de motie on
aannemelijk voor zoover betreft het recht
van vereeniging en vergadering. En wat de
vrijheid van lectuur betreft, is de motie
geheel overbodig. Daarom raadt Z.Exc. in
trekking aan.
Door de aanneming der .motie zou meer
kwaad worden gedaan dan goed. We hebben
behoefte aan een eensgezind volk' en eensge
zindheid zou de motie niet bevorderen.
Ten slotte merkt Z.Exc. op, dat, als een
vreemdeling de debatten zou hebben bijge
woond, hij wel den indruk moet hebben ge
kregen, dat aan ons leger zoowat alles ont
breekt. Doch als men alle stof uit een ge
heel huis bijeenbrengt, op een hoopje in een
kamer, is dat nog geen "bewijs, dat dat huis
vuil is. Debatten als deze doen dan ook meer
schade aan den geest in het leger dan enke
le officieren zouden kunnen doen.
De heer TER LAAN. Den Haag, repliceert
nadat hij zich scherp heeft verzet tegen het
op voorstel ran den voorzitter genomen be
sluit oni hem 20 minuten toe te staan.
Spreker wijst er op, dat de considerans
zijner motie alleen betrekking heeft op den
toestand van het oogenblik. Hij trekt even
wel de motie in, op grond van de tegemoet
komende rede van den Minister, waaruit
bleek' dat, wanneer het van Zijn Excellentie
afhing, anders zou worden opgetreden tegen
de sociaal-democraten.
De heer MENDELS raadt de instelling
aan van een college van beroep ter zake van
het toekennen van vergoedingen, te vormen
uit de burgerij. Voorts ontkent hij ten stel
ligste, dat de voorzitter der Woerdensche
mobilisatieclub zich aan opruien zou heb
ben schuldig gemaakt.
De heer SCïIEURER' repliceert' evenals
de heeren Do Jong, Bos, Van Leeuwen, Dui-
mqer van Twist en Otto.
Minister BOSBOOM dupliceert. Hij zal de
instelling van een commissie van beroep
voor de uitkeering overwegen.
De pjlgemeene beraadslagingen worden ge
sloten en de beide wetsontwerpen zonder
hoofdelijke stemming aangenomen. Evenals
de wetsontwerpen tot nadere verhooging
Van de oorlogsbegrooting van 1914 (kosten
van verhooging van pensioenen voor militai
ren beneden-den rang van officier) en hou
dende bijzondere maatregelen met betrek
king tot de lichting 1916.
Daarna worden de beraadslagingen ver
daagd tot Dinsdag halftwaaif.
Ncdcrl. Jongelingsverbond.
Men schrijft ons:
De 62ste jaarvergadering van het Ned.
Jongelingsverbond, gehouden gisteren te
Rotterdam, is, niettegenstaande er niets
was, van het eenvoudig feestelijke, dat
anders zoo'n Bondsdag kenmerkt, uitste
kend geslaagd. Ruim 1500 jong mannen,
uit alle deelen van het land, vuVlen de
groote Doelenzaal.
De vergaderingen werden geleid loor
den bekenden, geestïgen Amsterdamschen
predikant, ds. J. van Noort.
Omdat ditmaal maar één dag vergaderd
werd, hadden geen sectievergaderingen
plaats, en werd enkel gehandeld over den
tegenwoordigen stand van zaken.
Deze mag gunstig heeten. Het Verbond
telt 521 afdeelingen met 11,589 leden. Ver
der zijn er Knapenafd. met 8000 leden, mu
ziek- en zanggezelschappen en tal van com
missies om te werken op allerlei terrein,
Zending, letterkunde, sport, gymnastiek,
enz. Het Verbond geeft uit twee week
bladen, twee maandbladen, zang- en mu
ziekbundels en tal van brochures, haar
arbeid betreffende.
De Bondsdag stond geheel in het teeken
van den tijcl, oorlogstoestand. En op de
morgen- en op de middagvergadering werd
daarover 't meest gesproken. En geen
wonder. Zoodra de oorlogstoestand in ons
Vaderland intrad, werd ook het Nel. Jon
gelingsverbond mobiel, in dien zin, dat
men aan het werk toog om de soldaten te
helpen en hun het leven, z. m., eenigs-
zins te veraangenamen. Tal van afdeelin
gen (48) richtten Militaire Tehuizen op.
De Bondsvoorzitter bezocht al de fort-en
van de stelling Amsterdam, en tal van die
van de waterlinie, om de soldaten toe te
spreken en lectuur te verspreiden. De
Bondsagent, de heer C. Tabak, is sinds
Augustus voortdurend werkzaam in Bra
bant en Limburg. Te voet, per fiets, ook
wel per boerenkar, maar soms ook
per auto (een enkele maal welwillend af
gestaan door de militaire overheid) door
trekt hij gansch de streek, waar onze sol
daten de grenzen bewaken. Allereerst be
zoekt ij z. m. Bondoleden, maar hij laat
geen gelegenheid voorbijgaan om ook iets
te doen voor de niet-Bondsleden. Heb
wordt hem in zooverre gemakkelijk ge
maakt, dat hij toestemming heeft niet al
leen om in de kazernes of kantonnemen-
ten te komen, maar ook in de hospitalen,
zelfs in do provoosten. Een paar weken
werkte hij in Zeeland, onder de matrozen,
hen bezoekende op hun schepen. Duizen
den Jongelingsbodes en Bijbels werden
door hem verspreid. Voor garnizoenen,
waar gebrek was aan goede lectuur, wer
den reisbibliotlieken ingericht, waarvan
er thans 35 'in omloop zijn. Dan werden
loodsen en schuren, door zorg van den
Bondsagent voorzien van banken, stoelen,
tafels, la-rnpen, oliestelen, kopjes, enz.,
enz. De gelden, daartoe noodig, werden
verstrekt vanwege het Bondsbestuur.
•Ds. Van Noort en de heer Tabak over
den arbeid onder de militairen te hooren
spreken is een waar genot. Tal van tref
fende tooneeltjes werden geschertst. Er
is getuigenis van veel zegen op dit werk.
Noodig echter blijkt, dat er allerwege
werden opgericht, tijdelijke militaire te
huizen.
De vergadering, die een zeer gunstig
verloop had, werd tegen 4 uren op de ge
bruikelijke wijze door dr. M. P. Schoch
gesloten.
Br. Nolens.
Dr. Nolens is Woensdagavond uit Rome
in Den Haag teruggekeerd.
Zaterdag j. 1., na den vorigen dag nog
door Z. H. den Paus in audiëntie te zyn
ontvangen, aanvaardde dr. Nolens, overZwit-
seriand en Duitschland, de terugreis uit
Rome, waarheen hij zich den 19den April
begeven had.
Gistervcormiddag had dr. Nolens de wel
willendheid, eenige oogenblikken een mede
werker van liet Nederlandsck Corresponden
tiebureau voor Dagbladen te woord te slaan.
Doch op diens vraag, of de lieer Nolens,
nu hij teruggekeerd was, wellicht eenige
nadere of aanvullende mededeelingen kon
doen nopens de strekking van zrjn reis,
na hetgeen daaromtrent reed3 in verschil
lenden vorm gemeld was en vooral omtrent
do resultaten van zijn reis, deelde dr. No-
lens mede, vooralsnog bij zijn standpunt
te moeten blijven,- om nopens een en ander
een volmaakt stilzwijgen te blijven in acht
nemen; een standpunt, de3 te begrijpelijker,
nu hij, eerst Woensdagavond in het vader
land teruggekeerd, uiteraard nog de gelegen
heid gemist heeft eventueel te bevoegder
plaatse van zijn bevindingen mededeeiing
te doen.
Uit Rome wordt aan ,,Het Centrum" ge-
Imeld, dat in de afscbeids-audiëntie door
Z. H. den Paus aan dr. Nolens verleend,
Z. H. aan den Nederlandschen prelaat een
opdracht meegaf voor H. M. de Koningin.
In verband niet het dezer dagen ge
melde omtrent minister Treub en de Vr^jz.-
Dem. Partij, verneemt „De Avp." nader, dat,
met minister Treub, ook mevr. Treub en
minister Pleyte in December reeds hebben
bedankt als leden -van den Vrijz.-Dem. Bond,
naar aanleiding van de wijze, waarop de
Vrijz.-Dem'. Kamerfractie de leeningsvoor-
steilen van minister Treub bestreed. In den
Bond zelf zijn nog verschillende leden van
invloed, die zeer ontevreden zijn over de
handelingen der Kamerfractie en verwacht
kan werden, dat na den oorlogstoestand
velen zullen uittreden, zegt het blad.
In de voormalige Raadszaal in Den
Haag, hield de Vereeniging van Nederland-
sclio gemeenten, haar algemeene vergade
ring, onder voorzitterschap van den heer
Edo Bergsma, lid der Eerste Kamer en
burgemeester van Enschedé.
Van de ingekomen stukken werd vermeld
een schrijven van jhr. mr. W. II. Sandberg;
burgemeester van Haarlem, meldende, dat
hij meent beter te doen de benoeming tot
bestuurslid niet aan to nemen, voornamelijk
uit overweging, dat het minder gewenscht
is, dat hij als lid van den Ra-ad van Toe
zicht op do Maatschappij van Gemeente-
crediet deel uitmaakt van het bestuur eener
vereeniging, waarvan een bank, die in de
zelfde richting werkt, het kind is. Voorts
van jhr. mr. D. R. de Marees van Swinderen,
dat hij is afgetreden als wethouder van
Groningen en zijn ontslag neemt als be*
stuurslid der Vereeniging.
Tot bestuursleden werden gekozen: in dei
plaaia van den heer Sandberg, mr. J. O,:
graaf van Randwijck, burgemeester, vanj
Amersfoort; in de plaats van den heer De.
Marees van Swinderen, de heer. W. Bos,
wethouder van Groningen; voorts werden de
periodiek aftredende bestuursleden, jhr,.
imr. N. O. de Grjselaar, rar. E. P. van
Lanschot en jhr. mr. dr. 0. A. van Beren
steyn herkozen.
De Voorzitter deelde mede, dat de be-;
doeling is, de Vereeniging ook open te stek
len voor kleinere gemeenten. De Vereeniging)
zal door deze wijziging z. i. in kracht win
nen. Uit een schrijven van de Vereeniging
van kleine gemeenten blijkt, dat deze tot
Samensmelting met de hier vergaderende!
vereeniging bereid is, indien zekere bezwa*
ren worden weggenomOtn
STOOMVAART-MIJ. NEDERL1ND.
„Boeroe", (uitrede) is 11 Mei Gibraltar!
gepasseerd; „Java" (uitrede) arr. 11 Mei
te Padang; „Bawea-n", (uitreis) vertrok 12
Med van Cardiff„Bi Hit on" (uitreis) arr„-
12 Mei te Pad ang„Nias" (uitreis) <arr. 12
Mei te Tjilatjap „Prinses Juliana" uit
reis) pass. 13 Mei Kaap Carvoeiro„Roe-<
pat" (thuisreis) vertrok 12 Med. van Colom
bo„Banda", van Santos n. Amsterdam
pass. 11 Mei Beveizder; „Grotius", (uitreis)
arr. 11 Mei te Sabang„Prins dor Nedter-
landen", (uitreis) vertrok 12 Mei van Suez.'
ROTTERDAMSCnE LLOYD.
„Bandoeng" van Norfolk n. Java, pass.
11 Mei Pantellaria„Medan", (thuisreis)
13 11 Mei bij Deal geankerd; „M-erauke"
arr. 11 Mei van Rotterdam te Banjoewann
gie „Sindoro" arr. 11 Mei van Rotterdam
to Batavia; „Samarinda" arr. 12 Mei van
Java te R-otterdam.
KON. WEST-IND. MAILDIENST.
„Vuloanus" (thuisreis) vertrok 2 Mei
van Port of Spain; „Oberon" (thuisreis)
pass. 11 Mei Lizard.
HOLLAN D-A M E RIIv A-LI J N
„Amsteldijk" van Rotterdam naar New-
Orleans, passeerde 10 Mei Prawlepoint
„Esperanoa" van New-Orleans naar Rot
terdam, passeerde 11 Mei Lizard; „Noor-
dam" arriveerde 11 Mei van Rotterdam te
New-York; „Poeldijk" van Rotterdam
naar Delaware, passeerde 11 Mei Prawle
point; „Richard" vertrok 11 Mei van New-
York naar Rotterdam„Westerdijk" van
Rotterdam naar Baltimore, passeerde 11
Mei Lizard; „Kinderdijk" van Boston, is
10 Mei Dover gepasseerd„Rijndam" van
Rotterdam naar New-York, passeerde 11
Mei -Scilly„Soestdijk" van Rotterdam
naar Philadelphia, passeerde 11 Mei Li
zard•„ZijlcMjk" van Rotterdam naar Sa
vannah, passeerde 11 Mei Lizard„Kei-
bergen" van New-York naar Rotterdam,
passeerde 12 Mei Lizard„Potsdam" ver
trok 11 Mei van New-York naar Rotter
dam „Kinderdijk" van Boston, is 10 Mei
bij Walmer geankerd.
KON. nOLL. TXOYD.
„Delfland" (uitreis) vertrok 11 Mei van
Santos; „Erisia" (thuisreis) vestrok 11 Mei
van Vigo„Zaanland" (uitreis) arriveerde
12 Mm te Pernambuco„Hollandia" ver
trok 12 Mei van Amsterdam naar Brazilië'
en Buenos-Ayres„Maasland" (thuisreis)'
vertrok 11 Med van Vigo.
73)
Axel en Dellwig surveilleerden beiden
en voerden bevel bjj de brandspuiten. „Ik
wou liever, dat rr.ijn boomen niet vernie
tigd werden," zei lirj tot Dellwig, met wion
hij in de spanning van het oogenblik weer
omging zooals vanouds, „ze zijn met geassu
reerd." Hij bad de stallen zien aforanden
rret een kalmte, die verscheidene vau de
omstanders trof. Dellwig en vele andere be
woners van die streek waren gewend veel
drukte te iraken bjj iedere gelegenheid,
groot en klein, en' zij konden niet ge
loven, dat het de aard van Axel was kalm
to blijven op zulk een oogenblik. „Het is
een groote last," zei Axel meer dan eens;
naar 'dat was ook geon gepaste gevoels-
uitiug bij zulk een gelegenheid!
„2e zijn goed geassureerd, geloof ik," zei
Dellwig.
„0 ja, ik zal er nette, goed ingerichte
gebouwen voor in de plaats kunnen krijgen."
„Zij waren nogal nogal vervallen," zei
Dellwig, bent aanziende.
„Zij waren erg vervallen," stemde Axel
toe.
Anna en do prinses hadden ëcn eindje van
do brandspuiten afges! :an, om to kijken
noar het blussch n, voordat Axel de dames
opmerkte. Manské, dio de eerste geweest
*as. era meo te doen a's schakel in den
odmg van sci ai n.av do spuit, boog
y .rii'.iJaclito haar van uit de verte toe;
J' dames keften hem aan'en wisten
le" tvio toch die door eu door vuile en
vriendelijke man wezen zou. „Het is de
dominee," zei de prinses en knikte glim
lachend, waarop de buigingen en glimlachjes
van Manske verdubbelden, en hij stortte do
helft van den inhoud van den emmer, dien
hjj doorgeven moest.
„Ja, dat is zoo," zei Anna.
„Pas op daar, nr. 3!" schreeuwde Dellwig,
hij deed net of hij niet wist wie nr. 3 was
en verheugde zich, dat hij de gelegenheid
had den predikant tot de orde te poepen.
Dellwig maakto zooveel leven met het uit-
deelen van bevelen en berispingen, dat een
vreemdeling hem zeker gehouden had voor,
den dol geworden eigenaar van het bran
dende huis.
„U ziet, dat de predikant er volstrekt
niet verslagen uitziet," zei de prinses. „Als
mijnheer Lobrn er veel bij verloor, zou
Manske tranen storten in zrjn emmer, in
plaats van ons zoo vriendelijk toe te
lachen."
„Ja, dat is zoo," zei Anna, een weinig
gerust gesteld door het vrooijjke, vuile
gezicht.
Haar oogen dwaalden naar Axel, dfo koel
en oplettend de noodige orders bedaard en
rustig stond te geven en geen enkel kost
baar o'ógenblilc verloren het gaan met te
trachten to redden wat toch met te redden
was en zonder eenig geraas of overtollig
woord gedaan kreeg, wat hij wenschte.
„Het kan niet gelukkig zrjn, zulk een
brand," zei ze bij zichzelf. „Wat ze er ook
va r zeggen, het kan niet gelukkig zjjn."
Op dat oogenblik werd een kolossale pijn
boom nr.ar b lieden getrokken in een andere
richting dan de rest der pjjnboomen, tegen
cm h uil: aan, waarvan hij do takken in zijn
vei ihrak en den beuk voor altijd bedierf;
maar enkelen va.n zijn eigen takjes, die waren
begonnen te branden, bluseliten tusschen de
frissche jonge bladeren. Anna keek stil
zwijgend de verwoesting aan, die werd aan
gericht onder de boomen van den armen
Axel. „Hij kan niet anders dan het ellen
dig vinden," dacht zij bij zichzelf. Op dat
oogenblik keerde hij zich om, alsof hij be
merkte, dat zij over hem dacht, en keek
haar strak aan. „U daar," riep hij en hjj
stak dadelijk den weg over naar haar toé.
„Ja, wjj zijn bier," antwoordde de prin
ses. „Wij kunnen onzen buurman niet laten
verbranden zonder te komen kjjken of wjjj
soms helpen kunnen. Maar, in ernst, ik hoor,
dat het eigenlijk een gelukje voor u is."
„Toch prefereer ik het miuder goede zoo
als het vroeger was. Maar het is nu een
maal zoo. Ik zal er niet nutteloos over
treuren." i
Hjj liep weg, oml iets te verhinderen, dat
verkeerd gedaan werd, maar kwam onmid
dellijk terug en zei, dat de dames in huis
meesten gaan 'em daar niet in de hitte
blijven staan. „U ziet er zoo moe en
zoo bezorgd uit," zei hij met een onder
zoekenden blik op Anna's gezicht. Waarom)
maakt ge u ongerust? Heeft de brand u
verschrikt? 'Alles is geassureerd, verzeker Ik
u en ik heb alleen maar den last in dezen
tijd een anderen stal te' moeten laten bou
wen."
Hjj Kon niet langer bleven en liep haastig
terug naar de mannen.
„Wjj kunnen wel eens naar binnen gaan,"
zei de prinses en toezien op wat er in
huis gebeurt. Het huis staat open en er is
stolen wordt en niet alleen door hot vuur
niemand; het is niet noodig, dat hjj be-
verliezea ljjdt Zjjn huishoudster zal wel,
evenals alle huishoudsters bij ongetrouwde
heeren, geen gelegenheid voorbij laten gaan
haer nestje op te boawen ten koste ran
haar meester."
Dit vond Anna een practiscbe wijze om
Axel van dienst te zjjn, daar men niet van
haar verlangde, dat zij water in het vuur
wierp. Zjj keerde zich om en wilde Letty
roepen, maar er was geen Letty te bespeu
ren. „Waar is "Letty?" zei Anna en zjj keek
overal rond.
„Ik dacht, dat zij achter ons stond."
„Ik ook," antwoordde Anna angstig.
Zjj gingen eenige passen terug en keken
rond onder de omstanders. Eindelijk zagen
gj haar, een heel eind in de verte, met
liaar zakdoek nog om haar hoofd gebonden
en het lange, dikke haar om baar schouders
golvende; zij was verdiept in de aanschou
wing van den geweldigen vuurgloed. Eens
klaps ging een hevig gegil op onder het
volk, dat op den weg stond; zij vlogen
allen achteruit het aardappelveld in. Anna
en de prinses stonden aan den grond vast-
genageld en grepen elkanders hand. Letty
keek rond, toen zrj den gil hoorde, en zette
het ook op een loopen. De brandende bui
tenmuur van hot erf waggelde en stortte
naar buiten om met een allorvreeseljjkst ge
kraak gn geknetter. De gehcele weg was
één r'ookende puinhoop, die door den wind
een regen van vonken verspreidde over de
vluchtende toesofiouwers.
De prinses had echter sedert zij een kind
was, niet zoo bard geloopen als nu met
Auna, naar do plek, waar zij Letty voor het
laatst gezien had. E-n menigte volk b ad
zich daar verzameld; zjj zagen een opge
wonden, gesticuleeren.de menscheumaï a.
.Maar zjj vonden haar t rug, schjj.ibaar on-
gedeerd. Ze zat op den grond, omringd
van belangstellenden, en met iemands jas;
over haar hoofd. Zjj keek op en zag heel'
bleek on glimlachte tot haar tante, bijwijze
van verontschuldiging. „Het is alles weg,"
zei ze op haar hoofd wjjzende.
„Wat ïs weg?" vroeg Anna, terwjjl zjj
op haar knieën naast haar neerviel.
„Ach, die Haare die herrlichen Haare",
jammerde een vrouw uit de menigte. De
lucht van verbrand haar verkondigde wat
er gebeurd was.
.Anna sloot baar in haar armen. „Jo zou
best gedood kunnen zijn," kermde zjj, haar,
heen en weer wiegende. „0, Letty, wie
beeft je gered?"
„Iemand heeft dit beestachlige ding over;
mijn hoofd gegooid het ruikt naar haring.
Er kwamen vonken in mijn haar en het'
brandde heelemaal op. Kan ik dat ding niet
afdoen.'Het is nu uit en het is er af
ook."
De prinses tastte over haar hoofd door dë
jas heen, en tastte en drukte liet zorgvuldig,
toen nam zij er de jas af en gaf haar met
uitbundige dankbetuigingen aan den bedecs-
den eigenaar terug. Een gemompel van sym
pathie ging op onder de vrouwen, toen Letty,
er uit te voorschijn kwam, beroofd van de
golvende krullen, die haar eenige g'oriö
waren.
„Oh well, die herrlichen Hare!" zeides
do vrouwen zuchtend tot elkaar. „Oh wely
oh weh. Maar de zakdoek, die stijf om Iianrj
hoofd gebonden was, had haar voor rog
erger behoed; zij was tot nu toe een leelijjq
meisje geweest -— 't eenige, waterwas ge-
iSlAiedj, was, dat zij nu een leelijk jongetjé
leek,
(Wordt vervolgd).