Dinsdag 11 31 ei.
Tweede JBlad. /g> |915.
Officieele Kennisgevingen.
Het torpedeeren van de
„Lusitania".
Tweede Kamer.
fto. 16333
"ESEïé^S©
DIRECTE BELASTINGEN.
De Burgemeester van Leiden brengt ter
algemeene kennis, dat aan den Ontvanger
der Directe Belastingen is ter band ge
steld bet kohier der Personeele belasting
^o. 9 van den dieüst 1915, executoir ver
klaard den 7en Mei j.l. en herinnert
voorts den belanghebbenden aan bun ver
plichting -om den aanslag op den bij de
VTet bepaalden voet te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAB.
Leiden, den 10en Mei..
HINDERWET.
Burgemeester en "Wethouders van Lei
den
Gezien art. 8, le alinea, der Hinderwet;
Brengen bij dezen ter algemeene kennis,
dat door hen op beden vergunning is ver
leend aan G. C. VAN DAM, en rechtver
krijgenden tot het uitbreiden van de koek
en banketbakkerij in het perceel Steen
stra-at no. 47, Sectie B no. 2748.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR.
Burgemeester.
VAN STRIJEN,
Secretaris.
Leiden, den ÏO1^ Mei 1915.
Het is nu zeker, dat bijna 1-500 men-
scben van de „Lusitania" zgn omgekomen.
Alle berichten stemmen daarin overeen, dat
do passagiers na den eersten schrik -bewon
derenswaardig koelbloedig zijn gebleven.
De „Lusitania" had eenigen tijd voor de
torpedeering zigzag gevaren, wat aanleiding
beeft gegeven tot het gerucht, dat een
vijandelijke duikboot gezien was. Do offi
cieren van liet schip ontkennen dit met
nadruk.
Zrj zeggen ook, dat het strijken van do
sloepen bemoeilijkt werd, doordat het schip
bleef doorvaren. De torpedo had den voor-
naamsten stoompijp stuk geslagen en zoo
kon het schip niet stoppen.
Het onderzoek naar de ramp van de
Lusitania" heeft belangwekkende bijzonder
heden aan het licht gebracht.
Zoo h^ft kapitein Turner meegedeeld,
dat, toen de gevaarlijke zone wa3 bereikt,
allebooten buiten boord waren gezwaaid en
alle waterdichte schotten gesloten. Do snel
heid van het schip was wegens mist tot
15 knoop verminderd, maar daarna op IS
knoop gebracht. De kapitein heeft wel
draadlcoze berichten ontvangen, doch er
geen afgezonden.
Plotseling riep de tweede officier: Daar
is een torpedo! Hg de kapitein liep
naar de verschansing en zag het spoor
van de torpedo, die het schip trof. Dadelijk
gaf .hij order, de booten te strijken en be
val, dat de vrouwen cn kinderen er het
eerst in moesten gaan. Men trachtte het
schip, dat greote vaart had, tot stilstand
to brengen, dcch dat mislukte. Het was
gevaarlijk do booten te strijken voor het
schip minder vaart maakte, maar het was
zijn vaart nog niet kwijt toen het zonk.
Het is precies 18 minuten drijvende ge
bleven. Wij hadden dubbele uitkijk; er is
geen paniek geweest.
Turner zeide, dat hij enkel zijn orders had
uitgevoerd en dat weer zou doen.
De lijkschouwer heeft de kapitein hulde
gebracht voor zijn gedrag.
Na het onderzoek door den „Corouer"
ingesteld naar de slachtoffers van de „Lusi-
tania'"' werd door dezen de volgende verkla
ring afgelegd: Deze ontzettende misdaad is
in strijd met de internationale wetten en
de conventies van alle beschaafde volken;
Wij beschuldigen derhalve de officieren
van den onderzeeër, den Duitsehen keizer en
do Duitsche regeering, op wier last zij han
delen, van opzettelijken moord.
De „Lokal-Anzeiger" bevat de volgende
(Oncontroleerbare lijst van munitie en andere
goederen voor leger en vloot, die den laafc-
sten tijd door schepen van de Cunard-lrjn
van de Vereenigde Staten naar. Engeland
zouden zijn gezonden:
De „Lusitania" begin Februari uit New-
York, duikbootonderdeelen;
26 Februari: 7440 kisten munitie, 225
kisten uitrustingstukken voor het leger 7000
schietwapens;
4 April: kanonnen en een groote menigte
geweren.
Het stoomschip „Ordemne", 19 Maart uit
New-York, munitie en andere militaire goe
deren, ter waarde van 171,822 pond ster
ling; vccrts vliegtuigen, automobielen, veld
geschut en tweo kanonnen van 38,1 c.M.
De
socialistische „Welt. am Montag" zegt)
Aat de „Lusitania" als trantsportschip
v.oor munitie en oorlogstuig in de offi-
rioelc lijsten der Engelsoho marine te boek
Sj-ond. Onder de omstandigheden zullen do
\ercenigdo Staten zich stellig afvragen of
21J zich kunnen beklagen over den dood
T";n Amcrikaansche burgers. Als de Duit-
'C regocring vzeet, dat men in Amerika
™unitic tegen on verscheept, dan is bet
|r,r plioht alles in het sverk te stellen
om te verhinderen dat die munitie haar
bestemming bereikt.
Maar nu wordt juist tegengesproken, diat
cr oorlogstuig aan boord was.
Do Oostenrijksche pers is vol bewonde
ring voor het torpedeeren van do „Lusita-
nia", en cie prompte uitvoering van een
voorafgaande aankondiging. Veel beteoke-
nis wordt er in genoemde bladen ook ge
hecht aan de grootte en snelheid van. de
„Lusita-niu".
Maar behalve bij de centrale mogendhe
den en de Zweedscho pers, die Duitsch-
lancte optreden tracht to vergoelijken is cr
nergens bewondering voor deze daad op te
merken. Integendeel is men overal over
verontwaardigd. Uit Parijs wordt gemeld
dat do moord door Duitsehland op cfo pas
sagiers van de „Lusitania", deed in de ge-
hecle beschaafde wereld cén kreet van ver
ontwaardiging en afschuw opgaan. Do
Duitschers laden een Dieuwe schande op
zich, door hun vreugde over de lijken van
dertienhonderd burgers en meer dan vijf
honderd kinderen.
Aan de „Associated Press" wÓTdt uit
Washington gemeld, dat de Vereenigde
Staten den gezant te Berlijn opdracht heb
ben gegeven, van Duitsehland een offi
cieele verklaring over de „Lusitanda"-
kwestie te verlangen. Deze verklaring zal
dienen als basis voor cventucelo stappen.
Ofschoon president Wilson tot kalmto
maant, acht mca in officieele kringen den
toestand zeer ernstig.
Bernstorff braoht een bezoek aan Bryan
en drukte er zijn diep leedwezen over uit,
dat do krijgsbedrijven geleid hadden tot
het verloren gaan van zooveel levens van
Amerikanen. Do gezant maakte echter
geen speciale melding van do ramp van
do .Lusitania". Een weinig verkwikkelijke
come die.
De correspondent van de „Morning
Post" tö Washington seint, dat terwijl de
openbare meening in dc Vereenigde Staten
zeer opgewonden is, president Wilson zich
kalm blijft houden en den raad geeft zich
in te toornen. Uit anonieme brieven en in-
teviews in de pers blijkt duidelijk wat de
stand is. Feitelijk wordt aan het publiek te
kennen gegeven, dat de dood van 150 of
meer Amerikanen geen casus belli is cn dat
ook bij aldien het een reden tot oorlog
geacht mocht worden, do Vereenigde Sta
ten niet bij machte zijn een oorlog met het
Duitsche rijk te voeren. Onder die omstan
digheden kaai de Unie niets anders doen
dan voortgaan met vertoogen tot Duitseh
land to richten cn schadevergoeding te vra
gen.
Tenzij dc openbare meening onweerstaan
baar blijkt, vervolgt do correspondent, is
de president besloten, om van het in den
grond boren van do „Lusitania" geen casus
belli met Duitscheland te maken. Hij ver
wacht,' dat dc opwinding binnen enkele da
gen voorbij zal zijn. Gerard en. Page heb
ben intussehen last gekregen om zich van
hot gebeurde op dc hoogte to stellen. Men
zegt, dat do president zich zeer bewust is
van liet gevaar, dat do Duitschers in Ame
rika in geval van oorlog zouden opleveren.
Het publiek is ontevreden over dezo
voorzichtigheid. Wat bedoelde hij dan met
zijn nota van 11 Februari, zoo vraagt men.
Hcilerlanders op dc .Lusitania".
Behalve dc> drie Hollandsohe tweedeklas-
passagiers bevond zich aan boord van do
„Lusitania" nog een Nederlander, die
deel uitmaakte van het maeliine-kamerper-
soneel van den getorpedeerden reuzen-
stoonier.
Deze zelfde Hollander diende indertijd
aan boord van de Indian Prince", welk
schip eveneens door de Duitschers werd ge
torpedeerd.
Het Lagerhuis en de Kamp,
In het Engelscho Lagerhuis is het ge
beurde ook reeds ter sprake gekomen, spe
ciaal ten opzichte der neutralen.
In antwoord op een vraag, of do re-
gtering eenige stappen gedaan had, om de
grove en herhaalde inbreuk van Duitseh
land op do Haagsche Conventie, ter kennis
van de onderteekenaars dier conventie te
brengen, zeide Asquith, dat de oorlog door
Duitsehland met een flagrante inbreuk op
het verdrag begonnen en voortgezet was
met een toenemende minachting voor de
verdragen en de vroeger aangenomen be
palingen in zake de wijze van oorlogvoeren.
De feiten zjjn algemeen bekend en er is
geen reden, om zioii in deze tot de neutrale
regeeringen te wenden, tenzjj laatstgenoemde
bereid zijn tot oen actie over te .gaan.
(Toejuichingen). Wjj vertrouwen, 'dat de neu
trale naties meer en meer gaan inzien, dat
da afloop van den oorlog invloed zal uit
oefenen op de gekeele beschaafde wereld
en de toekomst der humaniteit.
Churchill zeide ook nog, dat het voor
barig zou zijn, de zaak te bespreken, voor
dat het officieele onderzoek afgeloopen was.
In overeenstemming met de berichten,
weiko de admiraliteit in haar bezit had
betreffende de bewegingen der onderzeeërs,
werd er een waarschuwing gezonden aan
do „Lusitania" en aanwijzigingen gegeven
voor haar koers.
In antwoord op de verdere vragen, waarom'
de „Lusitania" niet geëscorteerd was, zeide
Churchill: „Inderdaad trachten wij sonitjjds
ccr.vooi te verleunen aan schepen met troe
pen en munitie of met ladingen aan boord,
welke de regeering dringend n,oodig heeft,
n aar ons principe is, dat ieder koopvaardij
schip voor zichzelf moet zorgen en zich
schikken naar de algemeene maatregelen,
door do admiraliteit genomen, en er is
mets. dat Dewijbt, dat dit principe geen
succes heeft. De diep ontroerende uitzon
dering van de „Lusitania" moet onze aan
dacht niet afleiden van het feit, dat de ge
heels Britsche zeehandel zonder aanmerke
lijke verliezen voortgezet wordt."
Do NcderlandscJic Pers.
Het „Nieuws van den Dag" geeft een be
schouwing onder het motto: „Farther, my
God, from1 Thee!" en schrijft:
„Vijftienhonderd pmnschen op eens naar
den afgrond van den Oceaan. Een wonder
werk van vreedzaam menscheiijk vernuft,
dat mlilioenen schats gekost heeft, met
kostbare lading en nog kostbaarder levens
van duizenden menschen, rustige burgers
allen, ongewapend, weerloos, van velerlei
landaard. -In den grond geboord, deze „Lu
sitania", in het gezicht van de haven, zon
der de in dit geval voldoende reddingsmid
delen, binnen 't halve uur, en dat zonder
waarschuwing, opzettelijk.
Vijftienhonderd pienscheii evenveel als
er, drie jaren geleden, met de „Titanic"
ondergingen. Hetgeen nu maar 'n incident
is in dezen oorlog, hoe schrikkelijk ook,
maar wat 't menschenverlies betreft toch
niet erger dan een der dageljjksche gevech
ten aan 't front dat was toen een ka-
tastrofe waar de wereld van daverde. Een
kreet .van ontzetting steeg op, en het
„Nearer, my God, to Thee," dat aan dek
van het rampspoedige schip gezongen en
gespeeld zouzjjn, bracht iedereen onder
den diep-weemoedigen indruk van vromen
ernst. Er was in die eerste dagen weinig
belangstelling voor de vraag of er fouten
gemaakt waren, een misdadig verzuim zelfs
wellicht. De ontzettende ramp, tezaam ge
leden, had do slachtoffers van de onwrik
bare natuurkrachten, in een uiterste ver
heffing des geestes, nader gebracht tot God.
Zij gingen ten onder, met een gebed pp
de lippen.
Nu met een vervloeking."
Kan iemand zich verplaatsen, vraagt de
schrijver, in den geestestoestand van den
commandant der Duitsche duikboot, op het
oogenbiik dat hij het „Los!" uitspraak, waar
mee de reusachtige passagiersboot getor-
pilleerd werd?
„Zal .deze officier hij is bovendien
toch mensch een sigaret opgestoken
hebben, zich kalm1 van dé uitwerking van
het schot vergewissend, zooals luitenant
Stein aan het slot van „de Pastoor van
Neuvillette," toen de losbranding weerklonk,
■waarmee de grijze curé werd gefusilleerd?
Of zou bij, als de kapitein uit dat stuk,
geaarzeld hebben of hij zich niet liever .een
léogel door het hoofd moest jagen dan aan
zulk' een opdracht te voldoen?
Hoe dat z\j, schrikkelijk zullen de toorn
en d'p wrok zijn tegen de bedrijvers van
deze daad, vervloekt zullen zrj worden
ook buiten de landen van hun vijanden.
En toch, althans de neutralen behoorden
ten'aanzien van zulke voorvallen hun even
wicht te bewaren en hun verstand te ge
bruiken. Om te spreken met den eer-
biedwaardigen pastoor in het genoemde too-
neelstuk, ,(zco belangrijk in dezen, tjjd en
zoo voortreffelijk gespeeld!): „een mensch
moet verstandiger zjjn dan een hond, die
in den steen bijt, waarmee hij geworpen
wordt." Deze officieren zgn ook wel men
schen, maar allereerst werktuigen. Wij vra
gen ons met angst af, tot welke daden van
weerwraak dit ontzettende feit zal kunnen
leiden, nu de hartstochten on hoe begrjj-
pc-lijk is dat tot razernij zijn opgezweept.
Dit laatste maakt intussehen het gruwe-
lgko wanbegrip niet redelijk, noch billijk. De
commandant van de duikboot die de „Lusi
tania" torpedeerde, dacht daarbij misschien
aan zijn gevallen kameraden, en hij zal wel
doordrongen zrjn van de opvatting dat het
Engeland's toeleg is, de Duitsche vrouwen
en kinderen uit te hongeren
En zie nu eens, hoe het kwaad dat (n'en
déplaise prof. Steinmetz) de oorlog is, steeds
erger en heviger kwaad teweeg brengt. De
methoden van het oorlogvoeren worden hoe
langer hoe ruwer, en volstrekt „rücksicht-
los." ,Wjj denken er niet aan, te vergoelij
ken wat de Duitsche methode laatstelijk voor
nieuws tgebracht heeft, ter deze, maar het
is onze vaste overtuiging, dat deze verer
gering, van militaristisch standpunt, onver
mijdelijk was geworden, nu sedert Napoleon
de somtijds bijna speelsgewijs gevoerde oor
logen van vroeger eeuwen, In verband met
de verscherpte mededinging en de volmaak
te techniek van onzen rijd, geworden zijn
tot onderlinge massamoorden. Zoo de een'
den ander niet verdelgt, door welke midde
len ,ook', h§ gaat zelf ten onder, Duitecli-
land, de militair sterkst ontwikkelde staat,
trekt jslechts de uiterste Consequentie den
wetten van den modernen oorlog."
.Voert dit niet vanzelf tot de slotsom, dat
de oorlog niet meer thuis béhoort in pnzea
tijd? vraagt het blad.
„Want waarlijk, een ramp ais van de
„Titanic" moge de zielen in ootmoed naden
brengen tot God, het gebeurde met de „Lu
sitania" wijst er op, dat het besohaafdfl
mensohdom op weg is naar een hel, gruwe
lijker en dichterbij dan de naïve verbeelding|
van den middeleeuwsohen dichter zich kon;
voorstellen." i t I i I
De „Zutphenscfie Courant" schrijft:
„Er is eenvoudig geen naam voor luik
een schandelijk slechï en wreed bedrijf,
voor een oorlog voeren tegen burgers, die
niet de wapenen dragen. En men moet
een driehonderd jaren minstens m de
historie teruggaan omi ook maar iels te
vinden, dat op gelijke wreedheid wijst:
de 80-jarige oorlog heeft de bewijzen ge
leverd van de buitensporigheden, waartoe
der Spanjaarden ontembare haat tegen
de weerbarstige Hollandsche burgers
voerde. Met dit verschil, dat het Duitseh
land van heden prat gaat op een „Kul-
tur", welke de Spaansche beschaving van
de 16de eeuw mijlen ver vooruit heet te
wezen.
Wat ons het meest verbaast in deze
droeve historie, is het gebrek aan diplo
matiek inzicht, waarvan deze slechtheid
het gevolg is. Want mogen Duitsche ma
rine-autoriteiten in hun blinden waan
ook ir.eenen, door zulke vreesaanjaging
den vijand te temmen, de Duitsche diplo
maten moesten wijzer wezen; ztoch
dienden genoeg kennis te bezitten van het
volksgeweten, dat allerwege in verzet
komt tegen zulk een barbaarsch optreden,
en daardoor in alle landen, buiten Duitseh
land en zrjn bondgenooten, een gevoel van
minachting, afkeer en haat verwekt, togen
al wat Duitsch heet en spreekt."
'En zoo zjjn er nog meer citaten aan to
halen.
Hoe ht. torpedeeren van de ^Lusitania"
do gemoederen verhit heeft, blijkt uit bet
volgende ingezonden stokje, getiteld
„Duitsch'' van de hand van iemand, die zich
W. S. teekent, in de „Tel."
W. S. oordeelt:
„Denderm.onde, Dinant en Leuven, om er
slechts eenige te noemen, plat gebrand en
plat geschoten door Duitschers.
Duizenden vrouwen geweld
dcc Duitschers!
Honderden onschuldige burgers in België
geslacht door Duitschers!
Last not least! Een wèldoordachte en he
laas wèl gelukte sluipmoord, gepleegd op
pl.m. 1500 weerlooze kinderen, vrouwen
en mannen!! door Duitschers!
Hoe. dit alles te noemen?
Ellendig Dat is véél te zwak".
Laag? Dat zegt zoo weinig.
Duivelachtig? Dat komt een béétje bjj.
Maar 't beste .woord, 't woord dat in
zulke gevallen Mies moet zeggen, 't woord,
dat niemand in de toekomst meer zal doen
twjjfelen omtrent de gevoelens van min
achting en walging, die ons bekruipen, dht
woord zal moeten zijn: „Duitsch!"
it Is „Duitsch", dat moet in de toekomst
't 'allerergste zjjn, wat van een daad gezegd
kan worden."
Zitting van gisteren.
Buitengewoon Oorlogscrediet.
De heer "VAN LEEUAVEN is dankbaar
voer de verbeteringen, in de intemeerings-
k amp en aangebracht. Evenwel ontbreekt
nog wel iets aan de uitvoering van de fun
damenteel goede regelen, o.a. door karig
heid bij het beschikbaar-stellen van geld
middelen voor do kampen.
Hierop bespreekt de nËgocvaardigde de
mislukking: der pogingen tot ontwikkeling
en ontspanning der militairen, wence ont
wikkeling en ontspanning in zoo ho.oge mate
noodig zijn om de individueel© belangen der
gemobiliseerden en in het belang van den
goeden geest in het leger. De mislukking
schrijft spr. vooral hieraan toe, dat do
ontwikkelingscursussen beschouwd worden
als een particuliere liefhebberij, geheel bui
ten den dienst staande. Voorts is het moei
lijk geschikte lieden te vinden. Er moeten
dus ook algemeeo maatregelen te dezer
zake worden getroffen.
En dit te meer, daar hier en daar de cur
sussen worden tegengewerkt door de mili
taire autoriteiten; bijv. te Utrecht, waar
zijn ijveren voor de zaak zelfs het ontslag
van den luitenant-kolonel Mansfeld ten ge
volge had. De cursussen moeten in den
dienstrooster worden opgenomen.
Komende tot de mobilisatieclubs der so
ciaal-democraten, vraagt spr. welk kwaad
die clubs nu eigenlijk doen, en protesteert
hij tegen de geheime circulaire van den op
perbevelhebber van 19 Maart, ter waar
schuwing tegen die clubs en waarin aller
lei onzin voorkomt over socialisme en an-
ti-milita-risme en ten gevolge waarvan al
lerlei zonderlinge gevallen zijn voorgeko
men.
Mot name keurt spr. het overplaatsen
van bestuursleden van mobilisatieclubs
af.
Wat het verbieden van vergaderingen
betreft, wijst spr. er op, dat het niet alleen
leen de vraag is of zulks wettelijk is toe
gelaten, doch ook of het verstandig is de
wet toe te passen. En nu i3 er geen enke
le aanwijzing, dat voorkomende anti mili
taristische uitingen aan de S.-D. A.-P.
zijn toe te sohrijven. Zoodat het gevanr-
lijk is, met het oog op do uitingen, de
vereenigingen en vergaderingen der S.-D.
A.-P. te bemoeilijken. Men komt Jaarbij
bovendien tot allerlei dwaasheden, die
wantrouwen en verbittering wekken
Een uiting van die verbittering waren
de Utreohtscbe relletjes, welke bet gevolg
waren van buitengewoon slechte voeding,
terwijl deze weer veroorzaakt werd door
het zeer verkeerde systeem om aan de
koks te komen. Bovendien bestond er een
zeer onrechtvaardige tuobtmethode, wel
ke vooral werd toegepast door een op
■overtredingen jachtmakenden luitenant
en was de verlofregeling slecht. Klachten
en grieven werden niet voldoendo onder"
zocht en toen was een kleine aanleiding
voldoende om een uitbarsting te veroor
zaken. De militaire autoriteiten kijken te
uitsluitend naar het militaire belang en
houden geen rekening met andere belan
gen, die in de mannen leven., Spr. hoopt,
de medewerking der Regeering te verkrij
gen, om daarin verandering te brengen.
De heer DUYMAER VAN TWIST;
klaagt, dat de voorziening in de gods
dienstige en geestelijke behoeften der ge-
mobiliseerden niet voldoende is; daar het
aantal veldpredikers te gering is; dat er;
geen steun van regeeringswege wordt ver
leend, aan Christelijke en Katholieke Mi
litaire Tehuizen, zooals aan neutrale Te
huizen; dat geen rekening wordt gehou
den met de gemoedsbezwaren van hen,-
die niet op Zondag willen reizen, en op,
Zondag geen onnoodig arbeid wens oh cn'
te verichten; dat sommige militaire auto
riteiten hun manschappen op ongemanier
de en ruwe manier behandelen; dat nog
dikwijls de vergoedingen in te geringe
mate en willekeurig worden toegekend;
dat hier en daar nog op willekeurige en
met de voorschriften strijdige wijze ver
lof wordt verleend.
Voorts vraagt spr. hoe het nu staat met'
de landbouwverloven voor den hooibouw,
en wijst hij op de noodzakelijkheid van
verloven voor den boekweitbouw.
Spr. juicht het voornemen, om do oud
ste Landweerlichting naar huis te zenden,;
uit militair en economisch oogpunt t-oe.
Hij vraagt of het blijven van een deel dier,
lichting, dat van de aangeboden gelegen
heid geen gebruik zal maken, zal worden
aangewend om aan sommige categorieën
van andere dienstplichtigen wat meer ex
tra-verlof te verleenen. Van do bepaling
ling, dat het kader dezer lichting niet
naar huis zal kunnen gaan vreest spr..
het gevolg, dat velen zullen worden afge
schrikt om aan de opleiding voor het ka
der deel te nemen. En hoe is, vraagt spr.
met deze bepaling te rijmen, dat bij som
mige regimenten de werving voor het ka
der is gestaakt?
Ten slotte klaagt spr. over verwarring
in zake de uitbetaling van het menage-
geld en over het niet spoedig genoeg af
keuren van niet-valide militairen.
De anti-revolutionairen zulka gaarne
voor het ontwerp stommen. Laat do Mi
nister evenwel alles doen, om rekening te
houden met de godsdienstige belangen der,
militairen.
De heer HUGENHOLTZ bespreekt heti
geval der Woerdensche mobilisatieclub.
Op een feestavond dier club werd na
een inleiding van een der bestuursleden
over het onderwerp: ,,Do oorlog is een
belangenoorlogde arbeiders hebben dus
geen belang bij den oorlog door een
Utrechtsohen declamator voorgedragen
,,Het Pantser", romantisch soldatenspel
van Heyermans, met het ge-volg, dat twee.
bestuursleden discip'inair werden ge
straft, dc inleider voor den krijgsraad
werd gedaagd en de club wer-1 ontbonden.:
Spr. geeft toe, dat het voordragen van
dit stuk in die omgeving onvoorzichtig
was, doch hij weerspreekt, dat het op
ruiend zou zijn. Bovendien kende het be
stuur het stuk niet, dat elders reeds meer
malen voor militairen was opgevoerd. De
bestuursleden hebben verder onmiddellijk
hun spijt betuigd, zoodat van opzet geen
sprake is geweest, betoogt spr.
Verder komt spr. op tegen het verbie
den, van ,,Hefc Volk" bij de manschappen
door majoor Hollewijn en het optreden
van dezen officier tegen do propagandist'
van het socialistische orgaan, den heer
Meijer.
De hoofdschuldige in deze zaak is, vol
gens spr., de Minister, wiens houding
minder gunstig gezinden autoriteiten aan
leiding en ge'©geilheid geeft om te sto
ken bij betergezinden.
Het schijnt, dat men er op uit is van
de gelegenheid gebruik te maken om de
manschappen op Pruisische manier te
drillen.
De heer JUTE acht het bedrag van
20 cents als vergoeding voor huisvesting
van militairen beneden den rang van of
ficier te laag en klaagt over heb requi-
reeren van paarden en do daarbij gedane
taxaties er over heb optreden van het mi
litair gezag tegenover de burgerlijke auto
riteiten.
De beraadslagingen worden verdaagd
tot Dinsdagochtend half twaalf.;
Bij den aanvang der vergadering deelde
de Voorzitter o.a. nog mede, dat na Pink
steren wederom Afdeelingsonderzoek zal
plaats hebben.
Dg heer SCHAPER wenschte, dat dan
ook zijn wetsontwerp tot wijziging der
Arbeidswet zal worden onderzocht.
- Do VOORZITTER antwoord le, dat dien
aangaande nog moet worden beslist.