Dinsdag 11 31 ei. Tweede JBlad. /g> |915. Officieele Kennisgevingen. Het torpedeeren van de „Lusitania". Tweede Kamer. fto. 16333 "ESEïé^S© DIRECTE BELASTINGEN. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen is ter band ge steld bet kohier der Personeele belasting ^o. 9 van den dieüst 1915, executoir ver klaard den 7en Mei j.l. en herinnert voorts den belanghebbenden aan bun ver plichting -om den aanslag op den bij de VTet bepaalden voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAB. Leiden, den 10en Mei.. HINDERWET. Burgemeester en "Wethouders van Lei den Gezien art. 8, le alinea, der Hinderwet; Brengen bij dezen ter algemeene kennis, dat door hen op beden vergunning is ver leend aan G. C. VAN DAM, en rechtver krijgenden tot het uitbreiden van de koek en banketbakkerij in het perceel Steen stra-at no. 47, Sectie B no. 2748. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR. Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, den ÏO1^ Mei 1915. Het is nu zeker, dat bijna 1-500 men- scben van de „Lusitania" zgn omgekomen. Alle berichten stemmen daarin overeen, dat do passagiers na den eersten schrik -bewon derenswaardig koelbloedig zijn gebleven. De „Lusitania" had eenigen tijd voor de torpedeering zigzag gevaren, wat aanleiding beeft gegeven tot het gerucht, dat een vijandelijke duikboot gezien was. Do offi cieren van liet schip ontkennen dit met nadruk. Zrj zeggen ook, dat het strijken van do sloepen bemoeilijkt werd, doordat het schip bleef doorvaren. De torpedo had den voor- naamsten stoompijp stuk geslagen en zoo kon het schip niet stoppen. Het onderzoek naar de ramp van de Lusitania" heeft belangwekkende bijzonder heden aan het licht gebracht. Zoo h^ft kapitein Turner meegedeeld, dat, toen de gevaarlijke zone wa3 bereikt, allebooten buiten boord waren gezwaaid en alle waterdichte schotten gesloten. Do snel heid van het schip was wegens mist tot 15 knoop verminderd, maar daarna op IS knoop gebracht. De kapitein heeft wel draadlcoze berichten ontvangen, doch er geen afgezonden. Plotseling riep de tweede officier: Daar is een torpedo! Hg de kapitein liep naar de verschansing en zag het spoor van de torpedo, die het schip trof. Dadelijk gaf .hij order, de booten te strijken en be val, dat de vrouwen cn kinderen er het eerst in moesten gaan. Men trachtte het schip, dat greote vaart had, tot stilstand to brengen, dcch dat mislukte. Het was gevaarlijk do booten te strijken voor het schip minder vaart maakte, maar het was zijn vaart nog niet kwijt toen het zonk. Het is precies 18 minuten drijvende ge bleven. Wij hadden dubbele uitkijk; er is geen paniek geweest. Turner zeide, dat hij enkel zijn orders had uitgevoerd en dat weer zou doen. De lijkschouwer heeft de kapitein hulde gebracht voor zijn gedrag. Na het onderzoek door den „Corouer" ingesteld naar de slachtoffers van de „Lusi- tania'"' werd door dezen de volgende verkla ring afgelegd: Deze ontzettende misdaad is in strijd met de internationale wetten en de conventies van alle beschaafde volken; Wij beschuldigen derhalve de officieren van den onderzeeër, den Duitsehen keizer en do Duitsche regeering, op wier last zij han delen, van opzettelijken moord. De „Lokal-Anzeiger" bevat de volgende (Oncontroleerbare lijst van munitie en andere goederen voor leger en vloot, die den laafc- sten tijd door schepen van de Cunard-lrjn van de Vereenigde Staten naar. Engeland zouden zijn gezonden: De „Lusitania" begin Februari uit New- York, duikbootonderdeelen; 26 Februari: 7440 kisten munitie, 225 kisten uitrustingstukken voor het leger 7000 schietwapens; 4 April: kanonnen en een groote menigte geweren. Het stoomschip „Ordemne", 19 Maart uit New-York, munitie en andere militaire goe deren, ter waarde van 171,822 pond ster ling; vccrts vliegtuigen, automobielen, veld geschut en tweo kanonnen van 38,1 c.M. De socialistische „Welt. am Montag" zegt) Aat de „Lusitania" als trantsportschip v.oor munitie en oorlogstuig in de offi- rioelc lijsten der Engelsoho marine te boek Sj-ond. Onder de omstandigheden zullen do \ercenigdo Staten zich stellig afvragen of 21J zich kunnen beklagen over den dood T";n Amcrikaansche burgers. Als de Duit- 'C regocring vzeet, dat men in Amerika ™unitic tegen on verscheept, dan is bet |r,r plioht alles in het sverk te stellen om te verhinderen dat die munitie haar bestemming bereikt. Maar nu wordt juist tegengesproken, diat cr oorlogstuig aan boord was. Do Oostenrijksche pers is vol bewonde ring voor het torpedeeren van do „Lusita- nia", en cie prompte uitvoering van een voorafgaande aankondiging. Veel beteoke- nis wordt er in genoemde bladen ook ge hecht aan de grootte en snelheid van. de „Lusita-niu". Maar behalve bij de centrale mogendhe den en de Zweedscho pers, die Duitsch- lancte optreden tracht to vergoelijken is cr nergens bewondering voor deze daad op te merken. Integendeel is men overal over verontwaardigd. Uit Parijs wordt gemeld dat do moord door Duitsehland op cfo pas sagiers van de „Lusitania", deed in de ge- hecle beschaafde wereld cén kreet van ver ontwaardiging en afschuw opgaan. Do Duitschers laden een Dieuwe schande op zich, door hun vreugde over de lijken van dertienhonderd burgers en meer dan vijf honderd kinderen. Aan de „Associated Press" wÓTdt uit Washington gemeld, dat de Vereenigde Staten den gezant te Berlijn opdracht heb ben gegeven, van Duitsehland een offi cieele verklaring over de „Lusitanda"- kwestie te verlangen. Deze verklaring zal dienen als basis voor cventucelo stappen. Ofschoon president Wilson tot kalmto maant, acht mca in officieele kringen den toestand zeer ernstig. Bernstorff braoht een bezoek aan Bryan en drukte er zijn diep leedwezen over uit, dat do krijgsbedrijven geleid hadden tot het verloren gaan van zooveel levens van Amerikanen. Do gezant maakte echter geen speciale melding van do ramp van do .Lusitania". Een weinig verkwikkelijke come die. De correspondent van de „Morning Post" tö Washington seint, dat terwijl de openbare meening in dc Vereenigde Staten zeer opgewonden is, president Wilson zich kalm blijft houden en den raad geeft zich in te toornen. Uit anonieme brieven en in- teviews in de pers blijkt duidelijk wat de stand is. Feitelijk wordt aan het publiek te kennen gegeven, dat de dood van 150 of meer Amerikanen geen casus belli is cn dat ook bij aldien het een reden tot oorlog geacht mocht worden, do Vereenigde Sta ten niet bij machte zijn een oorlog met het Duitsche rijk te voeren. Onder die omstan digheden kaai de Unie niets anders doen dan voortgaan met vertoogen tot Duitseh land to richten cn schadevergoeding te vra gen. Tenzij dc openbare meening onweerstaan baar blijkt, vervolgt do correspondent, is de president besloten, om van het in den grond boren van do „Lusitania" geen casus belli met Duitscheland te maken. Hij ver wacht,' dat dc opwinding binnen enkele da gen voorbij zal zijn. Gerard en. Page heb ben intussehen last gekregen om zich van hot gebeurde op dc hoogte to stellen. Men zegt, dat do president zich zeer bewust is van liet gevaar, dat do Duitschers in Ame rika in geval van oorlog zouden opleveren. Het publiek is ontevreden over dezo voorzichtigheid. Wat bedoelde hij dan met zijn nota van 11 Februari, zoo vraagt men. Hcilerlanders op dc .Lusitania". Behalve dc> drie Hollandsohe tweedeklas- passagiers bevond zich aan boord van do „Lusitania" nog een Nederlander, die deel uitmaakte van het maeliine-kamerper- soneel van den getorpedeerden reuzen- stoonier. Deze zelfde Hollander diende indertijd aan boord van de Indian Prince", welk schip eveneens door de Duitschers werd ge torpedeerd. Het Lagerhuis en de Kamp, In het Engelscho Lagerhuis is het ge beurde ook reeds ter sprake gekomen, spe ciaal ten opzichte der neutralen. In antwoord op een vraag, of do re- gtering eenige stappen gedaan had, om de grove en herhaalde inbreuk van Duitseh land op do Haagsche Conventie, ter kennis van de onderteekenaars dier conventie te brengen, zeide Asquith, dat de oorlog door Duitsehland met een flagrante inbreuk op het verdrag begonnen en voortgezet was met een toenemende minachting voor de verdragen en de vroeger aangenomen be palingen in zake de wijze van oorlogvoeren. De feiten zjjn algemeen bekend en er is geen reden, om zioii in deze tot de neutrale regeeringen te wenden, tenzjj laatstgenoemde bereid zijn tot oen actie over te .gaan. (Toejuichingen). Wjj vertrouwen, 'dat de neu trale naties meer en meer gaan inzien, dat da afloop van den oorlog invloed zal uit oefenen op de gekeele beschaafde wereld en de toekomst der humaniteit. Churchill zeide ook nog, dat het voor barig zou zijn, de zaak te bespreken, voor dat het officieele onderzoek afgeloopen was. In overeenstemming met de berichten, weiko de admiraliteit in haar bezit had betreffende de bewegingen der onderzeeërs, werd er een waarschuwing gezonden aan do „Lusitania" en aanwijzigingen gegeven voor haar koers. In antwoord op de verdere vragen, waarom' de „Lusitania" niet geëscorteerd was, zeide Churchill: „Inderdaad trachten wij sonitjjds ccr.vooi te verleunen aan schepen met troe pen en munitie of met ladingen aan boord, welke de regeering dringend n,oodig heeft, n aar ons principe is, dat ieder koopvaardij schip voor zichzelf moet zorgen en zich schikken naar de algemeene maatregelen, door do admiraliteit genomen, en er is mets. dat Dewijbt, dat dit principe geen succes heeft. De diep ontroerende uitzon dering van de „Lusitania" moet onze aan dacht niet afleiden van het feit, dat de ge heels Britsche zeehandel zonder aanmerke lijke verliezen voortgezet wordt." Do NcderlandscJic Pers. Het „Nieuws van den Dag" geeft een be schouwing onder het motto: „Farther, my God, from1 Thee!" en schrijft: „Vijftienhonderd pmnschen op eens naar den afgrond van den Oceaan. Een wonder werk van vreedzaam menscheiijk vernuft, dat mlilioenen schats gekost heeft, met kostbare lading en nog kostbaarder levens van duizenden menschen, rustige burgers allen, ongewapend, weerloos, van velerlei landaard. -In den grond geboord, deze „Lu sitania", in het gezicht van de haven, zon der de in dit geval voldoende reddingsmid delen, binnen 't halve uur, en dat zonder waarschuwing, opzettelijk. Vijftienhonderd pienscheii evenveel als er, drie jaren geleden, met de „Titanic" ondergingen. Hetgeen nu maar 'n incident is in dezen oorlog, hoe schrikkelijk ook, maar wat 't menschenverlies betreft toch niet erger dan een der dageljjksche gevech ten aan 't front dat was toen een ka- tastrofe waar de wereld van daverde. Een kreet .van ontzetting steeg op, en het „Nearer, my God, to Thee," dat aan dek van het rampspoedige schip gezongen en gespeeld zouzjjn, bracht iedereen onder den diep-weemoedigen indruk van vromen ernst. Er was in die eerste dagen weinig belangstelling voor de vraag of er fouten gemaakt waren, een misdadig verzuim zelfs wellicht. De ontzettende ramp, tezaam ge leden, had do slachtoffers van de onwrik bare natuurkrachten, in een uiterste ver heffing des geestes, nader gebracht tot God. Zij gingen ten onder, met een gebed pp de lippen. Nu met een vervloeking." Kan iemand zich verplaatsen, vraagt de schrijver, in den geestestoestand van den commandant der Duitsche duikboot, op het oogenbiik dat hij het „Los!" uitspraak, waar mee de reusachtige passagiersboot getor- pilleerd werd? „Zal .deze officier hij is bovendien toch mensch een sigaret opgestoken hebben, zich kalm1 van dé uitwerking van het schot vergewissend, zooals luitenant Stein aan het slot van „de Pastoor van Neuvillette," toen de losbranding weerklonk, ■waarmee de grijze curé werd gefusilleerd? Of zou bij, als de kapitein uit dat stuk, geaarzeld hebben of hij zich niet liever .een léogel door het hoofd moest jagen dan aan zulk' een opdracht te voldoen? Hoe dat z\j, schrikkelijk zullen de toorn en d'p wrok zijn tegen de bedrijvers van deze daad, vervloekt zullen zrj worden ook buiten de landen van hun vijanden. En toch, althans de neutralen behoorden ten'aanzien van zulke voorvallen hun even wicht te bewaren en hun verstand te ge bruiken. Om te spreken met den eer- biedwaardigen pastoor in het genoemde too- neelstuk, ,(zco belangrijk in dezen, tjjd en zoo voortreffelijk gespeeld!): „een mensch moet verstandiger zjjn dan een hond, die in den steen bijt, waarmee hij geworpen wordt." Deze officieren zgn ook wel men schen, maar allereerst werktuigen. Wij vra gen ons met angst af, tot welke daden van weerwraak dit ontzettende feit zal kunnen leiden, nu de hartstochten on hoe begrjj- pc-lijk is dat tot razernij zijn opgezweept. Dit laatste maakt intussehen het gruwe- lgko wanbegrip niet redelijk, noch billijk. De commandant van de duikboot die de „Lusi tania" torpedeerde, dacht daarbij misschien aan zijn gevallen kameraden, en hij zal wel doordrongen zrjn van de opvatting dat het Engeland's toeleg is, de Duitsche vrouwen en kinderen uit te hongeren En zie nu eens, hoe het kwaad dat (n'en déplaise prof. Steinmetz) de oorlog is, steeds erger en heviger kwaad teweeg brengt. De methoden van het oorlogvoeren worden hoe langer hoe ruwer, en volstrekt „rücksicht- los." ,Wjj denken er niet aan, te vergoelij ken wat de Duitsche methode laatstelijk voor nieuws tgebracht heeft, ter deze, maar het is onze vaste overtuiging, dat deze verer gering, van militaristisch standpunt, onver mijdelijk was geworden, nu sedert Napoleon de somtijds bijna speelsgewijs gevoerde oor logen van vroeger eeuwen, In verband met de verscherpte mededinging en de volmaak te techniek van onzen rijd, geworden zijn tot onderlinge massamoorden. Zoo de een' den ander niet verdelgt, door welke midde len ,ook', h§ gaat zelf ten onder, Duitecli- land, de militair sterkst ontwikkelde staat, trekt jslechts de uiterste Consequentie den wetten van den modernen oorlog." .Voert dit niet vanzelf tot de slotsom, dat de oorlog niet meer thuis béhoort in pnzea tijd? vraagt het blad. „Want waarlijk, een ramp ais van de „Titanic" moge de zielen in ootmoed naden brengen tot God, het gebeurde met de „Lu sitania" wijst er op, dat het besohaafdfl mensohdom op weg is naar een hel, gruwe lijker en dichterbij dan de naïve verbeelding| van den middeleeuwsohen dichter zich kon; voorstellen." i t I i I De „Zutphenscfie Courant" schrijft: „Er is eenvoudig geen naam voor luik een schandelijk slechï en wreed bedrijf, voor een oorlog voeren tegen burgers, die niet de wapenen dragen. En men moet een driehonderd jaren minstens m de historie teruggaan omi ook maar iels te vinden, dat op gelijke wreedheid wijst: de 80-jarige oorlog heeft de bewijzen ge leverd van de buitensporigheden, waartoe der Spanjaarden ontembare haat tegen de weerbarstige Hollandsche burgers voerde. Met dit verschil, dat het Duitseh land van heden prat gaat op een „Kul- tur", welke de Spaansche beschaving van de 16de eeuw mijlen ver vooruit heet te wezen. Wat ons het meest verbaast in deze droeve historie, is het gebrek aan diplo matiek inzicht, waarvan deze slechtheid het gevolg is. Want mogen Duitsche ma rine-autoriteiten in hun blinden waan ook ir.eenen, door zulke vreesaanjaging den vijand te temmen, de Duitsche diplo maten moesten wijzer wezen; ztoch dienden genoeg kennis te bezitten van het volksgeweten, dat allerwege in verzet komt tegen zulk een barbaarsch optreden, en daardoor in alle landen, buiten Duitseh land en zrjn bondgenooten, een gevoel van minachting, afkeer en haat verwekt, togen al wat Duitsch heet en spreekt." 'En zoo zjjn er nog meer citaten aan to halen. Hoe ht. torpedeeren van de ^Lusitania" do gemoederen verhit heeft, blijkt uit bet volgende ingezonden stokje, getiteld „Duitsch'' van de hand van iemand, die zich W. S. teekent, in de „Tel." W. S. oordeelt: „Denderm.onde, Dinant en Leuven, om er slechts eenige te noemen, plat gebrand en plat geschoten door Duitschers. Duizenden vrouwen geweld dcc Duitschers! Honderden onschuldige burgers in België geslacht door Duitschers! Last not least! Een wèldoordachte en he laas wèl gelukte sluipmoord, gepleegd op pl.m. 1500 weerlooze kinderen, vrouwen en mannen!! door Duitschers! Hoe. dit alles te noemen? Ellendig Dat is véél te zwak". Laag? Dat zegt zoo weinig. Duivelachtig? Dat komt een béétje bjj. Maar 't beste .woord, 't woord dat in zulke gevallen Mies moet zeggen, 't woord, dat niemand in de toekomst meer zal doen twjjfelen omtrent de gevoelens van min achting en walging, die ons bekruipen, dht woord zal moeten zijn: „Duitsch!" it Is „Duitsch", dat moet in de toekomst 't 'allerergste zjjn, wat van een daad gezegd kan worden." Zitting van gisteren. Buitengewoon Oorlogscrediet. De heer "VAN LEEUAVEN is dankbaar voer de verbeteringen, in de intemeerings- k amp en aangebracht. Evenwel ontbreekt nog wel iets aan de uitvoering van de fun damenteel goede regelen, o.a. door karig heid bij het beschikbaar-stellen van geld middelen voor do kampen. Hierop bespreekt de nËgocvaardigde de mislukking: der pogingen tot ontwikkeling en ontspanning der militairen, wence ont wikkeling en ontspanning in zoo ho.oge mate noodig zijn om de individueel© belangen der gemobiliseerden en in het belang van den goeden geest in het leger. De mislukking schrijft spr. vooral hieraan toe, dat do ontwikkelingscursussen beschouwd worden als een particuliere liefhebberij, geheel bui ten den dienst staande. Voorts is het moei lijk geschikte lieden te vinden. Er moeten dus ook algemeeo maatregelen te dezer zake worden getroffen. En dit te meer, daar hier en daar de cur sussen worden tegengewerkt door de mili taire autoriteiten; bijv. te Utrecht, waar zijn ijveren voor de zaak zelfs het ontslag van den luitenant-kolonel Mansfeld ten ge volge had. De cursussen moeten in den dienstrooster worden opgenomen. Komende tot de mobilisatieclubs der so ciaal-democraten, vraagt spr. welk kwaad die clubs nu eigenlijk doen, en protesteert hij tegen de geheime circulaire van den op perbevelhebber van 19 Maart, ter waar schuwing tegen die clubs en waarin aller lei onzin voorkomt over socialisme en an- ti-milita-risme en ten gevolge waarvan al lerlei zonderlinge gevallen zijn voorgeko men. Mot name keurt spr. het overplaatsen van bestuursleden van mobilisatieclubs af. Wat het verbieden van vergaderingen betreft, wijst spr. er op, dat het niet alleen leen de vraag is of zulks wettelijk is toe gelaten, doch ook of het verstandig is de wet toe te passen. En nu i3 er geen enke le aanwijzing, dat voorkomende anti mili taristische uitingen aan de S.-D. A.-P. zijn toe te sohrijven. Zoodat het gevanr- lijk is, met het oog op do uitingen, de vereenigingen en vergaderingen der S.-D. A.-P. te bemoeilijken. Men komt Jaarbij bovendien tot allerlei dwaasheden, die wantrouwen en verbittering wekken Een uiting van die verbittering waren de Utreohtscbe relletjes, welke bet gevolg waren van buitengewoon slechte voeding, terwijl deze weer veroorzaakt werd door het zeer verkeerde systeem om aan de koks te komen. Bovendien bestond er een zeer onrechtvaardige tuobtmethode, wel ke vooral werd toegepast door een op ■overtredingen jachtmakenden luitenant en was de verlofregeling slecht. Klachten en grieven werden niet voldoendo onder" zocht en toen was een kleine aanleiding voldoende om een uitbarsting te veroor zaken. De militaire autoriteiten kijken te uitsluitend naar het militaire belang en houden geen rekening met andere belan gen, die in de mannen leven., Spr. hoopt, de medewerking der Regeering te verkrij gen, om daarin verandering te brengen. De heer DUYMAER VAN TWIST; klaagt, dat de voorziening in de gods dienstige en geestelijke behoeften der ge- mobiliseerden niet voldoende is; daar het aantal veldpredikers te gering is; dat er; geen steun van regeeringswege wordt ver leend, aan Christelijke en Katholieke Mi litaire Tehuizen, zooals aan neutrale Te huizen; dat geen rekening wordt gehou den met de gemoedsbezwaren van hen,- die niet op Zondag willen reizen, en op, Zondag geen onnoodig arbeid wens oh cn' te verichten; dat sommige militaire auto riteiten hun manschappen op ongemanier de en ruwe manier behandelen; dat nog dikwijls de vergoedingen in te geringe mate en willekeurig worden toegekend; dat hier en daar nog op willekeurige en met de voorschriften strijdige wijze ver lof wordt verleend. Voorts vraagt spr. hoe het nu staat met' de landbouwverloven voor den hooibouw, en wijst hij op de noodzakelijkheid van verloven voor den boekweitbouw. Spr. juicht het voornemen, om do oud ste Landweerlichting naar huis te zenden,; uit militair en economisch oogpunt t-oe. Hij vraagt of het blijven van een deel dier, lichting, dat van de aangeboden gelegen heid geen gebruik zal maken, zal worden aangewend om aan sommige categorieën van andere dienstplichtigen wat meer ex tra-verlof te verleenen. Van do bepaling ling, dat het kader dezer lichting niet naar huis zal kunnen gaan vreest spr.. het gevolg, dat velen zullen worden afge schrikt om aan de opleiding voor het ka der deel te nemen. En hoe is, vraagt spr. met deze bepaling te rijmen, dat bij som mige regimenten de werving voor het ka der is gestaakt? Ten slotte klaagt spr. over verwarring in zake de uitbetaling van het menage- geld en over het niet spoedig genoeg af keuren van niet-valide militairen. De anti-revolutionairen zulka gaarne voor het ontwerp stommen. Laat do Mi nister evenwel alles doen, om rekening te houden met de godsdienstige belangen der, militairen. De heer HUGENHOLTZ bespreekt heti geval der Woerdensche mobilisatieclub. Op een feestavond dier club werd na een inleiding van een der bestuursleden over het onderwerp: ,,Do oorlog is een belangenoorlogde arbeiders hebben dus geen belang bij den oorlog door een Utrechtsohen declamator voorgedragen ,,Het Pantser", romantisch soldatenspel van Heyermans, met het ge-volg, dat twee. bestuursleden discip'inair werden ge straft, dc inleider voor den krijgsraad werd gedaagd en de club wer-1 ontbonden.: Spr. geeft toe, dat het voordragen van dit stuk in die omgeving onvoorzichtig was, doch hij weerspreekt, dat het op ruiend zou zijn. Bovendien kende het be stuur het stuk niet, dat elders reeds meer malen voor militairen was opgevoerd. De bestuursleden hebben verder onmiddellijk hun spijt betuigd, zoodat van opzet geen sprake is geweest, betoogt spr. Verder komt spr. op tegen het verbie den, van ,,Hefc Volk" bij de manschappen door majoor Hollewijn en het optreden van dezen officier tegen do propagandist' van het socialistische orgaan, den heer Meijer. De hoofdschuldige in deze zaak is, vol gens spr., de Minister, wiens houding minder gunstig gezinden autoriteiten aan leiding en ge'©geilheid geeft om te sto ken bij betergezinden. Het schijnt, dat men er op uit is van de gelegenheid gebruik te maken om de manschappen op Pruisische manier te drillen. De heer JUTE acht het bedrag van 20 cents als vergoeding voor huisvesting van militairen beneden den rang van of ficier te laag en klaagt over heb requi- reeren van paarden en do daarbij gedane taxaties er over heb optreden van het mi litair gezag tegenover de burgerlijke auto riteiten. De beraadslagingen worden verdaagd tot Dinsdagochtend half twaalf.; Bij den aanvang der vergadering deelde de Voorzitter o.a. nog mede, dat na Pink steren wederom Afdeelingsonderzoek zal plaats hebben. Dg heer SCHAPER wenschte, dat dan ook zijn wetsontwerp tot wijziging der Arbeidswet zal worden onderzocht. - Do VOORZITTER antwoord le, dat dien aangaande nog moet worden beslist.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5