k Eiiropeesclie Borlog. N°. 16913 !Zlatex*<Iag UT .April, JESerste Blad. A0. 1915. Persoverzicht. Over Hoedcngarneering lezen wjj in do „PROVINCIALE GELDE11SCHE EN NIJMEEGSCHE COURANT"; Dat er een strijd is en wordt gevoerd egen de afschuwelijke gewoonte van sora- jo-o en niet weinige dames «om vo- eflijken en vogeldeelen als versiering op den oed te dragen, behoeft waarljjk niet in her- nneiing te worden gebracht. Alle artikelen en brochures, aan het onderwerp gewijd, zou den, op elkaar gelegd, een stapel vormen ran, wio weet hoeveel, meters hoogte. Men herinnert zich de aanvallen op de zeer ge lardeerde aigrettes en do schilderingen van het lijden der volwassen en jonge rei gers, dat 'het noodzakelijk gevolg is van het volgen ran- een modegril, die zulk een aigrette als een begeerd kleinood aanduidt Er zijn Vogelsoorten, die r«an het gevaar ivan uitsterven of plaatselijk verdwijnen wa xen blootgesteld door de schandelijke eischen van mode en ijdelheid. Het kwaad is nog niet uitgeroeid, maar aafc ons dankbaar erkennen, dat er verbe uring valt waar te nemen. Er zijn nog vrouwen, die met de vasthoudendheid, die *wel eens als een bij uitstek vrouwelijke eigenschap wordt aangeduid ten onrech te natuurlijk van. geen verandering willen veten en die met graagte haar geweten in rlaap laten sussen door handelaars in vogel- veeren en hun agenten, als deze beweren, lat de klachten over vogêlrnoord zeerover- 'reven, ja zelfs een sprookje zijn; maar er er zijn gelukkig ook heel veel andere, bij wie het boter gevoel is boven gekomen en dio 'een duren eed hebben gezworen, .m af te laten van de dwaze mode en mee to werken om haar zusteren te bekeeretn van de dwalingen baars weegs. Wij zouden op dit alles niet teruggeko men zijn, als wij in dc April-aflevering van bet tijdschrift „NIEUW VROUWEN LEVEN" niet een stukje hadden aange troffen, dat o:i. maar het is eon man nen-overweging"de aandacht verdient. Het is vaigemeen bekend, dat naast vogel- iycerenversiêring ook bloemen en andere plantaardige versierselen worden gebruikt jom dameshoeden te gar neer en. Soms zijn dio kunstproducten vrij goed, wat kleur en orm aangaat; soms ook, zijn ze -afschuwelijk leelijk en onnatuurlijk; ja, er zit een enkele maal iets 'dwaas in. Wij hebben wel eens hoe den gezien met een krans van kersen of aalbessen of andere vruchten; onnatuurlijker kon het haast niet, want van bederf scheen geen sprake te zijn, dat anders bij besvruch ten nogal spoedig intreedt, en die vruchten werden vertoond in een tijd, dat de natuur Z9 niet levert Bovendien zijn de bloemen, die als garneering gebruikt worden, geverfd en do natuur laat zich niet gemakkelijk ïiabootsen. Ook beeft men werkelijke plan- tendeclen gebruikt en ze een kunstbewer king laten ondergaan, waardoor echter het het natuurlijk schoon ten deele verloren gaat. Mevr. Schil thuis te Lunteren („Zonne- hock") deelt nu in de straks bedoelde af levering van „NIEUW VROUWEN LEVEN" iets mee omtrent een poging om zuivere plantaardige hoedengarneeirng i 1 ie voeren. Zij meent, dat strooinbloemen, sier- distels en siergrassen zich uitstekend voor het doel leenen Het komt er maar op aan do geschilde planten te vinden of in te voeren, dezo zorgvuldig te drogen, zooveel mogelijk mot behoud van de na'uurigke kleur. Mevr. Schilthuis is nu aan 't kwee- kon gegaan en aan 't nemen van proeven. 'Zij. heeft reeds resultaten bereikt en stelt zich voor do meest geschikte soorten in het groot voort te telen. De redactrice van bedoeld tijdschrift, mej. Daisy E. A. Junius, meent zelfs, dat mevr. Schilthuis wat al te bescheiden is, als zij spreekt over de verkregen resultaten, en roemt o.av een plantaardige „paradijsvogel- pluim," die buitengewoon-mooi moet zijn en in regon en wind onverstoorbaar goed blijft. Wij, als mannen, zullen ons wel wach ten iets anders in dezen to doen dan de aandacht er op vestigen. Maar dit willen wij wel zeggen, dat ons een rietpluim, een disteltak, een si er gras of zoo iets heel wat natuurlijker op een hoed voorkomt dan een jVogellrjk of een sternavleugel. ïn zijn Kroniek in „STEMMEN VOOR Waarheid en vrede" behandelt dr. Bronsveld tic kwestie,welke zoo veel beroering brengt in de Herv. Kerk het veglaten uit -het reglement op het gods dienstonderwijs van do woorden althans wat betreft den g c o s t en do hoof dzaa k van do daarin vervatte belijdenis, verkla ring en belofte". Dr. Bronsveld geeft eerst een overzicht van clc kwestie en constateert, dat de toe stand in dc Herv. Kerk, zooals die thans Js. met bevredigen kan. Hij haalt als voor beeld aan de prediking op het Paasch- fcesfc en aclit het stuitend, dlat de opsfcan- Cl,;ig van Christus door den eon gepredikt, door den ander geloochend worclt. Jn het voorstel der Sync.de ziet dr Brons veld iets benepens Men treft er de vrijrin- pigen rui et mee in dc borst, valt hen zijde- mgs aan. Z. i. leidt het voorstel tot een uiteengaan van de Herv. Kerk. Scheuring van de Kerk brengt met zioh nieuwe scheuring van ons volk; prijsgeven an middelen en gelegenheden om honder en te prediken 'het Evangelie, en hen te 'uncn voor Gods Koninkrijk; onze Kerk overleveren aan een macht, die de teeke nen der tijden niet verstaat, en versterft bij een verstarrend orthodmsme. Dus, zoo zegt men, do vrijainnigen moe ten bet recht behouden, ooi do Kerk te verwoesten, en den zielen den weg te wij zen naar het verderf. Wij zeggen hierop met prof. E. H. van Leeuwen „Wij moe ten het protestantsche Kerkbegrip aandur ven on dat is: de vrijheid". Tol-eroe- ren is daarom nog niet legitimeercn. Laat ons het don vrijzinnigen niet verbor gen houden, dat wij 't ons niet begrijpen kunnen, dat zij begeeren predikant in onze Kerk te blijven; maar zij moeten dat voor God en hun goweten verantwoorden. Laat ons trachten hen te winnen Velen staan dichter bij Christus dan zij zeiven weten. Do orthodoxie heeft zich van veel te beschuldigen. Is 't niet mede aan haar te wijten, dat Zoo velen zijn afgedwaald? Wij pleiten het ongeloof niet vrij maar soms verwondert liet ons, dat er nog niet meer zijn afgeweken. Uit het hier gezegde blijkt, dat wij mot den Kerke raad van Snoek, ons verklaren moeten tegen het voorstel van de Synode, en ook tegen het voorstel van dr. Slo-tema^ leer do Bruine, dat ons te „diplomatieik" is, en in beginsel staat aan do zijde van confessioncelen en gereformeerden. Wij weten wel, dat wij door dit ons ad vies broeders zullen teleurstellen, die nu eindelijk den tijd gekomen achten om door te tasten. Ik bezweer hen, niet. kaastelijk te oordieelen, en zich niet te laten mee slepen op een weg, die tot noodlottige din gen voeren moet, als God het niet af wendt. Onder het hoofd Politiek bestand lezen wij in een driestar in „II ET CENTRUM"; De zoogenaamde „godsvrede" loopt op z'n eind. De socialisten hebben hem feitelijk reeds geruimen tijd geleden opgezegd, de vrij zinnigen twisten onder elkaar, en bij de behandeling van het Eedswetje in de Tweede Kamer maakte, om slechts dit ééne feit te noemen, de Linkerzij het Rechts noodeloos moeilijk. Allengs komt er ook meer critiek los op de voorstellen cn maatregelen der minis ters. En in een der bladen, waarin die cri tiek nogal puntig tot uiting raakt, wordt nu to verstaan gegeven, dat tot dusver de meegaandheid wel wat overdadig was. Het ware wellicht beter geweest, daar aan eerder te denken. Niet, dat iemand onzer in dezen tijd, of in de maanden, die achter ons liggen, feilen partijstrijd of scherpe aanmerkin gen op het ministerieel beleid zou hebben gewenscht. Maar toen tegen het léëningsontwerp zich stommen verhieven, een extra-hef fing, of althans een lagere rentevoet werd bepleit, kreeg men in meer dan één blad vrees aanjagende beschouwingen te lezen over het uiterst bedenkelijke van een mi- nisterieele crisis en de kans, dat men wel een Kabinet zou kunnen krijgen met socia listische leden Dat ging ongetwijfeld te ver. Zakelijke eritiek behoudt steeds haar rechten, en het gaat niet aan een ont werp, dat naar zijn eigen mérites moet worden beoordeeld, te aanvaarden om re denen daarbuiten. Dat deze opvatting thans in wijder kring schijnt te worden gedeeld cn daar ook tot uiting komt, kan ons politiek leven niet anders dan ten goede zijn. En zelfs de „godsvrede", die toch hoofdzakelijk het vermijden der sch'crpe puntjes beoogt en van <le oppositie alleen zekere zelfbeheersching eischt, behoeft daardoor niet ernstig tc worden geschaad. Nog een door Belgen verdedigd Front, Bij do gevechten in Vlaanderen hoort men alleen den naam Yser en vorder van de dorpen rond Yperen. Nog ran een an dere rivier zijn do oevers het tooneel van hardnekkigen strijddo Yperlee, gekana liseerd.'© rivier, die bij Yperen begint cn dicht bij 'ioud fort Knokke in de Yser valt, seint een correspondent van de „Tel." te Yperen. Ook do Yperlee wordt- grootendeels door Belgen verdedigd, ten Zuiden van Dixmui- den tot in de omgeving van Bixschooten. De Belgen zijn daar gewoonlijk 4 dagen in 't vuur en krijgen dan 4 dagen rust, in do dorpen, waar nog veel burgers zijn, tor- wijl ook tal van inwoners elders vertoeven. Van dio 4 dagen aan 't eigenlijke front, brengen de soldaten er 2 door in schuren, welke veel geleden hebben en nog van tijd tot tijd bestookt worden De twee andere dagen geschiedt do dienst op do eerste lijn in do loopgraven. Ook de oevers der Yperlee zijn over stroomd. Om do voorste loopgraven te bo- reiken, moeten de solcaton hun weg ne men over planken cn glibberige dijkjes. Do verwisseling van manschappen ge schiedt 's nachts, 'tls dus een tocht in den donkerhier slipt cr een uit, daar tuimelt con ander omver cn do helft der raan- schappen komen doorgaans min of meer il JE C A HI E a 40 Gemis per regel* 3394 84 De Gruyler's Melange: 60, 50, 45 en 40 ct. p. p. De Gruyler's Plantenboter: 50 en 45 cL p. p. nat op hun post aan. Vuur maken mag niet. Zoo dus in de natte ld e eren, is het waken niet aangenaam. En to oh moot men steeds stipt waken, vooral cm niet verrast te worden door vijandelijke soldaten, die me nigmaal trachten ons op oen vlot te na deren. Bij dag zijn er gewoonlijk artillerie-ge vechten. 't Gelijkt wel eon duel. De obus sen, die naar 't Belgisch front gezonden worden, kruisen die, welke cY Belgen zelf wegschieten en boven do hóófden der sol daten is 'teen gezoef, gehuil cn geschui fel, soms zonder ophouden. Do strijders in do loopgraven houden zioh schuil; is do ruimte nauw. clan zitten of liggen ze daar mot de knieën bijna tot do kin opgetrokken. Na het duel gaat van mond tot mondzooveel do oden, zoo veel gewoncten. Soms worclt al dat kruit verschoten voor 3 of 4 dooden en oen groot aantal gaten in de akkers. Do gewonden haalt men 'savonds; die worden met automobielen naa: 'teen of ander hospitaal gevoerd. Het vertrek uit de loopgraven geschiedt ook 'snachts: in alle stilte. Eens in -rust-, wordt er nog wat gesp roken va do be schieting ,men beklaagt de dooden, en 'sanderendaags is alles vergeten Itust bedoelt ook exercitie cn inspectie. Komt do postbode, dan staan allen met ongeduld te luisteren naar de naamafroe- ping. Is er niets, dan gaat me i stapvoets heen en klinkt er menige verwensohing te gen de Dui'tschers die zoo'n groot deel van België afschieten. Ziet men een kennis vóór men naar de loopgraven vertrekt, klinkt het„Tot bin nen vier dagen, als ik nog leef" is het bij 't terugkeeren dan hoort mon„Ik ben er nog eens goed doorgekomen" Men wordt waarlijk gewoon den dood in 't ge laat- to zien. 's Avonds op het strooleger, oeh, ja, dan wordt er wel verteld van het vroeger leven, van vader, moeder, broeders, zus ters, vrouw en kinderen, of beminde. En menigeen zucht en sommigen schreien. Nu en dan komt men mannen vragen voor een gevaarlijk werkje, bijv cm op verkenning te gaan met een vlot of bootje tot bij de vijandelijke lijn. De namen van hen, die zich daarvoor opgeven, worden in geschreven. Dikwijls is er gelegenheid een godsdienst oefening bij te wonen cn te communiciee- ren. Zoo is 't leven aan dc Yperlee, in dc om geving van Noordsoha-te en Ixeninge. Schade door Duitsche kruisers aangericht. In Engeland oordeelt men, dat met het binnenvallen van de „Kr-onprinz Wilhelm" in de haven van Ne\\;pcrt News de laat ste van de Duitsche oorlogsbodems, die op zee waren, aan het einde van zijn loopbaan is gekomen. Men kan nu een overzicht krij gen van do totale schade, door die sche pen aangericht. Het totale aantal schepen, door de „Kron- prinz Wilhelm" in den grond geboord, was dertien; hun gezamenlijke waarde met de ladingen is ongeveer 1.105.000 pond sterl. De „Emden" liet 17 schepen zinken tot een waarde van 2.211.000 pond; verder leg de do „Emden" beslag op drie stoomsche pen, welke de commandant, met dien eer bied voor correcte gedragingen ia den z:e- oorlog, dien hij steeds toonde, met do pas sagiers en bemanningen van de in den grond geboorde schepen naar een haven zond. Dan Volgt de „Karlsruhe", die 17 stoom schepen, tot een waarde van 1,682,000 pond, vernietigde. De „Priiiz Eitel Friedrieh'' nam 11 sche pen tot een waarde van 885.000 pond. De „Königsberg" boorde een stoomschip in den grond tot een waarde van ongeveer 275/000 pond. De „Dresden" vernielde drie stoomschepen en twee zeilschepen: waarde ongeveer 275.000 pond. De „Leipzig" boor de drie stoomschepen in den grond: -waar de 235.000 pond. Op het eerste gezicht mag het totaal bedrag van ongeveer 67 miilioen vrij groot schijnen in werkelijkheid is dit bedrag in vergelijking met da totale waarde van de schepen, die sinds het begin van den coriog uitgingen en binnenkwamen, gering. Gedurende de eerste acht maanden van den oorlog bedroeg het totaal van de in voeren in de havens van het Yereenigd Koninkrijk ongeveer 471 miilioen, van de uitvoeren 205 miilioen. Het scheepsregister van het Vereenigd Koninkrijk telde op het einde van het jaar een tonneninhoud van 20 miilioen, tot een waarde van 200 mii lioen pond. Veegt men dit bedrag bij het tot-aal der invoeren en uitvoeren, dan ri de waarde van den eigendom, door Duitsche kruisers in den grond geboord, oen te verwaarloozsa fractie. De waarde van het in- en uitgevoer de ongemunte goud en zilver bedraagt veer tig en een half miilioen. Indien men dit nog voegt bij het totaal der in- en uitvoe ren, dan daalt de waarde van het in den grend geboorde eigendom tot een kleine proportie. Uit de staten van de admiraliteit blijkt, dat sinds hot begin van den oorlog 44.000 reizen zijn gemaakt. Da resultaten worden geacht buitengewoon gunstig te z'jn en veel gunstiger, (kin de scheepseigenaars en as suradeurs verwachtten in de eerste dagen van den oorlog. Aandacht verdient, dat de door de En- gelsche vloot genomen Duitsche schepen niet verloren zijn gegaan; zij werden ter stond weer in het handelsverkeer gebruikt. De Britsche schepen daarentegen, die dcor de Dditschers in den grond zijn geboord, zijn onherroepelijk verloren; indien de Duit sche wijze van optreden werkelijk succes had gehad, dan zou dit overal een prijs stijging ten gevolge hebben gehad, ook in neutrale landen en Duitschland zelf. De Eerste Premie voor de Vernieling van een Duikboot. Dinsdag is in Mansion House to Londen oan den gezagvoerder van do „Thordis", de premie van 500 pst. overhandigd, die do „Syren and Shipping* had uitgeloofd voor gezagvoerder en bemanning van bet eerste Britsche koopvaardijschip dat een vij andelijke duikboot 'in den grend boorde. Op 28 Februari had de „Thord's" op een tiental mijlen van Bevezicr do periscoop van een onderzeeër waargenomen. De gezag voerder van de „Thordis" list hot roer om gooien en voer recht op de periscoop aan, men hoorde en voelde een schok onder de kiel van de stoomboot en z?„g niets meer van de duikboot; alleen nam men olie op het water waar. Hieruit concludeerde de bemanning van de „Thordis" dat de onder zeeboot was vernietigd. Deze conclusie is door hen, dio de premie uitloofden, als. juist erkend. Bij de overhandiging van do premie werden dcor den lord mayor vrien delijke woorden gericht tot den kapitein van de „Thordis", die met groeten moed en be kwaamheid had gehandeld. Duikboot en Vrachtvaarder. De kapitein van het stoomschip „The seus dat dezer dagen te Liverpool bin nenliep, verhaalt als volgt van een opwin dende jacht en den aanval op zijn schip, in dan vroegen morgen van 29 Maart. Dé „Thcscus" voer omstreeks 40 mijlen ten zuid-westen van den Bishop Hoos-vuur toren, toen op 3 mijlen afstand een duik boot in 't gezicht kwam. Dc kapitein li-et do vuurhaarden ralgooien en met vollen stoom varen, maar do duikboot haalde de „Theseus" langzamerhand in, en gaf haar het sein om te stoppen. Er werd echter geen acht op bet sein geslagen, zoodat het volgende bevel luidde: J,Draai bij of ik schitet",- en dadelijk daarop opende cle duikboot het vuur met haar snelvuurkanon en een mitrailleur. Nogmaals gaf zij een sein om het schip te verlaten, maar de „Theseus" stoorde er zich niet aan en voer zoo hard zij kon naar de kust. De duikboot trachtte nu ter zijde van het stoomschip te komen, klaarblijke lijk met het doel om een torpedo af to schieten, maar de „Theseus" veranderde onophoudelijk van koers, en ten slotte gaf do duikboot, die to loevert van het stoom schip in vuil water was geraakt, de vervol ging op. De „Theseus" was aanmerkelijk bescha digd. Servië cn Griekenland. Er is reden om te gelooven, meldt de Atbeeii3che correspondent van de „Times", dat de regeeringen van Servië en Grieken land onderhandelen over gemeenschappelijke maatregelen van een verdedigend karakter, met het oog op verdere raids van kc- mitadjis. Het is duidelgk, dat agenten van het „Comité van Eendracht en Vooruitgang" in den aanvang van dit jaar veel geld onder da Muzelmannen in Macedonië hebben ver deeld. Ecu Duitsche Schending van liet Volkenrecht. De Fra-nseh© admiraliteit deelt officieel mede Het onderzoek van de torpedo's van Duitsclio duikbooten, w-elke onlangs in het Kanaal zijn teruggevondenheeft aange- toont, dat een bijzonder mechanisme deze torpedo's indien rij hun doel missen, auto matisch in drijvende mijnen verandert., het geen nadrukkelijk is verboden door art. 1 van de 8ste Haagsohe conventie. Dit is een nieuwe schending van het vol kenrecht. Voor de Dardansllen. De „Times" hc i*ge brieven ontvan gen van officieren van het voor de Darvla- nellen ageerend eskader. Een officier schrijft bijv. van 6 Maart: Wij vechten .onophou delijk nu al van Donderdag de vorige week af, tien dagen met slechts twee dagen rust en wij zijn vandaag teruggekeerd om .muni tie te halen. Honderden schoten zijn bij ons langs of over ons heen gegaan, maar we zijn slechts eenmaal geraakt en die tref fer richtte geen schade aan. Donderdag den geheelen dag hebben wo verwoed gevochten. Maar al hebben wo Sedul Bahr. Kum Kale eü Yeni Sjehr ook geheel verwoest, zoodat er geen huis intact is gebleven, het puin geeft den Turken dekking genoeg. Zij zijn in grooten ge tale 40 50,000 en tarten allo doodsgevaar. Zg moeten zware verliezen heb- b.m geleden. Op een oogenblik, toen ik bg het ge vecht eens toekeek, want de vloot iag slechts een driekwartmgl van de kust, zag ik een troepje van een vijftig man de dek king verlaten en over een open terrein snellen in onze richting, maar een lyddiet- bom kwam juist tusscnen hen terecht en toen do rook was weggetrokken, was er niets meer overgebleven, groot genoeg om- het een Igk te noemen Een adelborst (van 16 jaar) schrgft: Wij maken hier een mooïen tijd door Wij zijn achtmaal geraakt, maar do meeste schoten hadden geen resultaat, zg stuitten af op liet pantser. Ik ben aan land geweest en heb meegeholpen do kanonnen van Sedal Bahr te vernielen. Het groote bezwaar zijn de mijnen, dio heel talrijk zijn. De meeste mijnen zijn drijvende, die 's nachts worden losgelaten, opdat ze door den stroom- wor den meegevoerd tegen de patrouilleerende schepen Duitschers bedienen alle kanonnen on j zoeklichten. Zij zijn flinke kerels en vree- I selijk dapper. Toen een afdeeliGg mariniers I bij Kum Kale landde, werd een sergeant gewond en achtergelaten op een veilige plaats achter een muur. Toen onze mannen terugkwamen, had de sergeant veertien ko gel wenden. Men zocht de buurt af en vond eindelijk in een boschje recht tegenover den sergeant een Duitse her. Hö werd tegen een boom gezet en zonder een woord te zeg gen doodgeschoten. Onze vliegverlenners zijn I ^ekittexLoaii zn .düü& nrfUwfaV weck

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5