N«. 16911
Trijdag 16 April.
Tweede Blad.
A0 1915.
Het torpsdeeren van het
Nederlandsche stoomschip
„Katwijk".
Vragen en Antwoorden.
LEIDSCH
BAG-BLAB
Nu de bemanning van de „Katwijk'' in
ons land is aangekomen, is de juiste toe
dracht van wat daar bij den Noord-Hinder
gebeurde, bekend geworden.
Gisteravond te haifnegen is de bemanning
per spoor uit Vlissingen te Rotterdam aan
gekomen- Zij bestaat uit den kapitein, drie
stuurlieden, drie machinisten, een hofmees
ter, een donkeyman, een kok, een jongen
en matrozen en stokers, te zamen 2-3 kop
pen. Niemand heeft eenig letsel gekregen.
Het was ongeveeu* 7 uur Woensdagavond,
toen kapitein Teens ma besloot, met de „Kat
wijk" voor anker to gaan ongeveer 6 mijl
ten westen van het vuurschip de Noord-
Hinder, en zulks uit een oogpunt van vei
ligheid voor schip en lading, met het oog
op de mijnen. Het weer was vrij goed, tde
zee een beetje woelig.
De tweede "stuurman had, nadat men ten
ankc-r gekomen was, aan dek de wacht.
Alen was juist bezig de lampen klaar te
maken voor do verlichting buiten boord van
de onderscheidingsteekenen, aan stuur- en
bakboord aangebracht, toen plotseling een
hevige slag zich deed hooren en het gansche
schip trilde. In de kajuit van den kapitein
viel de kachel om, en de paneelen sloegen
uit den wand. Ditzelfde gebeurde Ook in
do hutten van de officieren, en overal ont
stond brand. In het volkslogies werd een
gat in den vloer geslagen, waardoor de
tafel verdween, medesleurende een der zich
daar bevindende mannen, die men spoedig
weer uit het gat trok.
De mais in ruim twee slo^g uit dat ruim
ever de brug heen.
De kapitein en heel do bemanning spoed
den zich naar het dek. In den schemer
- het was tusschen licht en donker
zag men op 15 meter afstand den peris
coop van een duikboot. Later, toen men
in de booten zat, heeft men weer den pe-
riskoop en een oogenblik ook den toren
van de duikboot gezien; een paar schepe
lingen Van do „Katwijk" rneenen op den
toren twee mannen te hebben waargenomen.
De „Katwjjk" bleek getorpedeerd aan bak-
boordzgde vóór de brug, ter hoogte van
ruim 2. In de booten gezeten, ismen bij
het stoomschip gebleven, tot het zeker was,
dat dit zonk, hetgeen 20 minuten na het
torpedeeren geschiedde. Vóór hij zijn schip
verliet, is kapitein Teensma z'jn brandende
kajuit binnen gegaan om de scheepspapieren
te redden, wat hem gelukt is.
Toen de bemanning in de booten gezeten
was, en zich van liet zinkende schip wilde
verwijderen, heeft zo herhaaldelijk de be
manning van de duikboot aangeroepen, met
liet verzoek, naar het lichtschip „Noord-
Hinder" gesleept te worden. Alen kreeg hee-
lemaal geen antwoord, en de duikboot Ver
dween'. Ze heeft geen enkel signaal of waar
schuwing gegeven, en haar nationaliteit heeft
men niet kunnen vaststellen.
.Van Woensdagavond 8 uu;r tot .gisternacht
halfdrio heeft de bemanning van de „Kat
wijk" in de booten gezeten, voor ze het
vuurschip bereikte; het getijde was tegen.
Door en door koud en verkleumd kwam ze
bij het lichtschip aan. Van het vuurschip
is ze met een stooniloodsvaartuig afgehaald
ennaar Vlissingen gebracht, waar ze gis
ternamiddag te 3 uur aankwam.
Heel de bemanning is alles kwijt, niets
'dan hetgeen de mannen aan hadden, kon
worden gered.
Te AGissingen heeft kapitein Teensma,
voor een bevelvoerend marine-officier een
verklaring afgelegd.
De lading van de „Katwijk" bestond uit
3000 ton mais, geconsigneerd aan de Neder
landsche regeering.
Op het vuurschip vertelde de marconist
aan don kapitein, dat hij al oen paar uren
vóór de Katwijk ten anker kwam, een duik
boot in de nabijheid had gezien.
Het blijkt dus, dat het schip op een
zestigtal kilometers uit de Nederlandsche
kust onverhoeds is aangevallen. Aan de
bestemming van liet schip bestond dus
geen twijfel meer cn op alle mogelijke
manieren was de nationaliteit aangege
ven.
Op het oogenblik der torpedeering had
gelukkig juist de aflossing van do wacht
plaats gehad, waardoor geen menschen
ter kooi lagen. Aan die omstandigheid
is heb tc danken, dab deze aanval geen
menschenlevens heeft gekost.
net Onderzoek voor het
Departement van Marine.
Bij het op last van het departement van
Alarine ingestelde onderzoek is het volgen
de gebleken
Het schip kwam van Baltimore en was
bestemd naar Rotterdam met een lading
graan, geconsigneerd aan de Nederland
sche regeering.
Het was des middags door het vaarwa
ter van de Downis geloodst naar het
Sunk-licht schip en had van daar koers
gesteld langs de Galloper naar het licht
schip Noord-Hinder". Daar de gezag
voerder vóór heb uitgaan den raad had
gekregen om dit. traject alleen overdag te
bevaren, kwam hij te ongeveer 7 uur 30
min. ten anker in 20 vaam water op 7
mijl afstand ten westen van laatstgenoemd
lichtschip.
Het tij liep om de West, zoodat het
schip O. N. O. vóórlag.
Dadelijk werd het ankerlicht geheschen
en werden de twee groote electrische
lampen klaar gemaakt, die het schip bui
ten boord moeten verlichten.
Als kenmerken had het schip buiten
boord geschilderdde Nederlandsche vlag
voorop, lang 15 Aleter en achterop lang
10 Meter en daar tusschenin met groote
letters: KatwijkRotterdam"; boven
dien liet men de natievlag waaien, bene
vens de kantoorvlag en het naamsein.
De tweede stuurman was met twee ma
trozen bezig met de lampen, die aan dek
staande, de vlag en het naamsein goed
verlichten, doch met spieren buiten boord
gevoerd moeten worden, om ook den romp
te verlichten. Op dc brug stond een uit
kijk; overigens was er niemand aan dek.
Plotseling voelde men een hevigen schok
en de stuurman zag aan bakboord vóór
de brug een groote waterkolom boven de
verschansing komen. De olielampen vlo
gen uit de beugels en er ontstond direct
brand.
De kapitein en de geheele bemanning
kwamen onmiddellijk aan dek; de booten
werden uitgedraaid cn afgevierd.
De tweede stuurman ging met negen
man in stuurboordsboot en de kapitein,
nadat hij eerst zijn portefeuille met papie
ren uit de kajuit had gehaald, in bak
boordsboot met twaalf man.
In de hoop dat het schip nog zou blij
ven drijven, bleven de booten eerst in de
nabijheidzij zagen toen plotseling vlak
bij een onderzeeboot uit het water oprij
zen. Nummers of naam werden niet ge
zien. Zij had een rechten voorsteven met
laag voorschip, daarna een verhooging,
waarop oenige opstanden, vermoedelijk
periscopen, en daarachter weer een laag
achterschip.
Zoowel in het Duitsch als in liet En-
gelsch werd de onderzeeboot, die op on
geveer 15 meter passeerde, gepraaid, doch
men ontving geen antwoord. Menschen
had men dan ook niet kunnen onderschei
den. De kapitein praaide ook nog om dc
sloepen naar de „Noord-Hinder" te slee
pen, doch ook daarvan werd geen notitie
genomen.
De onderzeeboot verdween daarop in'
de duisternis.
Na omstreeks 20 minuten zonk de „Kat
wijk" de booten roeiden toen naar het
lichtschip „Noord-Hinder", waar zij ach
tereenvolgens omstreeks 2 uur en half 3
aankwamen.
Schepen waren op het oogenblik van
dc ramp niet in zicht. De bemanning
heeft niets kunnen redden. Gelukkig is
niemand omgekomen of gekwetst.
Onder de geredde papieren bevinden
zich de bewijzen, dat de lading geconsig
neerd was aan het Nederlandsche gou
vernement.
Niemand, ook de uitkijk op de brug niet,
heeft vóór den schok iets van de onder
zeeboot gezien of hooren praaien.
Dc Nederlandsche Pers
over dezen Aanval.
Dc „NIEUWE ROTT. COURANT" van
gisteravond wgdt reeds een korte beschou
wing aan het gebeurde. Het blad zegt:
„De betrekkelijke kalmte, die teruggekeerd
was na do semi-officieuze verzekering, dat
do gebeurtenissen met „Aledea", „Batavier",
„Zaanstroom" enz. niet mochten worden op
gevat als te duiden op een veranderde hou
ding van Duitschland jegens de neutrale
Nederlandsche scheepvaart, is weer op ruwe
wijzo verstoord door het bericht omtrent
de torpedeering van de Katwijk".
„Dit is, wellicht, het ernstigste geval voor
onze scheepvaart, dat zich sedert het be
gin van den duikbootenoorlog heeft voorge
daan. De „Katwijk" was op weg ver
schil biet do „Aledea", de „Batavier", de
„Zaanstroom" niet naar een Engelsche
haven, doch naar Rotterdam. Over de be
stemming van de lading bestond geen twij
fel hoegenaamd. Deze bestond immers uit
graan, dat aan de Nederlandsche regeering
was geconsigneerd. Hier stond dus vast, dat
van contrabande geen sprake was. Het schip
voerde lichten, vlaggen, en had alle in dezen
tijd gebruikelijke kenteekenen van een Ne-
derlandsch schip. Het lag daarenboven voor
anker terwijl verwacht kon worden, dat
een schip van e5n der oorlogvoerende mo
gendheden op de plaats, waar het onheil ge
schied is, niet voor anker zou gaan.
„Niettemin is het schip getorpedeerd door
een duikboot. Dit werd uitdrukkelijk ge
meld schoon van andere zijde een be-
rient komt, waaruit zou afgeleid moeten 'wor
den, dat do wijze waarop het schip is ver
nietigd, niet volstrekt vaststaat. Alaar het
'feit, dat het schip niet varende was, sluit
reeds vrijwel uit, dat de ramp aan een
mijn zou zijn te wijten.
„Overigens is voorzichtigheid by de be
oordeeling van het geval natuurlijk ge-
wenscht. Daartoe zullen nadere bijzonderhe
den moeten worden afgewacht. Is de kapi
tein van het schip gewaarschuwd? 'Zijn de
scheepspapieren te voren onderzocht? Heeft
do duikboot haar vlag getoond? .Van welke
aationaliteïfc was de onderzeeër?
„Van dit alles belangrijke punten niet
temin! weten wjj voorshands niets. De
mogelijkheid, dat do torpedeering van de
„Katwijk" aan een vergissing zou z'jn te
wijten, schoon dan aan wat men gemeen
zaam een „reuzenflater" pleegt to noemen,
mag dus niet absoluut ter zijde worden ge
steld. Blijkt dat het geval, dan zou mogen
worden verwacht, dat van de zijd e van het
land, wiens zeemacht de fout heeft begaan,
uit eigen initiatief, met rondo zeemaiiseer-
lijkneid, schuld wierd beleden en veront
schuldiging gemaakt."
In het nummer van hedenochtend komt de
„N. R. Ct." nog eens op de kwestie terug.'
En ditmaal lezen we het volgende
„Uit do nadere berichten omtrent cle tor
pedeering van de „Katwijk" is thans 't vol
gende duidelijk geworden. Het schip is ge
torpedeerd uit een onderzeeër, onverhoeds,
zonder dat de kommandant van de duikboot
aan zijn daad eenigo waarschuwing heeft
doen voorafgaan, dus ook zonder dat hij
zich op eenigerlei wijze van dc nationaliteit
van het schip, dlat uiterlijk duidelijk als een
Nederlandsch sohip kenbaar was, nader ver
gewist had, om maar niet eens to spreken
van de lading, bestaande, gelijk men weèt,
uit aan do Nederlandsche regeering gecon
signeerde mais dus buiten kijf geen con
trabande.
„De mogelijkheid, die wij gisteren meen
den nog open te moeten houden dat er een
geweldige blunder zou hebben plaats ge
had, kan dus nu wel terzijck; worden gesteld-
De „Katwijk" is getorpedeerd in strijd met
de gebruiken van den oorlog ter zee, en in
strijd met de geldende regelen van volken
recht. ,,Zou de komimandant van de duik
boot zelf hebben gevoeld, dat zijn ruwe daad
het daglicht niet kon verdragen? De duik
boot heeft haar nummer niet laten zien, 210011
haar vlag vertoond. Er ie dus- voor cle natio
naliteit van de onderzeeër geen bewijs. Men
kan daarnaar slechts gissen, hetgeen, trou
wens, na dc gebeurtmissen van clen la&tsten
lijd niet moeilijk is.
„De Nederlandsche regecring zal zeker
niet nalaten, omtrent dc nationaliteit van
dc duikboot, die de vernieling van de „Kat
wijk" voor haar rekening heeft genomen
zekerheid te erlangen. Wij vertrouwen, dat
de regeering, tot wier zeemacht de onder
zeeër behoort, zich niet zal willen verschui
len, en rondborstig haar verplichting tot ver
goeding van do geleden moreele en mate
rieel e soliade zal aanvaarden. Eenigen tijd
geleden zijn hier te lande luchtvaartuigen
gezien, koersende over ons land, en dus onze
onzijdigheid schendend. De inlichtingen
daarover door onze regeering in de oorlog
voerende landen ingewonnen bobben toen
geen resultaat opgeleverd. Geen der oorlog
voerenden heeft do fout willen belijden. Zcq-
dat wij het maar hebben moeten beschouwen,
alfsof er een gezichtsbedrog plaats had ge
had.
„Daarvan kan in dit geval geen sprake
zijn. Het feit valt bij geen mogelijkheid te
ontkennen, en men mag verwachten, dat de
dader zich niet opnieuw schuil houden zal.
Ook is er geen aanleiding voor prijsgerech-
ten en andere expedienton, om de zaak op
de lango baan te schuiven.
„In de Nederlandsche memorie van 12 Fe
bruari, het antwoord op de Duitsche aan
kondiging van dien duikbootenoorlog, heeft
onze minister van buitenlandscho zaken in
het licht gesteld, dat onzerzijds bij de En
gelsche regeering bedenkingen waren uiteen
gezet tegen misbruik door Engelsche han
delsvaartuigen van de Nederlandsche vlag.
„Die wederrechtelijke praktijk vervolgt
dan de memorie doet niets af aan de ver
antwoordelijkheid van d'e keizerlijke Regee
ring, aangezien onderzoek naar hot sohip
voordat het genomen of vernietigd wordt een
plicht is, waaraan de oorlogvoerende zich
niet kan onttrekken. Indien het plaats greep
dat een Nederlanctech schip slachtoffer werd
van een vergissing van dc zijde der Duitsohe
wapenmacht zou cle verantwoordelijkheid
daarvoor op de Keizerlijke Regeering val
len."
„In deze zinsnede is wie ook dc dader
in dit geval moge zijn het juiste stand
punt onberispelijk aai gegeven. Het lijdt dan
geen t wijf ei, dat onze regeering krachtig voor
de rechten -der neutrale vaart zal opkomen,
nu zelfs van een vergissing geen sprake is,
cloch door een daad van verregaande roeke -
loosheid, of onverantwoordelijke onacht
zaamheid, de eerste regelen, om tot ver
nietiging van een neutraal schip te kunnen
overgaan, zijn geschonden, on ook verder
elk voorwendsel voor cle vernieling van het
schip ontbreekt."
„DE TELEGRAAF" van gisteravond
schrijft
„Ui't de bekende feiten volgt, dat wij hier
te doen hebben met een beslist neutraal
schip, hebbende een beslist neutrale lading
cn blijkbaar varende naar een zeer dichtbij
gelegen neutrale haven. Af. a. w. met een
schip, dat bij het meest oppervlakkig'on
derzoek onmiddellijk moet vertooncn zijn
volledig, onzijdig, dus onneembaar karak
ter.
„Indien de Duitsohe onderzeeër zich
heeft veroorloofd de „Katwijk" te torpe
deeren, dan kan 'hier in niets anders ge
zien worden dan een toepassing der Duit
sohe bekendmaking van Februari 1915, en
hebben wij hier dus het geval, door onze
rcgcering voorzien, toen zij op die bekend
making antwoordde met. haar memorie van
12 Februari„Het onderzoek van het
schip, voordat hert genomen, of vernietigd
wordt, is een plicht-, waaraan de oorlog
voerende zich niet kan onttrekken.
Indien het mocht voorkomen, dat een
Nederlandsch vaartuig slachtoffer werd
van een dwaling der Duitsohe strijdmach
ten, zou de verantwoordelijkheid hierom
trent op dc keizerlijke regecring rusten.
(Deze vette letter van de „Tel." Red.
„L. D.") Do Nederlandsche regeering,
welke zorgvuldig tegenover dc oorlogvoe
renden de. plichten in acht neemt, haar
opgelegd door de onzijdigheid, mag ver
wachten, dat cle oorlogvoerenden hunner
zijds haar rechten eerbiedigen."
„Daar nu in deze aangelegenheid de ver
nietiging van het schip all-een kan worden
voorgesteld als een betreurenswaardige
dwaling, begaan door heit korte tijdsbe
stek, voor onderzoek ter beschikking van
den onderzeeër, en dus do plicht van dat
onderzoek, op welken onze regeering zoo
nadrukkelijk gewezen heeft, hier grovelijk
is veronachtzaamd, is het te verwachten,
dat de Keizerlijke Duitsohe regeering on-
vertvijld aansprakelijk worde gesteld door
deze zware inbreuk op de rechten der on-
dig-o mogendheden. Verhaaltjes van py
riet, onder het graan bedolven, of van
de bedoeling, het schip door do Engelsche
regeéring te laten Charteren, kunnen nu
niet eens rondgestrooid worden. Het- naak
te feit staat daareen Nederlandsch schip,,
gecharterd door do Nederlandsche regee
ring, is in het gezicht der Nederlandsche
kust in clen grond geboord door een staat,
die volhoudt vriendschappelijke betrekkin
gen met Nederland te onderhouden.
„Hoeveel dergelijke bewijzen van vriend
schap moeten wij nog ontvangen, voordat
wij verklaren, dat wij dan liever openlik
vijandschap begeer en
In het blad van hedenochtend komt do
„Tel." onder het opschrift „Sluipmoor
denaars" nog in de volgende bewoordigen
op het gebeurde terug
„De laatste „vriendelijke" daad, het tor
pedeeren van de „Katwijk", is zonder twij
fel van een zeer ernstig karakter.
„Uit de verklaringen der bemanning
blijkt, dat op dit stilligende sohip, dat al
zijn lichten voerde, waarvan dc Nederland
sche vlag breed uitwoei, dat al de kenmer
ken vertoonde, die een neutraal schip in
deze tijden vertoonen kan, zonder eemge
voorafgaande waarschuwing een torpedo
is afgeschoten niet. alleen, cloch door de
duikboot zelfs niet de minste poging is ge
daan de bemanning te redden. Alen heeft
haar in koelen bloede, na het schip lek en
in brand geschoten te hebben, aan haar lot
overgelaten en men mag van geluk spre
ken, dat zij na zes uur roeien in den nacht
nog veilig en wel aan boord van het licht
schip is kunnen opgenomen worden.
„De sluipmoordenaars, want een andere
naam past hier niet-, hebben natuurlijk niet
den moed gehad vóór noch na den helden
daad, hun vlag te vertoonen, zoodat men
wel ten eeuwigen dage in 't onzekere zal
verkeeren aangaande hun nationaliteit.
„Uit cle omstandigheden waaronder deze
laffe daad bedreven is, heeft het Neder
landsche volk echter reeds zijn conclusies
getrokken, doch wij waarschuwen er ern
stig voor, dat men zich door zijn veront
waardiging niet te ver late voeren en onze
Regeering niet doe spelen in de kaart van
een of andere mogendheid, die er blijk
baar belang bij heeft ons zoodanig te prik
kelen, dat wij ten slotte hebben te over
wegen of wij ons goed recht met de wape
nenen in do hand al of niet zullen verdedi
gen. Wanneer ons land toch aan de alge-
meene razernij moet deelnemen, dat het
dan onze Regeering zij, die het- oogenblik
kiest en niet dc Regeering, die deze laffe
sluipmoordenaars tot handlangers heeft."
De „MAASBODE" schrijft het vol
gende in haar blad van gisteravond:
„Met dit feit ondergaat ook weer de
aard der „vriendelijkheden", die wij van
Duitsche zijde moeten ondervinden, eea nieu
we stijging.
„Al moeilgker en moeilijker werd het
optreden der Duitsche U-mannen en lucht-
vaarders, want wq kunnen in het alge
meen nog niet de Duitsche autoriteiten ver
antwoordelijk stellen voor alle daden door
hen ondernomen, te verklaren, om van
te rechtvaardigen niet te spreken. Aloeiljj-
ker en moeilijker werd het, ook al hield
men dan geen rekening meer met de vroe
ger erkende wetten en bepalingen, maar
met de maatregelen, die uit de oog-om-oog
en tand-om-tand politiek waTen voortge
vloeid.
„Alet de „Katwijk" is het, voor zoover
de bijzonderheden tot dusver bekend ge
worden en te vertrouwen zjjn, haast een on
mogelijkheid om aan oen' ongelukkig uit
vloeisel van den repressaille-oorlog, welken
Duitschland en Engeland voeren, te denken.
Op geen enkele manier is het verband te
vinden, dat het in den grond boren van
dit scnip met den handelsoorlog tusschen
Duitschland en Engeland in zijn meest scher
pe en verbitterd karakter hebben kan, op
geen manier 13 het feit te verklaren door
een van de, ook meest vérstrekkende uit
leggingen, die men aan de bekende Duit
sche nota van 4 Februari zou kunnen geven.
„Het schip was een als neutraal kenbaar
schip, het was geladen met regeerings-
graan, voer naar een neutralo haven en
trachtte niet to ontsnappen, want het lag
geankerd. Welko redenen zijn er dan, ook
ook al neemt men. wij zeggen het nog eens,
voor het optreden der vijandelijke partijen,
niet reeht-en-wet, maar de bittere wraak-
politiek ten grondslag. welke redenen
zjjn er dan aan te geven om de vernieti
ging van "zulk een schip te verklaren?...
„Men weet, dat wij bij vroegere geval
len het optreden van do U-mannen en de
luchtvaarders geduid hebben als jammer
lijke uitvloeisels van de algemeene regels,
die ue oorlogvoerende partijen voor den
handelsoorlog zich gesteld lndd:n, zonder
tot een veranderde houding van Duitschland
to behoeven te besluiten. Welke opvattin
gen wij later door een officieeie verkla
ring bevestigd zagen. Of echter een der
gelijke uitleg nu nog mogelijk is?
„Wij stellen doze pijnlijke vragen in de
veronderstelling, gelijk wij reeds zrlden, dat
de bijzonderheden tot dusver bekend ge
worden, de ware cn juiste zijn. Dat de pa
pieren van het schip onderzocht en de aard
cn bestemming van het schip bekend dus
waren, dat inderdaad ook een Duitsche on-
derzeeëer aan het „werk" geweest is en
geen in een drijvende mijn veranderde tor
pedo een ongeluk heeft veroorzaakt of eoa
ander noodlottig „toeval" zich heeft voor-
Een lezer te Zwolle, zich tcekenende
Vaderlander" zendt ons ter opname de
volgende, als waarschuwing bedoelde ont
boezeming
,,Een stem uit het volk: „Niet als de
trotsche eik, dien de stormwind velt, doch
als 't buigend riet zij Nederland in deze
tijden".
„Klinkt dit niet als een waarschuwing
voor de Waarheid, die thans docr de we
reld gaat?" vraagt „Vaderlander".
Dc „Katwijk" cn
„Tristan uud Isolde"".
In de „TEL." lezen we nog het vol
gende
Uit meer dan een dozijn ingezonden stuk
ken, die ons nu reeds over het torpedee
ren van d-e „Katwijk" bereiken, blijkt
de felle verontwaardiging, die deze laffe
daad gewekt heeft. In al deze stukken
wordt een bepaalde natie aansprakelijk
gesteld voor deze misdaad, doch zoolang
daaromtrent geen zekerheid bestaat, kun
nen wij dergelijke stukken, met hoe innige
overtuiging zij ook geschreven zijn, niet
plaatsen.
Er zijn zelfs inzenders, die verband weu-
schcn te leggen tusschen den ondergang
van de „Katwijk" cn een uitvoering van
„Tristan und Isolde", hedenavond in
onzen Stadsschouwburg en ons publiek
aanraden, Herrn Otto Lohsc ech behoor
lijke ontvangst te bereiden. Men zij niet
zoo dwaas. Herrn Lohse, noch een van
zijn zangeressen of zangers heeft de „Kat
wijk" in den grond gehoord. Wie' de-
monstreeren wil, blijve thuis.
Vraag: Zijn de verschenen en de nog
•te verschenen nummers van het verkort
verslag v3n de Tweede Kamer van dit zit
tingsjaar alsnog verkrijgbaar? Zoo ja, waar?
Wat zijn de kosten?
Antwoord: Wenrl u tot den directeur
der Landsdrukkerij, Den Haag.
Vraag: Zou u mij ook kunnen inlich
ten of een patroon verplicht is, zijn kan
toorbedienden, bij 't verlaten hunner betrek
king een getuigschrift te geven?
Antwoord: Ja, een patroon is ver
plicht een getuigschrift te geven.
Vraag: Zou u mij even willen mede-
deelen, welke heeren hier stenografen bij
den Gemeenteraad zijn, en welke systemen
zij beoefenen?
Antwoord: Gewoonlijk zijn dit steno
grafen van de Tweede Kamer. Zij be oef en-m.
het systeem Steger.
V raag: Welk voedsel bevat veel ei
witstoffen cn welk veel koolhydraten?
Antwoord: Peulvruchten, erwten
cn boonen. bevatten veel eiwitstoffen en
tegelijk veel koolhydraten, resp. 22 cn
53 pCt. Bij tarwebloem zijn die cijfers
11 en 70 pCt. Aleelspijzen zijn over 't al
gemeen rijk aan koolh\'dratenf doch be
vatten weinig vetten. Vleesch, visch en
gevogelte, die meer vetten bevatten
(vooral varkensvleesch) zijn arm aan
koolhydraten. Melk, boter, kaas en eieren
eveneens. Het verdient daarom do voor
keur een gemeng'dc voeding te gebruiken.
Vraagt: Geeft een leeraar M. O.
in één der moderne talen ook privaatles?
Zoo ja, wat wordt daar dan in den regel
voor betaald
Antwoord: De meesten wel Een
vast tarief bestaat daarvoor niet, maar
liet gemiddelde zal ongeveer f 2.50 per uur
zijn. wanneer twee of meer personen ie
gelijk les ontvangen, zal het bedrag wel
wat kleiner zijn. Concurrentie is er niet
veel, omdat men het liefst van een specia
liteit les neemt.
V r a a gZou u mij het adres eens
kunnen zeggen van prof. Lorentz?
Antwoord: Prof. dr. H. A. Lorentz
woont te Haarlem. Wij weten niet de
straat, rnaar als u een brief schrijft, waar
op behalve den naam de woonplaats Haar
lem voorkomt, dan komt deze wel terecht.
V raag: Een meisje heeft men opslag
beloofd cn het heeft dezen al een keer
ontvangen. Nu heeft het meisje haar be
trekking opgezegd en wil haar patroon
haar den opslag inhouden. Er zijn geen
voorwaarden gemaakt bij heb opslag ge
ven. Is het nu geoorloofd, dat haar pa
troon het geld inhoudt?
Antwoord: Weineen t Dat moet
de patroon blijven betalen.