Maandag 1 Februari.
Tweede 13 kul. Ak 1915.
leidsche schouwburg.
Gemengd Nieuws.
Sierk© Bansfte.
N°. 16850
HEYERMANS-HULDIGING.
Leiden heeft zich geschaard in de rij
van de Nederlandscho steden, waar onzo
eerste tooneelschrijver van den tegenwoor-
cligen tijd, Herman Heyermans, gehuldigd
is ter gelegenheid van zijn 50ÖQ verjaardag
en van de herdenking van do 500ste op
voering van het spel-van-de-zee ,,Op Hoop
van Zegen".
Een internationaal comité was het bewijs,
dat niet alleen in ons land behoefte werd
gevoeld om Heyermans te huldigen, maar
<lat ook over de grenzen het werk van.
dezen Nederlandschen auteur den roem
heeft weten te verwerven, dien het in het
eigen taalgebied deetechtig werd.
Dc Sleutelstad is niet een der eerste
plaatsen geweest, waar Heyermans gehul
digd werd. Eigenlijk was de hoop, dat
men hem hier nog zou kunnen toejuichen
als uiting van dank voor het genot dat hij
de bevolking in al haar lagen door de
voortbrengselen van zijn groote talenten
heeft geboden, van dank ook van hen, die
Heyermans' richting in zijn werken zoo
na staan en deze van groote beteekenis
oordeelen voor het maatschappelijk leven,
zeer gering geworden, tot vóór ruim een
week bekend werd, dat een feestvoorstel
ling ter herdenking van de 500ste opvoe
ring van ,,Op Hoop van Zegen" zou wor
den gegeven, waarbij de schrijver zelf te
genwoordig zou zijn.
Een sub-comité vormde zich om op te
wekken tot deelneming aan de huldiging,
door dien avond in den schouwburg aan
wezig te zijn. Verschillende stadgenqoten
van naam maakten hiervan deel uit. Maar
nu moet ons direct van het hart, dat dat
deel van het schouwburgbezoekend pu
bliek, waarop deze bewonderaars van
Heyermans kunst hun grootsten invloed
uitoefenen, slechts in kleinen getale aan
wezig waren. Waar bleven de loge- en
baignoire-bezoekers 1 Waar waren de cla-
mos- en heeren-studenten, die door de
besturen hunner vereenigingen waren op
geroepen Doch dat publiek, dat altijd
flink tegenwoordig is bij de opvoering van
een van Heyermans' tooneeispelen of
heb zich met de richting dier spelen altijJ
vereenigt, dan wel of het van spel en
handeling alleen komt genieten, doet niets
ter zake dat publiek was sterk ver
tegenwoordigd. Parterre en bovenste ran
gen waren geheel uitverkocht en met een
tamelijk bezette loge en baignoire mag
worden gezegd, dat de opkomst voortref
felijk was.
De opvoering van ,,Op Hoop van Ze
gen" werd een geweldig succes. De laatste
paar jaar hebben we hier eenige uitnemen
de opvoeringen van dit stuk gehad, doch
op zoo hoog peil als ditmaal, stonden die
voorstellingen niet.
Jan Buderman was als Bos nimmer te
voren zoo goedin den loop der tijden
heeft zijn vertolking van den reeder ge-
v/onnen in breedte en diepte. Hij heeft
z'n rol veel meer levenswaarheid gege
ven. Dan hebben sommige rollen ook ge
wonnen door verandering van vertolkster
of vertolker. Al was Henriétbe van Kuyk
allengs beter geworden als do reeders-
dochtcr, ze gaf hier nooit, wat we nu van
Mien ErfmannSasbach zagen. Haar
nieuwsgierigheid, zonder eenig meeleven,
j naar heb harde leven der visschersvrou-
wen, haar betrekkelijke hardheid voor de
afgeleefde oudjes, die voor haar slechts
zijn motieven voor teekeningetjes, haar
wroeging ook, wanneer ze verneemt, dat
do drijvende doodkist", do ,,Op Hoop
van Zegen" vergaan is, zijn zoo treffend
weergegeven. Dan Van Warmelo als
Kaps, de boekhouder de laatste keeren
aan Hissink toevortrouwd wat heeft
door zijn creatie het vierde bedrijf ver
bazend gewonnen.
De namen van Julia Cuypers, Marie
Faassen, Willem van der Veer en Adolf
Bouwmeester, zijn reeds onafscheidelijk
verbonden aan Jo, Marietje, Geert en den
ouden Kobus, het diaken-huismannetje.
En lest bestKniertje, die goeie, oude
Kniertje. Kooit, nooit zal die naam kun
nen worden uitgesproken, zonder dat men
denkt aan Esther de BoerVan Rijk.
Nimmer kan deze grootmeesteres in dö
tooneelspeelkunst genoeg lof worden toe
gezwaaid voor wat ze hier heeft ge
presteerd.
Nauw is het doek voor cle vierde maal
neergelaten, nauw heeft Knier, als toon
beeld van meest-volslagen onderworpen
heid het reederskantoor verlaten of het
scherm gaat andermaal omhoog en vult
zich het tooneel met de actrices en acteurs,
die in dit spel-van-de-zee zijn opgetreden.
Maar nu in civiel. En wanneer de voor
zitter van het schouwburgbestuur, aan 't
hoofd van een „huldigende stoete" naar
voren schrijdt, komt van de andere zijde
van het tooneel onder luide toejuichingen
Heyermans op, gearmd met de meesteres
vertolkster van meerdere rollen zijner
werken, met haar, die nog pas als Knier
tje, door haar spel eenige honderden men
sehen heeft ontroerd.
Als het applaus slechts even bedaard
is, richt zich prof. Fockema Andreae tót
Heyermans. Veel woorden acht hij niet
noodig om Heyermans te huldigen, want
geen grooter loftuiting is er voor dezen
schrijver, dan dat een zijner stukken meer
dan 500 maal i3 opgevoerd.
Er zijn, zoo vervolgde prof. Fockema
Andreae, twee richtingen in de letter
kunde: n.l. die van hen, wier stelregel
heb is, om niet alleen de lichtzijde van het
leven op het tooneel te laten zien, maar
ook den vinger te leggen op do schaduw
plekken, die dus spreker's- Friesch hart
kwam hier naar voren wil laten zien,
dat heb „libben net allinnig rys mei resi-
nen, mar ek wol ris grót mei kr^dde" is,
wat wil zeggen, dat het leven niet alleen
rijst met rozijnen, maar ook wel eens gort
met wilde radijs is.
En dan de andere richting, die alleen
het schoone te zien wil geven onder do
mooiste vormen.
Dat de eerste kunstrichting plaats ver
dient, heeft het succes van de voortbren-
selen er van bewezen dat succes is, aldus
spreker, zich richtend tot Heyermans, te
danken aan uw talent.
Prof. Fockema Andreae dankt Heyer
mans voor het groote genot dat hij velen
geschonken heeft. Dock dat genot is mee
te danken aan de uitstekende vertolking
door kunstenaars met groote gaven.
Dat dan de spreker hier onmiddellijk den
naam noemt van de vertolkster van
Kniertje, niemand zal dit verwonderen.
Niets ontroerenders is er, dan die schep
ping van mevrouw De Boer, aldus prof.
Fockema Andreae.
En clan biedt spreker onder luicl, steeds
voortdurend applaus, Heyermans een
grooten lauwerkrans aan en mevrouw
De Boer een prachtig bloemstuk.
Namens het Leidsche Studentencorps
overhandigde de heer Assendelft de
G'oningh den jubilaris een lauwerkrans
met. wit en licht blauwde linten en cle heer
Woldringh van der Hoop deed zulks na
mens de schouwburg-commissie uit het
corps. Met een hartelijken handdruk aan
vaardde Heyermans deze hulde.
De vierde lauwerkrans, rijkelijk door
vlochten met roode tulpen, was er een
van de afdeeling Leiden der S.-D. A.-P.
Do heer Sierag zeide, dat do afdeeling
blijk heeft willen geven van haar waar
deering voor hem, die op do meest tref
fende wijze het leed der arbeiders heeft
geschilderd. Spr. had meer willen zeggen,
maar hij kon dit hier niet doen en zou 't
daarom bij cleze weinige woorden laten.
Met een langen, hartelijken handdruk
aanvaardde Heyermans ook dit huldeblijk,
om daarna even zelf het woord te nemen.
Voor deze ontvangst toonde hij zich zeer
hartelijk dankbaar. Aan Leiden heeft hij
twee gezellige en een minder gezellige
herinnering. Uit het verdere blijkt, dat
spr. waarschijnlijk bedoelde twee minder-
gezellige en één gezellige.
In 1893 was hij hier voor 't eerst. Voor
een publiek van vijf personen, cle vijfde
was hij zelf, traden Le Gras, Van Zuylen
en Haspels met een stuk van hem op. Het
stuk viel. En tpen hij in de bestuurska
mer, na afloop een glas wijn dronk, dacht
hij- zoo je laatste glas wijn als auteur.
Kort daarop woonde hij in Katwijk. Daar
werd z'n dochtertje geboren en bij die
gelegenheid kreeg hij een telegram van
Leidsche groenen, die hem meldden, dat
ze zich verplicht gevoelden beschuiten mot
muisjes.te eten, ter eere van de geboorte
van Mien Heyermans.
Een minder aangename is, dat in deze
stad van wetenschap en geestesleven, de
opvoering van „Allerzielen" steeds verbo
den is. Doch Heyermans Röopte, dat, wan
neer de 500ste opvoering van dit tooneel-
spel zal worden gegeven, Leiden reeds
meerdere malen er mee zal hebben kennis
gemaakt en mee zal doen aan een her
denking van die 500ste opvoering.
Dat was heb einde. Langdurig applaus
volgde, eenige malen werd gehaald en de
Heyermans-huldiging behoorde tot het
verleden.
„ZENUWACHTIGE VROUWEN".
Een stuk van onheteekenenden inhoud,
maat dat zich voor een amusanton avond
zeel* goed leent. Wjat is el* door de talrijke
aanwezigen veel on hartelijk gelachen. De
talrijko aanwezigenReeds twoa avonden
te voren dichtbezettfl zalen on ook nu weer
een bijna uitverkocht parterre, goed-bozette
bovenrangen ,en oen good bezoek voor bajg-
q,tiire.
Do N. V. ,,Heb Toondol" hoeft mot de
opvoering van „Les Fomm'es nerveuss»" van
Ernst Blum en Raoul Touché, veel suoces
gehad. Een vl ot .ges cbreven blijs pal mot veel
geestige dingen, maak dat toqh alleen bij oen
superieure vertolking het. goed floot.
Alex Faassen heeft weer eons getoond,
dat do in-scène-zotling van ean blijspel als
dit, voer hem altijd nog eon heel aangename
bezigheid is. Do ateliers van Royaards
leverden \oor hot tweede bedrijf een zeer
geslaagd decoratief voor een, banketbakkers
winkel.
Wie het meeste succes van den avond had,
was Jan Musch. Deze knapste en vtel-
zijdigsto acteur van Royaards' gezelschap,
heeft £ich weer lauweren g^gaayd bij' de
vele in zijn verschillendo créaties reeds ver
worven. Het eerste bedrijf was tamelijk
langdradig, maar voor liet tweedo is dat zoo
erg niet, want Musch' is in staat om door
.zijn levendig* spel, dab gelicd te dom
vergeten, 't Was weer eon prachttype, die
koekenbakker. Dat lichtgrijze kostuum, dat
snorretje, het dandy.achtige gedraai, 't amu
seert alles even sterk'. Dan die hoogs Lam u-
sante tooneeltj&s met Sophie cle Vries, die
uitmaal ook weer gons echt op droef was.
Haar ratelend gebabbel, haar coquet gedoe,
het werkt bijzonder mee om (Je mode
maakster goed tot haar recht te doon komen.
Een ander kostelijk tweetal 'is Alex Faas-scn
als Chamcisel en Anna RossingSablairolles
als z'n vrouw. Wie kan als deze laatste
'n schoonmoeder uitbeelden, die in alios haar
zin weet to krijgen, zoo een met haar op do
tanden En wio kan als Faassen con man
nen type weergeven, dat z'n vrouw iri veel
gelijk geeft, maar ten slotte toch stools
eigen wil doorzet Daarin zijn zo ook nu
weer uitnemend geslaagd.
Co Balfoo'rt liad goede oogenblikkcn als
Rontgibaud, inaar soms was hij wel wat
te onstuimig. Z'n vrouw Antoine werd ge
speeld door Jacq. RoyaardsSaudberg. Soms
kan deze actrice met zoo'n huilorigcn stem
spreken. Een euvel, dat we ook nu moesten
constateeïen. Bepaald aangenaam deed het
niet aan.
Hiermee hebben, we do hoofdpersonen ge
noemd. Daarnaast waren er nog ©enigo klei
nere rollen: dienstbode, winkelmeisjes,
schorre meneer. Ecu kittig dienstmeisje gaf
SaTa Hcyblom. Zoo'n aardig verscjhijninkjo
met haaï donkere kijkers.
Do winkel van Chapeloux ha/1 een groote
aantrekkelijkheid door de vier lieftallige win
keldametjes, de dames Coha Ka lisbergen,
Annie do Raay, Annie Westdijk en Catha-
(rina van Praag.
Bo schorre meneer van Meyer van Becrn'
was mede goed geslaagd.
Het blijspel werd vlot gespeld. Van de
eene dwaasheid tuimelde mien in do andere
cn zoo was ook do vreugde gseu oogenblik
van do lucht.
Het oude vrouwtje», dat zoo-
als dezer dagen gemelcl is in haar wo
ning in een hofje aan de Lombardstraat,
in Den Haag zioh wat wilde warmen met
behulp van haar stoof, waarin zij oen pe
troleumlampje had gepla-atst, toen in
dommelde, ten slotte in brand geraakte
en in deerniswekkenden toestand naar heb
Ziekenhuis moest worden overgebracht, is
daar Zaterdag aan de bekomen brandwon
den overleden.
LTsbaan zonder ijs. Hoewel
er geen ijs is, heeft het bestuur der IJsclub
Haarlem en Omstreken tooh Zaterdag
avond do leden met hun dames uitgeuoo-
digd een kijkje op cle baan te nemen,
hoofdzakelijk om do inderdaad schitteren
de verlichting te bewonderen. Deze en het
feit, dat do buffetten geopend waren, ga
ven aanleiding tot een druk bezoek en tot
een ongedachte gezelligheid, zoödat men
algemeen dit bestuursplan toejuiohte. Als
vanzolf kwamhet tot een dansje cn
tot een wensch naar herhaling.
Een assistent vermoord.
Naar de „Deli-Courant" verneemt, is 17
December op de gouvernementsrubber-
onderneming in Langsa een assistent in do
fabriek door Javaansdhe koelies aangeval
len en vermoord.
Do verslagene heet A. Bueno Bibaz, was
geboortig uit Soirinamo en 22 of 23 jaar
oud. Hij was sinds een halfjaar op do on
derneming en belast met de functio van
tap-assisfcenfc, en kon daarbij, blijkens hot
absoluut uitblijven van klachten of wrij
ving, goed met zijn koelies omgaan. De
laatste dagen echter verving hij tijdelijk
een assistent in de fabriek. Vrijdagmorgen
nu wildo plotseling een groote troep koe
lies gelijktijdig do fabriek binnentreden,
om daar hun latex af to leveren. Daarbij
ontstond een gedrang en een tumult,
waartegen do vermoorde, ter handhaving
van do orde. optrad. Of hij daarbij hard
handig is opgetreden, is nog niet bekend,
maar wel waarschijnlijk, omdat dc koelies
woedend werden en een dreigend© houding
aannamen. Om hen van baldadigheden te
rug te houden, werd de politie opgebeld
cn hun gezegd, dat do politic-hun onmid
dellijk een dergelijke houding zou afloe
ren.
Tijdelijk' werd daardoor de orde her
steld, doch voor niet langen tijcl. Een
kwartier later kwam n.l. een groote ploeg
koelies uit te kebon en het geval hooren
de, besloten zij klaarblijkelijk den assis
tent aan te vallen. Want zij drougon met
elkaar op het hok aan, dat ter beveili
ging om den motor is geplaatst en waar
binnen de betrokken assistent zioh bevond.
Met kapmessen, tjangkols en allerlei
voorwerpen, die ze voor do hand vonden,
vielen zij den man aan en in een kort
oogenblik lag de assistent -met 14 gapende
wonden stervend op den grond. Een col
lega, dio zich ook in de fabriek bevond,
werd vastgehouden en met een mes op den
borst bedreigd zich kalm te houden. Toen
geconstateerd werd, dat- de man gedood
was, ging er onder de koelies een luid hoera
op. De collega wercl daarna losgelaten,
maar dezo was zoo van streek, dat hij niet
eens wist wie hem hadden vastgehouden
en evenmin kon aanwijzen wie den aanval
en de moordpartij hadden volvoerd.
De politie, die onmiddellijk werd ge
waarschuwd, stelt thans een onderzoek in
onder de ongeveer 150 koelies, die zich in
de sohuur bevonden. Met welk resultaat, is
ons tot heden, 19 Decc-mber, onbekend.
Op de onderneming begrijpt niemand,
wat den koelies aanleiding kan zijn ge
weest tot een dergelijke daad. Algemeen
mocht, men den verslagene graag en men
had de overtuiging, dat k'ij uitstekend met
do koelies kon opschieten.
Naar aanleiding van het bericht,
dat een milicien uit "Wateigraafsmeer te Nichto-
vecht zijn vrouw met eeu revolverschot van
het leven beroofd zou hebben, deelt men mede,
dat volgens verklaring van den medicus van
Nicbtevecht, dr. Callonfels, die een der eerst
aanwezigen op de plaat3 d s on'ioils was,
deze, volgens alles, wat hy daar gezien en
gohoord had, overtuigd was, dat het gebeurde
geweton moe3t woiden aan eon noodlottig
toeval.
Voorts wordt nog gemeld, dat de heer R.
eenigan tijd geleden per ftefs naar Nichtevecht
gereden was en toen zijn revolver by zich
had, benevens een flescbje mot zeker vocht.
Hy viel, waardoor zijn revolver door liet- vocht
beschadigd werd. Eenigen tyd later, toen hy
niot meer aan het ongeval dacht, wilde hU
zyn revolver schoonmaken, waarbj dan liet
noodlottige schot moet zijn afgegaan.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.
Stadstimmerwerf. Tolophoon No. 127.
Geopend's morgens van 9—12 cn
des middags van 2—5 uur.
AANVRAAG VAN WERKZOEKENDEN.
2 Klerken, 83 Timmerlieden. 24 Opperlieden.
22 Stucadoors, 27 Metselaars. 5 Voegers. 7 Steen
houwers. .53 Schilders, 1 Behanger. 1 Stoffeerder,
6 Moubelmakers. 2 Stokers, 2 Smeden, 5 Grof-
bankworkers, 1 Mach. bankwerker, 3 Bakkers,
11 Typografen. 15 Kleermakers. 1 Sigarenmaker,
1 Huiskncoht, 7 Schippers, 17 Grondwerkers, 2
Warmoeziers. 9 Bloemisten, 19 Loopknechten,
6 Loopjongens. 80 losse Werklieden. 130 Mannen
(allerlei).
AFD. VROUWEN.
Volkshuis. Talephoon No 1477.
Geopend: van S—12 uur.
5 Dienstboden. 11 Naaisters. 15 Werksters.
1 Kantoorbediende. 4 Winkeljuffrouwen. 2 Kinder
juffrouwen. 22 Fabrieksarbeidsters, 63 Textiel-
arbeidsters, 45 Vrouwen (allerlei).
44)
Jawel. Daar ginds, in de verte, zag zij,
alsof haar wcnsch hem had opgeroepen, zijn
I rijzige gestalte op den lichten straatweg
I nader komen. Maar hij liep zeer langzaam,
I als in gedachten verdiept. Trouwens, hij
Rad geen haast, want hij had immers geon
thuis! Hij wist niet, dat iemand zoo ver-
langend uitzag naar zijn komst.
I Vlug liep zij naar beneden, do kamera
door cn naar de veranda. Daar verstopte
zij zioh achter een der pijlers, geheel be-
^ekt door de weelderige wijnranken. Op het
B laatste oogenblik, toen hij zijn voet op de
onderste trede van de trap gezet had., kwam
74J uit haar schuilhoek to voorschijn.
Rij schrikte blijkbaar van die onverwachte
I Vorschijning. Haar van blijdschap stralend
I gelaat scheen hem te ontroeren en zwijgend
bleef hij een oogenblik tot haar opzien.
I v.,1aarom sta, jo hier?" vroeg hij cinde-
I hjk.
i,Omdat ak met je wenschio to spreken
I 01udat ik zoo bang was, dat je morgen
B t>p trcia zoudt gaan zonder afscheid van mij
I te nemen."
k"waJa horen en ging op een van do
Yn ffCV'ochten canapés zitten. Zij liep
met hem' modo en ging- naast hem zitten.
-hu, wat is er?" vroeg hij, zonder zijn
I fa wijzS-gon.
,vf zeide zij, „het was niet wda'r wat
Jk J® straks gezegd heb, dat ik komedie
Jvspeekl cn je gevleid had. Ik had hot wel
doenik had sedert lang gehoopt
iets dergelijks te kunnen dc-en; maaJr toen ik
begon, werd liet ernst, zonder dat ik er
iets tegen kon doen."
Hij wierp een onderzoekenden blik op haak
en zag toon oen onderen kant uit.
„Jo zegt dat nu, omdat jo zoo iets als
inedolijdeu met mij gevoelt, en mij wilt
troosten."
„Neon. neen, waarlijk niet. Hbt is waar."
Maar zoo dadelijk liet hij zich niot over
tuigen. Zijn gelaat wildo maar niet ophel
deren en nu bewaarden zjj bedden liet stil
zwijgen.
„Overigens doet het er niets too wat je
bedoeling was," z-cido hij ton laatste. „Do
beteekenis blijft dezelfde."
Martha zat met neergebogen hoofd Cn het
zakte al dieper en lager op haar borst. Plot
seling liet zij haaT voorhoofd togen zijn
arm, die over 'het kussen gelegd was, rusten.
„Vergeef heb mij, Olof," fluisterd© zij;
„vergeef mij."
„Vergeven? Jou?" vroeg hij verrast, zoo
wel over haal* ontroering als «ver die be
weging met haar hoofd. „Wat is or to ver
geven? Dio scherts van onlangs?"
„Dio, en nog veol, voel meer. O, als je
eens wist hoe verheugd ik ben, Olof! Wat
is het een. genot jou om vergiffenis te
kunnen vragen I"
„Martha, wat zeg jé daar?"
Hij hief haar gelaat voorzichtig óp en
keerdo het liom too.
„Toen wij' naar huis' gingen, heb jo iets
tegen mij gezegd, dat mij to denken .heeft
gegeven," vervolgde zij. „Namelijk, dat ik
nooit lieve woordjes tob je gesproken had.
En dat heb ik ook niot gedaan, Olof. Ik
heb hot jo nooit gezegd of flink getoond
"wat jo voor mij waart; hoo h'oog je in mijn
aqhfeing «tondt .wolk eog ephoone, Welk
een heerlijke heldenfiguur je in mijn oogen
was En je gevoelde ör natuurlijk behoefte
aan dit iu mijn oogen to lezen. Het doet
zoo goed ons van. onze beste zijde' te zien,
door een ander. Zoo iets verheft ion ver
edelt; het vormt een sterken band tusschen
twee harten. En do liofdo is vooTzeker in
de eerste plaats geroepen ons dat goede beeld
te vertonnen. Maar ik had dit niot begre
pen cn daarom kon ik zoo weinig voor
je zijnHet js mijn schuld, dat het
tusschen ons zóó ver gekomen is."
Wederom gleod haar hoofd neer, maar
thans niet op zjjn arm, doch tegen zijn
borst. Toen nam hij haar béide handen in
zijne, drukte er bijna .eerbiedig zijn lippen
op, en er bbuik een traan in zijn Oogen,
toen hij haar aanzag.
„Martha, mijn lief vrouwtje, je zult over
dit uur nimmer spijt behoeven te gevoe
len
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
Alles in het oude Revo huis, dat getuigo
Was geweest van hun groot geluk en liun
grooto smart, moest voor den dag gehaald,
Sn kisten gepakt cn bewaard worden. Nog
vóór 'Ji et einde van September zouden die
noodzakelijke bemoeiingen afgedaan en zij
onderweg zijn naar een ander tehuis, in oen
ander land. Geen wonder, dat Martha, aodert
zij met oom en tante weder naar de stad
was teruggekeerd, haar handen vol werk had.
Desniettegenstaande nam Olof toch gedurig
haar tijd voor hemzelf in beslag.
Zij geleken het meest op een p'as ver
loofd paar.
Als Zij aan haaT naaiwerk zat, trok hij
haar dit uit de hand, om haar aTmen om
'Zijn hals te leggen. Als zij samen wog-dn
uitgereden om een paar nooligta inkoopen
to doen, dan kon hg opeens den koetsier
order geven om naar buiten te rijden en
dan verspilden zij den gchéekoi morgen met
wandelen en rijden, bij afwisseling. Was
Martha ergens bezoek gaan afleggen, dan
kwam hij haar al spoedig afhalenvaak vond
zij liem ook op de straat wachtende. Zij
dachten aan niets of niemand dan aan
elkander.
Soms liet Martha de handen peinzend in
den schoot vallen met liet naaiwerk, of zij
bleef midden in de kamer staan, als zij iets
was gaan halen, alleen om adem1- te halen
en zichzelf verwonderd af to vragen of zij
waakte of droomdeOf het waarlijk voor
haar was, dat de nieuwe lento nog zoo Jaat
ïn den zomer haar bloemensehat toonde?
Tante Ebba had niets gezegd; zij had
volstrekt niet getriomfeerd over do juiste
uitkomsten van haar voorspellingmaar zij
Rep door het liuis met haar oud gelaat innig
vergenoegd glimlachend en als zij tot of
over hen sprak, noemde zij Martha $n Olof
altijd „haar Reve kinderen,"
Alleen, als zij aan do reis on het" verblijf
te Parijs dacht, werd dio vroolijke uitdruk
king door een bedroefd wolkje verduisterd.
Zonder Martha zou haar wereld zoo akelig
stil en ledig zijn. Als Martha thans bij do
oudelui kwam, Vroeg zij nu en dan wel
eens naar Kurt Tholandor, maar hij was
nooit thuis. Of hij was reeds uit, als zij
kwam, óf hij was dadelijk daalrna uitge
gaan, zooda.t tan to Ebba, hom' niot inteer in
zijn kamer vond.
Zij bedoolde met haar v'ragón naar liem'
nu juist niet bepaald het verlangen om hom;
to ontmoeten. Seder-1 do omstandigheden zich
op dezo wij zo hadden ontwikkeld als in den
laatston tijd het geval geweest was, zag zij
een weinig togen het samenzijn met hem.
op. Hij zou haar wijze van handelen zeker
niet begrijpen cn ua hot halve ver-trouwen,
dat zij hem gesclioukcn liaal, mjoest haar
gedrag hem misschien wol onverklaarbaar
toeschijnen. Zij was er ook volstrekt niet
zeker van, dat zij dit voor hem zou kunnen
ophelderen, als zij trachtte hot to doon;
iets, waar too zij zeer weinig lust b: speur
de. Maar omtrent dit alles behoefd© zjj
hem geen rekenschap te g»even. Zij wist zelf
nauwelijks hoe alles zoo gekomen was.
Toch deed zijn ontwijken van haar, Marlhai
onaangenaam aan. Dit kon moeilijk anders.
Hij scheen haar zijn minachting te villen
laten gevoelen. En soms bekroop haar do
gedachte, dat zij in zeker opzicht verant
woordelijk was voor hem. ILad zij zich in
zijn oogen niet voorgedaan als oen geheel
and ére» Wouw dan zij werkelijk was? Hij
had haar zeker voor voel sterker, volliar-
dender en trotseher gehouden dan zij nu
bewezen had te zijn, want Hij wist iyimerts
niot-, datnoen, dat kon hij niet weten,
en haar daarom ook niet verslaan
Zij zou toch hetland niot willen ver
laten zonder hem to hebben ontmoet. Daarom
giing zij, den dag vóór hun vertrek, op con
vroeg uur naar tante Ebba; op dien tijd
wist zij zeker, dat hij altijd thuis was;
en na mot do andoren een paar woorden
to hebben gewisseld, liet zij hom door do
meid verzoeken binnon to willen komen.
Dadelijk Méma verscheen lig ook reeds op
'den (Hompel zij nor kamerdeur, ging het
salon door en trad mot oen gomaakt lacbja
naaj* Mart'ha.
("Wordt vervolgdj