fi Slip Officieeie Kennisgeving. Kunst, Letteren, enz. A :f i 1 h JÉ >3) k No, 16843 Zaterdag £33 Januai'i. JL>ei*cle Blad. Af'. 1315. OPENBARE KENNISCEVING. MILITIE. INSCHRIJY1NQ. WAARSCHUWING. De Burgemeester der gemeente Leiden herinnert bij deze hen, die op 1 Januari van dit jaar hun 18e levensjaar hadden volbracht (alzoo de geborenen in 1896) en die krachtens de Militiewet (wet van 2 Februari 1912, Staatsblad no. 21) I binnen deze gemeente voor do Militie moe ten worden ingeschreven, voor zoover zij zich nog niet ter inschrijving hebben aan gegeven, aan hun verplichting om de aan gifte alsnog te doen en wer vóór 31 Januari aanstaande, waartoe de gelegenheid be staat ten stadhuize alhier (afdeeling Mi litaire Zaken) Kamer no. 9, op alle werk dagen, van des voormiddags 10 bot des na- I middags 2 uur. Kij vestigt hierbij tevens de aandacht f op art. 15 van evengemelde wet, waarbij bepaald op wie de verplichting tot aan- f gifte overgaat bij ongesteldheid of afwe zigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aangeven. Ten slotte brengt hij ter kennis van be- I langhebbenden, dat, indien zij &'<eh niet vóór 31 Januari a.s. ter inschrijving voor de militie hebben aangegeven, zullen wor den GESTRAFT met hechtenis van ten I hoogste veertien dagen of geldboete van j ten hoogste honderd vijftig gulden en in dien zij opzettelijk nalaten zich vóór ge- melden datum ter inschrijving aan te ge ven met GEVANGENISSTRAF van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zes honderd gulden. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR Leiden, 23 Januari 1915. Aangifte tot plaatsing op de Kiezerslijst. De BURGEMEESTER der gemeente Lei- den; Gelet op de wet van den 7den September i Staatsblad No. 154 gewijzigd i bij de wet van 8 December 1900 (Staats- blad No 208), tot regeling van het kiesrecht ea do benoeming van afgevaardigden ter Eer- et* en Tweede Kamer 'der Staten-Generaai Noodigt de manlijke inwoners der ge- meente, die den leeftijd van 25 jaren vóór of op den löden Mei a. a. zullen hebben i bereikt, uit, om: lo. zoo zij in een andere gemeente over j he* laatfct verlnopen dienstjaar in een der rijks directe belastingen zijn aangeslagen, wat de grondbelasting betreft in een andere J gemeente, of in meer gemeenteD te zamen I tot een bedrag van ten minste één gulden, daarvan door ovcrlcggins der voor voldaan j geteekende aanslagbiljetten of door den Rijks-ontvanger gewaarmerkte duplicaten vóór den löden Februari a.s. te doen blij- [ken. 2o. zoo zij in de grondbelasting wegens ODroerende goederen eener onverdeelde nala- enschap zijn aangeslagen doch hun naam nietig vermeld bij den aanslag in 't kohier, mits hun aandeel in dien aanslag ten min fit© één gulden bedraagt, daarvan vóór den JlÖden Februari a. s aangifte te doen onder overlegging van het aanslagbiljet of door den ontvanger gewaarmerkt kosteloos af te geven duplicaat daarvan, een opgaaf van pet aandeel in den aanslag en de noodige be9cbeiden ten bewijze van heb gemeenschap pelijk bezit. j De bij sub 1 en 2 bedoelde aanslagen moe- j ten loopen over het laatstverloopen diensb- jaar en betreffen de grondbelasting, de ver mogensbelasting, de belasting op bed rijfs- ©n andere inkomsten of een of meer der gójf eerste grondslagen van de personeele J^lasting, zooals die is geregeld bij do wet Van 10 April 1890 (Staatsblad No 72) Bierbij wordt opgemerkt, dat de aanslag der Vrouw in de rijks directe belastingen voor haar man geldt, die van minderjarige kin- I 'deren wegens goederen, waarvan hun vader «et vruchtgenot heeft, voor hun vader, ter- *ijl aanslagen in de rijks directe belastin- po. waarvoor eerst oh 31 December van het laatstverloopeD jaar een aanslagbiljet is uit gereikt buiten aanmerking blijven. 3o zoo 7.ii niet overeenkomstig het bepaal- «o sub 1 of 2 zijn aangeslagen, doch voldoen «an een der hieronder volgende voorwaar den, worden zij uit jenoodigd daarvan aan gifte te doen ter Secretarie dezer gemeente Vóór den !5dcn Februari a. a als: 8». dat zij als hoofden van gezinnen of Bla alleen wonende erscnen op den 31sten 'Januari sedert den Isten Augustus van het jaar hebben bewoond, krachtens huur, huia of een gedeelte van een I uis, waar voor met of zonder bijbehoorenden of m j ,Uur gebruikten grond of lokalen en bijge- 0u.Wen> hict ter bewoning bestemd, de wer^ e uke huurprijs, per week berekend, ten Bunste heeft bedragen de som van 1.75 of c achtereenvolgens in dezelfde gemeente, 2 zoo anigo huizen of gedeelte van huizen, krachtens eigendom, vruchtgebruik of uur eenzelfde vaartuig van ten minste 24 •pbioko meter inhoud of £1000 K.ö. laad. i "mogen. Hieibij wordt opgemerkt, dat r ook verschuldigd kan zijn in den vorm van contributie aan een coöperatieve bouw- j vereeniging, en dat geen aftrek van huur plaats heeft wegens het verschuldigde voor gas- of waterleiding, ingeval dit in den huurprijs is begrepen. Bij deze aangifte, wat huur betreft., moet worden overgelegd een opgaaf zoo mogelijk met aanduiding van straat en nummer, van het huis of gedeelte van het huis, of wel, ingeval van een verhuizing, van de huizen of gedeelten van huizen met of zonder bij behoorenden grond en lokalen en bijgebou wen, niet ter bewoning bestemd, door den belanghebbende van den Isten Augustus van het laatstverloopen tot en met 31 Januari van het loopende jaar bewoond, en van den gedurende hetzelfde tijdperk in huur ge bruikten grond alsmede van het bedrag der huurprijzen en van de namen en woonplaat sen der verhuurders, cn wat het vaartuig be treft, een opgave van den naam van het vaartuig, van den inhoud of het laadvermo gen, van den rechtstitel, krachtens welken het is bewoond en, is deze huur, van naam en woonplaats van den verhuurder. Deze aangifte behoeft oiet te ge schieden door hen, die krachtens ten vorigen jarc gedane aangifte op de loopende kiezerslijst voor komen en op 31 Januari 1915 nog hetzellde huis ot een gedeelte van hetzelfde huis of hetzelfde vaartuig bewonen, maar wel door hen, die na 31 Januari des vorigen laars een ander huis ot gedeelte van een Hauls of een vaartuig zijn gaan be wonen. 6. dat zij op den Sisten Januari sedert den Isten Januari van het laatstverloopen jaar achtereenvolgens bij niet meer dan 2 personen, ondernemingen, openbare of bij zondere instellingen in dienstbetrekking of als inwonecde zoon in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam zijn geweest en als zoodanig over dat jaar een inkomen hebben genoten van ƒ450 of 362 50 met vrije wo ning of inwoning of van f 150 met vrijen kost en inwoning, of van 237.50 met vrijen kost, of dat zij op den Isten Februari m het genot zijn van een door een onderneming, openbare of bijzondere instelling verleend pensioen of verleende lijfrente van gelijk be drag met dien verstande: dat voor hen, die in beide gevallen verkceren, zoo noodig, ter be reiking van het vereischte bedrag, het inko men, het pensioen en do lijfrente worden samengeteld. dat ten aanzien van vrijen kost, geen re kening wordt gehouden met den Zondag of algemeen erkende christelijke feestdagen of voor zooveel Israëlieten betreft, met den Sabbath dat indien de aard der werkzaamheden in een bedrijf medebrengt, dat zij in den regel een gedeelte van het jaar niet worden uit geoefend, ter berekening van den tijd ge durende welken iemand in dienstbetrekking is goweest, de tijd wordt medegeteld, gedu rende welken de werkzaamheden, waarvoor hij in dienst is, hebben stil gestaan, ook indien gedurende dien tijd de dienstbetrek king tijdelijk was opgeheven; dat indien in de plaats van het inkomen een tijdelijke ongevallenrente wordt genoten, deze zoolang zij wordt genoten, in rekening wordt gebracht tot een bedrag gelijk aan het normale loon en dat het inkomen, het pensioen of de lijfrente der vrouw geldt voor den man en dat van de inwonende minderjarige kinde ren voor de helft voor den vader. Hierbij moet worden overgelegd een op gaaf van den aard der dienstbetrekkingen van den belanghebbende, van naam en woon plaats van de personen bij wie, van naam en plaats van vestiging der ondernemingen of der bijzondere instellingen, of van den naam der openbar, instelling, waarbij hij van 1 Januari van het laatstverloopen tot en met den 31sten Januari van het loo pende jaar in dienstbetrekking was, en van de omstandigheid dat het door hem over het laatstverloopen jaar in dienstbetrekking genoten inkomen het gevorderd bedrag van 450 is bereikt, vrijen kost en vrije wo ning, voor zoover genoten, inbegrepen. Door den inwonenden zoon, die plaatsing op de kiezerslijst vraagt op grond van het werkzaam zijn in het beroep of bedrijf der ouders, moet worden overgelegd een opgaaf van den naam zijner ouders, vader of moe der, van het door hen uitgeoefend bedrijf, van de werkzaamheden, die hij daarin ver richtte, van het daarvoor over.het Laatst verloopen jaar io geld genoten inkomen, benevens van vrijen kost en vrije woning, voor zoover genoten. Voor het geval dat plaatsing op de kie zerslijst wordt gevraagd op grond van het genieten van pensioen of lijfrente moet wor den overgelegd een opgave van naam en plaats van vestiging der onderneming of der bijzondere instelling of van den naam der openbare instelling en van het pensioen of van de lijfrente. Indien het vereischte bedrag van 450 niet zoude zijn bereikt zonder rekening to houden met een of meer der bepalingen omtrent ziekte of verwonding, omtrent on gevallenrente, of omtrent inkomen, pensioen en lijfrente van vrouw cn kinderen, moet van deze omstandigheden in de opgaven melding worden gemaakt, waarbij, indien het geldt inkomen van vrouw of kinderen, tevens moeten worden opgegeven do bijzon derheden hierboven genoemd dat zij op den eersten Februari sedert een jaar den eigendom met recht van vrije beschikking hebben van ten minste 100 (nominaal), ingeschreven in de Grootboeken der Nationale Schuld of van ten minste f 50 ingelegd in de Rijkspostspaarbank, in een gemeentolijko Spaarbank of in een Spaarbank, beheerd door het bestuur van een rechtspersoonlijkheid bezittende Vereeni ging, van een Naamlooze Vennootschap, van een Coöperatieve Vereeniging of van een Stichting. Onder de bijzondere Spaarbanken, bedoeld in de vorige alinea, zijn de Banken, opge richt na 1 Mei 1900, alleen begrepen voor zoover en voor zoolang als zij blijkens op gave aan het bestuur der gemeente, waar zij gevestigd zijn, een waarborgfonds van f 25,000 bij de Nederlandsche Bank hebben gedeponeerd. Bij deze aangifte moet worden overgelegd een door of vanwege de directie vaif de Groothoeken der Nationale Schuld of den directeur der Rijkspostspaarbank of bet be stuur der gemeentelijke of bijzondere Spaar bank, afgegeven verklaring. De verklaring van den Directeur of van het bestuur wordt den belanghebbende toe gezonden op schriftelijke aanvrage met op gaaf van 't nummer, waaronder en 't kan toor, alwaar het spaarbankhoekje is afge geven. d. dat zij met goed gevolg hebben afge legd een examen ingesteld door of krachtens de wet of aangewezen bij algemeenen maat regel van bestuur on in verband staande met de benoembaarheid tot eenig ambt, de ver vulling van eenige betrekking of de uit oefening van eenig bedrijf -f beroep. In dit geval moet worden overgelegd een opgaaf van het door den belanghebbende met goed gevolg afgelegd examen en van het jaar en de plaats der aflegging. De laatstbedoelde aangiften (sub c eii d) behoeven niet te geschieden door hen, die krachtens te ei vorigen jare gedane uangiftc nit dien hooide op de Eoopcnde kiezerslijst voor komen. Allo bij sub a tot en met d bedoelde aan giften moeten gedaan worden volgens de mo dellen voorgeschreven bij Kon. Besluit van den 28sten November 1896 (Staatsblad No. 176) gewijzigd bij het Kon. Besluit van 9 Januari 1901 (Staatsblad No. 24) waarvan de formulieren ter Secretarie dezer gemeen te kosteloos verkrijgbaar zijn gesteld. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Leiden, 23 Januari 1915. GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS. Stadstimmerworf. Telephoon No. 127. Geopend'8 morgens van 9—lï en dt-9 middags van 2—5 unr. AANVRAAG VAN WERKZOEKENOEN. 1 Klerk. 84 Timmerlieden. 22 Metselaars, 4 Voe gers. 12 Opperlieden, 8 Steenhouwers. 23 StUca- doors, 46 Soliilders. 1 Behanger, 6 Meubelmakers, 3 Stokers. 5 Smeden, 2 Stoffeerders, 5 Orof-bank- werkera, 1 Maoh.-bankworker, 10 Voorslaandora, 12 Typografen, 16 Kleermakers. 1 Slager. 1 Siga renmaker. 5 Schippers. 14 Grondwerkors, 3 War- mooziers, 11 Bloemisten, 2 Loopjongens. 11 Loop- kneoliton. 84 losse Worklieden, 130 Mannen (allerlei). AFD. VROUWEN. Volkshui», Telephoon No. 1477. Geopend: van 9—12 uur. 6 Dienstboden, 13 Werkstors. 13 Naaisters. 2 "Waschvrouwen, 4 Winkeljuffrouwen, 2 Kinder juffrouwen, 22 Fabrieksarbeidsters, 67 Textiel- arbeidsters, 48 Vrouwen (allerlei). Monumenten voor Coschlcdonls on Kunst. I. Dezer Idagien is verschenen het de ride deel van. de Voorloapige lijst der Neder land sche Monumenten van Gesahiodeaiis en Kunst. Bij Koninklijk besluit van 7 Juli 1903, is een Rijkscommissie benoemd, met de opdracht, een inventaris en een beschrij ving van de Nederlandsche monumenten van geschiedenis cn kunst op te maken. In dit derde - deel de beide eerste deelen behandelen Utrecht en Drente is behandeld de provincie Zuid-Holland. Dat het een lijvig boekwerk moest wor den, was te v-crwachtcn. Met plaatsen als Den Haag, Leiden, Dordrecht en Delft is men nog zx>o direct niet klaar. En in de ruim 450 pagina's zijn, hoel wat bijzon derheden medegedeeld over allerlei meer of minder bekende monumenten van bouwkunst, zoowel poortjes en gevels, als gebouwen. Deze lijst is slechts een voorloopige, zoo als de titel reeds aangeeft. De opdracht aan de commissie toch is om een geïllu streerde lijst van gebouwen en \v>arwor- pen saam te stellen, dagteek-enend van vóór 1850 en de illustraties ontbreken. Waar thans nog wijzigingen kunnen wor den aangebracht, zal het werk er zeer door in waarde stijgen <en krijgt men een opgave, die voor de stuchv-fjol de artis tieke en historische waarde van voel van wat in ons land, in dit speciale geval in onze provincie wordt aangetroffen, van zeer groot belang zal zijn. Zeer veel arbeid aan de samenstelling van dit deel is ver richt door nxr. dr. J. C. O vervoorde, on zen Lcidschcn archivaris. Van 1904 tot 1909 heeft hij 'de gegevens verzameld in alle doelen dor provincie. Alleen 's-Gra- venhage en Delft heeft hij niet in zijn arbeidsveld betrokken. En in 1909 *.n 1910 heeft Jiij! vele zirher gegevens in ge zelschap van 'de Be eren J os. Cuypers of J. A. Frcderiks nog eens gecontroleerd. Wie nagaat, hoe tot in de kleinste bijzon derheden van elk dorpje is nagegaan, wat er van vóór 1850 vermeldenswaard is, zal beseffen, hoe omvangrijk de werkzaamhe den van dr. O vervoorde zijn geweest. De gemeente Delft is behandeld door prof. Henri Evers en voor Den Haag hoeft de secretaris der Rijkscommissie, dr. Jan Kalf gebruik gemaakt van verschillende aanteekeningen van jhr. mr. Victor de Stuers cn C. H. Peters. Prof. dr. W. Mar tin, verstrekte de gegevens over schilde rijen in die gemeente cn ook prof. dr. F. L. Kramer, de directeur van het Ko ninklijk Huisarchief, cn dr. H. E. van Gelder, de Haag sche gemeente-archivaris, verstrekten inlichtingen. Er is, zooals uit de hier genoemde jaar tallen reeds blijkt, veel tijd verloopen tus- schen den tijd van opneming en het ver schijnen van het werk. De Rijkscommissie zegt dan ook, dat sommige gebouwen wei verdwenen kunnen zijn cn dat de hei-num mering der huizen in sommige dorpen de herziening der gegevens wel eens noodza kelijk zullen maken. En nu willen we nog even meededen^ hoe dc commissie haar werk heeft deeld, om dan in een volgend nummer zeer in 't kort rets te ontkenen aan den uitgebreiden inhoud van dit werk, name lijk voor zoover dit Leiden ^Cn eciiige om liggende plaatsen betreft. Bij de vermelding heeft men dan de volgende indeeling gemaakta. Voor-his torische, Germaans dhe, jRomeinsche en Frankische oudhedenb. Verdedigings werken en militaire gebouwen; c. Wegen, bruggen, grenssteen-en. schemppaLen, krui sen, pompen, enz.d. Burgerlijke openbare gebouwen; e. Kerkelijke gebouwen; Ge- bouwen voor onderwijs en liefdadigheid; g. Partiouhcre gebouwen; h. Musea en varia. Men ziet, niets is aan de aandacht ont snapt. Zelfs is, zooals bij lering blijkt, dik wijls vermeldt, wat voor belangwekkends in een zekere plaats te vinden was, dat ech ter naderhand naar elders werd gevoerd, 't zij in partdouHer berit, 't zij in een open bare verzameling. Menigmaal wordt ver-, meld waar kostelijke gobelins of fraaie schouwen beland zijn. Ook van wat in het buitenland verblijft, is melding gemaakt, zooals van de gildevoorwerpen uit Gorin- chem in het South-Kensington-imiseum. Een bewijs abveer, dat er een tijd is ge weest, dat aan waardevolle voorwerpen soms weinig waarde werd toegekend. An ders zouden die zilveren kostbaarheden niet uit ons land verdwenen rijn. Schaakrubriek van het Schaakgezelschap „Palamcdcs". (Opgericht 1946). Speelavond iederen Maandag in de boven zaal van Café „Central", Breestraat, aanvang 8 uren. Redactie: L. Bierma-sz en J. J. Planjer. PROBLEEM No. 61 (J. VAN DIJK). Zwart (8). i |jl i I p'""ipM"'M a b c d e t g h Wit (U). Wit: K. h 8D. cl; T. d3 en h 5 L. f 4 en f 5 P. a 6 en g 7 p. c 7, e 2 en-g 6. Zwart: K. ,d5; D. b 7T. a l en a 5; L. d 4 en e 8p. d 7 en e 3. Wit speelt en geeft in 2 zetten mat. Oplossing Probleem No. 59: P. b 1; enz. Goede oplossingen ontvangen van de heeren E. J. Bomli; H. J. Bouwman; B S. van Kloeten Sr.; D. KruissinkG. J. van Leeuwen; D. v. d. Lelie; A. v. d. Nage' F. Sandberg Wzn. 0. SieragL. Schilt- huizen; J. W. SchüssJ. C. SjardijnI Teleng; J. A. N. den TonkelaarL. M. Valkenburg; Chr. J. Vrucht en mej. Japikse, allen te Leiden; H. J. Broek- veldt, Oegstgeest; F. P. Jansen, Wasse naar; C. v. d. Kooij, Katwijk a. Zee; J. van Os en W. L. Starreyelt, Voorschoten L. van Rhijn, Loosduinen P. G. van der Tang, Oudewetering; J. J. Vooijs, Ouds hoorn terwijl wij nog bij uitzondering do na den bepaalden tijd ontvangen goede op lossingen vermelden, van de heeren: W. Jansen, Voorschoten; H., te N., J. E. Muusse en mej. D. A. F. Muusso, te Leiden. Oplossingen worden ingewacht tot uiter lijk Dinsdag 2 Februari a s. nam. 5 uren, aan het Bureel van dit Blad. Die, welke na dien gesteldon tijd wor den ontvangen, worden op zijde gelegd. Uit bet ievea der Veldpredikers. In dc „Amersf. Kerkbode" verhaalt d£.- Meiners, een der orthodoxe veldpredikers? bij de IVe divisie, het volgende van zijn ervaringen. Wij nemen twee schetsjes hier over het eerste verhaalt van een samen* komst in October; het tweede van ecu godsdienstoefening in December. „Den volgenden dag (t. w. na den eer4 sten Zondagsdienst), zoo luidt het in het; eerste stukje, bezocht ik -het uiterste puntje van mijn „gemeente", een goede twintig kilometers van hier. Naar den anderen kant was 't dertig. Op 't oogenbUk zijn <ie afstanden nog heel wat anders. Eerst ging liet een eindje met een tram, maar toen op de fiets. Ach, wat ccn lange, lange vervelende, eenzame weg en dan die ver-» schrikkelijke keien. Ik kreeg ccn gevoel over me of tk aan den zelfkant der wereld was gekomen. Gelukkig, eindelijk een schildwachtvcT-derop meerdere militairen ik was weer tusschcn de rnenschen,- al was het dan ook in een afgelegen ge* hucht aan de grens. Op mijn verzoek werden de mannen bijeengcbJazen. Een pleintje is mijn kerk4 gebouw. De protestanten stellen zich opi in een halven cirkel. Een tafeltje, uit cesj der huisjes, gehaald, wordt in het mi rick l gezet en ik i>laats me er achter. „Mannen," zoo begin ik, „Iaat ons rinü gen van Psalm 68 10." En daar klinkt het: „Geloofd zij God met diepst ontzag.' De mannen komen m hoofdzaak uit Over-» ijsel en Drente, 't Zijn landweermannen; en zeker meer endeels huisvaders. Daarom begin ik na het gebed tc spreken over; de liefde van een moeder voor haar kind. Dat trekt de aandacht. Wat luisteren zij. Misschien zien ze moeder en kind, daar ginds zoo ver van hier. Een forsohe kerel draait zijn hoofd wat om en wrijft over zijn oogen ja. op zandwegen kan 't stuiven en zoo'n korreltje kan pijn doen; misschien was 't ook wat anders. Maar na dc moederliefde wijs ik op een liefde, die nog grooter en f 1 ijker isrf Uc liefde Gods, geopenbaar in Jezus Christus, de liefde tot zondaren. Na den dienst sprak ik nog met dezen en genen. De officieren, die ook tegen woordig waren geweest, ontvingen en Un-f* den me in hun kwartier. En toen moest de terugweg weer ondernomen «vorvien. Gelukkig, het gevóel van eenzaamheid was verdwenen cn blijmoedig- trapte ik weer langs den langen weg." Het tweede verhaalt: „De wandeling voortzettende, komec wa bij ccn groouc houtmijt. En daar achter nu staat de mooiste veLdpr eek stoel, dien ik ooit heb gezien. Thans - nu ik dit schrijf en wij binnenshuis kerk houden, moet ik wel met wat anders tevreden zjjn. Hier bijv. sta ik op 'n soort tooneel, achter een café-tafeltjc< In een ander dorp is mijn preekstoel een schoolkastje, dat de eigenaardigheid heeft zijn deurtje los te laten, als ik mijn boehen. verzet. En zoo zie ik krijt, doek, schrift, en wat nog meer des schoolmeesters attri buten uitmaakt. In de goederenloods van het station sta ik achter den lessenaar, waarop de reiziger zijn kilometer-boekje invult. Wanneer ik onder het spreken op het bovenblad van den lessenaar kijk, lees ik onder de glasplaat den naam van een bekende levensverzekering en de opgave van een milliocnen-cijfer, dat mij bijna dui zelig maakt. Maar hier bij de grenswacht is de mooiste velapreekstoel, dien ge u ^leuken kunt. Wat spijt 't mij, dat ik niet kan teeke- nen, anders zou ik u een schetsje geven van hetgeen door de mannen op voorstel van den kapitein is gemaakt. Stel u maar eens voor: 4 palen, 2 voor, 2 achter, daar boven een schuin afdak van planken. Hal verwege de lengte der palen is de omtrek van het geheel met mooie heideplaggen dicht gemaakt, zoodat, als ik cr in sta, slechts mijn bovenlijf zichtbaar is. Aan den voorkant is een lessenaar gemaakt, bedekt met twee graszoden. Op den grond cr in ligt stroo, opdat ik geen koude voeten zou krijgen. Het bekende glaasje water is niet vergeten, maar staat in een hoekje van den zijkant. Ja, zelfs een loopertie is aanwezig,- liggende van den grond over de twee tre den tot in den preekstoel maar dit loopertje is nabootsing, voorgesteld door een breode streep wit zand. Wat zegt ge nu van dit werk? Hebben onze mannen 't niet netjes opgeknapt? Helaas, dat het weer onze samenkomst niet begunstigd. Doch het kerkpubliek is present. Voorop de officieren, daar achter de manschappen, zelfs de kok in zijn grauw linnen pakje heeft zijn erwtensoep alleen gelaten. Zulle een militaire veldpreddking heeft voor mij iets zeer aantrekkelijks. De man nen luisteren goed. Ze zijn, als ik 't eens mag zeggen, nog niet zoo afgeprcekt als de ouderen. Bovendien, de jeugd is nog vat baar voor indrukken en ook menigmaal niet ongevoelig voor het woord des Evan* gelies. Zoo is 't ook bij out» soldaten. Vooral nu de tijdsomstandigheden mees pre* ken, zooals dit in hot bijzonder in het begin der mobilisatie is geweest. De dienst heeft rijn gewoon verloop. Wij zingen en wij bidden samen. Ik tracht huil de boodschap te brengen, die alleen het hart des menschen volkomen kan bevredw gen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 9