I>oiiclei*dag£ December. ~Viei*<le Blad. A0. 1914. Eerste Kamer. Tweede Kamer. Ingezonden. N«, 16820 IEIDSC1 DAGBLAD Zitting van gisteren, liet Leenings-ontwerp. Alvorens het lcenïngsontwerp werd aange nomen, verklaarde dc lieer CREMEll, mede namens velen zijner partijgonooten, uit volle overtuiging vóór liet ontwerp te zullen stem men en hoopte, dat de gedwongen leening achterwege zal blijven. Vele Bankinstellin gen zullen niet in contanten kunnen stor ten en particulieren behoeven zich dus zeker niet er van te laten terughouden, wanneer zij verplicht zijn, gebruik to maken van het orediet der Nederl. Bank. Do lieer DRUCKER zal voorstemmen. Hij wijkt ton deze af van zijn geestverwanten in de Tweede- Kamer en van het begin af is bij het oneens geweest met hen, die dadelijk met do leuze „heffing ineensin het land kwa men zonder dat een ©enigszins uitgewerkt plan daarvoor bestond. Spr. vond het een weinig opwekkend schouwspel, in deze tijden de menschonin ons land elkander in de haren to vliegen wegens do beste wijze van dek king van deze schuld. De MINISTER VAN FINANCIËN voer de tcgonovor hot bezwaar, dat de grond eigenaars zeer zwaar worden belast, aan dat do landbouw en dus het grondgebied voel minder te lijden hoeft van den oorlogs toestand dan de nijverheid en de handel. Wat don wijn accijns betreft, dringt Frank rijk inderdaad steeds aan op bescheidenheid ton aanzien van dien accijns. Maar nu ande re belastingen worden verhoogd, kan de wijn- aceijns niet worden voorbijgegaan en dat zal Frankrijk zokor niet als eon vijandige daad beschouwen. Hot bezwaar van den lieer Van Nierop ten aanzien van do belegging van gelden voor minderjarige, deelt de Minister niet. Do Minister heeft niet. gezegd nooit met 'een oorlogshoffiug tc zullen komen: er was slechts sprake van tot 1917. De Minister verwacht na den oorlog een korte periode van opbloei eu daarna een economische in zinking. Dan zal er geen sprake meer kun nen zijn van een zware heffing ineens. De Mi nister is tot overleg volkomen bereid, indien mocht blijken, dat voor een klein deel een heffing inoens mogelijk is Do Minister eindigt met te zeggen, dat het niet slechts een zaak van vermogen geldt, maw een, waarachter do meest ideale goe deren van ons volk in al haar doelen staan. (A-p pi a us). Bij do behandeling van de Indische Rcgrooliug verklaart do heer KRAUS, dat de beschul diging van den heer Do Muralt in de Twee de Kamer, als zouden ^preker cn dc inge- ni«ur l>o Jong do bogrooting van de haven tc Soerabaja van f 24,000,000 in strijd mot da waarheid aan den hoer Perelaer in do eolw>enen bobben geschoven, even onverhoeds jald onbillijk was. Do lieer VAN KOL constateert, dat men zich mag verheugen over de volkomen lo yale houding van de Inboorlingen. Men late de grooto Indische geldmakers betalen en doe de productieve werken niet stilstaan. Wil do Minister niet overgaan tot staats exploitatie van den petroleum-rijkdom van Djfcmbi, dan zorgc hij in ieder geval, dat een goed deel van de opbrengst in do schatkist komt. Spr. bepleit uitbreiding van irrigatie en vooral hetero verdoe ling zoomede woning verbetering en inenting tegen do pest. Dondorda goohtend zal de heer Van Kol zijn jfejdo voortzetten. Vergadering van gisteren, Dlarine-Bcgrooting. Do hoor HUGENHOLTZ vraagt of de nieuwe bevorderingswet voor de officieren spoedig of langzaam zal doorwerken De heer HELSDINGEN vraagt vermin- dering van arbeidstijd voor het personeel der Ma rm©bakkerij. De MINISTER zegt overweging toe. De heer EERDMANS dringt aan op ver betering van do verblijfplaatsen der lood sen te Rotterdam. Do MINISTER zegt overweging toe. Do heer DE VISSER dient een moti© in, tvAarin do wenechelijkheid wordt uitge sproken, dat de geestelijko verzorging van dc Kerken uitgaat- en -dat de reeds met den Heldorschen kerkeraad getroffen overeen komst niet zal afstuiten op het niet verhoo- gan van dezen strokkonden begrootingspost tüet f 1500 en het verzoek wordt gedaan de t begrooting alsnog met dit bedrag to ver hoog en. De beer HUGENHOLTZ lieeft bezwaar tesgen het misbruiken van den godsdienst gds politiemaatregel en dus ook tegen de o&otie. De heer SCHAPER protesteort tegen de öiotie in het belang der zuinigheid. Do heer DE MEESTER merkt op, dat het subsidie sinds verschillende jaren op de be- ffrooting voorkomt on dat de kwestie prin- l®ipieel dus is afgedaan. Daarom steunt hij de motie. De beer KLEEREKOPER ziet in deze motie oen herhaling van een poging om 1 Bang» indirecten weg van Staatswege gods dienstige belangen te behartigen en bo- 'stadjdt de motie op dien grond. De heer RUTGERS stemt ook voor de motie op de gronden, door den heer De- Meester aangegeven, maar hij kan zich niet vereenigon met de meening, dat de rege ling van den kerkeraad zooveel bewonde ring verdient. De MINISTER VAN MARINE onder steunt do motie, daar het voorstel, dat go- daan wordt, iets bestaands bestendigt, doch alleen de regeling daarvan wijzigt.. De motie is een pacificatie-poging, welke de Minister als een teeken van verdraagzaam heid toejuicht. Do heer HUGENHOLTZ blijft hevig pro- tostccren en meent, dat do Minister geen beter middel kon vinden om verdeeldheid te zaaien dan door een motie, als de voor gestelde, to steunen. De heer DE VISSER wijst er nog op, dat men hier kan 6preken van een onvoor bereid indienen der motie, want spr. heeft zijn voornemen aangekondigd aan elke Ka merfractie, ook de sociaal-democratische en wel aan den heer Hugenholtz zelf. De hoer DUYMAER VAN TWIST ver dedigt de- Nat. Ohr. Officiorenvereeniging tegen eenigo uitlatingen, o. a. dat zij fi nancieel niet meer in staat zou zijn zonder subsidie een predikant to bekostigen. De motie wordt ten slotte, nadat de heer SCHAPER vooral de linkerzijde verweten had aan ,,al die apenkooi" medo te doen, aangenomen met 46 legen 14 stemmen. Tegen de sociaal-democraten en van links do he oren Eland, Smeenge, Jansen (Den Haag), Otto, Van Doorn, Boissevain, Vis ser van IJzendoorn en Van Foreest. Do Marinebegrooting werd zonder hoof delijke stemming aangenomen, na een ver klaring van den heer HUGENHOLTZ na mens de êoc.-dem., dat zij geacht wilden worden tegengestemd te hebben. Na de pauze werd met 54 tegen 16 stem men verworpen het bij de Waterstaatobe- grootdng behandelde amendement De Mu- ralt om art. 15 dor begrooting met f 12,000 to verhoogen ten behoeve der waterstaats- opzichters, die door db reorganisatie van 1909 schade leden. De Water s taatsbeg rooting werd aangenomen. Heb amendement-Helsdingen op een bij- bchoorend wetje om te herstellen den post van f 29,200 voor lotsverbetering der con- ducteuren van brievenmalen, werd even eens verworpen met 52 tegen 18 stemmen, waarna dit wetsontwerp je (tot regeling van do inkomsten en uitgaven van de Poste- rijon, Telegrafie en Telefonie voor 1915) zonder hoofdelijke stemming werd aange nomen. Hierna kwam in behandeling het Wetsontwerp tot het langer in Dienst houden van Militie en Landweer. De MINISTER VAN OORLOG lichtte de aangekondigde wijziging toe, waarbij het in-dienst-houden niet voor 1 jaar, maar voor 1 maand gelden zal, met do bedoeling de regeling vóór Kerstmis gereed te krij- gon. Hij voegde daar tevens aan toe, dat de Regeering zich volkomen bewust is van de zware lasten welke worden opgelegd aan de dienstplichtigen in het algemeen en in het bijzonder aan de landweerplichtigen. Zij betreurt, dat in hooge mate en niemand beter dan den Minister kan het bekend zijn hoezeer de kleine neringdoenden en han delaren lijden onder den togenwoordigen toestand Daarom is dan ook de aandacht van het Kon. Nat. Steuncomité op deze groep gevestigd. Maar aan den andoren kant zou de Regeering zich niet verant woord achten, als zij onder de bestaande omstandigheden de legermacht, welke zich onder de wapenen bevindt, verzwakte door oen deel dier legermacht naar huis te zen den. Het is toch dringend noodig, dat onzo legermacht zoo sterk mogelijk blijve. Intus- schen zal, zoodra de omstandigheden het veroorloven, goen minuut gewacht worden met het na-ar huis zendon van de leger macht. De heer TER LAAN (Den Haag) dringt aan op het naar huis zenden althans van de laatste lichting der landweer. Hij kon digt voorts een amendement aan in ver band met de vergoeding aan de gezinnen van kostwinners. Hij wraakt het voorts, als logisch onjuist, dat de Itcgeering haar plichten jegens de landweergezinnen over draagt aan het particuliere Nat. Steun comité. Ook spreekt hij nog over bejege ning van de vakorganisaties, speciaal het geval in Den Helder, waar vergunning voor een vergadering werd geweigerd. Ilij dient een motie in, waarbij dc Minister wordt uitgenoodigd een circulaire te rich ten tot de militaire autoriteiten in hot be lang vn.n handhaving van het recht van ver- eeniging en vergadering, met eerbiediging van de vrije keuze van het lezen van dag bladen en geschriften voor zich in militai ren dienst bevindende. Op voorstel des VOORZITTERS, bestre den door den heer TER. LAAN, wordt be sloten deze motie eerst in Januari a.s. te bohandelcn, als wanneer toch vanzelf weder wetsontwerpen tot verlenging van het in- dienst-houden der militie en landweer aan de orde zullen moeten komen, na de wijzi ging, door den Minister in de oorspronke lijke ontwerpen aangebracht. De heer EERDMANS verklaart voorloo- pig niet voor langer in ciieDst houden te kunnen stemmen, omdat z. i. de landweer, die langer in dienst zou worden gehouden, feitelijk landstorm had behooren te zijn. De heer DUYMAER VAN TWIST be pleit voor de laatste lichting der landweer soldij-verhocging van ƒ1.50 tot f 2. De heer DE GEER vraagt vooral te let ten op de economische belangen, bobrokken bij het in-dienst-houden der landweer. Hij wil wel met het voorstel van den Minister moegaan, maar wil weten of do Minister den toestand zoodanig oordeelt, dat hij el- ken dag ee»n ramp nabij acht. De heer SMEENGE wijst op de belan gen van hen, die in den landbouw werk zaam zijn en schier niet gemist kunnen wor den. Do heer ARTZ zou voor stemmen, maar sluit zich aan bij de klachten over de wil lekeur bij de verlofsverlenging. De heer TYDEMAN, zich bij laatst en spr. aansluitende, dringt aan op degelijken toevoer bij het geven van verloven. Do MINISTER VAN OORLOG hield do beslisto noodzakelijkheid vol van het op sterkte houden van de legermacht. Een ver gelijking van ons leger met Zwitserland en Denomarkon gaat niet op, omdat ons land voortdurend op zijn hoede moet blijven we gens het liggen nabij het brandpunt. Uit militair en strategisch oogpunt kan elk oogenblik mogelijk zijn, dat oen beroep op onzo krijgsmacht moet gedaan worden en ook do nabijheid van de zee kan verrassin gen bezorgen. Al hebben we een sterk le ger, er wordt veel gevorderd voor de grens en kustwacht, de bewaking der geïn terneerden en der vluchtelingen enz. De lichting 1915 is nog voor do helft onge oefend en daarop kan nog niet ernstig ge rekend worden. Bovendien is het niet goed don Minister van Oorlog onder de gegeven omstandigheden te noodzaken in details al le legermaatregolen bloot te leggen cn de moeilijkheden, waarvoor de Minister staat, nog te vergrooten. Heb is onmogelijk het aantal verloven uit te breiden. Reeds thans wordt door automatische verloven het spoorwegverkeer zoodanig ia beslag geno men, dat de treinen reeds 2 h- 3 uur te laat aankomen. Bij het toestaan van verloyen heeft hij in do ruimste mate rekening ge houden met de economischo'belangen en eisohen. Besloten wordt geen repliek te houden op voorstel van den heer ELAND. De algemeen© beschouwingen worden ge sloten cn art. 1, in-dienst-houden dor land weer aangenomen met 57 tegen 8 stemmen. Een amcndement-TER LAAN (Den Haag) om in te lasschen oen'-artikel, bepalende, dat met ingang van 1 Januari de vergoe dingen aan gezinnen van landweer wordt verhoogd van f 1.50 of 2 per dag, vindt bij den Minister geen bezwaar, indien deze bepaald wordt tot dc allerlaatste lichting der landweer. Voor de overige landweer zal spreker heb overwegen. Heb amendement-Ter Laan gewijzigd, wordt aangenomen. De hoer TER DAAN bet-oogt, dat er geen enkele reden is om den militairen minder toe te kennen dan de landweer. Spr. hoopt, dat deze zaak in Januari nader onder de oogen zal worden gezien. Het ontwerp wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De zitting wordt- verdaagd tot 8 uren avonds. Avondvergadering. Suppletoire Indische Begrooling. De wetsontwerpen tot wijziging cn ver hooging der begrooting van Ncd.-Indiö voor 1913 komen het eerst aan de orde. De heer VAN DEVENTER vraagt, hoe het mogelijk is, dat in 1913 subsidies zijn verleend voor niet contractueele diensten De heer FOGK betreurt het onmatig gebruik van dc aanstelling van tijdelijke ambtenaren, ondanks de pogingen, door den Minister on den Gouverneur-Generaal herhaaldelijk gedaan, om dit togen te gaan. De heer HUGENHOLTZ dringt er op aan de voorwaarden voor den over toch. van militairen te kennen vóór een nieuw contract wordt gesloten met de Faket vaart-Mij. Voorts dringt spr. er op aan, iemand, die Chineesch kent, te zenden naar de Westerafdeeling van Borneo, waar onlusten onderdrukt zijn, om op dc hoogte te komen van de grieven der bevolking. De heer DE MEESTER klaagt over het laat- inkomen van het ontwerp. De MINISTER VAN KOLONIËN ant woord, dat de stukkon vertraagt aankwa men. Een volgend jaar zal spr. vroeger een dergelijk ontwerp indienen, doch hij vrees, dat een vermeerdering van ambte naren aan het Indisch Departement van Financiën daarvan het gevolg zal zijn. Do Gouverneur-Generaal beslist of tijdelijke ambtenaren op een gegeven oogenblik noo dig zijn. Wat het contract met de Faket vaart-Mij. betreft, spr. zal dit vooruit kennen. Generaal Van Rietschoten zal ze ker in de Wcsterafd. van Borneo zich van een tolk hebben bediend om de grieven der bevolking te loeren kennen. Do wetsontwerpen worden na re- en dupliek zonder h o o f d o 1 ij k e stemming aan genomen. Oorlogsbegrooting. Bij de algemee-ne beschouwingen brengt de heer DUYMAER VAN TWIST don Mi nister hulde voor zijn beleid. Voor critiek is de tijd nog niet aangebroken. Slechts merkt spr. op, dat, in strijd met het stand punt van de Regeering, op de begrooting tal van traktomontsverhoogingen zijn ge bracht.. Spr. meent, dat de bogrooting elk jaar met aanzienlijke bedragen wordt verzwaard zonder dat dit de landsverde diging ten goede komt. De heer RUTGERS bespreekt de ver houding van den opperbevelhebber van land- en zeemacht tot de Ministers van Oorlog en Marine. De heer KNOBEL bepleit een toelage aan de tandartsen tc velde, of een aan stelling als reserve-luitenant tijdens, den duur der mobilisatie. Do heer DE JONG verklaart, dat de resultaten van liet onderzoeken naar de voorgeoefendheid veel gunstiger zijn dan verleden jaar. Daarentegen is het nog steeds treurig gesteld met de opleiding van het reserve-kader. Ook is niet vol doende aangemoedigd, de lust om zich voor den vrijwilligen landstorm aan te me'- den. Voorts wijst spr. op het belang van het herstellen van den totalisator voor het fokken van volbloed cavaleriepaarden. De heer SMEENGE wijst nogmaals op het verloop onder de genie-officieren en de noodzakelijkheid om daartegen afdoen de maatregelen te nemen. Voorts bepleit spr. de belangen der militairen apothe kers en paardenartsen. De heer TER LAAN (Den Haag) keurt af in het belang van den Godsvrede, da-t de Regeering komt met iets principieel nieuwsde uitbreiding der bereden ar tillerie, de gevolgd zal worden door de aanschaffing van modern veldgeschut. Laat de Minister tot na den oorlog wach ten met zijn algemeenen dienstplicht. Wel licht zullen de kleine naties na den oorlog het voorbeeld kunnen geven van ontwa pening. De sociaal-democraten hebben geen enkele reden om tegenover de begrooting een andere houding aan te nemen dan gewoonlijk. De heer HELSDINGEN betreurt het uitblijven eener algemeen© loonsvcrhoo- ging voor de Rijks-werklieden. Do hoer ARTS betreurt, dat do onge lijke salarieering van officieren van ge zondheid en paardenartsen blijft besten digd. De MIN. VAN BINNENL. ZAKEN be antwoordt de vraag van den hoer Rutgers. Spr. wijst er op, dat de opperbevelheb ber een buitengewone mate van zelfstan digheid moet bezitten doch verantwoorde lijk is voor elk van zijn daden aan de Re geering en doze voor gewichtige zaken heeft te raadplegen. Bovendien kan de Koningin den opperbevelhebber bevelen geven. DE MINISTER VAN OORLOG betoogt, dat hij met zijn voorstel tot uitbreiding der bereden artillerie en aanschaffing van nieuw geschut geheel blijft in de lijn van de oorspronkelijke begrooting. Na den oor log mogen we niet met de handen over elkaar gaan zitten. Deze oorlog is volgons alle deskundigen in do eerste plaats een krijg van artillerie en mitrailleuses. Spr. is van plan zoo er>oedig mogelijk de paar denartsen en milit-aire apothekers beter te salarieeren. De Minister is er niet afkee- rig van den tandartsen de positie van offi cier tc geven, maar eerst dient dit dienst vak te worden georganiseerd. Spr. hoopt, dat het aantal jongelieden, dat aan de vooroefeningen deelneemt, zal stijgen. De opleiding voor het reservekader is nog niet geheel in orde, doch zal beter wor den. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Bij art. 16 bespreekt de heer TER LAAN de ongelijke salarieering van de officieren bij de verschilleodo wapens, en bij art. 18 komt hij op tegen de uitbreiding van het personeel der artillerie, de versterking der bereden artillerie en het ve3tinggcschut. Bij amendement wit hij de Kamer zich doen uitspreken en 6telt voor het artikel ract 1 te verminderen. De heeren DUYMAER VAN TWIST en ELAND bestrijden het amendement. DE MINISTER verdedigt nogmaals de noodzakelijkheid van uitbreiding der veld artillerie en vestingartillerie. De heer TER LAAN trekt zijn amen dement in, dat niet van rechts en links wordt gesteund. Bij dc afdeeling geneeskundige dienst bespreekt de heer TEIt LAAN de hygiëni sche maatregelen, te Amsterdam en Den Haag genomon. De MINISTER eegt overweging toe. De oorlog s- en Vesting be grooting worden aangeno men en na eenige discussie ook de kustverdediging. De sociaa 1-de mocraton ver klaren zich tegen de oorlogs- begrooting. Z.h.s. worden aangenomen eenige. klei nere wetsontwerpen, w.o. dat tot. besten diging van den staat- van beleg en tot aan vulling van art. 2 dor Beurswet 1914. Aan de orde komt het Wetsontwerp 4©t Tijdelijke Afwijking van de Kieswet. Bij de algemeene beraadslagingen keurt de heer RUTGERS als ongrondwettig af, dat herontwerp ziek stelt op het stand punt, dat kiezerslijst van 1915 in 1911 werd Spr. gaat mede met het voorstel voor huur- en loonkiezers in 1914, die door wan betaling het kiesrecht zouden verliezen. Echter zullen kunnen worden uitgesloten diegenen, die in 1915 kiezer willen worden wegens bedoeling niet in 101-4, maar in 1913. Dat gaat z.i. te \er en spr. hoopt, dat de Regeering dit bezwaar zal wegne-j men. De heer DRION sluit zich bij dit betoog aan en ook de heer ALBARDA onderwerpt" het aan critiek. Dc MINISTER VAN BINNENL. ZAKEN ontkent, dat er grondwettelijke bezwaren bestaan cn verdedigt liet onwerp. Na nog eenige discussie, waaraan o. a. deelnemen dc heeren DE GEER cn VAN DE VELDE, wordt het wetsontwerp zon der hoofdelijke stemming a a n g e n o in e n, nadat de heeren RUTGERS, BICHON cn DE GEER verklaard hebben te willen wor den beschouwd als tegenstemmers, de eer ste mede namens de medcvoorstcllers, de heeren DRION, TER SPILL, DE MONTH VERLOREN, SCHEUKER, BE IJ MER, DE WUKERSLOOTH en VAN TWIST, van een amendement om in het ontwerp aan art. 3 toe te voegen e. die in het jaar 1911 van een instelling van weldadigheid of van een gemeentebestuur onderstand hebben genoten f. die krachtens art. 1, eerste lid a, der Kieswet op dc lijst zijn gebracht, in hot laatstverloopon dienstjaar in ecu of meer der Rijksbelastingen zijn aangeslagen, en het te dier zake verschuldigde vóór of op den lsten Maart niet hebben voldaan. Do Kamer ging oni 12 u. 50 m. tot nader© bijeenroeping uiteen. Het Optreden van een Rijksveldwachter. Beleefd verzoek ik U het onderstaand© voor mij te plaatsen. Dinsdagavond las ik in Uw geëerd Blad hoe zekere hoor J. M. G. zijn verontwaar diging te kennen gaf over dien inwoner van Leiderdorp. Het was wel beter, dat die hoer zijn mond dicht hield, daar ik als ooggetuig© gezien heb, dat die rijksveldwachter con volksoploop voor zijn huis had dus bad hij zijn schoenen aan kunnen trekken, om dien persoon to arresteeren. Van daar had hij niet naar Leiden moeten gaan, maar mot dien persoon naar den hulpofficier vaji justitie in de gemeente Leiderdorp daar had do arrestatie plaats. Maar do heer G., hadt U het zoo aangenaam gevonden, dat Uw zoon daar voor datzelfde feit moest staan en misschien ongelukkig geslagen had geworden, door de omstanders, daar die rijksveldwachter er niet tegen opgewassen geweest was. Ik denk van nietl Nu herinner ik me wel, dat eon mij on bekend persoon aankwam, spoedig wegging met te zeggen ,,Ik wou, dat hij onder mijn handen was." Dat bent u zeker G.'l Bly ben ik zeker, dat die politieman dien per soon arresteerde, maar laat hij tevens zijn activiteit betoonen, zoo het behoort. Mijn- hoer G., wees voortaan zoo goed als cr weer' zoo iets plaats heeft, van het begin af er bij te zijn, met uw horloge in de hand, dan zoudt U je kunnen overtuigen, dat het 15 minuten was, of noemt U dat ook eenige, en tellen hoeveel personen, dat 20 tot 30 menschen een volksoploop is. Noemt U dat misschien ook kinderen vanaf 13 jaren of jongelingen! Dan spreekt die mijnheer, dat die rijksveldwachter dien persoon aan zijn mouw vasthield, maar die G. moet voortaan zijn oogen goed den kost geven, daar lie* wel touw was. Of zoudt gij denken, dat dio persoon zoo gewillig meegegaan had, mes ^en in burger gekleeden rijksveldwachter op klompen, daar hij maar gclooven moest, dat het politie was Verder zij opgemerkt., dat inzender ook al tot do voorbarige menschen behoort, nu zijn eigen wel in mag houden, of wil hij soms eens in 't zonnetje door dien rijke veldwachter gezet worden, voor het flink© protesteeren, waar hij niets van wcetJ Ware het niet boter, dat die rijksveldwach ter, als hij inziet, goed gehandeld heeft, wat uict zoo is, er zelf tegen op kwam! U nogmaals dankend voor de genoten plaatsruimte. lomand, die het goed gezien heeft. [Dit is het laat-sto stuk, hetwelk wij over d-ezo kwestie opnemen. liod.J BUTENLANDSCIIE BERICHTEN. - Het opperste gerechtshof van de Ver- eenigde Staten heeft thans beslist», dab Har ry Thaw, de moordenaar van Stanford White, onmiddellijk door den staat New Hampshire waar hij zich na zijn gerucht makend© vlucht uit het Matteawangesfcicht in New-York naar Canada, onder betrekke lijk mild toezicht ophield moot worden uitgeleverd aan do justitie van den staat New-York. Dat beteekant dus dat Thaw weer zal worden opgeborgen in het gesticht voor misdadige krankzinnigen in den staat» New-York, waaruit hij was ontkomen. Uit verschillende deelcn van Italië ko men berichten van overstrpomingen. Tiboï en Arno zijn buiten haar oevers getreden. Er is reeds veel schade door 't water aan gericht en er zijn ook «enige menschen, verdronken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 13