I>oiiclei*dag£ December.
~Viei*<le Blad. A0. 1914.
Eerste Kamer.
Tweede Kamer.
Ingezonden.
N«, 16820
IEIDSC1
DAGBLAD
Zitting van gisteren,
liet Leenings-ontwerp.
Alvorens het lcenïngsontwerp werd aange
nomen, verklaarde dc lieer CREMEll, mede
namens velen zijner partijgonooten, uit volle
overtuiging vóór liet ontwerp te zullen stem
men en hoopte, dat de gedwongen leening
achterwege zal blijven. Vele Bankinstellin
gen zullen niet in contanten kunnen stor
ten en particulieren behoeven zich dus zeker
niet er van te laten terughouden, wanneer
zij verplicht zijn, gebruik to maken van het
orediet der Nederl. Bank.
Do lieer DRUCKER zal voorstemmen. Hij
wijkt ton deze af van zijn geestverwanten in
de Tweede- Kamer en van het begin af is bij
het oneens geweest met hen, die dadelijk met
do leuze „heffing ineensin het land kwa
men zonder dat een ©enigszins uitgewerkt
plan daarvoor bestond. Spr. vond het een
weinig opwekkend schouwspel, in deze tijden
de menschonin ons land elkander in de haren
to vliegen wegens do beste wijze van dek
king van deze schuld.
De MINISTER VAN FINANCIËN voer
de tcgonovor hot bezwaar, dat de grond
eigenaars zeer zwaar worden belast, aan
dat do landbouw en dus het grondgebied
voel minder te lijden hoeft van den oorlogs
toestand dan de nijverheid en de handel.
Wat don wijn accijns betreft, dringt Frank
rijk inderdaad steeds aan op bescheidenheid
ton aanzien van dien accijns. Maar nu ande
re belastingen worden verhoogd, kan de wijn-
aceijns niet worden voorbijgegaan en dat
zal Frankrijk zokor niet als eon vijandige
daad beschouwen.
Hot bezwaar van den lieer Van Nierop ten
aanzien van do belegging van gelden voor
minderjarige, deelt de Minister niet.
Do Minister heeft niet. gezegd nooit met
'een oorlogshoffiug tc zullen komen: er was
slechts sprake van tot 1917. De Minister
verwacht na den oorlog een korte periode
van opbloei eu daarna een economische in
zinking. Dan zal er geen sprake meer kun
nen zijn van een zware heffing ineens. De Mi
nister is tot overleg volkomen bereid, indien
mocht blijken, dat voor een klein deel een
heffing inoens mogelijk is
Do Minister eindigt met te zeggen, dat het
niet slechts een zaak van vermogen geldt,
maw een, waarachter do meest ideale goe
deren van ons volk in al haar doelen staan.
(A-p pi a us).
Bij do behandeling van de
Indische Rcgrooliug
verklaart do heer KRAUS, dat de beschul
diging van den heer Do Muralt in de Twee
de Kamer, als zouden ^preker cn dc inge-
ni«ur l>o Jong do bogrooting van de haven
tc Soerabaja van f 24,000,000 in strijd mot
da waarheid aan den hoer Perelaer in do
eolw>enen bobben geschoven, even onverhoeds
jald onbillijk was.
Do lieer VAN KOL constateert, dat men
zich mag verheugen over de volkomen lo
yale houding van de Inboorlingen. Men late
de grooto Indische geldmakers betalen en
doe de productieve werken niet stilstaan.
Wil do Minister niet overgaan tot staats
exploitatie van den petroleum-rijkdom van
Djfcmbi, dan zorgc hij in ieder geval, dat een
goed deel van de opbrengst in do schatkist
komt.
Spr. bepleit uitbreiding van irrigatie en
vooral hetero verdoe ling zoomede woning
verbetering en inenting tegen do pest.
Dondorda goohtend zal de heer Van Kol zijn
jfejdo voortzetten.
Vergadering van gisteren,
Dlarine-Bcgrooting.
Do hoor HUGENHOLTZ vraagt of de
nieuwe bevorderingswet voor de officieren
spoedig of langzaam zal doorwerken
De heer HELSDINGEN vraagt vermin-
dering van arbeidstijd voor het personeel
der Ma rm©bakkerij.
De MINISTER zegt overweging toe.
De heer EERDMANS dringt aan op ver
betering van do verblijfplaatsen der lood
sen te Rotterdam.
Do MINISTER zegt overweging toe.
Do heer DE VISSER dient een moti© in,
tvAarin do wenechelijkheid wordt uitge
sproken, dat de geestelijko verzorging van
dc Kerken uitgaat- en -dat de reeds met den
Heldorschen kerkeraad getroffen overeen
komst niet zal afstuiten op het niet verhoo-
gan van dezen strokkonden begrootingspost
tüet f 1500 en het verzoek wordt gedaan de
t begrooting alsnog met dit bedrag to ver
hoog en.
De beer HUGENHOLTZ lieeft bezwaar
tesgen het misbruiken van den godsdienst
gds politiemaatregel en dus ook tegen de
o&otie.
De heer SCHAPER protesteort tegen de
öiotie in het belang der zuinigheid.
Do heer DE MEESTER merkt op, dat het
subsidie sinds verschillende jaren op de be-
ffrooting voorkomt on dat de kwestie prin-
l®ipieel dus is afgedaan. Daarom steunt hij
de motie.
De beer KLEEREKOPER ziet in deze
motie oen herhaling van een poging om
1 Bang» indirecten weg van Staatswege gods
dienstige belangen te behartigen en bo-
'stadjdt de motie op dien grond.
De heer RUTGERS stemt ook voor de
motie op de gronden, door den heer De-
Meester aangegeven, maar hij kan zich niet
vereenigon met de meening, dat de rege
ling van den kerkeraad zooveel bewonde
ring verdient.
De MINISTER VAN MARINE onder
steunt do motie, daar het voorstel, dat go-
daan wordt, iets bestaands bestendigt,
doch alleen de regeling daarvan wijzigt.. De
motie is een pacificatie-poging, welke de
Minister als een teeken van verdraagzaam
heid toejuicht.
Do heer HUGENHOLTZ blijft hevig pro-
tostccren en meent, dat do Minister geen
beter middel kon vinden om verdeeldheid
te zaaien dan door een motie, als de voor
gestelde, to steunen.
De heer DE VISSER wijst er nog op, dat
men hier kan 6preken van een onvoor
bereid indienen der motie, want spr. heeft
zijn voornemen aangekondigd aan elke Ka
merfractie, ook de sociaal-democratische en
wel aan den heer Hugenholtz zelf.
De hoer DUYMAER VAN TWIST ver
dedigt de- Nat. Ohr. Officiorenvereeniging
tegen eenigo uitlatingen, o. a. dat zij fi
nancieel niet meer in staat zou zijn zonder
subsidie een predikant to bekostigen.
De motie wordt ten slotte, nadat de heer
SCHAPER vooral de linkerzijde verweten
had aan ,,al die apenkooi" medo te doen,
aangenomen met 46 legen 14 stemmen.
Tegen de sociaal-democraten en van links
do he oren Eland, Smeenge, Jansen (Den
Haag), Otto, Van Doorn, Boissevain, Vis
ser van IJzendoorn en Van Foreest.
Do Marinebegrooting werd zonder hoof
delijke stemming aangenomen, na een ver
klaring van den heer HUGENHOLTZ na
mens de êoc.-dem., dat zij geacht wilden
worden tegengestemd te hebben.
Na de pauze werd met 54 tegen 16 stem
men verworpen het bij de Waterstaatobe-
grootdng behandelde amendement De Mu-
ralt om art. 15 dor begrooting met f 12,000
to verhoogen ten behoeve der waterstaats-
opzichters, die door db reorganisatie van
1909 schade leden.
De Water s taatsbeg rooting werd
aangenomen.
Heb amendement-Helsdingen op een bij-
bchoorend wetje om te herstellen den post
van f 29,200 voor lotsverbetering der con-
ducteuren van brievenmalen, werd even
eens verworpen met 52 tegen 18 stemmen,
waarna dit wetsontwerp je (tot regeling van
do inkomsten en uitgaven van de Poste-
rijon, Telegrafie en Telefonie voor 1915)
zonder hoofdelijke stemming werd aange
nomen.
Hierna kwam in behandeling het
Wetsontwerp
tot het langer in Dienst houden van
Militie en Landweer.
De MINISTER VAN OORLOG lichtte
de aangekondigde wijziging toe, waarbij het
in-dienst-houden niet voor 1 jaar, maar
voor 1 maand gelden zal, met do bedoeling
de regeling vóór Kerstmis gereed te krij-
gon.
Hij voegde daar tevens aan toe, dat de
Regeering zich volkomen bewust is van de
zware lasten welke worden opgelegd aan
de dienstplichtigen in het algemeen en in
het bijzonder aan de landweerplichtigen.
Zij betreurt, dat in hooge mate en niemand
beter dan den Minister kan het bekend zijn
hoezeer de kleine neringdoenden en han
delaren lijden onder den togenwoordigen
toestand Daarom is dan ook de aandacht
van het Kon. Nat. Steuncomité op deze
groep gevestigd. Maar aan den andoren
kant zou de Regeering zich niet verant
woord achten, als zij onder de bestaande
omstandigheden de legermacht, welke zich
onder de wapenen bevindt, verzwakte door
oen deel dier legermacht naar huis te zen
den. Het is toch dringend noodig, dat onzo
legermacht zoo sterk mogelijk blijve. Intus-
schen zal, zoodra de omstandigheden het
veroorloven, goen minuut gewacht worden
met het na-ar huis zendon van de leger
macht.
De heer TER LAAN (Den Haag) dringt
aan op het naar huis zenden althans van
de laatste lichting der landweer. Hij kon
digt voorts een amendement aan in ver
band met de vergoeding aan de gezinnen
van kostwinners. Hij wraakt het voorts, als
logisch onjuist, dat de Itcgeering haar
plichten jegens de landweergezinnen over
draagt aan het particuliere Nat. Steun
comité. Ook spreekt hij nog over bejege
ning van de vakorganisaties, speciaal het
geval in Den Helder, waar vergunning
voor een vergadering werd geweigerd. Ilij
dient een motie in, waarbij dc Minister
wordt uitgenoodigd een circulaire te rich
ten tot de militaire autoriteiten in hot be
lang vn.n handhaving van het recht van ver-
eeniging en vergadering, met eerbiediging
van de vrije keuze van het lezen van dag
bladen en geschriften voor zich in militai
ren dienst bevindende.
Op voorstel des VOORZITTERS, bestre
den door den heer TER. LAAN, wordt be
sloten deze motie eerst in Januari a.s. te
bohandelcn, als wanneer toch vanzelf weder
wetsontwerpen tot verlenging van het in-
dienst-houden der militie en landweer aan
de orde zullen moeten komen, na de wijzi
ging, door den Minister in de oorspronke
lijke ontwerpen aangebracht.
De heer EERDMANS verklaart voorloo-
pig niet voor langer in ciieDst houden te
kunnen stemmen, omdat z. i. de landweer,
die langer in dienst zou worden gehouden,
feitelijk landstorm had behooren te zijn.
De heer DUYMAER VAN TWIST be
pleit voor de laatste lichting der landweer
soldij-verhocging van ƒ1.50 tot f 2.
De heer DE GEER vraagt vooral te let
ten op de economische belangen, bobrokken
bij het in-dienst-houden der landweer. Hij
wil wel met het voorstel van den Minister
moegaan, maar wil weten of do Minister
den toestand zoodanig oordeelt, dat hij el-
ken dag ee»n ramp nabij acht.
De heer SMEENGE wijst op de belan
gen van hen, die in den landbouw werk
zaam zijn en schier niet gemist kunnen wor
den.
Do heer ARTZ zou voor stemmen, maar
sluit zich aan bij de klachten over de wil
lekeur bij de verlofsverlenging.
De heer TYDEMAN, zich bij laatst en
spr. aansluitende, dringt aan op degelijken
toevoer bij het geven van verloven.
Do MINISTER VAN OORLOG hield do
beslisto noodzakelijkheid vol van het op
sterkte houden van de legermacht. Een ver
gelijking van ons leger met Zwitserland en
Denomarkon gaat niet op, omdat ons land
voortdurend op zijn hoede moet blijven we
gens het liggen nabij het brandpunt. Uit
militair en strategisch oogpunt kan elk
oogenblik mogelijk zijn, dat oen beroep op
onzo krijgsmacht moet gedaan worden en
ook do nabijheid van de zee kan verrassin
gen bezorgen. Al hebben we een sterk le
ger, er wordt veel gevorderd voor de
grens en kustwacht, de bewaking der geïn
terneerden en der vluchtelingen enz. De
lichting 1915 is nog voor do helft onge
oefend en daarop kan nog niet ernstig ge
rekend worden. Bovendien is het niet goed
don Minister van Oorlog onder de gegeven
omstandigheden te noodzaken in details al
le legermaatregolen bloot te leggen cn de
moeilijkheden, waarvoor de Minister staat,
nog te vergrooten. Heb is onmogelijk het
aantal verloven uit te breiden. Reeds thans
wordt door automatische verloven het
spoorwegverkeer zoodanig ia beslag geno
men, dat de treinen reeds 2 h- 3 uur te laat
aankomen. Bij het toestaan van verloyen
heeft hij in do ruimste mate rekening ge
houden met de economischo'belangen en
eisohen.
Besloten wordt geen repliek te houden
op voorstel van den heer ELAND.
De algemeen© beschouwingen worden ge
sloten cn art. 1, in-dienst-houden dor land
weer aangenomen met 57 tegen 8 stemmen.
Een amcndement-TER LAAN (Den Haag)
om in te lasschen oen'-artikel, bepalende,
dat met ingang van 1 Januari de vergoe
dingen aan gezinnen van landweer wordt
verhoogd van f 1.50 of 2 per dag, vindt
bij den Minister geen bezwaar, indien deze
bepaald wordt tot dc allerlaatste lichting
der landweer. Voor de overige landweer
zal spreker heb overwegen.
Heb amendement-Ter Laan gewijzigd,
wordt aangenomen.
De hoer TER DAAN bet-oogt, dat er geen
enkele reden is om den militairen minder
toe te kennen dan de landweer. Spr. hoopt,
dat deze zaak in Januari nader onder de
oogen zal worden gezien.
Het ontwerp wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De zitting wordt- verdaagd tot 8 uren
avonds.
Avondvergadering.
Suppletoire Indische Begrooling.
De wetsontwerpen tot wijziging cn ver
hooging der begrooting van Ncd.-Indiö
voor 1913 komen het eerst aan de orde.
De heer VAN DEVENTER vraagt, hoe
het mogelijk is, dat in 1913 subsidies zijn
verleend voor niet contractueele diensten
De heer FOGK betreurt het onmatig
gebruik van dc aanstelling van tijdelijke
ambtenaren, ondanks de pogingen, door
den Minister on den Gouverneur-Generaal
herhaaldelijk gedaan, om dit togen te
gaan.
De heer HUGENHOLTZ dringt er op
aan de voorwaarden voor den over toch.
van militairen te kennen vóór een nieuw
contract wordt gesloten met de Faket
vaart-Mij. Voorts dringt spr. er op aan,
iemand, die Chineesch kent, te zenden
naar de Westerafdeeling van Borneo, waar
onlusten onderdrukt zijn, om op dc hoogte
te komen van de grieven der bevolking.
De heer DE MEESTER klaagt over het
laat- inkomen van het ontwerp.
De MINISTER VAN KOLONIËN ant
woord, dat de stukkon vertraagt aankwa
men. Een volgend jaar zal spr. vroeger
een dergelijk ontwerp indienen, doch hij
vrees, dat een vermeerdering van ambte
naren aan het Indisch Departement van
Financiën daarvan het gevolg zal zijn. Do
Gouverneur-Generaal beslist of tijdelijke
ambtenaren op een gegeven oogenblik noo
dig zijn. Wat het contract met de Faket
vaart-Mij. betreft, spr. zal dit vooruit
kennen. Generaal Van Rietschoten zal ze
ker in de Wcsterafd. van Borneo zich van
een tolk hebben bediend om de grieven
der bevolking te loeren kennen.
Do wetsontwerpen worden
na re- en dupliek zonder
h o o f d o 1 ij k e stemming aan
genomen.
Oorlogsbegrooting.
Bij de algemee-ne beschouwingen brengt
de heer DUYMAER VAN TWIST don Mi
nister hulde voor zijn beleid. Voor critiek
is de tijd nog niet aangebroken. Slechts
merkt spr. op, dat, in strijd met het stand
punt van de Regeering, op de begrooting
tal van traktomontsverhoogingen zijn ge
bracht.. Spr. meent, dat de bogrooting
elk jaar met aanzienlijke bedragen wordt
verzwaard zonder dat dit de landsverde
diging ten goede komt.
De heer RUTGERS bespreekt de ver
houding van den opperbevelhebber van
land- en zeemacht tot de Ministers van
Oorlog en Marine.
De heer KNOBEL bepleit een toelage
aan de tandartsen tc velde, of een aan
stelling als reserve-luitenant tijdens, den
duur der mobilisatie.
Do heer DE JONG verklaart, dat de
resultaten van liet onderzoeken naar de
voorgeoefendheid veel gunstiger zijn dan
verleden jaar. Daarentegen is het nog
steeds treurig gesteld met de opleiding
van het reserve-kader. Ook is niet vol
doende aangemoedigd, de lust om zich
voor den vrijwilligen landstorm aan te me'-
den. Voorts wijst spr. op het belang van
het herstellen van den totalisator voor het
fokken van volbloed cavaleriepaarden.
De heer SMEENGE wijst nogmaals op
het verloop onder de genie-officieren en
de noodzakelijkheid om daartegen afdoen
de maatregelen te nemen. Voorts bepleit
spr. de belangen der militairen apothe
kers en paardenartsen.
De heer TER LAAN (Den Haag) keurt
af in het belang van den Godsvrede, da-t
de Regeering komt met iets principieel
nieuwsde uitbreiding der bereden ar
tillerie, de gevolgd zal worden door de
aanschaffing van modern veldgeschut.
Laat de Minister tot na den oorlog wach
ten met zijn algemeenen dienstplicht. Wel
licht zullen de kleine naties na den oorlog
het voorbeeld kunnen geven van ontwa
pening. De sociaal-democraten hebben geen
enkele reden om tegenover de begrooting
een andere houding aan te nemen dan
gewoonlijk.
De heer HELSDINGEN betreurt het
uitblijven eener algemeen© loonsvcrhoo-
ging voor de Rijks-werklieden.
Do hoer ARTS betreurt, dat do onge
lijke salarieering van officieren van ge
zondheid en paardenartsen blijft besten
digd.
De MIN. VAN BINNENL. ZAKEN be
antwoordt de vraag van den hoer Rutgers.
Spr. wijst er op, dat de opperbevelheb
ber een buitengewone mate van zelfstan
digheid moet bezitten doch verantwoorde
lijk is voor elk van zijn daden aan de Re
geering en doze voor gewichtige zaken
heeft te raadplegen. Bovendien kan de
Koningin den opperbevelhebber bevelen
geven.
DE MINISTER VAN OORLOG betoogt,
dat hij met zijn voorstel tot uitbreiding
der bereden artillerie en aanschaffing van
nieuw geschut geheel blijft in de lijn van
de oorspronkelijke begrooting. Na den oor
log mogen we niet met de handen over
elkaar gaan zitten. Deze oorlog is volgons
alle deskundigen in do eerste plaats een
krijg van artillerie en mitrailleuses. Spr.
is van plan zoo er>oedig mogelijk de paar
denartsen en milit-aire apothekers beter te
salarieeren. De Minister is er niet afkee-
rig van den tandartsen de positie van offi
cier tc geven, maar eerst dient dit dienst
vak te worden georganiseerd. Spr. hoopt,
dat het aantal jongelieden, dat aan de
vooroefeningen deelneemt, zal stijgen. De
opleiding voor het reservekader is nog
niet geheel in orde, doch zal beter wor
den.
De algemeene beraadslagingen worden
gesloten.
Bij art. 16 bespreekt de heer TER LAAN
de ongelijke salarieering van de officieren
bij de verschilleodo wapens, en bij art. 18
komt hij op tegen de uitbreiding van het
personeel der artillerie, de versterking der
bereden artillerie en het ve3tinggcschut.
Bij amendement wit hij de Kamer zich doen
uitspreken en 6telt voor het artikel ract
1 te verminderen.
De heeren DUYMAER VAN TWIST en
ELAND bestrijden het amendement.
DE MINISTER verdedigt nogmaals de
noodzakelijkheid van uitbreiding der veld
artillerie en vestingartillerie.
De heer TER LAAN trekt zijn amen
dement in, dat niet van rechts en links
wordt gesteund.
Bij dc afdeeling geneeskundige dienst
bespreekt de heer TEIt LAAN de hygiëni
sche maatregelen, te Amsterdam en Den
Haag genomon.
De MINISTER eegt overweging toe.
De oorlog s- en Vesting be
grooting worden aangeno
men en na eenige discussie
ook de kustverdediging.
De sociaa 1-de mocraton ver
klaren zich tegen de oorlogs-
begrooting.
Z.h.s. worden aangenomen eenige. klei
nere wetsontwerpen, w.o. dat tot. besten
diging van den staat- van beleg en tot aan
vulling van art. 2 dor Beurswet 1914.
Aan de orde komt het
Wetsontwerp 4©t Tijdelijke Afwijking
van de Kieswet.
Bij de algemeene beraadslagingen keurt
de heer RUTGERS als ongrondwettig af,
dat herontwerp ziek stelt op het stand
punt, dat kiezerslijst van 1915 in 1911
werd
Spr. gaat mede met het voorstel voor
huur- en loonkiezers in 1914, die door wan
betaling het kiesrecht zouden verliezen.
Echter zullen kunnen worden uitgesloten
diegenen, die in 1915 kiezer willen worden
wegens bedoeling niet in 101-4, maar in
1913. Dat gaat z.i. te \er en spr. hoopt,
dat de Regeering dit bezwaar zal wegne-j
men.
De heer DRION sluit zich bij dit betoog
aan en ook de heer ALBARDA onderwerpt"
het aan critiek.
Dc MINISTER VAN BINNENL. ZAKEN
ontkent, dat er grondwettelijke bezwaren
bestaan cn verdedigt liet onwerp.
Na nog eenige discussie, waaraan o. a.
deelnemen dc heeren DE GEER cn VAN
DE VELDE, wordt het wetsontwerp zon
der hoofdelijke stemming a a n g e n o in e n,
nadat de heeren RUTGERS, BICHON cn
DE GEER verklaard hebben te willen wor
den beschouwd als tegenstemmers, de eer
ste mede namens de medcvoorstcllers, de
heeren DRION, TER SPILL, DE MONTH
VERLOREN, SCHEUKER, BE IJ MER, DE
WUKERSLOOTH en VAN TWIST, van
een amendement om in het ontwerp aan
art. 3 toe te voegen e. die in het jaar 1911
van een instelling van weldadigheid of van
een gemeentebestuur onderstand hebben
genoten f. die krachtens art. 1, eerste lid
a, der Kieswet op dc lijst zijn gebracht, in
hot laatstverloopon dienstjaar in ecu of
meer der Rijksbelastingen zijn aangeslagen,
en het te dier zake verschuldigde vóór of op
den lsten Maart niet hebben voldaan.
Do Kamer ging oni 12 u. 50 m. tot nader©
bijeenroeping uiteen.
Het Optreden van een Rijksveldwachter.
Beleefd verzoek ik U het onderstaand©
voor mij te plaatsen.
Dinsdagavond las ik in Uw geëerd Blad
hoe zekere hoor J. M. G. zijn verontwaar
diging te kennen gaf over dien inwoner van
Leiderdorp.
Het was wel beter, dat die hoer zijn
mond dicht hield, daar ik als ooggetuig©
gezien heb, dat die rijksveldwachter con
volksoploop voor zijn huis had dus bad hij
zijn schoenen aan kunnen trekken, om dien
persoon to arresteeren. Van daar had hij
niet naar Leiden moeten gaan, maar mot
dien persoon naar den hulpofficier vaji
justitie in de gemeente Leiderdorp daar
had do arrestatie plaats. Maar do heer G.,
hadt U het zoo aangenaam gevonden, dat
Uw zoon daar voor datzelfde feit moest
staan en misschien ongelukkig geslagen
had geworden, door de omstanders, daar die
rijksveldwachter er niet tegen opgewassen
geweest was. Ik denk van nietl
Nu herinner ik me wel, dat eon mij on
bekend persoon aankwam, spoedig wegging
met te zeggen ,,Ik wou, dat hij onder mijn
handen was." Dat bent u zeker G.'l Bly
ben ik zeker, dat die politieman dien per
soon arresteerde, maar laat hij tevens zijn
activiteit betoonen, zoo het behoort. Mijn-
hoer G., wees voortaan zoo goed als cr weer'
zoo iets plaats heeft, van het begin af er bij
te zijn, met uw horloge in de hand, dan
zoudt U je kunnen overtuigen, dat het 15
minuten was, of noemt U dat ook eenige,
en tellen hoeveel personen, dat 20 tot 30
menschen een volksoploop is. Noemt U dat
misschien ook kinderen vanaf 13 jaren of
jongelingen! Dan spreekt die mijnheer, dat
die rijksveldwachter dien persoon aan zijn
mouw vasthield, maar die G. moet voortaan
zijn oogen goed den kost geven, daar lie*
wel touw was. Of zoudt gij denken, dat dio
persoon zoo gewillig meegegaan had, mes
^en in burger gekleeden rijksveldwachter
op klompen, daar hij maar gclooven moest,
dat het politie was
Verder zij opgemerkt., dat inzender ook
al tot do voorbarige menschen behoort, nu
zijn eigen wel in mag houden, of wil hij
soms eens in 't zonnetje door dien rijke
veldwachter gezet worden, voor het flink©
protesteeren, waar hij niets van wcetJ
Ware het niet boter, dat die rijksveldwach
ter, als hij inziet, goed gehandeld heeft,
wat uict zoo is, er zelf tegen op kwam!
U nogmaals dankend voor de genoten
plaatsruimte.
lomand, die het goed
gezien heeft.
[Dit is het laat-sto stuk, hetwelk wij over
d-ezo kwestie opnemen. liod.J
BUTENLANDSCIIE BERICHTEN.
- Het opperste gerechtshof van de Ver-
eenigde Staten heeft thans beslist», dab Har
ry Thaw, de moordenaar van Stanford
White, onmiddellijk door den staat New
Hampshire waar hij zich na zijn gerucht
makend© vlucht uit het Matteawangesfcicht
in New-York naar Canada, onder betrekke
lijk mild toezicht ophield moot worden
uitgeleverd aan do justitie van den staat
New-York. Dat beteekant dus dat Thaw
weer zal worden opgeborgen in het gesticht
voor misdadige krankzinnigen in den staat»
New-York, waaruit hij was ontkomen.
Uit verschillende deelcn van Italië ko
men berichten van overstrpomingen. Tiboï
en Arno zijn buiten haar oevers getreden.
Er is reeds veel schade door 't water aan
gericht en er zijn ook «enige menschen,
verdronken.