Nederland en de Oorioo.
Tweede Kamer.
Tijdelijke Bcffiug ran Uitvoerrechten.
V g o r 1 o o p i g V r s 1 «i g.
Het wetsontwerp tot tijdelijke heffing van
"uitvoerrechten heeft bij vele leden bevreem
ding gewekt.
't Wae hun niet duidelijk, hoe de Minister
eon maatregel, tegen de door hemzelf beleden
«ocnoioische beginsële-n lijnrecht ingaande,
ken \-oorfilellen.
Verscheidene leden meenden, dat de Minis
ter z-ixh moer dan noodig en wenselielijk
was, door het exceptioneel karakter van den
hnidigen toestand heeft laten behecrschen.
Sommige leden verzetten zich tegen het.
denkbeeld van een opzettelijke belasting van
cei logs winst, doch vele anderen hadden hier
tegen op zichzelf geeu bezwaar. Een aantal
andere leden, hoezeer in normale tijden tegen
het heffen van uitvoerrechten, hadden in de
tegenwoordige omstandigheden hiertegen geen
overwegende bedenkingen. Enkele leden Ver
klaarden zich met het wetsontwerp te kunnen
veieenigen.
Men kwam er tegen op, dat uitvoer tegen
hoogero prijs dan in de laatste jaren de
normale was, in den regel op een bijzonder
winstgevende transactie zou wijzen. Ook
werd gewezen op mogelijke represaille-maat
regelen van andere staten.
De verwachting, dat het recht wel V/s nril-
lioen per maand zou opbrengen, kwam aan
vele leden te optimistisch voor.
In verband met de overwegende bezwaren
tegen het wetsontwerp, onthielden versober
de do leden zich van de bespreking der arti
kelen.
Dc overgang van ilen lieer Treub.
Voorloopig Verslag.
Bij het af'deelingsonderzoek van de wet
telijke voorziening nopens den overgang van
den heer Treub naar het Ministerie van Fi
nanciën oefenden verscheidene leden critiek
uit op den vorm van het desbetreffend Ko
ninklijk besluit.
Dat Kon. besluit is genomen zonder ad
vies van den Raad van State, en feitelijk op
vcordracht van- slechts één der ministers,
den heer Treub zelf. Hiermede kc-nden deze
leden zich niet vereenigen.
Men meende voorts, dat de overbrenging
van do afdeeling Arbe-idsverzekcring geen
rechtvaardiging kon vinden in de door de R-e-
geering gegeven motiveering. Hierdoor wordt
teen te nanw verband gelegd tusschen den
persoon des Ministers en de aan een depar
tement verbonden werkzaamheden. Enkele
leden meenden, dat in de motiveering van
het voorstel cenig gebrek aa.n vertrouwen
school in het hoofd van het departement,
waaraan bedoelde taak werd onttrokken.
Staatshcgrooting voor 1915.
Hoofdstuk I.
Memorie an Antwoord.
Na een woord van dank voor het aan dc
Rr.gecring geschonken vertrouwen, waarbij
wordt "verklaard, dat de critiek de werke
lijke eensgezindheid niet behoeft uit te slui
ten. deelt de Regeering mede, dat de Me
morie van Antwoord op het Voorloopig Ver
slag omtrent het. wetsontwerp t-ot het vcr-
lcencn van ouderdomsrenten aan be-
liceftagen in het begin van Augustus zoo goed
als gereed was.
De wetsontwerpen tot herziening van dc
Invaliditeit.s- en de Ziektewet en
ter vervanging van de Raden wet door een
Organisatiewet kwamen deu zesden Augus
tus van den Raad van State terug. Indien de
oorlogstoestand niet ware ingetreden, zouden
deze wetsontwerpen in het eind van Augus
tus of het begin van September de Kamer
hebben kunnen bereiken en zou de Memorie
van Antwoord inzake de ouderdomsrenten
daarop spoedig ziju gevolgd. De bedoeling
is de zaak der ouderdomsvoorziening en der
ziekte- en invaliditeitsverzekering voor dc
Kamer te brengen, zoodra de internationale
verhoudingen dat zullen gedoogen.
De overgang van den heer Trenh
naar het Departement van Finan
ciën belet geenszins, dat hij door de Kamer
ter verantwoording kan worden geroepen over
de maatregelen, door hem als Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel genomen.
Do overbrenging van de afd. Arbeidsvcr-
zekering van het Departement van Land
bouw, Nijverheid cn Handel naar het Depar
tement van Financiën was noodig om te ver
zekeren, dat het resultaat van den arbeid,
besteed aan de herziening der sociale ver
zekeringswetten, na het einde van den oor
logstoestand, spoedig de Kamer zal kunnen
bereiken. De oorspronkelijk ingediende be-
greotingen strekken ten bewijze, dat de
Regeering instemt met die leden, die van
oordeel zijn, dat een verstandige politiek me
debrengt geleidelijk voort te gaan met het
subsidieeren van zaken van al
gemeen nu t-,
Salarisverbetcring is evenzeer,
bij een zich ontwikkelende maatschappij, on-
vcimjjdolijk, niet alleen omdat bij de stijging
van het economisch peil der natie de levens
behoeften zich uitbreiden, maar ook omdat
het belang van don Staat medebrengt, dat
beschikt wordt, over krachten, in overeen
stemming met de hoogere eischen, die aan do
ambtenaren warden gesteld.
Nochtans heeft de Regeering geineend, dat
zolang het oorlogsgevaar niet geweken is,
alle uitgaven tot liet strikt noodige moeten
werden beperkt.
Da Minister van Financiën is voornemens
de v. ehsontwerpen tot herziening van do w c t-
t e 1 ij k e comptabiliteitsregeling,
welke hij bij zijn optreden vond, en omtrent
welke reeds overleg met dc Algemeene Re
kenkamer heeft plaats gehad, zoo spoedig
moge-lijk in studie te nemen cn de indiening
van definitieve ontwerpen zooveel mogelijk
to bespoedigen.
In de onderscheidene Kon. besluiten, rege
lende de positie der burgerlijke ambtenaren,
die hun m i 1 i t i e-, 1 a n d w e e r. o f reser
veplicht vervullen, is als regel vastge
steld, dut burgerlijke ambtenaren, die behalve
voor cc I's te oefening onder de wapenen zijn,
naast de soldijen, jaarwedden of traktemen
ten, welke zij deswege genieten, in het
volle genot van de aan hunbetrek-
king verbonden belooningbljjven.
Aangezien deae regel ook geldt voor het
geval, dat het onder dc wapeneu zijn gevolg
was van het bepaalde bij art. 185 der Grond
wet, heeft gedurende de maanden Augustus
en September jl. de dubbele betaling der bur
gerlijke ambtenaren plaats gehad.
Het ligt voor de hand, dat deze regeling,
w elke in gewone tijden niet tot bezwaar aan
leiding gaf» in verband met den korten tijd,
waarover de dienstvervulling (herhalingsoefe
ningen) gemeenlijk loopt, thans, nu de dienst
plichtigen zoo langen tijd buitengewoon on
der de wapenen moeten blijven, aanleiding
heeft gegeven tot de vraag of hel wel aan
gaat. dat de vervulling van Staatsdienst
dubbel wordt beloond.
Deze vraag is ontkennend beantwoord en
mitsdien werd de tegenwoordige regeling in
het leven geroepen, waarin voor de belang
hebbenden niets onbillijks kan worden ge
zien.
De verhouding van dcu opperbe
velhebber van land- en zeemacht
tot de Rcgeering behoort uiteraard ge
regeld te zijn met inachtneming van art. 54
dei' Grondwet. Voor zijn doen en laten als
zoodanig hebben dus dc betrokken ministers
do verantwoordelijkheid te aanvaarden. Het
hangt daarbij van den aard van ieder bij
zonder geval af of de Minister" van Oorlog,
de Minister van Marine, dan wel het ge
heels Kabinet die verantwoordelijkheid op
zich zal hebben te nemen.
In overeenstemming met het voorgaande is
in de instructie voor den opperbevelhebber
bepaald
„De opperbevelhebber is voor zijn krijgs
beleid en voor de wijze, waarop hij zijn
gezag uitoefent, verantwoordelijk aan de Rc
geering."'
Dat echter veel aan hem behoort te wo-ï-
den overgelaten, is een eisch van de praktijk.
Inzake krijgsbeleid is het zelfs noodzakelijk
hem de grootst doenlijke zelfstandigheid to
veil een en.
Ten einde den opperbevelhebber die zelf
standigheid te waarborgen, is in de ins truc-
de .bepaling opgenomen:
„Bij aan hem verstrekte opdrachten of be
velen, welke zijn krijgsbeleid raken, moei
blijken van voorafgegane Kon. machtiging
of goedkeuring, voorzien van de door jle
Grondwet vereisebte m ede- on der t eek-en: n g."
Zitting van gisteren.
Bij dc verdere verdediging door den beer
MENDELS van diens uït-zettingsvoorstel
bracht deze ter tegemoetkoming aan be
zwaren au de beeren Van Doorn en Van
Hamel in den verderen loop van zijn be
toog een wijziging aan in art. 6, waarbij
wodrt mgelascbt ecu gebiedend voorschrift
voor den kantonrechter om de huurcommis-
sie te hooien alvorens do bedragen van de
huur, bedoeld in artikelen 3 en 4, van bet
ontwerp vast te stellen.
Vervolgens hield spr. de noodzakelijkheid
van zijn voorstel nadrukkelijk vol. Men moet
afslachting weten te voorkomen. En met de
uitwinningswet zoowel als met de Beurswet
heeft men óók niet gewacht tot er een af
slachting kon plaats hebben, maar heeft de
Regeering ook tijdig meenen f e moeten in
grijpen. En zulk een preventieve bedoeling
heeft sprekers voorstel evenzeer.
Nog wijst spr. op verschillende onge-
wenschte gevolgen van uitzetting, uit de wo
ningen, bijv. uit sanitair en moreel oogpunt;
want het is een niet te weerspreken feit, dat-
een vrij hoog percentage (zoo 9 pCt. voor
Den Haag) van de uitgezetten die geen an
dere woning konden vinden, bij andere
ménschen een onderkomen moesten zoeken.
Spr besluit zijn ruim drie uren lange rede
met te zeggen, dat, indien onverhoopt de
Kamer het haar plicht mocht rekenen het
ontwerp te moeten verwerpen, hij haar dien
plicht niet benijdt.
Hierna vingen de replieken aan.
Bij repliek stelden de heeren VAN HA
MEL en VAN RAALTE een motie voor,
uitsprekende de wenschelijkheid van onver
wijlde indiening door de Regeering eener
aanvulling van de uitwinningswet van 3
Dee. ter voorkoming van gedwongen ontrui
ming uit weekhuurwoningen, wanneer de
huurder door de tijdsomstandigheden niet
in staat is de huur te betalen. Deze motie
werd aangevuld door den heer LIMBURG,
in dien zin, dat hij de wenschelijkheid uit
sprak van geldelijke tegemoetkoming aan
onmachtige huurders.
De heer DE GEER meent, dat men van
de Regeering iets over de motie moet ver
nemen Als dus over het voorstel is gestemd,
zal de Rcgeering zich over de motie moeten
uitspreken.
De MINISTER verklaart zich daartoe be
reid.
De heer VAN DOORN verklaart thans,
na de wijziging, vóór het ontwerp te zullen
stemmen.
Artikel 1 wordt verworpeh
met 3 7 tegen 14 steramen.
Vóór: de sociaal-democraten, de heeren
•P'atijn, Van Doorn, De Meester, Fock en de
Voorzitter.
De MINISTER deelt mede, dat tusschen
verschillende Ministers over het Woning
vraagstuk is geconfereerd. De Regeering
meende met de Steuncomifcé's succes te heb
ben gehad. Wel deden zich af en toe moei
lijkheden voor, doch steeds kwam het tot
een schikking. De Kegeering is bereid op
wettelijke of andere wijze in te grijpen, zoo
dra het noodig blijkt.
De heer VAN D(X)RN acht thans de mo
tie onnoodig.
De heer SPIEKMAN hoorde met verba
zing den Minister. Te Amsterdam werden
zestig gevallen van uitzetting gepubliceerd
van lieden, die vroeger nooit met den kan
tonrechter in aanraking kwamen. Spreker
stelt de Rcgeering aansprakelijk voor het
woningleed, dat door de arbeidersklasse ge
leden wordt.
De heer MENDELS constateert, dat de
Minister erkende, dat er gevallen zijn, waar
in de schikking niet in orde komt, en dat de
Minister dan een telegram daarover ont
vangt.. Komt dit. overeen met dc waardig
heid van Regeering en Kamer, vraagt spr.
Dc Minister moet dan schipperen met zoo'n
huiseigenaar ie dat in overeenstemming
mot de waardigheid der llegeeriv.g 1 Spr.
wil do Rcgeering voor zulk w erk bewaren.
De beraadslaging wordt gesloten.
Do motie-Limburg c.b. komt in stemming,
ei worden 26 stemmen voor en 26 stemmen
tegen uitgebracht.
(Voor stemden de heeren Fatijn, Ter
Laan, (Rotterd..), Kleerckoper, Olto,
Helsdingen, Spiekman, Limburg, Gerhard,
Knobel, Ter Laan (Den Haag), Teenstra,
Van Deventer, Van Hamel, Mendels, Troel
etra, Jannink, De Meester, Heeres, Scha
per, Fock, Bos, liugenkolbz, Marchant, Al-
barda, Roodenburg, Van Raalto cn de voor
zitter).
Een nieuwe stemming zal in een volgende
vergadering plaats hebben.
De heer MENDELS merkt op nog niet te
kunnen verklareYi of hij zijn wetsontwerp in
trekt.
De VOORZITTER vraagt of het niet be
ter is het ontwerp in te trekken.
De heer MENDELS zegt, dat
h ij z ij n w e t s-o n t w e r p intrekt-.
Het LcciiiuKS-ontwcrp.
Besloten wordt Dinsdag a.s. om half-
twaalf het leeningsontwevp in behandeling
te nemen.
Staatsminister Paul Hymans over
Nederland.
Paul Hymans, <lc leider der liberale lin
kerzijde, fin de Belgische Kamer, die den
dag-zèlf van den inval der Duitschers,
tot staatsminister verheven werd, is in
Nederland geweest, om zich rekenschap
te komen geven over den toestand der
vluchtelingen en der geïnterneerden hier,
en heeft aan een medewerker van de
„XXmc Siècle" in H&vre, een cn ander
van zijn indrukken meegedeeld.
Laat -ons al manT dadelijk zeggen, dat de
Belgische staatsminister letterlijk verrukt is
over tie behandeling zijner landgenooten
ten onzent en dat hij de meest vleiende
hulde brengt aan onze regeering en aan
ons volk.
Zijn bezoek aan Nederland vond plaats,
een paar weken geleden. Hij deed de réis
in gezelschap van zijn collega, den katho
lieken staatsminister Cooreman, die i n
1913 het presidentschap der Belgische Ka
mer voor dat van het C omit ei t der Gent-
sche wereldtentoonstelling' verwisselde.
Deze heeren bezochten Bergen-op-Zoom,
het interneci ingskamp te .Antersfoort, de
loodsen van de Maatschappij „Nederland"
en die op de Handelskade te Amsterdam,
alsmede verschillende private inrichtingen
voor vluchtelingen, binnen .en buiten de
hoofdstad.
Zij hadden ook een onderhoud met den
heer Cort van der Linden, voorzitter van
den ministerraad en met de ministers Lou
don en Treub, die zij namens de Belgi
sche regeering gingen bedanken.
Van -dit onderhoud heeft dc heer II y-
mans den indruk behouden, dat in den]
schoot van het Nederlandsche gouverne
ment, de warmste sympathie en het diep
ste medelijden hcerschcn ten opzichte van
het zoo diep beproefde volk van België.
De heer Hymans weet, dat er op zeker
oogenblik tot 600.030 vluchtelingen in Ne
derland zijn geweest, mitsgader zoo wat
30.000 militairen: Belgen, Engelschcn en
Duitschers. En hij stelt zich zeker niets
te weinig voor van de ontzaglijke inspan
ning, die het aan onze autoriteiten cn onze
bevolking gekost heeft, om een massa,
d e méér dan het tiende gedeelte onzer
bevolking bedroeg, te voeden, te kleeden
en onder dak tc brengen.
„Nederland zoo zegt hij men kan
het niet genoeg herhalen, noch genoeg
zijn bewonderenswaardige handelwijze roe
men heeft deze vluchtelingen ontvan
gen in één opwelling, en met een edelmoe
dige ontplooiing van goedheid en men-
'schenliefde."
Van minister-president Cort van der Lin
den weet de heer Hymans, dat, bij zijn
bezoek, het aantal Belgische vluchtelingen
in Nederland nog ongeveer 300.000 be
droeg. Hij begrijpt en stelt op zeer^ hoo-
gen prijs het gevoel, dan aan de Neder
landsche regeering de som van 50.000 pond
deed weigeren, die het Engelsche gouver
nement haar aangeboden heeft voor de
verzorging der Belgische luchtehngcn.
De Belgische staatsminister brengt ook
da warmste hulde aan dc particulieren,
die zich het lot der Belgische vluchtelin
gen. hebben aangetrokken en wel gansdh
in het bijzonder aan het „Nederlandsche
comité tot steun van Belgische en andere
slachtoffers," met den heer Stuart aan het
hoofd, die algem. comm. geweest is van
de Nederlandsche afdeeling op de tentoon
stelling te Gent en. in wicn de heer Coo-
reman dus een goeden vnend terugvond
en medewerker in betere dagen.
De lieer Hymans denkt ook met harte
lijkheid aan den heer Léon Delhez, secre
taris der Belgische Liefdadighcidsverecni-
ging te Amsterdam en aan den wethouder
Jitta.
In gezelschap van deze beide heeren heeft
hij de loodsen op de IJ en Handelskade
bezocht en drukt over wat hij daar gezien
heeft, al was het toen nog lang niet wat
het thans geworden is, zijn hoogste bewon
dering uit.
„Overal waar wij geweest zijn, zco ver.
telt hij en hij spreekt ook nog even over
de fabriek Van Dam, hebben wij de op
wekkende atmosfeer gevoeld, welke dit zoo
eenvoudig, dit zoo waarachtig inensohlie-
vend onthaal geschapen heeft rond onze
landgenooten, wij hebben haar gevoeld in
den genisten en hoopvollen gemoedstoe
stand waarin allen daar verkeeren."
Over zijn bezoek aan het comité voor
huisvesting, zegt de Belgische minister dan
n°S
„Het comité voor huisvesting, waar de
vluchtelingen worden verdeeld, wordt be
stuurd door dames van de hooge Amster
dam sche wereld, die er van 'den morgen
tot den avond zetelen. Anderzijds bestaat
nog een comité voor kleoding. Overal wij
den de Hollandschc dames zich aan dat
werk met d-ic hartelijkheid, die ongedwon
genheid en dien echt Vlaamschen eenvoud,
vol lossen zwier en fijne distinctie tevens,
welke haar, op onze oprechte geluk wen-
schen, eenvoudig antwoorden deed: „O,
he is uit volle hart gedaan, wij doen slechts
onzen plicht!"
De Belgische staatsministers hebben te
Bergen-op-Zoom de instellingen voor de
vluchtelingen gezien en zij geven zich vol
komen rekenschap van de nog veel groo-
ter bezwaren, die men in deze kleine grens
plaatsen te overwinnen heeft gehad.
Al twijfelt Ide lieer Ilymans dus geens
zins aan de oprechte hartelijkheid, waarmee
Nederland de Belgische vluchtelingen ont
haald heeft en nog steeds hen herbergt,
toch acht hij het wel wenschelijk, dat er
moeite gedaan wordt, om dezen last voor
ons te verlichten. Dat zou, zijns inziens,
het best te doen zijn, door zooveel moge
lijk van 'de vluchtelingen naar Engeland
en naar Frankrijk over te brengen.
Bij zijn terugkeer over Engeland, onder
hield hij zich over dit vraagstuk met de
heeren van liet „British Institute of social
Service," te Londen, in het bijzonder met
den heer SeebohmRowntree. Deze bee-'
ren hebben een delegatie naar Nederland
gestuurd, om met de regeering te overleg
gen, hoe Engeland hen het best zou kun
nen helpen bij de verzorging der vluch
telingen.
De heer Hymans weet ook, dat de Bel
gische soldaten, die gewond of ziek in de
Nederlandsche hospitalen liggen, daar een
bewonderenswaardige verzorging genieten.
„Overal in Holland, zei hij tot besluit,
hebben wij de warmste sympathie voor
de zaak van België ontmoet. De openbare
opinie is bijna eenstemmig uit ganscher
harte aan onze zijde. België is aan het Ne
derlandsche volk een diepe dankbaarheid
verschuldigd, voor het wonderbaar voor
beeld van solidariteit, dat het ons geeft.
Ons land doorworstelt de vreeselijkste cri
sis, die het gekend heeft sedert eeuwen.
Onze troost is, dat we den steun van gansch
de beschaafde wereld hebben."
Bij wat hij „de beschaafde wereld" heet,
rekent de heer Hymans, die deel uitmaakte
van de Belgische delegatie naar Amerika,
ook de Vereenigde Staten.
„De Vereenigde Staten," zoo zegt hij,
„behouden h un politieke neutraliteit, maar
zij oefenen niet de onzijdigheid van het
hart uit en men mag zeggen, dat zij de
liefdadigheid gemobiliseerd hebben."
HET BEDROC MET CACAOPOEDER.
Drs au Hamel Roos en Harmens schrij
ven in het „Maandblad tegen de Verval-
schingen"
In September j.l, hadden wij gelegenheid
te waarschuwen tegen de aanbieding op
groote schaal van cacaodoppen, ten gebruik©
der bakkerij, en dank zij het bekendmaken
dezer waarschuwing door do Ned. P'ers, zijn
wij in ons land gelukkig verschoond geble
ven van een cacaoschillen-houdend baksel.
Het blijkt nu echter dat de knoeiers, dank
zij dezen demoraliseerenden oorlogstijd, niet
spoedig kamp geven, en waar do aanval aan
de eene zijde afgeslagen wordt, zoo spoe
dig mog. 'n ander terrein kiezen. En het lag
voor de hand, dat do cacao zelve, het beste
materiaal van „bewerking" opleverde. Waar
het niet aanging natuurlijk de schillen als
zoodanig, als cacao aan den man tie bren
gen, werd een andere truc gebezigd. De ge
wone zuivere cacao van den handel met een
gemiddeld normaal vetgehalte van ongeveer
25 pCt-. werd eerst nagenoeg geh. beroofd van
het kostbaarste bestanddeel n.l. cacaoboter,
en het restant vermengd met de noodige
schillen als „cacro" aangeboden. Wij con-
stateeren in tal van dergelijke monsters be
dragen van plusminus 4 pOt. vet en daaron
der, zoodat er geen sprake van kon zijn een
dergelijk ontvet, sterk schillenhoudend
Enoelproduct als cacao te mogen verk. Dit
geschiedt intusschen nog dagelijks, en wel
bij zeer groote partijen, aoms van 10,000 k.g.
to gelijk. Het spreekt vanzelf, dat degelijke
Ne-deriandsche cacaofabrikanten hun hier
en in het buitenland zoo gunstig bekende
namen en producten niet in de waagschaal
stellen, door zich met dergelijke praktijken
in te laten doch er schijnt een geheele „ben
de" zoo zouden wij hen het liefst willen
noemen van „handelaren" te bestaan, die
zich met dezen zwendel bezig houdt. En de
verontschuldiging, dat het export geldt, is
slechte geschikt om den zoo goeden naam
van onze cacao-indust-rie ernstig in het bui
tenland te benadeelen.
In verband met de door ons geconsta
teerde en hierboven vermelde feiten, is het
van veel belang op te merken, dat herhaal
delijk groote partijen cacao dezer dagen in
dc dagbladen gevraagd worden en waarbij
voor het eerst hier te lande de vervalsching
rondweg gevraagd wordt, door de toevoe
ging: „niet zuiver". Wij achten het ten
zeerste wenschelijk in 't alg. bel., dat langs
officieelen weg aan dezen schandelijken
groothandel", di© ten slotte bij den
kleinhandel, ten nadeele van beurs en maag
van den consument belandt, zoo spoedig
mogelijk een einde gemaakt worde.
DE CE INTERNEERDE PAARDEN.
Onder de geïnterneerde paarden, die te
Utrecht, ondergebracht z*i in de Boberhal,
is de kwade droes uitgebroken. Eenige paar
den moesten aan het abattoir reeds worden
afgemaakt, terwijl strenge maatregelen ge-
trof fen_ worden, om uitbreiding der ziekte
te voorkomen.
TABAKSBELASTIHC.
Do Bond van sigarenwinkeliers-vereeni-
gingen heeft zich gewend tot do Tweede
Kamer in verband met de bedoeling van
den minister van Financiën om 's Rijks mid
delen te versterken door een belasting op
tabak of tabaksfabrikaten
Adr. wijst er op, dat in de door den mi
nister gevormde commissie van advies geen
enkele sigarenwinkelier zitting heeft, niet-
tegenstaandie de urgentie hiervan werd be
toogd in een adres d.d. 24 November j.l.
Verzocht wordt, een ontwerp-wet van be
lasting op de tabaksfabrikaten niet aan> te
nemen, alvorens de bezwaren tegen zoo
danig ontwerp door de meest, belangheb
benden en meest getroffenen, de sigaren
winkeliers, zijn kenbaar gemaakt.
TECHNISCHE AMBTEMAREN.
Het bestuur van deu Algemeenen Ncder-
lundechen Opzichters- en Teekenaarsbond
heeft aan de gemeentebesturen van Amster
dam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Maastricht,
Utrecht, Hilversum, Enschedé, Leiden,
Leeuwarden, Groningen, Schiedam, 's-Her-
togenbosch, Tilburg Haarlem, Nijmegen,
Arnhem en Zwolle eeu adres verzonden, met
verzoek, voor de technische ambtenaren,
door de mobilisatie aan den dienst onttrok-
ken, tijdelijk personeel te doen aanstellen,
waardoor eenerzijds zal worden bereikt, dat
de normale bedrijfsgang wordt behouden, en
anderzijds aan de werkloosheid, welke zich
onder de technici hevig doet gevoelen, in
niet geringe mate zal worden tegemoet go-
komen.
BUIKCORDELS V0Q.1 MILITAIREN.
Als bijdrage voor de inzameling van het
hoofdcomité van het Nederlandsche Rood®
Kruis werden door K. M. de Koningin-
Moeder 200 buikgordels voor de militairen
geschonken
IMENTINC TEC EM TYPHUS.
Naar aanleiding van 'net voorkomen vat
eenige gevallen van typhus to Gorinchcm en
op de omliggende forten zijn op heb fort
Loevesteijn, waar een paar honderd man
liggen, inentingeu tegen de typhus verricht*
De militairen, die zich daaraan onderwer
pen, doen dit geheel uit vrijen wil. De inen
tingen worden verricht door den officie?
van gezondheid ]e kl. dr. H. Aldershoff. De
uitkomsten zijn zeer gunstig; de personen
die ingeënt zijn hebben daarvan geen Jast
of nadeelige gevolgen ondervonden. De
entstof is bereid in het lohoratorium van
prof. Spronek le Utrecht.
CYMNASIUMCURSUS VOOR
CEMOBIL IS EERDEN.
De „Stand." meldt, dat Maandagavond
in liet stedelijk gymnasium te Amsterdam
een cursus is geopend voor leerlingen van
verschillende gymnasia in ons land, welke
leerlingen, allen der 6de klasse, door de
mobilisatie daar ter stede in garnizoen, er»
dus uit hun studiën gerukt, toch willen
trachten,An 1915 het eindexamen af te leg
gen. Tien g'emobiliseerden nemeü aan den
cursus deel.
De inspecteur der gymnasia heeft ook in
andere garnizoensplaatsen dergelijke cur
sussen op touw gezet.
KATHLEEN PARLOW VOOR DE
MILITAIREN.
De \ioliste Kathleen Parlow heeft in de
Groote Kerk be Naarden geheel belangeloos
een concert gegeven voor het garnizoen.
Het spreekt, dat de toehoorders opgeto
gen waren.
Medewerking verleende Charles Keith ell
bij de organisatie heeft ook het Concertbu
reau van Augustin eveneens belangeloos go»
holpen.
Voor zoover ons bekend, is Kathleen Par
low de eerste buitenlandsche, die onze sol
daten van haar groote kunst deed genieten.
Een mooi voorbeeld
MEDEDEEL INC VAN DE BELCISCHE
LECATIE.
Het gezantschap van België te 's-Gravea-
hage deelt mede, dat de legatie dagelijks
vele brieven en kaarten ontvangt om die in
België te doen uitreiken. Vermits de ver
keersmiddelen met dat land geheel ge
schorst zijn, kunnen de verzonden brieven
niet aan do bestemmingsplaats worden af
geleverd. Onder die omstandigheden kan de
legatie niet anders doen dan den belangheb
benden te verzoeken, haar voortaan noch
brieven, noch kaarten te zenden, maar voor
al geen geldsommen bestemd voor personen
in België wonende.
BELCISCHE SPOORWEGAMBTENAREN
Het Antwerpsche Centraaibureel voor in
lichtingen aan vluchtelingen te Antwerpen
en Roosendaal deelt mee, dat de salarissen
enz. over November der Belgische spoorweg
ambtenaren tegen half December hier te
lande zullen worden uitbetaald op nader be
kend te maken plaats en tijd.
DEENSCHE STEUN VOOR DE
VLUCHTELIMCEN.
De „Beriingske Tidendo", van Kopenha
gen, heeft haar inzameling voor de Belgen
hier te lande gesloten. De lijst wijst een be
drag aan van -199,612 kronen en 18 ore.
Eigenlijk is er al meer, want. de „Beriings
ke" had van een paar bladen bericht ge
kregen, dat ze nog geld voor het fonds had
den ontvangen. Er is nu meer dan 500,000
kronen, d.w.z. meer dan f 330.000 bijeen,
een prachtig resultaat van de oproeping van
de „Beriingske", daarbij gesteund door tal
van bladen in Denemarken, die ook een in
zameling openden en de opbrengst aan het
Kopenhaagsche blad afdroegen. Gelijk men
weet), wordt het geld besteed door tu bso hen
komst van de Nederlandsche regeering.
0 EINTERN. BELCISCHE OFFICIEREN.
Men schrijft aan de „N. R. Ct.":
In een der intcrneermgs-depöts, welke
doet niet ter zake, bevindt zich een groot
aantal Belgische officieren en onder dezen
heerscht groote ontstemming.
Een majoor, twee kapiteins, een le luite
nant en een pas aangesteld 2e luitenant, al
len behoorendo tot hetzelfde corps, waarvan
een ander gedeelte nog deelneemt aan de
gevechten op den Westeliïkcn vleugel der
geallieerden, hebben namelbk bericht ont
vangen, dat zii ontslagen zijn als officier.
Men wil weten, dat een zelfde lot onk ande
ren, die eveneens over de Nederlandsche
grens trokken, nog boven het hoofd hangt.