Nederland en de Oorioo. Tweede Kamer. Tijdelijke Bcffiug ran Uitvoerrechten. V g o r 1 o o p i g V r s 1 «i g. Het wetsontwerp tot tijdelijke heffing van "uitvoerrechten heeft bij vele leden bevreem ding gewekt. 't Wae hun niet duidelijk, hoe de Minister eon maatregel, tegen de door hemzelf beleden «ocnoioische beginsële-n lijnrecht ingaande, ken \-oorfilellen. Verscheidene leden meenden, dat de Minis ter z-ixh moer dan noodig en wenselielijk was, door het exceptioneel karakter van den hnidigen toestand heeft laten behecrschen. Sommige leden verzetten zich tegen het. denkbeeld van een opzettelijke belasting van cei logs winst, doch vele anderen hadden hier tegen op zichzelf geeu bezwaar. Een aantal andere leden, hoezeer in normale tijden tegen het heffen van uitvoerrechten, hadden in de tegenwoordige omstandigheden hiertegen geen overwegende bedenkingen. Enkele leden Ver klaarden zich met het wetsontwerp te kunnen veieenigen. Men kwam er tegen op, dat uitvoer tegen hoogero prijs dan in de laatste jaren de normale was, in den regel op een bijzonder winstgevende transactie zou wijzen. Ook werd gewezen op mogelijke represaille-maat regelen van andere staten. De verwachting, dat het recht wel V/s nril- lioen per maand zou opbrengen, kwam aan vele leden te optimistisch voor. In verband met de overwegende bezwaren tegen het wetsontwerp, onthielden versober de do leden zich van de bespreking der arti kelen. Dc overgang van ilen lieer Treub. Voorloopig Verslag. Bij het af'deelingsonderzoek van de wet telijke voorziening nopens den overgang van den heer Treub naar het Ministerie van Fi nanciën oefenden verscheidene leden critiek uit op den vorm van het desbetreffend Ko ninklijk besluit. Dat Kon. besluit is genomen zonder ad vies van den Raad van State, en feitelijk op vcordracht van- slechts één der ministers, den heer Treub zelf. Hiermede kc-nden deze leden zich niet vereenigen. Men meende voorts, dat de overbrenging van do afdeeling Arbe-idsverzekcring geen rechtvaardiging kon vinden in de door de R-e- geering gegeven motiveering. Hierdoor wordt teen te nanw verband gelegd tusschen den persoon des Ministers en de aan een depar tement verbonden werkzaamheden. Enkele leden meenden, dat in de motiveering van het voorstel cenig gebrek aa.n vertrouwen school in het hoofd van het departement, waaraan bedoelde taak werd onttrokken. Staatshcgrooting voor 1915. Hoofdstuk I. Memorie an Antwoord. Na een woord van dank voor het aan dc Rr.gecring geschonken vertrouwen, waarbij wordt "verklaard, dat de critiek de werke lijke eensgezindheid niet behoeft uit te slui ten. deelt de Regeering mede, dat de Me morie van Antwoord op het Voorloopig Ver slag omtrent het. wetsontwerp t-ot het vcr- lcencn van ouderdomsrenten aan be- liceftagen in het begin van Augustus zoo goed als gereed was. De wetsontwerpen tot herziening van dc Invaliditeit.s- en de Ziektewet en ter vervanging van de Raden wet door een Organisatiewet kwamen deu zesden Augus tus van den Raad van State terug. Indien de oorlogstoestand niet ware ingetreden, zouden deze wetsontwerpen in het eind van Augus tus of het begin van September de Kamer hebben kunnen bereiken en zou de Memorie van Antwoord inzake de ouderdomsrenten daarop spoedig ziju gevolgd. De bedoeling is de zaak der ouderdomsvoorziening en der ziekte- en invaliditeitsverzekering voor dc Kamer te brengen, zoodra de internationale verhoudingen dat zullen gedoogen. De overgang van den heer Trenh naar het Departement van Finan ciën belet geenszins, dat hij door de Kamer ter verantwoording kan worden geroepen over de maatregelen, door hem als Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel genomen. Do overbrenging van de afd. Arbeidsvcr- zekering van het Departement van Land bouw, Nijverheid cn Handel naar het Depar tement van Financiën was noodig om te ver zekeren, dat het resultaat van den arbeid, besteed aan de herziening der sociale ver zekeringswetten, na het einde van den oor logstoestand, spoedig de Kamer zal kunnen bereiken. De oorspronkelijk ingediende be- greotingen strekken ten bewijze, dat de Regeering instemt met die leden, die van oordeel zijn, dat een verstandige politiek me debrengt geleidelijk voort te gaan met het subsidieeren van zaken van al gemeen nu t-, Salarisverbetcring is evenzeer, bij een zich ontwikkelende maatschappij, on- vcimjjdolijk, niet alleen omdat bij de stijging van het economisch peil der natie de levens behoeften zich uitbreiden, maar ook omdat het belang van don Staat medebrengt, dat beschikt wordt, over krachten, in overeen stemming met de hoogere eischen, die aan do ambtenaren warden gesteld. Nochtans heeft de Regeering geineend, dat zolang het oorlogsgevaar niet geweken is, alle uitgaven tot liet strikt noodige moeten werden beperkt. Da Minister van Financiën is voornemens de v. ehsontwerpen tot herziening van do w c t- t e 1 ij k e comptabiliteitsregeling, welke hij bij zijn optreden vond, en omtrent welke reeds overleg met dc Algemeene Re kenkamer heeft plaats gehad, zoo spoedig moge-lijk in studie te nemen cn de indiening van definitieve ontwerpen zooveel mogelijk to bespoedigen. In de onderscheidene Kon. besluiten, rege lende de positie der burgerlijke ambtenaren, die hun m i 1 i t i e-, 1 a n d w e e r. o f reser veplicht vervullen, is als regel vastge steld, dut burgerlijke ambtenaren, die behalve voor cc I's te oefening onder de wapenen zijn, naast de soldijen, jaarwedden of traktemen ten, welke zij deswege genieten, in het volle genot van de aan hunbetrek- king verbonden belooningbljjven. Aangezien deae regel ook geldt voor het geval, dat het onder dc wapeneu zijn gevolg was van het bepaalde bij art. 185 der Grond wet, heeft gedurende de maanden Augustus en September jl. de dubbele betaling der bur gerlijke ambtenaren plaats gehad. Het ligt voor de hand, dat deze regeling, w elke in gewone tijden niet tot bezwaar aan leiding gaf» in verband met den korten tijd, waarover de dienstvervulling (herhalingsoefe ningen) gemeenlijk loopt, thans, nu de dienst plichtigen zoo langen tijd buitengewoon on der de wapenen moeten blijven, aanleiding heeft gegeven tot de vraag of hel wel aan gaat. dat de vervulling van Staatsdienst dubbel wordt beloond. Deze vraag is ontkennend beantwoord en mitsdien werd de tegenwoordige regeling in het leven geroepen, waarin voor de belang hebbenden niets onbillijks kan worden ge zien. De verhouding van dcu opperbe velhebber van land- en zeemacht tot de Rcgeering behoort uiteraard ge regeld te zijn met inachtneming van art. 54 dei' Grondwet. Voor zijn doen en laten als zoodanig hebben dus dc betrokken ministers do verantwoordelijkheid te aanvaarden. Het hangt daarbij van den aard van ieder bij zonder geval af of de Minister" van Oorlog, de Minister van Marine, dan wel het ge heels Kabinet die verantwoordelijkheid op zich zal hebben te nemen. In overeenstemming met het voorgaande is in de instructie voor den opperbevelhebber bepaald „De opperbevelhebber is voor zijn krijgs beleid en voor de wijze, waarop hij zijn gezag uitoefent, verantwoordelijk aan de Rc geering."' Dat echter veel aan hem behoort te wo-ï- den overgelaten, is een eisch van de praktijk. Inzake krijgsbeleid is het zelfs noodzakelijk hem de grootst doenlijke zelfstandigheid to veil een en. Ten einde den opperbevelhebber die zelf standigheid te waarborgen, is in de ins truc- de .bepaling opgenomen: „Bij aan hem verstrekte opdrachten of be velen, welke zijn krijgsbeleid raken, moei blijken van voorafgegane Kon. machtiging of goedkeuring, voorzien van de door jle Grondwet vereisebte m ede- on der t eek-en: n g." Zitting van gisteren. Bij dc verdere verdediging door den beer MENDELS van diens uït-zettingsvoorstel bracht deze ter tegemoetkoming aan be zwaren au de beeren Van Doorn en Van Hamel in den verderen loop van zijn be toog een wijziging aan in art. 6, waarbij wodrt mgelascbt ecu gebiedend voorschrift voor den kantonrechter om de huurcommis- sie te hooien alvorens do bedragen van de huur, bedoeld in artikelen 3 en 4, van bet ontwerp vast te stellen. Vervolgens hield spr. de noodzakelijkheid van zijn voorstel nadrukkelijk vol. Men moet afslachting weten te voorkomen. En met de uitwinningswet zoowel als met de Beurswet heeft men óók niet gewacht tot er een af slachting kon plaats hebben, maar heeft de Regeering ook tijdig meenen f e moeten in grijpen. En zulk een preventieve bedoeling heeft sprekers voorstel evenzeer. Nog wijst spr. op verschillende onge- wenschte gevolgen van uitzetting, uit de wo ningen, bijv. uit sanitair en moreel oogpunt; want het is een niet te weerspreken feit, dat- een vrij hoog percentage (zoo 9 pCt. voor Den Haag) van de uitgezetten die geen an dere woning konden vinden, bij andere ménschen een onderkomen moesten zoeken. Spr besluit zijn ruim drie uren lange rede met te zeggen, dat, indien onverhoopt de Kamer het haar plicht mocht rekenen het ontwerp te moeten verwerpen, hij haar dien plicht niet benijdt. Hierna vingen de replieken aan. Bij repliek stelden de heeren VAN HA MEL en VAN RAALTE een motie voor, uitsprekende de wenschelijkheid van onver wijlde indiening door de Regeering eener aanvulling van de uitwinningswet van 3 Dee. ter voorkoming van gedwongen ontrui ming uit weekhuurwoningen, wanneer de huurder door de tijdsomstandigheden niet in staat is de huur te betalen. Deze motie werd aangevuld door den heer LIMBURG, in dien zin, dat hij de wenschelijkheid uit sprak van geldelijke tegemoetkoming aan onmachtige huurders. De heer DE GEER meent, dat men van de Regeering iets over de motie moet ver nemen Als dus over het voorstel is gestemd, zal de Rcgeering zich over de motie moeten uitspreken. De MINISTER verklaart zich daartoe be reid. De heer VAN DOORN verklaart thans, na de wijziging, vóór het ontwerp te zullen stemmen. Artikel 1 wordt verworpeh met 3 7 tegen 14 steramen. Vóór: de sociaal-democraten, de heeren •P'atijn, Van Doorn, De Meester, Fock en de Voorzitter. De MINISTER deelt mede, dat tusschen verschillende Ministers over het Woning vraagstuk is geconfereerd. De Regeering meende met de Steuncomifcé's succes te heb ben gehad. Wel deden zich af en toe moei lijkheden voor, doch steeds kwam het tot een schikking. De Kegeering is bereid op wettelijke of andere wijze in te grijpen, zoo dra het noodig blijkt. De heer VAN D(X)RN acht thans de mo tie onnoodig. De heer SPIEKMAN hoorde met verba zing den Minister. Te Amsterdam werden zestig gevallen van uitzetting gepubliceerd van lieden, die vroeger nooit met den kan tonrechter in aanraking kwamen. Spreker stelt de Rcgeering aansprakelijk voor het woningleed, dat door de arbeidersklasse ge leden wordt. De heer MENDELS constateert, dat de Minister erkende, dat er gevallen zijn, waar in de schikking niet in orde komt, en dat de Minister dan een telegram daarover ont vangt.. Komt dit. overeen met dc waardig heid van Regeering en Kamer, vraagt spr. Dc Minister moet dan schipperen met zoo'n huiseigenaar ie dat in overeenstemming mot de waardigheid der llegeeriv.g 1 Spr. wil do Rcgeering voor zulk w erk bewaren. De beraadslaging wordt gesloten. Do motie-Limburg c.b. komt in stemming, ei worden 26 stemmen voor en 26 stemmen tegen uitgebracht. (Voor stemden de heeren Fatijn, Ter Laan, (Rotterd..), Kleerckoper, Olto, Helsdingen, Spiekman, Limburg, Gerhard, Knobel, Ter Laan (Den Haag), Teenstra, Van Deventer, Van Hamel, Mendels, Troel etra, Jannink, De Meester, Heeres, Scha per, Fock, Bos, liugenkolbz, Marchant, Al- barda, Roodenburg, Van Raalto cn de voor zitter). Een nieuwe stemming zal in een volgende vergadering plaats hebben. De heer MENDELS merkt op nog niet te kunnen verklareYi of hij zijn wetsontwerp in trekt. De VOORZITTER vraagt of het niet be ter is het ontwerp in te trekken. De heer MENDELS zegt, dat h ij z ij n w e t s-o n t w e r p intrekt-. Het LcciiiuKS-ontwcrp. Besloten wordt Dinsdag a.s. om half- twaalf het leeningsontwevp in behandeling te nemen. Staatsminister Paul Hymans over Nederland. Paul Hymans, <lc leider der liberale lin kerzijde, fin de Belgische Kamer, die den dag-zèlf van den inval der Duitschers, tot staatsminister verheven werd, is in Nederland geweest, om zich rekenschap te komen geven over den toestand der vluchtelingen en der geïnterneerden hier, en heeft aan een medewerker van de „XXmc Siècle" in H&vre, een cn ander van zijn indrukken meegedeeld. Laat -ons al manT dadelijk zeggen, dat de Belgische staatsminister letterlijk verrukt is over tie behandeling zijner landgenooten ten onzent en dat hij de meest vleiende hulde brengt aan onze regeering en aan ons volk. Zijn bezoek aan Nederland vond plaats, een paar weken geleden. Hij deed de réis in gezelschap van zijn collega, den katho lieken staatsminister Cooreman, die i n 1913 het presidentschap der Belgische Ka mer voor dat van het C omit ei t der Gent- sche wereldtentoonstelling' verwisselde. Deze heeren bezochten Bergen-op-Zoom, het interneci ingskamp te .Antersfoort, de loodsen van de Maatschappij „Nederland" en die op de Handelskade te Amsterdam, alsmede verschillende private inrichtingen voor vluchtelingen, binnen .en buiten de hoofdstad. Zij hadden ook een onderhoud met den heer Cort van der Linden, voorzitter van den ministerraad en met de ministers Lou don en Treub, die zij namens de Belgi sche regeering gingen bedanken. Van -dit onderhoud heeft dc heer II y- mans den indruk behouden, dat in den] schoot van het Nederlandsche gouverne ment, de warmste sympathie en het diep ste medelijden hcerschcn ten opzichte van het zoo diep beproefde volk van België. De heer Hymans weet, dat er op zeker oogenblik tot 600.030 vluchtelingen in Ne derland zijn geweest, mitsgader zoo wat 30.000 militairen: Belgen, Engelschcn en Duitschers. En hij stelt zich zeker niets te weinig voor van de ontzaglijke inspan ning, die het aan onze autoriteiten cn onze bevolking gekost heeft, om een massa, d e méér dan het tiende gedeelte onzer bevolking bedroeg, te voeden, te kleeden en onder dak tc brengen. „Nederland zoo zegt hij men kan het niet genoeg herhalen, noch genoeg zijn bewonderenswaardige handelwijze roe men heeft deze vluchtelingen ontvan gen in één opwelling, en met een edelmoe dige ontplooiing van goedheid en men- 'schenliefde." Van minister-president Cort van der Lin den weet de heer Hymans, dat, bij zijn bezoek, het aantal Belgische vluchtelingen in Nederland nog ongeveer 300.000 be droeg. Hij begrijpt en stelt op zeer^ hoo- gen prijs het gevoel, dan aan de Neder landsche regeering de som van 50.000 pond deed weigeren, die het Engelsche gouver nement haar aangeboden heeft voor de verzorging der Belgische luchtehngcn. De Belgische staatsminister brengt ook da warmste hulde aan dc particulieren, die zich het lot der Belgische vluchtelin gen. hebben aangetrokken en wel gansdh in het bijzonder aan het „Nederlandsche comité tot steun van Belgische en andere slachtoffers," met den heer Stuart aan het hoofd, die algem. comm. geweest is van de Nederlandsche afdeeling op de tentoon stelling te Gent en. in wicn de heer Coo- reman dus een goeden vnend terugvond en medewerker in betere dagen. De lieer Hymans denkt ook met harte lijkheid aan den heer Léon Delhez, secre taris der Belgische Liefdadighcidsverecni- ging te Amsterdam en aan den wethouder Jitta. In gezelschap van deze beide heeren heeft hij de loodsen op de IJ en Handelskade bezocht en drukt over wat hij daar gezien heeft, al was het toen nog lang niet wat het thans geworden is, zijn hoogste bewon dering uit. „Overal waar wij geweest zijn, zco ver. telt hij en hij spreekt ook nog even over de fabriek Van Dam, hebben wij de op wekkende atmosfeer gevoeld, welke dit zoo eenvoudig, dit zoo waarachtig inensohlie- vend onthaal geschapen heeft rond onze landgenooten, wij hebben haar gevoeld in den genisten en hoopvollen gemoedstoe stand waarin allen daar verkeeren." Over zijn bezoek aan het comité voor huisvesting, zegt de Belgische minister dan n°S „Het comité voor huisvesting, waar de vluchtelingen worden verdeeld, wordt be stuurd door dames van de hooge Amster dam sche wereld, die er van 'den morgen tot den avond zetelen. Anderzijds bestaat nog een comité voor kleoding. Overal wij den de Hollandschc dames zich aan dat werk met d-ic hartelijkheid, die ongedwon genheid en dien echt Vlaamschen eenvoud, vol lossen zwier en fijne distinctie tevens, welke haar, op onze oprechte geluk wen- schen, eenvoudig antwoorden deed: „O, he is uit volle hart gedaan, wij doen slechts onzen plicht!" De Belgische staatsministers hebben te Bergen-op-Zoom de instellingen voor de vluchtelingen gezien en zij geven zich vol komen rekenschap van de nog veel groo- ter bezwaren, die men in deze kleine grens plaatsen te overwinnen heeft gehad. Al twijfelt Ide lieer Ilymans dus geens zins aan de oprechte hartelijkheid, waarmee Nederland de Belgische vluchtelingen ont haald heeft en nog steeds hen herbergt, toch acht hij het wel wenschelijk, dat er moeite gedaan wordt, om dezen last voor ons te verlichten. Dat zou, zijns inziens, het best te doen zijn, door zooveel moge lijk van 'de vluchtelingen naar Engeland en naar Frankrijk over te brengen. Bij zijn terugkeer over Engeland, onder hield hij zich over dit vraagstuk met de heeren van liet „British Institute of social Service," te Londen, in het bijzonder met den heer SeebohmRowntree. Deze bee-' ren hebben een delegatie naar Nederland gestuurd, om met de regeering te overleg gen, hoe Engeland hen het best zou kun nen helpen bij de verzorging der vluch telingen. De heer Hymans weet ook, dat de Bel gische soldaten, die gewond of ziek in de Nederlandsche hospitalen liggen, daar een bewonderenswaardige verzorging genieten. „Overal in Holland, zei hij tot besluit, hebben wij de warmste sympathie voor de zaak van België ontmoet. De openbare opinie is bijna eenstemmig uit ganscher harte aan onze zijde. België is aan het Ne derlandsche volk een diepe dankbaarheid verschuldigd, voor het wonderbaar voor beeld van solidariteit, dat het ons geeft. Ons land doorworstelt de vreeselijkste cri sis, die het gekend heeft sedert eeuwen. Onze troost is, dat we den steun van gansch de beschaafde wereld hebben." Bij wat hij „de beschaafde wereld" heet, rekent de heer Hymans, die deel uitmaakte van de Belgische delegatie naar Amerika, ook de Vereenigde Staten. „De Vereenigde Staten," zoo zegt hij, „behouden h un politieke neutraliteit, maar zij oefenen niet de onzijdigheid van het hart uit en men mag zeggen, dat zij de liefdadigheid gemobiliseerd hebben." HET BEDROC MET CACAOPOEDER. Drs au Hamel Roos en Harmens schrij ven in het „Maandblad tegen de Verval- schingen" In September j.l, hadden wij gelegenheid te waarschuwen tegen de aanbieding op groote schaal van cacaodoppen, ten gebruik© der bakkerij, en dank zij het bekendmaken dezer waarschuwing door do Ned. P'ers, zijn wij in ons land gelukkig verschoond geble ven van een cacaoschillen-houdend baksel. Het blijkt nu echter dat de knoeiers, dank zij dezen demoraliseerenden oorlogstijd, niet spoedig kamp geven, en waar do aanval aan de eene zijde afgeslagen wordt, zoo spoe dig mog. 'n ander terrein kiezen. En het lag voor de hand, dat do cacao zelve, het beste materiaal van „bewerking" opleverde. Waar het niet aanging natuurlijk de schillen als zoodanig, als cacao aan den man tie bren gen, werd een andere truc gebezigd. De ge wone zuivere cacao van den handel met een gemiddeld normaal vetgehalte van ongeveer 25 pCt-. werd eerst nagenoeg geh. beroofd van het kostbaarste bestanddeel n.l. cacaoboter, en het restant vermengd met de noodige schillen als „cacro" aangeboden. Wij con- stateeren in tal van dergelijke monsters be dragen van plusminus 4 pOt. vet en daaron der, zoodat er geen sprake van kon zijn een dergelijk ontvet, sterk schillenhoudend Enoelproduct als cacao te mogen verk. Dit geschiedt intusschen nog dagelijks, en wel bij zeer groote partijen, aoms van 10,000 k.g. to gelijk. Het spreekt vanzelf, dat degelijke Ne-deriandsche cacaofabrikanten hun hier en in het buitenland zoo gunstig bekende namen en producten niet in de waagschaal stellen, door zich met dergelijke praktijken in te laten doch er schijnt een geheele „ben de" zoo zouden wij hen het liefst willen noemen van „handelaren" te bestaan, die zich met dezen zwendel bezig houdt. En de verontschuldiging, dat het export geldt, is slechte geschikt om den zoo goeden naam van onze cacao-indust-rie ernstig in het bui tenland te benadeelen. In verband met de door ons geconsta teerde en hierboven vermelde feiten, is het van veel belang op te merken, dat herhaal delijk groote partijen cacao dezer dagen in dc dagbladen gevraagd worden en waarbij voor het eerst hier te lande de vervalsching rondweg gevraagd wordt, door de toevoe ging: „niet zuiver". Wij achten het ten zeerste wenschelijk in 't alg. bel., dat langs officieelen weg aan dezen schandelijken groothandel", di© ten slotte bij den kleinhandel, ten nadeele van beurs en maag van den consument belandt, zoo spoedig mogelijk een einde gemaakt worde. DE CE INTERNEERDE PAARDEN. Onder de geïnterneerde paarden, die te Utrecht, ondergebracht z*i in de Boberhal, is de kwade droes uitgebroken. Eenige paar den moesten aan het abattoir reeds worden afgemaakt, terwijl strenge maatregelen ge- trof fen_ worden, om uitbreiding der ziekte te voorkomen. TABAKSBELASTIHC. Do Bond van sigarenwinkeliers-vereeni- gingen heeft zich gewend tot do Tweede Kamer in verband met de bedoeling van den minister van Financiën om 's Rijks mid delen te versterken door een belasting op tabak of tabaksfabrikaten Adr. wijst er op, dat in de door den mi nister gevormde commissie van advies geen enkele sigarenwinkelier zitting heeft, niet- tegenstaandie de urgentie hiervan werd be toogd in een adres d.d. 24 November j.l. Verzocht wordt, een ontwerp-wet van be lasting op de tabaksfabrikaten niet aan> te nemen, alvorens de bezwaren tegen zoo danig ontwerp door de meest, belangheb benden en meest getroffenen, de sigaren winkeliers, zijn kenbaar gemaakt. TECHNISCHE AMBTEMAREN. Het bestuur van deu Algemeenen Ncder- lundechen Opzichters- en Teekenaarsbond heeft aan de gemeentebesturen van Amster dam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Maastricht, Utrecht, Hilversum, Enschedé, Leiden, Leeuwarden, Groningen, Schiedam, 's-Her- togenbosch, Tilburg Haarlem, Nijmegen, Arnhem en Zwolle eeu adres verzonden, met verzoek, voor de technische ambtenaren, door de mobilisatie aan den dienst onttrok- ken, tijdelijk personeel te doen aanstellen, waardoor eenerzijds zal worden bereikt, dat de normale bedrijfsgang wordt behouden, en anderzijds aan de werkloosheid, welke zich onder de technici hevig doet gevoelen, in niet geringe mate zal worden tegemoet go- komen. BUIKCORDELS V0Q.1 MILITAIREN. Als bijdrage voor de inzameling van het hoofdcomité van het Nederlandsche Rood® Kruis werden door K. M. de Koningin- Moeder 200 buikgordels voor de militairen geschonken IMENTINC TEC EM TYPHUS. Naar aanleiding van 'net voorkomen vat eenige gevallen van typhus to Gorinchcm en op de omliggende forten zijn op heb fort Loevesteijn, waar een paar honderd man liggen, inentingeu tegen de typhus verricht* De militairen, die zich daaraan onderwer pen, doen dit geheel uit vrijen wil. De inen tingen worden verricht door den officie? van gezondheid ]e kl. dr. H. Aldershoff. De uitkomsten zijn zeer gunstig; de personen die ingeënt zijn hebben daarvan geen Jast of nadeelige gevolgen ondervonden. De entstof is bereid in het lohoratorium van prof. Spronek le Utrecht. CYMNASIUMCURSUS VOOR CEMOBIL IS EERDEN. De „Stand." meldt, dat Maandagavond in liet stedelijk gymnasium te Amsterdam een cursus is geopend voor leerlingen van verschillende gymnasia in ons land, welke leerlingen, allen der 6de klasse, door de mobilisatie daar ter stede in garnizoen, er» dus uit hun studiën gerukt, toch willen trachten,An 1915 het eindexamen af te leg gen. Tien g'emobiliseerden nemeü aan den cursus deel. De inspecteur der gymnasia heeft ook in andere garnizoensplaatsen dergelijke cur sussen op touw gezet. KATHLEEN PARLOW VOOR DE MILITAIREN. De \ioliste Kathleen Parlow heeft in de Groote Kerk be Naarden geheel belangeloos een concert gegeven voor het garnizoen. Het spreekt, dat de toehoorders opgeto gen waren. Medewerking verleende Charles Keith ell bij de organisatie heeft ook het Concertbu reau van Augustin eveneens belangeloos go» holpen. Voor zoover ons bekend, is Kathleen Par low de eerste buitenlandsche, die onze sol daten van haar groote kunst deed genieten. Een mooi voorbeeld MEDEDEEL INC VAN DE BELCISCHE LECATIE. Het gezantschap van België te 's-Gravea- hage deelt mede, dat de legatie dagelijks vele brieven en kaarten ontvangt om die in België te doen uitreiken. Vermits de ver keersmiddelen met dat land geheel ge schorst zijn, kunnen de verzonden brieven niet aan do bestemmingsplaats worden af geleverd. Onder die omstandigheden kan de legatie niet anders doen dan den belangheb benden te verzoeken, haar voortaan noch brieven, noch kaarten te zenden, maar voor al geen geldsommen bestemd voor personen in België wonende. BELCISCHE SPOORWEGAMBTENAREN Het Antwerpsche Centraaibureel voor in lichtingen aan vluchtelingen te Antwerpen en Roosendaal deelt mee, dat de salarissen enz. over November der Belgische spoorweg ambtenaren tegen half December hier te lande zullen worden uitbetaald op nader be kend te maken plaats en tijd. DEENSCHE STEUN VOOR DE VLUCHTELIMCEN. De „Beriingske Tidendo", van Kopenha gen, heeft haar inzameling voor de Belgen hier te lande gesloten. De lijst wijst een be drag aan van -199,612 kronen en 18 ore. Eigenlijk is er al meer, want. de „Beriings ke" had van een paar bladen bericht ge kregen, dat ze nog geld voor het fonds had den ontvangen. Er is nu meer dan 500,000 kronen, d.w.z. meer dan f 330.000 bijeen, een prachtig resultaat van de oproeping van de „Beriingske", daarbij gesteund door tal van bladen in Denemarken, die ook een in zameling openden en de opbrengst aan het Kopenhaagsche blad afdroegen. Gelijk men weet), wordt het geld besteed door tu bso hen komst van de Nederlandsche regeering. 0 EINTERN. BELCISCHE OFFICIEREN. Men schrijft aan de „N. R. Ct.": In een der intcrneermgs-depöts, welke doet niet ter zake, bevindt zich een groot aantal Belgische officieren en onder dezen heerscht groote ontstemming. Een majoor, twee kapiteins, een le luite nant en een pas aangesteld 2e luitenant, al len behoorendo tot hetzelfde corps, waarvan een ander gedeelte nog deelneemt aan de gevechten op den Westeliïkcn vleugel der geallieerden, hebben namelbk bericht ont vangen, dat zii ontslagen zijn als officier. Men wil weten, dat een zelfde lot onk ande ren, die eveneens over de Nederlandsche grens trokken, nog boven het hoofd hangt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 6