Be Europeesche Oorlog.
N°. 16730
Donderdag IT September.
Tweede Blad. A0. 1914-.
LEIDSCH
DA&BLAD
Het optreden fler Duitscbers in BelgiS.
Do beer Powell, correspondent van do
„New York Herald", die zich te Gent be
yond, was door generaal Yon Boehu uit-
gonoodigd bij hem te komen dineeren. Hij
giug er uiet een door hem zelf bestuurden
onto hoen in gezelschap ran den vice-consul
eu don fotograaf van do ,,New York He
rald".
Voor dat het gezelschap de stad Gent
verliet, had nog een incident plaats. Een
straat in een der arbeiderswijken binnenrij
dend lcwam uit te midden van een eenigo
duizendeu tellende meuigte van opgewondon
Vlamingen. Te midden van deze menigte
bevonden zich twee Duitecho soldaten op
lastpaarden genoten. Het schijnt, dat zij bij
vergissing in do stad waren gekomen. Toen
we naderden, zegt Powell, lichtte juist oen
Belg zijn stok op on drong de menigte op
de Duitschers in. Onze naderende auto deed
do menigte zich splitsen, zoodat wo bij de
verschrikte Duitschers kwamen. ,,Vlug",
riep do heer Van Hco, ,,van je paarden.
Som in den wagen. Verberg je geweren en
gaat zelf op den grond ritten."
Do menigte woedend dat de prooi
haar zon ontsnappen, uitte woe-
dendo kreten. Een oogenblik was de toe
stand zeer benard. Van Hee sprong op de
bank: ,,ïk ben do Amerikaanscho consul",
?iep hij uit. „Deze lieden staan onder mijn
bescherming. Gij zijt burgers die Duit-
ooko soldaten in uniform aanvalt. Als een
haar van deze menachon gekromd wordt, zal
uw stad in brand worden gestoken".
Op dat oogenblik drong een Belg naar
TOron en 6prong op da treeplank. Onmid
dellijk gaf Thompson een hevigen slag op
de hand van den man en tegelijkertijd zet
te ik den wagen aan en we reden in volle
vaart vooruit, het volk ais herfstbladeren
voor den wind uttoonjagend.
Het was juist op tijd dat wc ontkwamen,
maar Gent zelf was ook sleohts op een
haartje ontkomen, want als de Duitsche sol
daten zouden rijn vermoord had niets de
stad tegen de Duitsolie wraak kunnen be
schermen. Dat vertelde generaal Von Boohn
mo zelf."
Berst tegen den middag kwam het gezel
schap in het Duitacho hoofdkwartier, waar
inen met generaal Von Boehn cn zijn staf
dineerde. Na don maaltijd had een ernstig
onderhoud plaats. Generaal Von Boehn be
gon met de verklaring, dat de verhalen over
jegeno Belgische non combattanten gepleeg
de gruwelen leugens waren.
„Zie naar deze officieren", zeide hij, „rij
zijn gentlemen gel ijle ge zelf. Zie naar de
soldaten, die daar juist opmarchecren. Het
rijn meest vaders van gezinnen. Gij wilt
toch niet gelooven, dab zij do daden hebben
verricht, waarvan ee beschuldigd worden 1"
„Drie dagen geleden, generaal", zeide ilc,
„was ik te Aerschot. Do heele stad is nu
slecht» een gruwelijke, met bloed bevlekte
ruïne 1"
„Toen wij Aerschot binnentrokkon", ant
woordde hij, „kwam de zoon van den bur
gemeester do kamer binnen, trok een revol
ver en schoot de chef van mijn staf dood.
Wat volgde was slechts een bestraffing. Het
volk van die stad kreeg slechts wat het ver-
dieudo".
„Maar waarom oefende gij uw wraak
tegen vrouwen en kinderen?"
„Geen van dien is gedood", verklaarde
do generaal beslist.
„Het spijt mij u te moeten tegenspreken,
generaal", zeide ik even beslist, „maar ik
heb zelf hun verminkte lijken gezien. En
dat heeft ook de heer Gibson, de secretaris
van do Amerikaanscho legatie te Brussel,
dio bij de verwoesting van Leuven was."
„Natuurlijk is er altijd gevaar dat. bij
straatgevechten vrouwen en kinderen wor
den gedood, als zo dan toch op straat ko-
nion", moende de generaal. „Dat is bedroe
vend, maar het is oorlog."
„Maar hoe is het dan met de vrouw, wier
lijk ik zag met afgehouwen handen en voe
ten? Hoe mot den grijsaard en diens zoon,
die ik bij Serapst heb helpen begraven en
die werden gedood, omdat de terugtrek
kende Belgen uit hun huis een Duitsch sol
daat hadden neergeschoten? Er waren 22
bajohet.wonden in het. gelaat van den ouden
man. Ik heb ze zelf geteld. Hoe met het
tweejarig meisje, in haar moeders armen
door een uhlaan gedood en welker begrafe-
his ik te Heyst-op-dcn-Bcrg bijwoonde Hoe
tact den grijsaard die aan zijn huis was op
gehangen bij de handen en ten doode ge
roosterd door een onder hem aangestoken
Vuurtje V'
Do generaal scheen zeer getroffen door do
veelheid en de juistheid van mijn bijzonder
heden.
„Zulke, dingen zijn vreeselijk als ze waar
rijn", zeide hij, „Natuurlijk, onze soldaten,
even a k van andere legers, springen wel
eens ui1, den band en doen dan dingen, die
we no. i1; zouden toelaten als wo ze wisten.
Te Leuven bijv. heb' ik twee soldaten tot
.twaalf jaren tuchthuis veroordeeld, wegens
mishandeling van een vrouw."
„Over Leuven gesproken", merkt ik op.
lAVaan.m hebt gij de bibliotheek verwoest?
Zij was oen van de literaire voorraadmaga-
rijnen der wereld.'
..Wij betreuren dat even zeer als ieder
ander", antwoordde de generaal. „Het ge
bouw vatte vuur door de brandende huizen
en we konden het niet redden."
„Maar waarom wercl Leuven dan wel in
brand gestoken?" vroeg ik.
„Omdat de bevolking op onze troepen
vuurde. Wij hebben werkelijk machinege
weren in enkele huizen gevonden en", met
de vuist op tafel elaande, „waar burgers op
onze troepen vuren, zullen we ze een duur
zaam lesje geven. Ala vrouwen en kinderen
rioh op den weg der kogels willen gaan
plaatsen, des te erger voor hen."
„Hoe verklaart gij het bombardement
van Antwerpen door Zeppelins?" vroeg ik.
„De Zeppelins hebben order alleen bom
men te laten vallen op versterkingen en
6oldaten", was het antwoord.
„Hot is een feit", merkte ik op, „dat
ze alleen particuliere huizen hebben ver
nield, en onschuldige burgers, onder wie
vele vrouwen, hebben gedood of gewond.
Ala eon van de bommen 200 metera diohter
bij mijn hotel was gevallen, zou ik hier
thans niet een van uw sigaren rooken."
„Dat is een ongeluk, dat goddank niet
is geschied", antwoordde hij.
„Als ge zoo bezorgd zijt voor mijn veilig
heid, generaal, kunt ge die het beste ver
zekeren door geen Zeppelins meer te stu
ren."
„Welnu, mijnheer Powell", zeide hij la
chend, „we zullen daarover denken, maar",
vervolgde hij ernstig, „wij vertrouwen, dat
gij door uw blad aan het Amerikaansche
volk zult vertellen, wat ik u vandaag heb
meegedeeld. Laat het weten wat wij om
trent de gruwelen denken. Het is niet meer
dan rechtvaardig, dat het beide kanten van
do kwestie leert kennen."
Dc oude dr. Cuypers te Leuven.
Dr. P. J. H. Cuypora i3 gaan kijken naar
do vandelisrnen van Leuven. Hot is eien
ioioeilijke reis met gevaren geweest. Zijn
kleinzoon heeft dr van verteld in „De Tel.".
„....Voorvallen van persoonlijke aanra
king mag ik niet beschrijvenalleen kan
ik ïncdedeelen, dat een paar soldaten, die op
last van hun superieuren in onze auto moes
ten plaats nemen, door de gevolgen van liet
nachtgevecht, liet vluchten voor Engelsche
mitrailleurs door oen sloot, eu de slapeloosheid
le akelig waren in hun nog natto kleoren,
ont eten, drinken of sigaren, uit medelijden
door ons aangeboden, te gebruiken.
„Dank zij do hulp van oen heer, dien ik
mijn leven la.ng dankbaar zal blijven, kregen
wij mijn grootvader weer terug. Gemoedelijk
had hij met de posten, welke in-en om de
abdij, waar hij vertoefde, waren opgesteld,
nog gesproken, en even vroolijk als toen hij
in do jaren 1875/76 aan het hoofd der tafel
te Mainz als Dombaumaister in het Duitsch
oreerde, met evenveel fantasie, overleg en
redeneering als adviseerde hij nog in Würz-
buig, Oppenheim en Strassburg, als gaf hij
zijn meening weer en legde hij zijn opinio
bloot aan mgr. Von KeU-ler over de bouw
werken van het Muinzer aarts diocees, waar
van deze laatste de beroemde bisschop was.
Maar toen de archaeoloog, de architect, in
Leuven werd gebracht en het werk van zoo
veel anderen, van ouden, verwoest zag, wilde
hij de stad uit, vlug en gauw, sneller nog
dan hij Maastricht eenige dagen te voren
wilde verlaten.
„Ik was den geheelen tocht door al be
nauwd geweest, dat hij bij het zien van de
verwoesting van den boekenschat, waar schrij
vers hun pennen en hersenen in hebben ver
sleten, waar illuinineurs en teckenaars hun
kunst aan hadden gewijd, dat hij bij het
zien van de gehavende Sk.Phcter, waar altis
ten hun zielen hadden uitgestort en vastge
legd, en waaraan de eeuwen een nog schil-
doiachtiger cachet hadden weten te geven,
don eersten den besten Duitscher voor den
slechtste» zou uitmaken, onverschillig of het
een sergeant, een soldaat of een generaal
zou zijn geweest. Maar lamgeslagen bleef hij
zwijgen. Hij was ontmoedigd, want nu i9
er geen beginnen uiteer "aan. I-lij wilde nu
gauw weg, want een ruïne en vordelgmgs-
spook vertoont zich voor zijn altijd beweeg
lijken geest,
„Hc.t weer komt overeen met. zijn goedachten.
Toen we naar Leuven gingen, was het schoon
en prachtig, de natuur als het ware in het
zonlicht uitgestald en voorgesteld. Als wij
daar zijn, waait het heftig, maar bij het
weggaan is het weer slecht geworden. De
wind zweept den regen in ons gezicht en
leelijke zwarte wolken bedekken de zon.
Giootvader zegt niets, trekt do reisdekens
over flambard en ooren en is blij, dat de
aulo in ren vaart wordt gestuurd."
Bclgic,
dc (lichtst bcvolklc Staat der Aarde.
Heb thans zoo zwaar door het oorlogs-
onheil geteisterde België is niet alleen het
dichtst bevolkte land van Europa, maar
ook van de geheele aarde. De laatst gehou
den volkstelling had in België plaats in 1910,
maar er is bovendien een vrij nauwkeurige
schatting van 1912. Volgens deze bedroeg
het aantal inwoners van België, op den
laatsten dag van dat jaar 7.571.000, wat uit
komt op 205 K..M2.
Zeventig jaren geleden bezat België slechts
2 steden, wier bevolkingscijfer do 100.000 te
boven ging, n.l. Brussel en Antwerpen, thans
is dat aantal verdubbeld, doordat Luik en
Gent er bij gekomen zijn. Met een groote
tusschenruimte volgt daarop Mechelen, dat
einde 1912 nog niet ten volle 60.000 inwoners
tolde. Voorts komen Bruggo met 54.000,
VervierB met 46.000, Leuven met 42.000 en
Namen met 32.000.
Brussel en Antwerpen hebben in de laat
ste 100 jaren den wedstrijd, die het grootste
aantal inwoners heeft, met afwisselend suc
ces gevoerd: 50 jaren geleden had Brussel
het grootste, maar het werd door Antwer
pen achterhaald en slechts door de aanvoe
ging van omliggende gemeenten, kon Brus
sel zijn positie heretellen. Wanneer men het
zielental der aangovoegde gemeenten er
nif t bij telt, dan is sedert de helft der vorige
eeuw het aantal inwoners van Antwerpen
bijna verdrievoudigd en dat van Brussel
nog met verdriedubbeld.
Antwerpen-stad steeg n.L vau 86.000 op
263.000, Brussel-stad. van 124.000 op 190.000.
Door de uitbreiding van zijn gemeentelijke
grenzen heeft Brussel thans het zielental
van 663.000 bereikt, terwijl het sneller in be
volking toegenonum Antwerpen, daar be
neden blijft. Hot joog3to bevolkingscijfer
van Luik bedraagt 170.000, dat van Gent
167.000.
Den sterkston aanwas der bovolking treft
men aan in die streken, waar zich de indus
trie het sterkst heeft ontwikkeld, zooals in
het district Charleroi, hot middelpunt van
do Belgische kolen-industrie en in de distrio-
ten Antwerpen Brussel eu Luik; het lang
zaamst groeit de bevolking in de West-
Vlaamsche districten.
Vau de 9 provinciën die België telt ia al
eedert lang Brabant de dichtst bevolkte en
in deze provincie ligt ook de hoofdstad. Op
de tweede plaats komt Henegouwen en dan
volgen Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Luik,
West-Vlaander en en Namen. De minst-be
volkte provinciën zijn Limburg ou Luxem
burg, die al 80 jaren lsng op de achterste rij
staan.
Bij de beoordeeliDg va«n de ontwikkeling
van België in de laatstverloopcn 100 jaren is
do bevolkingstoename een belangrijke
factor.
rich te ontdoen van titels on oereteekenen,
hun door een vjjaadelijkon staat n» vroegere
vriendschappelijke dagen toegekend. Dat
gene waarop zij indertijd toch wei zekereo
prijs hebban gesteld, begint hun nu plotse
ling een ondragelijke laat te worden. Zoo
heeft mem o.a, van verscheidene Duitsch o
geleerden gelezen, die zich J>ezwaard voel
den met Engeische ©eredoctoraten en daar
aan nu opeens geen eer meer toekennen. Dit
prijsgeven van vroeger aanvaarde attenties
doot oeaigorins denken aan het terugzenden
van verlovingsringen on engagem entsca
deau k na het afbreken van de liartsbetrok-
kingen.
Het omgekeerde gebeurt echter ook. Dit
blijkt ona uit de advertentiekolommen, van
een Engolsch blad, hetwelk oen zestal be
kendmakingen bevat va» Britscke onderda
nen, die aan hun Teutonieclic afkomst nog
altijd het borit van een Duitschoo naam dan-
kon en nu dezen naam plechtig hebben afge
zworen. De heer en mevrouw Paul Telford
en Edith Mary Petrie St.einthal, zijnde ge
boren Engeische onderdaueu, zullen
voortaan rich, noemen on teekenen met den
achternaam Petrie, De heor en mevrouw
Hirsch, die eveneens binnen het Vcroenigd
Koninkrijk het levenslicht zageD, al zou hun
naam dit niet den vermoeden, zuLLen
voortaan geboete» worden Walls, gelijk
eveneens in allen vorm on in tegenwoordig
heid va» getuigen is verklaard en bevestigd,
v oorts c&l de hoer Emil fieeligmau voortaan
bekend zijn als Emil Selwyn, de hoer Dom
als Dawid, een nogal vernuftige vondst, daar
zijn Engeische betrekkingen zijn naam met
andors behoeven uit te spreken dan zij al
deden, ea tenslotte veranderen do namen
Kollormann eu Mameiedorf ia Kearley en
Morland. Het ia te hopen, dab deze naam
verandering geen epidemisch karakter zal
aam nemen.
De Brief van Pierre Lotli nau En ver pasja.
Pierre Lotti, de bekende acadeuiicien,
heeft een brief gezonden aan den Turkschen
minister van Oorlog, Enver pasja, en deze
ter publiceering aan do „Figaro" afgestaan.
Wij ontleenen aan dit-schrijven het vol
gende
„Verontschuldig dit schrijven, waarde
vriend aldus begint de brief dat ik u
zend om rede van oprechte bewondering
voor u on van gehechtheid aan uw land,
dat ik eenigermate tob het. mijne heb ge
maakt. In Tripolis en ook in Thracië hebt j
gij en uw manschappen getoond, ware hel
den te rijn. Overal hebt ge met alle kracht
dc gruwelen 'en rooverijen onderdrukt, en
ik heb uw verontwaardiging gezien over de
gruweldaden der Bulgaren, toen gij mot
mij in uw automobiel de treurige overblijf
selen bezocht der dorpen, waar de aanval
lers waren doorgetrokken. Welnu, wat ge
zonder twijfel nog niet weet, zal ik u zeg
gen
De Duitschers hebben in Bclgic en in
Frankrijk en nog wel op bevel, dezelfde af
schuwelijkheden bedreven als de Bulgaren
bij u. En van hen is dit nog veel verwerpe
lijker, omdat de Bulgaren een premitief
bergvolk is, terwijl do Duitschers be
schaafd, maar zoo door en door beestachtig
zijn, dab die beschaving niet in hun zielen j
i3 kunnen doordringen."
Vervolgens wijst Lotti er op, dat hij zeer
goed inziet, dat er door Duitschland druk
uitgeoefend is op En ver pasja en de Turk-
sche regeering en dat er misbruik gemaakt
is van het Turksche patriottisme, door hen
met denkbeeldige beloften van revanche te
paaien. „Wantrouw hen, het zijn leugens!"
roept hij uit. „Men zal u aldus gaat hij
voort geloof hebben doen slaan aan de
Duitsche overwinningen, ofschoon do Duit
schers even goed weten als iedereen thans
weet, dat de eindoverwinning voor ons zal
zijn en indien zij al eenigen tijd hebben
moeten bukken, Pruisen en zijn dynastie
van wilde beesten zal daarom niet minder
en voor altijd aan den schandpaal der ge
schiedenis van de menschheid worden vast
genageld."
Vervolgens drukt Pierre Lotti zijn spijt
er over uit, dat Frankrijk door onwetend
heid en onnadenkendheid zoo dikwijls de
zijdo heeft gekozen der tegenstanders van
Turkije.
„De Duitschers daarentegen zegt hij
hebben u alleen een weinig geholpen,
maar ozoo weinigDit is echter nog geen
reden om u voor hen to zelfmoorden."
De brief eindigt met een beroep te doen
op Enver pasja, die zoo'n grooten invloed
heeft op zijn land en landgenooten. „Als
deze brief u bereikt aldus heb slot zijn
u de schellen misschien reeds van de oogen
gevallen, maar in ieder geval heb ik het
mijne willen doen om u van de waarheid op
de hoogte te brengen. Ik'heli een onver
woestbaar vertrouwen in onze eindover
winning. Maar op den dag van bevrijding
zal mijn vreugde getemperd worden door
smart als mijn tweede vaderland in het
oosten begraven zou liggen onder de puin-
hoopen van het afzichtelijke Pruisen."
Van Ridderorden, Eeretitels en
Vaderlandsliefde.
Sommigen meeiien hun vaderlandsliefde
niet treffender te kunnen toonen dan door
Hos lang zal de Oorlog duren
Do Italiaansciio „Stampa" heeft een in
teressante be»ohouwi»g gegeven ov©r do
vraag, die nog altijd iedereen passionecrt
et paur causezal do oorlog lang du
ren? Uit het met groote schranderheid en
kennis van zaken beredeneerde antwoord
volgo hier ccn uitvoerige aanhaling.
Gaan wij thana na of ran lluslaud Duitsch
land en Oostenrijk overwinnen kan. De be
antwoording yaa dk> vraag is ondergeschikt
aan den duur van den Fransch-Engeischen
woerstand. Frankrijk, aan rijn linkervleugel
versterkt door liet Engelecuo expodirie-
korps, gering ia aantal tnaar vol moed,
speelt op dit onzegbaar plechtige oogenblik
van zijn geschiedenis geheel en al de rol van
eon levende vesting Het heeft geen andere
taak dan zoolang mogelijk weerstand te bie
den aan den geweldigen druk der Duitsoherg
en zóólang dat maar eeoigszius kan, de kei
zerlijke Legers vast te houden. De beslis
sende nederlaag va» het Fransehe leger,
do inneming vaa Parijs, hebben op zichzelf
volstrekt geve» waarde indien ze eerst
plaats hebbon op heb oogenblik dat Bus-
land zijn mobilisatie voltooid hebbende, zijn
dertig legercorpsen ui beweging gesteld heeft
naar Berlijn e« naar V/eenen, terwijl
Duitschland nog geen onkel legercorps van
den bodem dei- Republiek heeft kunnen te
rughalen. Do .oorlog van 1914 is niet meer
dio van 1870, toen het voor Pruisen voldoen
de wa3 Frankrijk te verslaan en Parijs tj
belegeren. Par»is umembti is niets waard
wanneer to gelijk Rusland Berlijn bezet.
Frankrijk zal uit zijn ruinen verrijzen indien
het bij het ineenstorten den aanvaller lang
genoeg heeft kunnen vasthoudeu om den
bondgenoot, machtig en met roem over
laden, op zijn beurt een groot deel van den
bodem van dien aanvaller te doen verove
ren.
Gaat heb aldus, kan Rusland door de lange
open gang vau zijn Polen Duitsch Poleu foiu-
noudruigeu niet den eiudeioozen stortvloed
van zijn leger, de Oder overtrekken, zich
meester maken van Berlijn, het Duitecho
leger te geraoeb rukken, dat gedesorgani
seerd en gedecimeerd is, door zijn over
winnende maar bloedige campagne in het
Westen en het verslaan vóór het zich op
nieuw heeft kunnen organieecren eu in ge
vechtsorde opstellenhoudt tegelijkertijd
het andere Russische leger op het zuidelijke
schaakbord zelfs zonder een beslissende
overwinning te behalen do Oosteurijkscho
troepen tegen zonder hen in de gelegenheid
te stellen Duitschland te gaan helpen, m dat
geval mag men voorzien dab de oorlog kort
zal rijn, eu dat vóór don winter de vredes
voorwaarden getoekend zullen worden van
het reusachtigsto vredes verdrag, dat de His
torie ooit heeft meegemaakt.
Maar laat Frankrijk zich geheel verbrij
zelen met zóó groote snelheid dat het aan
Duitschland mogelijk is het gros vau zijn
troepen los te maken van de verslagen Re
publiek, het langs de vijftien of twintig pa-
rallel loopende spoorweglij non waarover heb
beschikt te transporteer en van het weste
lijk naar heb oostelijke gevechtsterrein, het
op te hoopen, te verdoelen en in gevechteor
de op te stellen vóór Rusland in staat is den
aanval geheel door te zetten; kan Duitsch
land onder deze omstandigheden het opruk
ken der Slaven stuiten, dan is hot bijna ze
ker dat de Europeesche oorlog zich vrijwel
in het oneindige zal voortzetten, dat hij
chronisch zal worden, zonder dab het moge
lijk is den dag van de bevrijding to voorzien.
Want Rusland is 'n land. dat men niet doode
lijk treffen kan. Zijn afmetingen beschermen
het beter dan de meest volmaakte vestin
gen of de grootste mocht waarmeo me»
maar maiioeuvreereu kan. Napoleon heeft
deze Cyclopei&che onderneming beproefd,
en hij is vernietigd I ln het begin van den
winter zullen de Russen rich in hun weste
lijke ©treken kunnen terugtrekken en do
grootste Moscovitische strateeg, „generaal
Januari", zooals de Russische soldaten hem
noemen, zal zich cr mee belasten hen te
verdedigen. En in de lente, gereorganiseerd
verschijnen zo opnieuw, op de Oostzee, in
Polen, in Galicië, en ze hervatten den oor
log op het punt waarop zo-hem onderbroken
hebben. E» men moet niet denken dat in
dien tusschentijd Europa een soort van voor-
loopigen vredestoestand zal kunnen herkrij
gen en dat Duitschland, de glorieuze over
winnaar, zijn wonden kan doen heel en en
rijn actieven handel over do geheele wereld
hervatten.
De andere kolos, die het tegenover zich
hoeft, gepantsord door oen ander einder
loos element, de zee, zal het gebarricadeerd
houden binnen zijn grenzen, gevangen in do
economische onbeweeglijkheid van thans.
Het ouzichtbare Engeland zal Duitsch
land meer kwaad doen dan welke andere
vijand ook. Het zal het den boegang tot d«
eee afsluiten, het zal onophoudelijk den
oorlogstoestand doen voortbestaan tegen
Duitschland in DuitecbJand. Het zal zonder
oenige mogolijkheid van remedie ai de ellen-
d. i van don oorlog doon voortduren die het
niet-oorlog voerendo doel van de natie tref
fen, dat onvergelijkelijk veel talrijker is dan
liet oorlogvoe-rende. En ia de lente, wan
neer Rusland den veldtocht hervat, dan zal
Engeland het Duitschland overleveren in
den toestand van de diepste uitputting.
Het zijn geen gelukkige dagen die m aan
tocht zijn voor geheel Europa, voor over
winnaars© neutralen on overwonnenen, wan
neer deze onderstelling zich verwezenlijkt en
indien do oorlog het loopendo jaar uitduurt
om rich tot in 1915 uit te strekken
Dergelijke overwegingen zijn het, schooo
ik zo nog nergens zoo scherp en helder uit
eengezet zag als door de „Stampa", die
hier 't vaste vertrouwen in deu einduitslag,
zelfs al mocht het voorloopig voor Frankrijk
nóg zoo slecht gaan, onderhouden. Men hoeft
de absolute zekerheid dat, hoo het ook gaat,
hoe schitterend het georganiseerd moge zijn
en hoe weergaloos heb vochten moge,
Duitschland den ijzeren greep van zijn drio
tegenstanders nimmer zal kunnen ontkomen.
Daarom zal, nu de onwrikbare, oenheid van
die drie nog oens uitdrukkelijk in het Lon
densche verdrag is neergelegd, de moed hier
niet gauw worden opgegeven, wilt de naaste
toekomste ook brengen moge.
Maar gelukkige dagen zullen er vooreerst,
niet zijn..
Hoe de 42 oM.-Kanonucu werken.
In do „Miinch. Ncueste Nachr." vindt men
beschreven hoe do Duitschers met hulp
van hun geweldige 42 oenii meter, mortieren.
Ma non viller, het sterkste verdedigingswerk
van de stelling Nancy, tot overgave hebben
gedwongen.
Dc kanonnen zijn nieer dan manshoog en
van geweldige lengte. Daar zij op grooten
afstand eu over de bergen heen schieten
moesten, waren zij bijna recht naar deu
hemel geiicht. Do baan lean zoo hoog ge-
trokken worden, dat. wanneer het g-eschut
aan den voet van den Moat Blonc opge
steld werd, do kogels over den hoogste»
berg van Europa zouden vliegen.
Eij de beschieting van Iviuaonviller zagen,
de bedienende manschappen het doel niet.
Maar geen nood, wat men met ziet, kan
men berekenen. Met behulp van uitstekende,,
kaarten gelukte het spoedig, zich vrij goed
in te schieten. Door middel van kabelbal
lons werd na verder geobserveerd waar liet
6clioi neerkwam ou de richting nader ver
beterd. Toen begon het ecne kanon om do
tien minuten zijn zware lading uit to wer
pen en weldra ook het andere. liet tempo
weid tot vijf minuten versueld. In ander
halve» dag gingen honderd eu twintig scho
ten af. Toen zwegen de vuurmonden. Want
Manonvillct' was genomen.
Dc Vesting Verdun.
Over dezo vesting doelt do „Kölo. Zbg."
het volgende mede
Do gordel versterkingen om Verdun hoeft
een omtrek van 57 kilometer. Het ligt door
de terreinsgesteldheid zoer gunstig en wordt
door 17 groot© forten, meer dan 20 zelfstan
dige verdedigingswerken en ongeveer 50 bat
terij-stellingen verdedigd. Tussóhen den
spoorweg van Clermont, dio zich onmid
dellijk voor den fortengordel met do lijn
van Bar-le-Duc ten westen van Verdun ver-
eenigt en de Maas, liggen do forten en wer
ken van Landrecourt en Dugny, en noor
delijk daarachter van Regret. Meer ten zui
den van de bevestigde zóne van Verdun
liggen op afstanden van ongeveer 6 kilo
meter de forten Gcnicourt en Troyon en ten
noorden van St. Michiel de batterijen van
Paroches cn ten zuiden van deze stad het
fort Camp des Roma-ins. Deze forten waren
bestemd de Maaslinie tusschèn Verdun en
Toul te versperren, vooral echter do spoor
wegen, die van Metz komen en do Maaa
overschrijden. Voor deze forten cn verdere
versterkingen heeft Frankrijk in den loop
der jaren geweldige sommen besteed