He Europeesche Ooriog.
Rheims is gevallen I Zonder strijd door do
Duitschcrs bezet. Inderdaad zoo meldde bet
Duitsche hoofdkwartier. En dus zal spoedig
Parijs bereikt zijn, want geen andere verster
kingen belemmeren den opmarsch. Zelfs het
versterkte Rheims zonder tegenstand 1 Het
moet thans dan toch wel duidelijk zijn, dat
do Franschen met deze taktiek iets in hun
schild voeren. Anders zou men er niet toe
komen om zulke maatregelen to nemen.
Voor den gewonen mensch in Frankrijk,
met de geheimen van de Fransche strategen
niet bekend, is dit evenwel niet bemoedi
gend. Die vermoedt, dat. voortdurende ne
derlagen slechts de redenen zijn. En inder
daad voor iemand, die zijn vaderland lief
heeft-, moet het droevig zijn te zien, dat
vreemden er do baas spelen.
De Franschen en Engclschen willen den
vijand ophouden, ze willen hem verzwakken
door zijn macht, over een zoo groot mogelijk
gebied te verdeelen, doch zonder groote
verliezen voor henzelf gaat het niet. De
Duitsche generale staf deelt mee, dat alleen
het leger van Von Biilow zes vaandels, 233
Btukken zwaar geschut, 116 veldstukken, 79
machinegeweren veroverde en bijna dertien
duizend gevangenen maakte. Of dez© cijfers
juist zijn, zouden wc niet durven beweren.
Dat het verdeelen van de Duitsche macht
voor dezen aanvaller lastige gevolgen heeft,
hebben de gevechten bij Mechelen bewezen.
Winder groot zijn de krachten, die ter be
schikking blijven en hoo verder de hoofd
macht verwijderd is, des te erger zullen de
achtergebleven manschappen het krijgen te
verduren.
In België moet alles gedaan om de Ant-
werpsche bezetting ontzag in te boezemen.
Daarvoor zouden de aanvallen uit d© lucht,
en daarvoor zouden ook de harde maatre
gelen tegen d© Belgische steden en dorpen
dienen.
Doch Antwerpen heeft zich niet laten
ontmoedigen. Het maakt zich steeds beter
klaar en Engeland zal helpen door veel le
vensmiddelen te zenden. We gelooven trou
wens, dat de Belgisch© militaire autoritei
ten een omsingeling verwachten. Dat zal
ook wel de reden zijn van het vertrek der
kinderen van den koning en koningin met
deze laatste naar Engeland. Koningin Eli
zabeth zou direct terugkeeren, maar dit is
nog niet geschied. Het is toch lang niet on
mogelijk dat de koningin daar blijft. De
bomaanslagen van de Zeppelin" hebben er
op gewezen, dat do veiligheid van de ko
ninklijke familie in Antwerpen allesbehalve
verzekerd is.
De Duitschers zijn nu ook weer eens aan
vallend opgetreden met het doel om de ge
meenschap van Antwerpen met de kust te
vernielen. Over Merchtem en Buggenhout
ging het van Brussel naar Dendermonde.
Onderweg moet weer veel aan de vlammen
prijs zijn gegeven. De telegraafdraden wer
den voorzichtigheidshalve op vele plaatsen
doorgesneden. Uhlanen sneden het verkeer
van Antwerpen met Gent af. De Belgen
boden verwoeden tegenstand entingen nog
bij Mechelen dijken doorsteken óm land on
der water te zetten een maatregel, die de
Duitschers verrastte, want tot over het mid
del stonden de mannen in het water en de
kanonnen zakten in het slijk. Hier heeft
men dus in het klein gedaan, wat ons land
in geval van oorlog in het groot zou doen.
De aldus verrasten moesten natuurlijk groo
te verliezen lijden, te ineer daar ook de
Antwerpsche forten hen konden beschieten.
Het plan om Dendermonde te bezetten
mislukte dus.
Het hier gebeurde is wel een aanwijzing,
dat de Duitschers tegen Antwerpen zoo nu
en dan iets zullen ondernemen, zij 't dan
ook dat om de plaats geen beleg wordt ge
slagen. Antwerpen wordt nu steeds sterker
cn ook het aantal verdedigers wordt groo
te r. Zoo zijn er nog dezer dagen 14,000 man
aangekomen, dio Namen hadden verdedigd,
naar Frankrijk moesten wijken en nu over
Ostende in de. Schcldestad kwamen.
Namen heeft door het beleg ontzettend
geleden. De huizen om verschillende plei
nen zijn alle in asch gelegd en ook het fraaie
raadhuis zou, volgens het ^,B.?rl. Tagebl."
niet meer bestaan. Er is in de stad veel ge
brek. De Duitschers hebben evenwel niet
to klagen, want die kunnen profiteeren van
de aanzienlijke voorraden geconserveerde
levensmiddelen, die ze in de forten vonden.
Hoe gaat 't nu in het oosten? Men kan
frel zeggen, dat de Russen de paar laatste
dagen veel hebben gewonnen. De verovering
van Lemberg is van groote morcele bctee-
kennis en van zeer groote waarde voor hen
is ook, dat ze er in slaagden bij Lublin de
Oostenrijkers terug te werpen. Al de na
dere bijzonderheden wijzen er op dat de
Oostenrijkers veel moesten verliezen De
Russen beweren nu dat ze, na de bezetting
van Lemberg, spoediger kunnen voortruk
ken.
Lemberg toch is een kruispunt van spoor
wegen. Er zal dus wel veel materieel zijn
ook. En dat hebben de Russen noodig, om
dat hun eigen machines en wagens in ande
re landen onbruikbaar zijn. Vandaar zeker
de verklaring, dat men vlugger kan voort
rukken.
Dat het voor Duitschland en Oostenrijk
er niet al te mooi uitziet, zal men ook hier
uit mogen opmaken, dat twee legercorpsen
van het westen naar het oosten zijn vertrok
ken.
De berichten over Turkije worden ern
stiger. In Berlijn zegt men dat de oorlogs
verklaring tusschen Turkije en Rusland en
tusschen Turkije en Griekenland elk oogen-
blik te wachten is. Bulgarije wil evenwel
neutraal blijven cn heeft Rusland ook te
kennen gegeven, dat het geen doortocht
van troepen zal dulden. Steeds verder grijpt
dus de wereldbrand om zich heen.
Do Belgen tegenover de
Nederlanders.
In denzelfden brief van een oorlogscorres
pondent van de ,,N. R. Ct..waaraan we
iets ontleenen onder het opschrift ,,De ver
woesting van Leuven", vinden we ook nog
jets over den ellendigen toestand, waarin
zij, die Leuven moesten verlaten, zich be
vinden, over hun vast vertrouwen in een
goeden afloop en over hun meeningen over
de Nederlanders, die naar zo verzekeren de
Duitschers door hun gebied lieten gaan, een
meening, die nog niet uitgeroeid is ten spijt
van allerlei tegenspraken. De schrijver is
in een landhuisje te Vieux Héverie, bij Leu
ven, waar vijftig Leuvenaars vertoeven.
Over wat hij daar vernam en zag schrijft
hij o. m.
„Hier in huis bevindt zich een man, waar
van de schoonbroeder en een meisje, waar
van de vader en de broer gefusileerd zijn,
en niemand durft het haar te vertellen.
AVelk een ellende
,,En toch ook, welk een vertrouwen Niet
één van dc 50 vluchtelingen, die niet ge
looft, dat de Duitschers zeker geslagen zul
len worden. Hier klinkt ook voor het eerst
het verwijt, in mijn ooren, dat mij later in
Brussel zóó zal ergeren, dat de Duitschers
door Holland getrokken zijn.
„Maar zeker is het, dat de 15,000 Hollan
ders.in Brussel er last van kunnen krijgen.
Nu reeds zijn er eenigen afgeranseld, en
werd anderen de aankoop van levensmidde
len geweigerd.
„Er zijn drie waarheden, die op het
oogenblik niet in het hoofd der Belgen te
hameren zijnlo. dat de Duitschers niet
door Holland getrokken zijn2o. dat de for
ten van Luik en Namen gevallen zijn en 3o.
dat de Franschen terugtrekken. Nu moet
ik zeggen, dat een wonderlijke samenloop
van feiten hun meening versterkt. Want de
Duitsche soldaten ontvangen veelal hij
Waals en Vise Hollandsch geld, en het le
gercorps dat 31 Augustus door Brussel mar
cheerde had wagens bij zich, waarop met
groote letters „Breda" stond.
Eh bienVois-tu? Et ils disent encore,
qn'ils ne sont pas passés par la Hollande 1
Tevergeefs tracht ik als volksredenaar hen
te overtuigen, dat we hier met do wagens
van do Brasserie Breda te Leuven te ma
ken hebben. Gelukkig bevestigt eindelijk één
der omstanders dit feit, en dan krijg ik een
ovatie, maar door Holland zijn ze toch ge
komen, denken de Belgen.
„Ergo, de Duitschers zijn door Holland
getrokken. Zou hiertegen niet een officieel
Duitscb dementi opgeplakt in alle Belgische
steden, afdoende werken?"
We gelooven evenwel, dat de Belgen daar
toch geen waarde aan zullen hechten.
Een Belgisch Offieier over het
Beleg vair Antwerpen.
Een Belgisch officier verklaarde, dat
de wandaden, door de Duitsche troepen
bedreven te Mechelen, Leuven, Aerschot
en zoovele kleinere plaatsen, haar verkla
ring vinden uitsluitend in strategische
overwegingen. Niet om eem daad van van
dalisme te bedrijven hebben de Duitschers
deze steden met den grond gelijkgemaakt,
doch uitsluitend, omdat zij hopen op deze
wijze Antwerpen zonder veel mo-eite en
opofferingen te veroveren. Het was hun
bedoeling niet slechts de burgera naar
Antwerpen te drijven, doch zij hebben hun
ook willen beletten naar hun woonjjlaat-
scn terug te keeren. Dit doel bereikten
rij eerst deor do barbaarsche behandeling,
waaraan rij de burgerbevolking blootstel
den en door het fusilleeren va-n vluchte
lingen, doch op veel doeltreffender wijze
brachten zij hun plan tot uitvoering door
de steden onbewooubaar te maken. „Zij
hoopten", aldus deze officier, „dat Ant
werpen met een zoo groote tijdelijke bevol
king, weldra in do noodzakelijkheid zou
verkeeren rich bij gebrek aan levensmid
delen over te geven, indien het eenmaal
was ingesloten, terwijl zij tevens poogden
de bevolking te demoraliseeren door het
werpen van bommen. Ofschoon de Belgen
blijven gelooven dat Antwerpen geen beleg
zal moeten doorstaan, hebben rij hun
voorzorgsmaatregelen genomen door hun
ongelukkige landgenoot-en, door de Duit
schers hierheen gejaagd, naar veiliger
streken te doen vertrekken".
Hieruit zou dus volgen dat een storm
aanval der Duitschers is uitgesloten, om
dat zij te Luik minder aangename onder
vindingen daarmee hebben opgedaan.
Do verwoesting van Leuven.
Een oorlogscorrespondent van de „N. R.
Ct." heeft Leuven bezocht. En daar is hij
rondgeleid door een Duitsch officier, die
veel studie van kunstgeschiedenis heeft ge
maakt en die mee moest helpen aan de ver
woesting. Merkwaardig is het oordeel van
dezen militair.
Ook is nog gesproken over het schieten
van burgers. Doch citeercn we den corres
pondent, die o. m. schrijft
„Nooit zou ik gedacht hebben, dat ik on
der zulke zeldzame omstandigheden en met
een Duitsch officier als gids, dit juweel van
de Ylaamsche school zou bewonderen. Mijn
nieuwe kennis zegt me dat hij moreel kapot
is door het aanzien dezer verwoestng, en
dat hij liever tien veldslagen zou meema
ken dan dit. Dat kan ik gelooven. Hij ver
telt mij dan het verloop van het gevecht,
dat men dien middag juist een uitval deed
uit Antwerpen, en dat de Leuvenaars te
gelijkertijd hier uit de vensters schoten.
„Ja, zelfs van den rondgang om den toren
af had men geschoten, zeide de officier, en
een mitrailleuse was daar gevonden.
„Volgens een Leuvenaar is dit onmoge
lijk, daar de wenteltrap van den toren te
eng is, dan dat een dergelijke machine naar
boven kan worden gebracht. Dan wijst de
officier mij de stalen pantserplatcn die als
bedekking tegen de ijzeren balustrade van
den rondgang zouden rijn geplaatst.
„Volgens de vrouwen, die ik later spreek,
zijn die platen er altijd geweest, en een
Leuvcnsche architect deelt mij mede, dat
het oude verroeste zeer dunnen ijzeren pla
ten zijn, die verhinderen moesten, dat de
bezoekers door de vrij groote openingen
van de ijzeren balustrade zouden vallen.
„Nu spreekt mijn begeleider van de groote
voorraden wapenen en munitie, die men in
de kerk gevonden heeft en toont mij een
schuur vol.
„Ik constateer, dab het Belgische merken
rijn, maar de Leuvenaars merken zeer te
recht cp, dat bij de-bekeudmaking der Duit
schers, dat iedereen, die in het bezit van
een vuurwapen gevonden werd, zou gefusi
leerd worden, alle geweren en pistolen
juist, daar ingeleverd waren, en dit dus wel
dezelfde zullen zijn. Ook is het een feit, dat
de Belgen niet genoeg vuurwapens voor hun
vrijwilligers hadden, en dus groote voorra
den geweren wel niet opgeborgen konden
zijn."
Dc Overgave Tan Brussel.
Het volgende officieele Duitsche commu
niqué heeft thans het licht gezien
In den morgen van den 20st<en Augustus
19l4 kwamen de Duitsche troepen voor Brus
sel. De burgemeester van de stad, de heer
Ad. Max, kwam als parlementair hij het
leger, onder bescherming van de witte vlag
en was vergezeld van do hoeren schepenen
Steens cn Jacqmain eu den gemeente-secre
taris Maurice Vauthior. Deze hoeren hadden
een samenkomst met kapitein Kriegsheim,
den vertegenwoordiger van den bevelhebber
van het vierde korps van het Duitsche leger.
Do burgemeester verzocht, den Duitsch en
troepen het gebied van de stad niet binnen
te dringen. Hij verzocht den commandant
van genoemd© troepen hem te machtigen om
in dezen zin aan Z. M. den Keizer van
Duitschland te telegrafeer en. Kapitein
Kriegsheim nam nota van dit verzoek en
kreeg den tekst van bedoeld telegram.
De kapitein gaf vervolgens te kennen in
naam van den generaal, dien hij vertegen
woordigde, dat hij voor het onderhoud van
do Duitsche troepen te Brussel requireerde:
20 en 21 Augustus, om 7 uur 's avonds,
aan de Allée verte 18,000 Kg. brood, 10,000
Kg. versch vlccsch, 6000 Kg. rijst (of groen
te, boonen enz.), 100 Kg. rijst of 500 Kg.
aardappelen, 600 Kg. gebrande koffie, 100
Kg. zout, 1000 Kg. suiker, 72,000 Kg. haver
en 600 Kg. cacao;
aan de Allée .verte, aan het station Tour-
et-Taxis en aan de abattoirs van Curegbem:
21 Augustus: 30,000 Kg. brood, 5000 Kg.
ïookvleesch,17,000 Kg. aan levend vleesch,
1000 Kg. rijst, 1400 Kg. koffie, 1700 Kg.
zout, 120,000 Kg. haver, 170 Kg. thee, 1700
Kg. suiker, 700 Kg. cacao cn 10,000 liter wijn,
22 Augustus20,000 Kg. brood, 20,000 Kg.
meel en andere eetwaren als hoven.
23 Augustus: 30,000 Kg. meel en andetr©
eetwaren als boven.
Kapitein Kriegsheim heeft van de stad en
de gemeente nog geëischt als oorlogsschatting
een bedrag van 50 millioen, ten laste van de
stad en 450 millioen ten laste van de pro
vincie Brabant in goud, zilver of bankpa
pier. Dit bedrag kan betaald worden, in ter-
mijnetf'of op zijn laatst op 1 September.
De burgemeester van Brussel heeft gepro
testeerd tegen de daad van geweld hem aan
gedaan en verklaarde ook niet anders t<e
zullen wijken, dan wanneer hij daartoe ge
dwongen werd. De genoemde kapitein ver
zocht het college van burgemeester en sche
penen in functie te blijven. De burgemeester
vei klaarde, de veiligheid der troepen gedu
rende hun verblijf of doortocht door Brussel
te waarborgen voor zoover het van hem
afhing. Hij gaf als zijn wensch te kennen,
voortdurend ïn het stadhuis te blijven om
geregeld op de takken van dienst toezicht
te kunnen houden. Do kapitein deelde, mode,
da.t hij last had gekregen om voorloopig ter
beschikking van den Duitsciien commandant
te houden den burgemeester van Brussel,
de leden van den gemeenteraad en 100 nota-
helen, als waarborg voor het gedrag der
bevolking. Van deze eischen deed hij plot
seling afstand, op voorwaarde, dat zijn last
gever dit zou goedkeuren. Denzelfden dag
om 2 uur in den middag vergaderden de
vertegenwoordigers van de stad Brussel met
den commandant van het vierde Duitsciie
legerkorps, die hun meedeelde, dat liij van
de cisohen en verklaringen, aan kapitein
Kriegsheim zijn goedkeuring hechtte.
Nadat hij akte genomen had van hot pro
test der vertegenwoordigers van de stad.
Brussel, gaf hij zijn troepen last door de
stad to trekken, die een aangegeven weg
zouden volgen; gedurende den tijd, die daar
voor noodig zou zijn, zou er een garnizoen
in de stad achterblijven.
Krankzinnigheid in cn na den Oorlog.
Een der oorlogscorrespondenten die in
Belgie werkzaam is, maakte een spoorreisje
van het deerlijk gehavende Mechelen naar
Duffel en vertelt: „Ik heb nog nimmer in
een zoo vollon trein gezeten, waar zoo wei-
nig gesproken werd. Ik zag nog nimmer
zoovele bleeke gezichten, zooveel angstige
oogen. Het was als vreesden allen, dat zij
den dood tegemoet gingen. Niemand sprak,
maar er waren vrouwen, die zenuwachtig
snikten. Soms fluisterden men. Eens, toen
de trein plotseling met een schok stopte,
ivlogen de passagiers in doodangst over
eind; vrouwren gilden, mannen sloegen do
handen om het hoofd, kinderen staken
handjes op. Maar de trein vervolgde rijn
weger was niets gebeurd.
Die ongelukkige menschen rijn door den
oorlog onherstelbaar psychisch vermoord en
als de oorlog tot het verleden behoort, zal
naast het aantal dooden, gewonden en
krijgsgevangenen ook het aantal krankzïn-
nijen of menschen, wier zenuwgestel voor
gan&ch hun volgend leven vernield is, moe
ten worden vermeld."
Cleincnccan over den Oorlog.
De bekende medewerker van de „Daily
Mail", G. Ward Price, heeft eeD onderhoud
gehad met George Llemenceau, waaraan
wij het volgende ontleenen
„Indien zeide hij wij weer verslagen
worden en nog eens verslagen worden, zou
den wij toch niet opgeven. Dat is niet alleen
mijn persoonlijke meening. De regeering is
daaromtrent even vastbesloten. De Duit
schers mogen al de schoon© plekken, die
wij Franschen zoo lief hebben, alle museums
allj monumenten vernietigen, dit alles zou
mij slechts in mijn besluit om tegenstand te
blijven bieden versterken. In dezen verschrik
kelijkcn oorlog moeten wij allen ons goed
rekenschap geven o:n welken prijs het gaat.
hoe groot de inzet is. Wij in Frankrijk en
onze vrienden in België zijn gedoemd het bit
terste te lijden. Engeland wordt gespaard
van veel wat ons deel geworden is. Maar
zonder hiermede rekening te houden, moe
ten wij onze offers weten te brengen. Wij
vechten voor de waardigheid van het
menschdoin. Wij vechten voor het recht van
het voortbestaan der beschaving. Wij vech
ten zoo, dat de naties in Europa kunnen
blijven voortbestaan zonder te komen onder
de hiel van één andere natie. Dit is een
grootsch doel, dat groote offers waard is.
Ik zeg u dit aldus ging Clemenceau
voort om u te overtuigen van de on
tembare geestdrift der Fransclie natio.
Maar de toestand is nog niet zoo ernstig.
Wij wisten, dat wij een inval zouden hebben
te keeren en wij bieden nog tegenstand met
groote taaiheid en li ebben nog vele troepen
in reserve voor de gevechten, die nog moe
ten komen. De Duitschers kunnen Parijs
niet insluiten en de verdediging van Parijs
zal bovendien ondersteund worden door de
troepen, die thans aan de Oise strijden. De
forten van Parijs zijn niet zoo zwak als in
1870. De toestand is volstrekt niet wanho
pig, maar al zou dit wel het geval zijn, zoo
kunt ge toch aan iedereen zeggen, dat
Frankrijk tegenstand zal blijven bieden tot
dat. de poging om Europa onder een tiran
nie te brengen, voor goed verijdeld is."
TTIt oen Correspondentie
Wat in dit stadium van den oorlog vol
komen onverklaarbaar is, is de totale afwe
zigheid van Belgische of geallieerde ruiter-
of motorfietspatrouilles, die, naar mijn in
zien, zulk een keurig veld voor guerilla-oan-
vallen op de Duitsche communicatielijnen
hebben. Mij komt het voor, dat een voort
durend harasseeren van den vijand over rijn
geheele lijn in de eerste plaats een uitste
kend effect zou hebben op den geest van de
bevolking, die nu sedert weken' niets riet
dan vijandige ruiters en wielrijders, maar
bovendien de Duitschers tot voortdurende
waakzaamheid zou nopen.
Mijn denkbeeld is zoo vanzelf sprekend,
dat ik vermoed, dat zeer bisoudere redenen
de uitvoering onmogelijk maken. Mij is het
onverklaarbaar en ik zou gaarne het oor
deel van generaal D© Wet hierover hooren
en van hem vernemen, wat hij met een 300
goed bewapende motorfietsers zou kunnen
verrichten.
Alles beter, dunkt mij, dan tot werkloos
heid gedoemd te rijn.
Schenders van het Slagveld*
Op het slagveld van Sennheim werden
Iijkenberoovera betrapt. Het zijn meestal
halfvolwassen jongens van vijftien of zeetien
jaar, die door slechte opvoeding en een ver
dorven gemoed tot deze daden gebracht wor
den. Men maakt korte metten met zulke ke
rels. Zij zijn niet eens het schot kruit waard
dat zij krijgen.
In de zakken van zoo'n individu, een bui
tenlander, vond men ongeveer 3000 mark.
Het waren de spaarpenningen van arme fa
milieleden, die de mannen meegegeven wer
den, toeD rij in het veld trokken.
Bovendien vond men in de zakken een
groot aantal ringen, souvenirs en brieven,
waarvan de onmensch nog dacht, dat zij
vaarde zouden bevatten.
Wat een ongeluk en ellende over de be
trokken familiën gekomen is, vertellen de
brieven: hier is een enveloppe waarin de
fotografie van een Fransch onderofficier
geborgen is. Daarnaast dezelfde man in den
kring van rijn familie: een jonge, lieve
"vrouw en twee allerliefste kinderen, die rich
aan den vader vastklemmen.
Daar vindt men een klein étui met het por
tret van een slanke Frangaise, met het op
schrift: ,,A mon chèril Margot", en er bij
ep •- bruine haarlok. Een aan de ouders ge
richte afscheidsbrief lag er eveneens bij.
Roerend is ook de brief van een moeder,
die van Mainz aan den zoon op het slagveld
richt is. „Ik bid God, dat hij over mijn
eenigen jongen waakt!"
Dat zijn alle dingen die achteloos door de
lijkenschenders terzijde geworpen worden,
terwijl zij door de families der gevallenen
als een heiligdom bewaard zouden worden.
Een merkwaardige tekst.
Naar hot heet heeft een rabbijn 8 Augus
tus te Dortmund gepreekt over den tekst
Deut. 2 26—34.
In vers 24 zegt de Heer tot Mozes: „Maakt
u op, reist heen en gaat over de 'beek Arnon
riet, ik heb Sihon, den koning van Hesljn
den Amoriet en rijn land in uwe hand ge
geven begint te erven, en mengt u met hen
in den strijd."
En dan vervolgt de tekst bij vers 26:
„Toen zond ik boden uit de woestijn Ke-
démot tot Sihon, den koning van Hesbon,
met woorden van vrede, zeggendeLaat mij
door uw land doortrekkenik zal alleenlijk
langs den weg voortrekken; ik zal noch ter
rechter- noch ter linkerhand uitwijken. Ver
koop mij spijze voor geld, dat ik ete, en geef
mij water voor geld, dat-ik drinke, alleenlijk
laat mij op mijne voeten doortrekken... tot
dat ik over de Jordaan kome in het land,
dat de Heere onze God ons geven zal.
„Maar Lihon, de koning van Hesbon,
wilde ons door hetzelve niet laten door
trekken; want de Heere uw God verhardde
zijnen geest, ©n verstokte rijn hart, opdat
Hij hem in uwe hand gave, gelijk het is te
dezen dage. En de Heere zeide tot mijZie,
Ik heb begonnen Sihon en rijn land voor uw
aangericht te gevenbegin dan te erven,
om zijn land erfelijk te bezitten.
„En Sihon toog uit ons te gemoet, hij en
al zijn volk, ten strijde, naar Jahaz. En de
Heere onze God gaf hem voor one aange
richt; en wij sloegen hem en zijne zonen en
al zijn volk. En wij namen te dier tijd al zijn
steden in, en wij velbanden alle steden,
mannen en vrouwen en kinderen, (verban
nen met den ban slaan, d. 1 de steden
verwoesten, de menschen dooden)wij lie
ten niemand overblijven."
Een lezer van de ,,N. R. Ct." schrijft naar
aanleiding hiervan aan dat blad:
„Naar aanleiding van „een merkwaardi-
gen tekst", wil ik even opmerken, dat Is:
rael noch Mozes aan Sihon ©enige verzeke
ring van het bewaren van neutraliteit h*4
gegeven; dat geen letterschrifo tuaschen
hen bestond, zeer zeker geen tractar.t. Dafc
is het verschil tusschen lsrac-l en de Duit
schers. Zelfs toen Jozun. later bemerkte, dat
hij door de Gibeonietcn bedrogen was, hield
hij zijn eed en liet hen leven."
ALLERLEI
KORTE BERICHTEN.
De grootst-e Duitsche soldaat is een stil*
dent in dc filologie uit Schwarzenricd. Zim-
mermann, zoo is zijn naam, meet 2.13 M.
De „Köln. Ztg." zegt van betrouwbare
zijde te hebben vernomen, dat alleen in het
spoorwegdistrict Keulen gedurende negen
tien mobilisatiedagen en over vijf Rijnbrug
gen meer dan 26,000 troepen treinen- naar
het Westen zijn gezonden. Die treinen brach
ten meer dan twee millioen soldaten en de
bij hen hoorende kanonnen, paarden, ba
gage, munitie, proviand enz. naar de grens.
Do Duitsche keizerin heeft 10,000 mark
gegeven ter leniging van den nood der be
volking van Oost-Pruisen.
De Duitsche hoogleeraren Hackel cn Euc-
ken hebben zich in een Duitsch cn Engelsch
geschrift tot de Amerikaansche universitei
ten gericht. Daarin trachten zij aan te too-
nen, dat do oorlog niet van Duitschen kant
gewild is.
De Belgische Koningin heeft aan de vrouw
van den socialistischen staatsminister Van-
dervelde, die haar echtgenoot vergezelt
met de Belgische missie naar Amerika, een
telegram gezonden, waarin zij haar besto
wenschen uitspreekt voor het welgclukken
van deze reis.
Tot den 30sten Augustus waren in de ver
schillende daartoe bestemde kampen in
Duitschland als krijgsgevangen aangeko
men Franschen: 283 officieren en 15,328
minderen Russen 70 officieren en 10,126
minderen Belgen aantal officieren onbe
kend en 12,311 minderen. Daarbij komen
nog de gevangenen, die in dien tusschentijd
in de handen der Duitschers rijn gevallen
en nog niet van het slagveld weggeleid zijn.
Dit aantal bedraagt in het Qosten alleen
het dubbele van het totale aantal hieVboven
genoemde gevangenen.
Over het aantal Engelsche gevangenen
ontbreken tot nu toe nadere gegevens.
Volgens te Nijmegen ontvangen bericht
zou de bekende violoncellist Gerard Hek>
king, een Franschman, gesneuveld zijn.
Volgens een officiecle betrouwbare En
gelsche mededeeling, welko to Londen is
ontvangen, zijn zeven Duitscho torpedoja
gers en torpedobooten in beschadigden toe
stand naar Kiel overgebracht. Men meent
dafc andere bij het Kaiser Wilhelmkanaal
gezonken zijn.
a
De Belgische zending naar de Vereenig-
de Staten verliet Woensdagnamiddag Lon
den om de reis naar Amerika voort te zet
ten. De vertrekhaven, evenals de boot
waarop zij reizen, worden geheim gehouden.
Voor het vertrek der missie had een onte
vangst plaats in het Cecil-hotel, waarbij k
diplomaten tegenwoordig waren. Do heerefc
Hymans en Yandervelde, Staatsministers»
voerden het woord en deden uitvoerige me-
dedeelingen over de gruwelen welke de
Duitschers in België hebben gepleegd.
De „Voss. Ztg." schrijft: De Oostcnrijk-
sche motorbatterijen, die zoo goed voldaan
hebben, hebben 30,5 c.M. kanonnen. Elke
batterij bestaat uit 2 kanonnen en is aan een
motorwagen gekoppeld.
Onder de gesneuvelden aan Fransche rijd©
is ook luitenant Savier de Oastelnau, zoon
van den generaal De Castelnau, comman
dant van een legerkorps en sous-chef van
den staf. De „Temps" verhaalt op welke
wijze de vader de doodstijding van rijn zoon
ontving. Hij was bezig zijn orders te dictee-
ren, toen een officier werd aangediend.
„Wat is er?" vroeg de generaal. De officier
antwoordde met trillende stem „Generaal,
uw zoon Xavier is door een kogel in 't voor
hoofd gedood bij het leiden van een aanval,
waarin de vijand is teruggeslagen." De ge
neraal zweeg een oogenblik. Zich teen tot
zijn staf-officieren wendend, zeide hij„Hce-
ren, laten we verder gaan", en hij ver ig-
de rijn dictée.
In Servië is voor de soldaten te weinig
geneeskundige hulp. Te Uskub had één dok
ter 1200 gekwetsten. Er komen nu Engelsche
verpleegsters uit Kragoejewats. Servie heeft
zeer veel gevangen Oostenrijkers.
SPORT.
Voetbal.
Dc wedstrijden van Zondag.
In den derden liefdadigheidswedstrijd,
dien „Ajax" zal spelen, zal een sterk mili
tair elftal de tegenpartij zijn, gevormd uit
de spelers van den troep, die te Oegstgeesb
is ingekwartierd. Na het oefonpartijtje
van Woensdagmiddag is het elfbal aldus
samengestelddoelG. v. Driel (V. O. O.
I); achter: v. Namen cn v. d. Borg (R. V.
B.) midd. Poortman (Concordia I) Doo-
dewaard (Xerxes I) cn v. Dalsum" (Spar
ta I); voor: Ülrich (Y'. O. O. II); Spillen
naar Bilgen (H. V. V. I); Lindhout (D. V.
S. I); v. d. Sluis (V. O. C. I) en Benno-
kom (R. V. B.). Zooala men riet, een zwar
ren tegenstander voor het ,,Ajax"-elfbal,
dat den eersten wedstrijd met 32 verloor
van het 4e legiment en dat do vorige weck
met 60 van „Do Sportman" won.
Waarschijnlijk zal de «tafmuziek evenals
bij don eersten wedstrijd rich doen.hooren.
We twijfelen niet, of velen zullen dez©
sport in dienst van de weldadigheid waar-
deeren.