He Europeesche Ooriog. Rheims is gevallen I Zonder strijd door do Duitschcrs bezet. Inderdaad zoo meldde bet Duitsche hoofdkwartier. En dus zal spoedig Parijs bereikt zijn, want geen andere verster kingen belemmeren den opmarsch. Zelfs het versterkte Rheims zonder tegenstand 1 Het moet thans dan toch wel duidelijk zijn, dat do Franschen met deze taktiek iets in hun schild voeren. Anders zou men er niet toe komen om zulke maatregelen to nemen. Voor den gewonen mensch in Frankrijk, met de geheimen van de Fransche strategen niet bekend, is dit evenwel niet bemoedi gend. Die vermoedt, dat. voortdurende ne derlagen slechts de redenen zijn. En inder daad voor iemand, die zijn vaderland lief heeft-, moet het droevig zijn te zien, dat vreemden er do baas spelen. De Franschen en Engclschen willen den vijand ophouden, ze willen hem verzwakken door zijn macht, over een zoo groot mogelijk gebied te verdeelen, doch zonder groote verliezen voor henzelf gaat het niet. De Duitsche generale staf deelt mee, dat alleen het leger van Von Biilow zes vaandels, 233 Btukken zwaar geschut, 116 veldstukken, 79 machinegeweren veroverde en bijna dertien duizend gevangenen maakte. Of dez© cijfers juist zijn, zouden wc niet durven beweren. Dat het verdeelen van de Duitsche macht voor dezen aanvaller lastige gevolgen heeft, hebben de gevechten bij Mechelen bewezen. Winder groot zijn de krachten, die ter be schikking blijven en hoo verder de hoofd macht verwijderd is, des te erger zullen de achtergebleven manschappen het krijgen te verduren. In België moet alles gedaan om de Ant- werpsche bezetting ontzag in te boezemen. Daarvoor zouden de aanvallen uit d© lucht, en daarvoor zouden ook de harde maatre gelen tegen d© Belgische steden en dorpen dienen. Doch Antwerpen heeft zich niet laten ontmoedigen. Het maakt zich steeds beter klaar en Engeland zal helpen door veel le vensmiddelen te zenden. We gelooven trou wens, dat de Belgisch© militaire autoritei ten een omsingeling verwachten. Dat zal ook wel de reden zijn van het vertrek der kinderen van den koning en koningin met deze laatste naar Engeland. Koningin Eli zabeth zou direct terugkeeren, maar dit is nog niet geschied. Het is toch lang niet on mogelijk dat de koningin daar blijft. De bomaanslagen van de Zeppelin" hebben er op gewezen, dat do veiligheid van de ko ninklijke familie in Antwerpen allesbehalve verzekerd is. De Duitschers zijn nu ook weer eens aan vallend opgetreden met het doel om de ge meenschap van Antwerpen met de kust te vernielen. Over Merchtem en Buggenhout ging het van Brussel naar Dendermonde. Onderweg moet weer veel aan de vlammen prijs zijn gegeven. De telegraafdraden wer den voorzichtigheidshalve op vele plaatsen doorgesneden. Uhlanen sneden het verkeer van Antwerpen met Gent af. De Belgen boden verwoeden tegenstand entingen nog bij Mechelen dijken doorsteken óm land on der water te zetten een maatregel, die de Duitschers verrastte, want tot over het mid del stonden de mannen in het water en de kanonnen zakten in het slijk. Hier heeft men dus in het klein gedaan, wat ons land in geval van oorlog in het groot zou doen. De aldus verrasten moesten natuurlijk groo te verliezen lijden, te ineer daar ook de Antwerpsche forten hen konden beschieten. Het plan om Dendermonde te bezetten mislukte dus. Het hier gebeurde is wel een aanwijzing, dat de Duitschers tegen Antwerpen zoo nu en dan iets zullen ondernemen, zij 't dan ook dat om de plaats geen beleg wordt ge slagen. Antwerpen wordt nu steeds sterker cn ook het aantal verdedigers wordt groo te r. Zoo zijn er nog dezer dagen 14,000 man aangekomen, dio Namen hadden verdedigd, naar Frankrijk moesten wijken en nu over Ostende in de. Schcldestad kwamen. Namen heeft door het beleg ontzettend geleden. De huizen om verschillende plei nen zijn alle in asch gelegd en ook het fraaie raadhuis zou, volgens het ^,B.?rl. Tagebl." niet meer bestaan. Er is in de stad veel ge brek. De Duitschers hebben evenwel niet to klagen, want die kunnen profiteeren van de aanzienlijke voorraden geconserveerde levensmiddelen, die ze in de forten vonden. Hoe gaat 't nu in het oosten? Men kan frel zeggen, dat de Russen de paar laatste dagen veel hebben gewonnen. De verovering van Lemberg is van groote morcele bctee- kennis en van zeer groote waarde voor hen is ook, dat ze er in slaagden bij Lublin de Oostenrijkers terug te werpen. Al de na dere bijzonderheden wijzen er op dat de Oostenrijkers veel moesten verliezen De Russen beweren nu dat ze, na de bezetting van Lemberg, spoediger kunnen voortruk ken. Lemberg toch is een kruispunt van spoor wegen. Er zal dus wel veel materieel zijn ook. En dat hebben de Russen noodig, om dat hun eigen machines en wagens in ande re landen onbruikbaar zijn. Vandaar zeker de verklaring, dat men vlugger kan voort rukken. Dat het voor Duitschland en Oostenrijk er niet al te mooi uitziet, zal men ook hier uit mogen opmaken, dat twee legercorpsen van het westen naar het oosten zijn vertrok ken. De berichten over Turkije worden ern stiger. In Berlijn zegt men dat de oorlogs verklaring tusschen Turkije en Rusland en tusschen Turkije en Griekenland elk oogen- blik te wachten is. Bulgarije wil evenwel neutraal blijven cn heeft Rusland ook te kennen gegeven, dat het geen doortocht van troepen zal dulden. Steeds verder grijpt dus de wereldbrand om zich heen. Do Belgen tegenover de Nederlanders. In denzelfden brief van een oorlogscorres pondent van de ,,N. R. Ct..waaraan we iets ontleenen onder het opschrift ,,De ver woesting van Leuven", vinden we ook nog jets over den ellendigen toestand, waarin zij, die Leuven moesten verlaten, zich be vinden, over hun vast vertrouwen in een goeden afloop en over hun meeningen over de Nederlanders, die naar zo verzekeren de Duitschers door hun gebied lieten gaan, een meening, die nog niet uitgeroeid is ten spijt van allerlei tegenspraken. De schrijver is in een landhuisje te Vieux Héverie, bij Leu ven, waar vijftig Leuvenaars vertoeven. Over wat hij daar vernam en zag schrijft hij o. m. „Hier in huis bevindt zich een man, waar van de schoonbroeder en een meisje, waar van de vader en de broer gefusileerd zijn, en niemand durft het haar te vertellen. AVelk een ellende ,,En toch ook, welk een vertrouwen Niet één van dc 50 vluchtelingen, die niet ge looft, dat de Duitschers zeker geslagen zul len worden. Hier klinkt ook voor het eerst het verwijt, in mijn ooren, dat mij later in Brussel zóó zal ergeren, dat de Duitschers door Holland getrokken zijn. „Maar zeker is het, dat de 15,000 Hollan ders.in Brussel er last van kunnen krijgen. Nu reeds zijn er eenigen afgeranseld, en werd anderen de aankoop van levensmidde len geweigerd. „Er zijn drie waarheden, die op het oogenblik niet in het hoofd der Belgen te hameren zijnlo. dat de Duitschers niet door Holland getrokken zijn2o. dat de for ten van Luik en Namen gevallen zijn en 3o. dat de Franschen terugtrekken. Nu moet ik zeggen, dat een wonderlijke samenloop van feiten hun meening versterkt. Want de Duitsche soldaten ontvangen veelal hij Waals en Vise Hollandsch geld, en het le gercorps dat 31 Augustus door Brussel mar cheerde had wagens bij zich, waarop met groote letters „Breda" stond. Eh bienVois-tu? Et ils disent encore, qn'ils ne sont pas passés par la Hollande 1 Tevergeefs tracht ik als volksredenaar hen te overtuigen, dat we hier met do wagens van do Brasserie Breda te Leuven te ma ken hebben. Gelukkig bevestigt eindelijk één der omstanders dit feit, en dan krijg ik een ovatie, maar door Holland zijn ze toch ge komen, denken de Belgen. „Ergo, de Duitschers zijn door Holland getrokken. Zou hiertegen niet een officieel Duitscb dementi opgeplakt in alle Belgische steden, afdoende werken?" We gelooven evenwel, dat de Belgen daar toch geen waarde aan zullen hechten. Een Belgisch Offieier over het Beleg vair Antwerpen. Een Belgisch officier verklaarde, dat de wandaden, door de Duitsche troepen bedreven te Mechelen, Leuven, Aerschot en zoovele kleinere plaatsen, haar verkla ring vinden uitsluitend in strategische overwegingen. Niet om eem daad van van dalisme te bedrijven hebben de Duitschers deze steden met den grond gelijkgemaakt, doch uitsluitend, omdat zij hopen op deze wijze Antwerpen zonder veel mo-eite en opofferingen te veroveren. Het was hun bedoeling niet slechts de burgera naar Antwerpen te drijven, doch zij hebben hun ook willen beletten naar hun woonjjlaat- scn terug te keeren. Dit doel bereikten rij eerst deor do barbaarsche behandeling, waaraan rij de burgerbevolking blootstel den en door het fusilleeren va-n vluchte lingen, doch op veel doeltreffender wijze brachten zij hun plan tot uitvoering door de steden onbewooubaar te maken. „Zij hoopten", aldus deze officier, „dat Ant werpen met een zoo groote tijdelijke bevol king, weldra in do noodzakelijkheid zou verkeeren rich bij gebrek aan levensmid delen over te geven, indien het eenmaal was ingesloten, terwijl zij tevens poogden de bevolking te demoraliseeren door het werpen van bommen. Ofschoon de Belgen blijven gelooven dat Antwerpen geen beleg zal moeten doorstaan, hebben rij hun voorzorgsmaatregelen genomen door hun ongelukkige landgenoot-en, door de Duit schers hierheen gejaagd, naar veiliger streken te doen vertrekken". Hieruit zou dus volgen dat een storm aanval der Duitschers is uitgesloten, om dat zij te Luik minder aangename onder vindingen daarmee hebben opgedaan. Do verwoesting van Leuven. Een oorlogscorrespondent van de „N. R. Ct." heeft Leuven bezocht. En daar is hij rondgeleid door een Duitsch officier, die veel studie van kunstgeschiedenis heeft ge maakt en die mee moest helpen aan de ver woesting. Merkwaardig is het oordeel van dezen militair. Ook is nog gesproken over het schieten van burgers. Doch citeercn we den corres pondent, die o. m. schrijft „Nooit zou ik gedacht hebben, dat ik on der zulke zeldzame omstandigheden en met een Duitsch officier als gids, dit juweel van de Ylaamsche school zou bewonderen. Mijn nieuwe kennis zegt me dat hij moreel kapot is door het aanzien dezer verwoestng, en dat hij liever tien veldslagen zou meema ken dan dit. Dat kan ik gelooven. Hij ver telt mij dan het verloop van het gevecht, dat men dien middag juist een uitval deed uit Antwerpen, en dat de Leuvenaars te gelijkertijd hier uit de vensters schoten. „Ja, zelfs van den rondgang om den toren af had men geschoten, zeide de officier, en een mitrailleuse was daar gevonden. „Volgens een Leuvenaar is dit onmoge lijk, daar de wenteltrap van den toren te eng is, dan dat een dergelijke machine naar boven kan worden gebracht. Dan wijst de officier mij de stalen pantserplatcn die als bedekking tegen de ijzeren balustrade van den rondgang zouden rijn geplaatst. „Volgens de vrouwen, die ik later spreek, zijn die platen er altijd geweest, en een Leuvcnsche architect deelt mij mede, dat het oude verroeste zeer dunnen ijzeren pla ten zijn, die verhinderen moesten, dat de bezoekers door de vrij groote openingen van de ijzeren balustrade zouden vallen. „Nu spreekt mijn begeleider van de groote voorraden wapenen en munitie, die men in de kerk gevonden heeft en toont mij een schuur vol. „Ik constateer, dab het Belgische merken rijn, maar de Leuvenaars merken zeer te recht cp, dat bij de-bekeudmaking der Duit schers, dat iedereen, die in het bezit van een vuurwapen gevonden werd, zou gefusi leerd worden, alle geweren en pistolen juist, daar ingeleverd waren, en dit dus wel dezelfde zullen zijn. Ook is het een feit, dat de Belgen niet genoeg vuurwapens voor hun vrijwilligers hadden, en dus groote voorra den geweren wel niet opgeborgen konden zijn." Dc Overgave Tan Brussel. Het volgende officieele Duitsche commu niqué heeft thans het licht gezien In den morgen van den 20st<en Augustus 19l4 kwamen de Duitsche troepen voor Brus sel. De burgemeester van de stad, de heer Ad. Max, kwam als parlementair hij het leger, onder bescherming van de witte vlag en was vergezeld van do hoeren schepenen Steens cn Jacqmain eu den gemeente-secre taris Maurice Vauthior. Deze hoeren hadden een samenkomst met kapitein Kriegsheim, den vertegenwoordiger van den bevelhebber van het vierde korps van het Duitsche leger. Do burgemeester verzocht, den Duitsch en troepen het gebied van de stad niet binnen te dringen. Hij verzocht den commandant van genoemd© troepen hem te machtigen om in dezen zin aan Z. M. den Keizer van Duitschland te telegrafeer en. Kapitein Kriegsheim nam nota van dit verzoek en kreeg den tekst van bedoeld telegram. De kapitein gaf vervolgens te kennen in naam van den generaal, dien hij vertegen woordigde, dat hij voor het onderhoud van do Duitsche troepen te Brussel requireerde: 20 en 21 Augustus, om 7 uur 's avonds, aan de Allée verte 18,000 Kg. brood, 10,000 Kg. versch vlccsch, 6000 Kg. rijst (of groen te, boonen enz.), 100 Kg. rijst of 500 Kg. aardappelen, 600 Kg. gebrande koffie, 100 Kg. zout, 1000 Kg. suiker, 72,000 Kg. haver en 600 Kg. cacao; aan de Allée .verte, aan het station Tour- et-Taxis en aan de abattoirs van Curegbem: 21 Augustus: 30,000 Kg. brood, 5000 Kg. ïookvleesch,17,000 Kg. aan levend vleesch, 1000 Kg. rijst, 1400 Kg. koffie, 1700 Kg. zout, 120,000 Kg. haver, 170 Kg. thee, 1700 Kg. suiker, 700 Kg. cacao cn 10,000 liter wijn, 22 Augustus20,000 Kg. brood, 20,000 Kg. meel en andere eetwaren als hoven. 23 Augustus: 30,000 Kg. meel en andetr© eetwaren als boven. Kapitein Kriegsheim heeft van de stad en de gemeente nog geëischt als oorlogsschatting een bedrag van 50 millioen, ten laste van de stad en 450 millioen ten laste van de pro vincie Brabant in goud, zilver of bankpa pier. Dit bedrag kan betaald worden, in ter- mijnetf'of op zijn laatst op 1 September. De burgemeester van Brussel heeft gepro testeerd tegen de daad van geweld hem aan gedaan en verklaarde ook niet anders t<e zullen wijken, dan wanneer hij daartoe ge dwongen werd. De genoemde kapitein ver zocht het college van burgemeester en sche penen in functie te blijven. De burgemeester vei klaarde, de veiligheid der troepen gedu rende hun verblijf of doortocht door Brussel te waarborgen voor zoover het van hem afhing. Hij gaf als zijn wensch te kennen, voortdurend ïn het stadhuis te blijven om geregeld op de takken van dienst toezicht te kunnen houden. Do kapitein deelde, mode, da.t hij last had gekregen om voorloopig ter beschikking van den Duitsciien commandant te houden den burgemeester van Brussel, de leden van den gemeenteraad en 100 nota- helen, als waarborg voor het gedrag der bevolking. Van deze eischen deed hij plot seling afstand, op voorwaarde, dat zijn last gever dit zou goedkeuren. Denzelfden dag om 2 uur in den middag vergaderden de vertegenwoordigers van de stad Brussel met den commandant van het vierde Duitsciie legerkorps, die hun meedeelde, dat liij van de cisohen en verklaringen, aan kapitein Kriegsheim zijn goedkeuring hechtte. Nadat hij akte genomen had van hot pro test der vertegenwoordigers van de stad. Brussel, gaf hij zijn troepen last door de stad to trekken, die een aangegeven weg zouden volgen; gedurende den tijd, die daar voor noodig zou zijn, zou er een garnizoen in de stad achterblijven. Krankzinnigheid in cn na den Oorlog. Een der oorlogscorrespondenten die in Belgie werkzaam is, maakte een spoorreisje van het deerlijk gehavende Mechelen naar Duffel en vertelt: „Ik heb nog nimmer in een zoo vollon trein gezeten, waar zoo wei- nig gesproken werd. Ik zag nog nimmer zoovele bleeke gezichten, zooveel angstige oogen. Het was als vreesden allen, dat zij den dood tegemoet gingen. Niemand sprak, maar er waren vrouwen, die zenuwachtig snikten. Soms fluisterden men. Eens, toen de trein plotseling met een schok stopte, ivlogen de passagiers in doodangst over eind; vrouwren gilden, mannen sloegen do handen om het hoofd, kinderen staken handjes op. Maar de trein vervolgde rijn weger was niets gebeurd. Die ongelukkige menschen rijn door den oorlog onherstelbaar psychisch vermoord en als de oorlog tot het verleden behoort, zal naast het aantal dooden, gewonden en krijgsgevangenen ook het aantal krankzïn- nijen of menschen, wier zenuwgestel voor gan&ch hun volgend leven vernield is, moe ten worden vermeld." Cleincnccan over den Oorlog. De bekende medewerker van de „Daily Mail", G. Ward Price, heeft eeD onderhoud gehad met George Llemenceau, waaraan wij het volgende ontleenen „Indien zeide hij wij weer verslagen worden en nog eens verslagen worden, zou den wij toch niet opgeven. Dat is niet alleen mijn persoonlijke meening. De regeering is daaromtrent even vastbesloten. De Duit schers mogen al de schoon© plekken, die wij Franschen zoo lief hebben, alle museums allj monumenten vernietigen, dit alles zou mij slechts in mijn besluit om tegenstand te blijven bieden versterken. In dezen verschrik kelijkcn oorlog moeten wij allen ons goed rekenschap geven o:n welken prijs het gaat. hoe groot de inzet is. Wij in Frankrijk en onze vrienden in België zijn gedoemd het bit terste te lijden. Engeland wordt gespaard van veel wat ons deel geworden is. Maar zonder hiermede rekening te houden, moe ten wij onze offers weten te brengen. Wij vechten voor de waardigheid van het menschdoin. Wij vechten voor het recht van het voortbestaan der beschaving. Wij vech ten zoo, dat de naties in Europa kunnen blijven voortbestaan zonder te komen onder de hiel van één andere natie. Dit is een grootsch doel, dat groote offers waard is. Ik zeg u dit aldus ging Clemenceau voort om u te overtuigen van de on tembare geestdrift der Fransclie natio. Maar de toestand is nog niet zoo ernstig. Wij wisten, dat wij een inval zouden hebben te keeren en wij bieden nog tegenstand met groote taaiheid en li ebben nog vele troepen in reserve voor de gevechten, die nog moe ten komen. De Duitschers kunnen Parijs niet insluiten en de verdediging van Parijs zal bovendien ondersteund worden door de troepen, die thans aan de Oise strijden. De forten van Parijs zijn niet zoo zwak als in 1870. De toestand is volstrekt niet wanho pig, maar al zou dit wel het geval zijn, zoo kunt ge toch aan iedereen zeggen, dat Frankrijk tegenstand zal blijven bieden tot dat. de poging om Europa onder een tiran nie te brengen, voor goed verijdeld is." TTIt oen Correspondentie Wat in dit stadium van den oorlog vol komen onverklaarbaar is, is de totale afwe zigheid van Belgische of geallieerde ruiter- of motorfietspatrouilles, die, naar mijn in zien, zulk een keurig veld voor guerilla-oan- vallen op de Duitsche communicatielijnen hebben. Mij komt het voor, dat een voort durend harasseeren van den vijand over rijn geheele lijn in de eerste plaats een uitste kend effect zou hebben op den geest van de bevolking, die nu sedert weken' niets riet dan vijandige ruiters en wielrijders, maar bovendien de Duitschers tot voortdurende waakzaamheid zou nopen. Mijn denkbeeld is zoo vanzelf sprekend, dat ik vermoed, dat zeer bisoudere redenen de uitvoering onmogelijk maken. Mij is het onverklaarbaar en ik zou gaarne het oor deel van generaal D© Wet hierover hooren en van hem vernemen, wat hij met een 300 goed bewapende motorfietsers zou kunnen verrichten. Alles beter, dunkt mij, dan tot werkloos heid gedoemd te rijn. Schenders van het Slagveld* Op het slagveld van Sennheim werden Iijkenberoovera betrapt. Het zijn meestal halfvolwassen jongens van vijftien of zeetien jaar, die door slechte opvoeding en een ver dorven gemoed tot deze daden gebracht wor den. Men maakt korte metten met zulke ke rels. Zij zijn niet eens het schot kruit waard dat zij krijgen. In de zakken van zoo'n individu, een bui tenlander, vond men ongeveer 3000 mark. Het waren de spaarpenningen van arme fa milieleden, die de mannen meegegeven wer den, toeD rij in het veld trokken. Bovendien vond men in de zakken een groot aantal ringen, souvenirs en brieven, waarvan de onmensch nog dacht, dat zij vaarde zouden bevatten. Wat een ongeluk en ellende over de be trokken familiën gekomen is, vertellen de brieven: hier is een enveloppe waarin de fotografie van een Fransch onderofficier geborgen is. Daarnaast dezelfde man in den kring van rijn familie: een jonge, lieve "vrouw en twee allerliefste kinderen, die rich aan den vader vastklemmen. Daar vindt men een klein étui met het por tret van een slanke Frangaise, met het op schrift: ,,A mon chèril Margot", en er bij ep •- bruine haarlok. Een aan de ouders ge richte afscheidsbrief lag er eveneens bij. Roerend is ook de brief van een moeder, die van Mainz aan den zoon op het slagveld richt is. „Ik bid God, dat hij over mijn eenigen jongen waakt!" Dat zijn alle dingen die achteloos door de lijkenschenders terzijde geworpen worden, terwijl zij door de families der gevallenen als een heiligdom bewaard zouden worden. Een merkwaardige tekst. Naar hot heet heeft een rabbijn 8 Augus tus te Dortmund gepreekt over den tekst Deut. 2 26—34. In vers 24 zegt de Heer tot Mozes: „Maakt u op, reist heen en gaat over de 'beek Arnon riet, ik heb Sihon, den koning van Hesljn den Amoriet en rijn land in uwe hand ge geven begint te erven, en mengt u met hen in den strijd." En dan vervolgt de tekst bij vers 26: „Toen zond ik boden uit de woestijn Ke- démot tot Sihon, den koning van Hesbon, met woorden van vrede, zeggendeLaat mij door uw land doortrekkenik zal alleenlijk langs den weg voortrekken; ik zal noch ter rechter- noch ter linkerhand uitwijken. Ver koop mij spijze voor geld, dat ik ete, en geef mij water voor geld, dat-ik drinke, alleenlijk laat mij op mijne voeten doortrekken... tot dat ik over de Jordaan kome in het land, dat de Heere onze God ons geven zal. „Maar Lihon, de koning van Hesbon, wilde ons door hetzelve niet laten door trekken; want de Heere uw God verhardde zijnen geest, ©n verstokte rijn hart, opdat Hij hem in uwe hand gave, gelijk het is te dezen dage. En de Heere zeide tot mijZie, Ik heb begonnen Sihon en rijn land voor uw aangericht te gevenbegin dan te erven, om zijn land erfelijk te bezitten. „En Sihon toog uit ons te gemoet, hij en al zijn volk, ten strijde, naar Jahaz. En de Heere onze God gaf hem voor one aange richt; en wij sloegen hem en zijne zonen en al zijn volk. En wij namen te dier tijd al zijn steden in, en wij velbanden alle steden, mannen en vrouwen en kinderen, (verban nen met den ban slaan, d. 1 de steden verwoesten, de menschen dooden)wij lie ten niemand overblijven." Een lezer van de ,,N. R. Ct." schrijft naar aanleiding hiervan aan dat blad: „Naar aanleiding van „een merkwaardi- gen tekst", wil ik even opmerken, dat Is: rael noch Mozes aan Sihon ©enige verzeke ring van het bewaren van neutraliteit h*4 gegeven; dat geen letterschrifo tuaschen hen bestond, zeer zeker geen tractar.t. Dafc is het verschil tusschen lsrac-l en de Duit schers. Zelfs toen Jozun. later bemerkte, dat hij door de Gibeonietcn bedrogen was, hield hij zijn eed en liet hen leven." ALLERLEI KORTE BERICHTEN. De grootst-e Duitsche soldaat is een stil* dent in dc filologie uit Schwarzenricd. Zim- mermann, zoo is zijn naam, meet 2.13 M. De „Köln. Ztg." zegt van betrouwbare zijde te hebben vernomen, dat alleen in het spoorwegdistrict Keulen gedurende negen tien mobilisatiedagen en over vijf Rijnbrug gen meer dan 26,000 troepen treinen- naar het Westen zijn gezonden. Die treinen brach ten meer dan twee millioen soldaten en de bij hen hoorende kanonnen, paarden, ba gage, munitie, proviand enz. naar de grens. Do Duitsche keizerin heeft 10,000 mark gegeven ter leniging van den nood der be volking van Oost-Pruisen. De Duitsche hoogleeraren Hackel cn Euc- ken hebben zich in een Duitsch cn Engelsch geschrift tot de Amerikaansche universitei ten gericht. Daarin trachten zij aan te too- nen, dat do oorlog niet van Duitschen kant gewild is. De Belgische Koningin heeft aan de vrouw van den socialistischen staatsminister Van- dervelde, die haar echtgenoot vergezelt met de Belgische missie naar Amerika, een telegram gezonden, waarin zij haar besto wenschen uitspreekt voor het welgclukken van deze reis. Tot den 30sten Augustus waren in de ver schillende daartoe bestemde kampen in Duitschland als krijgsgevangen aangeko men Franschen: 283 officieren en 15,328 minderen Russen 70 officieren en 10,126 minderen Belgen aantal officieren onbe kend en 12,311 minderen. Daarbij komen nog de gevangenen, die in dien tusschentijd in de handen der Duitschers rijn gevallen en nog niet van het slagveld weggeleid zijn. Dit aantal bedraagt in het Qosten alleen het dubbele van het totale aantal hieVboven genoemde gevangenen. Over het aantal Engelsche gevangenen ontbreken tot nu toe nadere gegevens. Volgens te Nijmegen ontvangen bericht zou de bekende violoncellist Gerard Hek> king, een Franschman, gesneuveld zijn. Volgens een officiecle betrouwbare En gelsche mededeeling, welko to Londen is ontvangen, zijn zeven Duitscho torpedoja gers en torpedobooten in beschadigden toe stand naar Kiel overgebracht. Men meent dafc andere bij het Kaiser Wilhelmkanaal gezonken zijn. a De Belgische zending naar de Vereenig- de Staten verliet Woensdagnamiddag Lon den om de reis naar Amerika voort te zet ten. De vertrekhaven, evenals de boot waarop zij reizen, worden geheim gehouden. Voor het vertrek der missie had een onte vangst plaats in het Cecil-hotel, waarbij k diplomaten tegenwoordig waren. Do heerefc Hymans en Yandervelde, Staatsministers» voerden het woord en deden uitvoerige me- dedeelingen over de gruwelen welke de Duitschers in België hebben gepleegd. De „Voss. Ztg." schrijft: De Oostcnrijk- sche motorbatterijen, die zoo goed voldaan hebben, hebben 30,5 c.M. kanonnen. Elke batterij bestaat uit 2 kanonnen en is aan een motorwagen gekoppeld. Onder de gesneuvelden aan Fransche rijd© is ook luitenant Savier de Oastelnau, zoon van den generaal De Castelnau, comman dant van een legerkorps en sous-chef van den staf. De „Temps" verhaalt op welke wijze de vader de doodstijding van rijn zoon ontving. Hij was bezig zijn orders te dictee- ren, toen een officier werd aangediend. „Wat is er?" vroeg de generaal. De officier antwoordde met trillende stem „Generaal, uw zoon Xavier is door een kogel in 't voor hoofd gedood bij het leiden van een aanval, waarin de vijand is teruggeslagen." De ge neraal zweeg een oogenblik. Zich teen tot zijn staf-officieren wendend, zeide hij„Hce- ren, laten we verder gaan", en hij ver ig- de rijn dictée. In Servië is voor de soldaten te weinig geneeskundige hulp. Te Uskub had één dok ter 1200 gekwetsten. Er komen nu Engelsche verpleegsters uit Kragoejewats. Servie heeft zeer veel gevangen Oostenrijkers. SPORT. Voetbal. Dc wedstrijden van Zondag. In den derden liefdadigheidswedstrijd, dien „Ajax" zal spelen, zal een sterk mili tair elftal de tegenpartij zijn, gevormd uit de spelers van den troep, die te Oegstgeesb is ingekwartierd. Na het oefonpartijtje van Woensdagmiddag is het elfbal aldus samengestelddoelG. v. Driel (V. O. O. I); achter: v. Namen cn v. d. Borg (R. V. B.) midd. Poortman (Concordia I) Doo- dewaard (Xerxes I) cn v. Dalsum" (Spar ta I); voor: Ülrich (Y'. O. O. II); Spillen naar Bilgen (H. V. V. I); Lindhout (D. V. S. I); v. d. Sluis (V. O. C. I) en Benno- kom (R. V. B.). Zooala men riet, een zwar ren tegenstander voor het ,,Ajax"-elfbal, dat den eersten wedstrijd met 32 verloor van het 4e legiment en dat do vorige weck met 60 van „Do Sportman" won. Waarschijnlijk zal de «tafmuziek evenals bij don eersten wedstrijd rich doen.hooren. We twijfelen niet, of velen zullen dez© sport in dienst van de weldadigheid waar- deeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 2