De Europeesche Oorlog. Het Opdringen der Duitschers in België. De Franschen rukken verder den Eizas binnen. - Koning George en Kitchener tot de Engelsche Landingstroepen. Wat voor Brussel aanstaande is. Brussel zal zeer spoedig in handen der Duitschers zijn, voorspelt de „Tel.": Wel hebben de Belgische bladen tot nu toe jen waren stand van zaken meesterlijk vreten te verbloemen, ten einde de burgerij den moed niet te doen verliezen, doch de feiten laten zich ten slotte niet meer verdraai en. Alles wijst er op, dat ons binnenkort de intocht van den Duifcschen keizer in de Belgische hoofdstad geseind zal worden. Een onzer Brusselsche correspondenten, gaat het blad voort, verzekerde ons, en hij put zijn nieuws uit de beste bronnen, dat. de Duitsehe troepen tot op zeer korten afstand van Brussel zijn genaderd. De Belgische regeering verliet reeds de stad, de koningin en haar kinderen trokken me de reeds naar Antwerpen. Van eenigen tegenstand vóór Brussel is van Belgische zijde geen sprake. Men laat de Duitsehe troepen de geheel open stad binnentrek ken, terwijl de Belgische troepen zich om Antwerpen zullen concentreeren. Van eenige strategische waarde zal de be zetting van Brussel niet zijn. De Duitschers houden de sterke vesting Antwerpen in den rug en zullen haar van de landzijde geheel trachten af te sluiten, waarvoor een groot contingent troepen zal dienen te worden afgezonderd. Lang zal bet thans niet meer duren, of geheel België, met uitzondering van Ant werpen eD Namen, zal in handen der Duitschers zijn. Van een grooten veldslag op de Kempen zal dus blijkbaar niet veel komen. Vermoe delijk zullen de groote slagen dus geleverd worden op de linie NamenDinantMau beuge. Om Belgic's Volksbestaan. In de „Journal de Bruxelles", 't offi- cicuzc regeeringsorgaan, publiceert een hoofdofficier een artikel, dat veel sensatie wekt. Hij toont er namelijk in aan, dat er geen twijfel mogelijk is of Duitschland had zich voorgenomen in geval van een oorlog met Frankrijk, zich meester te maken v«i België. Als bewijs geeft hij het volgend uit treksel van een weinig bekenden brief, dien keizer Wilhelm I, de grootvader van den tegenwoordigen keizer, in 1879 aan Bis marck schreef De Fransche grens is bijna hermetisch ge sloten van Zwitserland tot België. Deze on afgebroken linie van forten en versterkin gen maakt, zelfs al zou men ze kunnen voor bij trekken, het doorzenden van allo noo- j dige versterkingen onmogelijk en zal zelfs, als we aan den winnenden kant zijn, den etrategischen arbeid zeer bemoeilijken. Wij j kunnen niet hetzelfde succes behalen als in 3870, want wij zouden t-erstond dezen gor del van vestingen moeten belegeren. Vóór wij eenige forten konden nemen, zou het verslagen leger gelegenheid hebben zich ach ter deze linie te versterken en zich voor een nieuwen aanval gereed te maken. Door de strategische spoorlijnen, die tot aan de grens van België doorloopen en door geweldige kampen, zooals die van Aken tot MaJmedy, schiep België een organisatie, fwier eersten weerstand de geheel© wereld fcifin de eerste plaats Duitschland zal ver bazen." Het plan van Wilhelm I is uitgevoerd door "Wilhelm II. De moeilijkheden, met voor- epcllenden geest door den grootvader op geworpen, beginnen zich thans op den weg jvan den kleinzoon te vertoonen, hetgeen bij ons een nieuwe en machtige hoop doet her leven- lloe staat het met Luik? Zijn de forleu om Luik in handen der Duitschers of niet? Heel duidelijk is dit nog piet voor ons, al gelooven we, niettegen- ptaande de ontkenning in het officieel© com- >m unique van het Belgische departement van oorlog toch, dat er wel iets gebeurd is. Dat jofficieele nieuws spreekt mët beslistheid het bericht tegen, dat verscheidene forten van Luik in Duitsehe handen zouden zijn. 't Kun nen er dus tooh eenige zijn, zou men kun- jnen opmerken. Het „Dgbl. v. Noordbr." heeft een onder- boud gehad met iemand, die uit Luik ie Breda is aangekomen en over dit gesprek lezen we: ,.Do forten van Luik zijn gevallen," zeide Ide zegsman van het blad. Ilc (n.l. de journalist) zeide hem, dat er biets van bekend was van dien val der ïorten. Toch is 't een feit, antwoordde hij een/ lyoudig. D© telegrammen, vervolgde ik, spreken van 'de forten Pontisse, Evegnée en Chaudfontai- ;n€ die zouden tot zwijgen gebracht zijn. Maai' de andere forten niet. Het fort Loncin b v., dat de vlakten naar het westen be- jhecrseht, zou nog stand houden. Het fort Loncin is met man en muis in de lucht gevlogen. Ho© weet gij dat? Ja, hoe weet gij, dat er een toren op de üredascbe kerk staat. Wat wilt ge daarmee zeggen? Dat het een algemeen bekend feit in Luik is. Gisteren is het fort Loncin met man ©d muis in de lucht gevlogen. De andere forten zijn ook opgeblazen, maar eerst ont- Iruimd. Is dat ook algemeen bekend in Luik? Ja. Bovendien, wij hebben de ontplof fingen gehoord. Stuk voor stuk. Is dat nieuws door Luiksehe kranten pok meegedeeld? In Luik komen geen kranten meer uit. t Kunt gij u op dit punt niet vergissen? Hij werd wat levendig, dat ik zoo twij felde aan zijn" woorden. Hij kwam toch zoo uit Luik. En als iemand het kon weten, dan hij. Maar er ontstaan zoo dikwijls geruch ten, die later weer worden tegengesproken, opperde ik nog. Dit was een beslist feit, besloot hij. Waarom zou het dan in Brussel niet bekend zijn gemaakt Vlak voor den grooten slag?Om het moreel der troepen neer t© slaan? Maar in Berlijn dan? Ja, dat weet ik ook niet. Misschien willen do Duitschers geheim houden, dat ze nu met man cn macht door Luik kunnen trekken, om niet t© verraden, dat ze in Midden.België sterker zijn, dan vermoed wordt. I)e Duitschers te Luik. Zoo is heel Luik vol van Duitsehe solda ten. Overal zijn zij in de weer, of loopen zij bij groepjes of getweeën rond, te genieten van Belgische sigaretten enfin, la guer re commc a la guerrevan 't Luiksehe stedenschoon cn, niet 't minst, van het schoon der Luiksehe meiskens, die gastvrij als men nu eenmaal hier is, zelfs den vijand vriendelijk bejegenen, schrijft een mede werker van het „Hbld." in een schrijven van 15 Augustus en zegt dan verder: Trou wens, van vijandigheid merkt men al wei nig. Nu ja, op de auto's reusachtige vracht auto's. met de namen erop van de fabrie ken en brouwerijen uit het hart- van Duitsch land, reiswagens, luxe-auto's kleine race wagentjes, die alle vol militairen, luid toe terend in allerlei toonaarden, met razende vaart door de straten en over pleinen snor ren, op al deze wagens zitten wel voorop een of twee soldaten met 't geweer in den arm, maar dat is nu eenmaal „model", en overigens blijven de geweren zonder dreiging, behalve dan bij de schildwach ten voor de tallooze gebouwen waar men- schen en paarden ingekwartierd zijn, en die met hun ernstige, meest in vele dagen niet geschoren gezichten en hun groote geweren met zaag-getando bajonetten vervaarlijk ontzag verwekken onder de drommen Lui kenaars, die tusschen al de hevige militaire drukte door hun feestdag ter eere van Sain- te Marie als gewoonlijk op straat vieren, 't Is of de Luikenaars al gewend zijn aan 't vervaarlijke artillerieschieten. Voortdurend nog donderen de zware kanonschoten en de granaten fluiten over de stad. Maar 't schijnt wel of niemand er meer op let. Toch zit 't den Luikenaars dwars, dat schieten, want 't is nü 't Duitsehe geschut, dat op gesteld moet worden op zware cementblok- ken, dat de bommen gooit in de nog weerstand biedende vestingen. Twee moeten er nog genomen worden en de Duitschers zullen ze krijgen ook want zij hebben hun geschut geplaatst beneden aan de Maas, in de stad, waar zij veilig zijn voor het ge schut. der forten, omdat elke granaat van een fort op hen gericht, noodzakelijk de hevigste verwoestingen midden in de stad zou teweeg brengen. Dit wijst weer op de stategische voorzor gen en bekwaamheden der Duitschers en naar mijn gevoelen óók weer op het feit, dat de Duitschers werken volgens een vooruit vastgesteld plan, dat tot in alle détails was klaargemaakt. Want men had toch waarschijnlijk niet den geweldigen tocht naar Luik gewaagd een ongehoord bravourstuk wanneer men niet vooruit had geweten, dat men in de stad zelve een zoo voordeelige positie kon innemen. Zonder deze zekerheid ware de opmarsch naar Luik, dwars tusschen twee forten door, een krankzinnige moord geweest. Over het aanzien van Luik, waar de Duitschers nu heer en meester zijn, ver telt hij dan verder: O, er wordt veel werk gemaakt van de Duitschers in Luik. In de café's worden zij het eerst en met uiterste zorg bediend, op straat gaat men voor hen uit den weg met égards alsof zij allen prinsen waren, geen van de nog maar enkele overgeble ven fietsers, de meeste fietsen zijn ge retireerd zal het wa-gen te bellen als een Duitscher voor hem loopt, hij zal netjes om hem heen rijden, en voor de kleine cafétjes ziet men schilders bezig in de gauwigheid op de ramen te schil deren: „Münchener", „Pilsner". „Aache- ner". Dit alles wil nog niet zeggen dat wij ingenomen zijn met de Duitschers, ik heb binnenshuis wel andere noten hooren kraken. De Duitschers storen zich er niet aan. Zij doen alsof zij zich in Luik volkomen thuis voelen, loopen er rond, zeker en zelfbewust. En.. hebben vandaag de Belgische vlag neergehaald van het stad huis en de Duitsehe geheschen boven op het palais de Justice. Het eenigo wat zij den Luikenaars nog laten, is haar garde civique, maar ongewapend natuurlijk, en iedere agent heeft een witten band om den arm met het Duitsehe rijksstempel. En morgen zal een stadhouder worden benoemd Dan is Luik Duitsch, goed en wel, en met nog meer woede in het hart zullen de Luikenaars hooren hoe langs hun Bou levard d'Avroy galmt „Lieb Vaterland kannst ruhig sein wanneer de stram me infanterie-afdeelingen daar opmarehee- ren. 't Moet vreeselijk zijn voor hen Ik heb het gehoord, daarstraks, drie-; vierhon derd man zingend de ..Wacht am fthein", en als goed „neutraal" voelde ik er het grootsche' en het pijnlijke van. Maar ik denk dat de Duitschers in Pa rijs zullen komen. Nog eens (lc gevechten bij Haelcn. Een ooggetuige van de gevechten bij Hae- len schrijft daarover in het „Hbld. van Antw." o.m. „De dag is warm geweest. De Duitsehe legermachten, die in den omtrek van Visé do Maas overtrokken, hebben gepoogd Brussel te bereikén. Zij hebben onze liniën op twee punten aangetast. „In do nabijheid van Diest konden wij het gevecht volgen. Van 's morgens liet zich reeds het kanon hooren de manschappen der genie, die gelast waren do brug over de Geete te doen springen, hadden maar juist den tijd om hun werk te verrichten, toen de eerste vijandelijke ruiters reeds kwamen aansnellen. „Onze voetgangers en onze artilleristen in voldoende getal, kwamen toen in den dans om den vijand te weerhouden. Onze kanonnen, in goede positiën opgesteld, ver oorzaken den vijand ernstige verliezen, en deze stelt nu ook zijn batterijen op. „Plotseling ziet men, te midden van een kanonnade de Mecklenburgsche dragonders opdagen, maar in tamelijk mager getal ten gevolge van de verliezen van vorige dagen. „In grooten galop stormen zij vooruit in de richting der stad, maar zij stooten op een barricade van karren en wagens, waar achter onze voetgangers, een honderd in getal, hen ontvangen. „Met de pistool vurende snellen de rui ters voort, maar onze mannen maken onder lien een schrikkelijke slachting, en geen enkele dragonder vindt zijn heil in de vlucht. „Do gelukkigsten waren, die welke zich overgaven vier officieren De anderen ble ven tot den laatsten man dood 1 „De strijd bij Haelen is eigenlijk geen 1500 meier een stormaanval uitgevoerd. De trompetters hadden den aanval geblazen, zon der dat de officieren het bevel hadden ge geven. De manschappen stormden vooruit, zonder dat dezen hen konden tegenhouden. Alle gewonden hadden overwinningsteckenen hij zich, helmen, sporen e. d. Te Moulins is ook een transport van 300 Duitseho krijgsgevangenen voorbij gekomen. Zij waren het overblijfsel van het 99ste [regiment infanterie, dat de Fransche ar til len o in den pas van Saales had gedecimeerd. De vijandelijke troepeD bestonden uitsluitend uit landweermannen tusschen 30 en 35 jaar. Toon de Fransche jagers op hen af kwamen stormen, zetten zij him zakdoeken op hun geweren, om te kennen te geven, dat zij zich overgaven. Zij zeiden blij te zijn te worden gevaDgen genomen, omdat hun officieren op vijf na dood waren. Koning George en Lord Kitchener tot de Engelsche Landingstroepen. Koning George heeft aan de troepen voor hun vertrek naar Frankrijk de volgende dagorder gericht. „Gij verlaat het land om te strijden voor de veiligheid en de eer van mijn rijk. België, welk land wij ons hebben verplicht te ver dedigen, is aangevallen en Frankrijk is op het punt om door denzelfden machtigen vijand te worden aangevallen. Ik heb onbeperkt vertrouwen in u, mijn soldaten. Plicht is uw wachtwoord en ik weet dat gij uw plicht op edele wijze zult vervullen. Ik zal iedere beweging van u met de grootste belangstelling volgen en met de grootste voldoening den voortgang gade slaan, dien gij iederen dag maakt. Uw wel zijn zal mijn gedachten niet verlaten. Ik bid Het GevecBtsveld in Noordelijk België. voorpostengevecht geweest, doch aldus dezelfde ooggetuige een aanslag op Brus sel, waaraan niet minder dan 5000 man, waarvan de- helft ruiterij met mitrailleusen en de helft infanterie en licht geschut, heb ben deelgenomen." I)e Belgische tegenover de Duitsehe Sociaai-Boniocr&tcii. Do „Peuple" zegt dat er onverwijld maatregelen zullen worden genomen om een manifest aan de leiders der sociaal democraten in Duitschland te zenden, waar in de met het volker.r.cht in strijd zijnde houding van den keizer en den rijkskanse lier ten aanzien van Frankrijk en België wordt geboekstaafd. De Duitsehe Kroonprins. Te Parijs is bericht ontvangen, dat de Duitsehe kroonprins, die verbonden was aan de eerste diivisio cavalerie, gewond is en tie Aken wordt verpleegd. Reeds eerder heeft een dergelijk bericht de ronde ge daan evenals een mededeeling van een aanslag op den kroonprins. Men zal derge lijke berichten niet zoo direct kunnen looven. Wat de Franseben vertellen. De senator Paul Doumcr, gewezen minis ter en gewezen voorzitter van de Frans*, he Kamer, van wien verscheiden zonen onder de wapenen zijn is in België geweest in de huurt van Charleroi cn Dinant. Te Parijs teruggekeerd, heeft hij gezegd, dat de be richten over den geest van de troepen geens zins overdreven waren. De geestdrift van de manschappen, die reeds groot was, is nog toegenomen door het feit, dat. de Duitsehe artillerie zeer inferieur aan de Fransche is gebleken. Voor do aanvallen der Franschen kiezen de Duitschers hot hazenpad, hetgeen den Franschen troepen den indruk geeft, dat men hen niet durft te weerstaan. Den groot aantal Duitsehe gewonden vertoont sabel en bajonetwonden in den rug, hetgeen beves tigt, dat de Duitschers gevlucht zijn. Een groot aantal Engelsche vliegers doet in België uitstekende diensten. Twee Zeppe lins zijn door kanon, en geweerschoten ver nield. Een derde is in een bosch verongelukt. Voor wat de militaire toestand betreft, valt niets aan do officdeele mededeel in gen too te voegen. Aldus de senator Doumer. Franseho gewonden. Moulins voorbijko mend, gaven allen het verlangen te kennen, oin spoedig in den slag terug te keeivn. Bijna allen zijn in do boenen of de armen gewond. De Duitschers schieten slecht. Toch tig procent van hun granaatkartetsen ko men niet tot ontploffing. Bovengenoemde gewonden kwamen uit het gevecht bij Blamont. De soldaten hadden van God u te zegenen en te behoeden en u als overwinnaars terug te doe»n keeron." Lord Kitchener heeft de volgende inntruo- tiea gegeven voor alle soldaten van het ex peditionaire leger, die naar het oorlogstoo- neel worden gezonden „Gij gaat naar het buitenland als solda- ten des koningB om de Fransche kamera- den te helpen tegen den inval van onzen gemeenschappelijken vijand. Gij zult een taak te volbrengen hebben, die al uw moed, uw energie en uw geduld vergt. Herinnert u dat de eer van het Britsche leger van uw persoonlijk gedrag afhangt. Het is uw plicht niet alleen voorbeeldige tucht en vol harding te toonen in het vuur, doch ook de beste betrekkingen te onderhouden met hen die gij gaat helpen in hun worsteling. „De gevechten, waaraan gij deel zult ne men, zullen voor het grootste deel plaata grijpen in een bevriend land. Gij kunt uw eigen land geen beteren dienst bewijzen dan door uzeJf in Frankrijk en België als waar dige soldaten van het Engelsche leger te gedragen. „Weest altijd hoffelijk, bedachtzaam en vriendelijk, begaat geen onrechtvaardigheid, vernielt geen eigendommen, beschouwt plundering als een onwaardig bedrijf, dan zult gij overal welkom zijn en vertrouwen inboezemen. Uw plicht kunt gij niet naar den eisch vervullen als gij uw gezondheid niet in acht neemt. Vermijdt daarom elke buitensporigheid. „Vreest God en eert den Koning." Een correspondent van de „Soir" meldt, dat hij het Engelsche leger ontmoet heeft, dat in slagorde oprukte, gevolgd door tal van transportwagens met levensmiddelen en munitie. Do leider der Belgische socialisten Van- dervelde, die Zaterdag naar Parijs vertrok ken was en aldaar in aanraking gekomen is met verschillende leiders der Fransche so cialisten, is te Brussel teruggekeerd. Hij zeide van zijn kort bezoek de overtuiging te hebben medegebracht, dat de geallieerden ten slotte do overwinning zullen behalen. Hij had verscheidene treinen met Engel sche troepen zien passeeren en autobussen ontmoet vol Engelsche soldaten. De Engel- schen werden overal door de bevolking geestdriftig toegejuicht. De Generaals Von Emniich en Ton Deiinling. Weer duikt de tijding op van den dood van den chef van het Duitsehe Maasleger, generaal Von Emmfcli. De Evening Stand." meent dit gerucht te klinnen bevestigen en veefcekert, dat gene raal Barwitz tob zijn opvolger benoemd is. Duitsehe soldaten, die waren tiaard en thans in Frankrijk krijgsgevangen zijn,- houden vol, dat generaal Von Dcimling go- woud is. Ilij zou ecu kogol in den mond hebben gekregen. Deze deserteurs beweren, ook, dat men aan de Duitsehe soldalcu ver telt, dat in Parijs de commune is uitge roepen en dat president Poinearc vermoord is. Van hol verspreiden vau dpze laatste ge ruchten onder de Duitsehe troepen heb boni we reeds verder melding gemaakt. De Duitsehe Soeialistc.n te Parijs. De Duitsehe iecsclub te Parijs heeft de volgende motie aangenomen: Aan onze Frans-' kameraden. Kameraden Op dit treurige oogenblik geven wij u de verzekering van de meest vriendschappelijke gevoelens van de Duitsehe sociaal-democra ten, die er de voorkeur aan geven in uw land van vrijheid te blijven en die wcigerei? tegen hun Fransche kameraden te vechten. Wij allen, wij beminnen "ons vaderland, maar wij kunnen niet langer een vaderland Iberoinnen, dat een vreedzaam volk aan valt. Onze sympathieën gaan uit naar u, die den grond van de vrijheid verdedigt. Behaalt de overwinning. Verslaat die moorddadige r«- geering in Berlijn. „Weg met de monarchieën." „Leve het democratische Frankrijk." „Leve de Fransche republiek." Alweer een Duitsch bericht uit de eerste dagen tegengesproken. Een van de onwaro berichten is dat over den zeeslag tusschen do Duitseho ©d de Russische vloot in do Oostzee bij de Alandaeilanden geweest. De Duitseho pers spreekt het nu ook tegoner is daar in. het geheel niet gevochten en de Duit schers hebben ook het eiland Aland, hot grootste van de groep, niet bezet. Waarschijnlijk ia het bericht in de wereld gekomen door rapporten van schepen, die in de nabijheid der eilanden ontploffingen hebben gehoord en daaruit een zeeslag ge fantaseerd, ofschoon ze kwamen van Han- gö, waar de havenwerken en de pior mat dynamiet zijn vernield. De commandant van Hangö zou dit er- nielingswerk op eigen houtje hebben veiv richt. Hem was bevolen mijnen vcor de haven en in de pior te leggen, ton einde een vijandelijke vloot t-e weren en een lan ding te beletten. Hij 7/>u dat bevel ver keerd hebben opgevat en toen zijn vergis sing aan het licht kwam, zich hebben op gehangen. Oostenrijksche tactiek. Uit Sarajowo wordt aan do „Südslav. Korr." gemeld, dat op bevel van de mili* taire autoriteiten, er in de militaire treL nen in h©t verkeer over de spoorlijnen in Bosnië gijzelaars worden meegevoerd, die met hun eigen persoon voor do veiligheid van den trein moeten instaan. In de buurt van Roerdanka werd op oen voorbijgaanden trein geschoten. Terstond daarop werd Theoder Rijits, die als gijzelaar in don trein waa,- terechtgesteld. Een Servische pope, Petrowita geheeten, die ook als gijzelaar aangewezen was, trachtte te vluchten. Een patrouille schoot hem neer. Kortgeleden is op het hoofd» plein van Bdjetina Pcro Simit-sj, die uit Serine naar Crojolowo teruggekeerd wa9, tLn het openbaar opgehangen, omdat hij voor Servië spionnondionst (leed. Geen' bcparld fraaie taktiek. Aan de Duit-schRussische grens. Aan de Duitsch-Russische grens zou bij Stallupoenen het Duitsehe leger een zege hebben bevochten. De Duitschers zouden er 3000 Russen hebben gevangen genomen en zes machinegeweren buitgemaakt. De Bulgaren. Yolgens de „Soir heeft de Bulgaarsche militaire attaché te Parijs den Bulgaarscr.ea officieren, die zich in vrij grooten getale in België bevinden, meegedeeld, dat de Bul gaarsche regeerïng hen machtigt, in bet Belgische leger dienst te nemen. Als dit bericht juist is, zou daardoor dus worden bevestigd de meededeeling in het Exchangetelegram in ons vorig nummer ver vat. Van tegenovergestelde strekking is het bericht aan de Reichspost uit Sofia, dat ve le Bulga-arsche officieren bij het Oosten rijksche gezantschap het verzoek hebben gedaan, om aan den kant van Oostenrijk te mogen vechten. Turkije blijft onzijdig. De Turksche gezant te Londen heeft de verzekering, dat Turkije tijdens den oorlog strikt onzijdig zal blijven, herhaald. Grey heeft over deze verzekering, waarvan akte is genomen, de voldoening der Engelsche re geering betuigd. Essad pasja. Volgens een „Centr. News"-bericht uit Rome zou Essad-pasja van plan zijn ean Albaneesch corps te vormen ter bestrijding van de Oostenrijkers. Zou Essad waarlijk meer van de Serviërs verwachten Tegen do Albanië-politiek van Oosten rijk heeft Essad zich steeds Rsherp gekant. Hij stond aan de zijde van do Italiaansch® richting, 't Is heel goed mogelijk, dat hij het thans Oostenrijk in 't Zuiden nog wat benauwder wil maken. Duitsehe Soldaten in Oost-Azië. Bij de zeestrijdkrachten, die het Duitsehe Rijk in de Oost-Aziatische wateren onder houdt, beschikt het voor do verdediging van het gepachte gebied Kiaotsjou nog over landstrijdkrachten. Do hoofdstad vaj dit gebied, Tsingtau, is goed versterkter lig gen daar rle volgende troepen in garnizoen 1 matr^zenartilleric-afdceling van 4 com pagnieën, het 3de zeebattaljon van 4 com pagnieën, 1 rijdende compagnie, 1 vcldbat- terij, 1 pionier-compagnie. Verder een gou- vernements-vliegstation, een artillerie- en mijnendepót en een gonvernementswerf. Te Tientsin ligt het- Duitsch-Oostaziatisehe ma rine-detachement ter sterkte van 057 man en te Peking een detachement van 150 man. De geheele militaire bezetting van het Kiaotsiou&ebied omvat t&nd 2400 üw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 2