De Europeesche Oorlog.
Het Opdringen der Duitschers in België. De Franschen
rukken verder den Eizas binnen. - Koning George
en Kitchener tot de Engelsche Landingstroepen.
Wat voor Brussel aanstaande is.
Brussel zal zeer spoedig in handen der
Duitschers zijn, voorspelt de „Tel.": Wel
hebben de Belgische bladen tot nu toe jen
waren stand van zaken meesterlijk vreten
te verbloemen, ten einde de burgerij den
moed niet te doen verliezen, doch de feiten
laten zich ten slotte niet meer verdraai
en. Alles wijst er op, dat ons binnenkort
de intocht van den Duifcschen keizer in de
Belgische hoofdstad geseind zal worden.
Een onzer Brusselsche correspondenten,
gaat het blad voort, verzekerde ons, en
hij put zijn nieuws uit de beste bronnen,
dat. de Duitsehe troepen tot op zeer korten
afstand van Brussel zijn genaderd. De
Belgische regeering verliet reeds de stad,
de koningin en haar kinderen trokken me
de reeds naar Antwerpen. Van eenigen
tegenstand vóór Brussel is van Belgische
zijde geen sprake. Men laat de Duitsehe
troepen de geheel open stad binnentrek
ken, terwijl de Belgische troepen zich om
Antwerpen zullen concentreeren. Van
eenige strategische waarde zal de be
zetting van Brussel niet zijn. De Duitschers
houden de sterke vesting Antwerpen in
den rug en zullen haar van de landzijde
geheel trachten af te sluiten, waarvoor
een groot contingent troepen zal dienen
te worden afgezonderd.
Lang zal bet thans niet meer duren, of
geheel België, met uitzondering van Ant
werpen eD Namen, zal in handen der
Duitschers zijn.
Van een grooten veldslag op de Kempen
zal dus blijkbaar niet veel komen. Vermoe
delijk zullen de groote slagen dus geleverd
worden op de linie NamenDinantMau
beuge.
Om Belgic's Volksbestaan.
In de „Journal de Bruxelles", 't offi-
cicuzc regeeringsorgaan, publiceert een
hoofdofficier een artikel, dat veel sensatie
wekt. Hij toont er namelijk in aan, dat er
geen twijfel mogelijk is of Duitschland had
zich voorgenomen in geval van een oorlog
met Frankrijk, zich meester te maken v«i
België. Als bewijs geeft hij het volgend uit
treksel van een weinig bekenden brief, dien
keizer Wilhelm I, de grootvader van den
tegenwoordigen keizer, in 1879 aan Bis
marck schreef
De Fransche grens is bijna hermetisch ge
sloten van Zwitserland tot België. Deze on
afgebroken linie van forten en versterkin
gen maakt, zelfs al zou men ze kunnen voor
bij trekken, het doorzenden van allo noo- j
dige versterkingen onmogelijk en zal zelfs,
als we aan den winnenden kant zijn, den
etrategischen arbeid zeer bemoeilijken. Wij j
kunnen niet hetzelfde succes behalen als in
3870, want wij zouden t-erstond dezen gor
del van vestingen moeten belegeren. Vóór
wij eenige forten konden nemen, zou het
verslagen leger gelegenheid hebben zich ach
ter deze linie te versterken en zich voor een
nieuwen aanval gereed te maken.
Door de strategische spoorlijnen, die tot
aan de grens van België doorloopen en door
geweldige kampen, zooals die van Aken tot
MaJmedy, schiep België een organisatie,
fwier eersten weerstand de geheel© wereld
fcifin de eerste plaats Duitschland zal ver
bazen."
Het plan van Wilhelm I is uitgevoerd door
"Wilhelm II. De moeilijkheden, met voor-
epcllenden geest door den grootvader op
geworpen, beginnen zich thans op den weg
jvan den kleinzoon te vertoonen, hetgeen bij
ons een nieuwe en machtige hoop doet her
leven-
lloe staat het met Luik?
Zijn de forleu om Luik in handen der
Duitschers of niet? Heel duidelijk is dit nog
piet voor ons, al gelooven we, niettegen-
ptaande de ontkenning in het officieel© com-
>m unique van het Belgische departement van
oorlog toch, dat er wel iets gebeurd is. Dat
jofficieele nieuws spreekt mët beslistheid het
bericht tegen, dat verscheidene forten van
Luik in Duitsehe handen zouden zijn. 't Kun
nen er dus tooh eenige zijn, zou men kun-
jnen opmerken.
Het „Dgbl. v. Noordbr." heeft een onder-
boud gehad met iemand, die uit Luik ie
Breda is aangekomen en over dit gesprek
lezen we:
,.Do forten van Luik zijn gevallen," zeide
Ide zegsman van het blad.
Ilc (n.l. de journalist) zeide hem, dat er
biets van bekend was van dien val der
ïorten.
Toch is 't een feit, antwoordde hij een/
lyoudig.
D© telegrammen, vervolgde ik, spreken van
'de forten Pontisse, Evegnée en Chaudfontai-
;n€ die zouden tot zwijgen gebracht zijn.
Maai' de andere forten niet. Het fort Loncin
b v., dat de vlakten naar het westen be-
jhecrseht, zou nog stand houden.
Het fort Loncin is met man en muis
in de lucht gevlogen.
Ho© weet gij dat?
Ja, hoe weet gij, dat er een toren op
de üredascbe kerk staat.
Wat wilt ge daarmee zeggen?
Dat het een algemeen bekend feit in
Luik is. Gisteren is het fort Loncin met
man ©d muis in de lucht gevlogen. De andere
forten zijn ook opgeblazen, maar eerst ont-
Iruimd.
Is dat ook algemeen bekend in Luik?
Ja. Bovendien, wij hebben de ontplof
fingen gehoord. Stuk voor stuk.
Is dat nieuws door Luiksehe kranten
pok meegedeeld?
In Luik komen geen kranten meer uit.
t Kunt gij u op dit punt niet vergissen?
Hij werd wat levendig, dat ik zoo twij
felde aan zijn" woorden. Hij kwam toch zoo
uit Luik. En als iemand het kon weten,
dan hij.
Maar er ontstaan zoo dikwijls geruch
ten, die later weer worden tegengesproken,
opperde ik nog.
Dit was een beslist feit, besloot hij.
Waarom zou het dan in Brussel niet
bekend zijn gemaakt
Vlak voor den grooten slag?Om het
moreel der troepen neer t© slaan?
Maar in Berlijn dan?
Ja, dat weet ik ook niet. Misschien
willen do Duitschers geheim houden, dat ze
nu met man cn macht door Luik kunnen
trekken, om niet t© verraden, dat ze in
Midden.België sterker zijn, dan vermoed
wordt.
I)e Duitschers te Luik.
Zoo is heel Luik vol van Duitsehe solda
ten. Overal zijn zij in de weer, of loopen zij
bij groepjes of getweeën rond, te genieten
van Belgische sigaretten enfin, la guer
re commc a la guerrevan 't Luiksehe
stedenschoon cn, niet 't minst, van het
schoon der Luiksehe meiskens, die gastvrij
als men nu eenmaal hier is, zelfs den vijand
vriendelijk bejegenen, schrijft een mede
werker van het „Hbld." in een schrijven
van 15 Augustus en zegt dan verder: Trou
wens, van vijandigheid merkt men al wei
nig. Nu ja, op de auto's reusachtige vracht
auto's. met de namen erop van de fabrie
ken en brouwerijen uit het hart- van Duitsch
land, reiswagens, luxe-auto's kleine race
wagentjes, die alle vol militairen, luid toe
terend in allerlei toonaarden, met razende
vaart door de straten en over pleinen snor
ren, op al deze wagens zitten wel voorop
een of twee soldaten met 't geweer in den
arm, maar dat is nu eenmaal „model",
en overigens blijven de geweren zonder
dreiging, behalve dan bij de schildwach
ten voor de tallooze gebouwen waar men-
schen en paarden ingekwartierd zijn, en die
met hun ernstige, meest in vele dagen niet
geschoren gezichten en hun groote geweren
met zaag-getando bajonetten vervaarlijk
ontzag verwekken onder de drommen Lui
kenaars, die tusschen al de hevige militaire
drukte door hun feestdag ter eere van Sain-
te Marie als gewoonlijk op straat vieren,
't Is of de Luikenaars al gewend zijn aan 't
vervaarlijke artillerieschieten. Voortdurend
nog donderen de zware kanonschoten en de
granaten fluiten over de stad. Maar 't
schijnt wel of niemand er meer op let. Toch
zit 't den Luikenaars dwars, dat schieten,
want 't is nü 't Duitsehe geschut, dat op
gesteld moet worden op zware cementblok-
ken, dat de bommen gooit in de nog
weerstand biedende vestingen. Twee moeten
er nog genomen worden en de Duitschers
zullen ze krijgen ook want zij hebben
hun geschut geplaatst beneden aan de Maas,
in de stad, waar zij veilig zijn voor het ge
schut. der forten, omdat elke granaat van
een fort op hen gericht, noodzakelijk de
hevigste verwoestingen midden in de stad
zou teweeg brengen.
Dit wijst weer op de stategische voorzor
gen en bekwaamheden der Duitschers en
naar mijn gevoelen óók weer op het feit,
dat de Duitschers werken volgens een
vooruit vastgesteld plan, dat tot in alle
détails was klaargemaakt. Want men had
toch waarschijnlijk niet den geweldigen
tocht naar Luik gewaagd een ongehoord
bravourstuk wanneer men niet vooruit
had geweten, dat men in de stad zelve
een zoo voordeelige positie kon innemen.
Zonder deze zekerheid ware de opmarsch
naar Luik, dwars tusschen twee forten
door, een krankzinnige moord geweest.
Over het aanzien van Luik, waar de
Duitschers nu heer en meester zijn, ver
telt hij dan verder:
O, er wordt veel werk gemaakt van de
Duitschers in Luik. In de café's worden
zij het eerst en met uiterste zorg bediend,
op straat gaat men voor hen uit den weg
met égards alsof zij allen prinsen waren,
geen van de nog maar enkele overgeble
ven fietsers, de meeste fietsen zijn ge
retireerd zal het wa-gen te bellen als
een Duitscher voor hem loopt, hij zal
netjes om hem heen rijden, en voor de
kleine cafétjes ziet men schilders bezig
in de gauwigheid op de ramen te schil
deren: „Münchener", „Pilsner". „Aache-
ner".
Dit alles wil nog niet zeggen dat wij
ingenomen zijn met de Duitschers, ik
heb binnenshuis wel andere noten hooren
kraken. De Duitschers storen zich er niet
aan. Zij doen alsof zij zich in Luik volkomen
thuis voelen, loopen er rond, zeker en
zelfbewust. En.. hebben vandaag de
Belgische vlag neergehaald van het stad
huis en de Duitsehe geheschen boven op
het palais de Justice. Het eenigo wat zij
den Luikenaars nog laten, is haar garde
civique, maar ongewapend natuurlijk,
en iedere agent heeft een witten band om
den arm met het Duitsehe rijksstempel.
En morgen zal een stadhouder worden
benoemd
Dan is Luik Duitsch, goed en wel,
en met nog meer woede in het hart zullen
de Luikenaars hooren hoe langs hun Bou
levard d'Avroy galmt „Lieb Vaterland
kannst ruhig sein wanneer de stram
me infanterie-afdeelingen daar opmarehee-
ren.
't Moet vreeselijk zijn voor hen Ik heb
het gehoord, daarstraks, drie-; vierhon
derd man zingend de ..Wacht am fthein",
en als goed „neutraal" voelde ik er het
grootsche' en het pijnlijke van.
Maar ik denk dat de Duitschers in Pa
rijs zullen komen.
Nog eens (lc gevechten bij Haelcn.
Een ooggetuige van de gevechten bij Hae-
len schrijft daarover in het „Hbld. van
Antw." o.m.
„De dag is warm geweest. De Duitsehe
legermachten, die in den omtrek van Visé
do Maas overtrokken, hebben gepoogd
Brussel te bereikén. Zij hebben onze liniën
op twee punten aangetast.
„In do nabijheid van Diest konden wij
het gevecht volgen. Van 's morgens liet zich
reeds het kanon hooren de manschappen
der genie, die gelast waren do brug over
de Geete te doen springen, hadden maar
juist den tijd om hun werk te verrichten,
toen de eerste vijandelijke ruiters reeds
kwamen aansnellen.
„Onze voetgangers en onze artilleristen
in voldoende getal, kwamen toen in den
dans om den vijand te weerhouden. Onze
kanonnen, in goede positiën opgesteld, ver
oorzaken den vijand ernstige verliezen, en
deze stelt nu ook zijn batterijen op.
„Plotseling ziet men, te midden van een
kanonnade de Mecklenburgsche dragonders
opdagen, maar in tamelijk mager getal ten
gevolge van de verliezen van vorige dagen.
„In grooten galop stormen zij vooruit in
de richting der stad, maar zij stooten op
een barricade van karren en wagens, waar
achter onze voetgangers, een honderd in
getal, hen ontvangen.
„Met de pistool vurende snellen de rui
ters voort, maar onze mannen maken onder
lien een schrikkelijke slachting, en geen
enkele dragonder vindt zijn heil in de
vlucht.
„Do gelukkigsten waren, die welke zich
overgaven vier officieren De anderen ble
ven tot den laatsten man dood 1
„De strijd bij Haelen is eigenlijk geen
1500 meier een stormaanval uitgevoerd. De
trompetters hadden den aanval geblazen, zon
der dat de officieren het bevel hadden ge
geven. De manschappen stormden vooruit,
zonder dat dezen hen konden tegenhouden.
Alle gewonden hadden overwinningsteckenen
hij zich, helmen, sporen e. d.
Te Moulins is ook een transport van 300
Duitseho krijgsgevangenen voorbij gekomen.
Zij waren het overblijfsel van het 99ste
[regiment infanterie, dat de Fransche ar til
len o in den pas van Saales had gedecimeerd.
De vijandelijke troepeD bestonden uitsluitend
uit landweermannen tusschen 30 en 35 jaar.
Toon de Fransche jagers op hen af kwamen
stormen, zetten zij him zakdoeken op hun
geweren, om te kennen te geven, dat zij zich
overgaven. Zij zeiden blij te zijn te worden
gevaDgen genomen, omdat hun officieren op
vijf na dood waren.
Koning George en Lord Kitchener tot
de Engelsche Landingstroepen.
Koning George heeft aan de troepen voor
hun vertrek naar Frankrijk de volgende
dagorder gericht.
„Gij verlaat het land om te strijden voor
de veiligheid en de eer van mijn rijk. België,
welk land wij ons hebben verplicht te ver
dedigen, is aangevallen en Frankrijk is op
het punt om door denzelfden machtigen
vijand te worden aangevallen.
Ik heb onbeperkt vertrouwen in u, mijn
soldaten. Plicht is uw wachtwoord en ik
weet dat gij uw plicht op edele wijze zult
vervullen.
Ik zal iedere beweging van u met de
grootste belangstelling volgen en met de
grootste voldoening den voortgang gade
slaan, dien gij iederen dag maakt. Uw wel
zijn zal mijn gedachten niet verlaten. Ik bid
Het GevecBtsveld in Noordelijk België.
voorpostengevecht geweest, doch aldus
dezelfde ooggetuige een aanslag op Brus
sel, waaraan niet minder dan 5000 man,
waarvan de- helft ruiterij met mitrailleusen
en de helft infanterie en licht geschut, heb
ben deelgenomen."
I)e Belgische tegenover de Duitsehe
Sociaai-Boniocr&tcii.
Do „Peuple" zegt dat er onverwijld
maatregelen zullen worden genomen om
een manifest aan de leiders der sociaal
democraten in Duitschland te zenden, waar
in de met het volker.r.cht in strijd zijnde
houding van den keizer en den rijkskanse
lier ten aanzien van Frankrijk en België
wordt geboekstaafd.
De Duitsehe Kroonprins.
Te Parijs is bericht ontvangen, dat de
Duitsehe kroonprins, die verbonden was
aan de eerste diivisio cavalerie, gewond is
en tie Aken wordt verpleegd. Reeds eerder
heeft een dergelijk bericht de ronde ge
daan evenals een mededeeling van een
aanslag op den kroonprins. Men zal derge
lijke berichten niet zoo direct kunnen
looven.
Wat de Franseben vertellen.
De senator Paul Doumcr, gewezen minis
ter en gewezen voorzitter van de Frans*, he
Kamer, van wien verscheiden zonen onder
de wapenen zijn is in België geweest in de
huurt van Charleroi cn Dinant. Te Parijs
teruggekeerd, heeft hij gezegd, dat de be
richten over den geest van de troepen geens
zins overdreven waren. De geestdrift van de
manschappen, die reeds groot was, is nog
toegenomen door het feit, dat. de Duitsehe
artillerie zeer inferieur aan de Fransche is
gebleken. Voor do aanvallen der Franschen
kiezen de Duitschers hot hazenpad, hetgeen
den Franschen troepen den indruk geeft, dat
men hen niet durft te weerstaan. Den groot
aantal Duitsehe gewonden vertoont sabel
en bajonetwonden in den rug, hetgeen beves
tigt, dat de Duitschers gevlucht zijn.
Een groot aantal Engelsche vliegers doet
in België uitstekende diensten. Twee Zeppe
lins zijn door kanon, en geweerschoten ver
nield. Een derde is in een bosch verongelukt.
Voor wat de militaire toestand betreft,
valt niets aan do officdeele mededeel in gen
too te voegen. Aldus de senator Doumer.
Franseho gewonden. Moulins voorbijko
mend, gaven allen het verlangen te kennen,
oin spoedig in den slag terug te keeivn.
Bijna allen zijn in do boenen of de armen
gewond. De Duitschers schieten slecht. Toch
tig procent van hun granaatkartetsen ko
men niet tot ontploffing.
Bovengenoemde gewonden kwamen uit het
gevecht bij Blamont. De soldaten hadden van
God u te zegenen en te behoeden en u als
overwinnaars terug te doe»n keeron."
Lord Kitchener heeft de volgende inntruo-
tiea gegeven voor alle soldaten van het ex
peditionaire leger, die naar het oorlogstoo-
neel worden gezonden
„Gij gaat naar het buitenland als solda-
ten des koningB om de Fransche kamera-
den te helpen tegen den inval van onzen
gemeenschappelijken vijand. Gij zult een
taak te volbrengen hebben, die al uw moed,
uw energie en uw geduld vergt. Herinnert
u dat de eer van het Britsche leger van uw
persoonlijk gedrag afhangt. Het is uw
plicht niet alleen voorbeeldige tucht en vol
harding te toonen in het vuur, doch ook de
beste betrekkingen te onderhouden met hen
die gij gaat helpen in hun worsteling.
„De gevechten, waaraan gij deel zult ne
men, zullen voor het grootste deel plaata
grijpen in een bevriend land. Gij kunt uw
eigen land geen beteren dienst bewijzen dan
door uzeJf in Frankrijk en België als waar
dige soldaten van het Engelsche leger te
gedragen.
„Weest altijd hoffelijk, bedachtzaam en
vriendelijk, begaat geen onrechtvaardigheid,
vernielt geen eigendommen, beschouwt
plundering als een onwaardig bedrijf, dan
zult gij overal welkom zijn en vertrouwen
inboezemen. Uw plicht kunt gij niet naar
den eisch vervullen als gij uw gezondheid
niet in acht neemt. Vermijdt daarom elke
buitensporigheid.
„Vreest God en eert den Koning."
Een correspondent van de „Soir" meldt,
dat hij het Engelsche leger ontmoet heeft,
dat in slagorde oprukte, gevolgd door tal
van transportwagens met levensmiddelen en
munitie.
Do leider der Belgische socialisten Van-
dervelde, die Zaterdag naar Parijs vertrok
ken was en aldaar in aanraking gekomen is
met verschillende leiders der Fransche so
cialisten, is te Brussel teruggekeerd. Hij
zeide van zijn kort bezoek de overtuiging te
hebben medegebracht, dat de geallieerden
ten slotte do overwinning zullen behalen.
Hij had verscheidene treinen met Engel
sche troepen zien passeeren en autobussen
ontmoet vol Engelsche soldaten. De Engel-
schen werden overal door de bevolking
geestdriftig toegejuicht.
De Generaals Von Emniich en
Ton Deiinling.
Weer duikt de tijding op van den dood
van den chef van het Duitsehe Maasleger,
generaal Von Emmfcli.
De Evening Stand." meent dit gerucht
te klinnen bevestigen en veefcekert, dat gene
raal Barwitz tob zijn opvolger benoemd is.
Duitsehe soldaten, die waren tiaard
en thans in Frankrijk krijgsgevangen zijn,-
houden vol, dat generaal Von Dcimling go-
woud is. Ilij zou ecu kogol in den mond
hebben gekregen. Deze deserteurs beweren,
ook, dat men aan de Duitsehe soldalcu ver
telt, dat in Parijs de commune is uitge
roepen en dat president Poinearc vermoord is.
Van hol verspreiden vau dpze laatste ge
ruchten onder de Duitsehe troepen heb boni
we reeds verder melding gemaakt.
De Duitsehe Soeialistc.n te Parijs.
De Duitsehe iecsclub te Parijs heeft de
volgende motie aangenomen:
Aan onze Frans-' kameraden.
Kameraden
Op dit treurige oogenblik geven wij u de
verzekering van de meest vriendschappelijke
gevoelens van de Duitsehe sociaal-democra
ten, die er de voorkeur aan geven in uw
land van vrijheid te blijven en die wcigerei?
tegen hun Fransche kameraden te vechten.
Wij allen, wij beminnen "ons vaderland,
maar wij kunnen niet langer een vaderland
Iberoinnen, dat een vreedzaam volk aan
valt.
Onze sympathieën gaan uit naar u, die den
grond van de vrijheid verdedigt. Behaalt de
overwinning. Verslaat die moorddadige r«-
geering in Berlijn.
„Weg met de monarchieën."
„Leve het democratische Frankrijk."
„Leve de Fransche republiek."
Alweer een Duitsch bericht uit
de eerste dagen tegengesproken.
Een van de onwaro berichten is dat
over den zeeslag tusschen do Duitseho ©d
de Russische vloot in do Oostzee bij de
Alandaeilanden geweest. De Duitseho pers
spreekt het nu ook tegoner is daar in.
het geheel niet gevochten en de Duit
schers hebben ook het eiland Aland, hot
grootste van de groep, niet bezet.
Waarschijnlijk ia het bericht in de wereld
gekomen door rapporten van schepen, die
in de nabijheid der eilanden ontploffingen
hebben gehoord en daaruit een zeeslag ge
fantaseerd, ofschoon ze kwamen van Han-
gö, waar de havenwerken en de pior mat
dynamiet zijn vernield.
De commandant van Hangö zou dit er-
nielingswerk op eigen houtje hebben veiv
richt. Hem was bevolen mijnen vcor de
haven en in de pior te leggen, ton einde
een vijandelijke vloot t-e weren en een lan
ding te beletten. Hij 7/>u dat bevel ver
keerd hebben opgevat en toen zijn vergis
sing aan het licht kwam, zich hebben op
gehangen.
Oostenrijksche tactiek.
Uit Sarajowo wordt aan do „Südslav.
Korr." gemeld, dat op bevel van de mili*
taire autoriteiten, er in de militaire treL
nen in h©t verkeer over de spoorlijnen in
Bosnië gijzelaars worden meegevoerd, die met
hun eigen persoon voor do veiligheid van
den trein moeten instaan. In de buurt van
Roerdanka werd op oen voorbijgaanden trein
geschoten. Terstond daarop werd Theoder
Rijits, die als gijzelaar in don trein waa,-
terechtgesteld. Een Servische pope, Petrowita
geheeten, die ook als gijzelaar aangewezen
was, trachtte te vluchten. Een patrouille
schoot hem neer. Kortgeleden is op het hoofd»
plein van Bdjetina Pcro Simit-sj, die uit
Serine naar Crojolowo teruggekeerd wa9,
tLn het openbaar opgehangen, omdat hij voor
Servië spionnondionst (leed. Geen' bcparld
fraaie taktiek.
Aan de Duit-schRussische grens.
Aan de Duitsch-Russische grens zou bij
Stallupoenen het Duitsehe leger een zege
hebben bevochten. De Duitschers zouden er
3000 Russen hebben gevangen genomen en
zes machinegeweren buitgemaakt.
De Bulgaren.
Yolgens de „Soir heeft de Bulgaarsche
militaire attaché te Parijs den Bulgaarscr.ea
officieren, die zich in vrij grooten getale in
België bevinden, meegedeeld, dat de Bul
gaarsche regeerïng hen machtigt, in bet
Belgische leger dienst te nemen.
Als dit bericht juist is, zou daardoor dus
worden bevestigd de meededeeling in het
Exchangetelegram in ons vorig nummer ver
vat.
Van tegenovergestelde strekking is het
bericht aan de Reichspost uit Sofia, dat ve
le Bulga-arsche officieren bij het Oosten
rijksche gezantschap het verzoek hebben
gedaan, om aan den kant van Oostenrijk te
mogen vechten.
Turkije blijft onzijdig.
De Turksche gezant te Londen heeft de
verzekering, dat Turkije tijdens den oorlog
strikt onzijdig zal blijven, herhaald. Grey
heeft over deze verzekering, waarvan akte
is genomen, de voldoening der Engelsche re
geering betuigd.
Essad pasja.
Volgens een „Centr. News"-bericht uit
Rome zou Essad-pasja van plan zijn ean
Albaneesch corps te vormen ter bestrijding
van de Oostenrijkers. Zou Essad waarlijk
meer van de Serviërs verwachten
Tegen do Albanië-politiek van Oosten
rijk heeft Essad zich steeds Rsherp gekant.
Hij stond aan de zijde van do Italiaansch®
richting, 't Is heel goed mogelijk, dat hij
het thans Oostenrijk in 't Zuiden nog wat
benauwder wil maken.
Duitsehe Soldaten in Oost-Azië.
Bij de zeestrijdkrachten, die het Duitsehe
Rijk in de Oost-Aziatische wateren onder
houdt, beschikt het voor do verdediging
van het gepachte gebied Kiaotsjou nog over
landstrijdkrachten. Do hoofdstad vaj dit
gebied, Tsingtau, is goed versterkter lig
gen daar rle volgende troepen in garnizoen
1 matr^zenartilleric-afdceling van 4 com
pagnieën, het 3de zeebattaljon van 4 com
pagnieën, 1 rijdende compagnie, 1 vcldbat-
terij, 1 pionier-compagnie. Verder een gou-
vernements-vliegstation, een artillerie- en
mijnendepót en een gonvernementswerf. Te
Tientsin ligt het- Duitsch-Oostaziatisehe ma
rine-detachement ter sterkte van 057 man
en te Peking een detachement van 150 man.
De geheele militaire bezetting van het
Kiaotsiou&ebied omvat t&nd 2400 üw