Zaterdag; 25 «Tuli. Tweede IBlacl. A°, 1914. Brieven van een Leidenaar. Ingezonden. PERSOVERZICHT. CCCCLXXXX. Naar aanleiding van een uiting in mijn vo'rigen Brief gedaan in verband met de ook dit jaar weer stijgende inkomstenbelas ting, hooft een der lezers van het ..Lcidsch. Dagblad" een schrijven tot de Redactie ge richt, dat mij weder ter hand is gestold. In dat schrijven tracht deze stadgenoot, wiens naam ik hier niet kan noemen, eenige middelen aan te geven, waardoor de gemeen telijke inkomsten zouden kunnen worden ver meerderd, zonder dat de plaatselijke directe belasting er door verhoogd behoefde te wor den. Hoewel ik niet geloof, dat de middelen door hom 'aan de hand gedaan, voorloopig althans, resultaat zullen hebben en ik het ook niet ip alle opzichten met hem eens ben, acht ik zijn opmerkingen van. genoeg belang z© hier weer te geven, met enkele kantteckeningen mijnerzijds er bij. Een uitwis seling van gedachten tussohen mijn lezers en mij aolit ik bovendien zeer wenschelijk, misschien dat dit goede voorbeeld meerdere navolging vindt. De schrijver vangt zijn betoog aan met de volgende algemeene opmerking, die ik gTootcndcels onderschrijf Het middel dan ter versterking der gemeen temiddelen is gemeente-exploitatie op ruimen schaal. De ervaringen opgedaan aan de Löid- sche gemeentefabiioken van Gas- en Electri- oiteit ook aan het gesticht „Endegeest" zijn zoo gunstig, dat hei me bijna een onver geeflijk verzuim toeschijnt, dat geen ver dere schreden op den weg der gemeente- exploitatie gezet zijn- Heb is echter de vraag welke bedrijven de gemeente zal aanpakken. Het moeten bij voorkeur monopolistische bedrijven wezen en die zijn er maar niet voor het grijpen. Zoodra de gemeente als concurrente van partiouliercn ging optreden, zou Leiden in last zijn. Wij weten wel wat er op het oogon- hlik gaande is over het magazijn van gas- en eleotmcdteits-artikelon aan de Hooigracht, nu men hoeft ontdekt, dat daar wel eens een enkele maal rechtstreeks aan particulieren is geleverd geworden. Do schrijver noemt ook do concessie-ver- leening voor de levering van duinwater door do Leidscke Duinwater-Maatschappij en in derdaad Toert hij daarmede do rechte snaar aan. Doch hij blijkt niet goe.l op de hoogte te zijn als hij schrijft, dat bij de jongste verlenging van het contract de gemeen to zelf de exploitatie ter hand had moeten nemen. Deze concessie dagtec-kent van 187G en is verleend voor den tijd van 50 jaar, zoodat zij in 1926 afloopt. Het is niet alleen uit finanoieele overwegingen een fout te noemen, dat de gemeente ue exploitatie niet dadelijk zelf tor hand heeft genomen. Maar de man nen, die in 1876 do vroedschap van onze gemeente vormden, stonden op een ander standpunt. Hun leer was, dat de gemeente noch fabrikant, noch koopman mócht zijn, doch dit aan 't particulier initiatief behcordo ever to laten. Slechts eon paar mannen van de practijk, die zich niet aan heb, gelukkig nu verouderd, pnnoipe stoorden, hebben er toen in den Raad voor gepleit, doch zij vonden geen steun. Ik haal dit nog wel eens graag aan om don menschen, die moenen, dat do Raadsleden van vroeger veel wijzer en v,roeder regeerden dan do tegenwoordige, aan te toonen, dat men ook toen wel oons blijk heeft gegeven van oen niet al te ruimen blik. In 1826 zal de gemeente de concessie wel niet meer verlengen, denk ik, maar de over neming zal haar heel wat kosten, zoodat er Sn do eerste jaren na '26 wel geen groot© winsten mee zullen worden gemaakt. Vol gens art. 22 der concessievoorwaarden zal do gemeente aan de conoessionnarissen niet min der. moeten betalen dan hot twintigvoud der netto-opbrengst over de laatste drie jaren. Wel heeft de gemeenteraad in 1905 do concessie, tot exploitatie van een telefoonnet tot 1930 verlengd en ik ben het mee den schrijver eens, dat dit een fout is geweest. Als hij de raadsvergadering, waarin dit be sloten werd, naleest, zal hij echter zien, dat er toen ook slechts een kleino meerderheid voor eigen exploitatio was. Vermoedelijk zal echter de telefoon in de naaste toekomst wel door het Rijk worden genaast, wat m. i. ook heb meest rationeel© zal zijn- Eveneens had de gom een le de exploitatie der stadstram aan zioh moeten houden, dunkt mij, al was het alleen maar om ook lijnen in exploitatie te kunnen brengen, die min der goed rendearen als dc thans aangelegde lijn. Dat de Raad dat in den jare 1909 nog niet aandurfde, is, geloof ik, een gevolg geweest,' van te weinig vertrouwen in den vooruitgang der gemeente. Het steeds toe nemend gebfruik van do stadstram heeft de vrees, dat zij niet behoorlijk zou rendeeren, nu reeds gelogenstraft. Do schrijver is ook een voorstander van een gemeentelijke brandverzekering, maat hij geeft daarbij toch blijk de geschiedenis van. doao kwestie niet voldoende te kennen, waar hij meent, dat heb alleen liet oud-Raadslid (VVitmans is geweest, die daarover hoeft ge- eproken. Bij de behandeling dei' laatste gomeent©- bogrooting heeft dit vraagstuk, dat herhaal- 'dollijk, zoowel hier als elders, ter spralco is gekomen, weer eon onderwerp van bespre king uitgemaakt en de voorzitter van den Raad, onze burgemeester, heeft het denkbeeld, dat toen vooral door mr. Aalberse aange- yallenus, niet verwerpelijk geac.ht, al wa^ hij van meening, dab meerdere gemeenten te zamen het slechts in practijk konden bren gen. Hij beloofde het onderwerp to brengen in do vergadering van hot bestuur der Ver- eeniging van Nederlandscbe Gemeenten, waar van hij deel uitmaakt cn daar lijkt het mij ook op ziju plaats. Wij zullen er dus nog wel een9 iets van hooren. Wat de schrijver verder aanvoert, geef ik zonder commentaar weer, al wil ik daarmede niet t© kennen geven, dat ik het in allo deden met hem eens ben. Hij schrijft dan: Dat een consequente controle der inkom sten van Leidens ingezetenen, vooral der h o o g o inkomens steeds moet doorgevoerd werden, behoeft wel geen betoog. Andere middelen tot versterking der financiën zullen dan wel lapwerk zijn. Toch zou b.v. ver- liooging der hondenbelasting, govel-, privaat-, vlaggestok- of welke andere belasting, tijde lijk versterking der stadsmiddelen kunnen aanbrengen. (Waarom noemt hij in dit verband ook niefe een belasting op de openbare vermakelijk heden Is aan de andere zijde nog niet bezui niging mogelijk Bekrimp het aantal gemeente-ambtenaren en -werklieden. Eisch van hen behoorlijke, ja flinke prestatie tegen goode salarissen. Schande voor onze universiteitsstad, dat krachten van lager, middelbaar- en hooger enderwijs onze stad mijden of verlaten om een kwestie van bezoldiging. Aan den anderen, kant ©en voor buiten staanders niet te verklaren geld vermorsing Wegen de voordeelen der vuilverbranding tegen haar ontzettende onkosten op Welhaast zal een nieuw© 2de of 3de klasse 6chool gebouwd worden. Het aantal der scho len wordt dan weer cén meer. Men zegt de bestaande school Heerenstraat in oen 12- kiassigo t© veranderen is niet afdoende. Wel nu, zet dan op 't terrein Duivenbodestraat één 2de lel. school van meer lokalen, b.v. 13, 15 of 18. De oude school Heerenstraat worde dan hulpsohool- of bewaarschool. (Had diio niet door plaats en grootte aangewezen be- hooren te zijn voor de pas geopende school voor achterlijken Deze regeling haalt een nieuw schoolhoofd uit en inplaafcs van ©en nieuwe school-in- eiallatie sleohts een uitbreiding, die toch wel gc-edkooper zal zijn'. Dan de bezuiniging door .minder sohool- personool. Is 't dan zoo ónmogelijk, dat de hoofden voor de klasse lcomen Zooals ik boven reeds opmerkt©, ben ik met betrekking tot de laatste opmerkingen het niet geheel met den schrijver ©ens, al erken ik met hem, dat zijn denkbeelden wel licht nieuwe gezichtspunten openen en het overwegen waard zijn. Wie wil nu eens zijn meaning zeggen?* KËCLAMES 40 Cents per regol. firma Th.AASimonis.DEM HAAG Fabriek en Magazijn van ZIEKEWAGEM5 - ZIEKESTOELEM CLOSET- ROL- en DRAAGSTOELEN a 4322 5 De Looiien der Apothckerskneohts. Geachte Redacteur. Vergun mij s. v. p. eeu plaatsje in uw veel gelezen blacl. Bij voorbaat mijn dank. Zoo nu en dan lezen wij in Uw blad van loonsverhooging en betere arbeidsvoorwaar den. Zeer weinige werklieden zijn er, ook in onze stad, voor wie de positie in den loop der jaren dezelfde is gebleven. Tot dezo weinige behooren ovenwei de apothekers- knechts, voor wie in het algemeen de toe stand niet beter, doch slechter is geworden. Vóór de uitbreiding onzer stad waren onzo weekloonen zes of zeven gulden, wat nu in den tegenwoordigen tijd zoowat hetzelfde is, terwijl wij aan huishuur, levensmidde len, kleeding en schoeisel aanmerkelijk moer moeten betalen, zoodat onzo positie, met ditzelfde loon, onbestaanbaar is gewor den. De onderlinge concurrentie dor zieken- fondsbesturen is mede oorzaak dat heeren apothekers niet zoo gemakkelijk op loons verhooging ingaan. Onzes inziens kan er toch ook voor ons eenigszins verbetering komen, namelijk door een kleine verhoo ging der contributie der ziekenfondsen, het welk dan gedeeltelijk ten goede aan ons, knechts, kon komen. Wij, die zulks tocli zeker wel verdienen, "gezien onze lange dagtaak, dertien uren of 's wiDters nog lan ger, terwijl wij, met stads- of andere feest dagen geheel of gedeeltelijk in dienst zijn. Wij hebben wel vertrouwen, dat de mees te zickenfondsleden voor bovenstaand doel zich gaarne deze kleine opoffering zouden getroosten. Dit, Mijnheer de Redacteur, onder het oog der besturen van onzo ziekenfondsen, zoo wel als onder uw geachte lezers, en vooral fondsleden, te brengen, zij het doel van dit schrijven. U nogmaals dankzeggend voor de ver leende plaatsruimte, noem ik mij hoogach tend Uw Abonné Een Apothekerskneohi Leiden, 23 Juli 1914. De Berghaven te Katwijk. Geachte Heer Redaoteur. Mijn bedenkingen tegen de zienswijze van „Opmerker" in zake da berghaven hebben tegenspraak gevonden bij den heer A. de Klerk, lid van den Raad van Kat wijk. Hij meent, dat het heel goed mogelijk zou zijn het reederijbeelrijt te verplaatsen ©n toch de betrokkenen bij dat bedrijf, behalve de ree dors, hier te houden. Hoe iemand, die zóó lang te Katwijk woont, tot zulk een gedachte komen kan, begrijp ik niet. De bedragen aan arbeidsloonen, die te Katwijk door de yisscherij worden gebracht, zijn waarlijk niöt gering te achten. En zou men nu heusch denken, dat er één reeder te IJmuiden was, die, terwijl hij den trein vlak bij zich heeft en Amsterdam met zijn havens in do buurt ligt, zijn haring naar Katwijk ter veorwerking zond? Gezwegen dan nog van de andere bedrijven. Neen, het reederijbedrijf verplaatsen en da menschen hier laten zonder scha de voor de arbeiders gaat niet. Noopt men de readers tot verplaatsing van hun bedrijf, nu, dan ia 't ook het best, dat de werknemers, in hun eigen belang, mee gaan. Blijven deze te Katwijk, dan moet ook het bedrijf daar blijven. De heer De Klerk zegt voorts dat de arbeiders te Noordwijk, Zandvoort cn Eg- mond het beter hebben dan hier. Als zij visschers zijn toch zeker niet, want er is bijv. niet één Egmondsche visscber- man, die voor Katwijk trawlt. En dan de arbeidsvoorwaarden 1 De Egmondsche en Zandvoortsche vis schers moeten 7 dagen en 7 nachten vis- schen als zij voor IJmuiden op de stoom trawlers varen. De Noordwijkera vissollen er nu 8 even als de Maasluissche, Viaardingsche en het grootsto deel van d© Scheveningsche vis- scherlieden. Voor een verplaatsing van het bedrijf i n het belang van Katwijk, is n i e t s te zeggen. Denk alleen maar eens aan den achter uitgang van do waardo van den grond en de opstallen Yoor do arbeiders is heb in dc eerste plaats een ellende om van hier te gaan. Zij zijn aan Katwijk gehecht, wonen er prettig en hebben er hun „eigendommetjes". Als de heer De Klerk' dat toegeeft, waar om zou hij dan den reeder niet gunnen wat hij den visscherman zoo gaarne laat? Men moet in alles, maar vooral bij het bekijken van de zaken van publiek belang, de onpartijdigheid betrach te n en ik twijfel niet of de heer De Klerk zal zich in don Raad en daarbuiten beijve ren om die deugc) hoog te houden. En als zijn berekeningen met betrekkiog tot do exploitatie van de berghaven en de gemeentebelastingen juist zijn wat ik hier niet kan beoordeelen, omdat ik daarvoor do gegevens mis, dan moet dc heer De Klerk er mee in den Raad voor den dag komen en zoo spoedig mogelijk, want da-n ïs het. hoog tijd. Hoogachtend, Uw Sp ectator. P. S. Als de heer De Klerk mij voor den heer Kobus aanziet, heeft hij het mis. Kaïtwijk-aan-Zee, 22 Juli 1914. -,H et V o 1 k schrijft over Treub's ont wei* p-o u d e r d o m. s r e n t e. „Niet verwerpen, maar verbeteren" staat boven het artikel, waaraan het volgende ont leend is: De spreker, die op het jongste Tribunisten- congres de zaak inleidde, zag iu het in de regeling betrekken van niet-loonarbeiders iets zeer verkeerds. Dat was zelfs zijn voornaam ste argument om te oonoludee'ren tot een agitatie tegen de heele wet, efen agitatie vóór de verwerping er van, een agitatie waaraan heb N. A. S. cn misschien nog een paar groepen heele of halve anarchisten zul len meedoen. Meedoen, voor zoover men in die kringen doot.I Maar verlcecrder aanvalspunt dan dit had men al moeilijk kunnen kiezen. Wij wezen er reeds vroeger op, dat het hier vooral befci'©ft do arbeidersvrouwen. Deze staan te boek als zonder beroep, verrichten vaak geen loonarbeid en vallen daarom buiten art. 369. Naast hen allerharde heel kleine luyden, die geen loonarbeid verrichten, zoogenaamde zelfstandigen, waaronder scharenslijpers, schoenlappers en allerhande andere heel kleine luyden vallen. In stee dus van een reden om de wet te verwerpen, is dit ongetwijfeld de voornaam st© vei-betering, die ze brengt. De t weede verbetering zit in de definitieve losmaking van het ouderdomspensioen van do invaliditeitsverzekering, waardoor het ouderdomspensioen, gehaald is uit het mi lieu der verzekering en der premiebetaling, oni liet op den grondslag van het S taats- pensio?n to stellen. Dit is zoowel principieel als practisch van groote betoekenis. Het kan wel Troub's bedoeling zijn bij de herziening der Invaliditeitswet, dit weer to veranderen, maar dat is dan uit te maken. Eerst een zaak op principieel juisten grondslag te plaatsen en ze latefr weer te bederven, zal nog wel wat voeten in de a-arde hebben. De bezwjiren, die opgeworpen zijn .tegen bet opdragen van de uitvoering aan de ge meenten, deelen wij niet. In de Ivamer is, bij' de behandeling der Invaliditeitswet, door Vliegen aanbevolen dc gemeenten ia do uit voering te betrekken. Het bezwaar, dat daar door het Staatspensioen meer op armenzorg zou gaan lijken, kunne n wij niet deel on cn al ware cr iets van aan, dan moeten wij toch niet al te veel geven om een schijn. De gemeente is ontegenzeglijk liet onderdeel van de Staatsorganisatie, dat hot dichtst bij liet volk staat. Do aanrakingen tusschen ge meenten aren en gemeente) zijn veelvuldig cn geven tusschen bedden het noodige contact om elkaar goed te kennen. De gemeente heeft in den regel er g-een belang bij om den rechthebbende aan de ar menzorg af te schuiven, integendeel. En wat de finanoieele regeling betreft, die is wat kunstmatig in elkaar ;gczet, maar te Am sterdam is gebleken, dat ze zeer goed uitkomt en aan de gemeente geen geld kost. Hot Deensche stelsel draagt ook de uitvoering aan de gemeenten op en dat is ook verreweg het beste. Doordien, men hét in Engeland niet gedaan heeft, is daar de zaak veel bureau- ciatischer en duurder geworden. Worden de bedealden niet uitgesloten, dan vervalt het armenzorg-argument geheel en al. Het wéteontwerp-Treub, dit is onze con clusie, Vormt een voldoend© basis voor een goede regeling en dient dus tc worden aan genomen, ook al gelukt het thans nog niet op die goede basis een goede regeling te stellen. Nu niet, dan latei'. En als wij zóó 31e zaken bezien, dan ziet men ook terstond hoe belachelijk hot is als de olericalen zicli aanstellen als verwachten zo van ons oppositie tegen de wet zelf. Wij hebben dezelfde houding aan t© nemen als bij de ziektewet. Die regcliug was in ergerlijke mate onvoldoende. Maar de groud- slag was niet verkeerd. En daarom stemde onze Kamerfractie vóór, met d© bedoeling van lateren uitbouw. In kerkelijke politieke kringen leeft do overtuiging, dat de Ernst© Kamer Troub's wetsontwerp zal verwerpen. Dat zou liet beste bewijs al zijn dat wij het niet moeten doen. De bedoeling der Eerste Kamer is natuurlijk Tal ma's invaliditeitswet to deen uitvoeren. De soc.-dem. fractie heeft, zonder dat één stem in heel de partij anders ried, tegen dïo invaliditeitswet gestemd. Met haar stem tegen dit wets on twerp -Treub zou zij die stem te niot doen, want- zij zou de iu- validiteitsweL door de kiezers van 1913 weg gestemd,. weer doen herleven. Wij hebben integendeel de Eerste Kamer tc beduiden, dat zij zich heeft fe onder werpen aan den volkswil, die Staatspensioen eiseht. En dal. anders de schadelijkheid van haar bestaan zal noodzaken tot een kracli- tigen strijd tegen haar bestaan zelf. De meerderheid voor Staatspensioen, die in ons volk aanwezig is, is bij de jongst© verkiezing niot oens tot haar recht'gekomen. Onder degenen, die om godsdienstige en an dere Tedenen recht® stemden, zijn duizenden cn duizenden aanhangers van liet Staatspensioen. Een stemming over dit punt alleen, los van de politieke rast, zou con geweldige meer derheid van vóór's geven. Dien volkswil t© doen zegevieren is liet doel van de aanstaande betoogingen. Daarom mee ten die betoogingen schitterend zijn. In drukwekkend en tegelijk voorzien van het- in zicht, noodig om de pressie tc breng'en, die verbeteren doet wat verbeterd moet worden en tevens te waken, dat het schip van het Staatspensioen niet in het gezicht van de liaven gaat stranden. Onder het hoofd Van gemeentel ij ko Middens t. andsconcurrentie zegt C. in „D e R.-K. Middenstander" Te Leiden verrijst sinds eenigen tijd een pracht van een winkel, op de meest moderne manier gebouwd en ingericht, enop de meest moderne manier ge ëxploiteerd. Tal van klachten, vervat in „Ingezonden stukken" in de plaatselijke pers, en afkom stig van verschillende winkeliers, die zich in hun zaken benadeeld meenden, deelden mede, dat de gemeen te met de exploita tie van dit gebouw tegen de winkeliers iu ga-s- en sanitaire artikelen aan het c o n- curreoren was. En de afdecling Leiden der „Hanze" moest constatecren, dat- het een reeds ja ren bestaand gebruik van de Stedelijke Gas fabriek was gaskachels, komforen, enz. te verhuren, waarna de huurder na een zeke ren termijn kooper van de geleverde arti kelen kon worden. Alleen was dit bedrijf met den nieuwen winkel nog maar wat uit gebreid Watblief, gemeentelijke concurrentie of niet? En nu wordt te Amsterdam op een der drukste punten weer een huis gebouwd, waarvan de winkelruimte en de daarboven gelegen verdieping door do gemeente zul len worden gehuurd teu behoeve van het gemeentelijk gasbedrijf. Is dat van Leiden afgezien? Naar „Het Nieuws van den Dag" vertelt, is het enkel maar de bedoeling daar een permanente tentoonstelling te vesti gen. Dat wilde Leiden ook enkel maar. En dan vervolgt het blad: „In de gelijkstraatsche verdieping, den winkel, zullen de beste en de nieuwste toe stellen voor de dames te bezichtigen, te huren, en te koopen zijn, terwijl in de zaal daarboven dat alles in werking te zien zal zijn. Gediplomeerde huishoudkundigen zullen er aanwezig zijn om de zaken toe to lichten en nu en dan ook voor wie er naar willen komen luisteren korte kooklessen', geven. Dit alles geschiedt uitsluitend met do bedoeling om te doen zien wat er met gas alzoo gedaan kan worden en niet om de toestellen aan den man te brengen. Deze zijn aanwezig, maar de dames zijn volkomen vrij om ze van particuliere leveranciers ta betrekken. Tot zoover „II et Nieuw s". Nu vinden we t w e e dingen wel aardig in dit bericht. lo. De toestellen zijn te bezichtigen, te huren en te koopen. 2o. De dames zijn volkomen vrij om van particuliere^leveranciers to betrekken." Nu, dat zullen de Amsterdamsche damea ook wel a-ardig vinden, dat- ze niet g e- dwongen zijn gemeentelijke gastoestellen to koopen. Maar w ij voor ons gelooven intussehen, dat er aan deze Amsterdamsche permanente gas-tentoonstelling wanneer ze er eenmaal zal zijn, eenzelfde luchtje zal zit ten als aan den gemeentelijken gaswinkel te Leiden. 't Onaangenaam luchtje van gemeente lijke concurrentie Uit de jongste Kroniek van dr. A. W. Bronsveld in „Stemmen voor Waarheid en Vrede" over Bar baar s c h Nederland: „Ik heb mij diep geschaamd over Har derwijk, mijn vaderstad. En 't heeft mij groot leed gedaan, dat uit Haarlem, uit Utrecht, en zoo menige andere plaats in ons land berichten kwamen, die een slecht getuigenis gaven \an de kwaadaardigheid van 't opkomend geslacht. Laat ons niet treden in een vergelijking met andere tij den en andere landen. Toch wil 't mij voorkomen, dat de in druk, dien niet alleen de echt© straatjon gen, maar over 't algemeen de jeugd in 'b openbaar op ons maakt, absoluut ongun stig is. Vernielzucht en baldadigheid nemen hand over hand toe. Ledig staande huizen worden beschouwd als een gelegenheid, om er zijn moedwil aan bot te vieren. Men moet de vensterruiten door planken bevei ligen tegen de steenen, waarmee ze anders worden verbrijzeld. Straatvuil is maar al te vaak het projec tiel, waarmee voorbijgangers besmet wor den. Geen boom, geen bloem, geen dier i9 meer veilig tegen den lust. om te schen den, en te vertreden. Menschen met lichaamsgebreken worden nagejouwd. Met sneeuwballen werpt men bij voorkeur niet naar kameraads, maar naar zwakken en ouden van dagen. Dikwerf kookt ons het bloed, als wij zoo moedwillig ons jeugdig groen zien vernielen, of een dier zien mis handelen. Zeg er iets van en gij wordt overladen met de gemeenste scheldwoor denDoch, waartoe gewezen op het geen wij allen gedurig zien en betreu ren. Wij verwachten niet, dat die jongens, op groeiend in een ruwe omgeving, toonbeel den van zachtheid zullen zijn, maar wat ons bedroeft, is, dat alle gevoel van beta melijkheid, van ridderlijkheid en piëteit bij hen ontbreekt. Er zijn natuurlijk uitzonde ringen, naar het type doet ons denken aan den onbarmhartigen noordewind, die ons doet huiveren. Zijn dat nu de vruchten, zoo vragen wij, van al onze inspanning tot welzijn van de kinderen onzes volks? Wat laten onze be waarscholen, voorbereidende scholen, la gere scholen, herhalingsscholen, Zondags scholen wat laten al die fraaie lokalen, voortreffelijke leermethoden, leerplicht, enz., na 't Is dikwerf om wanhopig en moedeloos te worden. Er moet iots aan dat alles haperen. De vrienden van 't open baar en die van „christelijk" onderwijs hebben elkander niets te verwijten. De straatjeugd is zoowel van „neutrale" als van „christelijke" afkomst, en samen boe ten zij hun moedwil ook aan 't vernielen en schenden van wijkgebouwen en kerken. Wij weten 't bij ondervinding. Ik herinner mij, dat mr. Van der Brugghen als tucht middel in zekere gevallen lichamelijke straffen aanbeval. Hij nam de woorden van een Duitscher over„Sie sollen gepeitscht werden Ik geloof ook, dab een jongen, die een laagheid begaat, moest, opgepakt en gevoelig aan den lijve gestraft worden. Natuurlijk moeten de zedelijke middelen tot verbetering niet nagelaten worden, maar toereikend zijn ze niet. Ik weet, dat veel pedagogen van hetzelfde gevoelen zijn. Het klinke niet barbaarsch tegenover ,,Bar- baarsch Nederland". Een lezer van ..De Nieuwe Cou rant" schrijft: „Ondorstaande advertentie knipte ik uit het „Handelsblad" van 19 dezer: „Miliciens voor de vier wintermaanden, (voor alle regimenten) tegen billijken prijs aangeboden door het Adviesbureau voor de Militie, Weteringschans 171, Amsterdam.'l Plomper kan het nauwelijks Het- heet, dat de dienstplicht ten on zent persoonlijk is. Maar zulks verhindert niet, dat er voor de wintermaanden naast wollen ondergoederen en zuurkool ook Ne-derlandsche jongelingen „tegen billijken prijs" worden aangeboden. De plaatsvervanging heet afgeschaft, maar onze „wassende democratie" ziet het rustig aan, dat eeu deel van den jongeling»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 1