Zaterdag; 25 «Tuli.
Tweede IBlacl. A°, 1914.
Brieven van een Leidenaar.
Ingezonden.
PERSOVERZICHT.
CCCCLXXXX.
Naar aanleiding van een uiting in mijn
vo'rigen Brief gedaan in verband met de
ook dit jaar weer stijgende inkomstenbelas
ting, hooft een der lezers van het ..Lcidsch.
Dagblad" een schrijven tot de Redactie ge
richt, dat mij weder ter hand is gestold.
In dat schrijven tracht deze stadgenoot,
wiens naam ik hier niet kan noemen, eenige
middelen aan te geven, waardoor de gemeen
telijke inkomsten zouden kunnen worden ver
meerderd, zonder dat de plaatselijke directe
belasting er door verhoogd behoefde te wor
den.
Hoewel ik niet geloof, dat de middelen
door hom 'aan de hand gedaan, voorloopig
althans, resultaat zullen hebben en ik het
ook niet ip alle opzichten met hem eens
ben, acht ik zijn opmerkingen van. genoeg
belang z© hier weer te geven, met enkele
kantteckeningen mijnerzijds er bij. Een uitwis
seling van gedachten tussohen mijn lezers
en mij aolit ik bovendien zeer wenschelijk,
misschien dat dit goede voorbeeld meerdere
navolging vindt.
De schrijver vangt zijn betoog aan met
de volgende algemeene opmerking, die ik
gTootcndcels onderschrijf
Het middel dan ter versterking der gemeen
temiddelen is gemeente-exploitatie op ruimen
schaal. De ervaringen opgedaan aan de Löid-
sche gemeentefabiioken van Gas- en Electri-
oiteit ook aan het gesticht „Endegeest"
zijn zoo gunstig, dat hei me bijna een onver
geeflijk verzuim toeschijnt, dat geen ver
dere schreden op den weg der gemeente-
exploitatie gezet zijn-
Heb is echter de vraag welke bedrijven
de gemeente zal aanpakken. Het moeten bij
voorkeur monopolistische bedrijven wezen en
die zijn er maar niet voor het grijpen.
Zoodra de gemeente als concurrente van
partiouliercn ging optreden, zou Leiden in
last zijn. Wij weten wel wat er op het oogon-
hlik gaande is over het magazijn van gas-
en eleotmcdteits-artikelon aan de Hooigracht,
nu men hoeft ontdekt, dat daar wel eens
een enkele maal rechtstreeks aan particulieren
is geleverd geworden.
Do schrijver noemt ook do concessie-ver-
leening voor de levering van duinwater door
do Leidscke Duinwater-Maatschappij en in
derdaad Toert hij daarmede do rechte snaar
aan. Doch hij blijkt niet goe.l op de hoogte
te zijn als hij schrijft, dat bij de jongste
verlenging van het contract de gemeen to
zelf de exploitatie ter hand had moeten
nemen.
Deze concessie dagtec-kent van 187G en is
verleend voor den tijd van 50 jaar, zoodat
zij in 1926 afloopt. Het is niet alleen uit
finanoieele overwegingen een fout te noemen,
dat de gemeente ue exploitatie niet dadelijk
zelf tor hand heeft genomen. Maar de man
nen, die in 1876 do vroedschap van onze
gemeente vormden, stonden op een ander
standpunt. Hun leer was, dat de gemeente
noch fabrikant, noch koopman mócht zijn,
doch dit aan 't particulier initiatief behcordo
ever to laten. Slechts eon paar mannen van
de practijk, die zich niet aan heb, gelukkig
nu verouderd, pnnoipe stoorden, hebben er
toen in den Raad voor gepleit, doch zij
vonden geen steun.
Ik haal dit nog wel eens graag aan om
don menschen, die moenen, dat do Raadsleden
van vroeger veel wijzer en v,roeder regeerden
dan do tegenwoordige, aan te toonen, dat
men ook toen wel oons blijk heeft gegeven
van oen niet al te ruimen blik.
In 1826 zal de gemeente de concessie wel
niet meer verlengen, denk ik, maar de over
neming zal haar heel wat kosten, zoodat er
Sn do eerste jaren na '26 wel geen groot©
winsten mee zullen worden gemaakt. Vol
gens art. 22 der concessievoorwaarden zal do
gemeente aan de conoessionnarissen niet min
der. moeten betalen dan hot twintigvoud der
netto-opbrengst over de laatste drie jaren.
Wel heeft de gemeenteraad in 1905 do
concessie, tot exploitatie van een telefoonnet
tot 1930 verlengd en ik ben het mee den
schrijver eens, dat dit een fout is geweest.
Als hij de raadsvergadering, waarin dit be
sloten werd, naleest, zal hij echter zien,
dat er toen ook slechts een kleino meerderheid
voor eigen exploitatio was. Vermoedelijk zal
echter de telefoon in de naaste toekomst wel
door het Rijk worden genaast, wat m. i. ook
heb meest rationeel© zal zijn-
Eveneens had de gom een le de exploitatie
der stadstram aan zioh moeten houden, dunkt
mij, al was het alleen maar om ook lijnen
in exploitatie te kunnen brengen, die min
der goed rendearen als dc thans aangelegde
lijn. Dat de Raad dat in den jare 1909 nog
niet aandurfde, is, geloof ik, een gevolg
geweest,' van te weinig vertrouwen in den
vooruitgang der gemeente. Het steeds toe
nemend gebfruik van do stadstram heeft de
vrees, dat zij niet behoorlijk zou rendeeren,
nu reeds gelogenstraft.
Do schrijver is ook een voorstander van
een gemeentelijke brandverzekering, maat hij
geeft daarbij toch blijk de geschiedenis van.
doao kwestie niet voldoende te kennen, waar
hij meent, dat heb alleen liet oud-Raadslid
(VVitmans is geweest, die daarover hoeft ge-
eproken.
Bij de behandeling dei' laatste gomeent©-
bogrooting heeft dit vraagstuk, dat herhaal-
'dollijk, zoowel hier als elders, ter spralco
is gekomen, weer eon onderwerp van bespre
king uitgemaakt en de voorzitter van den
Raad, onze burgemeester, heeft het denkbeeld,
dat toen vooral door mr. Aalberse aange-
yallenus, niet verwerpelijk geac.ht, al wa^
hij van meening, dab meerdere gemeenten te
zamen het slechts in practijk konden bren
gen. Hij beloofde het onderwerp to brengen
in do vergadering van hot bestuur der Ver-
eeniging van Nederlandscbe Gemeenten, waar
van hij deel uitmaakt cn daar lijkt het mij
ook op ziju plaats. Wij zullen er dus nog
wel een9 iets van hooren.
Wat de schrijver verder aanvoert, geef ik
zonder commentaar weer, al wil ik daarmede
niet t© kennen geven, dat ik het in allo
deden met hem eens ben.
Hij schrijft dan:
Dat een consequente controle der inkom
sten van Leidens ingezetenen, vooral der
h o o g o inkomens steeds moet doorgevoerd
werden, behoeft wel geen betoog. Andere
middelen tot versterking der financiën zullen
dan wel lapwerk zijn. Toch zou b.v. ver-
liooging der hondenbelasting, govel-, privaat-,
vlaggestok- of welke andere belasting, tijde
lijk versterking der stadsmiddelen kunnen
aanbrengen.
(Waarom noemt hij in dit verband ook niefe
een belasting op de openbare vermakelijk
heden
Is aan de andere zijde nog niet bezui
niging mogelijk
Bekrimp het aantal gemeente-ambtenaren
en -werklieden. Eisch van hen behoorlijke,
ja flinke prestatie tegen goode salarissen.
Schande voor onze universiteitsstad, dat
krachten van lager, middelbaar- en hooger
enderwijs onze stad mijden of verlaten om
een kwestie van bezoldiging.
Aan den anderen, kant ©en voor buiten
staanders niet te verklaren geld vermorsing
Wegen de voordeelen der vuilverbranding
tegen haar ontzettende onkosten op
Welhaast zal een nieuw© 2de of 3de klasse
6chool gebouwd worden. Het aantal der scho
len wordt dan weer cén meer. Men zegt
de bestaande school Heerenstraat in oen 12-
kiassigo t© veranderen is niet afdoende. Wel
nu, zet dan op 't terrein Duivenbodestraat
één 2de lel. school van meer lokalen, b.v. 13,
15 of 18. De oude school Heerenstraat worde
dan hulpsohool- of bewaarschool. (Had diio
niet door plaats en grootte aangewezen be-
hooren te zijn voor de pas geopende school
voor achterlijken
Deze regeling haalt een nieuw schoolhoofd
uit en inplaafcs van ©en nieuwe school-in-
eiallatie sleohts een uitbreiding, die toch wel
gc-edkooper zal zijn'.
Dan de bezuiniging door .minder sohool-
personool. Is 't dan zoo ónmogelijk, dat de
hoofden voor de klasse lcomen
Zooals ik boven reeds opmerkt©, ben ik
met betrekking tot de laatste opmerkingen
het niet geheel met den schrijver ©ens, al
erken ik met hem, dat zijn denkbeelden wel
licht nieuwe gezichtspunten openen en het
overwegen waard zijn.
Wie wil nu eens zijn meaning zeggen?*
KËCLAMES
40 Cents per regol.
firma Th.AASimonis.DEM HAAG
Fabriek en Magazijn van
ZIEKEWAGEM5 - ZIEKESTOELEM
CLOSET- ROL- en DRAAGSTOELEN
a
4322 5
De Looiien der Apothckerskneohts.
Geachte Redacteur.
Vergun mij s. v. p. eeu plaatsje in uw
veel gelezen blacl. Bij voorbaat mijn dank.
Zoo nu en dan lezen wij in Uw blad van
loonsverhooging en betere arbeidsvoorwaar
den. Zeer weinige werklieden zijn er, ook
in onze stad, voor wie de positie in den loop
der jaren dezelfde is gebleven. Tot dezo
weinige behooren ovenwei de apothekers-
knechts, voor wie in het algemeen de toe
stand niet beter, doch slechter is geworden.
Vóór de uitbreiding onzer stad waren onzo
weekloonen zes of zeven gulden, wat nu in
den tegenwoordigen tijd zoowat hetzelfde
is, terwijl wij aan huishuur, levensmidde
len, kleeding en schoeisel aanmerkelijk
moer moeten betalen, zoodat onzo positie,
met ditzelfde loon, onbestaanbaar is gewor
den.
De onderlinge concurrentie dor zieken-
fondsbesturen is mede oorzaak dat heeren
apothekers niet zoo gemakkelijk op loons
verhooging ingaan. Onzes inziens kan er
toch ook voor ons eenigszins verbetering
komen, namelijk door een kleine verhoo
ging der contributie der ziekenfondsen, het
welk dan gedeeltelijk ten goede aan ons,
knechts, kon komen. Wij, die zulks tocli
zeker wel verdienen, "gezien onze lange
dagtaak, dertien uren of 's wiDters nog lan
ger, terwijl wij, met stads- of andere feest
dagen geheel of gedeeltelijk in dienst zijn.
Wij hebben wel vertrouwen, dat de mees
te zickenfondsleden voor bovenstaand doel
zich gaarne deze kleine opoffering zouden
getroosten.
Dit, Mijnheer de Redacteur, onder het
oog der besturen van onzo ziekenfondsen,
zoo wel als onder uw geachte lezers, en
vooral fondsleden, te brengen, zij het doel
van dit schrijven.
U nogmaals dankzeggend voor de ver
leende plaatsruimte, noem ik mij hoogach
tend Uw Abonné
Een Apothekerskneohi
Leiden, 23 Juli 1914.
De Berghaven te Katwijk.
Geachte Heer Redaoteur.
Mijn bedenkingen tegen de zienswijze
van „Opmerker" in zake da berghaven
hebben tegenspraak gevonden bij den heer
A. de Klerk, lid van den Raad van Kat
wijk.
Hij meent, dat het heel goed mogelijk zou
zijn het reederijbeelrijt te verplaatsen ©n
toch de betrokkenen bij dat bedrijf, behalve
de ree dors, hier te houden.
Hoe iemand, die zóó lang te Katwijk
woont, tot zulk een gedachte komen kan,
begrijp ik niet.
De bedragen aan arbeidsloonen, die te
Katwijk door de yisscherij worden gebracht,
zijn waarlijk niöt gering te achten. En zou
men nu heusch denken, dat er één reeder te
IJmuiden was, die, terwijl hij den trein
vlak bij zich heeft en Amsterdam met zijn
havens in do buurt ligt, zijn haring naar
Katwijk ter veorwerking zond? Gezwegen
dan nog van de andere bedrijven.
Neen, het reederijbedrijf verplaatsen en
da menschen hier laten zonder scha
de voor de arbeiders gaat niet.
Noopt men de readers tot verplaatsing van
hun bedrijf, nu, dan ia 't ook het best, dat
de werknemers, in hun eigen belang, mee
gaan. Blijven deze te Katwijk, dan moet
ook het bedrijf daar blijven.
De heer De Klerk zegt voorts dat de
arbeiders te Noordwijk, Zandvoort cn Eg-
mond het beter hebben dan hier.
Als zij visschers zijn toch zeker niet, want
er is bijv. niet één Egmondsche visscber-
man, die voor Katwijk trawlt.
En dan de arbeidsvoorwaarden 1
De Egmondsche en Zandvoortsche vis
schers moeten 7 dagen en 7 nachten vis-
schen als zij voor IJmuiden op de stoom
trawlers varen.
De Noordwijkera vissollen er nu 8 even
als de Maasluissche, Viaardingsche en het
grootsto deel van d© Scheveningsche vis-
scherlieden.
Voor een verplaatsing van het bedrijf i n
het belang van Katwijk, is
n i e t s te zeggen.
Denk alleen maar eens aan den achter
uitgang van do waardo van den grond en de
opstallen
Yoor do arbeiders is heb in dc eerste
plaats een ellende om van hier te gaan. Zij
zijn aan Katwijk gehecht, wonen er prettig
en hebben er hun „eigendommetjes".
Als de heer De Klerk' dat toegeeft, waar
om zou hij dan den reeder niet gunnen wat
hij den visscherman zoo gaarne laat?
Men moet in alles, maar vooral bij het
bekijken van de zaken van publiek belang,
de onpartijdigheid betrach
te n en ik twijfel niet of de heer De Klerk
zal zich in don Raad en daarbuiten beijve
ren om die deugc) hoog te houden.
En als zijn berekeningen met betrekkiog
tot do exploitatie van de berghaven en de
gemeentebelastingen juist zijn wat ik hier
niet kan beoordeelen, omdat ik daarvoor
do gegevens mis, dan moet dc heer De
Klerk er mee in den Raad voor
den dag komen en zoo spoedig mogelijk,
want da-n ïs het. hoog tijd.
Hoogachtend,
Uw
Sp ectator.
P. S. Als de heer De Klerk mij voor den
heer Kobus aanziet, heeft hij het mis.
Kaïtwijk-aan-Zee, 22 Juli 1914.
-,H et V o 1 k schrijft over Treub's ont
wei* p-o u d e r d o m. s r e n t e.
„Niet verwerpen, maar verbeteren" staat
boven het artikel, waaraan het volgende ont
leend is:
De spreker, die op het jongste Tribunisten-
congres de zaak inleidde, zag iu het in de
regeling betrekken van niet-loonarbeiders iets
zeer verkeerds. Dat was zelfs zijn voornaam
ste argument om te oonoludee'ren tot een
agitatie tegen de heele wet, efen agitatie
vóór de verwerping er van, een agitatie
waaraan heb N. A. S. cn misschien nog een
paar groepen heele of halve anarchisten zul
len meedoen. Meedoen, voor zoover men
in die kringen doot.I
Maar verlcecrder aanvalspunt dan dit had
men al moeilijk kunnen kiezen. Wij wezen
er reeds vroeger op, dat het hier vooral
befci'©ft do arbeidersvrouwen. Deze staan te
boek als zonder beroep, verrichten vaak geen
loonarbeid en vallen daarom buiten art. 369.
Naast hen allerharde heel kleine luyden,
die geen loonarbeid verrichten, zoogenaamde
zelfstandigen, waaronder scharenslijpers,
schoenlappers en allerhande andere heel kleine
luyden vallen.
In stee dus van een reden om de wet te
verwerpen, is dit ongetwijfeld de voornaam
st© vei-betering, die ze brengt.
De t weede verbetering zit in de definitieve
losmaking van het ouderdomspensioen van
do invaliditeitsverzekering, waardoor het
ouderdomspensioen, gehaald is uit het mi
lieu der verzekering en der premiebetaling,
oni liet op den grondslag van het S taats-
pensio?n to stellen. Dit is zoowel principieel
als practisch van groote betoekenis. Het kan
wel Troub's bedoeling zijn bij de herziening
der Invaliditeitswet, dit weer to veranderen,
maar dat is dan uit te maken. Eerst een
zaak op principieel juisten grondslag te
plaatsen en ze latefr weer te bederven, zal
nog wel wat voeten in de a-arde hebben.
De bezwjiren, die opgeworpen zijn .tegen
bet opdragen van de uitvoering aan de ge
meenten, deelen wij niet. In de Ivamer is,
bij' de behandeling der Invaliditeitswet, door
Vliegen aanbevolen dc gemeenten ia do uit
voering te betrekken. Het bezwaar, dat daar
door het Staatspensioen meer op armenzorg
zou gaan lijken, kunne n wij niet deel on cn
al ware cr iets van aan, dan moeten wij toch
niet al te veel geven om een schijn.
De gemeente is ontegenzeglijk liet onderdeel
van de Staatsorganisatie, dat hot dichtst bij
liet volk staat. Do aanrakingen tusschen ge
meenten aren en gemeente) zijn veelvuldig cn
geven tusschen bedden het noodige contact
om elkaar goed te kennen.
De gemeente heeft in den regel er g-een
belang bij om den rechthebbende aan de ar
menzorg af te schuiven, integendeel. En wat
de finanoieele regeling betreft, die is wat
kunstmatig in elkaar ;gczet, maar te Am
sterdam is gebleken, dat ze zeer goed uitkomt
en aan de gemeente geen geld kost. Hot
Deensche stelsel draagt ook de uitvoering
aan de gemeenten op en dat is ook verreweg
het beste. Doordien, men hét in Engeland niet
gedaan heeft, is daar de zaak veel bureau-
ciatischer en duurder geworden.
Worden de bedealden niet uitgesloten, dan
vervalt het armenzorg-argument geheel en al.
Het wéteontwerp-Treub, dit is onze con
clusie, Vormt een voldoend© basis voor een
goede regeling en dient dus tc worden aan
genomen, ook al gelukt het thans nog niet
op die goede basis een goede regeling te
stellen. Nu niet, dan latei'.
En als wij zóó 31e zaken bezien, dan ziet
men ook terstond hoe belachelijk hot is als
de olericalen zicli aanstellen als verwachten
zo van ons oppositie tegen de wet zelf.
Wij hebben dezelfde houding aan t© nemen
als bij de ziektewet. Die regcliug was in
ergerlijke mate onvoldoende. Maar de groud-
slag was niet verkeerd. En daarom stemde
onze Kamerfractie vóór, met d© bedoeling
van lateren uitbouw.
In kerkelijke politieke kringen leeft do
overtuiging, dat de Ernst© Kamer Troub's
wetsontwerp zal verwerpen. Dat zou liet
beste bewijs al zijn dat wij het niet moeten
doen. De bedoeling der Eerste Kamer is
natuurlijk Tal ma's invaliditeitswet to deen
uitvoeren. De soc.-dem. fractie heeft, zonder
dat één stem in heel de partij anders ried,
tegen dïo invaliditeitswet gestemd. Met haar
stem tegen dit wets on twerp -Treub zou zij
die stem te niot doen, want- zij zou de iu-
validiteitsweL door de kiezers van 1913 weg
gestemd,. weer doen herleven.
Wij hebben integendeel de Eerste Kamer
tc beduiden, dat zij zich heeft fe onder
werpen aan den volkswil, die Staatspensioen
eiseht. En dal. anders de schadelijkheid van
haar bestaan zal noodzaken tot een kracli-
tigen strijd tegen haar bestaan zelf.
De meerderheid voor Staatspensioen, die
in ons volk aanwezig is, is bij de jongst©
verkiezing niot oens tot haar recht'gekomen.
Onder degenen, die om godsdienstige en an
dere Tedenen recht® stemden, zijn duizenden cn
duizenden aanhangers van liet Staatspensioen.
Een stemming over dit punt alleen, los van
de politieke rast, zou con geweldige meer
derheid van vóór's geven.
Dien volkswil t© doen zegevieren is liet
doel van de aanstaande betoogingen. Daarom
mee ten die betoogingen schitterend zijn. In
drukwekkend en tegelijk voorzien van het- in
zicht, noodig om de pressie tc breng'en, die
verbeteren doet wat verbeterd moet worden
en tevens te waken, dat het schip van het
Staatspensioen niet in het gezicht van de
liaven gaat stranden.
Onder het hoofd Van gemeentel ij ko
Middens t. andsconcurrentie zegt
C. in „D e R.-K. Middenstander"
Te Leiden verrijst sinds eenigen tijd
een pracht van een winkel, op de meest
moderne manier gebouwd en ingericht,
enop de meest moderne manier ge
ëxploiteerd.
Tal van klachten, vervat in „Ingezonden
stukken" in de plaatselijke pers, en afkom
stig van verschillende winkeliers, die zich
in hun zaken benadeeld meenden, deelden
mede, dat de gemeen te met de exploita
tie van dit gebouw tegen de winkeliers iu
ga-s- en sanitaire artikelen aan het c o n-
curreoren was.
En de afdecling Leiden der „Hanze"
moest constatecren, dat- het een reeds ja
ren bestaand gebruik van de Stedelijke Gas
fabriek was gaskachels, komforen, enz. te
verhuren, waarna de huurder na een zeke
ren termijn kooper van de geleverde arti
kelen kon worden. Alleen was dit bedrijf
met den nieuwen winkel nog maar wat uit
gebreid
Watblief, gemeentelijke concurrentie
of niet?
En nu wordt te Amsterdam op een
der drukste punten weer een huis gebouwd,
waarvan de winkelruimte en de daarboven
gelegen verdieping door do gemeente zul
len worden gehuurd teu behoeve van het
gemeentelijk gasbedrijf.
Is dat van Leiden afgezien?
Naar „Het Nieuws van den Dag"
vertelt, is het enkel maar de bedoeling daar
een permanente tentoonstelling te vesti
gen. Dat wilde Leiden ook enkel
maar. En dan vervolgt het blad:
„In de gelijkstraatsche verdieping, den
winkel, zullen de beste en de nieuwste toe
stellen voor de dames te bezichtigen, te
huren, en te koopen zijn, terwijl in de
zaal daarboven dat alles in werking te zien
zal zijn. Gediplomeerde huishoudkundigen
zullen er aanwezig zijn om de zaken toe to
lichten en nu en dan ook voor wie er naar
willen komen luisteren korte kooklessen',
geven. Dit alles geschiedt uitsluitend met
do bedoeling om te doen zien wat er met
gas alzoo gedaan kan worden en niet om
de toestellen aan den man te brengen. Deze
zijn aanwezig, maar de dames zijn volkomen
vrij om ze van particuliere leveranciers ta
betrekken.
Tot zoover „II et Nieuw s".
Nu vinden we t w e e dingen wel aardig in
dit bericht.
lo. De toestellen zijn te bezichtigen, te
huren en te koopen.
2o. De dames zijn volkomen vrij om van
particuliere^leveranciers to betrekken."
Nu, dat zullen de Amsterdamsche damea
ook wel a-ardig vinden, dat- ze niet g e-
dwongen zijn gemeentelijke gastoestellen
to koopen.
Maar w ij voor ons gelooven intussehen,
dat er aan deze Amsterdamsche permanente
gas-tentoonstelling wanneer ze er
eenmaal zal zijn, eenzelfde luchtje zal zit
ten als aan den gemeentelijken gaswinkel
te Leiden.
't Onaangenaam luchtje van gemeente
lijke concurrentie
Uit de jongste Kroniek van dr. A. W.
Bronsveld in „Stemmen voor
Waarheid en Vrede" over Bar
baar s c h Nederland:
„Ik heb mij diep geschaamd over Har
derwijk, mijn vaderstad. En 't heeft mij
groot leed gedaan, dat uit Haarlem, uit
Utrecht, en zoo menige andere plaats in
ons land berichten kwamen, die een slecht
getuigenis gaven \an de kwaadaardigheid
van 't opkomend geslacht. Laat ons niet
treden in een vergelijking met andere tij
den en andere landen.
Toch wil 't mij voorkomen, dat de in
druk, dien niet alleen de echt© straatjon
gen, maar over 't algemeen de jeugd in 'b
openbaar op ons maakt, absoluut ongun
stig is. Vernielzucht en baldadigheid nemen
hand over hand toe. Ledig staande huizen
worden beschouwd als een gelegenheid, om
er zijn moedwil aan bot te vieren. Men
moet de vensterruiten door planken bevei
ligen tegen de steenen, waarmee ze anders
worden verbrijzeld.
Straatvuil is maar al te vaak het projec
tiel, waarmee voorbijgangers besmet wor
den. Geen boom, geen bloem, geen dier
i9 meer veilig tegen den lust. om te schen
den, en te vertreden. Menschen met
lichaamsgebreken worden nagejouwd. Met
sneeuwballen werpt men bij voorkeur niet
naar kameraads, maar naar zwakken en
ouden van dagen. Dikwerf kookt ons het
bloed, als wij zoo moedwillig ons jeugdig
groen zien vernielen, of een dier zien mis
handelen. Zeg er iets van en gij wordt
overladen met de gemeenste scheldwoor
denDoch, waartoe gewezen op het
geen wij allen gedurig zien en betreu
ren.
Wij verwachten niet, dat die jongens, op
groeiend in een ruwe omgeving, toonbeel
den van zachtheid zullen zijn, maar wat
ons bedroeft, is, dat alle gevoel van beta
melijkheid, van ridderlijkheid en piëteit bij
hen ontbreekt. Er zijn natuurlijk uitzonde
ringen, naar het type doet ons denken aan
den onbarmhartigen noordewind, die ons
doet huiveren.
Zijn dat nu de vruchten, zoo vragen wij,
van al onze inspanning tot welzijn van de
kinderen onzes volks? Wat laten onze be
waarscholen, voorbereidende scholen, la
gere scholen, herhalingsscholen, Zondags
scholen wat laten al die fraaie lokalen,
voortreffelijke leermethoden, leerplicht,
enz., na 't Is dikwerf om wanhopig en
moedeloos te worden. Er moet iots aan dat
alles haperen. De vrienden van 't open
baar en die van „christelijk" onderwijs
hebben elkander niets te verwijten. De
straatjeugd is zoowel van „neutrale" als
van „christelijke" afkomst, en samen boe
ten zij hun moedwil ook aan 't vernielen
en schenden van wijkgebouwen en kerken.
Wij weten 't bij ondervinding. Ik herinner
mij, dat mr. Van der Brugghen als tucht
middel in zekere gevallen lichamelijke
straffen aanbeval. Hij nam de woorden van
een Duitscher over„Sie sollen gepeitscht
werden Ik geloof ook, dab een jongen,
die een laagheid begaat, moest, opgepakt
en gevoelig aan den lijve gestraft worden.
Natuurlijk moeten de zedelijke middelen
tot verbetering niet nagelaten worden,
maar toereikend zijn ze niet. Ik weet, dat
veel pedagogen van hetzelfde gevoelen zijn.
Het klinke niet barbaarsch tegenover ,,Bar-
baarsch Nederland".
Een lezer van ..De Nieuwe Cou
rant" schrijft:
„Ondorstaande advertentie knipte ik uit
het „Handelsblad" van 19 dezer:
„Miliciens voor de vier wintermaanden,
(voor alle regimenten) tegen billijken prijs
aangeboden door het Adviesbureau voor de
Militie, Weteringschans 171, Amsterdam.'l
Plomper kan het nauwelijks
Het- heet, dat de dienstplicht ten on
zent persoonlijk is. Maar zulks verhindert
niet, dat er voor de wintermaanden naast
wollen ondergoederen en zuurkool ook
Ne-derlandsche jongelingen „tegen billijken
prijs" worden aangeboden.
De plaatsvervanging heet afgeschaft,
maar onze „wassende democratie" ziet het
rustig aan, dat eeu deel van den jongeling»