N°. 16684 Zaterdag; IS «Juli. Tweede Blad. A0. 1914.
grieven van een Leidenaar.
PERSOVERZICHT.
Ingezonden^
Gemengd Nieuws.
CCCCLXXXIX.
Bat leed is wc©r geleden, de spanning
vooTbij, al werd menig ouder met het meisje
'of deai knaap teleurstelling niet gespaard.
Po eindexamens mict herexamen in hun ge
volg zijn achter den rug, de overgangsexa
mens doorworsteld, de toelatingsexa
mens hebben plaats gehad. Het ©ene deel
de'r natie, dat examineerde, en liet andere
I deel, dat geëxamineerd werd, leven weder
I op voot van vrede, althans zoolang de hcer-
I lijke zomervacanti© duurt. Laten ze allen nu
I ]iet leed en den last vergeten en rust zoeken
I jen vinden voor de gespannen ©n overspannen
zenuwen. Do menschen klagen altijd wel,
'dat het vale ©xamineören, na ingespannen
Peren, zoo verboord is en toch nemen de
I jexamens nog maar steeds loo. Men schijnt er
I niet buiten te kunnen. Als men dan ten
punsto nog maar den tijd heeft om in do
I yacantio weer op streek te komen. Deze va-
I 'cantiéö worden gelukkig zou ik willen
zeggen steeds langer. Op de lagere scho-
I len in deze gemeente neemt men dit jaar
I ook do proef met oen verlengde vacantia.
I Ik lieb er al ouders over hooren pruttelen:
I [Wat moeten onze jongens en meisjes drie
I lange weken uitvoeren, vroegen ze. \V ij heb-
I hen er op to pa-sscn en den last er van.
I [Ik kan me deze klachten begrijpen en toeh
I geloof ik, d at het in het belang der kin
deren zelf is; ook van de arbeiderskindoren,
I jdat ze in den meest warmen zomertijd een
I week of drie vrijaf hobben en in de buiten-
I lucht kunnen en mogen bivakkeeren. Zo
I zullen or aan het eind van den leertijd niet
minder knap om zijn, doch wel meer levens-
I lustig, krach tiger en frisseher. Wordt met
jdio lang© vacanties de leertijd wat kort,
trachten wij dan met elkaar voor da volks
kindoren er nog' oen leerjaar hij te krijgen.
Du jonge mensch moet lang kind blijven.
De levensjaren van werken cn zorgen, dik
wijls van slaven en zwoegen, duurt toch
pog lang genoeg.
En laat men tevens eens ernst maken met
jhet uit den treuro herhaald voornemen, om
i do jonge menschen wat minder te doen exami-
ïieercn. Wij zullen er geen minder intel-
I ligeute natie door worden, het peil der ont
wikkeling or niet door dalen.
Dat do waarde van het onderwijs echter
meer en moer wordt gewaardeerd, vooral
jook in Leiden, blijkt uit velerlei. Is het
geen verblijdend verschijnsel, dat steeds
meer ouclërs uit de volksklasse hun kinderen
naar do 2de.klasse-scholen zenden en daar
voor zich meerdere geldelijke offers getroos
ten Stoed9 grooter wordt ook liet aantal,
dat een plaats vraagt op de Hooger© Bur
gerschool en het Gymnasium. Nog nooit was
het getal geslaagden voor het toelatings
examen voor het Gymnasium zoo groot ge
weest als dit jaar.
Niet tevergeefs wordt het aantal kwali
teiten uitgebreid cn niet zonder reden is
tot den bouw eener nieuwe Iioogere Bur-
j gei'school bosloten.
De directeur van de H. B..S., dr. J. L
[Andrea©, lioeft gisteren van zijn school en
i zijn betrekking afscheid genomen. Veertien
I jaar hooft hij aan het hoofd der inrichting
I gestaan en in dien tijd is de school zeer in
groei en bloei toegenomen.
Zonder uiterlijk huldebetoon is hij heen
gegaan. Het was zijn uitdrukkelijk verhangen,
dat het zoo zou geschieden. Maar niet min-
Ider hartelijk was daarom liet afscheid, dat
(autoriteiten, hoofden van andere onderwijs
inrichtingen, leeraren, oud-leerlingen, leer
lingen en vrienden gisteren van den cen-
j voudigen man, die nooit zichzelf gezocht
heeft, hebben 'genomen.
Zijn opvolger komt nu voor een moeilijke
taaie te staan: de inrichting en organisatie
I [van een nieuwe cn veel grootere school.
Wanneer echter één d© man zal blijken
t© zijn, tegen dit moeilijk werk opgewassen,
I Idau zal liet do heer Massink wezen. Dat
I M zijn collega's hem voor directeur aange-
I Vezen achtten, dat niemand dezen oollega
I ©rn zijn promotie benijdde, is daarvoor het
I bcsto bewijs.
Ik wil hier niet de loftrompet steken
j ©vei- den nieuwen directeur, ik zou hem daar-
ïnede allerminst pleizier doen, maar ik hoop,
dat het hem met zijn staf van medewerkers,
die hem graag zal volgen, zal gelukken de
hieuw©, groote school, die thans aan den
j Hoogen Rijndijk verrijst, tot grooten bloei
I to brengen.
Aan de oude Id. B..S. is nog geen edgen-
I lijke bestemming gegeven. De school van
j '„Mathesis", die er al sinds jaren in geves-
tigd i3 geweest, zal ©r natuurlijk ook nu
I hog in blijven en deze bei lo inrichtingen
zullen nu niet langer elkaar ju den weg
s staan, wat eertijds nog' wel eens het geval
j Vas. „Mathesis" krijgt er nu het rijk alleen.
I Do ruimte zal dan het bestuur van liet
ècnootschap althans niet langer behoeven te
I Vcorhondcn de in liet uitzicht g©steld© hcr-
I y,:r!nin£'cu hi deze school aan to brengen.
I Lr gaa.t van haar e©n goede roep uit, ni-'t
Plli-ên in Leiden zelf, maar door het geheel©
I iaml. Menig bekwaam vakman en knap
loer aar dankt aan Mathesis" zijn opleiding.
I Doch op ouden roem mag de schoot niet
blinen teren cn waar er leemten in liet
onderwijs zijn, men niet iu alles mét zijn
tiid is meegegaan, zooals trouwens ©en uit
j het bestuur van „Mathesis" benoemd© reor-
I 8'dnisatiO-ooThmissie onomwonden heeft ©r-
kend, cl aai' moet eindelijk ook mjet de voor
genomen reorganisatie ©en aanvang worden
gemaakt. En het is thans do tijd, dat m,en
de zaak aanpakt, nu de oude H. B..S. ge
heel ter beschikking van „Mathesis" komt.
Deze verbeteringan en hervormingen zullen
nieuwe financieel© offers eischen, ongetwij-
'i'eld ook vau d© gemeente, doch dit mag niet
weerhouden do zaak aan to pakken. De goed©
naam van „Mathesis" moot ongerept gehand
haafd blijven en dat kan alleen al3 mén
mot zijn tijd meegaat of waar men al roods
achteraan komt, d© schade weer inhaalt.
In bijzonderheden zal ik nu niet treden,
ik wil er slechts de aandacht voor ditmaal
op vestigen, al erken ik, dat het nu do
tijd nog niet is actie te voeren-
De woelige schoolwereld is nu tot rust
gekomen. Wie er ©en rol spelen, groot of
klein, zijn uitgetogen om van de vrijhoid
te genieten ©n ik zou z© niet graag in hun
vacanticgöneugten willen storen.
,,H et Huisgezin" schrijft over het
Regeerings voorstel inzake het e d s-
vraagstuk het volgende
De Regeering heeft omtrent het eeds-
vraagstuk een algemeene herziening voor
gesteld.
Zij komt noch tot eon geheel vrije keuze
tlusscheii eed of belofte, noch tob een alge-
keele afschaffing van clen eed.
Wat zij voorstelt is iets tweeslachtigs.
Bij het getuigenis in strafzaken en bur
gerlijke zaken handhaaft zij den eed, met
vrijstelling er van voor hen, die tegen het
afleggen van den eed ernstige gewetensbe
zwaren hebben.
Een regeling, door wijlen minister Regoub
rcedis in uitzicht gesteld.
Voor het overige schaft zij den ambtseed
bij het aanvaarden van een openbare be
trekkring, waardigheid, bediening, beroep,
enz. af e<n vervangt dien door de belofte.
Dili tweede deel van het. Regeerings-
voorstel zal in breede kringen op verzet
stuiten.
Welke reden is er voor, in een zoo belang
rijke levensomstandigheid als het aan
vaarden van een ambt is, den eed geheel
overboord to worpen?
Vooral, daar men den getuigen eed als
regel handhaaft en diaarmee aan den eed
waarde blijkt toe te kennen.
Heeft de eed dan geen waarde in om
standigheden die van veel meer belang kun
nen zijn dan een getuigenis in een rechtzaak
bij mogelijkheid is
De getuige legt voor den rechter don eed
af, maar do rechter zelf mag bij de aan
vaarding van zijn ambt geen eed afleggen.
De rechter moet onderzoeken, of de ge
wetensbezwaren van den getuige tegen 1 et
afleggen van den eed oprecht gemeend ;ijn.
Hi.i zelf moet een belofte afleggen.
Daar is in het voorstel iets, wat hinkt
en wat het christelijk gemoed onaangenaam
aandoet.
Victor do Stuers schrijft in de „Nieu
we Rotterdamsche Courant" over
vervloekte loodgieters en zorgloo-
ze kerkvoogden het volgende
Toen ik las, dat te Streefkerk brand was
ontstaan in het dak der Ned.-Herv. Kerk
en dat daarop het geheele gebouw was uit
gebrand, en voorts, dat de brand niet was
aangestoken door het hemelvuur, heb ik
terstond vermoed, dat wij deze ramp weer
te danken hadden aan die vervloekte lood
gieters, welke langzamerhand aan al onzo
monumenten een beurt geven om zc te ver
nielen. Ten einde zeker te gaan en de noo-
dige publiciteit te verkrijgen, heb ik deswe
ge aan den minister van Binnenlandsehe
Zaken in de Tweede Kamer een paar vra
gen gesteld. En jawel, de Minister ant
woordde, ,,dat uit een onderzoek scheen te
volgen, dat die brand door onachtzaamheid
van een loodgieter is ontstaan.
Tegen dien loodgieter is een strafrechte
lijke vervolging ingesteld, maar de recht
bank te Dordrecht heeft hem bij haar von
nis van 26 Juni 1.1. van de aanklacht vrij
gesproken.
Termen om van dit vonnis in hoogcr be
roep te gaan zijn niet gevonden kunnen wor
den."
De zin is duidelijk. Men is in de ziel over
tuigd, dat de loodgieter het gedaan heeft,
maar men kan niet het bewijs leveren, dat
onzo strafwetgeving eischt. Do man ver
klaart eenvoudig, dat hij onschuldig is ge
tuigen zijn er nietmen moet hem vrij laten
gaan.
Eigenlijk is die loodgieter maar half
schuldig. Hij werkt met zijn vuur en zijn
benzine zorgloos, zooals de meesten zijner
confraters. Hondcrdmalen gaat het goed en
als het slecht gaat, houdt hij zich eenvoudig
van den domme. Maar de echte schuldigen
zijn de kerkvoogden. Dcz© beweren intellec
tueel hooger te staan dan een eenvoudig©
loodgieter, doch alhoewel regeering, syno
de en pers herhaaldelijk hebben gewaar
schuwd, verzuimen zij de speciale maatre
gelen te nemen, noodig om bij de herstellin
gen aan daken en dakgoten brandgevaar to
voorkomen. Als dan do boel verbrand is,
zenden zij circulaires do wereld in, om bij
dragen voor do herstelling en wenden zij
zich tot de Koningin om een flink subsidie
uit 's Rijks schatkist. Tonnen gouds heeft
het Rijk als subsidie uitgekeerd aan kerk
voogdijen, welke geen voldoende toezicht
hadden gehouden over haar loodgieters
Voor Streefkerk voorzie ik een post op de
begrooting voor 1915.
ileb is niet billijk, dat nu ook kerkvoog
den straffeloos blijven. De minste straf, die
men hun kan opleggen, is hun namen be
kend te maken. Als de andere kerkvoog
dijen zien, dat hun namen aangeplakt wor
den, zullen zij misschien voorzichtiger wor
den.
De Streefkerksche kerkvoogden heeten
A. CasteleijnT. GroenerveldbP. Boel
Azn. J. C. Yerhoeff cn J. de Winter.
Zegt het voort.
De onderwijzeres-moeder.
,,Van deze woord-combinatie", schrijft
,,D e Grond we t", „roepen beide dee-
len ons voor den geest een waardigheid,
verheven boven vele, die schitterender zijn
en schijnbaar meer begeerlijk, de waardig
heid van opvoedster van een wordend ge
slacht.
Verheven beide, maar die van moeder
zooveel verhevener dan die van onderwijze
res, als een natuurrecht een verkregen
recht overtreft in eerbiedwaardigheid.
Want de moeder toch is van nature
dit legde, de Schepper in het; vrouwenhart
de opvoedster van haar eigen kinderen,
de onderwijzeres verwierf zich slechts het
recht, zij het dan door ernstige studie en
nauwgezette voorbereiding, om het onder
wijs te leiden en de opvoeding te helpen
voltooien van andermans kroost.
De onderwijzeres-moeder
Nu die verheven waardigheid vereenigd
in één persoonDat is te zwaar.
Of het eene, de opvoeding van eigen
kroost, óf het andere, het onderwijs aan
de aan haar zorg toevertrouwde kinderen
moet en zal er onder lijden.
Vaak beide.
Zaagt ge ooit een onderwijzeres-moeder
voor haar klasse werkzaam 1
Ik had eenmaaldat genoegen, wilde
ik zeggen, maar ik houd dat woord in de
pen ik was eenmaal daartoe in de gele
genheid. En van vurig voorstander van do
onderwijzeres in de school zou ik tegenstan
der worden, heftig tegenstander, wanneer
regel worden moest deze voor het oogen-
bliiv nog, in mijn oog, betreurenswaardige
uitzondering.
Ik had medelijden met die vrouw, wier
geheele ziel was thuis, bij haar kinderen,
waar een moeder behoort.
Zij dacht met angstige zorg aan het
kroost, dat, onder vreemd toezicht, thuis
verlangend uitzag naar moeders komst en
was snibbig tegenover de kinderen, aan
haar hoede toevertrouwd, voor wie ze,' toen
ze nog alleen onderwijzeres, geen moeder
was, zoo goed, zoo zacht, zoo liefderijk
wezen kon, eenmoedertje.
Ik begrijp niet, wat zoovelen, die het
goed recht der onderwijzeres-moeder in de
school bepleiten met een vuur, een betere
zaak waardig, in artikel op artikel, in be
toog op betoog, daartoe bewegen kan. Men
ijvert en mijns inziens zeer terecht
voor de vrouw in hetr huisgezin en de ge
huwde vrouw vooral. Niet in de werkplaats,
niet in de fabriek, zoo min mogelijk op het
veld.
Maar, hoe rijmt zich die loffelijke ijver
met dit onbegrijpelijk streven om de vrouw,
ook al is ze gehuwd, ook al werd ze moe
der, te behouden voor de school 1
Is het werk hier zooveel lichter dan op
het veld, dan in de werkplaats, dan in de
fabriek 1
01 is de onderwijzeres-moeder niet eerst
moeder, niet moeder-alleen, zoo goed als
de arbeidster, wier huwelijk met kinderen
gezegend werd, dat is, of ten minste het
behoort te zijn
Men zij toch consequent en regel worde:
Elke onderwijzeres, die huwt, verwissel©
haar plaats in de school voor de eereplaats
in het huisgezin, waar zij de zon worden
moet, die licht en leven verspreiden zal
over wat haar omringt; maar die vóór de
klas geen weldoende warmte meer uitstra
len kan".
In „De Blijde Wereld" lezen wij:
In de Nieuwe kerk te Groningen is door
onzen eersten minister een rede ge
houden, in al haar eenvoud schitterend van
vorm en in al haar kortheid rijk van in
houd.
Minister Gort van der Linden zong eerst
den lof der wetenschap cn haar dienaren,
die onwrikbaar staan in het geloof in do on
eindige orde der dingen en do eeuwige wet
der causaliteit. Daarna sprak hij over de
orde in het rijk van het bewustzijn. Het is
de orde niet van hetgeen is, maar van het
geen moet zijn en daarom wordt. Het ver
helderde bewustzijn schept hoogere en meer
omvattende rechtsregels, de zich in talloo-
zo verhoudingen uitbreidende persoonlijk
heid verdiept zich tot inniger gemeenschap
en het godsdienstige leven verklaart zich
tot zelf verloochende liefde, tot heiligo deer
nis met al wat lijdt en verlaten is, en willi
ge onderwerping aan den eeuwigen wil, die
het heelal bestuurt. Nog altijd blijft de we
tenschap het antwoord schuldig op do vraag
naar oplossing van het levensraadsel en de
wijsbegeerte vermag slechts in termen der
eindigheid de eeuwige wijsheid en liefde te
verbeelden, die wij zoeken te benaderen en
waarvan wij in de beste oogcnblikken onzes
levens zeker zijn.
Wij dachtCD, toen wij dit lazen, aan ge
tuigenissen van een anderen minister-pre
sident, aan de groote redevoeringen van dr.
Kuyper, aan dien3 praalzieke taal en luid-
schetterende geloofsbelijdenis. Aan de zui
verheid en eerlijkheid van onzen „paganis-
tischen" eersten staatsman twijfelt nie
mand in de staatkunde van den ander zag
men zelfs den naam vau God dienstbaar ge
maakt aan politieke berekening; onder zijn
regime werden zelfs verkiezingspamfletten
tot preckcn. Gort van der Linden noemt
in zijn woord zelfs den naam van God niet.
Maar terwijl Kuypers woord velen nog ver
der van den godsdienst verwijderd heeft,
zal dit sobere, vrome woord van den tegen-
woordigon eersten minister ongetwijfeld op
vele geleerden en halfgeleerden onder het
gehoor, die zich aan allen godsdienst ont
groeid achten, indruk gemaakt hebben.
meer, hoogstens zouden zij een gedeelte van
den gevonden schat aan den vinder moeten
Dc Reizende Keuken te Voorschoten.
Waarschijnlijk zal in September e. k. in
het Ambachtshuis te Voorschoten de „Rei
zende Keuken" "-r-durendo zea weken verblijf
komen houden.
Deze reizende keuken wordt gezonden
door het Hoofdbestuur der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen. Haar bezoek kan wor
den aangevraagd door elke afdeelmg van
„het Nut", zoodra zich genoeg leerlingen
hebben opgegeven. Om tot die opgave op
te wekken, wil ik eerst wat van de zaak ver
tellen.
Aan do reizende keukeu is verbondon een
gediplomeerde leerares in 't koken, die al
les meebrengt, wat voor haar onderwijs noo
dig is, zooals kachels, potten, pannen enz.
Het doel is: verbetering der
volksvo e cl n gdus niet opi&ding tot
dienstbode, al zal het op dezen curcus ge
leerde ook de aanstaande dienstbode zeker
ten goede kunnen komen. In de eerste
plaats is de bedoeling, dat ieder meisje
leert in haar eigen huis voorzooweinig
m'o g e 1 ij k geld toch smakelijke, goede
en steeds afwisselende maaltijden te berei
den, en leert zorgen, dat in eiken maaltijd
juist die spijzen bijeen worden gevoegc', die
samen een gezond en voedzaam geheel vor
men. Van hoe groot belang dit voor do wel
vaart en gezondheid, eerst m het ouder
lijk gezin van het meisje, later wellicht in
haar eigen gezin, zijn moet, behoef ik
niet nader te omschrijven.
Gedurende zes weken worden 30 lessen an
2 a '3 uur gegeven bij voorkeur aan meisjes
van 1518 jaar, al ziju natuurlijk oudere
of iéts jongere meisjes ook welko-m. Het
lesgeld bedraagt f 0.10 per les of f 3 voor den
geheelen cursus, maar de moecle-rs, voor
wie dit nog een bezwaar mocht, zijn, wordt
dringend verzocht toeh haar dochters
op te geven, en er bij te vermelden, of zij
de kosten to hoog vinden. Dit bezwaar zal
vermoedelijk wel verholpen kunnen worden.
Den eersten dag moeten de meisjes mee
brengen een mouwcnschort, of hooge
schort met afzonderlijke morsmouwen (.als
van een manshemd) on twee paniappen (.wit
katoenen gebreide vierkante lappen om
heete pannen aan te pakken
Do meisjes leeren verschillende soorten
stamppot maken, soep en pap, 'ooonen en
groenten koken, pannekoek bakken, voor
feestdagen eens rijstkoekjes, wentelteefjes
of een heel eenvoudige puddiüg.
Ook leeren zc bij alles wat ze doen,
waarom het zoo moet-.
Wie zich voor dezen curcus op wil geven,
moet zich vóór Dinsdag 21 Juli aanmelden
bij den heer Jaap agent dezer courant Ach
terstraat Voorschoten.
Hartelijk hoop ik a. s. Dinsdag vele na
men van den heer Paap te ontvangen.
E. BOERS-SNOECK.
Voorschoten, 16 Juli 1914.
I) e sohatten van Boni. Een
der correspondenten van het „Bat. Nbl."
schrijft:
Eenigen tijd geleden las men in de bladen
een verhaal over het vinden van schatten,
door wijlen den koning van Boni begraven.
Zekere Hadji La Popipi had op zijn
sterfbed d© plaats beleend gemaakt, waar
verschillende gouden voorwerpen en goud
geld begraven waren, en men vond op de
door den stervende aangegeven plaats dan
ook diverse goederen van groote waarde.
De koning van Boni stierf, zooals men
weet, geruim en tijd geleden. Zijn beide
zoons, Moehamad Tahir P-etasara, de oud
ste, en Andé Matogomo Aroen Sidjalini,
de jongste, wonen thans te Batavia.
Beiden ontvangen van het gouvernement
een onderstand van f 50 per maand. De
jongste deed indertijd het verzoek, om naar
zijn geboorteland terug te mogen keeren,
waar hij dan zou trachten met handeldrij
ven een bordje rijst te verdienen. Dit ver
zoek "werd geweigerd, doch gesteld van den-
zelfden onderstand, als thans van den
jongsten zoon tot f 100 's maands.
De oudere broeder heeft reeds tal van ma
len gerekosteerd, om ook in het genot to
worden gesteld van denzelfden onderstand,
als thans de jongere broeder geniet, doch al
die rekesten bleven onbeantwoord.
Daar in de Maleische pers de vondst-, op
Boni gedaan, t^ok besproken werd, is het
geen wonder, dat dit bericht ook ter oore
kwam van de beide Bonische prinsen.
Zij meenen, cn mijns inzien terecht, dat
de thans gevonden goederen, die naar Ma
kassar zijn overgebracht, hun toebehooren.
De oorlog is toch reeds jaren geleden be
ëindigd, van krijgsbuit is dus geen sprak©
afstaan.
j Daarom dienden zij een rekest in bij den
1 G. G. van N.-I., waarin zij verzochten in
het bezit te worden gesteld van de gevonden
sieraden cn van het gevonden geld
De Gouverneur-Generaal zal zeker gunstig
op dit request beschikken, en er bestaat
dan kans, dat do zonen van den koning van
Boni een wat vorstwaardiger bestaan kun
nen leiden dan thans het geval is.
Wat royaliteit togen den verslagen vija.nd
is goede staatsmanskunst.
Te Oberlind, in Thuringen, lig-
gen 200 menschen aan vleeschvergiftiging
ziek. Een hunner is gestorven, velen zijn er
ernstig aan toe.
Ten tweed c male is het s p e 1 uit
het Kurhaus te Wiesbaden verwijderd.
Reeds een 50-tal jaren geleden had het be
stuur van het Kurhaus het hazardspel af-
geschaft, maar om aan den wensch van het
internationale publiek te voldoen, had het
met 1 April 1 weer een speeltafel in de
conversaticzaal geplaatst, alleen was het
nu niet de roulette, maar het jockey-bil-
jard en droeg het ook niet den naam van
hazard- maar van onderhoudingsspel. De
inzetten mochten niet hooger zijn dan 50
pfennig en daarmee, kon men een mark
winnen, terwijl men ook zijn winst kon
laten staan, en dan, als met 75 mark bijeen
had, daarvoor een kunstvoorwerp van ge
lijke waaide kiezen. Hooger ging men niet,
want dan zou de staat om "zijn 16-/3 pCt.
komen. Het publiek was tevreden over de
nieuw-geboden gelegenheid en waar het
over zeer geringe bedragen liep, was "de
aardigheid oolc vrij onschuldig, terwijl het
Ku&haus-bestuur geen slechte zaken maak
te, want de ontvangst overschreed vaak
de 600 mark cn daar was 50 pCt. winst op.
Anderzijds sloeg men echter deze onder
neming met wangunstigen blik gade. De
ondernemers van vermakelijkheden klaag
den over de concurrentie, welke het Kur-
haus-bestuur hun rnet dat spel aandeed;
zij eischten, dat de politie het zou verbie
den en ook de gasten \an het Kurliaus
klaagden er over, dat door dat spelen de
zeden werden bedorven, dat er een minder
gewenscht publiek door naar het Kurhaus
werd gelokt en dat de spelers de parket
vloer bedierven en de kostbare behangsels
berookten. Bij dit alles huppelden de paard,
jes lustig voort over het groene talelkleed,
maar toen ook de officier van justitie zich
er mee bemoeien wilde en het ruchtbaar
werd, dat deze het officieel wilde verbic-
den, besloot het Kurhaus-bestuur dit niet
af te wachten. Donderdagavond werd er
voor de laatste maal gespeeld en, zonder
dat iemand er eenig vermoeden van had,
werd om 10 uur de speeltafel weggedra
gen en naar de bodenkamer van het Kur
haus gebracht, waar zij nu vercler zal blij
ven.
E©ii Pruisische onderdanc was in
Amerika gehuwd en in Juni van liet vorige
jaar zou het jonge echtpaar, rnet. de moeder
der vrouw, naar de geboorteplaats Breslau
reizen. Kort voor de volvoering van dat
plan stierf de moeder cn d© dochter, die
lot universeel e erfgename was benoemd, nam
het lijk der moeder mee om Tiet in Duitsch-
land to doen begraven. Daar eischte het be
stuur der synag-oge voor de begrafenis óÖOU
mark en liet jong© echtpaar, dat dezen prijs
telioog vond, keerde met het lijk naar Ame
rika terug. Te New-York aangekomen ontvin
gen zij een brief, waarin het synagoge-
bestuur meer aannemelijke voorwaarden aan
bood en lipt echtpaar reisde dus, met het
lijk, naar Breslau terug. Daar maakte het
bestuur der synagoge opnieuw moeilijkhe
den, men kou weer niet tot overeenstem
ming komen en nogmaals stok het echt
paar mei moeders lijk den Oceaan over
en deed liet nu t© Ne\v-Yrork begraven. La
ter wilden zij zich in Duilschland vesti
gen, zij lieten het lijk opgraven en namen
het mee naar Breslau, waar zij thans met
het bestuur der synagoge tot eenstemmig
heid kwamen en do doode op het Joodsch©
kerkhof deden begraven. Het beviel den
menschen echter niet te Breslau, zij besloten
weer naar Amerika to gaan en d© dochter
wilde nu ook het lijk harer moeder weer
meenemen, maar ditmaal weigerde het be
stuur der synagoge het af te geven. Zij
voerde daarover ©en proces voor het Lan-
Aesgerieht lo Breslau, maar dit stelde het
bestuur der synagoge in liet gelijk. Daar
mee. niet tevreden, ging do dochter in hooger
beroep en thans heeft het Oberlandsgericht
uitspraak gedaan, waarbij dc dochter, als
erfgename van de moeder, het recht werd
toegekend om ook over haar lijk t© beschik
ken. Het bestuur der synagoge zal dus
moeten toeslaan, dat de doode nogmaals
wordt oogegravcn en dan weer, en hope
lijk voor de laatste maal, de reis over den
Oceaan zal maken.
In de eerste geneeskundige kli-
niek van de koninklijk© Charitó te Berlijn
is voor 20,000 mark aan radium vei'dwenen.
Er is reeds een uitgebreid onderzoek inge
steld. Onder ander© zijn de beerputten en
afvoerleidmgen leeggepompt, daar men
vermoedt, dat een patiënt, di© de waarde
van het preparaat niet kende, het achteloos
weg heeft geworpen. In verschillend© zie
kenhuizen bevestigt men tegenwoordig snoe
ren met gouden kwastjes aan alle radium-
prepa raten, om ze niet uit het oog te ver
liezen. Deze voorzorgsmaatregel schijnt ech
ter in de Gharité niet genomen .te zijn.