N°. 16684 Zaterdag; IS «Juli. Tweede Blad. A0. 1914. grieven van een Leidenaar. PERSOVERZICHT. Ingezonden^ Gemengd Nieuws. CCCCLXXXIX. Bat leed is wc©r geleden, de spanning vooTbij, al werd menig ouder met het meisje 'of deai knaap teleurstelling niet gespaard. Po eindexamens mict herexamen in hun ge volg zijn achter den rug, de overgangsexa mens doorworsteld, de toelatingsexa mens hebben plaats gehad. Het ©ene deel de'r natie, dat examineerde, en liet andere I deel, dat geëxamineerd werd, leven weder I op voot van vrede, althans zoolang de hcer- I lijke zomervacanti© duurt. Laten ze allen nu I ]iet leed en den last vergeten en rust zoeken I jen vinden voor de gespannen ©n overspannen zenuwen. Do menschen klagen altijd wel, 'dat het vale ©xamineören, na ingespannen Peren, zoo verboord is en toch nemen de I jexamens nog maar steeds loo. Men schijnt er I niet buiten te kunnen. Als men dan ten punsto nog maar den tijd heeft om in do I yacantio weer op streek te komen. Deze va- I 'cantiéö worden gelukkig zou ik willen zeggen steeds langer. Op de lagere scho- I len in deze gemeente neemt men dit jaar I ook do proef met oen verlengde vacantia. I Ik lieb er al ouders over hooren pruttelen: I [Wat moeten onze jongens en meisjes drie I lange weken uitvoeren, vroegen ze. \V ij heb- I hen er op to pa-sscn en den last er van. I [Ik kan me deze klachten begrijpen en toeh I geloof ik, d at het in het belang der kin deren zelf is; ook van de arbeiderskindoren, I jdat ze in den meest warmen zomertijd een I week of drie vrijaf hobben en in de buiten- I lucht kunnen en mogen bivakkeeren. Zo I zullen or aan het eind van den leertijd niet minder knap om zijn, doch wel meer levens- I lustig, krach tiger en frisseher. Wordt met jdio lang© vacanties de leertijd wat kort, trachten wij dan met elkaar voor da volks kindoren er nog' oen leerjaar hij te krijgen. Du jonge mensch moet lang kind blijven. De levensjaren van werken cn zorgen, dik wijls van slaven en zwoegen, duurt toch pog lang genoeg. En laat men tevens eens ernst maken met jhet uit den treuro herhaald voornemen, om i do jonge menschen wat minder te doen exami- ïieercn. Wij zullen er geen minder intel- I ligeute natie door worden, het peil der ont wikkeling or niet door dalen. Dat do waarde van het onderwijs echter meer en moer wordt gewaardeerd, vooral jook in Leiden, blijkt uit velerlei. Is het geen verblijdend verschijnsel, dat steeds meer ouclërs uit de volksklasse hun kinderen naar do 2de.klasse-scholen zenden en daar voor zich meerdere geldelijke offers getroos ten Stoed9 grooter wordt ook liet aantal, dat een plaats vraagt op de Hooger© Bur gerschool en het Gymnasium. Nog nooit was het getal geslaagden voor het toelatings examen voor het Gymnasium zoo groot ge weest als dit jaar. Niet tevergeefs wordt het aantal kwali teiten uitgebreid cn niet zonder reden is tot den bouw eener nieuwe Iioogere Bur- j gei'school bosloten. De directeur van de H. B..S., dr. J. L [Andrea©, lioeft gisteren van zijn school en i zijn betrekking afscheid genomen. Veertien I jaar hooft hij aan het hoofd der inrichting I gestaan en in dien tijd is de school zeer in groei en bloei toegenomen. Zonder uiterlijk huldebetoon is hij heen gegaan. Het was zijn uitdrukkelijk verhangen, dat het zoo zou geschieden. Maar niet min- Ider hartelijk was daarom liet afscheid, dat (autoriteiten, hoofden van andere onderwijs inrichtingen, leeraren, oud-leerlingen, leer lingen en vrienden gisteren van den cen- j voudigen man, die nooit zichzelf gezocht heeft, hebben 'genomen. Zijn opvolger komt nu voor een moeilijke taaie te staan: de inrichting en organisatie I [van een nieuwe cn veel grootere school. Wanneer echter één d© man zal blijken t© zijn, tegen dit moeilijk werk opgewassen, I Idau zal liet do heer Massink wezen. Dat I M zijn collega's hem voor directeur aange- I Vezen achtten, dat niemand dezen oollega I ©rn zijn promotie benijdde, is daarvoor het I bcsto bewijs. Ik wil hier niet de loftrompet steken j ©vei- den nieuwen directeur, ik zou hem daar- ïnede allerminst pleizier doen, maar ik hoop, dat het hem met zijn staf van medewerkers, die hem graag zal volgen, zal gelukken de hieuw©, groote school, die thans aan den j Hoogen Rijndijk verrijst, tot grooten bloei I to brengen. Aan de oude Id. B..S. is nog geen edgen- I lijke bestemming gegeven. De school van j '„Mathesis", die er al sinds jaren in geves- tigd i3 geweest, zal ©r natuurlijk ook nu I hog in blijven en deze bei lo inrichtingen zullen nu niet langer elkaar ju den weg s staan, wat eertijds nog' wel eens het geval j Vas. „Mathesis" krijgt er nu het rijk alleen. I Do ruimte zal dan het bestuur van liet ècnootschap althans niet langer behoeven te I Vcorhondcn de in liet uitzicht g©steld© hcr- I y,:r!nin£'cu hi deze school aan to brengen. I Lr gaa.t van haar e©n goede roep uit, ni-'t Plli-ên in Leiden zelf, maar door het geheel© I iaml. Menig bekwaam vakman en knap loer aar dankt aan Mathesis" zijn opleiding. I Doch op ouden roem mag de schoot niet blinen teren cn waar er leemten in liet onderwijs zijn, men niet iu alles mét zijn tiid is meegegaan, zooals trouwens ©en uit j het bestuur van „Mathesis" benoemd© reor- I 8'dnisatiO-ooThmissie onomwonden heeft ©r- kend, cl aai' moet eindelijk ook mjet de voor genomen reorganisatie ©en aanvang worden gemaakt. En het is thans do tijd, dat m,en de zaak aanpakt, nu de oude H. B..S. ge heel ter beschikking van „Mathesis" komt. Deze verbeteringan en hervormingen zullen nieuwe financieel© offers eischen, ongetwij- 'i'eld ook vau d© gemeente, doch dit mag niet weerhouden do zaak aan to pakken. De goed© naam van „Mathesis" moot ongerept gehand haafd blijven en dat kan alleen al3 mén mot zijn tijd meegaat of waar men al roods achteraan komt, d© schade weer inhaalt. In bijzonderheden zal ik nu niet treden, ik wil er slechts de aandacht voor ditmaal op vestigen, al erken ik, dat het nu do tijd nog niet is actie te voeren- De woelige schoolwereld is nu tot rust gekomen. Wie er ©en rol spelen, groot of klein, zijn uitgetogen om van de vrijhoid te genieten ©n ik zou z© niet graag in hun vacanticgöneugten willen storen. ,,H et Huisgezin" schrijft over het Regeerings voorstel inzake het e d s- vraagstuk het volgende De Regeering heeft omtrent het eeds- vraagstuk een algemeene herziening voor gesteld. Zij komt noch tot eon geheel vrije keuze tlusscheii eed of belofte, noch tob een alge- keele afschaffing van clen eed. Wat zij voorstelt is iets tweeslachtigs. Bij het getuigenis in strafzaken en bur gerlijke zaken handhaaft zij den eed, met vrijstelling er van voor hen, die tegen het afleggen van den eed ernstige gewetensbe zwaren hebben. Een regeling, door wijlen minister Regoub rcedis in uitzicht gesteld. Voor het overige schaft zij den ambtseed bij het aanvaarden van een openbare be trekkring, waardigheid, bediening, beroep, enz. af e<n vervangt dien door de belofte. Dili tweede deel van het. Regeerings- voorstel zal in breede kringen op verzet stuiten. Welke reden is er voor, in een zoo belang rijke levensomstandigheid als het aan vaarden van een ambt is, den eed geheel overboord to worpen? Vooral, daar men den getuigen eed als regel handhaaft en diaarmee aan den eed waarde blijkt toe te kennen. Heeft de eed dan geen waarde in om standigheden die van veel meer belang kun nen zijn dan een getuigenis in een rechtzaak bij mogelijkheid is De getuige legt voor den rechter don eed af, maar do rechter zelf mag bij de aan vaarding van zijn ambt geen eed afleggen. De rechter moet onderzoeken, of de ge wetensbezwaren van den getuige tegen 1 et afleggen van den eed oprecht gemeend ;ijn. Hi.i zelf moet een belofte afleggen. Daar is in het voorstel iets, wat hinkt en wat het christelijk gemoed onaangenaam aandoet. Victor do Stuers schrijft in de „Nieu we Rotterdamsche Courant" over vervloekte loodgieters en zorgloo- ze kerkvoogden het volgende Toen ik las, dat te Streefkerk brand was ontstaan in het dak der Ned.-Herv. Kerk en dat daarop het geheele gebouw was uit gebrand, en voorts, dat de brand niet was aangestoken door het hemelvuur, heb ik terstond vermoed, dat wij deze ramp weer te danken hadden aan die vervloekte lood gieters, welke langzamerhand aan al onzo monumenten een beurt geven om zc te ver nielen. Ten einde zeker te gaan en de noo- dige publiciteit te verkrijgen, heb ik deswe ge aan den minister van Binnenlandsehe Zaken in de Tweede Kamer een paar vra gen gesteld. En jawel, de Minister ant woordde, ,,dat uit een onderzoek scheen te volgen, dat die brand door onachtzaamheid van een loodgieter is ontstaan. Tegen dien loodgieter is een strafrechte lijke vervolging ingesteld, maar de recht bank te Dordrecht heeft hem bij haar von nis van 26 Juni 1.1. van de aanklacht vrij gesproken. Termen om van dit vonnis in hoogcr be roep te gaan zijn niet gevonden kunnen wor den." De zin is duidelijk. Men is in de ziel over tuigd, dat de loodgieter het gedaan heeft, maar men kan niet het bewijs leveren, dat onzo strafwetgeving eischt. Do man ver klaart eenvoudig, dat hij onschuldig is ge tuigen zijn er nietmen moet hem vrij laten gaan. Eigenlijk is die loodgieter maar half schuldig. Hij werkt met zijn vuur en zijn benzine zorgloos, zooals de meesten zijner confraters. Hondcrdmalen gaat het goed en als het slecht gaat, houdt hij zich eenvoudig van den domme. Maar de echte schuldigen zijn de kerkvoogden. Dcz© beweren intellec tueel hooger te staan dan een eenvoudig© loodgieter, doch alhoewel regeering, syno de en pers herhaaldelijk hebben gewaar schuwd, verzuimen zij de speciale maatre gelen te nemen, noodig om bij de herstellin gen aan daken en dakgoten brandgevaar to voorkomen. Als dan do boel verbrand is, zenden zij circulaires do wereld in, om bij dragen voor do herstelling en wenden zij zich tot de Koningin om een flink subsidie uit 's Rijks schatkist. Tonnen gouds heeft het Rijk als subsidie uitgekeerd aan kerk voogdijen, welke geen voldoende toezicht hadden gehouden over haar loodgieters Voor Streefkerk voorzie ik een post op de begrooting voor 1915. ileb is niet billijk, dat nu ook kerkvoog den straffeloos blijven. De minste straf, die men hun kan opleggen, is hun namen be kend te maken. Als de andere kerkvoog dijen zien, dat hun namen aangeplakt wor den, zullen zij misschien voorzichtiger wor den. De Streefkerksche kerkvoogden heeten A. CasteleijnT. GroenerveldbP. Boel Azn. J. C. Yerhoeff cn J. de Winter. Zegt het voort. De onderwijzeres-moeder. ,,Van deze woord-combinatie", schrijft ,,D e Grond we t", „roepen beide dee- len ons voor den geest een waardigheid, verheven boven vele, die schitterender zijn en schijnbaar meer begeerlijk, de waardig heid van opvoedster van een wordend ge slacht. Verheven beide, maar die van moeder zooveel verhevener dan die van onderwijze res, als een natuurrecht een verkregen recht overtreft in eerbiedwaardigheid. Want de moeder toch is van nature dit legde, de Schepper in het; vrouwenhart de opvoedster van haar eigen kinderen, de onderwijzeres verwierf zich slechts het recht, zij het dan door ernstige studie en nauwgezette voorbereiding, om het onder wijs te leiden en de opvoeding te helpen voltooien van andermans kroost. De onderwijzeres-moeder Nu die verheven waardigheid vereenigd in één persoonDat is te zwaar. Of het eene, de opvoeding van eigen kroost, óf het andere, het onderwijs aan de aan haar zorg toevertrouwde kinderen moet en zal er onder lijden. Vaak beide. Zaagt ge ooit een onderwijzeres-moeder voor haar klasse werkzaam 1 Ik had eenmaaldat genoegen, wilde ik zeggen, maar ik houd dat woord in de pen ik was eenmaal daartoe in de gele genheid. En van vurig voorstander van do onderwijzeres in de school zou ik tegenstan der worden, heftig tegenstander, wanneer regel worden moest deze voor het oogen- bliiv nog, in mijn oog, betreurenswaardige uitzondering. Ik had medelijden met die vrouw, wier geheele ziel was thuis, bij haar kinderen, waar een moeder behoort. Zij dacht met angstige zorg aan het kroost, dat, onder vreemd toezicht, thuis verlangend uitzag naar moeders komst en was snibbig tegenover de kinderen, aan haar hoede toevertrouwd, voor wie ze,' toen ze nog alleen onderwijzeres, geen moeder was, zoo goed, zoo zacht, zoo liefderijk wezen kon, eenmoedertje. Ik begrijp niet, wat zoovelen, die het goed recht der onderwijzeres-moeder in de school bepleiten met een vuur, een betere zaak waardig, in artikel op artikel, in be toog op betoog, daartoe bewegen kan. Men ijvert en mijns inziens zeer terecht voor de vrouw in hetr huisgezin en de ge huwde vrouw vooral. Niet in de werkplaats, niet in de fabriek, zoo min mogelijk op het veld. Maar, hoe rijmt zich die loffelijke ijver met dit onbegrijpelijk streven om de vrouw, ook al is ze gehuwd, ook al werd ze moe der, te behouden voor de school 1 Is het werk hier zooveel lichter dan op het veld, dan in de werkplaats, dan in de fabriek 1 01 is de onderwijzeres-moeder niet eerst moeder, niet moeder-alleen, zoo goed als de arbeidster, wier huwelijk met kinderen gezegend werd, dat is, of ten minste het behoort te zijn Men zij toch consequent en regel worde: Elke onderwijzeres, die huwt, verwissel© haar plaats in de school voor de eereplaats in het huisgezin, waar zij de zon worden moet, die licht en leven verspreiden zal over wat haar omringt; maar die vóór de klas geen weldoende warmte meer uitstra len kan". In „De Blijde Wereld" lezen wij: In de Nieuwe kerk te Groningen is door onzen eersten minister een rede ge houden, in al haar eenvoud schitterend van vorm en in al haar kortheid rijk van in houd. Minister Gort van der Linden zong eerst den lof der wetenschap cn haar dienaren, die onwrikbaar staan in het geloof in do on eindige orde der dingen en do eeuwige wet der causaliteit. Daarna sprak hij over de orde in het rijk van het bewustzijn. Het is de orde niet van hetgeen is, maar van het geen moet zijn en daarom wordt. Het ver helderde bewustzijn schept hoogere en meer omvattende rechtsregels, de zich in talloo- zo verhoudingen uitbreidende persoonlijk heid verdiept zich tot inniger gemeenschap en het godsdienstige leven verklaart zich tot zelf verloochende liefde, tot heiligo deer nis met al wat lijdt en verlaten is, en willi ge onderwerping aan den eeuwigen wil, die het heelal bestuurt. Nog altijd blijft de we tenschap het antwoord schuldig op do vraag naar oplossing van het levensraadsel en de wijsbegeerte vermag slechts in termen der eindigheid de eeuwige wijsheid en liefde te verbeelden, die wij zoeken te benaderen en waarvan wij in de beste oogcnblikken onzes levens zeker zijn. Wij dachtCD, toen wij dit lazen, aan ge tuigenissen van een anderen minister-pre sident, aan de groote redevoeringen van dr. Kuyper, aan dien3 praalzieke taal en luid- schetterende geloofsbelijdenis. Aan de zui verheid en eerlijkheid van onzen „paganis- tischen" eersten staatsman twijfelt nie mand in de staatkunde van den ander zag men zelfs den naam vau God dienstbaar ge maakt aan politieke berekening; onder zijn regime werden zelfs verkiezingspamfletten tot preckcn. Gort van der Linden noemt in zijn woord zelfs den naam van God niet. Maar terwijl Kuypers woord velen nog ver der van den godsdienst verwijderd heeft, zal dit sobere, vrome woord van den tegen- woordigon eersten minister ongetwijfeld op vele geleerden en halfgeleerden onder het gehoor, die zich aan allen godsdienst ont groeid achten, indruk gemaakt hebben. meer, hoogstens zouden zij een gedeelte van den gevonden schat aan den vinder moeten Dc Reizende Keuken te Voorschoten. Waarschijnlijk zal in September e. k. in het Ambachtshuis te Voorschoten de „Rei zende Keuken" "-r-durendo zea weken verblijf komen houden. Deze reizende keuken wordt gezonden door het Hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Haar bezoek kan wor den aangevraagd door elke afdeelmg van „het Nut", zoodra zich genoeg leerlingen hebben opgegeven. Om tot die opgave op te wekken, wil ik eerst wat van de zaak ver tellen. Aan do reizende keukeu is verbondon een gediplomeerde leerares in 't koken, die al les meebrengt, wat voor haar onderwijs noo dig is, zooals kachels, potten, pannen enz. Het doel is: verbetering der volksvo e cl n gdus niet opi&ding tot dienstbode, al zal het op dezen curcus ge leerde ook de aanstaande dienstbode zeker ten goede kunnen komen. In de eerste plaats is de bedoeling, dat ieder meisje leert in haar eigen huis voorzooweinig m'o g e 1 ij k geld toch smakelijke, goede en steeds afwisselende maaltijden te berei den, en leert zorgen, dat in eiken maaltijd juist die spijzen bijeen worden gevoegc', die samen een gezond en voedzaam geheel vor men. Van hoe groot belang dit voor do wel vaart en gezondheid, eerst m het ouder lijk gezin van het meisje, later wellicht in haar eigen gezin, zijn moet, behoef ik niet nader te omschrijven. Gedurende zes weken worden 30 lessen an 2 a '3 uur gegeven bij voorkeur aan meisjes van 1518 jaar, al ziju natuurlijk oudere of iéts jongere meisjes ook welko-m. Het lesgeld bedraagt f 0.10 per les of f 3 voor den geheelen cursus, maar de moecle-rs, voor wie dit nog een bezwaar mocht, zijn, wordt dringend verzocht toeh haar dochters op te geven, en er bij te vermelden, of zij de kosten to hoog vinden. Dit bezwaar zal vermoedelijk wel verholpen kunnen worden. Den eersten dag moeten de meisjes mee brengen een mouwcnschort, of hooge schort met afzonderlijke morsmouwen (.als van een manshemd) on twee paniappen (.wit katoenen gebreide vierkante lappen om heete pannen aan te pakken Do meisjes leeren verschillende soorten stamppot maken, soep en pap, 'ooonen en groenten koken, pannekoek bakken, voor feestdagen eens rijstkoekjes, wentelteefjes of een heel eenvoudige puddiüg. Ook leeren zc bij alles wat ze doen, waarom het zoo moet-. Wie zich voor dezen curcus op wil geven, moet zich vóór Dinsdag 21 Juli aanmelden bij den heer Jaap agent dezer courant Ach terstraat Voorschoten. Hartelijk hoop ik a. s. Dinsdag vele na men van den heer Paap te ontvangen. E. BOERS-SNOECK. Voorschoten, 16 Juli 1914. I) e sohatten van Boni. Een der correspondenten van het „Bat. Nbl." schrijft: Eenigen tijd geleden las men in de bladen een verhaal over het vinden van schatten, door wijlen den koning van Boni begraven. Zekere Hadji La Popipi had op zijn sterfbed d© plaats beleend gemaakt, waar verschillende gouden voorwerpen en goud geld begraven waren, en men vond op de door den stervende aangegeven plaats dan ook diverse goederen van groote waarde. De koning van Boni stierf, zooals men weet, geruim en tijd geleden. Zijn beide zoons, Moehamad Tahir P-etasara, de oud ste, en Andé Matogomo Aroen Sidjalini, de jongste, wonen thans te Batavia. Beiden ontvangen van het gouvernement een onderstand van f 50 per maand. De jongste deed indertijd het verzoek, om naar zijn geboorteland terug te mogen keeren, waar hij dan zou trachten met handeldrij ven een bordje rijst te verdienen. Dit ver zoek "werd geweigerd, doch gesteld van den- zelfden onderstand, als thans van den jongsten zoon tot f 100 's maands. De oudere broeder heeft reeds tal van ma len gerekosteerd, om ook in het genot to worden gesteld van denzelfden onderstand, als thans de jongere broeder geniet, doch al die rekesten bleven onbeantwoord. Daar in de Maleische pers de vondst-, op Boni gedaan, t^ok besproken werd, is het geen wonder, dat dit bericht ook ter oore kwam van de beide Bonische prinsen. Zij meenen, cn mijns inzien terecht, dat de thans gevonden goederen, die naar Ma kassar zijn overgebracht, hun toebehooren. De oorlog is toch reeds jaren geleden be ëindigd, van krijgsbuit is dus geen sprak© afstaan. j Daarom dienden zij een rekest in bij den 1 G. G. van N.-I., waarin zij verzochten in het bezit te worden gesteld van de gevonden sieraden cn van het gevonden geld De Gouverneur-Generaal zal zeker gunstig op dit request beschikken, en er bestaat dan kans, dat do zonen van den koning van Boni een wat vorstwaardiger bestaan kun nen leiden dan thans het geval is. Wat royaliteit togen den verslagen vija.nd is goede staatsmanskunst. Te Oberlind, in Thuringen, lig- gen 200 menschen aan vleeschvergiftiging ziek. Een hunner is gestorven, velen zijn er ernstig aan toe. Ten tweed c male is het s p e 1 uit het Kurhaus te Wiesbaden verwijderd. Reeds een 50-tal jaren geleden had het be stuur van het Kurhaus het hazardspel af- geschaft, maar om aan den wensch van het internationale publiek te voldoen, had het met 1 April 1 weer een speeltafel in de conversaticzaal geplaatst, alleen was het nu niet de roulette, maar het jockey-bil- jard en droeg het ook niet den naam van hazard- maar van onderhoudingsspel. De inzetten mochten niet hooger zijn dan 50 pfennig en daarmee, kon men een mark winnen, terwijl men ook zijn winst kon laten staan, en dan, als met 75 mark bijeen had, daarvoor een kunstvoorwerp van ge lijke waaide kiezen. Hooger ging men niet, want dan zou de staat om "zijn 16-/3 pCt. komen. Het publiek was tevreden over de nieuw-geboden gelegenheid en waar het over zeer geringe bedragen liep, was "de aardigheid oolc vrij onschuldig, terwijl het Ku&haus-bestuur geen slechte zaken maak te, want de ontvangst overschreed vaak de 600 mark cn daar was 50 pCt. winst op. Anderzijds sloeg men echter deze onder neming met wangunstigen blik gade. De ondernemers van vermakelijkheden klaag den over de concurrentie, welke het Kur- haus-bestuur hun rnet dat spel aandeed; zij eischten, dat de politie het zou verbie den en ook de gasten \an het Kurliaus klaagden er over, dat door dat spelen de zeden werden bedorven, dat er een minder gewenscht publiek door naar het Kurhaus werd gelokt en dat de spelers de parket vloer bedierven en de kostbare behangsels berookten. Bij dit alles huppelden de paard, jes lustig voort over het groene talelkleed, maar toen ook de officier van justitie zich er mee bemoeien wilde en het ruchtbaar werd, dat deze het officieel wilde verbic- den, besloot het Kurhaus-bestuur dit niet af te wachten. Donderdagavond werd er voor de laatste maal gespeeld en, zonder dat iemand er eenig vermoeden van had, werd om 10 uur de speeltafel weggedra gen en naar de bodenkamer van het Kur haus gebracht, waar zij nu vercler zal blij ven. E©ii Pruisische onderdanc was in Amerika gehuwd en in Juni van liet vorige jaar zou het jonge echtpaar, rnet. de moeder der vrouw, naar de geboorteplaats Breslau reizen. Kort voor de volvoering van dat plan stierf de moeder cn d© dochter, die lot universeel e erfgename was benoemd, nam het lijk der moeder mee om Tiet in Duitsch- land to doen begraven. Daar eischte het be stuur der synag-oge voor de begrafenis óÖOU mark en liet jong© echtpaar, dat dezen prijs telioog vond, keerde met het lijk naar Ame rika terug. Te New-York aangekomen ontvin gen zij een brief, waarin het synagoge- bestuur meer aannemelijke voorwaarden aan bood en lipt echtpaar reisde dus, met het lijk, naar Breslau terug. Daar maakte het bestuur der synagoge opnieuw moeilijkhe den, men kou weer niet tot overeenstem ming komen en nogmaals stok het echt paar mei moeders lijk den Oceaan over en deed liet nu t© Ne\v-Yrork begraven. La ter wilden zij zich in Duilschland vesti gen, zij lieten het lijk opgraven en namen het mee naar Breslau, waar zij thans met het bestuur der synagoge tot eenstemmig heid kwamen en do doode op het Joodsch© kerkhof deden begraven. Het beviel den menschen echter niet te Breslau, zij besloten weer naar Amerika to gaan en d© dochter wilde nu ook het lijk harer moeder weer meenemen, maar ditmaal weigerde het be stuur der synagoge het af te geven. Zij voerde daarover ©en proces voor het Lan- Aesgerieht lo Breslau, maar dit stelde het bestuur der synagoge in liet gelijk. Daar mee. niet tevreden, ging do dochter in hooger beroep en thans heeft het Oberlandsgericht uitspraak gedaan, waarbij dc dochter, als erfgename van de moeder, het recht werd toegekend om ook over haar lijk t© beschik ken. Het bestuur der synagoge zal dus moeten toeslaan, dat de doode nogmaals wordt oogegravcn en dan weer, en hope lijk voor de laatste maal, de reis over den Oceaan zal maken. In de eerste geneeskundige kli- niek van de koninklijk© Charitó te Berlijn is voor 20,000 mark aan radium vei'dwenen. Er is reeds een uitgebreid onderzoek inge steld. Onder ander© zijn de beerputten en afvoerleidmgen leeggepompt, daar men vermoedt, dat een patiënt, di© de waarde van het preparaat niet kende, het achteloos weg heeft geworpen. In verschillend© zie kenhuizen bevestigt men tegenwoordig snoe ren met gouden kwastjes aan alle radium- prepa raten, om ze niet uit het oog te ver liezen. Deze voorzorgsmaatregel schijnt ech ter in de Gharité niet genomen .te zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 5