FEUILLETON. Het Geheim van den Toren. iden grond van haar hart dat ze nog nooit woo'tk gezellig verjaarsfeest hadden mee gemaakt. „Véél, véél prettiger dan bij Minnie de Jong", aprak NelEe, „al was er dan ook «en goochelaar." De «gasten" hadden nog dagen lang den mond vol van deze tractatie, dua mocht Bottle's verjaardag met recht een „welge slaagde partij heeten." Herkomst van den dog. De naam dog is afkomstig van het Angel saksische woorddocga, waaruit het Engel- ache dog, het Fransohe dogue en het Hol- tandsche dog ontstaan zijn. De dog heeft een flinke grootte, een knach/tigen, fraai en bouw, een ruimen gang, een fiere houding, en draagt hals en kop omhoogin rust draagt hij den staart naar beneden, in op gewekte stemming rechtuit, of met een lich te kromming. De snuit is breed, sterk en stompde oogen klein, met veel expres sie. De pooten zijn recht en sterk gespierd, de dijen lang en sterk, de voeten groot en rond. Het haar moet hard en dichtbe>zet zijn. De kleur der doggen kan drieërlei zijn, óf gestroomd, óf gevlekt, óf eenkleurig. Hun gewicht bedraagt van 60 76 K.G. Dene marken is het eerste land geweest, waar men zich met kracht op de doggen-fokkerij heeft toegelegd Weer echt op z'n Amerikaanscb. Een firma te Chicago telt haar klanten bij miilioenen en baar employé's bij tiendui zenden, terw'jl de oppervlakte van het ge bouw der zaak eenvoudig reusachtig is! Ze voorzien bijv. een millioen huisgezinnen van kruidenierswaren ofschoon deze waren nog el echte eeD onderdeel vormen van hun be drijf Nu *ran men ook rustig aannemen, dat dece firma den grootsten kleinhandel heeft van heel de wereld. Haar omzet va rieert jaarlijks t'>&schen de 24 en 28 mil lioen. Eiken dag komen er zo wat 40,000 bestellingen in en alles wordt bij vooruit betaling voldaan. Alleen in het administra tiegebouw werken 10,000 ambtenaren en hier worden dagelijks tusschen de 60,000 éb 90,000 brieven ontvangen. Als de post bin nenkomt, worden de brieven eerst toever trouwd aan 'n machine, die er 500 per mi nuut van nummers voorziet en van den da tura van ontvangst. Duizelingwekkend ge woon. 14) hebt eau goed uitzicht op hJet kasteel, hè?" informeerde de vriendelijke gastvrouw. Bedden keken eens op en in haar verrassing riep Amy„Wie staat daar voor dat venster?" Tegelijk wees zij in de rich ting, waar ook werkelijk een gelaat zicht baar was. De jonge dame verschoot van kleur maar onmiddellijk antwoordde zij en ook zeer terecht' „Er is niemand te zien," en dat was ook waar, want nu vertoonde zich geen iaensch meer aan het venster. „Jawel, maar een oogenblïkgeleden nog welEen heel bkek gezicht stond daar toenmaar er zijn toch geen kamers in die ruïne?" De gastvrouw bleef op deze vraag het sntwoord schuldig, maar ze sprak alleen: „Ziezoo, van hier ai' kan je je weg terug vinden!" „Dank u," antwoordde Amy kalm en ze merkte, dat de jonge dame haai- le'den stond na te kijken, totdat ze geheel uit liet gezicht verdwenen waren. „Waarom loop je zoo hard, Amy," hijgde Doortje. „Ik ben heelemaal bui lom adem. Ze was toch niet boos op ons?" „Spreek er maar niet over, Dokie. Je weet zelf wel, dat het jouw schuld was, dat wo in al die akeligheid kwamen. Je doet maar beteer, alios te vergoten, wat dit avontuurtje Hoe Hansje honig kreeg. Het anrie Hanse zat met een treurig gezichtje en met zijn handjes om zijn knieën geslagen voor de deur van het hut je, dat zijn tehuis was. Alles om hem heen was zonnig en vroolijk, behalve wanneer de wolkenschaduwen elkaar najoegen over de heuvels. Hansje's moeder was erg ziek en daarom was hij zoo bedroefd; ook voelde hij zich zoo eenzaam, niemand sprak of speelde met hem. 't Was zoo vreemd voor hem, moeder te bed te zién liggen overdagdat was nog nooit gebeurd. Moeder was altijd bezig het huis schoon te maken, het eten klaar te maken en de varkens en de hen nen te voederen. Hansje dacht bij zichzelf: ,,Ik wou, dat ik voor moeder wat honig kon krijgen, dan zou zij minder hoesten. Juffrouw Markens van hiernaast zei ook, dat honig heel goed voor moeder «ou lijn. Maar hoe kom ik er aan?" Dat was nu juist de moeilijkheidhet hutje lag eenzaam te midden der heuvelen en de naaste stad lag te ver weg voor Hansje's korte beentjes, zelfs al had hij geld gehad om het verlangde geneesmiddel te koopen. Eindelijk stond het ventje op, zuchtte diep, stak zijn handjes in de broekzakken en slenterde naar het riviertje, dat van de toppen der heuvelen afstroomde en zich langs een steenachtige bedding een weg naar de vallei baande. Daar aangekomen zette hij zijn eene voetje op een grooten, puntigen-steen langs den oever, wipte met het andere op een steen, die in het riviertje lag en bereikte zoo, van steen op steen springende, den overkant. Daar ging hij op zijn lievelings plekje zitten en keek naar het heldere, voortsnellende water met de mooie varen planten, die op den bodem groeiden. Het was een heerlijk beschut plaatsje en voor een oogenblik vergat Hansje zijn verlangen en zijn verdriet en hoopte, dat hij weer de mooie forellen pijlsnel door het water zou zien schieten. Plotseling zag hij echter iets heel kleins midden in den stroom meegevoerd. Hij stak zijn handje uit en met veel inspan ning gelukte het hem, dat iets tegen te houden en te pakkenhet was een groote, stevige bij. Waggelend kroop het diertje over Hansje's voorvingerhet kereltje zet te haar voorzichtig op een steen neer, betreft. Ook al mee om ditzelfde doel ging Amy nog even naar binnen en baalde daar leen veertelselboek, om Dokie wat voor te lezen. Ddt hield ze wel den uur of anderhalf vol, maar of "heb Melp om de herinnering weg te vagen, dat is nog de vraag. Haar zelvtö was biet althans onmogelijk. Ze verlangde er erg naar, dat ze althans eens met iemand er over zou kunnen spreken, al was die ie mand dan ook maar Viva. Hoe meer ze over het geheele geval nadacht, des te vreem der kwam het haar tooh voor. Dat gelaat aan het venster, wat beduidde htet toch eigen lijk Hielden ze er daar soms een gavan- -xgene op na? blaar dat gebeurde tooh niet meer in dezen tijd. „Ik zou wel eens wil len weten, wat Karei zei, als hij dit alles wist." De verzoeking om Karei alles te vertellen werd steeds grpoter en liét trof al heel toe vallig, dat Karei haar aan de thee vroeg, om nog een eindje met hem om te gaan. „Ik heb je wat te vertellen," Amy, voeg de hij er op fluisterenden toon bij. Het spreekt van zelf, dat daar dadelijk gevolg aan weid gegeven, aan die uitnoodiging. Karei sprak geen woord, voordat ze eien heel eind van hetfhuis waren, in de richting van den moestuin „Willen we niet wat meer naar den voor kant van liet huis gaan vroeg zij. „Neen," antwoordde Karei. „Ik heb een bijzondere reden om juist dezen kant uit te gaan. Ik heb vandaag er iets uit gekregen bij ouden Gerrit. Meer dan hij zelve wel ver moedde. Vooreerst weet ik nu, hoe hij van het kasteel naar ons toekomt, en dien weg zullen wij nu allereerst samen eens ev»n gaan waar het arme bijtje zich in het zonnetje koesterde en net zoolang met haar vleugel- tjes klapwiekte, tot deze even gazig en doorzichtig waren als anders. Hansje keek er met een verbaasd gezicht je naar en vroeg zichzelf af, hoe hij zich zou gevoelen, als hij in een bij veranderde Opeens vloog de bij op, zoemde luid, zette zich op Hansje's vingertje en begofc te spreken ,,Ik dank je wel, dat je mij het leven ge red hebt, kereltje. Ik wou, dat ik iets vooi je kon doen, maar» ik denk niet dat een bij van heel veel nut kan zijn voor een klei nen jongen". Hansje was zoo verbaasd, dat hij nauwe lijks kon spreken, maar opeens dacht hij aan honig voor modder" en haastig riep hij uit: ,,0, bijtje, geef mij als 't je belieft wat honig voor moeder. Die hoest zoo en vrouw Markens zegt ook, dat moeder gauw beter zou zijn, als zij honig kreeg". De bij krabde zich eens achter het oor en zei ,,Ik geloof, dat ik je honig bezorgen kan, maar het is hier ver vandaan en ik weet niet, of je zoo ver loopen kunt". „O, dat zal wel gaan! Ik ben sterk". „Goed, ga dan maar dadelijk met mij mee". Vlug vloog het bijtje vooruit en liet tel kens een luid gezoem hooren, zoodat Hans je haar goed kon volgen. Maar de weg was lang en Hansje's beentjes begonnen hem zoo'n pijn te doen. Eindelijk vloog de bij een hoek van den heuvel om en verdween in een spleet. Ge duldig bleef Hansje wachten, want hij be greep, dat zijn vriendinnetje zou terugko men. En dat gebeurde ook. Een heele zwerm kwam aangevlogen met het geredde bijtje aan het hoofd. Deze sprak ,,Je zult honig hebben, vriendje. Steek je handje in deze spleet en neem, zooveel als je wilt". Hansje gehoorzaamde en haalde weldra' een groote, gevulde honigraat te voorschijn.' Dat was een verrukking! Zijn heele ge zichtje straalde van vreugde, als hij er aan dacht, hoe goed die zuivere honig voor moeder zou zijn. „Bijtjes, ik zal uit dankbaarheid mooie bloemen in mijn tuintje planten!" riep Hansje uit, „en ik zal zorgen, dat niemand je stoort, als je voedsel komt zoeken bij cms". „Ga maar gauw naar huis, Hansje, het Amy hield evert s&T en toon apnak m na drukke! ijk: "„Ik 2wu Kever dien kant niet gaan. Wb mochten ouden Gerrit eens tegenkomen. Dat zou ik vjerschrikkelijk vinden." -„Alle menscheenI Hoe kom je opeens zoo. bar voorzichtig Voor hém hoef je niet bang te zdjn. Hg ia naar het dorp tot '9 avonds laat. Bovendien heeft hij mij niet verboden om op mijn éigen gelegenheid denzelfden weg te volgen. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik je niet moer ken. Je hebt niet eene gevraagd wat ik er bij ouden. Genat heb pitgiekregian." jJWel, ik dacht, dat je éénvoudig niets anders dan dezen weg hier had uitgevon den." „Nu, ik zal heft kort maken. Ik ben zeker, dat die deur, je weet wel, op «en onder- aakdsohe gang .uitkomt.," „Ja heusch En hoe kom je daag d«_n Qfl-n „Nu, ik ondervroeg hem zoo wiaa in het algemeen naar de géhedme gangen van oude kasteden en ik ben wei zeker, dat dat hier zoo'n verbindingsweg is." i O, wat had Amy graag verteld van dat spierwitte gelaat aan het Venster! Maar sb durfde nog niet. HOOFDSTUK XI. Het kloppen aan de detf*. Amy's lippen waren steeds gesloten, door dat zij ach gebonden achtte door haar be lofte. Terwijl ze de gToote oprijlaan afliepen kwam dacr net een rijtuig aangereden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 12