HET HAAR. Het Gildchuis te Goslar. Olt h een der schoonste touwmonumenten van Coslar. Het werd to 15031651 gebouwd. Hot zal weldra publlok verkocht worden. De Jaargetijden. .Voorjaar. Eet is Mei. De bloemen staan op het veld, de hoo rnen bloesemen, de zon lacht, de leeuwerik zingt. Hans zegt tot Greta. Greta. Greta zegt tot Hans: Hans. En dan zwijgen zij beiden. Hans is 20 jaar, klerk bij den gemeente dienst, ideaal aangelegd, arm, reddeloos. Greta is zijn bruid, maar nog zeer in 't ge heim. Over drie jaren ben ik oommies, zegt Hans na lang zwijgen.... Ja, zucht Greta. En als ik commies ben, dan.... Ja, dan zullen wij bruiloft hebben. Hou je van me, Greta? vraagt Hans. Met heel mijn hart, antwoordt Greta. En zij kussen elkaar. De bloomen staan op het veld, de boomen bloesemen, de zon lacht, de leeuwerik zingt. Dan ia het lente I Zomer. Het is Juli De zon brandt, de vliegen zoemen, het oosch heeft zijn schaduwen, de tuinen staan in volle heerlijkheid. Otto en Frederika zijn op de huwelijks reis. ZLe, zegt Otto, terwijl zij uit het v en tter van den D-tredn kijken, hoe schoon ie de Rijn. Ja, hoe heerlijk schoon is de Rijn. Hij trekt zijn vrouw zacht tot zich om naar te kussen. Die berg daar, zegt na enkele oogen- blikken Otto, is achthonderd meter hoog.... Ja, achthonderd meter.... En zij legt het hoofdje op zijn schouder en aluit de oogen. ,,0, de wereld is mooi, zegt Otto, diep overtuigd. Ja, mooi, fluistert zij. En zij Leggen de armen om eikaars hals.. De zon brandt, de vliegen zoemen, het bosch heeft zijn schaduwen, de tuinen staan in volle heerlijkheid. Dan is het zomer. Herfst. Het is October. De storm loeit, de regen klettert, de mist daalt, de aarde druipt, het loof valt, de avonden schemeren. Het is koud zegt Sieglinde tot haar man Ik moet geld voor kolen hebben. Wat, alweer? Ja, en Karei moet een winterjas heb ben. Wat? En Manetje een paar schoenen. Hè? En Frits een nieuw pak. Onmogelijk. En Geertruida een nieuwen hoed. Ben je gek? De winkelier loopt toornig in de kamer op en neer. 'k Wou, dat 'k je nooit gezien had, steunt hij. Jk Wou, dat 'k je nooit getrouwd had, roept zij. Je bent me nageloopenschreeuwt de man. Neen, dat heb jij gedaan. Neen, jij"! Neen, jij De storm loeit, de regen klettert, de mist daalt, de aarde druipt, het loof valt, de avonden schemeren. Dan is het herfst. De winter. Het is Januari. De sneeuw valt, de velden zwijgen, de vogels hongeren, de menschen kleumen, de haard gloeit, de lamp brandt. Grootvader en grootmoeder zitten be haaglijk bij elkaar. Ja, zegt grootvader, waar zijn die goeie ouwe tijden? Waar zijn ze, waar zijn ze? lacht groot moeder. Als men bedenkt hoe gauw de jaren gaan, boe gauw men oud wordt.... Ach ja. En als de eene vriend na den anderen sterft.... Ach ja. En als de kinderen groot worden, en zelf kinderen krijgen, die weer opgroeien... Ach ja. Eigenlijk, zegt grootvader en trekt aan zijn pijp, eigenlijk was het toch mooi. Ja, het was mooigetuigt grootmoeder. En ik zou graag nog eens jong zijn. Nog eens jong zijn, herhaalt grootmoe der en strijkt hem over de hand. De sneeuw valt, de velden zwijgen, de vo gels hongeren, de menschen kleumen, de haard gloeit, de lamp brandt. Dan is het winter. Het is wel te verwonderen, als men rondziet, op te merken hoe betrekkelijk wei nig vrouwen er zijn met echt mooi haar, vergeleken bij eenige tientallen jaren ge leden. Wij wijden veel meer zorg aan ons haar en het resultaat is niet zoo bemoedi gend als hot zijn moest, zegt ,,De Gelderlan der. Het haarverlies is vooral toe te schrijven aan de droogte van de schedolhuid en deze wordt, volgens het oordeel van de kappers, veroorzaakt door het niet gebruiken van olie voor het haar, dat het voedt, en zoo niet precies vochtig houdt, dan toch belet droog en dor te worclen. Een weinig brillantine, na het wasschen in het haar gewreven doet veel goed en verleent het haar een glans zonder eenige v: .ligheidplantaardige oliën zijn beter dan dierenvetten, daar deze spoedig ranzig worden. Makassar-olio !is uitstekend voor liet haar, bevordert zijn groei en houdt den schedel in goeden toestand. Hier is het re cept er voor, ovenals voor Makassarpomina- do; Makassar olie: een maatje amandel-olie, 60 druppels rozemarijn, 60 druppels origa-. num-olie, vijftien druppels muskaat-olie] vijftien druppels rozenolie, drie d up- pels muskus-essence, Laat alles in een vuurvast pannetje smelten, voeg er wat al- canahout in voor de roode kleur, laat alles samen doorkoken, doe het in flesschen en kurk het goed. Makasserpommade5 ons castor-olie, 1 ons witte was, 30 gram alkanahout, 10 drup pels rozemarijnolie, 30 druppels muskaat olie, 10 druppels rozenolie. Schrap de was heel fijn, doe ze dan in een vuurvast panne- tj met de olie en laat het op de kachel of in den oven staan tot alles gesmolten is, voeg dan de andere ingrediënten er bij, roer het zoolang om totdat het koel is en vul er dan potjes mede. Een ander ouderwetsch recept tegen uit vallen van het haar is het volgende: 2 ons spek, h ons witte was, 2 drachmen peru-balsem, 12 druppels lavendel-olie. Smelt de was en het spek en voeg er dan den balsem en do lavendel-olie bijmis schien is het beter het spek te vervangen doorvaseline, maar dan moet men wagen of het zoo goed zal zijn. Het moet alle avonden op de huid worden gewreven. Een uitstekend waschwater is het volgen de: 4 drachmen tinctuur van nux vomics, 1 ons gdistilleerdo azijn, 1^ drachme glyce- rine, 6 ons rozenwater. Meng het goed door een en wasch er 's morgens en avonds het haar mede. liet haar moet om de drie weken wor den afgepunt, om het goed te houden. Het is nog altijd een twistvraag of het goed rmet goborsteld worden dan wel of men een zachten borstel dient te gebruiken. Dit hangt natuurlijk geheel af van den aard van ieders haar. Bij zeer fijn haar zal het flink borstelen met een harden borstel veel schade doen, terwijl bij kort, grof krul haar het Jt eene noodige is; in dit zoowel als in andere gevallen moet men zich laten leiden door zijn eigen verstand. Vele personen vinden het wrijven van het haar met een ouden zijden handdoek, vóór dat zij naar bed gaan, een goed middel, om het haar er glanzend te doen uitzien. Het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 12