miISS ÜM4ZIÈRE
N°. 16654-
Zaterdag 13 Juni.
T'weecle Blad. A°. 1914.
Brieven van een Leidenaar.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Een Geheimzinnige Verdwijning.
LEIDSCH
DAGBLAD
CCCCLXXXV.
.Wij gaan langzamerhand den stillen va-
pan lietijd to gemoet. En waar in dit jaar
geen verkiezingsstrijd do zomerrust lcomt
verstoren en er hier geen bijzondere feeste
lijkheden te wachten zij'1, wijst- alles er
op, dat het dezen zomer in Leiden al bij
zonder stil zal wezen.
Dat moge voor onze neringdoenden iets
tuinder voordcelig zijn, het heeft ook al
weer zijn goede zijde. Wie do stad voor
kor teren of langoren tijd verlaten en uit
gaan en dus 'tot deze stilte medewerken,
zal het natuurlijk niet hinderen. Wie niet
,Van honk gaan, hetzij dat hot hun niet past
jeen deel van hun inkomen aan een uit
stapje uit te geven, hetzij ze nog ouder-
Jwetseh gonoeg zijn om eigen huis en hof
jeen geheel jaar lang ie begooren boven een
tijdelijk onderdak in den vreemde, of in
hun zaak of door hun werk niet gemist
kunnen worden hun allen, vooral de
ïaatsben, doet de rust en do kalmte van oen
gtillen zomer ook goed.
Onze tijd is druk en gejaagd, stelt, zware
pis eken aan de zenuwen, en daarom^ moeten
wij ons gcJukkig prijzen, dat nog
lenkelo weken zijn, dat we ho&^v-fl.'t-''min
der drulc hebben met werken vóoc'-ous éjï^en
bestaan en voocr het algemeen-belaiigr eh He
gelegenheden om to vergaderen on uit to
gaan gedeeltelijk worden stopgezet.
Dan kunnen wij eens tot onszelf komen,
ons geven aan ons gezin, aan onze vrienden
en konnissen.
Zeker, een rustige, kalme, stille zomer
is goed ook voor hen, dio in dc stad blijven.
Maar do stilte moet niet eentonig, de
fust niet vervelend worden. Dan zal zij
juist, het tegendeel uitwerkon van hetgeen
'er van verlangd en er door verkregen lean
worden.
Wij moeten ook in den zomertijd blijven
bewaard voor verveling.
Dat wij aan de kermis waren ontgroeid,
voordat zij was afgeschaft, heeft de uit
komst bewezen. Er mogen er nog zijn, dio
haar terugbegoeren, omdat zij er mo? cn er
door verdienden, van heimwee er naar door
hen, voor wie zij als een genot en een uit
spanning was bestemd, is gocn sprake ge
weest; eer liet tegendeel. Zij behoort tot
het veirledcn cn zal in Leiden in den vorm,
waarin zij eens hoeft gebloeid, later ge
kwijnd, nooit weer herleven.
Kleine dongen kunnen echter do eentonig
heid van den stillen zomeravond breken.
Laat d« stad ons, als wij 's avonds langs
onze heerlijke singels wandelen en luisteren
naai- de merels in de takken der heege
boomen, tegelijk vergasten op het vooral
in stille zomeravonden zoo treffend klokken
spel van don Stadhuis torenlaat het Stede
lijk Muziekkorps, behalve dc gewone Park-
concerten, ook eens een proef nemen met
'een concert op liet water. Niet zooals wij
er eenmaal getuige van waren, toen liet
fc.1 spelend in snel tempo door de stads
grachten voer en het voor wie het volgen
wilden een wilde, gcva-arlijkc jacht word
langs den waterkant, maar zóó, dat men op
Con verlichte boot Mar en daar liggend in
onze schil derachtige singel grachten, een mooi
nummer speelt.
Ik noem maar iets. Er is nog wel meer
,te bedenken. Ei- is al iets anders bodacht
zelfs, dat. naar ik vertrouw, bijzonder aan
het doel, hetwelk ik mij met
avondgen ie tangen voorstel, zal beantwoorden-.
Zooals- men weet is hier verleden jaar oen
af'deeling van de Nationale Vcrcenlgihgwoor
den Volkszang opgericht, die haar"d>est doet
den volkszang te veredelen on te :vOrHaffen
die hot onzen jongens cn meisjes, mannen
en vrouwen als het ware toeroept:
„Weest mot ons do dragers van 't
[Iiollandsche lied,
O, brengt het in huizen en zalen,
Hot blijvo uw trots, ons Vadcrlandsch lied,
Dat lied dor eigene tale!"
Onder leiJing van den heer Joh. Oost veen,
uit Amsterdam, zijn don afgeloopen winter
herhaaldelijk zangavonden gehouden in het
Volkshuis; er heeft zich reeds een vaste
kern van vrijwillige zangsiers en zangera
gevormd; er is met lust en ijver gestudeerd
cn steeds meerderen gevoelen belangstelling,
koestaren Jiefde voor onze mooie Holland-
sche liederen en liedjes. Zeker, het zal nog
wel een heele tijd duren; voor deze volles-
liederen het hebban gewonnen van de tel
kens afwisselende straatliedjes, omdat dit
samenhangt met de beschaving van ons volk,
die slechts langzaam vordertmaar wij zijn
toch op dan goeden weg.
Hel volkslied moet echter niet alleen klin
ken ,,in huizen en zalan het moet ook. ge
zongen worden op de straat, in de open
lucht. Dit heeft de Vereeniging voor den
Volkszang begrepen, en zooals is aangekon
digd, zal zij a.s. Woensdagavond op het
Sportterrein aan den Zoeterwoudschen Sin-
ge!, tegenover de Van.Dissèlbrug, haar eerste
uitvoering go ven.
Een groot aantal zangstórs cn zangers,
die zich in de win ter bij een komsten hebben
geoefend, zullen or een aantal aardige liedjes
ouder tegel Ming van de muziek van hot
Sted. Muziekkorps zingen. Het zingen zal
ongetwijfeld goed gaan en aan belangstel
ling zal liet zeker niet outbroken.
E- n opwekking daartoe is vast niet noodig.
Wij hebben van zulk een op •nhmlit-nilvoe
ring den smaak reeds te pakken. Hoe loopen
wij op den" vrosgen morgen van den 3den
October te hoop, om de koraal muziek te
hoorenWaarom zouden we het ook niet
eens doen in den stillen zomeravond, als aller
dagtaak is volbracht? liet is ccn zomcravond-
gmieüng, die de eentonigheid van den stillen
tijd, waarvan ik boven sprak, kan breken
bij uitnemendheid.
In wijden kring zal ongetwijfeld oud cn
jong zich scharen om dit vrijwillig zangkoor.
Maar wij, Leidenaren, of zou het overal
zoo zijn? hebben nog lang niet allen
geleerd in de buitenlucht rustig to genieten.
In de kerk en in de vergaderzaal zit ieder
stil, doch bij een concert in het PaTk en
op Musis" is liet meestal een drukte en
rumoer, die voor ernstige hoorders liet luis
teren moeilijk maakt.
Wil mcü van mooien zang genieten, dan
mag dat niet. Men luistere stil cn voelt ïne-n
daartoe behoefte, acht men er zich voor in
staat, dan sl ui te men zich bij den kring aan
en zinge mee.
Er moeten velen komen, en ook zij, die ge
woonlijk niet naar openlucht-uitvoeiiugen
gaan. Als men het terrein overlaat enkel aan
liet jonger, op pTet maken belast deel, dan
zou de orde kunnen worden verstoord, en dat
mag niet- Do kalme, rustige toehoorders
zullen alleen door hun oaDwezigheii de an
deren in bedwang houden.
Ik heb het programma voor dezen zang
avond voor mij liggen; ik heb de oefenin
gen in liet Volkshuis meermalen bijgewoond
en op grond daarvan durf ik de verzekering
geven, dat er genoten kan worden.
De Leidsche burgerij moet- door een trouwe
opkomst Woensdagavond van ha-ar belang
stelling blijk geven, dan zal deze eerste
opcnlucht-zaiigoiitvoering slagen.
Meerderen zullen er tos worden aange
sjord zich bij do volkszangbeoefenaa.rs aan
te sluiten en het zal bij deze eerste uitvoe
ring zeker niet blijven.
Zoo kunnen wij allen, ook al zingen we
zelf niet moe, .dragers" worden van het
Hollandsche lied, dat eenmaal ter vervanging
van de min.odele straatdeunen ook zal klinken
door Leiden.
,,D o Standaard" gaf de volgende
driestar met Pit als opschrift.
In ons opkomen hoorde men telkens van
strijdvragen, die thans bijna geheel
worden doodgezwegen.
Zoo raakt de pit er uit.
En dat deed de Coalitie.
Denk nu sleohts aan drie altoos petillante
strijdvragen van voorheen: lo. de Theologi
sche Faculteit; 2o. de Doodstraf, en 3o. de
Gedvrongen Vaccinatie.
Vóór deze eeuw intrad, leefden deze
vraagstukken onder ons. Ieder voelde hoe
voor ons, in meer dan één opzicht, schier
alles aan de Theologische Faculteitskwestie
hirig. luzake de Doodstraf erkende men
onzerzijds steeds, dat het hier een beginsel
gold, dat we niet in den steek mochten la
ten. En wat de Vaccinatie aanging, ijver
den we steeds als één man tegen dwang.
Zoo waren er meer kwesties. Neem bijv.
de Staatsloterij, de Opium-kwestie in In-
dié, de eedskwestie en zooveel meer.
En wat is nu het gevolg der Coalitie?
Dit immers, dat onze bede inzake deze
problemen geheel opzij is geschoven. Als
drie saam moeten loopen, zoo oordeelde
men. moeten de twee snellere loopers zich
schikken naar de maat van wie het mjust
hard loopt.
Zelfs ging het nu zoover, dat onder het
vorig Kabinet de Staatsloterij onverholen
bepleit werd, en de groote kwestie van
Groen inzake de Theologische faculteit als
uitgediend opzij werd gezet.
Men achtte zich naar de Bondgenooten
te moeten schikken, en wij kregen den dek
sel op den neus
Vu loopt dit -p zijn eiüd. Komt de Even
redige Vertegenwoordiging, dan krijgt
Links voor jaren gedaan en is de 6tembu8
vrij. Ook wij kunnen dan weer met onze
problemen komen.
Eerst in de Kamer zal het dan op een
accoord moeten gaan.
Doch dan juist kan het accoord zoo heel
anders worden gesloten. Niet, zooale nu,
dat de zwakste partij alles wint, en de beide
andere alles toegeven moetenmaar heel
anders, en wel zoo, dat men gelijk over
steekt en over en weer elkanders pretension
bevredigt.
Geen ver go eding voor Land
weer d i e n s t. In i,De T ij d" lezen
we
In tegenstelling met vorige jaren hebben
thans vele hoofden van gezinnen, die opge
roepen zijn om Landweer-dienst te vervul
len, op hun verzoek om vergoeding wegens
kostwinnerschap van cbn hegenwoordi gen
Minister van Oorlog een afwijzend1© beschik
king gekregen. Het is licht te begrijpen,
welk ccn teleurstelling het is, als uit gezin
nen, soms reeds met 2, 3 of meer kinderen,
de kostwinner voor 6 of voor 9 dagen moet
vertrekken, on die daardoor gedurende
dion tijd van alle verdiensten verstoken zijn.
Er komt nog bij, dat de afwijzende be
schikking des Ministers in vele gevallen
genomen is, lijnrecht tegen het advies der
betrokken burgemeesters in. Terwijl do bur
gemeester a-drviseert, om een zeker bedrag
als vergoeding te verieenem, krijgt men van
den Minister het volgende ten antwoord
.Geeft verzoekster te kennen, dat, in het
geen aangaande haar huishoudelijke omr
standigheden is bekend geworden, geen
termen worden gevonden, om de gevraag
de vergoeding te v-erleenen".
TTier vraagt men zich toch af, wie die
omstandigheden beter kan beoordeel en
do burgemeester der gemeente waar de
dienstplichtige woont, of een in Den Haag
verblijvende Minister
Bij da betrokken personen heeft deze
schrielheid dan ook geen geringe ons .-'ai
ming gewekt, en door velen is daarom reeds
ten tweedon male een verzoek aan den
Minister gericht, doch weder zonder resul
taat.
Blijkbaar worden in Den Haag stelsel
matig zoo goed als alle verzoeken van
dien aard van de hand gewezen. Zeer wen-
sc-heljjk zou liet zijn, zoo deze kwestie eens
in do Twceclo Kamer ter sprako werd ge
bracht, opdat men, waar ook het verleeDen
van vergoeding in de wet is opgenomen,
niet meer afhankelijk zij van de persoonlij
ke opvatting eens Ministers, maar men het
ontvangen van deze vergoeding niet meer
behoeft te beschouwen als ccn gunst, maar
als een recht, waarop het gezin van iemand,
die in dienst is van het vaderland, aan
spraak kan maken. Ieder, die met de toe
standen in een arbeidersgezin bekend is, zal
toch moeten toegeven dat het gemis van een
week arbeidsloon groote moeilijkheden ver
oorzaakt welke door het verleenen van een
billijke vergoeding althans cenigszins konden
worden afgewend.
Boven het volgende van haar Anisler-
damschen correspondent zet ,,D e Nieu
we Courant": De s 1 u i t i n g 6-
dwang gevonnist.
Men kent de oppositie tégen den slui-
tingsdv/ang in do Hoofdstad. Van de invoe-
ri g der verordening af is zij met kracht
en overtuiging gevoerd on in omvang en
beteekonis feitelijk steeds toegenomen. Men
had hier niet te doen met de opwelling van
een oogenbiik, met een neiging tot verzet
tegen het nieu .re, maar met een zuiver ver
weer van duizenden, die voor zoover zij
het niet om uitsluitend principieel©, redenen
deden in verzet kwamen tegen een
overheidsmaatregel, welke ganseh onnoodig
den meDSohen in hun bestaansstrijd be
moeilijkt of erger, in hun bestaan aantast.
Het voorstel-Ter Haar c. s. tot intrekking
vr i de verordening op do winkelsluiting,
dat reeds maanden en maanden op behan
deling in den Gemeenteraad wacht, gaf
blijk, dat men ook in de kringen, der Ge
meenteraadsleden liet gemotiveerde van het
verzet tegen den sluitingsdwang inziet.
De voorstanders zaten intusschen niet stil.
De Amstsrdamscho afdeeling van den AI-
gemeenen NederLandsclien Bond van Han
dels- en Kantoorbedienden toog aan het
werk en zette een enquête op touw onder
den ganschcn Amsterdamscben winkelstand.
Het resultaat moest natuurlijk materiaal
leveren aan de voorstanders der verorde
ning om straks met succes het voorstel-Ter
Haar c s. te kunnen bestrijden. Men zou
nu eens gaan waar maken wat tot nu toe uit
do kringen der bedienden en door het so
ciaal-democratisch orgaan tf,He'b Volk"
lukraak was beweerd, dat de dwangverorde-
^'->g reeds lang te Amsterdam wa-s inge
burgerd en dat ver en verreweg de ovcr-
groote meerderheid van winkeliers en ne
ringdoenden voorstanders van de verorde
ning waren...
Het resultaat?
Een échec
De verordening op den sluitingsdwang
ligt gevonnist
Men kan or oo aan, dat het leger ka-ntoor-
en handelsbedienden onvermoeid de en
quête heeft gevoerd, dat geen overredings
kracht is gespaard, om een liandteekening
ten gunste der dwangverordening te krij
gen, en dat ook niemand is overgeslagen,
I die voor het teekenen maar even in aanmer-
I king kon komen. Toch hebben slechts 6532
I Amsterdamsohe winkeliers vóór de verorde-
ning geteekend. Dit is geen zeer groote
meerderheid. Het is de minderheid der
Amsterdamsche detaillisten 1 Telt men in
liet laatste adresboek der stad Amsterdam
do winkeliers, neringdoenden en detaillisten
in het algemeen dus zij, die rechtstreeks
aan het publiek vorkoopen te zamen, dan
komt men reeds tot 10,000 U,000. Wij
hebben de fabrikanten, handelaren, enz.
hieubij nadrukkelijk niet medegetcld al zal
men onder hen, zooals bijv. in de rubrie
ken: loodgieters, steen kolenhandelaars,
wijnkoopers, enz er nog wel vinden, die in
een winkel of nering rechtstreeks aan het
publiek verkoopen. Maar wij zijn royaal en
komen dan toch in het adresboek tot 10 a
11,600 personen, die voor het t-eekenen
vóór of tegen sluitingsdwang in aanmerking
kunnen komen.
Nu weet iedereen, dat het met-of-
ficieelo adresboek een zéér onvolledig stuk
werk is en dab men gevoeglijk, zonder vrees
voor een beschuldiging van overdrijving, be
weren kan, dat er in Amsterdam uog een 4 a
5000 zaken en zaakjes (vooral juist de
kleine neringen, die van den sluitingsdwang
het meest te lijden hebben) zijn, welke daar
in geen vermelding vinden. Ondanks alle
gepaste middelen, die de handels- en kan
toorbediende nbond ongetwijfeld zal hebben
gebruikt om het aantal handteekeningen
vóór de verordening tot het hóógst moge
lijke cijfer op te voeren, heeft deze organi
satie, welke altijd zoo heftig voor den slui
tingsdwang heeft geageerd., thans zelve 't
bewijs geleverd, dat er in de Hoofdstad in
plaats van een overstelpend groote meer
derheid slechts een minderheid voor
den sluitingsdwang te vinden is. Het is te
begrijpen, dat „H et Volk" de enquête-cij-
fers slechts in een sober berichtje zonder
commentaar mededeelde». Het anders zoo
gebruikelijke gejubel bleef ditmaal begrijpe
lijker wijze achterwege.
Moge de Baad van Amsterdam in de en
quête van den Handels- en Kantoorbedien-
denbond, als onwraakbare getuige, thans
een aanleiding te meer vinden, om een ein
de te maken aan een dwangverordening,
welke tot niets nut geweest is, maar aan
een groot deel der nijvere burgerij onnoo-
dige ergernis en veel schade heeft toege
bracht-.
KUNST, LETTEREN, ENZ.
Schouwburg to Haarlem.
B. en W. van Haarlem stellen den Baad
voor het aanbod van f 250.000 voor een
schouwburg to aanvaarden en daarvoor het
Wilsonsplein te bestemmen en bovendien
f 50.000 toe te staan voor het noodige meu
bilair enz.
„Floret Silva."
De N. V. ,,Tooneelve.reeniging", directie
Herman Heyermans, heeft tor opvoering
in het komend winterseizoen aangenomen
«Floret Silva", spel in 4 bedrijven van
Tjaarda Jelgersma.
DER VOORTDURENDE
yERST©F»Éeapa«3
r ©n hare gevolgen, ale
HOOFDPIJN, MAAG 01 WG^WANBS-AANDOENINGEN,
LEVER.0PicTïiM9
CA8CAP.A SAGRARA
Varoorxa&on 0eoa toiiokeo.
Elke flacon, waarop do handteckcnlng
"OEMAZIÈRE" ontbreekt, la namaak.
Voorradig In olie voorname Apotheken,
ea Droglatwinkila.
["hoÓfd-Depot: iMib^ DEG^S.131, Rue doVauglrard, Paria
1MONSTER GRATI8
XXII.
Maar aan den langstcn, bangsten nacht
en Chester's eerste nacht in Lacville
was werkelijk lang en bang geweest,
komt een einde. Na voor do tweede maal
een bad te hebben genomen en flink te heb
ben ontbeten, voelde zij zich een heel ander
mensch dan drie, vier uren geleden, toen
hij wakker lag in de sombere, geheimzin
nige atmosfeer van zijn slaapkamer in het
Pension Malfait.
Na don hotelhouder te hebbeu gezegd,
dat hij niet thuis zou komen voor de
lunch, ging Chester uit cn daar het nog veel
te vroeg was, om naar Sylvia te gaan,
besloot hij met behulp van den plat
tegrond, dien hij zich in Parijs had aan
geschaft, een wandeling in de omstreken to
gaan maken.
En terwijl hij, weer met een eenigszins
bedrukt, vermoeid gevoel, maar toch vlug,
voortschreed, verwonderde hij er zich hoe
langer hoe meer over, dat Sylvia Bailey
hi een plaats als Laoville verblijf hield.
Men was er niet in de stad en men was
niet buiten het had van niets zoo-
voel als van een in aanbouw zijnde voor
bad, waar bijna ieder overtollig stukje
Krond te koop was.
Hij liep voort, 6toeds voort, tot hij ein
delijk don zoom van een woud bereikte, of
althans van oen zeer woest, boschachtig
terrein. Dit was zeker een gedeelte van het
beroemde bosch van Monmorentcy, volgens
zijn reisgids de grootste bekoring van Lac
ville. Hij vroeg zicb cynisch af, of Sylvia
wel ooit zoo ver zou zijn geweest, en toen
ging hij het bosch in en sloeg een der aan
gelegde paden in, die in zijn Engelsche
oogen er wel eenigszins het karakter van
een natuurwoud aan ontnamen, maar die
hot wandelen toch aanmerkelijk veraan
genaamden.
Opeens drong het geluid van hoefgetrap
pel tot hem door. Hij keek om on zag op
een punt, ongeveer honderd voetstappen
van hem af, waar vier wegen elkaar onder
het hoog opgaande geboomte kruisten, een
heer en een dame te paard voorbijgaan.
Hun paarden lieten zij juist stapvoets
gaan en terwijl de wind het geluid van hun
stemmen tot hem overdroeg, kwam de stem
der dame hem zeer, zelfs ongelooflijk be
kend voor. Hij kon er bijna een eed op
doen, dat het de stem van Sylvia was.
Chester vertraagde zijn tred en haalde
de schouders op. 't Was zeker, omdat zijn
gedachten zich zooveel met haar bezighiel
den, dat hij zich onwillekeurig verbeeldde
haar te hooren, terwijl toch de mogelijk
heid, dat zij hier was, ten eenen male was
uitgesloten.
Maar dat stemgeluid, hetwelk op dat van
Sylvia leek, deed haar beeld weer mot on
gewone duidelijkheid voor zijn geostverrij-
zen, en weer zag hij haar voor zioh, zooals
hij haar den vorigen avond aan de speelta
fel had zien zitten.
Onwillekeurig dacht hij aan het geval
van een oude dame, wier zaakwaarnemer
hij geweest was. 't Was een zeer degelijke,
achtenswaardige vrouw, en mevrouw
Meeks. de weduwe van een predikant, en
haar inkomen bedroeg ongeveer vier dui
zend gulden '8 jaars.
Eenige jaren na den dood van haar echt
genoot ging zij een buitenlandsche reis
maken on hield ook eenige weken te Men-
tone verblijf. Die weinige weken maakten
mevrouw Meeks tot een verstokt speelster.
Zij had zich nu metterwoon te Monte Carlo
gevestigd, waar zij slechts één klein ka
mertje tot haar beschikking had. Zijn
vrienden vertelden hem dikwijls, als zij
's winters van de Riviera terugkwamen,
dat zij het arme mensch dagelijks door de
speelzalen zagen dwalen; de een lachte er
om en de ander ergerde er zich aan. ,,Wie
denk je wel, dat ik in Monte Carlo heb ge
zien?" was een der eerste dingen, die zij
hem bij hun terugkomst gewoonlijk vroe
gen ,,Wel, mevrouw Meeks, natuurlijk.
Als haar man hel wist, zou hij zich omkee-
ren in zijn graf"
En nu zei Chester bij zichzelf, dat ook
do eerlijke, degelijke George Bailey zich
zou wentelen in zijn graf, als hij zijn
mooie, jonge Sylvia daar in het Casino
had zien zitten, te midden van het zeer
gemengde gezelschap, dat daar bijeen was
gekomen, een werkzaam aandeel nemend
in het spel en haar geld inzettend als een
geroutineerd speelster.
Hij vroeg zich af of het hem zou geluk
ken Sylvia over te halen, Lacville spoedig
to verlaten. In ieder geval besloot hij zelf
nog een dag of drie, vier te blijven, ter
wijl hij eerst reeds na vier en twintig uur
had willen vertrekken, omdat hij zich in
Zwitserland bij een vriend zou voegen,
wiens tijd zeer boperkt was. Het verstan
digste, wat Sylvia kon doen, was zoo spoe
dig mogelijk naar Engeland berugkeeren.
Om halftwaalf kwam Chester in de
Villa du Lac" en toen hij den heerlijken
tuin inging, waar men hem gezegd had, dat
hij mevrouw Bailey zou vinden, zei hij bij
zichzelf, dat Lacville niet zonder enkele
onschuldige attracties was. Maar mevrouw
Bailey zat niet alleen in dien heerlijken
tuin. Vlak bij haar, op het gras, zat de
zelfde Franschman, die den vorigen avond,
toen hij haar voor het eerst had terugge
zien, in het Casino, naast haar zat.
Zij waren zoo in hun gesprek verdiept,
dat zij hem eerst hoorden, toen hij vlak
bij hen was, en ofschoon Chester geen man
was met een zeer scherpe opmerkingsgave,
had hij toch eeD oogenbiik de onaangename
gewaarwording, dat hij hen overviel, dat
het Sylvia geen plezier deed, dat hij kwam,
en dat de Franschman verdrietig en zelfs
boos was om zijn plotselinge verschijning.
We zouden wel wat vroeger kunnen
lunchen dan twaalf uur, zei Sylvia op
staande. Van af halftwaalf kan men
immers zijn lunch krijgen, nietwaar? vroeg
zij, zich tot De Virieu wendende.
Ja, mevrouw, dat geloof ik wel, eu
toen voegde hij er met een buiging bij
En nu geloof ik, dat ik afscheid van u
neem. Ik ga, zooals u weet, vanmiddag naar
Parijs en van daar naar Bretagne. Ik
blijf twee dagen weg.
Wilt u mijn groeten doen aan uw
zuster, aan.de hertogin? Btotterde
Sylvia.
Chester zag haar vorschend aan. Do
zuster van dien Franschman? De her
togin?Wat was ze intiem met. dien
kerel I
Terwijl De Virieu zioh omkeerde on lang
zaam naar het huis terug wandelde, zei
Sylvia ietwat gejaagd
Graaf De Virieu is heel vriendelijk
voor me geweest, Chester. Hij heeft mij
meegenomen naar Parijs om mij kennis te
laten maken met zijn zuster, de hertogin
d'Eglemont. Je zult je den naam van den
hertog d'Eglemont wel herinneren. Tweo
jaar geleden won hij den Derby-prijs.
En toen Chester niet antwoordde, ver
volgde zij, alsof zij vond, dat zij zich
moest verdedigen.
Hij moest naar Bretagne om de be
grafenis bij te wonen van zijn peettante.
Het spijt mij wel, want het zou mij ge
noegen hebben gedaan als jullie kennis
met elkaar had gemaakt. Hij is op kost
school geweest in Engeland, daardoor
spreekt hij zoo goed Engelsch.
Terwijl zij de uitstekende lunch, door
den heer Polperro zelf bereid, nuttigden,
had Chester het onbehaaglijke gevoel, dat
De Virieu, die alleen aan een ander tafeltje
zat, ieder woord, dat zij tot elkaar zeiden,
kon verstaan.
Maar Paul de Virieu keek niet naar hen
en praatte niet met hen, wat een Engelsch-
man, die op goeden voet met een der an
dere gasten in een hotel is, waarschijnlijk
wel zou hebben gedaan. In plaats daarvan
verdiepte hij zich tusschon de verschillen
de gangen van den maaltijd, in zijn cou
rant. Maar toch zag Chester, dat De Virieu
zijn oogen nu en dan met peinzenden, on
derzoekenden blik op hem richtte. Wat be-
teekende het, dat de kerel soms op die ma
nier naar hem keek
Wat Sylvia betreft, zij was klaarblijke
lijk niet op haar gemak. Zij sprak haastig
en nu en dan een beetje onsamenhangend