miISS ÜM4ZIÈRE N°. 16654- Zaterdag 13 Juni. T'weecle Blad. A°. 1914. Brieven van een Leidenaar. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Een Geheimzinnige Verdwijning. LEIDSCH DAGBLAD CCCCLXXXV. .Wij gaan langzamerhand den stillen va- pan lietijd to gemoet. En waar in dit jaar geen verkiezingsstrijd do zomerrust lcomt verstoren en er hier geen bijzondere feeste lijkheden te wachten zij'1, wijst- alles er op, dat het dezen zomer in Leiden al bij zonder stil zal wezen. Dat moge voor onze neringdoenden iets tuinder voordcelig zijn, het heeft ook al weer zijn goede zijde. Wie do stad voor kor teren of langoren tijd verlaten en uit gaan en dus 'tot deze stilte medewerken, zal het natuurlijk niet hinderen. Wie niet ,Van honk gaan, hetzij dat hot hun niet past jeen deel van hun inkomen aan een uit stapje uit te geven, hetzij ze nog ouder- Jwetseh gonoeg zijn om eigen huis en hof jeen geheel jaar lang ie begooren boven een tijdelijk onderdak in den vreemde, of in hun zaak of door hun werk niet gemist kunnen worden hun allen, vooral de ïaatsben, doet de rust en do kalmte van oen gtillen zomer ook goed. Onze tijd is druk en gejaagd, stelt, zware pis eken aan de zenuwen, en daarom^ moeten wij ons gcJukkig prijzen, dat nog lenkelo weken zijn, dat we ho&^v-fl.'t-''min der drulc hebben met werken vóoc'-ous éjï^en bestaan en voocr het algemeen-belaiigr eh He gelegenheden om to vergaderen on uit to gaan gedeeltelijk worden stopgezet. Dan kunnen wij eens tot onszelf komen, ons geven aan ons gezin, aan onze vrienden en konnissen. Zeker, een rustige, kalme, stille zomer is goed ook voor hen, dio in dc stad blijven. Maar do stilte moet niet eentonig, de fust niet vervelend worden. Dan zal zij juist, het tegendeel uitwerkon van hetgeen 'er van verlangd en er door verkregen lean worden. Wij moeten ook in den zomertijd blijven bewaard voor verveling. Dat wij aan de kermis waren ontgroeid, voordat zij was afgeschaft, heeft de uit komst bewezen. Er mogen er nog zijn, dio haar terugbegoeren, omdat zij er mo? cn er door verdienden, van heimwee er naar door hen, voor wie zij als een genot en een uit spanning was bestemd, is gocn sprake ge weest; eer liet tegendeel. Zij behoort tot het veirledcn cn zal in Leiden in den vorm, waarin zij eens hoeft gebloeid, later ge kwijnd, nooit weer herleven. Kleine dongen kunnen echter do eentonig heid van den stillen zomeravond breken. Laat d« stad ons, als wij 's avonds langs onze heerlijke singels wandelen en luisteren naai- de merels in de takken der heege boomen, tegelijk vergasten op het vooral in stille zomeravonden zoo treffend klokken spel van don Stadhuis torenlaat het Stede lijk Muziekkorps, behalve dc gewone Park- concerten, ook eens een proef nemen met 'een concert op liet water. Niet zooals wij er eenmaal getuige van waren, toen liet fc.1 spelend in snel tempo door de stads grachten voer en het voor wie het volgen wilden een wilde, gcva-arlijkc jacht word langs den waterkant, maar zóó, dat men op Con verlichte boot Mar en daar liggend in onze schil derachtige singel grachten, een mooi nummer speelt. Ik noem maar iets. Er is nog wel meer ,te bedenken. Ei- is al iets anders bodacht zelfs, dat. naar ik vertrouw, bijzonder aan het doel, hetwelk ik mij met avondgen ie tangen voorstel, zal beantwoorden-. Zooals- men weet is hier verleden jaar oen af'deeling van de Nationale Vcrcenlgihgwoor den Volkszang opgericht, die haar"d>est doet den volkszang te veredelen on te :vOrHaffen die hot onzen jongens cn meisjes, mannen en vrouwen als het ware toeroept: „Weest mot ons do dragers van 't [Iiollandsche lied, O, brengt het in huizen en zalen, Hot blijvo uw trots, ons Vadcrlandsch lied, Dat lied dor eigene tale!" Onder leiJing van den heer Joh. Oost veen, uit Amsterdam, zijn don afgeloopen winter herhaaldelijk zangavonden gehouden in het Volkshuis; er heeft zich reeds een vaste kern van vrijwillige zangsiers en zangera gevormd; er is met lust en ijver gestudeerd cn steeds meerderen gevoelen belangstelling, koestaren Jiefde voor onze mooie Holland- sche liederen en liedjes. Zeker, het zal nog wel een heele tijd duren; voor deze volles- liederen het hebban gewonnen van de tel kens afwisselende straatliedjes, omdat dit samenhangt met de beschaving van ons volk, die slechts langzaam vordertmaar wij zijn toch op dan goeden weg. Hel volkslied moet echter niet alleen klin ken ,,in huizen en zalan het moet ook. ge zongen worden op de straat, in de open lucht. Dit heeft de Vereeniging voor den Volkszang begrepen, en zooals is aangekon digd, zal zij a.s. Woensdagavond op het Sportterrein aan den Zoeterwoudschen Sin- ge!, tegenover de Van.Dissèlbrug, haar eerste uitvoering go ven. Een groot aantal zangstórs cn zangers, die zich in de win ter bij een komsten hebben geoefend, zullen or een aantal aardige liedjes ouder tegel Ming van de muziek van hot Sted. Muziekkorps zingen. Het zingen zal ongetwijfeld goed gaan en aan belangstel ling zal liet zeker niet outbroken. E- n opwekking daartoe is vast niet noodig. Wij hebben van zulk een op •nhmlit-nilvoe ring den smaak reeds te pakken. Hoe loopen wij op den" vrosgen morgen van den 3den October te hoop, om de koraal muziek te hoorenWaarom zouden we het ook niet eens doen in den stillen zomeravond, als aller dagtaak is volbracht? liet is ccn zomcravond- gmieüng, die de eentonigheid van den stillen tijd, waarvan ik boven sprak, kan breken bij uitnemendheid. In wijden kring zal ongetwijfeld oud cn jong zich scharen om dit vrijwillig zangkoor. Maar wij, Leidenaren, of zou het overal zoo zijn? hebben nog lang niet allen geleerd in de buitenlucht rustig to genieten. In de kerk en in de vergaderzaal zit ieder stil, doch bij een concert in het PaTk en op Musis" is liet meestal een drukte en rumoer, die voor ernstige hoorders liet luis teren moeilijk maakt. Wil mcü van mooien zang genieten, dan mag dat niet. Men luistere stil cn voelt ïne-n daartoe behoefte, acht men er zich voor in staat, dan sl ui te men zich bij den kring aan en zinge mee. Er moeten velen komen, en ook zij, die ge woonlijk niet naar openlucht-uitvoeiiugen gaan. Als men het terrein overlaat enkel aan liet jonger, op pTet maken belast deel, dan zou de orde kunnen worden verstoord, en dat mag niet- Do kalme, rustige toehoorders zullen alleen door hun oaDwezigheii de an deren in bedwang houden. Ik heb het programma voor dezen zang avond voor mij liggen; ik heb de oefenin gen in liet Volkshuis meermalen bijgewoond en op grond daarvan durf ik de verzekering geven, dat er genoten kan worden. De Leidsche burgerij moet- door een trouwe opkomst Woensdagavond van ha-ar belang stelling blijk geven, dan zal deze eerste opcnlucht-zaiigoiitvoering slagen. Meerderen zullen er tos worden aange sjord zich bij do volkszangbeoefenaa.rs aan te sluiten en het zal bij deze eerste uitvoe ring zeker niet blijven. Zoo kunnen wij allen, ook al zingen we zelf niet moe, .dragers" worden van het Hollandsche lied, dat eenmaal ter vervanging van de min.odele straatdeunen ook zal klinken door Leiden. ,,D o Standaard" gaf de volgende driestar met Pit als opschrift. In ons opkomen hoorde men telkens van strijdvragen, die thans bijna geheel worden doodgezwegen. Zoo raakt de pit er uit. En dat deed de Coalitie. Denk nu sleohts aan drie altoos petillante strijdvragen van voorheen: lo. de Theologi sche Faculteit; 2o. de Doodstraf, en 3o. de Gedvrongen Vaccinatie. Vóór deze eeuw intrad, leefden deze vraagstukken onder ons. Ieder voelde hoe voor ons, in meer dan één opzicht, schier alles aan de Theologische Faculteitskwestie hirig. luzake de Doodstraf erkende men onzerzijds steeds, dat het hier een beginsel gold, dat we niet in den steek mochten la ten. En wat de Vaccinatie aanging, ijver den we steeds als één man tegen dwang. Zoo waren er meer kwesties. Neem bijv. de Staatsloterij, de Opium-kwestie in In- dié, de eedskwestie en zooveel meer. En wat is nu het gevolg der Coalitie? Dit immers, dat onze bede inzake deze problemen geheel opzij is geschoven. Als drie saam moeten loopen, zoo oordeelde men. moeten de twee snellere loopers zich schikken naar de maat van wie het mjust hard loopt. Zelfs ging het nu zoover, dat onder het vorig Kabinet de Staatsloterij onverholen bepleit werd, en de groote kwestie van Groen inzake de Theologische faculteit als uitgediend opzij werd gezet. Men achtte zich naar de Bondgenooten te moeten schikken, en wij kregen den dek sel op den neus Vu loopt dit -p zijn eiüd. Komt de Even redige Vertegenwoordiging, dan krijgt Links voor jaren gedaan en is de 6tembu8 vrij. Ook wij kunnen dan weer met onze problemen komen. Eerst in de Kamer zal het dan op een accoord moeten gaan. Doch dan juist kan het accoord zoo heel anders worden gesloten. Niet, zooale nu, dat de zwakste partij alles wint, en de beide andere alles toegeven moetenmaar heel anders, en wel zoo, dat men gelijk over steekt en over en weer elkanders pretension bevredigt. Geen ver go eding voor Land weer d i e n s t. In i,De T ij d" lezen we In tegenstelling met vorige jaren hebben thans vele hoofden van gezinnen, die opge roepen zijn om Landweer-dienst te vervul len, op hun verzoek om vergoeding wegens kostwinnerschap van cbn hegenwoordi gen Minister van Oorlog een afwijzend1© beschik king gekregen. Het is licht te begrijpen, welk ccn teleurstelling het is, als uit gezin nen, soms reeds met 2, 3 of meer kinderen, de kostwinner voor 6 of voor 9 dagen moet vertrekken, on die daardoor gedurende dion tijd van alle verdiensten verstoken zijn. Er komt nog bij, dat de afwijzende be schikking des Ministers in vele gevallen genomen is, lijnrecht tegen het advies der betrokken burgemeesters in. Terwijl do bur gemeester a-drviseert, om een zeker bedrag als vergoeding te verieenem, krijgt men van den Minister het volgende ten antwoord .Geeft verzoekster te kennen, dat, in het geen aangaande haar huishoudelijke omr standigheden is bekend geworden, geen termen worden gevonden, om de gevraag de vergoeding te v-erleenen". TTier vraagt men zich toch af, wie die omstandigheden beter kan beoordeel en do burgemeester der gemeente waar de dienstplichtige woont, of een in Den Haag verblijvende Minister Bij da betrokken personen heeft deze schrielheid dan ook geen geringe ons .-'ai ming gewekt, en door velen is daarom reeds ten tweedon male een verzoek aan den Minister gericht, doch weder zonder resul taat. Blijkbaar worden in Den Haag stelsel matig zoo goed als alle verzoeken van dien aard van de hand gewezen. Zeer wen- sc-heljjk zou liet zijn, zoo deze kwestie eens in do Twceclo Kamer ter sprako werd ge bracht, opdat men, waar ook het verleeDen van vergoeding in de wet is opgenomen, niet meer afhankelijk zij van de persoonlij ke opvatting eens Ministers, maar men het ontvangen van deze vergoeding niet meer behoeft te beschouwen als ccn gunst, maar als een recht, waarop het gezin van iemand, die in dienst is van het vaderland, aan spraak kan maken. Ieder, die met de toe standen in een arbeidersgezin bekend is, zal toch moeten toegeven dat het gemis van een week arbeidsloon groote moeilijkheden ver oorzaakt welke door het verleenen van een billijke vergoeding althans cenigszins konden worden afgewend. Boven het volgende van haar Anisler- damschen correspondent zet ,,D e Nieu we Courant": De s 1 u i t i n g 6- dwang gevonnist. Men kent de oppositie tégen den slui- tingsdv/ang in do Hoofdstad. Van de invoe- ri g der verordening af is zij met kracht en overtuiging gevoerd on in omvang en beteekonis feitelijk steeds toegenomen. Men had hier niet te doen met de opwelling van een oogenbiik, met een neiging tot verzet tegen het nieu .re, maar met een zuiver ver weer van duizenden, die voor zoover zij het niet om uitsluitend principieel©, redenen deden in verzet kwamen tegen een overheidsmaatregel, welke ganseh onnoodig den meDSohen in hun bestaansstrijd be moeilijkt of erger, in hun bestaan aantast. Het voorstel-Ter Haar c. s. tot intrekking vr i de verordening op do winkelsluiting, dat reeds maanden en maanden op behan deling in den Gemeenteraad wacht, gaf blijk, dat men ook in de kringen, der Ge meenteraadsleden liet gemotiveerde van het verzet tegen den sluitingsdwang inziet. De voorstanders zaten intusschen niet stil. De Amstsrdamscho afdeeling van den AI- gemeenen NederLandsclien Bond van Han dels- en Kantoorbedienden toog aan het werk en zette een enquête op touw onder den ganschcn Amsterdamscben winkelstand. Het resultaat moest natuurlijk materiaal leveren aan de voorstanders der verorde ning om straks met succes het voorstel-Ter Haar c s. te kunnen bestrijden. Men zou nu eens gaan waar maken wat tot nu toe uit do kringen der bedienden en door het so ciaal-democratisch orgaan tf,He'b Volk" lukraak was beweerd, dat de dwangverorde- ^'->g reeds lang te Amsterdam wa-s inge burgerd en dat ver en verreweg de ovcr- groote meerderheid van winkeliers en ne ringdoenden voorstanders van de verorde ning waren... Het resultaat? Een échec De verordening op den sluitingsdwang ligt gevonnist Men kan or oo aan, dat het leger ka-ntoor- en handelsbedienden onvermoeid de en quête heeft gevoerd, dat geen overredings kracht is gespaard, om een liandteekening ten gunste der dwangverordening te krij gen, en dat ook niemand is overgeslagen, I die voor het teekenen maar even in aanmer- I king kon komen. Toch hebben slechts 6532 I Amsterdamsohe winkeliers vóór de verorde- ning geteekend. Dit is geen zeer groote meerderheid. Het is de minderheid der Amsterdamsche detaillisten 1 Telt men in liet laatste adresboek der stad Amsterdam do winkeliers, neringdoenden en detaillisten in het algemeen dus zij, die rechtstreeks aan het publiek vorkoopen te zamen, dan komt men reeds tot 10,000 U,000. Wij hebben de fabrikanten, handelaren, enz. hieubij nadrukkelijk niet medegetcld al zal men onder hen, zooals bijv. in de rubrie ken: loodgieters, steen kolenhandelaars, wijnkoopers, enz er nog wel vinden, die in een winkel of nering rechtstreeks aan het publiek verkoopen. Maar wij zijn royaal en komen dan toch in het adresboek tot 10 a 11,600 personen, die voor het t-eekenen vóór of tegen sluitingsdwang in aanmerking kunnen komen. Nu weet iedereen, dat het met-of- ficieelo adresboek een zéér onvolledig stuk werk is en dab men gevoeglijk, zonder vrees voor een beschuldiging van overdrijving, be weren kan, dat er in Amsterdam uog een 4 a 5000 zaken en zaakjes (vooral juist de kleine neringen, die van den sluitingsdwang het meest te lijden hebben) zijn, welke daar in geen vermelding vinden. Ondanks alle gepaste middelen, die de handels- en kan toorbediende nbond ongetwijfeld zal hebben gebruikt om het aantal handteekeningen vóór de verordening tot het hóógst moge lijke cijfer op te voeren, heeft deze organi satie, welke altijd zoo heftig voor den slui tingsdwang heeft geageerd., thans zelve 't bewijs geleverd, dat er in de Hoofdstad in plaats van een overstelpend groote meer derheid slechts een minderheid voor den sluitingsdwang te vinden is. Het is te begrijpen, dat „H et Volk" de enquête-cij- fers slechts in een sober berichtje zonder commentaar mededeelde». Het anders zoo gebruikelijke gejubel bleef ditmaal begrijpe lijker wijze achterwege. Moge de Baad van Amsterdam in de en quête van den Handels- en Kantoorbedien- denbond, als onwraakbare getuige, thans een aanleiding te meer vinden, om een ein de te maken aan een dwangverordening, welke tot niets nut geweest is, maar aan een groot deel der nijvere burgerij onnoo- dige ergernis en veel schade heeft toege bracht-. KUNST, LETTEREN, ENZ. Schouwburg to Haarlem. B. en W. van Haarlem stellen den Baad voor het aanbod van f 250.000 voor een schouwburg to aanvaarden en daarvoor het Wilsonsplein te bestemmen en bovendien f 50.000 toe te staan voor het noodige meu bilair enz. „Floret Silva." De N. V. ,,Tooneelve.reeniging", directie Herman Heyermans, heeft tor opvoering in het komend winterseizoen aangenomen «Floret Silva", spel in 4 bedrijven van Tjaarda Jelgersma. DER VOORTDURENDE yERST©F»Éeapa«3 r ©n hare gevolgen, ale HOOFDPIJN, MAAG 01 WG^WANBS-AANDOENINGEN, LEVER.0PicTïiM9 CA8CAP.A SAGRARA Varoorxa&on 0eoa toiiokeo. Elke flacon, waarop do handteckcnlng "OEMAZIÈRE" ontbreekt, la namaak. Voorradig In olie voorname Apotheken, ea Droglatwinkila. ["hoÓfd-Depot: iMib^ DEG^S.131, Rue doVauglrard, Paria 1MONSTER GRATI8 XXII. Maar aan den langstcn, bangsten nacht en Chester's eerste nacht in Lacville was werkelijk lang en bang geweest, komt een einde. Na voor do tweede maal een bad te hebben genomen en flink te heb ben ontbeten, voelde zij zich een heel ander mensch dan drie, vier uren geleden, toen hij wakker lag in de sombere, geheimzin nige atmosfeer van zijn slaapkamer in het Pension Malfait. Na don hotelhouder te hebbeu gezegd, dat hij niet thuis zou komen voor de lunch, ging Chester uit cn daar het nog veel te vroeg was, om naar Sylvia te gaan, besloot hij met behulp van den plat tegrond, dien hij zich in Parijs had aan geschaft, een wandeling in de omstreken to gaan maken. En terwijl hij, weer met een eenigszins bedrukt, vermoeid gevoel, maar toch vlug, voortschreed, verwonderde hij er zich hoe langer hoe meer over, dat Sylvia Bailey hi een plaats als Laoville verblijf hield. Men was er niet in de stad en men was niet buiten het had van niets zoo- voel als van een in aanbouw zijnde voor bad, waar bijna ieder overtollig stukje Krond te koop was. Hij liep voort, 6toeds voort, tot hij ein delijk don zoom van een woud bereikte, of althans van oen zeer woest, boschachtig terrein. Dit was zeker een gedeelte van het beroemde bosch van Monmorentcy, volgens zijn reisgids de grootste bekoring van Lac ville. Hij vroeg zicb cynisch af, of Sylvia wel ooit zoo ver zou zijn geweest, en toen ging hij het bosch in en sloeg een der aan gelegde paden in, die in zijn Engelsche oogen er wel eenigszins het karakter van een natuurwoud aan ontnamen, maar die hot wandelen toch aanmerkelijk veraan genaamden. Opeens drong het geluid van hoefgetrap pel tot hem door. Hij keek om on zag op een punt, ongeveer honderd voetstappen van hem af, waar vier wegen elkaar onder het hoog opgaande geboomte kruisten, een heer en een dame te paard voorbijgaan. Hun paarden lieten zij juist stapvoets gaan en terwijl de wind het geluid van hun stemmen tot hem overdroeg, kwam de stem der dame hem zeer, zelfs ongelooflijk be kend voor. Hij kon er bijna een eed op doen, dat het de stem van Sylvia was. Chester vertraagde zijn tred en haalde de schouders op. 't Was zeker, omdat zijn gedachten zich zooveel met haar bezighiel den, dat hij zich onwillekeurig verbeeldde haar te hooren, terwijl toch de mogelijk heid, dat zij hier was, ten eenen male was uitgesloten. Maar dat stemgeluid, hetwelk op dat van Sylvia leek, deed haar beeld weer mot on gewone duidelijkheid voor zijn geostverrij- zen, en weer zag hij haar voor zioh, zooals hij haar den vorigen avond aan de speelta fel had zien zitten. Onwillekeurig dacht hij aan het geval van een oude dame, wier zaakwaarnemer hij geweest was. 't Was een zeer degelijke, achtenswaardige vrouw, en mevrouw Meeks. de weduwe van een predikant, en haar inkomen bedroeg ongeveer vier dui zend gulden '8 jaars. Eenige jaren na den dood van haar echt genoot ging zij een buitenlandsche reis maken on hield ook eenige weken te Men- tone verblijf. Die weinige weken maakten mevrouw Meeks tot een verstokt speelster. Zij had zich nu metterwoon te Monte Carlo gevestigd, waar zij slechts één klein ka mertje tot haar beschikking had. Zijn vrienden vertelden hem dikwijls, als zij 's winters van de Riviera terugkwamen, dat zij het arme mensch dagelijks door de speelzalen zagen dwalen; de een lachte er om en de ander ergerde er zich aan. ,,Wie denk je wel, dat ik in Monte Carlo heb ge zien?" was een der eerste dingen, die zij hem bij hun terugkomst gewoonlijk vroe gen ,,Wel, mevrouw Meeks, natuurlijk. Als haar man hel wist, zou hij zich omkee- ren in zijn graf" En nu zei Chester bij zichzelf, dat ook do eerlijke, degelijke George Bailey zich zou wentelen in zijn graf, als hij zijn mooie, jonge Sylvia daar in het Casino had zien zitten, te midden van het zeer gemengde gezelschap, dat daar bijeen was gekomen, een werkzaam aandeel nemend in het spel en haar geld inzettend als een geroutineerd speelster. Hij vroeg zich af of het hem zou geluk ken Sylvia over te halen, Lacville spoedig to verlaten. In ieder geval besloot hij zelf nog een dag of drie, vier te blijven, ter wijl hij eerst reeds na vier en twintig uur had willen vertrekken, omdat hij zich in Zwitserland bij een vriend zou voegen, wiens tijd zeer boperkt was. Het verstan digste, wat Sylvia kon doen, was zoo spoe dig mogelijk naar Engeland berugkeeren. Om halftwaalf kwam Chester in de Villa du Lac" en toen hij den heerlijken tuin inging, waar men hem gezegd had, dat hij mevrouw Bailey zou vinden, zei hij bij zichzelf, dat Lacville niet zonder enkele onschuldige attracties was. Maar mevrouw Bailey zat niet alleen in dien heerlijken tuin. Vlak bij haar, op het gras, zat de zelfde Franschman, die den vorigen avond, toen hij haar voor het eerst had terugge zien, in het Casino, naast haar zat. Zij waren zoo in hun gesprek verdiept, dat zij hem eerst hoorden, toen hij vlak bij hen was, en ofschoon Chester geen man was met een zeer scherpe opmerkingsgave, had hij toch eeD oogenbiik de onaangename gewaarwording, dat hij hen overviel, dat het Sylvia geen plezier deed, dat hij kwam, en dat de Franschman verdrietig en zelfs boos was om zijn plotselinge verschijning. We zouden wel wat vroeger kunnen lunchen dan twaalf uur, zei Sylvia op staande. Van af halftwaalf kan men immers zijn lunch krijgen, nietwaar? vroeg zij, zich tot De Virieu wendende. Ja, mevrouw, dat geloof ik wel, eu toen voegde hij er met een buiging bij En nu geloof ik, dat ik afscheid van u neem. Ik ga, zooals u weet, vanmiddag naar Parijs en van daar naar Bretagne. Ik blijf twee dagen weg. Wilt u mijn groeten doen aan uw zuster, aan.de hertogin? Btotterde Sylvia. Chester zag haar vorschend aan. Do zuster van dien Franschman? De her togin?Wat was ze intiem met. dien kerel I Terwijl De Virieu zioh omkeerde on lang zaam naar het huis terug wandelde, zei Sylvia ietwat gejaagd Graaf De Virieu is heel vriendelijk voor me geweest, Chester. Hij heeft mij meegenomen naar Parijs om mij kennis te laten maken met zijn zuster, de hertogin d'Eglemont. Je zult je den naam van den hertog d'Eglemont wel herinneren. Tweo jaar geleden won hij den Derby-prijs. En toen Chester niet antwoordde, ver volgde zij, alsof zij vond, dat zij zich moest verdedigen. Hij moest naar Bretagne om de be grafenis bij te wonen van zijn peettante. Het spijt mij wel, want het zou mij ge noegen hebben gedaan als jullie kennis met elkaar had gemaakt. Hij is op kost school geweest in Engeland, daardoor spreekt hij zoo goed Engelsch. Terwijl zij de uitstekende lunch, door den heer Polperro zelf bereid, nuttigden, had Chester het onbehaaglijke gevoel, dat De Virieu, die alleen aan een ander tafeltje zat, ieder woord, dat zij tot elkaar zeiden, kon verstaan. Maar Paul de Virieu keek niet naar hen en praatte niet met hen, wat een Engelsch- man, die op goeden voet met een der an dere gasten in een hotel is, waarschijnlijk wel zou hebben gedaan. In plaats daarvan verdiepte hij zich tusschon de verschillen de gangen van den maaltijd, in zijn cou rant. Maar toch zag Chester, dat De Virieu zijn oogen nu en dan met peinzenden, on derzoekenden blik op hem richtte. Wat be- teekende het, dat de kerel soms op die ma nier naar hem keek Wat Sylvia betreft, zij was klaarblijke lijk niet op haar gemak. Zij sprak haastig en nu en dan een beetje onsamenhangend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 5