Het brood bi] de Arabieren
beeld, da* je eens een anderen man zou
liefhebben
„Nooit", riep ze uit.
Alles is waarschijnlijk," peinsde hij
droevig. „Ik kan je onmogelijk o neon I
onmogelijk in de armen van een anderen
man riem. Geloof me toch hij mij zal je
gelukkig ■worden."
Ze wendde zich af, nam de lettertjes aft
de zetkast, begon ze te 6ahikken, lettertje
naast lettertje.
„Ik kan je niet meer aanhooren", tolde
ze. „Mijn werk wacht me".
>rtk zal hier vandaan gaan", riep hij ra
deloos. „Maar ik ben niet verantwoorde
lijk voor wat ik doe".
Wankelend ging hij heen. Hij gToette Bu-
towsky, die niet van zijn arbeid opzag, ter
wijl de jongen man hem voorbijliep.
Het jonge meisje, alleen, zette haar
werk voort. Ze nam de lettertjes, schikte
ze één voor één naast elkander. Even, maar
een enkele seconde slechts, hield ze op,
en staarde voor zich uit. Toen, eentonig
ging ze na, wat er in 't artikel stond, zotte
de woorden en de regels, zonder aan iets
anders te denken.
Ivan Pavlovich stond in zijn huis. Hij
sloeg de handen aan zijn voorhoofd, zonk
op zijn knieën neder. Op dat oogenblik viel
hem de gedachte aan verraad in. Hij balde
zijn handen tot vuisten, of hij een vijand
tegenover zich zagdoch hij wist het volko
men, en in angstvolle zekerheid, dat hij
slechts zijn eigen vijand was.
Hij stond op, liep het huis uit. Telkens
keek hij aohtcr zich, als verwachtte hij, dat
iemand hem zou volgen. Toen stapte hij
het politiebureau binnen zonder nog
om te zien.
Hij werd dadelijk in de kamer van den
politiechef gelaten. Hij sprak geen woord
van begroeting. Hij zeide, waar de gehei
me drukkerij gevestigd was.
Even schelde de politie-chef.
,Een paar rechercheurs in buxgerklee-
ding", beval hij, zullen dezen volgen
en tusschen zich innemen..." Hij zag Ivan
Pavlovitch aan. „We hebben al Lang vet
denking tegen u," riep hij. „Weet, wat 't
tt kosten tal, als u do politie bedriegt?"
„Ik bedrieg niemand," antwoordde Iva«
dof.
Het scheen hem, of ze maar korten tijd
noodig hadden, om de woning van Bufcows-
ky te bereiken. Alles scheen in nevel ge
huld hij zag geen mensohen, geen straten,
niet het licht der winkels. Ze stonden voor
den kelder. Hij klopte tegen de luiken.
„Ik ben 't, Ivan Pavlovitch."
Zij konden aldalen. In den kelder stond
de oude man. Een der rechercheurs greep
hem vast, duwde hem een prop in den
mond.
Hij tikte tegen den uitstekenden balk.
.,Ik ben 't ,Ivan Pavlovitch. Laat me nog
eenmaal binnen."
Katharina opende deur zag de vier
menschen begreep wat er gaande
„Ivan," gilde ze. „Ivan 1"
Een knal sloeg -uit 't gewelf. Kruitdamp
wolkte op. Stil nevellicht drong weder
vredig in de kleine ruimte-
Naast de drukpers, rustig als was ze sla
pend, lag Katharina Butowaky. Een glim
lach was gespreid om haar dooden mond.
Men stelde Ivan Pavlovitch in vrijheid.
Hij werd een simpele, arme dwaas, door
de geheelo stad bekend Soms, te midden
der menschen, Btond hij plotseling stil,
staarde om zich heen, sloeg wild op de borst
en riep schreiend den beminden naam. Tot
men hem, na een kouden winternacht, dood
vond en men hem zonder veel omslag be
groef.
X
Wanneer een vroom Arabier een stukje
van het brood, dat hij eet, op den grond
laat vallen, raapt hij het op, kust het en
eet het op.
Ziet een Arabier op straat een stuk brood
liggen, dan raapt hij het eveneens op,
raakt het met de lippen aan, en legt het
in een nis, opdat niemand er op trappeD
zal.
In Palestina, Arabië, Egypte en geheel
Noord-Afrika bestaat dit gebruik. De pro
feet Mohammed zelf moet de gewoonte ge
had hebben het op den grond gevallen
brood op te rapen en te eten. Vele ztfner
uitspraken verkondigen de heiligheid van
het brood. Men wist toen nog niets van
hygiëne en bacillenvreeade heete zonne
stralen in de door de Arabieren bewoonde
landen en haar bacillendoodende werking
verminderden vele gevaren.
Ook de goede maag van de natuurvol
keren zal wel een der redenen zijn, dat
infectieziekten niet zoo gauw voorkomen.
Onschadelijke krankzinnigen, die men vrij
laat rondloopen, zoeken, wanneer ze hon
ger hebben, de nissen op. Ze eten dan het
daar gevonden beschimmelde brood op,
zonder dat dit een slechten invloed op hun
gezondheid uitoefent.
Wat het bakken van het brood betreft,
dat tracht iedere familie zooveel mogelijk
zelf te doen. Wie zijn brood bij den bakker
haalt, wordt arm genoemd, behalve natuur
lijk wanneer hij een vreemdeling is.
Wie een huis en familie heeft, zou het
een schande vinden zijn brood op do markt
te koopen. Want het bakkersbrood wordt
zonder veel omslag en niet altijd zeer zin
delijk vervaardigd. De Arabische bakkers
koopen slecht meel, dat dikwijls nog be
schimmeld is en reeds Lang in de magazij
nen ligt. Door de overheid wordt de prijs
van het brood bepaald. Een weegmeester
betaalt voor het brood den vasten prijs.
Op de markt hebben de .broodverkoop-
eters elk haar vaste plaats en bij nacht
heeft ieder een klein lantaarntje bij zich.
In de woningen bakt mon het brood van
de meest verschillende stoffen. Er is brood
van griesmeel, bloem- en grof meel. Arme
menschen bakken hun brood van zeer grof
meel of van een mengsel van klei en meel,
al naar hun inkomen.
lederen dag wordt er gebakken, opdat
er nooit gebrek aan versch brood zij. Heeft
de Arabische vrouw van het zorgvuldig be
reidde deeg haar brood gevormd, dan
maakt zij van het overgeblevene deeg voor
haar kinderen een aardig gevormd gebak
je, dat ze krijgen wanneer ze zoet geweest
zijn. In vele gezinnen wordt Donderdags
en Zondags niet gebakken. Dan eet men
de naionale spijs van rijst met schapen-
vleesch en koeskas.
In meer gegoede gezinnen worden eiken
morgen voor het ontbijt versche broodjes
gebakken. Het deeg daarvoor bestaat uit
fijn meel, evenals voor het brood, doch
zonder gist. Koeken bakt men slechts op
godsdienstige feestdagen, of wanneer een
huiselijk feest er aanleiding toe geeft.
In het koekdeeg komt van alles voor,
o.a. suiker, anijs, stroop en boter. Men giet
er oranjebloesemwater door en maakt het
deeg tamelijk stijf, waarna men het net
zoolang roert tot het zich laat vormen.
Zulk eon dag van koeken-bakken is 'n ge
wichtige dag in het leven der familie. Alle
familieleden nemen er aan deel. Op den
laatsten dag van den grooten vastentijd
(Ramadan) bakt de huisvrouw in alle Ara
bische gezinnen haar iakoeza (koek). De
dienstmaagden hebben haar deeg vervaar
digd en verdeelen dit dan over platte vor
men. De dochters, die bij het beslaan van
het deeg geholpen hebben, nemen er een
stukje van, om een „Aisha Ulladha" te
maken. Ook de allerkleinsten willen een
stuk deeg, om eveneens een „Aisha Ullah-
da" te maken.
De grooteren kneden dan ijverig het deeg
net zoolang, dat het zich gemakkelijk laat
vormen. Dan wordt het opgerold en rond
gelegd. De buitenrand wordt met behulp
van een mes mooi uitgetand. Dan wurdeD
twee kleine dcegrollen kruislings over den
krans gelegd, en dwars daarover nog een
derde, zoodat het geheel op een getand wiel
met zes spaken gelijkt. Op elke spaak
wordt een oranjebloesem gevormd en
het over den rand uitstekende stuk in een
gelukshand veranderd. In het midden wordt
een groote bloem gemaakt. Wanneer de
„Aisha Ullahda" uit den oven komt, hangt
men ze aan een kamerwand, waar ze niet
beschimmelen kan. en dan laat men ze
drogen tot het offerfeest. Dan slaat men
het gebak op de horens van het offerdier
stuk en eet het op.
Een Arabische bakkerij gelijkt, zoo zegt
het rN. v. N." van buiten op een winkel.
Binnen staat de oven in den vorm van een
halven cylinder. Voor den oven hanteert de
bakker stangen, vorkon, schoppen, plan
ken, en andere gereedschappen. Ook een
karwats kan hij niet missen om den bak
kersjongen onder den duim te houden..
Dat zijn meestal slechte gemanierde, door
alles anders dan door reinheid uitmunten
de jongens van niet ouder dan vijftien ja
ren, omdat ze dan ong ongehinderd de hui
zen mogen binnengaan en met de vrouwen
mogen spreken. Wanneer, wat des mor
gens is gebeurd, het brood gebakken em ge
leverd is ,loopen ze door de straten der
stad om het deeg der huisvrouwen op te
halen, dat dan in den oven van den bakker
verder gereed gemaakt wordt. Door deur
of sleutelgat geven ze kennis van hun aan
wezigheid. Komt de jongen met het gebak
ken brood terug en vindt de vrouw het
brood in orde, dan geeft ze den jongen
er een groot stuk van en prijst hem. Is ze
ontevreden over het brood, dan overlaadt
ze hem met scheldwoorden, hem, zijn va-
der en zijn grootvader, en hij krijgt er
slechte een klein stukje van.
Het bij het bezorgen verzamelde brood
vormt het loon van den bakkersjongen. Hij
stilt daarmee zijn honger en kan er, wan
neer hij veel heeft, zijn familie ook nog van
laten meeëten. Doch dit gebeurt slechte
zelden, want een rechtgeaarde bakkers
jongen heeft altijd honger.
Edison en zijn vrouw.
Op de gansche wereld is ar slechte één,
aan wien de koning der uitvindingen, Tho
mas Al va Edison, ondergeschikt is, en
eenje is zijn vrouw. Allen, die in West-Oran
ge, de woonplaat! van Edison, woneu, we
ten, dat de bekende uitvinder zonder haar
hulpeloos zou zijn. Volgens een Amerikaan-
8che journaliste is do weergaiooze koning
in het rijk der techniek, in wexeldaangele-
genheden een groot kind en zonder de hulp
van zijn vrouw, zou hij zich niet in het le
ven weten te redden. Deze voortreffelijke
echtgenoot© wordt door de berichtgeefster
geschilderd als een niet slanke vrouw van
middelmatige lengte, met een opvallende
blanke, rozige gelaatskleur, die op een dik
wijls vertoeven in de buitenlucht wijst;
haar gezicht is omlijst door golvend, bruin
haar haar kin is zacht gerond en zij bezit
licht bruine oogen en glimlacht gaarne.
Mevrouw Edison zelf vertelde de journalis
te, hoe zij met haar man omging. Do eerste
behoeft)© van Edison (wanneer hij niet in
zijn werkplaati werkzaam is) is rust. Hij
moet tegen iedere geluid, tegen elke stoor
nis in zijn rust beveiligd worden. Hij werkt
soms 20 uren of meer achtereen, d^n komt
hij thuis en valt dadelijk in slaap, ais een
door het spel vermoeid kiod, en slaapt dan
dikwijls 20 uren aan één stuk. Van een re
gelmatige verdeeling van den dag is na
tuurlijk geen sprake. Edison staat op, eet
en eindigt rijn dag, naar gelang het met rijn
werk uitkomt. Hij is geen vegetariër, zooalsi
meermalen beweerd wordt-, maar eet ook
vleesch en is een liefhebber van wild en ge
vogelte. Groente en vruchten zal hij nooit
ongekookt eten alles moet tot op het' kook
punt verhit worden, opdat alle ziektekie
men gedood worden. Wanneer mevrouw
Edison haar man niet dagelijks per auto
van zijn werkplaats kwam halen, zou hij
daar vermoedelijk dagen achtereen vertoe
ven, zonder te bemerken, dat de tijd pas-'
seort. Vóór tafel maakt hij iederen dag in
gezelschap van rijn vrouw eeai autoritje
wat zijn eenige ontspanning vormt. De jour
naliste was zelfs eens bij het afhalen van
Edison door zijn vrouw tegenwoordig. Edi
son kwam, volgens haar, zijn vrouw te ge-,
moet als een schooljongen, die door rijn
moeder wordt afgehaald hij laat zich ora
als een schooljongen behandelen en deze
06-jarige jongen met sneeuwwit haar en
blauwe oogen laat het lachend toe, dat
men hem scheert, kamt, borstelt en een
schoon boord omdoe.