FEUILLETON.
Eet Geheim van den Toren.
Levensloop van een groot Italiaan.
Eon beetje van uw water gedronken,
.Mijnheer. Dat is al".
Dat is dan zeker water, hé?" spotte
de heer Zandheuvel, terwijl hij een soort
witte, doorschijnende pastilletjes van
Piet's dikke wangen afhaalde. Dat zijn
forellen-eieren, die ik nu met zooveel
moeite veroverd had. Je hebt er zeker min
stens veertig naar binnen geslagen, dat is
too ongeveer ter waarde van een honderd-
vijftig gulden 1"
Piet ontstelde hevig en dat nu nog min
der om de enorme som die hij daar hoor
de noemen, dan wel om dat afschuwelijk
idee, dat hij misschien een heel aquarium
in zdjn maag had rondzwemmen.
Ik zal 't nooit, nooit weer doen",
hijgde hij Als ik nu maar niet dood
ga!"
Nu, de heer Zandheuvel was nog zoo
kwaad niet als hij er wel uitzagIn zijn
hart had hij dus erg meelij met den klei
nen Pieterman, al toonde hij die niet zoo.
Ons ventje huilde tranen met tuiten en dit
werd er nog niet beter op, toen de oude
heer Zandheuvel hem even plaagde.
Ja, nu kan ik je wel voor den rechter
"dagen, en je dwingen om mij op de een of
andere manier schadeloosstelling te geven,
maar die eohande zal ik je nu maar bespa
ren en dus verzoek ik jo alleen, heel drin
gend en ernstig, om dezer dagen bijzonder
goed waar te nemen, wat er soms te voor
schijn komt, als je zoo'n vreemd gevoel in
je keel gaat krijgen".
,,0, maar Mijnheer!
„Ja, heuschje moet denken, die warm
te van de maag kan nooit anders dan gun
stig werken op het uitbroeien der eieren.
Zoo, op die manier kan je mij dus nog een
dienst bewezen hebben, wil je wel ge-
looven?"
Piet ging maar gauw terug naar zijn
baas en die zette groote oogen op, toen hij
het verhaal hoorde vertellen. Hij legde zijn
werktuigen neer, en keek eens over zijn
bril, want hij vond het geval blijkbaar toch
zeer interessant. Althans den heelen dag
sloeg hij zijn leerjongen in stilte gade, om
te zien of zich nog geen vreemde verschijn
selen vertoonde. Maar neen hoorniets van
dien aardzelfs wel een week lang. Al
leen maar zong Piet niet meer zoo lustig
en hoestte zoo af en toe eens, om
dat hijzei ve steeds in angstige verwachting
verkeerde.
En riet: op den ochtend van den zesden
dag werd hij wakker op zijn zolderkamer
tje, en zag daaro, schrik op zijn dok,
een visch spartelen... Een allerliefst, maar
6
In den zoogenaamden tuin was er niet
veel te zien, maar ruimte genoeg voor al
lerlei heerlijke, wilde spelletjes, en hier en
daar was er een gezellig schaduwrijk plekje,
om dan weer eens oven uit te puffen.
De oude gebouwen, achter het eigenlijk
kasteel, prikkelden in hooge mate de
nieuwsgierigheid der kinderen, ofschoon ze
er nog meer verlaten en vervallen uitzagen
dan de rest. In een daarvan precies een
groote doos ontdekten de kinderen een
allerliefst ezeltje, wiens taak zeker bestond
uit het trekken van het alleraardigst kar
retje, in het stalletje daar vlak naast.
Ook kwam den kinderen een tege
moet, heel beleefd kwispelstaartend als
wilde hij den nieuwen bewoners een harte
lijk welkom toeroepen.
t Is een snoes", verklaarde Viva.
„We zullen hem altijd meenemen op onze
wandelingen en als we dan soms verdwalen
mochten, zal hij ons wel weer terugbren
gen. Ik zou wel eens willen weten hoe hij
heet."
Misschien weet de meid het wel. Hij is
hier zeker achtergelaten als waakhond",
vond Amy.
,,Er zal hier toch ook wel zoo iets van
een tuinman wonen", zei Karei, ,,want kijk,
dat lapje grond hier tegenover heeft veel
van een moestuin."
glibberig zilvervischjc, dat hij nu, volgens
de beschrijving die hij ervan gekregen had,
juist voor een forel herkende.
Dus was er althans één ei uitgekomen.
Ha, dat was een verrassingWant als
dat zoo ongemerkt ging, maakte ons jong-
mensch zich ook niets ongerust over de
rest
Met een waarlijk verlicht gemoed daalde
ons ventje af, om bij zijn baas te ontbij
ten maar die scheen het keole geval ge
woon op te nemen. Wel wenschte hij zijn
leerjongen geluk met dezen weinig-pijnlijken
afloop en raadde hem, maar onmiddellijk
na het ontbijt, naar den heer Zandheuvel
te gaan, om dien zdjn forel te overhandigen.
Toen Piet weg was, lachte de oude
baas, dat zijn lever schuddeWant
als je mij vraagt, ik geloof, dat het een
doorgestokenkaart was met den vischlief-
hebber en dat die eenvoudig met Piet'e
baas had afgesproken, om vroeg in den
ochtend dat forelletje op het dek van
zdjn bed neer te leggen. Althans de heer
Dirk Zandheuvel deed ook wel wat vreemd,
zooals Pieterman later getuigde 1
Dat slokje water drinken had intussohen
aanleiding gegeven tot tal van verwikke
lingen en onze leerjongen bedacht zdch in
het vervolg wel een paar keer eer hij een
glaasje naar de lippen bracht!
x
Al vele, vele jaren geleden woonde er te
Florence eon zekere Ludorrico Buonarotti
Simomen deze ambtenaar kreeg in op
dracht om tijdelijk buiten te gaan wonen.
.Daartoe koos hij uit het prachtig gelegen
Caprex, dat zoowat eon dag paardrijden
van Florence verwijderd lag. Daar werd
hem nu 6 Maart 1495, een zoon geboren, die
Muchelangelo gedoopt zou worden. Kort
daarna moest Simom zdch echBer weer in de
groote stad gaan vestigen, maar daar het
kleine kind hier nietl voorspoedig groeide,
werd er maar besloten, dat Michel weer
naar buiten zou gestuurd worden, maar
dit/maal naar Settignano, een zestien mijlen
van Florence, waar zijn vader een boerderij
bezat. Daar zou hij in huis gaan bij een
stcenhouwersfamilic, althans de vader en
de man van zijn pleegmoeder waren beiden
in ddt vak. En dat maakte misschien dat het
eerst Michelangelo's liefde tot beeldhouwen
werd opgewekt.
Onze kleine vent had hier in ieder geval
een heerlijken tijd, want hij kon er naar
buiten loop en naar hartelust en was er zoo
En Karei had gelijk. Tegenover dat
schuurtje of stalletje, was er een flinke
moestuin en even later zagen de kinderen
daar ook een ouden man in bezig, die juist
zijn gereedschappen aan het bij elkaar zoe
ken was, om er voor dien avond een speldje
bij te steken.
„Goeden avond", groette Karei beleefd.
,,Goejen avond sa&m", klonk het terug,
't Was een beverige stem, want het tuin-
mannetje had zeker al een respectabelen
leeftijd bereikt; en hij hoorde precies bij
dit oude vervallen goed.
„Is dat uw hond", vroeg Amy, „neemt u
•'m soms mee?"
De oude man schudde het hoofd: „Mijn
heer heeft gezegd, dat hij 'm liever hier
hield. Er staat een groot hondenhok voor
hem op de plaats en het beest weet wel,
dat ik niet ver af ben."
„Waar woon je dan", informeerde Amy,
die nooit een gelegenheid liet voorbij gaan,
om wat meer te weten tc komen van de om
geving, die haar zoozeer interesseerde.
De tuinman wees met het hoofd de rich
ting van den toren uit, en na een oogen
blikje sprak hij
„De ouwe vrouw en ik zijn hier huisbe
waarders."
„O, hoe leuk", riep ons levendig meisje
weer. „Dan kan je ons ook alles van de
ruïnes vertellen."
Maar het gelaat van den oude betrok
eensklaps, en hij haastte zich te zeggen
„Daar is niet veel van te vertellen",
juffie.
vrij als een vogeltjo in de lucht. Thuis had
hij b.v. niet „zoo'n vuilcn boei mogen ma
ken", maar hier mocht hij knoeion mot leen
e.n klei en begon er al te boetseeren, fcoeu
hij nauwelijks op zijn beentjes kon staan.
Toen hij maar even ouder was, leerde hi'
ad heel gauw den zwaron houten hamer en
den beitel deer sucenhouwcrs hanteeren en
was vast besloten, dat hij zich later ook bij
dit nuttige gilde zou aansluiten. Maar, zijn
vader scheen het anders bestiemd te hebben,
althans voorloopig werd Michael weer te
ruggeroep eD naar Florence, waar hij de
school zou bezoeken.
Nu brak nog eerst een rechte beproeving
aan voor dan artistiieken jongman. Want als
hij aan bet teekenen of boetseeren was,
schold zijn vader hem voor lui op school
munttie hij dan ook volstrekt niet uit en hij
zou hier zijn plezier wel opgekund hebben
ads hij er tenminste niet één vriend had
gehad!: Granacci. Die jongen nu werd b;j
een glasschilder in de leer gedaan en leende
zijn kameraad dikwijls modellen uit het
atelier van zijn baas.
En je behoeft daarom nog niet te denken
dat Michelango lui wasalleen hij werkte
op zijn manier dikwijls ging hij naar de
markt studiën het 't leven maken en ten
laatste trad zijn artistieke aanleg tocli
zoodanig aan het licht, dat zijn vader maar
besloot den jongen zijn gang te lat-en gaan
en hem tot kunstenaar te maken. Z< o wevd
onze Michel, op dertien jarigen leeftijd bij
H. Chilandajo in de leer gedaan. En weet je,
welk eigenaard'g geval zich hier nu voor
deed? Do leormeester werd jaloersch op zijn
leerling, daar dio al heel gauw zoo jong als
hij was, beter teekende Hij wilde dus liever
van den jongen nf zijn en raadde Michel's
vader, zijn zoon liever in het beeldhouwen
verder te laten gaan.
Nu was er iet-s, irat den doorslag gaf
daarinDe rijke gouverneur der stad had
in zijn tkiin een hecle collectie prachtige
beelden,en wilde deze verzameling nu nog
wel wat uitbreiden doordat hij dan meteen
jongere artistieke aangelegde jongelui de
gelegenheid gaf, wat meer erkend te wor
den. Hij had n.l. alle beeldhouwers te Flo
rence doen aanzeggen, dat zij hun meest
belovende jonge leerlingen mochten zenden,
die dan hun krachten mochten beproeven
om schoon e beelden naar naast te vor
men, Michel deed ook mee en Lo
renzo, zoo heette die kunstlievende gouver
neur, was getroffen door het schoone werk,
dat deze jongen leverde. Michel had op dat
oogenblrk een faun onderhanden, een
„0, een ruïne is altijd de moeite waard!
Zoudt u ze ons niet eens kunnen lateD
zien
„Ruïnes zijn heel gevaarlijk te betreden",
klonk het waarschuwend antwoord, „en
bovendien is de toegang er al lang verbo
den."
Amy's gezichtje betrok. Waarschijnlijk
had ze nog heel wat op het hart, maar Ka-
rel legde haar het zwijgen op met zijn
vraag
„Je hebt hier heel wat groenten, hè?"
„Ja, dat gaat nog al; in aanmerking ge
nomen, dat de grond niet zoo heel best is."
Toen ze op een hoek waren, ging hij ver
der tot vlak bij het huis. Hier boog de
hooge muur weer een eind vooruit tot hij
dien van de tijdelijke woning der kindereD
bereikte.
„Wat een vreemden vorm heeft de tuir
toch!" merkte Karei op.
„Ja, maar nu zijn we ook aan het eind
van de bezittingen van het kasteel."
„Dus de ramen aan de zijden van onze
woning zien precies op den tuin van hel
kasteel uit?"
„Ja, juist, zoo is het, jongeheer!"
Maar niet vele vertrekken die op dit deel
uitkomen hebben ramen, en als ze ér al
hadden, dan zouden ze nog niet veel uit
zicht bieden omdat de muur zoo begroeid
is. Het beste gezicht op het Kasteel krijg
je als je achter den moestuin komt en dat
is het deel van het goed, waar je vrij wan
deling in hebt
„Maarbegon Amy weer. Karei leg
de haar met den blik alleen het zwijgen op