E. BRANDSMA, Wftfttsohftppi) ^Do VIS OHM ARK T 18-17. Speciale Aideeling Cfaraiitie-Houien. - d A. 1KEILEMANS. Breestr. 152 - pmr 3 maanden. Stalen worden op aanvrage gaarne toegezonden. E©bi keur van Nouveautés in prijzen van 35 tot 50 gulden. Deze afdeeling staat onder leiding van gediplomeeriie Coupeurs, waardoor wij garan deeren Elegante Coupe en chique passen. 4295 26i Woensday; 3£> April. Tweede I31axl. A#. 1914. PERSOVERZICHT. Het is ons belang den kooper goed te bedienen. Sen tevreden klant komt terug en wekt anderen op sijn voorbeeld te volgen. Wii hebben dit steeds voor oogen gehouden en leveren het beste voor den laagst mogelijken prys. Filiaal te LeidenBREESTRAAT 86. - TELEF. No. 216. Hoofdsoorten: ■i: -L-Lv-Jr h W--MX0M s "w.<-S? Needing naar Maat. LEIDSCH DAGBLAD Het „Weekblad van het Recht" frijft over 1 ij k v e r b r a a d i n g )c vraag, of lijkverbranding naar ons dead recht strafbaar ia, zal eerlang 0or onzen reokter moeten worden beslist. r. Wordt bevestigend beantwoord door X\I B. Vos in het „W eekblad voor e Burgerlijke Administratie". [r Vos meent, dat art. 1 lid 1 van de Be an f wet van 1869 aldus moet worden op- Vat, dat daarin is opgenomen een ver- ichtend stellen van begraven met rbr.d van toepassing op een lijk van cenig der procédé, cn hij verdedigt die opvat- 0g zoowel met een beroep op de bepalin-. en der wet zelf als op haar geschiede- js Z. i. vormt de crematie een over- Eumg van het eerste lid 1 van art. 1, Rrafbaar gesteld in p-rt 41 sub 1 der wet. i)e \ervolging behoort te worden gericht Kgun lo. dengene, die in werkelijkheid de volstrekt, en 2o. dengene, op Ljer.< last ze geschiedt, die c. q. door er Lor te betalen, als uitlókker onder art. 2c. zal kunnen vallen. Begraven van asch na de crematie zal niet als een Ezv/aar tegen een veroordceling kunnen l Tot zoover het betoog van den schrijver, ■heel overtuigd heeft het ons niet. Wij irkennen gaarne, dat het niet in de bo- Soeling van den wetgever heeft gelegen do ïerbranding toe te laten, dooh wij kunnen in de eerste alinea van art. 1 niet een uit- luklcelijk verbod lezen. Een bezwaar te en do door den schrijver verdedigde op- atting ligt o. i. ook in het voorschrift van rt. 3, dat vervoer van het lijk naar het uitonland toelaat, zonder dat de wetgo- Art. 1 luidt „Elk overleden persoon en doodgeboren ind wordt in een gesloten kist begraven op een begraafplaats, overeenkomstig deze ret aangelegd of volgens de overgangs- ipalingen dezer wet toegelaten." ver zich bekommert om wat daar verder met het lijk gebeurt. Ook het K. B. van 18 October 1869 „Stsbl." 162 bevat geener- Ici voorschrift in die richting. Eindelijk wordt o. i. art. wel overtreden door iemand, die een lijk zou begraven in een niet gesloten kist of op een begraafplaats niet overeenkomstig de wet ingericht, doch wie aansprakelijk zou zijn voor de overtre ding van het gebod tot begraven wordt niet gezegd. Daarom schijnt de toepasse lijkheid van art. 41 no. 1 op de door mr. Yos genoemde personen ten minste twij felachtig. Doh „raox judice lis erit". Daarom schijnt het ons thans beter niet in nadere beschouwingen te treden, -doch af te wach ten wat de rechter ons zal leeren. Gelegd op de toekomstige ven nootschappen, is de dividend belasting, die in het ontwerp inkom stenbelasting wordt voorgesteld, in aard en wezen een belasting op het b e d r ij f, een terugkeer tot de afgeschafte patentbe lasting. Maar gelegd op de bestaande yen nootschappen treft zij uitsluitend de tegenwoordige aandeelhouders, terwijl de toekomstige geheel vrij loopen. Daarom werkt zij, naar „De Neder lander" betoogt, nog afgezien van de dubbele belasting van hetzelfde geld eerst bij de vennootschappen en daarna bij de natuurlijke personen, aandeelhouders zoo buitengewoon onbillijk. Een voorbeeld Iemand bezit een aandeel van 1000, waarop sinds jaren 10 pCt. dividend wordt uitgekeerd. De aandeelhouder geniet dus 100 rente. Heft de Regeering nu dividend belasting van, laat ons voor de gemakke lijke rekening 10 pCt. stellen, dan is voor taan voor dividenduitkeering niet meer f 100 doch slechts f 90 beschikbaar en aan gezien de beurswaarde van een effect zich onder normale omstandigheden regelt naar de grootte van het dividend, loopt de waarde van het aandeel natuurlijk te-" rug van 2000 op 1800. Zoolang de bezitter zijn aandeel behoudt, beteekent dit voor hem allereerst verla ging van inkomsten en staat hij in dat op- zioht gelijk met ieder ander, die meer be lasting heeft te betalen. Maarzo'odra hij genoodzaakt wordt zijn aandeel te ver- koopen, dan treft hem kapitaalverlies. Zijn aandeel, dat aanvankelijk 100 's jaars op bracht, kocht hij voor 2000; zijn aandeel, clat, na de dividend-belasting, slechts 90 opbrengt, moet hij daarentegen afstaan voor 1800. Ook na het aandeel niet meer te bezitten, blijft hij de dividendbelasting van 10 op zijn vroegere aandeel betalen, want hij ver loor f 200 kapitaal, dat 5 pCt. rente op bracht. De kooper van het aandeel daarentegen, de nieuwe bezitter, is voor alle tijden vrij van de belasting. Hij krijgt 90 over een kapitaal van 1800 uitgekeerd, aldus 5 pCt., na aftrek der clividend-belasting. Uit dit voorbeeld blijkt zonneklaar, =■- zegt het blad dat dc dividend-belasting niet anders is dan a n n e xa t i o va n het 80 a 100 millioen kapita Sri* van hen, die op dit oogenblik bezitters zijn van aandeelen in Naamlooze Yennootschap pen. Kan men deze baten niet missen, laat men dan, zegt het blad, den moed hebben om het heffingspercentage voor de natuur lijke personen zooveel te verhoogen, dat de opbrengst van hun aanslag 4 millioen hooger wordt. Dan kan ook de niet financieel geschool de burger zien wat er gebeurt cn wat men met hem voor heeft. Over het voorzitterschap van de Eerste Kamer zegt het ,,H a n- d e l s bla d": Zoowel van links als van rechts is in den laatsten tijd de vraag besproken, wie na den dood van den heer Schimmelpenninck, voor het presidium van onzen Senaat in aanmerking zou kunnen komen. Wij zien geen heil in speculatieve beschouwingen van persoonlijken aard, maar meenen wei oven do politieke zijde van deze vacature te kunnen aanroeren, te meer, nu dat door „Het Vaderland" is geschied in een zin, waarmee wij ons niet ten volle kunnen vereenigen. ,,H et Vaderland" pleit voor een Roomsch presidium. Wij hebben daartegen op zichzelf niet heb minste bezwaar en wij mogen er aan herinneren, dat wij indertijd de candidatuur-Van Nispen voor het voor zitterschap van de Tweede Kamer onmid dellijk hebben gesteund. Ook zijn er thans onder de Roomsche leden van de Eerste Kamer zeker wel mannen te vinden, die de plaats van den heer Schimmelpenninck minstens evengoed zouden vervullen als deze. Wanneer dus een geschikt Roomsch lid door de Koningin tot president wordt benoemd, zullen wij dab geheel billijken. Maar niet omdat hij Roomsch zou we zen. Niet omdat hij een lid zou zijn van de sterkste fractie der meerderheid in de Eerste Kamer. Dat motief mag gelden in de Tweede Kamer, doch het komt ons onjuist voor om, zooals thans oók in „Het Vaderland" is gedaan, het evenzeer toepasselijk te achten in de Eerste. Onze Senaat is niet voornamelijk een p-o- litick lichaam on behoort niet door eeni- go benoeming, dio streng met de partij verhoudingen rekent," als zoodanig te wor den misduid. De benoeming van den voor zitter geschiedt in de Eerste Kamer ook niet door de Kamer zelve, d. w. z. door de politieke partijen, maar door de Koningin. En het is heel iets anders of men het poli tiek motief op den voorgrond schuift in een keuze door politieke partijen dan in een benoeming door de Kroon. Bij deze laatste moet, evenals bij alle benoemin gen, alleen gelet worden op geschiktheid, zonder te letten op politieke kleur Ge schiktheid voor het leiden der vergaderin gen cn geschiktheid voor de taak van ad* viseur der Kroon in tijden van crisis. Dit laatste niet te vergeten Il.et komt ons voor, dat men het Kabi net, dat de voordracht zal hebben to doen, niet op een-anderen weg mag trachten ta lokken ter wille van een verkeerd toege paste politieke - grootmoedigheid. Het ge volg der toepassing van het politieke mo tief zou trouwens moeten wezen, dat do Kroon, zoodra dc Eerste Kamer van meer derheid zou veranderen, ook een anderen voorzitter benoemde. Wat tot nu toe, gelukkig, nog nooit ia geschied. De Kroon èn de Eerste Kamer moeten niet meer in de politiek worden gemengd dan onvermijdelijk is. Wij hopen dus, dat, welke ook de poli tieke kleur van den nieuwen president moge wezen, bij zijn benoeming uitsluitend gelet zal worden op de dubbele geschiktheid, dia Rij voor zijn functie moet bezitten. Opnieuw, zegt ,,D e Manufa-cfcii- r i e r", doet het verhaal de ronde, dat bui- tenlandsche geneeskundigen, dio voor den Ncd.-Indischen clienst zijn aangenomen, door de ambtenaren van het Ministerie van Kolo niën naar een kleermaker in Am sterdam verwezen worden, die schan delijk h o o g e p r ij z e n laat betalent en door wien deze vreemdelingen als het wa.ro gevild worden. Eonige jaren geleden waren het Deenscho officieren terwijl er nu van Oostenriiksc-ia sprake is. Het geval met die Deensche gc- neesheeren deed heel wat stof in dc pers op waaien. Vele te goeder naam en faam bekead staande leveranciers van Indische uitrustin gen plaatsten advertontiën in do verschil lende kranten, waarin zij hun onschuld aan deze feiten verklaarden, en hefc was een secret de Polichinel wie de firma in kwestio was. 5902 ICO GROM8NGER RIJWIELENFABR3EK A. FORGERS. DE GEÏLLUSTREERDE PRIJSCOURANT VOOR 1914 WORDT OP AANVRAGE FRANCO TOEGEZONDEN. AMSTERDAM. 2183 60 90 Vents p. 5 Ons. buurten der stad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 1