N<>, 16619.
Dinsdag S8 April.
Tweede Blad. A0. 1914.
BUITENLAND.
Mexico en de Vereenigde Staten.
Haagsehe Rechtbank.
„i>c Lakenhal", de Stadsheerlijkheden
en de Vrooiiwatercn.
I.
't Is eenige weken geleden, dat we mel
ding maakten van do verschijning van
twee boekwerken, waarvan we ons voor
namen te gelegener tijd nog eens een en
ander mee te declen.
Beélè gedrukten hebben betrekking op
de geschiedenis onzer stad en uit dien
hoofde wenschten we eenige meerdere
ruimte te benutten voor de bespreking
dan dat we gewoonlijk beschikbaar heb
ben.
Deze twee boekdeelen zijn do Catalo
gus van voorwerpen in het Stedelijk Mu
seum ,,De Lakenhal" en Archieven van
de Stadsheerlijkheden en van de Vroon-
dateren". De bewerking van beide is van
nir. dr. J. C. van Overvoorde, conserva
tor van het museum en gemeente-archi
varis.
De genoemde catalogus is, zooals we
reeds meldden, een geweldig boekdeel ge
worden en niemand mag zich meer zonder
dezen gids in ,,De Lakenhal" vertoonen
De practische indeeling valt direct op en
daarbij heeft dr. Van Overvoorde zooveel
bijzonderheden bij \ele voorwerpen opge
somd, dat hij tegelijk een zeer leerrijk
werk heeft verschaft.
,,Do Lakenhal" is zoo langzamerhand
een omvangrijk museum geworden. Deze
catalogus toch bevat bijna 3100 nummers
en daarbij komen dan nog de schilderij
en, die in een afzonderlijken catalogus zijn
opgenomen. In den catalogus van voorwer
pen zijn wel genoemd, die doeken, die be
trekking hebben op de geschiedenis der
stad, b.v. de doeken met schilderingen uit
den tijd van het beleg. Ook eenige num
mers uit de prentenverzameling even
eens in een afzonderlijken- catalogus opge
noemd kan men hier vermeld vinden.
Dr. Van Overvoorde doet zijn arbe;d
van een voorrede voorafgegaan. De schrij
ver gaat in 't kort de oprichting van het
Stedelijk Museum te Leiden na. We lezen
daar, hoe in 1869 de heeren B. W. Wittp-
waal en mr. C. W. Hubrecht een verzoek
tot den gemeenteraad richtten, om ovtr
te gaan tot het stichten van een niiueum.
Een commissie werd benoemd, een oproep
aan besturen en particulieren werd gedaan
cn spoedig kon het plan worden \erwe-
zijnlijkt, de in 1639 door den stadsarchitect
Arcnt van 's-Gravensando ontworpen La
kenhal kon voor museum in gebuuk wer
den genomen.
Uit historisch oogpunt had men dos een
prachtige gelegenheid, maar uit practised
oogpunt een minder geschikt gebouw. Het
monumentaal karakter belette om die
veranderingen aan te brengen, die voor een
museum gewenscht waren.
De heer D Hartevelt kwam hieraan in
1S90 tegemoet, door ter nagedachtenis aan
uen heer H.C. Hartevelt de kuastzaai \oor
de belangrijkste schilderijen te doen bou
wen.
De beteekenis van dit museum komt dui
delijk uit in deze, dan volgende, passage
van den schrijver
,,De kern der verzameling (de heer Over
voorde spreekt hier n.l. over de schilderij
en) werd gevormd door de op het stadhuis
aangetroffen schilderijen en de nog aldaar
en bij de gestichten berustende oude voor
werpen. Hierdoor verkreeg het museum
een sterk sprekend Lcidseh locaal-histo-
risch karakter, hetwelk ook bij de latefe
aankoopen, op één enkele uitzondering na,
op clen voorgrond stond, door in het bij
zonder datgene bijeen te brengen, wat
een bijdrage kon geven tot de kennis van
de geschiedenis der stad met haar instellin
gen en van de levenswijze van haar inge
zetenen".
Dr. Overvoorde wijst er dan op, hoe hot
dikwijls onmogelijk was om voor een goede
doorvoering van dit principe de noodige
gelden te vinden.
Dan behandelt de schrijver in zijn voor
rede de afdeeling schilderkunst, wijst op
het belang der Leidsche school en memo
reert, hoe hij als conservator hierdoor bui
tengewone credieten van de gemeente en
den steun van de vereeniging Item-
brandt" en van kunstvrienden, gevoegd
hij het niet onbelangrijk 6aldo van de
Leidsche Rembrandt-tentoonstelling in 1906
lets meer kon doen en sommige Leidsche
meesters beter tot hun recht kon doen ko
men. De schilderijen-afdeeling geeft nu een
benaderend beeld van de beteekenis der
Leidsche echildcrschool, al blijven ook
hierbij nog gevoelige gapingen merkbaar,
getuigt dr. Overvoorde.
De eerste catalogus, zoo lezen we, ver
scheen in 1875, de laatste in 1886 en sedert
perkte men tot 1899 met supplementen,
loen waren er zooveel bijlagen, dat de ca
talogus vrijwel onbruikbaar was geworden.
Er is thans een nieuwe bewerking ver
schenen. In den breede somt de schrijver
°P, wat hij in dezen catalogus beschrijft. We
z,cn daaruit dat een groot aantal nummers
uit vorige catalogi vervallen zijn, wijl voor
kei pen, die in bruikleen waren gegeven,
cruggevraagd waren of uit het museum
erw-ijderd, wijl ze van geen beteekenis wa-
ren, doch aangenomen in een tijd, dat de
df!jjTlte nog toeliet, elke gift to aauvaar-
h)e samensteller brengt dank aan hen,
16 1(?tn hij de bewerking van dezen catalo-
hielpen, in het bijzonder aan den heer
J. A. Frederiks, te 's-Gravenhage, die me
de een gedeelte van de verzameling be
werkte, aan den heer W. K. F. Zwierzina
te Leiden, die de beschrijving der penningen
aanvulde met de daarover verschenen lite
ratuur, aan dr. N. W. Posthumus, thans
hoogleeraar te Rotterdam, die geholpen
lieeft bij de poging om een meer gedetail
leerde indeeling te krijgen van de zoo be
langrijke verzameling stempels en looden
van de Leidsche draperie en aan den heer
J W. Broekhuizen, concierge van het mu
seum voor de hulp bij de velerlei werk
zaamheden aan de samenstelling van den
catalogus ondervonden.
Voor wien de Lakenhal bezoekt is deze
catalogus onmisbaar. Hij zal den bezoeker
tot leering strekken.
Het andere werk van dr. Overvoorde be
weegt zich niet op het gebied van het mu
seum, maar op dat van het archief.
Een Consul gearresteerd.
De Mexicanen hebben nu ook een vijan
dige daad gedaan. Die eer gunnen ze de
Amerikanen alleen niet.
Naar de ,,Berl. Ztg. am Mittag" uit New-
York verneemt, bericht de Amerikaansche
consul te Monterey (Havanna), dat hij van
de zijde der Mexicanen een grove belcedi-
ging heeft ondergaan, waarbij die van de
Unie-vlag te Tampico slechts kinderspel is
geweest. Den 21en April kwam een offi
cier van Huerta op het Amerikaansche con
sulaat en verlangde, dat de twee Ameri
kaansche vlaggen, welke op het gebouw
wapperden, neergehaald zouden worden.
Toen de consul dit weigerde, klommen
Mexicaansche soldaten op het dak van het
de aan de Ver. Staten getrouwe rebellenaanvoerder.
gebouw, haalden de twee Amerikaansche
vlaggen neer, scheurde de doeken aan flar
den en besmeerden deze met straatvuil. De
beleediging van de Amerikaansche vlag
werd door het volk van Monterey met
groot gejuich begroet. Den 22en April werd
consul-generaal Hanna gevangen genomen
en in het tuchthuis opgesloten. Later werd
hij voor den krijgsraad gedaagd, onder be
schuldiging, dat hij gesympathiseerd liad
met den aanvoerderder rebellen. Op den
24sten April werd Monterey door de op
standelingen onder bevel van de generaals
Gonzales en Gastro bezet, die den Ameri-
kaanschen consul-generaal onmiddellijk be
vrijdden.
De Interventie >an Zuid-.Vmerika.
Dit nieuwe conflict te Monterey zal na
tuurlijk de interventie-plannen der Zuid-
Amenkaansche republieken ernstig dwars-
boomen. Te New-York meent men, dat de
onderhandelingen daarover thans nutteloos
geworden zijn uit Washington wordt daar
entegen gemeld, dat men in de omgeving
van president Wilson nog steeds hoopt op
een gunstig resultaat der bemiddelingspo
gingen Wilson zou er sterk vóór zijn. Om
trent het bericht van den Spaanschen ge
zant te Washington, dat Huerta de inter
ventie aanvaard heeft, is tot nu toe in de
hoofdstad der Unie geen bevestiging te
verkrijgen. De gezanten van Argentinië,
Brazilië en Chili wisselen den geheelen dag
dringende telegrammen met Mexico-City.
Wilson heeft zich bereid verklaard de
bemiddeling te aanvaarden. Doch hij heeft
aan zijn verzoek eenige voorwaarden ver
bonden. Huerta moet aftreden en Carranza
en Apata moeten hun vijandelijkheden sta
ken.
Yoor de eerste voorwaarde zal Huerta
natuurlijk niets gevoelen. En de rebellen
aanvoerders zullen zich aan den tweeden
wensch niet storen, nu de Amerikanen zich
niet hebben gedragen, zooals dat de rebel
len wenschten.
Er is ook nog een derde voorwaarde, n.l.
het houden van verkiezingen onder toe
zicht van een commissie, bestaande uit
vertegenwoordigers van Argentinië, Brazi
lië, Chili en de Vereenigde Staten.
Men verwacht in Washington begrijpelij
kerwijze van deze tusschenkomst niet veel.
Tc Vera Cruz.
Te Vera Cruz ziet het er treurig uit, de
bevolking wordt getoisterd door ziekte en
hongersnood. Wel worden dagelijks honder
den gevoed op kosten van de Amerikaan
sche marinoautoriteiten, maar toch lijden
CENERAAL CARRANZA,
da robcllonchef, die do Amerikanen heeft aango-
zogd, dat ze Mexico's' grondgebied
mooton verlaten.
velen nog honger. En daarbij komt, dat de
pokken in de st-a-d zijn ultgeorok-en en dat
zich verschillende gevallen meningitis cere-
bro-spinalia hebben voorgedaan, zoodafc de
Amerikaansche officieren van gezondheid
zich genoodzaakt zien d^ besmette distric
ten te isolecren teneinde uitbreiding van
de ziekten te voorkomen
De Amerikanen hebben groote hoeveel
heden geweren en patronen in beslag geno
men. Een huis tegenover het telegraafkan
toor bleek bij onderzoek een waar arse
naal. Een afdeeling matrozen heeft Zater
dag een begrafenis aangehouden, den lijk
kist geinspecteerd en bevonden dat die vol
wapens was. Op die wijze hoopten de Mexi
canen aan de bevolking wapens te kunnen
uitdeelen.
In Mcxico-stad.
In de Mexicaansche hoofdstad wordt de
toestand voor de buitenlanders allengs be
narder. Het gcheele bestuur van de Ame
rikaansche Club, de Mercantile Banking
Cy. en de Mexico City.B&nking Cy. is ge
vangen genomen, dat van de beide banken
wegens de weigering out de regcering geld
voor te schieten. Een poging om het ge
bouw der Amerikaansche Club in brand te
steken is nog bijtijds verijdeld. Van de
Amerikaansche winkels is een in brand ge
stoken en drie zijn geplunderd
De Mexicanen in het noorden hebben
nogmaals, doch weer zonder succes ge
poogd een inval in de Vereenigde Staten
te doem
De buitenlanders vluchten nog in grooten
getale.
Vooral Engelsche en Duitsche oorlog
schepen nemen deze vluchtelingen aan
boord.
x
Een telegram heeft reeds doen
ULSTER zien, dat de Ulstcrmannen met
den invoer van wapenen en am
munitie 'n flinken slag hebben geslagen. De
invoer van wapenen en ammu
nitie een flinken slag hebben geslagen. De
militaire autoriteiten zijn door de comman
danten geweldig to pakken genomen. Vele
bijzonderheden omtrent de wcloverlegde
wijze, waarop de rebellen hun werk vol
brachten, worden gegeven.
Van Belfast tot Larne, een afstand van
43 K.M., patrouilleerden Vrijdagavond ster
ke afdeelingen vrijwilligers langs do gc
heele kust. Ook de landwegen en toepa
den, die uit Glenarm, Ballymena, Ballycla-
re en andere plaatsen, naar Lcrne leiden,
waren door hen afgezet. De menschen
merkten, dat er iets bijzonders gaande was,
maar slechts weinigen, ook onder do vrij
willigers zelf, wisten wat er gaande was.
In de buurt van de haven en in de stra
ten van Larne stonden gewapende mannen
geschaard, zoo stil als soldaten die para
deeren, terwijl de offioieren heen en weer
liepen en op gedempten toon spraken. Om
negen uur 's avonds hoorde men de machi
nes van een stoomschip dat do Lough op
voer. De lichten aan de masten werden
zichtbaar en ten slotte doemde de gedaante
van het geheimzinnige schip uit de duister
nis op. Eenige minuten later lag het aan
de kade gemeerd.
Kort daarvoor was Larne van de buiten
wereld afgesloten, daar alle telegraaf- en
telefoon-lijnen vernield waren. Alle voer
tuigen, die kwamen en gingen, werden aan
gehouden en alleen auto's, die van een bij-
zonderen pas voorzien waren ten bewijze,
dat zij voor het vervoer vau het wapentuige
dienst moesten doen, werden doorgelaten.
Van alle kanten kwamen nu de auto's aan
rijden.
Het schip ha<i aangelegd aan den steiger
van de postboot van Stanraer, welke stei
ger door een hek van den openbaren weg
afgesloten is. Niemand mocht dat hek door,
tenzij hij weer kon bewijzen, dat hij aan
gewezen was, om zijn diensten te verlcc-
nen. En toen nam het lossen een aanvang.
De vrijwillige bootwerkers werkten als
paarden.
Toen de dag begon aan te breken, was de
karwei volbracht cn lichtte de ,,Mountjoy"
dadelijk het anker. De politie, kustwacht
en kommiezen van de invoerrechten waren
tegenover de cordons van de vrijwilligers
machteloos, zij waren ccn handjevol tegen
over een keel leger en konden dus niets uit
richten
Het schip, dat een gedeelte van do la
ding van de ,,Mountjoy" had overgenomen,
stoomde nog den eigen nacht naar Do-
naghadee en ging daar voor de groote
6toomkraan liggen. Daar wachtten ook ge
wone auto's en vrachtauto's en werden 70
ton geweren en munitie onder de oogen van
politie en kommie'zen, dio door 700 vrijwil
ligers in bedwang werden gehouden, gelost.
De rest van zijn lading loste het schip te
Bangor.
Het voorloopig on-
VLOOTSCHANDAAL derzoek in het Ja-
IN JAPAN. pansche vloot-schan-
daal is geëindigd.
De correspondent van de Londensche „Ti
mes" in de Japansche hoofdstad weet eenige
bijzonderheden mee te deel en. Uit het onder
zoek zou gebleken zijn, dat de Japansche
agenten van de Eng. firma Vickers, door
wier bemiddeling do bouw van den kruiser
„Kongo" aan die firma is opgedragen, van
hun commissieloon ad 115,000 aan admiraal
Matsoemoto 40,000 hebben afgestaan. Zij
wordeD deswege van omkooping beschul
digd.
Herrmann, de Tokiosche agent van de
Duitsche firma Siemens en Schuckert, wordt
beschuldigd van omkooperij in verband met
een contract over draadlooze telegrafie, en
van vernietiging van uit het Duitsche consu
laat te Jokohama gestolen bewijsstukken.
Poolcy, de vroegere correspondent van Reu-
ter's agentschap te Tokio en Blundell, de
correspondent van hetzelfde agentschap te
Jokohama, worden beschuldigd, voor 75
geheime stukken, door zekeren Richter uit
het bureau der firma Siemens-Schuckert ge
stolen, to hebben gekocht cn met behulp
daarvan de firma 60CO te hebben afgeperst.
Admiraal Matsoemoto zal voor een
krijgsraad worden gedaagd.
K.ÜBÈTK BERICHTH'ltf.
Volgens ,,De Nieuwe Gazot" zijn tien
kanonnen, onlangs naar Antwerpen gezon
den om te dienen voor de verdediging der
stad, spoorloos verdwenen en heeft minister
Do Broqueville het legerbestuur aange
schreven, te onderzoeken waar zo zijn.
De Belgische koning cn koningin heb
ben gisteren te Luxemburg aan een gala-
maal deelgenomen. Ook de gezant-en van
Frankrijk, Duitschland, België en Italië
zaten aan. Er is ook getoast. Na den maal
tijd is een rijtoer door de geïllumineerde
stad gemaakt.
Over de Fransche verkiezingen zullen
^ro ditmaal zwijgen. F.r is te weinig belang
rijks. Do heeren politici zijn bet over het
aantal zetels dat elke partij bezet-, nog niet
eens.
Met 324 tegen 2-17 stemmen heeft het
Engelsche Lagerhuis gisteren in tweede le
zing het wetsontwerp tot afschaffing van
het meervoudige stemrecht goedgekeurd.
De beterschap van den Zweedschen
koning duurt voort. Den groot-stcn tijd van
den dag blijft de lijder nog te bed. Dage
lijks vertoeft hij oen korten tijd in de bui
tenlucht.
Keizer Frans Jozef heeft aartshertog
Frans Ferdinand en den minister van bui-
tenlandsche zaken ontvangen. De patiënt
heeft een half uurtje in de kleine galerij in
de zon gezeten
Turkije heeft aan een Europeesche
werf een derde dreadnought besteld. Het
schip moet in twintig maanden gereed zijn.
De Grieken hebben volgens de berich
ten thans geheel noordelijk Epirus ont
ruimd.
De schipbreuk der „Koincta".
Van het- Russischo stoomschip „Kometa",
welks schipbreuk we gisteren meldden,
heeft het Italiaansche stoomschip „Lampo"
zeven opvarenden gered, onder wie de
vrouw van den kapitein, het Engelsche
stoomschip „Limerick" heeft vijf menschen
gered, het Fransche stoomschip Maroc"
drie. Er worden nog 15 opvarenden ver
mist. Mon weet niet of de kapiteiD der „Ko
meta" op do „Limerick" is, dan wel of hij
tot de vermisten behoort.
Alle geredden hebben brandwonden, vijf
zijn in zorgelijken toestand.
De „Ivometa" is uitgebrand en daarna
gezonken.
De geredden denken dat de ontploffing
aan boord is veroorzaakt door vonken uit
den schoorsteen. Zij zijn van oordeel, dat
de kapitein omgekomen is.
Bij onderzoek langs de kust zijn geen lij
ken gevonden.
FAILLISSEMENTEN.
A. de Groot, assuradeur, te Utrecht, thans
gedetineerd in heb huis van bewaring.
D. da Wit, winkelier in huishoudelijke
artikelen, te Ben nebroek.
G. J Hiddink, ontslagen gemeente-archi.
toet, te Wormcrveer.
A. de Swart, rijwielhandelaar, te Gorin
chem
A A Sprajigers, rijwielhandelaar en ko
perslager, te ]?rinsenhage, thans zonder
bekende verblijfplaats.
P, Broertjes, broodbakker, te Ursum.
Do naamlooze vennootschap Anglo-Dutch
Trading Company.
P. Janssen, landbouwer, te Beers
De Handelsvennootschap J. O. Kokoe en
Co danvaskleedormaker, en baar individu-
eele vcnnootcD J C. Kokec, en D. Cardozo,
Amsterdam.
H vaji Kan, Timmerman, Amsterdam
A. D. Smit timmerman, Amsterdam.
W. G. F. Bosman, brievenbesteller, Den
Haag.
Duurde gisteren de voormiddagzitting
lang, langer dan gewoonlijk, ook de na
middagzitting vorderdo nog heelwat tijd.
Allereerst kwamen toen voor zes zaken!
betreffende
Katwijksche zeejongens.
J. G., K. v. d. P., D. H., J. P., J. van'
D. en B. v. d. P., allen schippers of vis-
schers op vaartuigen van een Katwijkscho
reederij en komende van Katwijk, hadden
voor het kantongerecht te Leiden terecht
gestaan, omdat zij als schippers en gezag
voerders van visschersvaartuigen op de
Noordzee aan boord leerplichtige jongens
werkzaamheden hadden doen verrichten,
n.l. heb vasthouden van de reep
Indertijd hebben wij van de behandeling
en de verdediging in deze zaken voor dab
kantongerecht melding gemaakt en ook be
richt, dat de kantonrechter de beklaagden
deels had vrijgesproken, deels ontslaget
van rechtsvervolging.
Het O. M. bij bet kantongerecht was in
hoogcr beroep gekomen cn zoo dienden nu
die zaken voor de rechtbank.-
Het verhoor van beklaagden, die zeiden
er to zijn ingeloopen door verklaringcr
van vaders omtrent den leerplicht-, ook da*
van do hoofden der scholen, de heeren D.
Backer en J. J Kraal omtrent de verrich
tingen van Engel, Gijs, Leendert, Huig,
enz., cn derzelvo schoolverzuim leverde
niets nieuws op.
Voor elk der beklaagden eischte het O.
M. twintig gulden of vijf dagen hechte
nis.
Mr. H W. C. J. de Jong, van Leiden, bij
wie B v. d. P en J. G. op het Volkshuis
om raad waren gekomen, verdedigde hen
ook thans. Dit pleidooi wenschcn wij wat
uitvoeriger te behandelen dan den vorigen
keer, om de belangrijkheid er van.
De verdediger zette uiteen, hoe wel do
Arbeidswet het meenemen van zeejongens
verbiedt, doch dat de reederijen in dezo
allerminst met den wetgever hebben mee
gewerkt. Immers, het aandeel der be<
manning in de besomming is na de Ar
beidswet 1911 eender gebleven, hoewel i.^
plaat-s van een kleinen, een grooten jnr.
gen moest worden meegenomen.
Practisch zou het er dus op neerkomen,
dat hetgeen zulk een grootere jongen meer
kost, door schipper en bemanning wordt
betaald.
Pleiter zette verder uiteen hoe beklaag
den er in geloopen zijn door de misleiden
de woorden van den vader van het mee
genomen jongetje.
Overgaande tot de bespreking der rechts
kwestie, betoogde pleiter, dat de in dezo
uitgebrachte dagvaardïging, èn wat don
tijd, waarop het feit zou gepleegd zijn,
èn wat betreft de plaats van het delict, èn
wat betreft do omschrijving van 't feit zelf,
door het gebruiken eener qualificatio
nietig zou zijn, waarbij verschillende'
rechterlijke beslissingen werden ingeroe
pen.
Voorts was pl. van rceening, dat mede
had dienen te zijn ten laste gelegd, dat do
jongen geen aan boord wonend kind of pu
pil van bckl. was (art. 27 der Arbeidswet),
dat het in deze ingeroopen art 14 dier
wet moet worden in verband gebracht met
art. 47 sub en dus op dien grond ook geen
veroordecling kan volgen, terwijl aan het
slot pl. nog nadrukkelijk wees op het feit,
dat de reeder wel degelijk van het naar
zco nemen van de jongens wist en dus zelf
had moeten terechtstaan
Toen volgde
Wedcrspannigheid te Voorhout.
Beklaagde N. M. W. van dezo
euveldaad jegens een buiten-politie-man
ziet er gezond uit, want zijn blos is er geen
van schaamte of van blocheid of van op
winding. Daarmee heeft de Yoorhoutscho
zon de wangen van dezen landarbeider ge
kleurd.
En dien blos wilde hij blijkbaar in den
donkeren kerker niet verliezen, want Lij
bad geen zin de drie dagen, welke hij daar
in moest doorbrengen ingevolge besluit
van den Leidschen kantonrechter, binnen
de muren to vertoeven En de geldboete
ter vervanging van de hechtenis kon hij
naar zijn beweren niet betalen
Op 7 Maart- zag veldwachter J. de Vries,
van Sasscnheim, hem op den weg Hij hield
hem aan en zei, dat hij nog straf te goed
bad cn dat de ambtenaar van het kanton
gerecht had bevolen, dat hij zou worden
overgebracht tot het ondergaan van zijn
straf. „Je bent- m'n arrestant", bad Do
Vries gezegd. Maar hij wou nieo mee en or
ontstond een worsteling, daar De Vries
W. had vastgegrepen. Volgens bekl.
„werptc" De Vries hem op den grond, to
gen prikkeldraad, zette de knie op zijn
kin, wilde hem boeien, maar do ketting
van de handboei brak. Bekl. roeg aan
de rechtbankMoet hij mij als beest be
handelen '1 Ik ben toch ook menseh 1 En hij
beweerde, dat wat Do Vries had geschre
ven in het proces-vcrbaul, dat bij had „ge-
sloegen' en getrapt, onwaar was
Een lastige patiënt, noemde De Vries
dezen man, die zich met geweld had ver
zet, waardoor de onlangs nieuwe Rijks-
boei was gebroken. En in het draad gewor
pen had hij hem niet. Ook was hij „niet
wilder geweest dan gewoonlijk", zooals
bekl.'s verdediger mr Moerel, beliefde
te veronderstellen, want hij liad nog zijn
horloge geraadpleegd om te zien of het wel
de juiste tijd waa voor do arrestatie met