N°, 16586.
Zaterdas; 21 Maart.
Officieel© Kennisgeving.
Ingezonden.
Tweede JJUicï. A0. 1914.
lerkieziug Kamer Tan Arbeid.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den;
Gezien het besluit van den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel van den
26sten Februari 1914, No. 479, Afdeeling
Arbeid
Brengen ter algemeen© kennis;
dat de stemmingen ter verkie
zing van 5 leden-patroons en 5 leden-werk
lieden der Kamer van Arbeid voor de Bouw
bedrijven, die behooren t-e worden benoemd
ter vervulling van de op 27 Juni 1914 open
zijnde plaatsen,zullen plaats hebben op
Dinsdag 24 Maart. 1914 en
de herstemmingen, zoo noodig, op
V r ij d a g 3 A p r i 1 d. a v.;
en dat do stembureaux zitting zullen hou
den in een der lokalen van het Raadhuis
van twaalf uur 's namiddags tot twee
uur 's namiddags en van zeven uur
's avonds tot negen uur 's avonds.
Voorts vestigen zij do aandacht van be
langhebbenden op den inhoud van de ar
tikelen 17 en 18 der Wet op de Kamers van
Arbeid, luidende als volgt:
Artikel 17.
„Het hoofd of de bestuurder van een be
drijf of een onderneming, waarin personen
die op een keizerslijst voor een Kamer van
Arbeid zijn geplaatst, arbeid verrichten in
fabrieken en werkplaatsen, is verplicht te
zorgen, dat ieder van dezen gedurende ten
minste twee achtereenvolgende uren van
den voor de stemming bepaalden tijd gele
genheid vinde om mede to werken tot de
keuze, waartoe hij bevoegd is."
Artikel 18.
„Het hoofd of de bestuurder in het voor
gaande artikel bedoeld is verplicht te zor
gen, dat in zijn fabriek of werkplaats, op
een plaats waar arbeid wordt verricht, ge
durende twee werkdagen vóór en tijdens de
tot stemming bepaalde uren, op een zicht
bare wijze is opgehangen een door hem on-
derteekende lijst, de uren in het voorgaande
artikel bedoeld vermeldende voor elk afzon
derlijk of groepsgewijze of voor allen ge
zamenlijk."
,,Op de woorden „arbeid" en „fabrieken
en werkplaatsen" in dit en in het vorige
artikel is 1 der Arbeidswet, met uitzonde
ring van het laatste lid van art. 2, toepasse
lijk".
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N- O. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRÏJEN, Secretaris.
Leiden, 4 Maart 1914.
Voorjaarsscïioaw.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien artikel 17 der .verordening van
den 6en Juli 1899 (Gemeenteblad no. 15) laat
stelijk gewijzigd bij de verordening van den
6en Februari 1913 (Gemeenteblad no. 4);
Brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat te beginnen met Woensdag 1
A p r i 1 e. k. zullen geschouwd worden: alle
wegen, lanen, paden, straten, kaden, pleinen
hofjes, stegen sloppen of poorten en gan
gen, benevens de daarin gelegen of daartoe
behoorènde bruggen en andere kunstwerken,
voor zoover die bijzonder eigendom zijn, en,
zonder verhindering door of vanwege
rechthebbenden, voor het publiek verkeer
openstaan
en alle wateringen en slootenden de riolen
ter vervanging daarvan gemaakt, benevens
de daartoe behoorende sluizen, duikers, bui
zen, toegangskokers en dergelijke werken,
voorzoover die bijzonder eigendom zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN HAMEL,
Wcth. lo. Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 5 Maart 1911.
Brieven uit Warmond.
LXIV.
Indien ik mij niet vergis, zijn wij op
'dit oogenblik een vrij rustig tijdperk in
getreden.
De waterleiding is voorloopig van do
Baan,'of beter'op de lange baan
geschoven, en de Kennis-kwestie, door
dat de kermis op „de Baan" blijft,
is de kwestie ook van de baan.
Ons gemeentebestuur zit echter niet
stil'; er is wel al veel gedaan, maar nog
is er veel te doen over; en nu wil het
zich baan maken van het Raadhuis naai
de Losplaats.
liet begin, de aanleg, is goed. De ge
regelde aanbouw van burgerwoningen
heeft noodig gemaakt oen broederen en
Beteren weg, en dien zal men zien te
«naken.
Kon geheel nieuwe rioleering is gelegd.
Betere verlichting toegezegd, zoouat al
leen de verbreeding nog maar noodig
is, om oen volmaakt geheel ts krijgen.
Hiervoor is noodig, dat een zes- of
Zevental eigenaars of eigenaressen af
stand doet van een paar meters grond
van hun tuintje of vóór huil huis ge
legen grond, waartegen bij de meesten
geen bezwaren bestaan, al is de -een wat
Bchikkolijker dan de ander.
Doch onder allen is er een, die niet
in te willigen eischen stelt aan het ge-
tneentebestnur. Deze wil blijkbaar zya
kruit droog houden, om mogelijk later
een voordeeliger schot te doen, iets, wat
mij toelijkt een illusie te zijn, die niet
verwezenlijkt zal worden.
Natuurlijk heeft die eigenaar alle recht
om zijn rechten te blijven handhaven,
en daardoor liet „rechten van den weg"
tegen te houden; doch daar al de an
deren hier van hun rechten afstand doen,
om een degelijken toestand te krijgen
en het gemeentebestuur bijstaan in zijn
pogen verbeteringen aan te brengen, die
nuttig en noodig zijn; daar kan ik het
nut van tegenwerken hierin niet inzien,
terwijl een voordeeltje behalen toch niet
mogelijk is.
De perceelcn, aan een flinken breeden
weg gelegen, krijgen vanzelf meer waar
de, en als de gestelde eischen te hoog
en daardoor onaannemelijk zijn, kunnen
deze toch nooit worden geaccepteerd,
daar men dan ©en onrechtmatigheid zou
begaaa tegenover de andere eigenaars
en eigenaressen.
Van Kerpersdam tot aan de losplaats
krijgen wij dan een flinken breeden weg,
die nagenoeg aansluit aan de Dorps
straat, en daardoor eenigszins recht
krijgt ook Dorpsstraat genoemd te wor
den.
Met het verb'reeden zal men nu verder
doorgaan en men is heusch benieuwd
hoe dat wel staan zal, als daar midden
langs dien weg een meter acht a tien
zoo n tuintje uit komt steken, voor uit
wijkende nj- en voertuigen een aange
name gelegenheid om er onwillekeurig
tens vast te rijden, ofschoon ik toen
goeden moed heb, dat het veranderlijke
in het weer op dien eigenaar overslaan
zal en deze alsnog zijn houding in belang
van het algemeen wijzigen zal.
De besproken wegverhetering houdt m.
i. ook wel verband met de verbetering
van de Josplaats, welke eigenlijk geen
losplaats is, want op cemge nieters is
de kant niet voor een schip te bereiken,
dat zelfs maar den geringsten diepgang
Jieeft. En al is geblckon, dat er veel
over gesproken wordt, het zal zon-
der uitdiepen niet beteren. Zeker zal
dat geld kosten, en waar zuinigheid ge
biedende eisch is, wordt wel lang ge-
wikt en gewogen, eer men tot uitgeven
overgaat, dus is dat heel goed te plaat
sen doch het kon heel spoedig wei eens
een geschikte gelegenheid zijn, om nog
heol voordeelig klaar te komen. Straks
komen do baggermachines in de Leede,
voor rekening van lxet Hoogheemraad
schap Rijnland deze weer op diepte te
brengen, om den grooten schepen weer
gelegenheid to geven van het „Wije"
at de Leede door te varen; en zal dan
in de Jachthaven baggerwerk moeten
plaats hebben, licht, dat het dan zoo „en
passant" gedaan kan worden, en de kos
ten, die vroeger of later toch gemaakt
moeten worden, tot zoo laag mogelijk
bedrag teruggebracht kunnen worden.
Ik hen van die meening, omdat m. i.
kosten van transport en opstellen van
de daarvoor noodigo werktuigen en ma
chines daardoor vermeden worden; en
Rijnland zijn medewerking in deze zeker
niet zal onthouden.
Als men dat toch zoo eens nagaat, dan
moet men toch zeggen: wat heeft men
vroeger vreemdsoortig omgesprongen
met de huizenbouwcrij hier, zoowel wat
inrichting als wat plaats aangaat.
Zoo staat tegenover de eens dorps
pomp een huis een paar meter vooruit
gebouwd op den weg, en hij de anderj
pomp pn Raadhuis een zoo ver uit do
gewoue vooilijn gebouwd, dat menig
vreemdeling meent, dat hier het dorji
ten einde loopt; terwijl over den gashou
der de straat tot op een naar meter
breedte is geslonken.
Zoo iets zal nu wel niet meer gebeuren,
maar wat or gebouwd staat, is nog met
geen praatje weg, al zou ieder het ook
wenscnen.
Wel, dit kan niet ontkend, waren de
eischen daaromtrent vroeger niet zoo
hoog als nu, en zullen deze in de toe
komst nog hoogcr .gesteld worden; en
daarvoor schijnt men nu te willen waken,
door zonder pardon alles, wat buiten
de rooilijn gaat, te weigeren. Daarmede
in verband is dan ook eerstdaags een be-
bouwings- ot uitbreidingsplan te ver
wachten, dat door een deskundige, den
heer B. E. Spijker Azn., te Leiden, 111
elkaar gezet zal worden, en naar ik
hoorde, ook verschillende aanwijzingen
en voorschriften geven zal voor hot toe
komstige „Juliana-park", met welks töt-
stand-koming ook weer verschillende
andere zaken, waarover later meer, sa
mengaan.
SPECTATOR.
BtHCI.AIIliS,
fc. 40 Conts per regel.
QENSZJNQ
DER VOORTDURENDE
VERSTOPPING
on har© gaTolgon, aio
HOOFDPIJN, 3AAQ EM WSEViJND3-AAN DOENINGEN,
LEVEfl-GPZETTIBQ
OASOARA 8AGSADA
Vorooi-sakon gooa koliokoD.
Blke llacqa. wuarop de haadterhrofng
"DEMAZJÉflE" ontbreekt. 18 fieunaali,
„Voorradig lu allo voorname Apotheken
"l DrogUtwiiikcls.
rtloorD-Dapor: Apatbaek DEGLOS1311 Rue deVauglrard, Paris
MONSTER GRATIS ■liinil .Hid
1604 13
Gemeentezaken.
Bestaor Practische Ambachtsschool.
Door het bestuur der Vereeniging „De
Practische Ambachtsschool" worden ter voor
ziening in de vacature tot lid van haar bestuur,
ontstaan door het bedanken van mr. Q. J.
Terpstra ter benoeming voorgedragen: lo. J. van
Schravendyk (oud-gemeente secretaris van
VlaardingeD), 2o. J. Zitman; en voor de vaca
ture, ontstaan door het bedanken van dsn
heer J. van Dam: 1. A. van 't Riet; 2o.
J. H. de Jong.
Kosteloos afstaan Tan het gebruik
der Stadszaal.
Door B. en Ws. wordt den Raad in over
weging gegeven ook dit jaar aa-n het be
stuur van het Genootschap „Mathesis
Scientiarum Genitrix" in de week van 12
tot en met 17 Mei ten behoeve van rijn al
gemeen© vergadering en do tentoonstelling
van de door do leerlingen vervaardigde
ieekeningen deze zaal kosteloos af te
staan.
Pensioenregelingen.
In de Raadsvergadering van 25 Sept. j.l.
werden verschillende voorzieningen getrof
fen in verband met de Pensioenwet voor
gemeente-ambtenaren en van de Wedu-
wenweb 1913 en werd door B. en W. toe
gezegd, dat zij in verband daarmede te zij
ner tijd met een herziening der bestaande
verordeningen zullen komen.
Dit is nu ge-sehied.
DeLeidsche pensioenverordenig en wedu-
wenverordening bevatten verschillende be
palingen, die voor de ambtenaren en hun
weduwen en kinderen gunstiger zij dan
de bepalingen der nieuwe wetten. Zoo
heeft een ambtenaar volgens de pensioen-
verordening recht op pensioen na 40 jaar
dienst, ongeacht zijn leeftijd, terwijl vol
gens de wet in het algemeen eerst op 65-ja-
rigen leeftijd pensioen kan worden ver
kregen. "Verder is het pensioen volgens de
verordening in eenige gevallen hooger en
kunnen ook tijdelijke ambtenaren pensioen
deelachtig worden.
B. en W. vinden het daarom billijk en ook
het meest in overeenstemming met de be
doeling der wetten, om voor de in dienst
dezer gemeente zijnde vaste en tijdelijke
ambtenaren, wien op 1 October 1913 reeds
ingevolge de beide gemeentelijke overordé-
nigen aanspraken op pensioen voor hen
zelf en voor hun weduwen en kinderen
waren gewaarborgd, de bestaande bepa
lingen te handhaven, natuurlijk sldchts
voor zoover zij in deze gemeente werk
zaam blijven en hun dienstverband alhier
na 1 October 1913 niet is onderbroken. In
deze laatste gevallen fc.och kan niet meer
van verkregen aanspraken worden gespro
ken.
Een en ander is belichaamd in twee door
hen voorgestelde concept-wijzigingsveror
deningen.
Na de verschillende wijzigingen te heb
ben toegelicht, komen B. en W. tot de
vraag, op welke wijze een beslissing moet
worden genomen in zake de bestemming van
het gemeentelijk pensioenfonds voor we
duwen en weezen van gemeente-ambte
naren.
Zooals bekend, is dit geen onderling
fonds, door de ambtenaren opgericht
doch een fonds, door de gemeente met het
oog op een ordelijk beheer gesticht. Het be
treft hier derhalve een administratieve
boeking van gelden, welke, gelijk art. 20
der weduwen verordening ook uitdrukke
lijk zegt, eigendom rijn van do gemeente
Leidon.
Ten laste van het fonds blijven de reeds
toegekende weduwen- en kinderpen-
sioenen, benevens de nog toe te kennen
pensioenen aan de weduwen en kinderen
van de vóór 1 October 1913 gepensionneer-
de ambtenaren. De contante waarde dier
pensioenen bedraagt volgens borekening
ongeveer 200,000. Voor andere doeleinden
blijft derhalve, aangezien het fonds pl.m.
f 350.000 groot is, een kapitaal van pl.m.
f 150,000 beschikbaar.
Een deel van dit overschot zouden B. en
W willen bestemmen, om de reeds toe
gekende weduwen- en kinderpensioenen
met ingang van 1 October 1913, alsook de
nog te verïeenen pensioenen voor de wedu
wen en kinderen van op 1 October 1913
reecis gepensionncercle ambtenaren, te ver-
hoogen tot een maximum van f 735, ter
wijl zij den Raad verder verzoeken hen
voorloopig te machtigen uit het- dan nog
beschikbaar blijvende deel te betalen
a. de pensioenen, te verïeenen aan de
weduwen en kinderen van tijdelijke ambte
naren, die op 1 October 1913 reeds pen
sioen saanspraken voor die weduwen en kin
deren hadden verkregen, welke aanspra
ken bij aanneming van hun voorstellen zui
len worden gehandhaafd
b. do meerdere uitgaven, die voor
weduwen- en kinderpensioen zullen moe
ten worden gedaan in verband met de
handhaving der verkregen aanspraken
ingevolge de weduwenverodening
c. de aan het Rijkspensioenfonds te be
talen bijdragen ten behoeve van vroeger in
dienst dezer gemeente geweest zijnd per
soneel, en ten opzichto van ambtenaren,
clie na 1 October 1913 in dienst van een an
dere gemeente of van Rijk of provincie
mochten overgaan, voor welke beide ru
brieken van ambtenaren do gemeente, ook
al heeft zij de verklaring, bedoeld bij art.
68 der Pensioenwet voor do gemeente
ambtenaren in 1913 afg«legdt van heb
tijdstip van ingang hunner benoeming el
ders, de in art. 63 der wet bedoelde in
koopsom verschuldigd is
d. de zegelkosten der aanstellingen, wel
ke ingevolge art. 59 der wot aan do op l
October 1913 in dienst zijnde gemeente
ambtenaren alsnog met ingang van dien
datum moeten worden uitgereikt
e. de verdere kosten, die in verband met
de omvangrijke en tijdroovendo uitvoe
ring der nieuwe pensioenwetten ten laste
der gemeente komen. B. en W. hebben hier
het oog op het in dienst nemen van tijde
lijk personeel en dergel
De bedoeling is dus, om het fonds voor
loopig intact te laten en daaruit alleen
eenige meerdere uitgaven, dan thans het
geval is, te betalen. Indien dan later blijkt,
dat nog gelden in het fonds voor een ande
re bestemming beschikbaar rijn, stellen B.
en "VV. zich voor daaromtrent een nader
voorstel bij den Raad aanhangig te maken.
Ten slotte moeten B. en W., nog een
enkel woord wijden aan het adres van den
Voorzitter en den Secretaris der afd Lei
den van den Bond van Ned. Gemeente
werklieden, waarin zij verzoeken te willen
besluiten, dat alle onkosten en werkzaam
heden, voortvloeiende uit- de opneming
in het Rijkspensioenfonds voor Gemeente
ambtenaren en hun weduwen en weezen, be
nevens die, voortvloeiende uit de aanvra
gen voor eigen- en weduwen- en weezen-
pensioen, voor rekening der gemeonte zul
len worden genomen.
Het Collego van B. on W. kan geen vrij
heid vinden, voor te stellen al de in het
adres bedoelde onkosten ten laste van de
gemeente te brengen. Tegenover deze kos
ten, welke voor de gemeente vrij grootc
uitgaven zouden vorderen, staan voor de
betrokken ambtenaren de voordeelen, die
de nieuwe pensioenwetten boven de ge
meentelijke regeling bieden. Het terugge
ven van die kosten aan de ambtenaren zcu
het karakter van een gift dragen en niet.
berusten op eenigen rationeelen grond. In
bijna alle andere gemeenten, die met Lei
den op één lijn zijn te stellen, komen die
kosten dan ook ten laste der belanghcb
benden. Hebben deze daartegen bezwaar,
dan zal door hen op wetswijziging moeten
worden aangedrongen, doch er is geen en
kele reden deze kosten nu maar weder ten
laste der gemeente te brengen. Alleen
komt het B. en W. niet onbillijk voor, dat
de zegelkosten der aanstellingen, welke
iügevolge a-rt. 59 der wet aan de op 1 Oc
tober 1913 in dienst zijnde gemeente-amb
tenaren alsnog met ingang van dien datum
moeten worden uitgereikt, door de ge
meente worden betaald, aangezien cle hier
bedoelde ambtenaren feitelijk reeds vroe
ger in het bezit van een aanstelling had
den moeten zijn. De na 1 October 1913
oangesteldo of aan te stellen ambtenaren
behooren echter zelf de zegelkosten hun
ner aanste1 ijng te dragen
Ken end gevelÊ|e.
Mijnheer de Redacteur l
't Is opmerkelijk hoeveel vreemdelingen
des zomers door Leiden wandel-en of rij
den, om de verschillende bezienswaardig
heden in oogenschouw to nemen. En er
is heel wat tc zien in Leiden. Noemen,
wij van dat vele slechts de musea en niet
het minst ook de oude gebouwen. En
al brengen nu die vreemdelingen do een
meer en de ander minder geld
in onze stad, en is het reeds daarom te
betreuren, wanneer men zoo nu en dan
eens een oud geveltje ziet verdwijnen, om
dat daardoor de aantrekkingskracht voor
de vreemdelingen vermindert, dit is toch
niet dc hoofdzaak. Hoofdzaak is, dat het
schoone zelf, wat veelal in dio oude ge
bouwen en gevels is te aanschouwen ver
loren gaat, en dat doet ons pijnlijk aan.
Zoo staat ook thans weer te wachten,
dat zulk een geveltje, waarvoor 's zomers
tal van vreemdelingen blijven staan, zal
worden verminkt, 't Is het geveltje van
het pand Nieuwstraat 49, waaraan de le
gende van ,,mans hand boven", is ver
bonden.
Reeds in 1650 gebouwd, behoeft het
thans eenige herstelling, en nu is mij ter
oore gekomen, dat de eigenaar van plan
is den geheelen kop er maar af te doen
nemen, waardoor liet echter geheel ver
minkt zal worden, te meer, waai de hand
geheel boven in den kop zit.
Door dit schrijven zoo mogelijk te be
vorderen, dat meerderen hun invLoed zul
len doen gelden tot behoud van dit stuk
oudheid, ziedaar de beweegreden yan dit
schrijven.
U dankend voor de verleende plaats
ruimte.
P. P. DE KONING.
Magdalcna-Moonsstra,at 41.
Blauwe Week.
Geachte Redactie!
Beleefd verzoekt ondorgeteekendo U
plaatsruimte voor de volgende medcdeeling.
Het Comitó P. P. K. besloot van 2328
Maart een „Blauwe Week" te organieeeren
als na-oogst van handteekeniqgen voor het
Petitionnement. Het aantal huisbezoekers
wordt clan minstens verdubbeld.
Wij hoorden van verschillende kanten
stemmen van menschen, die nog niet in do
gelegenheid waren gesteld tc teekenen. Nu
zal het dan komen. Maar wij voegen er bij
laat deze menschen zelf ook eens wat mede
werken door in hun omgeving eens na- te
vragen wie een lijst heeft, waar zi« op tee
kenen kunnen. Beter nog is het, als zij zich
bij ondergeteekende vervoegen en een lijst
meenemen orn die zelf vol te werkenwij
kunnen nog best wat hulp gebruiken
Verder ligt bet Petitionnement ter teeke-
ning in de verschillende wijkgebouwrm
Levendaal; Geloof, Hoop en Liefde (in de
Langestraat)Pniël; Prediker (Janvossen-
steeg) en in het gebouw van het Leger des
Heils (Lammermarkt).
Met dank voor de verleende plaatsruimte.
Namens het Comité P. P. K.
te Leiden
J. W. J. TOE WATER,
Secretaris.
Leiden. 203—'14.
Morschsingcl 21.
Het geheimzinnige verstand.
In ons vaderiand wordt door het bt ank-
kapitaal uitgegeven een krantje met »«©n ge*
heimxinnigs, onbekende redactie, die geen be
zoeken ontvangt: 'tkon er atorm loopen van
nieuwsgierigen, die dat wereldschokkende ver
nuft wenachten te zien.
Dit weekblad voor verstandige meu8cb«n
scheldt tegen het Petitionnement voor Plsat-
eeiyke Keuze, en heeft nu gelezen de kwestie
in het „Leidsch Dagblad" over d® onaorlük
verkregen handteekeningen. Dat was toc den
geheimzinnigen wachter op de muren van
't Drankkapitaal een buitenkans to Od ze Beo-
had wel verklaard, dat „de genoemde personen,
in de gelegenheid worden gesteid om hun
namen t9 schrappen" hier zij raeegedooid,
dat de secr. naar bedoelde personen is gegaan
om hun handteekening te lafen doorhalen
maar de sltmmeling, die „ergens" zetelt
verstandige redactie, heeft daaruit wenschen
te lezen, dat wy do lijst rustig achter zouden
houden tot de personen by o n s kwamen. Eu
dan zegt de geheimzinnige verstandige redac
teur, dat hü ons graag een handje wil helpei
om by het tellen der handteekeningen tb
wegen wat ze waard zjjn.
Wel, we houden ons aanbevolen.
Waar hy houde zich er van overtuigd, dat
daarvoor noodig is do eenvoudige kunst van
lezen, en dat we de geheimzinnige kunst
van gifzuigen gaarne overlaten aan
hem en zyn kornuiten, die trouwens als Drank-
bereiders allicht meer met gif omgaan daa wtf
Wo hopen harteJyk op een ontmoeting me
n't geheimzinnige verstand", maar dan lletai
zonder spookachtigheid, op klaarlichten dag.
Geachte Redactie, staat ons die ontmoeting
te wachten, dan hopen wy even groote lank
moedigheid te bezitten als U toont door het
herhaaldelijk opnemen onzer verweren.
Yoor het Comitó P. P. K.
W. BANNING, Voorzitter
Plaatselijke leenze te Katwijk o/K,
Naar aanleiding van de verschillende
stukjes, welke het myne opgevolgd zjjn eu
het ten daele tegengeschreven hebben, zou
Ik gaarne het onderstaande nog oven in av
blad willen plaatsen.
Allereerst wil ik even den heer N. Tj.
Swierstra, secretaris van het comité voor P. K.
antwoorden. Wat hot teekenen op de lysfc
aangaat, verwys ik hom even naar het
stuk van den heer J. L. Sosef in het nummer
van gisteren.
Maar wat die vindingrijkheid van hem, betref
fende den naam B. S. aangaat, daar lach ik om.
Daar het my direct speet, dat ik myn naam
Diet bekend had gemaakt, heb ik iedereon
die my over het bewuste stukje aaasprak,
gezegd, dat ik zelf de schryver er van was,
zoodoende kon de heer S. het gemakkeiyk
uitvinden. Allicht heeft hy het ook wel ge
hoord van Iemand, tegen wien ik het had
verteld.
De hser 3. denkt misschien, dat lk, een
bekend herbergier uit Katwyk (ten minste
in een café met verlof) zoo achterbaks had
geeohreven, om zóó tegen de P. K. te kun
nen schryven. Neen hoor, dat beeft by
glad mis.
Ik wilde alleen hier maar moe zeggen, dat
als de dominéé de lui uit de kroeg wilde
houden, hy ze dan thuis moest bezoekeD, en
niet een kastelein in zyn bedrijf komen storen.
Wy storen hem ook mat. Bovenstaand geva'
heeft n i e t by my plaats gcliad, maar toen
ik het hoorde, wilde ik het toch even ver
melden.
Ten tweede ovtr bet geschrevene van den
heer v. Leouwen uit Leiden en dat der Kat-
wyksche vrouw. Beiden zyn do plank glac'
mis, als zy denkou dat het geon „bang zyn",
maar ontzag was voor den dominee, wat
do men8chon uit het ca'ó dreef. Mag ik hen
even opmerkzaam maken, dat, toen do dominéé
binnen kwam, da lieden wogvluchcten, omdat
zs bang waren door hem gezien te
worden, maar tosn by do e©no dsur uit
ging, zy de andere weer inkwamen. Ik
vraag den heer van L. uit Lelden en do vrouw
uit Katwyk. „Is dat ontzag?"
Vorder over hetgeen de heer Laban schr'yft.
Deze persoon zegt dat de menschen moeten
oppassen voor den kastelein, omdat deze gevuld
is met alcoholgas, en dat ue kroegbazen
met dikken buik, als een negerkoning uit
Afrika- loopen. Maar liesveel zg. christelijke
menschen en vurige vooratanders der P K.
loopen er niet rond met dikken buik ais
bovengonoemde roode koppon van 't stiokem
drinken, wat ze thuis doen? Er zyn móói
kasteleins die geen spiritualiën gebruiken, dan
hy wel donkt. Ik ken ze hior in Katwyk
nog wel. Ik als kastelein, wil met sommigen
van die vurigo voorstanders der P. K. nog
wel van voorraad spiritualiën ruilen. Ot zyn
dat soms menschen die waardig zyn te
teekencn, die eerst by my of een ander 6
7 glazen bier drinken en dan even later op
do lUst toekenea der P. K.?