wissen dood en hoe hij steeds op zijn hoede moest zijn, door altijd op de achterste hank in spoorwagons te gaan zitten, zoodat hij alle afdeelingen kon overzien, en door in restaurants steeds in een hoek plaats te nemen, met zijn rug tegen den muur. En als ik op straat liep, zeide hij, en ik hoor de iemand vlak achter me, dab ging ik piet mijn rug tegen een muur staan, tot de wandelaar voorbij was. 1 Gedurende de zes jaren, dat ik aan het hoofd stond van dezen tak van dienst, ver brijzelde ik meer dan een half millioen flesschen whiskey, brandde 76 salons en speelhuizen plat en maakte, dat 3400 mis dadigers naar de gevangenis werden ge zonden. Toen ik den dienst verliet, werd niet 1/10 gedeelte van de whiskey, die men verkocht, toen ik begon, meer omgezet. Een Receptieavond te Solo. Dr. H. A. van Andel en mevr. J. C. van AndelRutgors, te Solo, schrijven van tijd tot tijd brieven aan „De Banier". In een dier brieven wordt een beschrijving gegeven van een receptieavond bij den Rijksbe stierder Z. H. den Soesoehoean, waarheen een ieder kan gaan. Daar wij zoo lezen we al eenige maanden in Solo waren, en er nog geen Teceptie was geweest in dien tijd, was resident zoo vriendelijk ons gelegenheid te geven op een particuliere audiëntie te wor den ontvangen to gelijk met enkele andere gasten; zulke bezoeken gaan altijd precies op dezelfde manier toe. We kregen bericht, dit we moesten zor gen om 9 uren 's avoncls aan den ingang van den kraton (paleis) te zijn. In de poort, eenigszins ingericht als vestibule, wachtten alle gasten op den resident, die precies te 9 uren aankwam, en ons voorging het bin nenplein over en de pendopo binnen. Op het verhoogde deel van de pendopo waren stoe len klaargezet langs drie zijden van 'n groot ■roodgebloemd karpet. Aan het boveneinde van het vierkant drie zetelsvoor den Soenan in 't midden, aan weerskanten voor den resident en jhr. mr. Van Doorn, lid der Tweede Kamer. Aan de zijden van het vier. kant rechts van den Soenan een rij stoelen voor de dames en de zusters of dochters van den Soenan. die hielpen ontvangenlinks eyenzoo een rij stoelen voor de heeren en enkele prinsen. Door den resident werden de gasten aan den Soenan voorgesteldhij gaf ieder de hand, en allen gingen op de aangewezen plaatsen zitten. Dadelijk werd er thee en koffie rondgediend, en onderwijl kwamen vier Javaansche jonge meisjes, familiele den van den Soenan, als danseressen ge kleed, binnen. Begeleid door buitengewoon mooie gamel an-muziek voerden zij, geduren de drie kwartier ongeveer, Javaansche dansen uit. 't Was alleen jammer, dat het mooie, Tustige van de muziek en van de bewegingen nu en dan afgebroken werd door een soort krijgsgeschreeuw van de muzikanten en door hot afschieten van pistolen, die de meisjes bij zich droegen. D kleeding der danseressen was bijzonder kostbaar prachtig batikwerk, halskettin gen, oorringen, kaarversierselen, alles schitterend van diamanten. Na afloop van dezen dans noodigde de Soenan ons uit „het Bergje" te gaan zien. Achter het eigenlijk paleis is een heuveltje gemaakt, waarin een grot en allerlei gan gen. Er bovenop is een gebouwtje met twee verdiepingen, eigen ontwerp van den Soe nan. Om de bovenste verdieping is een ga lerij. We zagen allessalon, slaapkamer, ook het vertrek waar Z. H. zich 's Vrijdags afzondert voor het gebed, 't Is alles klein en Europeeseh gemeubeld. Na een kleine wandeling door den tuin keerden we naar de ontvangzaal terug, waar intusschen twee dansers verschenen waren, die, ook weor door gamelan-muziek begeleid, een spiegelgevecht hielden. Woest zagen ze er uit, met hoog-rood geverfde wangen, waaraan to zien was, hoe woedend het gevecht was en met groot lawaai sloe gen ze op eikaars schilden. Zulke voorstel lingen, die bij de audiënties gegeven wor den, kunnen tegelijk dienen, om de gapin gen in de conversatie aan te vullen. Van zelf is die zelden levendig; zoowel voor de Javanen, die ontvangen, als voor dc Euro peeseh e ga-sten, is de conversatie-taal, het Maleisoh, een vreemde taal. Daar het Maleisen mij in het geheel niet gemakkelijk valt, vroeg ik nan de zustors van den Soenan, dié naast mij zaten, of men ook Javaansch mocht spreken, natuurlijk met de noodige verontschuldigingen voor fouten die ik zou maken. Zij hadden er niets tegen, integendeel, de conversatie was van dat oogenblik af druk genoeg. De onderwerpen van gesprek zijn wel eenigs zins anders dan waaraan wij gewend zijn. Naar alles wordt- vevraagd. ..Hoeveel ver dient uw man?" ..Hoeveel krijgt u van hem voor de huishouding?" Ivloet u daarvan -tok uw kleören betalen, bijv. zoo'n japon als u nu aan heeft Hoeveel huur betaalt u?" ..U moet uw best doen zelf ook wat to ver dienen, dan is u met zoo afhankelijk ..Leest u ook Javaansch?" „ICunt u ook op Javaansche vers-maat voordragen?" „Niet? Dat is jammer, dat moet u ook leeren." .Welke Javaansche boeken heeft u gelezen „Heeft u ook den Javaanschen godsdienst al aangenomen?" „Er zijn toch al Hollan ders die dat gedaan hebben?" enz., enz. Bij zoo'n direct© vraag naar den godsdienst lean men dan trachten alt-hans eenigs zins duidelük t-o maken, waarvoor we hier zijn. Dat is ook oen punt van belangstelling. „Kon u in Holland niet le ven. dat u hier kwam?" „Vond u het in Holland niet prettig meer?" Ook naar allerlei familieleden wordt gevraagd Het aantal broers en zusters, hun leeftijden, hun bezigheden den ouderdom van de ouders, enz., enz. Men kan in de twee uur, die zulk een audiëntie duurt, heel wat af praten. De Rijksbestierder houdt eiken tweeden Zaterdag van de maand receptie. Meestal zijn déze recepties, die van 7 tot 9 uren duren, druk bezocht, zoowel door Europe anen als door Javanen, van dén rang van regent en daarboven. Op die avonden wordt muziek gegevende Rijksbestierder heeft 'n eigen strijkorkest en 'n orkest van guitaarspelers. Gedrukte programma's lig* gen voor de gasten klaar. Ook muziekstuk ken van Javanen komen hierop voor. Hee ren èn dames zitten bij deze recepties af zonderlijk in de groote voorgalerij, eigenlijk pendopo. Schitterend is alles electrisch verlicht, met tientallen van lampen in kris tallen kronen. Nadat men ongeveer een uur geze ten heeft, noodigt de raden ajoe die gas ten uit het paleis te zien. Het is wèl de moeite waard. Groote zalen met prachtig marmeren vloeren in verschillende kleuren overal mooie voortbrengselen van inland- sche kunstnijverheid. Eigenaardig, zijn een aantal geheime deuren tusschen ineenloo- pende vertrekken; een heeft geheel bet voorkomen van een kast, die in de kamer staat, een ander ia een draaibare bank, in den hoek van een zaal. Er is in Solo een regent, die zich in 't bijzonder met de kunstnijverheid bezig houdt. Eea bezoek aan zijn b.uis is ook zeer; interessant, vooral om de verzameling oud-. Javaansche voorwerpen on het prachtige batikwerk en ingelegde hout. Een Wolkenkrabber ran 275 M. De Yankees zijn met do hoogte, die de wolkenkrabbers bereikt hebben, altijd nog niet tevreden. Er is al een gebouw toren is eigenlijk beter gezogd van 236 M. en 55 verdiepingen. Eerstdaags zal men nu beginnen aan een kleinigheidje van 275 M. Deze moderne toren van -Babefl. wordt een paleis voor een permanente tentoonstelling van do producten, die de Zuidamerikaan- scho republieken leveren. De „zaal" ia eventjes 61 bij 61 M. en haar hoogte be draagt 9 M. Daarboven zijn geen kantoor lokalen, maar ruime kamersieder lancf krijgt een eigen kamer. Ook een bibliotheek wordt er onder gebracht. Dan zijn er op de twaalfde étage clubzalen, op de veertiende is een restauratie, op de vijftde-ndte étage is een uitstekende gehoorzaalvoorts vindt; men in hot gebouw verschillende .„hotels", en boven de vijf-en-twintigste verdieping bevat dit huis, dat in eon monumental en stijl zal worden opgetrokken, verschillende woniugen, modern en gerieflijk ingericht- Wanneer de respectievelijke presidenten 'n uitstapje naar New-York sulles maken, zal voor hen een „dakkamertje" worden gere serveerd Zoo'n „dakkamertje" heeft- een oppervlak van 50 tot 80 vierk. M., en is bijzonder rijk gestoffeerd Zooals men weet, wordt do bp-nd tusschen Zuid- en Noord-Amerika steeds nauwer aan gehaald. Beide hebben 'verschillende ge meenschappelijke belangen. Gaarne zullen dan ook de Zuidamerikaansehe republieken do kosten dragen. Deze zijn natuurlijk enorm. Men spreekt wel van 100 rr. iliioen. maar dat zal overdreven zijn. Het oudste museum ven de wereld. Ongetwijfeld verdient dien naam bet mu seum van Nara, in Japan, dat gesticht is in 756. Het bevat een rijke verzameling mineralen, een uitgebreid herbarium, mon sters van alle inlandsehe houtsoorten en 3000 voorwerpen van Japansch?» kunstnij verheid, lakwerken, porselein, bronzen, geweven goederen, enz. Het museum van Nara is een van de wei nige museums, die niet publiek zijn. Slechts met de grootste moeite kau men toegang verkrijgen en dan nog slechts ge durende eenige dagen in bet begin van de lente, wanneer een speciale commissie de verzamelingen komt inspecteeren en nauwkeurig nagaan of alles nog wel aan wezig is en in goeden staat verkeert.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 21