Ingezonden. FEUILLETON. Houden Visioenen. Faillissementen. Een belangrijke zaak. (Verboden leetonr voor Niet-Sasaen- Iteimers: on lnve ton Unge en lanrtllo). In ccn kleine gemeente is men gauw, ieon heele Piet. Al gaat men niet zoo ver als het klassieke „Liever de eerste in een kleine plaats dan de tweede in Rome",- wil dat er bij den normaal aangelegden mensch wel in. Ik was dan ook zeèr ver; ihe.ugd,- toen uw Raadsvei slaggever in uw laatste nummer mijn invloed zóó hoog be; gon tc taxeeren, dat op m ij n bezwaar,- een van gemeentewege aangeboden sieraad in den vorm van een huisnummerplaat te accepteeren, anderen eveneens een -„non possumus" deden hooren. Mijn verrukking gteeg ten top, toen verder bleeks dat. om idicn invloed te fnuiken, gewone machts middelen niet toereikend geacht werden, wetswijziging zelfs op staanden voet noodig werd geacht. En men weet wat idat in Nederland wil zeggen! Van den staat van beleg moet in de geheime Raads zitting zelfs, ernstig sprake geweest zijn. Hoe grooter illusie, des te grooter ont nuchtering! Al ras bleek mij, dat de wei geraars op eigen aandrift gehandeld had- jden, daarbij de dragers der bedoelde ^blij de boodschap" hier en daar zelfs zeer on vriendelijk hadden ontvangen, terwijl ik 2e &,hóflichst hinaus complimcntirt" had. Als nuchtere werkelijkheid blijft slechts jbver het feit, dat ik uit het gemeentelijk wetboek, destijds bij mijn vlucht uit des Raadzaals atmosfeer gered, de wetenschap geput had, dat ons Dagelijksch Bestuur, uit het zittingsverslag blijkt: het hoofd der gemeente geen recht had te doen zooals het deed. Zelfs in s t r ij d met dc verorj fdenir.g dus de huiseigenaars aan ver volging bloot stellende liet het hier en klaar nummers aanslaan waar zij niet be hoorden. In cle Tweede Kamer werd laatst van Russische toestanden gesproken. Ik meen,- idat deze qualificatie ook hier van toepas sing is. Nu meer.e men niet. dat ik op den man neerzie, die wat autocratisch handelt. In tegendeel, naar mijn inzien zegt Montes- qieu in zijn „Esprit des lois" terecht, dat ieder, die macht heeft, ook als automatisch de neiging heeft er misbruik van te maken. Hij gaat gewoonlijk zoo ver, dat hem een „tot hiertoe en niet verder" wordt toege roepen. Zulk een houding is mij zelfs sym- patiek, al tracht ik steeds er niet het slachtoffer van te worden. In elk geval steekt zij gunstig af bij die yan den magistraat, dien ik ter wille van het gezag niet noemen zal, die, doende wat alleen des politiemans behoorde te zijn, reeds den dag na mijn bovenbedoelde yoorloopige weigering, met breed gebaar,- en toch zeer klein, op mijn deurpost toe- schreed, daar vond: het nieuwe nummer,- haastig maar toch redelijk artistiek op mijn deurpost geschilderd en, zjjn teleurstelling bespied ziende, een even plotselinge als opvallende belangstelling voor het huis zelf toonde, dat zelfs aan alle zijden nauwkeu rig begon te inspecteereo. Het zou te wreed geweest 2ijn zoo iemand bij een dergelijke bezigheid te storen. Daarbij elk, die weL eens heeft doen bouwen, voelt zich door zulk een belangstelling gevleid! Een „halt" als waarover ik zoo evên sprak had thans, nu zich de gelegenheid zoo dubbel en dwars voordeed, koTt en krachtig geklonken moeten hebben in de eerste plaats van de zijde der wethouders,- jdón door den Raad. Het heeft niet al zoo mogen zijn. Deni wethouders, die het zelfs uit des Voorzitters eigen mond hoorden bevestigen, dat de bewuste nummering een zaak was van Bur gemeester èn Wethouders, protesteerden; niet, o neen, zij verontschuldigden zich zelfs bij monde van een hunner en alsof idat zeer gewoon was, dat zij in des Vqot- zitters plannen, welker uitvoering" zij toch' langs 'sheeren wegen gaande gezien had; den, niet gekend waren. En de Raads-j Ieder.zij sputterden wel wat, doch niet krachtig en zonder een motie te stellen^ Het heet, omdat de nieuwe uitvoering,- nieuwe kosten zou meebrengenalsof men geen motie had kunnen formuleeren, waai"; 50; ..Hij heeft het niet gekregen", ant woordde Bowling, een gelaat opheffende, waarvoor alle twijfel aan zijn oprechtheid moest zwichten, zóó gloeide liet een oogen- blik van haat en zegepraal. „Het ligt er nog". „Waarom ga je het dan niet opgraven vroeg Ezechiël. „Ik lieb nooit op twee mijlen geweten waar het was", antwoordde Bowling. „Maar hoe kwam dat?" vroeg Job, op deelnemenden toon. „Hoe het kwam is hetzelfde, het is zoo", was het brommend antwoord. „Nu, dat is een rare geschiedenisriep Ezechicl. „En hoe heb je dan dien nagel van je vinger verloren? Kom, maakt je zelf nu niet tot een leugenaar". „Ik heb het éénmaal gezien", zeide Bowling, „en toen moest het opnieuw be graven worden. Wij moesten bet verbergen en de vlucht nernen, en in dat gebergte heb ben wij als wilde beesten geleefd". „Maar je zoudt de plaats toch wel weer weten te vinden?" vroeg Job. „Er is toch zeker wel iemand, die dc lengte en breedte weet. Die was, volgens je verhaal, be kend". „Hij heeft de opgave van de lengte en breedte", zeide Bowling. Het was een warme avond, maar de groote zweetdrup pels, die hem op het gelaat stonden, waren toch nauwelijks aan de warmte toe to schrijven. „En hij heeft nooit den moed b»j men,- het gebeurde noodgedrongen aam yaardende,- protesteert^ De zaak eindigde» gis j,een vers, dat als een. nachtkaar.? uit-: gaat." Weer, jzeg ik, men' meelie niet,- 'dat ik bet 'den man misduid,- dat hij ook Iiier tfe sterkere is gebleken. Met een .variant op een bekend gevleugeld woord zou ik, als er geen gemeentelijke belangen bij be trokken waren, kunnen uitroepen: 7,Iedere Raad heeft den voorzitter,- dien hij ver; dient."- Maar w eer ook' constateer ik een ver-: schil tusschen die houding en 'die van 'den magistraat, dien ik weer ter wille van het gezag niet noemen zal, die, opnieuw doende wat des politiemans is, thans daarbij den profetenmantel had omhangen. Na aanne; ming van de bovengenoemde wijziging in Sassenheim's verordening kwam hij weer met breed gebaar, hoewel zeer klein, aan kondigen Voorwaar ik zeg udie Kruijff (in 't amb'- telijk leven w-ordt kortheid van titels be tracht en gij zult binnen rijf dagen de nummerplaat aan uw huis hebben. Een profetie, die, wat mij betreft, nu de daad door de wet gesanctionnecrd zal worden, juist zal blijken, behoudens den termijn, Gedeputeerde Staten zullen ons Dage lijksch Bestuur wel minstens ccn tiental dagen geven om tot bezinning te komen. Over de verordening zelve kan ik kort zijn. Zij is waarlijk van zeer onbeduidend belang. Ik ben 't eens met den plaatse; lijken verslaggever van dit blad, dat een vernummering gewenscht was. Dc vraag doemt echter op„Waarom kon de oude methode niet gevolgd worden, waarin slechts duidelijkheid der cijfers als eisch gold? Huisnummers spelen in een ge meente als dc onze toch niet een rol als in een stad, waarin de menschcn moeilijker vindbaar zijn, als men het nummer hun ner woning niet kent. Hier kent men ieder inwoner en is deze ook voor vreemdelingen 11a eerste navraag op te sporen. Dan, wa-ar- om die cijfergrootte van 9, zegge, negen centimeter voor allen aangenomen Wat volgens een dor Raadsleden voor dc bui tenwijken van Londen, geldt, kan hier geen maatstaf zijn. D&ar heeft men straat aan straat huizen van een bouworde althans van ongeveer dezelfde grootte. Hier daar entegen heeft men groote cn kleine door elkander cn spot liet tocli met elk begrip van aestlietica, als men den laatsten huis nummers van afmetingen gaat geven, die voor eerst bedoelden reeds zeer ruim ge kozen zijn. Daarbij maakt hoe wreed toch zulk een opzichtige nummerplaat op oude huizen een indruk als een witte baljapon, waarmede men een oud bestje zou willen tooien. Ouderdom en verval komen er des te sterker door uit. Van boven vermelde en andere bezwa ren waren de Raadsleden uiteraard niet onkundig en toch Stellig zou een verzoek aan de Edel- Achtbaren, om het pas aangenomene te wijzigen, niet uitblijven, indien de men- schen geheel vrij waren hun gevoelen te uiten en niet om bestaansredenen verplicht waren het uitspreken van wenscbcn terug te houden. Ook voor mij zou een reden zijn, mij in Idezen afzijdig te houdende schijn van partijdigheid. Waar echter anderen, de een op dezen dc andere om een anderen grond, bezwaren opperden hun afkeuring in een daad om te zetten, meende ik dc pen te moeten opvatten 0111 te doen hooren wat het overgroote deel der gemeentcnaren reeds lang gevoeltdaarbij het geschrevene trots het vermelde bezwaar met eigen naam onderteekenende. G. KRUIJFF, Sassenheim, 2 Febr. 1914. M. Sedert geruimen tijd heeft, een beurt schipper als lig- en laadplaats de Oude Vest, en wel voor do perceelen 35, 37, 39, 41. Schouwburg 45, 47 gekozen, alhoewel dezo beurtschipper een eigen ligplaats heeft. Zeer dikwijls is men tot laat in den nacht bezig met overladen, wat niet altijd geruisohloos gebeurt, terwijl de motor het gestamp voortdurend doet hoorendagen lang is genoemde kant een opslagplaats vaji allerlei slag goederen, van de tien malen zeker negen malen onbeheerde goe deren. gehad om er weer heen te gaan. Nu, op ditzelfde uur, heeft hij de juiste opgave", riep hij, met eeD akelig verwrongen ge laat, waarop begeerigheid, haat en vrees om de overhand streden, „en toch heeft hij het hart niet om er heen te gaan". Het schuim, dat hem op den mond stond, spatte op zijn peper- en zoutkleurigen kne vel en baard. jrKom, kom", sprak Job. „Je moet er hier zoo'n geweld niet over maken, 't Is ongetwijfeld een treurig geval voor je. Jc schijnt zeer slecht behandeld te zijn, en natuurlijk hebben we allen met je te doen. Geef den man een kan ale, Sara, en laat hem dan heengaan". Sara ging aan het verzoek van haar va der voldoen. ..Daar heb je een shilling", zeide Eze chiël. opstaande en het geldstuk uit een der zakken van zijn bombazijnen broek te voorschijn halende, ,,'t Is zoo goed als een komedie geweest naar je te luisteren". Bowling nam den shilling aan, en bracht, bijwijze van daük, dö hand aan een grijze lok, die over zijn voorhoofd hing. Een oogenblik later overhandigde Sara hem het bier. en eer hij dronk knikte hij in het rond. Met een enkele teug ledigde hij de kan, zette die op de tafel en veegde zijn lippen met den rug van zijn getatoueerde hand af. „Goeden avond", zeide Job. „Goeden avond, mijnheer", beantwoord de Bowling dezen niet onduidelijken wenk om heen te gaan, en de onderdanigheid van zijn toon stak zonderling af Wj zijn heftigheid van eenige oogenblikken vroe ger. „Goeden avond, jongeheer. Goeden avond, samen"tó Deze plaate lijkt mij alleszins onge schikt. Ten eerste: Kan van de spoclploats bij na. nooit gebruik worden gemaakt, voor dienstboden en vrouwen zeer lastig, om reden de walkant te boog ie. Ten tweedeBij mogelijken schouwburg brand is het ontegenzeglijk beter, dat wa ter en walkant geheel vrij blijven voor blus- schingsmaterieel, enz. Ten derde Heeft men daar ook de brand ladder gest-ationneerd, welke bij uitrukken de noocüge ruimte verzekerd zij. Ten vierdeHet nachtelijk rumoer, dat zeer zeker voor de omwonenden lastig is. Een en ander lijkt mij voldoende, U, Mijnheer de Redacteur, beleefd om eenige ruimte te verzoeken, om aan den, mijns in ziens, ontkoudbaren toestand een einde ge maakt te zien, te meer, daar er voldoende andere plaatsen zijn, welke dezen schip per aangewezen kunnen worden, o. m. Zoutkeet. Beestenmarkt en Galgcvater of eigen ligplaats of heeft dezo schipper de Oude Vest reeds van de gemeente in huur? Hoogachtend en oank IJ. Z. Leiden, 3 Februari 1914. Mijnheer 1 Vergun mij een klein plaatsje in Uw veel gelezen blad aangaande de ingezonden stuk ken over de vervroegde winkelsluiting. Wat betreft den heer 8., ik raad hem aan om van zijn zaak een verlofzaak te maken dan kan hij sluiten gelijk met de café's. En wat dat kopje anijsmelk betreft, van den an deren inzender, ik vind het te flauw, om er een antwoord op te geven maar ik vind het flinker om onder zulke Verhaaltjes den naam te zetten van de (n) inzender. Maar ik als winkelier in een volksbuurt moet u eerlijk verklaren, da-t ik er niet een cent- lüiDder door ontvang. Ik vind het een genot, wanneer men 's avoncte een uur vroeger den arbeid kan neerleggen en ben er dankbaar voor, dat het gemeentebestuur het besluit heeft genomen. U dankend voor de verleende ruimte. J. A. HOUPS. Prinsenstraat. Mijnbeer de Redacteur 1 Nogmaals, doch ook nu voor het laatnt, vraag ik gastvrijheid voor het antwoord aan het lid van Valkenburgs IJsclub. Dat geacht lid wijst mij er op, dat de club reke ning moet houden met het oog op een mo gelijk langen winter. Nu, dat zij daar re kening mee houdt, bewijst de gehouden wed strijd met de daarmee gepaaid gaande kos ten. Of, geacht lid, was het soms op uw initiatief, dat het bestuur den wedstrijd uitschreef? Zoek nu de weinige deelneming aan dien wedstrijd niet in cJ.e lage prijzen, maar wel in het feit, dat het to weinig be kend was. Als het bestuur des avonds be sluit om den volgenden dag een hardrijderij te houden, dan is dat geen wonder, als er weinig deelneming is. "Wat de kosten aan de „Harmonie" betreft, blijf ik dichter bij genoemde som van f 50 dan gij. Denkt nu niet, geacht lid, dat ik de „Harmonie" dat misgun, want ik voel zoo goed als gij, dat de werkende leden niet voor niets een middag disponibel kunnen stellen, om een uitvoe ring to geven. Maar mijn vraag is of dat di rect noodig- was? Vooral als men nagaat, uit welke beurs het komen moest. Dan komt er een opwekking van het geachte lid aan onze jongelieden om lid to worden van de Club in het belang der kaa. met het oog op hooger loon voor ons. Als ik lid ben en dat ia mijn plan om tc worden, hoop ik een voorstel in ts dienen, om onze plaatselijke club internationaal te maken, en het geach te lid als agent aan te stellen, met een sa laris van, ja, me dunkt zoo van f 1000 tot f 1500. l>an wordt onze Club beroemd, en het geachte lid is te gelijk gewaarborgd, dat hij niet als baanveger behoeft te fungeeren. Dan houdt zijn salaris ook gelijken tred met onze Valken burgsohe loonen, en behoeft hij niet uit zijn verstandskas te putten, die hij dan den Valkenburgschen baanvegers wel leenen kan. Mijnheer de Redacteur, mijn verstand, waar het geachte lid van onze plaatselijke Club op wijst, is uitgeput. Daar om zal ik eindigen. U, nogmaals dankend, blijf ik, Uw dienaar, Een baanveger. Valkenburg, 30 Januari 1914. Hij raakte de lok op zijn voorhoofd we der aan, cn na den verfrommelden hoed in zijn fatsoen gebracht te hebben, zette hij dien achterop zijn hoofd, en liep met zijn gewonen zwaaicuden zeemansgang heen, een achterwaartschcn blik op Job werpende. „Welnu, mijnheer Round", zeide Aaron, op zijn vriendelijksten toon. Dunkt u, dat er iets waars in het verhaal is?" „'t Is niet onwaarschijnlijk", antwoord de Job. „In woeste streken gebeuren rare dingen". HOOFDSTUK III. De pachthoeve van Bache was onder dien naam bekeDcl geweest zoo lang als negen en negentig van de honderd lieden, die de boerderij kenden, in de meening waren, dat pachter Bache er de eigeDaar van was. Zijn vader, zijn grootvader, cn zelfs zijn overgrootvader hadden in hetzelfde huis ge woond en dezelfde landerijen in pacht ge had, maar huis en landerijen waren het eigendom v&n een plaatselijk landheer, en aan de paeht- waren voorwaarden verbon den, die bijzonder aangenaam en voordeelig voor den paohter, en bijzonder onaange naam en onvoordeelig voor den grondbe zitter waren. Een zekere graaf van Bar- field, nu reeds negentig jaar dood, had, éón jaar minder dan een eeuw geleden, de woning en de boerderij aan den pachter Bache van dien tijd, zijn erven, recht hebbenden ef gevolmachtigden, voor een niet noemenswaardige pachtsom verhuurd, en wel vermoedende, dat. hij misschien geen wettelijk recht had om deze beschik king na iljn dood van kracht te doen blij- Gcen brnjt over de Biel', «poor. Mijnheer dc Redacteur! Gaarne zou ik het even willen hebben over het plan ter overbrugging van de Holl. Spoor bij den Rijnsburgerweg. Dit plan is reeds vroeger ook door de Ver- ceniging „Vreemdelingenverkeer" be streden en Volgens mijn inzien kan dit ook nu nog terecht beatreden worden als een zeer gebrekkig hulpmiddel. Immers, ouden van dagen, slecht ter been zijnde personen, kleine wagens- als melk-, broodkarren, etc., waarvan de per sonen tijdig hun klanten moeten bedienen, fietsers, etc., etc., zullen of kunnen niet van de brug gebruik maken, terwijl des tijds te Amsterdam is gebleken, dat der gelijke bruggen aan veelvuldige verontrei niging blootstaan. Staat de brug er eenmaal, dan zullen do beambten der Holl. Spoor nog meer dra len bij het rangeeren der vele wagens, ter wijl menigeen zich tweemaal zal bedenken de hooge brug op en af te loopen, zoodat onwillekeurig het „wachten" nog langer zal wordeu dan vroeger. Bij de belangrijke verbouwingen aan „Zomerzorg" (eigendom der H. IJ.-S.-M.), alsmede aan het Stationsgebouw, is de verwachting op een verhoogd eilandstation voor langen tijd uitgesloten, zoodat bij het steeds toenemend verkeer op het spoor de stremming van het verkeer op den Rijns burgerweg steeds mcnigvuldiger zal plaats moeten hebben, zeer ten ongerieve van het publiek. Bij de tegenwoordige techniek van gewa pend betonwerken in waterhoudende gron den, welke tijdens de uitvoering der werk zaamheden droog gehouden kan worden door verticale hoorbuizen, etc., is het ma ken van een tunnel ter hoogte van 2.20 M., met glooiende wegen, breed 4 M., een zeer goed uitvoerbaar werk voor eltc des kundige op dit gebied. De 4-Meters-verkeersweg in tweeën te deelen door een ijzeren hek, zoodat dc per sonen, kleine wagens, fietsen, etc van Leiden, alsmede van de zijde Oegstgeest, ieder van den rechtschen weg gebruik kun nen maken, waardoor hinderlijke aanrijdin gen etc., voorkomen worden. Voor het iristroomend hemelwater is noo dig een pompje, hetwelk gemakkelijk ge dreven kan wordeu door elke beweeg kracht. De grond aan weerszijden der baan is van de gemeente L-eidcn en van de II. IJ.-S.-M., zoodat het terrein ter beschik king ligt. Het verhoogd station zal Dog zeer vele jaren uitblijven; een trap over het spoor is slechts voor enkelen. Yan een overbrugging met glooiende wegen zal de stijging hooger zijn dan dc daling bij een tunnel, do passage eisclit met den dag spoedige verbetering, z.oodat. het mij voorkomt, dat dit voorstel het meest nog zal te gemoet komën aan de, tegenwoordige behoefte. Dc kosten zullen hooger zijn, maar de onkosten aan dc brug is vrijwel weggewor pen geld. Mijnheer de Redacteur! Vergun mij ccn plaatsje in uw veel gele zen blad. Bij voorbaat mijn dank. Het is naar aanleiding van het bericht je „Sassenheim" in het blad van 27 Ja nuari j.l., en raar aanleiding van het Raadsverslag in LTw Blad van 31 Jan. j.l. In het berichtje werd melding gemaakt dat het wel geleek of geheel Sassenheim te koop stond, vanwege de groote nummer platen. En werkelijk iets belachelijkers kan men uren in den omtrek zoeken zonder resultaat. In plaats van een nummer naast of boven den hoofdingang van ccn gebouw, ziet men het nummer hier of daar op den muur gespijkerd. Dit wordt nog onzinni ger als men daar bij denkt, dat er in Sas senheim geheele reeksen huizen zijn, die geen door- of ingang aan de straatzijde hebben, maar alleen den ingang achterom. Wat gebeurt nu Als men de straat door loopt ziet men groote nummers op den muur, en denkt men onwillekeurig dat een of ander groot huisjes-verhuurder zijn koetjes op het droge heeft en nu zijn huis- yen, had hij bij testament elk zijner op volgers, dio het waagde de geldigheid er van te betwisten, zijn bijzonderen vloek vermaakt. De oorspronkelijke pachter Ba che had dit substantieele 'olijk van welwil lendheid verdiend door zijn landheer, met eigen levensgevaar, het leven te redden. Vier geslachten hadden er voordeel van getrokken, en de nu levende vertegenwoor diger was een welgesteld man, die met do grootste gelijkmoedigheid zijn renten zag vermeerderen. Hij had zijn geld in de drio-percents gestoken, want hij was een voorzichtig man, die minder op hoogen in terest dan op veilige geldbelegging zag. „.Banken springen", zeide de pachter, „maar het land blijft staan, en ik stel het land aansprakelijk voor mijn geld. Ik kan het niet verliezen, of het land moet op den bodem der zee verzinken, en als dat gebeurt, gaan ik cn al de mijnen mee en verliest niemand er bij". De pachter was van het Normandischo type, met zwart haar, zwarte oogen, roodo wangen en broede schouders. Hij was een man van twee en zestig jaar, die nog vlug met een zak koren op zijn rug een ladder kon opklimmen, een waar heldenstuk voor een man van zijn jaren, waarop hij niet weinig trotsch was. Zijn vader was een zoo gespierd man geweest, dat hij aan het posthuis, als de diligence van paarden verwisselde, zich vermaakte en do vreem delingen in verbazing bracht door zijn schouders onder bet zware rijtuig te zet ten en het met alle vier de wielen van den grond op te lichten. Dit deed hij één maal te veel, en dientengevolge werd hij I een jaar of twaalf vóór zijn tijd op het j Oaste Barfieldscho kerkhof tot zijn vade- jes verkoopt om hier of daar eens als tniju, heer stil te gaan le\eu. Maar als een bode van een of andera vcrconiging of stichting, of brievenbcstcl. Ier een genummerd pakket of brief moefc bezorgen weet hij geen raad. Aan de muur voorzijde groote nummers. Aan den in. gang achterom niet, het resultaat van dezo dure nummering? Nihil! Dat dit gedoe din ook werkelijk in de gemeente ontstemming heeft gewekt is ccn juiste opmerking van den heer Speel- man. Zijn de Raadsleden van Sassenheim or alleen, om een maatregel, die al reeds is door- en uitgevoerd, na te komen en met ja en amen te bekrachtigen? Neon, nog ecne neenAan den Raad alleen do beslis- sing waar het de bevoegdheden van den Raad betreft. Het is dan ook te betreuren dat dc heer Speelman cn verder alle Raadsleden maar niet rondweg geweigerd hebben do politie verordening tc veranderen. Maar de Sasscnhoimschc Raad is weder om lankmoedig geweest, en heeft, waar zijn rechten zoo op zij werden geschoven, genade voor recht laten gelden. Wanneer zal de druppel komen, die den beker doet overloopcn Daarom was het m. i. beter geweest indien de Raad het volgende voor oogen gehouden hadWan neer een burger van Sassenheim iets bouwt, verbouwt, verplaatst of aanbrengt., iu strijd met politic-verordening, moet hij nf- breken en verwijderen cn krijgt meteen een bekeuring wegens overtreding en hij moet hooren Gaat heen cn leert met schade cn schande Maar wanneer een ander burger van Sas senheim, al was het dan ook de burgemees ter, nummerplaten plaatst of doet plaat sen daar, waar zij niet geduld behoeven te worden, in strijd en tegenspraak met poli- tie-verordening, moet liet ook dien burger tegen klinken. Houdt en betaalt deze nummerplaten' zelf, ook u moet lecren, als het niet anders kan, met schado en schande Dan zou cr ten minste in ons vrije Sas senheim, Recht voor allen zijn. En liet Raadslid Rijnsburger zou mis schien niet meer dc klacht hoeven aan te heffen dat de Gemeenteraad van Sassen heim telkens voor een voldongen feit komt te staan. K a t e r t j e. Sassenheim, 2 Februari 1914. lAjat van 011 bestel bare brieven en briel kaarten van hitr verzo :dtn gedio \nde di tioicde httft der maand Januari. Binnenland. Brieven: Tonin, Ali- da en Martha, mej. M. do Jong, Amster dam; K. E. H. Sikkiug, Dordrecht; L. v. d. Laan, 's-Bage; H. Hermans, IJes-eb stein; Zuster Neege, Leiden; mej. M. v. d. Kamp, Oegstgeest; jongejuffrouw J. Morris, L. Kliphuis, mej. v. d. Broeke, Rotterdam; Wed. A. Haaima, Schiedam; IE Gressie, zonder bestemming; Dr. H. Enklaar, ZiudbrockEen zonder adre6. B riefkaartcn: mevr. J. Gerritsen Balfoort, J. van Egmond, O. J. Andpene, A. C. Tli. A. Tuckens, AmsterdamH. Luinders, 's-Hagc; L. Burggraaf, Haarlem; Boelen, RotterdamWed. O. de Nie, Voor schoten; mej. M. J. v. Rooyen, mej. God- dijn, zonder bestemming; 4 zonder adres. Buitenland. Briefkaarten: Heefl en Mevr. v. d. Goes, Genua. Brieven: Mevr. A. Kervel Eilbraclit (2 stuks), Suez. J. Gubbels, aannemer te Stratum. van der Heyden, weduwe van A. van Hooff, t-o Eindhoven. A. Brouk, eohipper, varende op de Arne- muiden 27, tc Arnemuidcn. M. van den Berg, bakker on winkelier ta Zwartsluit. J. J. Larsen, kleermaker, te Helder. NI. venn. „De Nijverheid", handel In' bouwmaterialen, gevestigd en kantoor hou dende te Haarlem. E. J. van Beek, weduwe van J. G. Hoog land, koopvrouw en winkelierster in eiga- ren, koffie en thee, te Haarlem. ren verzameld, in den ouderdom van vier, en zeventig jaar. Uit zulk een sterk geslacht voortgespro ten, was de jonge Clement Bache het voorwerp van een medelijden, dat niet ge heel onvermengd was met verachting. Hij was nauwelijks vijf voet lang, hij was zwakker dan een meisje, en zijn verdraaide schouders zouden ingezakt zijn onder een vracht, die zijn vader wel op zijn pink had kunnen dragen. Bijwijze van vergoe ding, had hij in zijn hoofd bijna den ge- heelen voorraad hersens, waarmede de fa milie ooit bedeeld was geweest. Als kind was hij ongeschikt geweest ent meb andere kinderen te spelen en had hij altijd met zijn neus in de boeken gezeten. Hij had lezen, schrijven en rekenen ge leerd, maar daar hield de opvoeding, dio hem gegeven was, mede op en begon de eigen oefening. Hij had zichzelven viool- en pianospelen geleerd en was werkelijk een vrij goed musicus. Hij had zich op teekenen cn schilderen toegelegd, cn zijn landschappen in olie- of waterverf waren niet slecht. Hij maakte bloemen van was, en opgewerkte bloemen in leder, kon beeldjes en figuren uit klei boetseeren en uit hout snijden, en met zijn dunne, blan ke vingers allerlei aardige dingen maken. Ook schreef hij verzen, dio door de recen senten flauw geprezen werden, zooals wij reeds gezien hebben. (XYordt vo.rv

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 6