Ingezonden.
FEUILLETON.
Houden Visioenen.
Faillissementen.
Een belangrijke zaak.
(Verboden leetonr voor Niet-Sasaen-
Iteimers: on lnve ton Unge
en lanrtllo).
In ccn kleine gemeente is men gauw,
ieon heele Piet. Al gaat men niet zoo ver
als het klassieke „Liever de eerste in een
kleine plaats dan de tweede in Rome",-
wil dat er bij den normaal aangelegden
mensch wel in. Ik was dan ook zeèr ver;
ihe.ugd,- toen uw Raadsvei slaggever in uw
laatste nummer mijn invloed zóó hoog be;
gon tc taxeeren, dat op m ij n bezwaar,-
een van gemeentewege aangeboden sieraad
in den vorm van een huisnummerplaat te
accepteeren, anderen eveneens een -„non
possumus" deden hooren. Mijn verrukking
gteeg ten top, toen verder bleeks dat. om
idicn invloed te fnuiken, gewone machts
middelen niet toereikend geacht werden,
wetswijziging zelfs op staanden voet
noodig werd geacht. En men weet wat
idat in Nederland wil zeggen! Van den
staat van beleg moet in de geheime Raads
zitting zelfs, ernstig sprake geweest zijn.
Hoe grooter illusie, des te grooter ont
nuchtering! Al ras bleek mij, dat de wei
geraars op eigen aandrift gehandeld had-
jden, daarbij de dragers der bedoelde ^blij
de boodschap" hier en daar zelfs zeer on
vriendelijk hadden ontvangen, terwijl ik 2e
&,hóflichst hinaus complimcntirt" had.
Als nuchtere werkelijkheid blijft slechts
jbver het feit, dat ik uit het gemeentelijk
wetboek, destijds bij mijn vlucht uit des
Raadzaals atmosfeer gered, de wetenschap
geput had, dat ons Dagelijksch Bestuur,
uit het zittingsverslag blijkt: het hoofd der
gemeente geen recht had te doen zooals
het deed. Zelfs in s t r ij d met dc verorj
fdenir.g dus de huiseigenaars aan ver
volging bloot stellende liet het hier en
klaar nummers aanslaan waar zij niet be
hoorden.
In cle Tweede Kamer werd laatst van
Russische toestanden gesproken. Ik meen,-
idat deze qualificatie ook hier van toepas
sing is.
Nu meer.e men niet. dat ik op den man
neerzie, die wat autocratisch handelt. In
tegendeel, naar mijn inzien zegt Montes-
qieu in zijn „Esprit des lois" terecht, dat
ieder, die macht heeft, ook als automatisch
de neiging heeft er misbruik van te maken.
Hij gaat gewoonlijk zoo ver, dat hem een
„tot hiertoe en niet verder" wordt toege
roepen. Zulk een houding is mij zelfs sym-
patiek, al tracht ik steeds er niet het
slachtoffer van te worden.
In elk geval steekt zij gunstig af bij die
yan den magistraat, dien ik ter wille van
het gezag niet noemen zal, die, doende
wat alleen des politiemans behoorde te
zijn, reeds den dag na mijn bovenbedoelde
yoorloopige weigering, met breed gebaar,-
en toch zeer klein, op mijn deurpost toe-
schreed, daar vond: het nieuwe nummer,-
haastig maar toch redelijk artistiek op mijn
deurpost geschilderd en, zjjn teleurstelling
bespied ziende, een even plotselinge als
opvallende belangstelling voor het huis zelf
toonde, dat zelfs aan alle zijden nauwkeu
rig begon te inspecteereo. Het zou te wreed
geweest 2ijn zoo iemand bij een dergelijke
bezigheid te storen. Daarbij elk, die weL
eens heeft doen bouwen, voelt zich door
zulk een belangstelling gevleid!
Een „halt" als waarover ik zoo evên
sprak had thans, nu zich de gelegenheid
zoo dubbel en dwars voordeed, koTt en
krachtig geklonken moeten hebben in de
eerste plaats van de zijde der wethouders,-
jdón door den Raad.
Het heeft niet al zoo mogen zijn. Deni
wethouders, die het zelfs uit des Voorzitters
eigen mond hoorden bevestigen, dat de
bewuste nummering een zaak was van Bur
gemeester èn Wethouders, protesteerden;
niet, o neen, zij verontschuldigden zich
zelfs bij monde van een hunner en alsof
idat zeer gewoon was, dat zij in des Vqot-
zitters plannen, welker uitvoering" zij toch'
langs 'sheeren wegen gaande gezien had;
den, niet gekend waren. En de Raads-j
Ieder.zij sputterden wel wat, doch niet
krachtig en zonder een motie te stellen^
Het heet, omdat de nieuwe uitvoering,-
nieuwe kosten zou meebrengenalsof men
geen motie had kunnen formuleeren, waai";
50;
..Hij heeft het niet gekregen", ant
woordde Bowling, een gelaat opheffende,
waarvoor alle twijfel aan zijn oprechtheid
moest zwichten, zóó gloeide liet een oogen-
blik van haat en zegepraal. „Het ligt er
nog".
„Waarom ga je het dan niet opgraven
vroeg Ezechiël.
„Ik lieb nooit op twee mijlen geweten
waar het was", antwoordde Bowling.
„Maar hoe kwam dat?" vroeg Job, op
deelnemenden toon.
„Hoe het kwam is hetzelfde, het is zoo",
was het brommend antwoord.
„Nu, dat is een rare geschiedenisriep
Ezechicl. „En hoe heb je dan dien nagel
van je vinger verloren? Kom, maakt je
zelf nu niet tot een leugenaar".
„Ik heb het éénmaal gezien", zeide
Bowling, „en toen moest het opnieuw be
graven worden. Wij moesten bet verbergen
en de vlucht nernen, en in dat gebergte heb
ben wij als wilde beesten geleefd".
„Maar je zoudt de plaats toch wel weer
weten te vinden?" vroeg Job. „Er is toch
zeker wel iemand, die dc lengte en breedte
weet. Die was, volgens je verhaal, be
kend".
„Hij heeft de opgave van de lengte en
breedte", zeide Bowling. Het was een
warme avond, maar de groote zweetdrup
pels, die hem op het gelaat stonden, waren
toch nauwelijks aan de warmte toe to
schrijven. „En hij heeft nooit den moed
b»j men,- het gebeurde noodgedrongen aam
yaardende,- protesteert^ De zaak eindigde»
gis j,een vers, dat als een. nachtkaar.? uit-:
gaat."
Weer, jzeg ik, men' meelie niet,- 'dat ik
bet 'den man misduid,- dat hij ook Iiier
tfe sterkere is gebleken. Met een .variant
op een bekend gevleugeld woord zou ik,
als er geen gemeentelijke belangen bij be
trokken waren, kunnen uitroepen: 7,Iedere
Raad heeft den voorzitter,- dien hij ver;
dient."-
Maar w eer ook' constateer ik een ver-:
schil tusschen die houding en 'die van 'den
magistraat, dien ik weer ter wille van het
gezag niet noemen zal, die, opnieuw doende
wat des politiemans is, thans daarbij den
profetenmantel had omhangen. Na aanne;
ming van de bovengenoemde wijziging in
Sassenheim's verordening kwam hij weer
met breed gebaar, hoewel zeer klein, aan
kondigen
Voorwaar ik zeg udie Kruijff (in 't amb'-
telijk leven w-ordt kortheid van titels be
tracht en gij zult binnen rijf dagen de
nummerplaat aan uw huis hebben. Een
profetie, die, wat mij betreft, nu de daad
door de wet gesanctionnecrd zal worden,
juist zal blijken, behoudens den termijn,
Gedeputeerde Staten zullen ons Dage
lijksch Bestuur wel minstens ccn tiental
dagen geven om tot bezinning te komen.
Over de verordening zelve kan ik kort
zijn. Zij is waarlijk van zeer onbeduidend
belang. Ik ben 't eens met den plaatse;
lijken verslaggever van dit blad, dat een
vernummering gewenscht was. Dc vraag
doemt echter op„Waarom kon de
oude methode niet gevolgd worden, waarin
slechts duidelijkheid der cijfers als eisch
gold? Huisnummers spelen in een ge
meente als dc onze toch niet een rol als
in een stad, waarin de menschcn moeilijker
vindbaar zijn, als men het nummer hun
ner woning niet kent. Hier kent men ieder
inwoner en is deze ook voor vreemdelingen
11a eerste navraag op te sporen. Dan, wa-ar-
om die cijfergrootte van 9, zegge, negen
centimeter voor allen aangenomen Wat
volgens een dor Raadsleden voor dc bui
tenwijken van Londen, geldt, kan hier geen
maatstaf zijn. D&ar heeft men straat aan
straat huizen van een bouworde althans
van ongeveer dezelfde grootte. Hier daar
entegen heeft men groote cn kleine door
elkander cn spot liet tocli met elk begrip
van aestlietica, als men den laatsten huis
nummers van afmetingen gaat geven, die
voor eerst bedoelden reeds zeer ruim ge
kozen zijn. Daarbij maakt hoe wreed
toch zulk een opzichtige nummerplaat
op oude huizen een indruk als een witte
baljapon, waarmede men een oud bestje
zou willen tooien. Ouderdom en verval
komen er des te sterker door uit.
Van boven vermelde en andere bezwa
ren waren de Raadsleden uiteraard niet
onkundig en toch
Stellig zou een verzoek aan de Edel-
Achtbaren, om het pas aangenomene te
wijzigen, niet uitblijven, indien de men-
schen geheel vrij waren hun gevoelen te
uiten en niet om bestaansredenen verplicht
waren het uitspreken van wenscbcn terug
te houden.
Ook voor mij zou een reden zijn, mij in
Idezen afzijdig te houdende schijn van
partijdigheid. Waar echter anderen, de een
op dezen dc andere om een anderen grond,
bezwaren opperden hun afkeuring in een
daad om te zetten, meende ik dc pen te
moeten opvatten 0111 te doen hooren wat
het overgroote deel der gemeentcnaren
reeds lang gevoeltdaarbij het geschrevene
trots het vermelde bezwaar met eigen
naam onderteekenende.
G. KRUIJFF,
Sassenheim, 2 Febr. 1914.
M.
Sedert geruimen tijd heeft, een beurt
schipper als lig- en laadplaats de Oude
Vest, en wel voor do perceelen 35, 37, 39, 41.
Schouwburg 45, 47 gekozen, alhoewel dezo
beurtschipper een eigen ligplaats heeft.
Zeer dikwijls is men tot laat in den
nacht bezig met overladen, wat niet altijd
geruisohloos gebeurt, terwijl de motor het
gestamp voortdurend doet hoorendagen
lang is genoemde kant een opslagplaats
vaji allerlei slag goederen, van de tien
malen zeker negen malen onbeheerde goe
deren.
gehad om er weer heen te gaan. Nu, op
ditzelfde uur, heeft hij de juiste opgave",
riep hij, met eeD akelig verwrongen ge
laat, waarop begeerigheid, haat en vrees
om de overhand streden, „en toch heeft
hij het hart niet om er heen te gaan".
Het schuim, dat hem op den mond stond,
spatte op zijn peper- en zoutkleurigen kne
vel en baard.
jrKom, kom", sprak Job. „Je moet er
hier zoo'n geweld niet over maken, 't Is
ongetwijfeld een treurig geval voor je. Jc
schijnt zeer slecht behandeld te zijn, en
natuurlijk hebben we allen met je te doen.
Geef den man een kan ale, Sara, en laat
hem dan heengaan".
Sara ging aan het verzoek van haar va
der voldoen.
..Daar heb je een shilling", zeide Eze
chiël. opstaande en het geldstuk uit een
der zakken van zijn bombazijnen broek te
voorschijn halende, ,,'t Is zoo goed als een
komedie geweest naar je te luisteren".
Bowling nam den shilling aan, en bracht,
bijwijze van daük, dö hand aan een grijze
lok, die over zijn voorhoofd hing. Een
oogenblik later overhandigde Sara hem het
bier. en eer hij dronk knikte hij in het
rond. Met een enkele teug ledigde hij de
kan, zette die op de tafel en veegde zijn
lippen met den rug van zijn getatoueerde
hand af.
„Goeden avond", zeide Job.
„Goeden avond, mijnheer", beantwoord
de Bowling dezen niet onduidelijken wenk
om heen te gaan, en de onderdanigheid
van zijn toon stak zonderling af Wj zijn
heftigheid van eenige oogenblikken vroe
ger. „Goeden avond, jongeheer. Goeden
avond, samen"tó
Deze plaate lijkt mij alleszins onge
schikt.
Ten eerste: Kan van de spoclploats bij
na. nooit gebruik worden gemaakt, voor
dienstboden en vrouwen zeer lastig, om
reden de walkant te boog ie.
Ten tweedeBij mogelijken schouwburg
brand is het ontegenzeglijk beter, dat wa
ter en walkant geheel vrij blijven voor blus-
schingsmaterieel, enz.
Ten derde Heeft men daar ook de brand
ladder gest-ationneerd, welke bij uitrukken
de noocüge ruimte verzekerd zij.
Ten vierdeHet nachtelijk rumoer, dat
zeer zeker voor de omwonenden lastig is.
Een en ander lijkt mij voldoende, U,
Mijnheer de Redacteur, beleefd om eenige
ruimte te verzoeken, om aan den, mijns in
ziens, ontkoudbaren toestand een einde ge
maakt te zien, te meer, daar er voldoende
andere plaatsen zijn, welke dezen schip
per aangewezen kunnen worden, o. m.
Zoutkeet. Beestenmarkt en Galgcvater of
eigen ligplaats of heeft dezo schipper de
Oude Vest reeds van de gemeente in huur?
Hoogachtend en oank
IJ. Z.
Leiden, 3 Februari 1914.
Mijnheer 1
Vergun mij een klein plaatsje in Uw veel
gelezen blad aangaande de ingezonden stuk
ken over de vervroegde winkelsluiting.
Wat betreft den heer 8., ik raad hem aan
om van zijn zaak een verlofzaak te maken
dan kan hij sluiten gelijk met de café's. En
wat dat kopje anijsmelk betreft, van den an
deren inzender, ik vind het te flauw, om er
een antwoord op te geven maar ik vind het
flinker om onder zulke Verhaaltjes den naam
te zetten van de (n) inzender.
Maar ik als winkelier in een volksbuurt
moet u eerlijk verklaren, da-t ik er niet een
cent- lüiDder door ontvang.
Ik vind het een genot, wanneer men
's avoncte een uur vroeger den arbeid kan
neerleggen en ben er dankbaar voor, dat het
gemeentebestuur het besluit heeft genomen.
U dankend voor de verleende ruimte.
J. A. HOUPS.
Prinsenstraat.
Mijnbeer de Redacteur 1
Nogmaals, doch ook nu voor het laatnt,
vraag ik gastvrijheid voor het antwoord
aan het lid van Valkenburgs IJsclub. Dat
geacht lid wijst mij er op, dat de club reke
ning moet houden met het oog op een mo
gelijk langen winter. Nu, dat zij daar re
kening mee houdt, bewijst de gehouden wed
strijd met de daarmee gepaaid gaande kos
ten. Of, geacht lid, was het soms op uw
initiatief, dat het bestuur den wedstrijd
uitschreef? Zoek nu de weinige deelneming
aan dien wedstrijd niet in cJ.e lage prijzen,
maar wel in het feit, dat het to weinig be
kend was. Als het bestuur des avonds be
sluit om den volgenden dag een hardrijderij
te houden, dan is dat geen wonder, als er
weinig deelneming is. "Wat de kosten aan
de „Harmonie" betreft, blijf ik dichter bij
genoemde som van f 50 dan gij. Denkt nu
niet, geacht lid, dat ik de „Harmonie" dat
misgun, want ik voel zoo goed als gij, dat de
werkende leden niet voor niets een middag
disponibel kunnen stellen, om een uitvoe
ring to geven. Maar mijn vraag is of dat di
rect noodig- was? Vooral als men nagaat,
uit welke beurs het komen moest. Dan komt
er een opwekking van het geachte lid aan
onze jongelieden om lid to worden van de
Club in het belang der kaa. met het oog op
hooger loon voor ons. Als ik lid ben en
dat ia mijn plan om tc worden, hoop ik een
voorstel in ts dienen, om onze plaatselijke
club internationaal te maken, en het geach
te lid als agent aan te stellen, met een sa
laris van, ja, me dunkt zoo van f 1000 tot
f 1500. l>an wordt onze Club beroemd, en het
geachte lid is te gelijk gewaarborgd, dat
hij niet als baanveger behoeft te fungeeren.
Dan houdt zijn salaris ook gelijken tred met
onze Valken burgsohe loonen, en behoeft hij
niet uit zijn verstandskas te putten, die hij
dan den Valkenburgschen baanvegers wel
leenen kan. Mijnheer de Redacteur, mijn
verstand, waar het geachte lid van onze
plaatselijke Club op wijst, is uitgeput. Daar
om zal ik eindigen. U, nogmaals dankend,
blijf ik, Uw dienaar,
Een baanveger.
Valkenburg, 30 Januari 1914.
Hij raakte de lok op zijn voorhoofd we
der aan, cn na den verfrommelden hoed
in zijn fatsoen gebracht te hebben, zette
hij dien achterop zijn hoofd, en liep met
zijn gewonen zwaaicuden zeemansgang
heen, een achterwaartschcn blik op Job
werpende.
„Welnu, mijnheer Round", zeide Aaron,
op zijn vriendelijksten toon. Dunkt u,
dat er iets waars in het verhaal is?"
„'t Is niet onwaarschijnlijk", antwoord
de Job. „In woeste streken gebeuren rare
dingen".
HOOFDSTUK III.
De pachthoeve van Bache was onder dien
naam bekeDcl geweest zoo lang als negen
en negentig van de honderd lieden, die
de boerderij kenden, in de meening waren,
dat pachter Bache er de eigeDaar van was.
Zijn vader, zijn grootvader, cn zelfs zijn
overgrootvader hadden in hetzelfde huis ge
woond en dezelfde landerijen in pacht ge
had, maar huis en landerijen waren het
eigendom v&n een plaatselijk landheer, en
aan de paeht- waren voorwaarden verbon
den, die bijzonder aangenaam en voordeelig
voor den paohter, en bijzonder onaange
naam en onvoordeelig voor den grondbe
zitter waren. Een zekere graaf van Bar-
field, nu reeds negentig jaar dood, had,
éón jaar minder dan een eeuw geleden,
de woning en de boerderij aan den pachter
Bache van dien tijd, zijn erven, recht
hebbenden ef gevolmachtigden, voor een
niet noemenswaardige pachtsom verhuurd,
en wel vermoedende, dat. hij misschien
geen wettelijk recht had om deze beschik
king na iljn dood van kracht te doen blij-
Gcen brnjt over de Biel', «poor.
Mijnheer dc Redacteur!
Gaarne zou ik het even willen hebben
over het plan ter overbrugging van de
Holl. Spoor bij den Rijnsburgerweg. Dit
plan is reeds vroeger ook door de Ver-
ceniging „Vreemdelingenverkeer" be
streden en Volgens mijn inzien kan dit ook
nu nog terecht beatreden worden als een
zeer gebrekkig hulpmiddel.
Immers, ouden van dagen, slecht ter
been zijnde personen, kleine wagens- als
melk-, broodkarren, etc., waarvan de per
sonen tijdig hun klanten moeten bedienen,
fietsers, etc., etc., zullen of kunnen niet
van de brug gebruik maken, terwijl des
tijds te Amsterdam is gebleken, dat der
gelijke bruggen aan veelvuldige verontrei
niging blootstaan.
Staat de brug er eenmaal, dan zullen do
beambten der Holl. Spoor nog meer dra
len bij het rangeeren der vele wagens, ter
wijl menigeen zich tweemaal zal bedenken
de hooge brug op en af te loopen, zoodat
onwillekeurig het „wachten" nog langer
zal wordeu dan vroeger.
Bij de belangrijke verbouwingen aan
„Zomerzorg" (eigendom der H. IJ.-S.-M.),
alsmede aan het Stationsgebouw, is de
verwachting op een verhoogd eilandstation
voor langen tijd uitgesloten, zoodat bij het
steeds toenemend verkeer op het spoor de
stremming van het verkeer op den Rijns
burgerweg steeds mcnigvuldiger zal plaats
moeten hebben, zeer ten ongerieve van het
publiek.
Bij de tegenwoordige techniek van gewa
pend betonwerken in waterhoudende gron
den, welke tijdens de uitvoering der werk
zaamheden droog gehouden kan worden
door verticale hoorbuizen, etc., is het ma
ken van een tunnel ter hoogte van 2.20
M., met glooiende wegen, breed 4 M., een
zeer goed uitvoerbaar werk voor eltc des
kundige op dit gebied.
De 4-Meters-verkeersweg in tweeën te
deelen door een ijzeren hek, zoodat dc per
sonen, kleine wagens, fietsen, etc van
Leiden, alsmede van de zijde Oegstgeest,
ieder van den rechtschen weg gebruik kun
nen maken, waardoor hinderlijke aanrijdin
gen etc., voorkomen worden.
Voor het iristroomend hemelwater is noo
dig een pompje, hetwelk gemakkelijk ge
dreven kan wordeu door elke beweeg
kracht.
De grond aan weerszijden der baan is
van de gemeente L-eidcn en van de II.
IJ.-S.-M., zoodat het terrein ter beschik
king ligt.
Het verhoogd station zal Dog zeer vele
jaren uitblijven; een trap over het spoor
is slechts voor enkelen.
Yan een overbrugging met glooiende
wegen zal de stijging hooger zijn dan dc
daling bij een tunnel, do passage eisclit
met den dag spoedige verbetering, z.oodat.
het mij voorkomt, dat dit voorstel het
meest nog zal te gemoet komën aan de,
tegenwoordige behoefte.
Dc kosten zullen hooger zijn, maar de
onkosten aan dc brug is vrijwel weggewor
pen geld.
Mijnheer de Redacteur!
Vergun mij ccn plaatsje in uw veel gele
zen blad. Bij voorbaat mijn dank.
Het is naar aanleiding van het bericht
je „Sassenheim" in het blad van 27 Ja
nuari j.l., en raar aanleiding van het
Raadsverslag in LTw Blad van 31 Jan. j.l.
In het berichtje werd melding gemaakt
dat het wel geleek of geheel Sassenheim
te koop stond, vanwege de groote nummer
platen. En werkelijk iets belachelijkers
kan men uren in den omtrek zoeken zonder
resultaat. In plaats van een nummer naast
of boven den hoofdingang van ccn gebouw,
ziet men het nummer hier of daar op den
muur gespijkerd. Dit wordt nog onzinni
ger als men daar bij denkt, dat er in Sas
senheim geheele reeksen huizen zijn, die
geen door- of ingang aan de straatzijde
hebben, maar alleen den ingang achterom.
Wat gebeurt nu Als men de straat door
loopt ziet men groote nummers op den
muur, en denkt men onwillekeurig dat
een of ander groot huisjes-verhuurder zijn
koetjes op het droge heeft en nu zijn huis-
yen, had hij bij testament elk zijner op
volgers, dio het waagde de geldigheid er
van te betwisten, zijn bijzonderen vloek
vermaakt. De oorspronkelijke pachter Ba
che had dit substantieele 'olijk van welwil
lendheid verdiend door zijn landheer, met
eigen levensgevaar, het leven te redden.
Vier geslachten hadden er voordeel van
getrokken, en de nu levende vertegenwoor
diger was een welgesteld man, die met do
grootste gelijkmoedigheid zijn renten zag
vermeerderen. Hij had zijn geld in de
drio-percents gestoken, want hij was een
voorzichtig man, die minder op hoogen in
terest dan op veilige geldbelegging zag.
„.Banken springen", zeide de pachter,
„maar het land blijft staan, en ik stel
het land aansprakelijk voor mijn geld. Ik
kan het niet verliezen, of het land moet
op den bodem der zee verzinken, en als
dat gebeurt, gaan ik cn al de mijnen mee
en verliest niemand er bij".
De pachter was van het Normandischo
type, met zwart haar, zwarte oogen, roodo
wangen en broede schouders. Hij was een
man van twee en zestig jaar, die nog vlug
met een zak koren op zijn rug een ladder
kon opklimmen, een waar heldenstuk voor
een man van zijn jaren, waarop hij niet
weinig trotsch was. Zijn vader was een
zoo gespierd man geweest, dat hij aan het
posthuis, als de diligence van paarden
verwisselde, zich vermaakte en do vreem
delingen in verbazing bracht door zijn
schouders onder bet zware rijtuig te zet
ten en het met alle vier de wielen van
den grond op te lichten. Dit deed hij één
maal te veel, en dientengevolge werd hij I
een jaar of twaalf vóór zijn tijd op het j
Oaste Barfieldscho kerkhof tot zijn vade-
jes verkoopt om hier of daar eens als tniju,
heer stil te gaan le\eu.
Maar als een bode van een of andera
vcrconiging of stichting, of brievenbcstcl.
Ier een genummerd pakket of brief moefc
bezorgen weet hij geen raad. Aan de muur
voorzijde groote nummers. Aan den in.
gang achterom niet, het resultaat van dezo
dure nummering? Nihil!
Dat dit gedoe din ook werkelijk in de
gemeente ontstemming heeft gewekt is ccn
juiste opmerking van den heer Speel-
man.
Zijn de Raadsleden van Sassenheim or
alleen, om een maatregel, die al reeds is
door- en uitgevoerd, na te komen en met
ja en amen te bekrachtigen? Neon, nog
ecne neenAan den Raad alleen do beslis-
sing waar het de bevoegdheden van den
Raad betreft.
Het is dan ook te betreuren dat dc heer
Speelman cn verder alle Raadsleden maar
niet rondweg geweigerd hebben do politie
verordening tc veranderen.
Maar de Sasscnhoimschc Raad is weder
om lankmoedig geweest, en heeft, waar
zijn rechten zoo op zij werden geschoven,
genade voor recht laten gelden.
Wanneer zal de druppel komen, die den
beker doet overloopcn Daarom was het
m. i. beter geweest indien de Raad het
volgende voor oogen gehouden hadWan
neer een burger van Sassenheim iets bouwt,
verbouwt, verplaatst of aanbrengt., iu
strijd met politic-verordening, moet hij nf-
breken en verwijderen cn krijgt meteen
een bekeuring wegens overtreding en hij
moet hooren Gaat heen cn leert met
schade cn schande
Maar wanneer een ander burger van Sas
senheim, al was het dan ook de burgemees
ter, nummerplaten plaatst of doet plaat
sen daar, waar zij niet geduld behoeven te
worden, in strijd en tegenspraak met poli-
tie-verordening, moet liet ook dien burger
tegen klinken.
Houdt en betaalt deze nummerplaten'
zelf, ook u moet lecren, als het niet anders
kan, met schado en schande
Dan zou cr ten minste in ons vrije Sas
senheim, Recht voor allen zijn.
En liet Raadslid Rijnsburger zou mis
schien niet meer dc klacht hoeven aan te
heffen dat de Gemeenteraad van Sassen
heim telkens voor een voldongen feit komt
te staan.
K a t e r t j e.
Sassenheim, 2 Februari 1914.
lAjat van 011 bestel bare brieven
en briel kaarten
van hitr verzo :dtn gedio \nde di tioicde httft
der maand Januari.
Binnenland. Brieven: Tonin, Ali-
da en Martha, mej. M. do Jong, Amster
dam; K. E. H. Sikkiug, Dordrecht; L. v.
d. Laan, 's-Bage; H. Hermans, IJes-eb
stein; Zuster Neege, Leiden; mej. M. v.
d. Kamp, Oegstgeest; jongejuffrouw J.
Morris, L. Kliphuis, mej. v. d. Broeke,
Rotterdam; Wed. A. Haaima, Schiedam;
IE Gressie, zonder bestemming; Dr. H.
Enklaar, ZiudbrockEen zonder adre6.
B riefkaartcn: mevr. J. Gerritsen
Balfoort, J. van Egmond, O. J. Andpene,
A. C. Tli. A. Tuckens, AmsterdamH.
Luinders, 's-Hagc; L. Burggraaf, Haarlem;
Boelen, RotterdamWed. O. de Nie, Voor
schoten; mej. M. J. v. Rooyen, mej. God-
dijn, zonder bestemming; 4 zonder adres.
Buitenland. Briefkaarten: Heefl
en Mevr. v. d. Goes, Genua.
Brieven: Mevr. A. Kervel Eilbraclit
(2 stuks), Suez.
J. Gubbels, aannemer te Stratum.
van der Heyden, weduwe van A. van
Hooff, t-o Eindhoven.
A. Brouk, eohipper, varende op de Arne-
muiden 27, tc Arnemuidcn.
M. van den Berg, bakker on winkelier ta
Zwartsluit.
J. J. Larsen, kleermaker, te Helder.
NI. venn. „De Nijverheid", handel In'
bouwmaterialen, gevestigd en kantoor hou
dende te Haarlem.
E. J. van Beek, weduwe van J. G. Hoog
land, koopvrouw en winkelierster in eiga-
ren, koffie en thee, te Haarlem.
ren verzameld, in den ouderdom van vier,
en zeventig jaar.
Uit zulk een sterk geslacht voortgespro
ten, was de jonge Clement Bache het
voorwerp van een medelijden, dat niet ge
heel onvermengd was met verachting. Hij
was nauwelijks vijf voet lang, hij was
zwakker dan een meisje, en zijn verdraaide
schouders zouden ingezakt zijn onder een
vracht, die zijn vader wel op zijn pink
had kunnen dragen. Bijwijze van vergoe
ding, had hij in zijn hoofd bijna den ge-
heelen voorraad hersens, waarmede de fa
milie ooit bedeeld was geweest.
Als kind was hij ongeschikt geweest ent
meb andere kinderen te spelen en had hij
altijd met zijn neus in de boeken gezeten.
Hij had lezen, schrijven en rekenen ge
leerd, maar daar hield de opvoeding, dio
hem gegeven was, mede op en begon de
eigen oefening. Hij had zichzelven viool-
en pianospelen geleerd en was werkelijk
een vrij goed musicus. Hij had zich op
teekenen cn schilderen toegelegd, cn zijn
landschappen in olie- of waterverf waren
niet slecht. Hij maakte bloemen van was,
en opgewerkte bloemen in leder, kon
beeldjes en figuren uit klei boetseeren en
uit hout snijden, en met zijn dunne, blan
ke vingers allerlei aardige dingen maken.
Ook schreef hij verzen, dio door de recen
senten flauw geprezen werden, zooals wij
reeds gezien hebben.
(XYordt vo.rv