-ZONDAGSBLAD
LI-ID5CH DAGBLAD
No. 16539.
Saterdag: 24 Januari.
Anno 1914.
•i-
j| ii t iï j i Ttli ;1tl 11 I f li f lil I ïi I i^Tr
•v VAN HE.T
Liefde uit Lie.de.
"*411;* **4j p*
(Nadruk verboden).
D© trein, vertrok. In een der hoeken
van den coupé zat Hermien, die een treu-
rigen blik wierp op het mooie landschap,
dat aan hanr voorbij ging. Zij slaakte een
diepen zucht, toen zij de kust van IJ mui
den bemerkte. Daar lag het schip. Nog
©cnigë dagen en zij zou weer haar verve
lende woning bereiken.
Hermien leunde tegen het portier en
terwijl de trein IJmuiden verliet, verloor
zij het Schip niet uit°het oog.
Het scheen haar toe, dat haar leven van
dat groote gevaarte afhing.
De trein snelde Yoort, Het werd don*
ker.
De nacht stond diep en hoog voor haar
oogen, en binnen haar ziel was de nacht.
De wagens ratelden in de snelle vaart,
In haar hoek zat Hermien, schreide
zachtjes.
Haar zuster, die bij haar was, raadde,
dat üj veel verdriet moest hebben püs-
achien, welk het verdriet was.
„Wat scheelt er aan, Hermien?" vroeg
zij het jonge meisje.
„Niets, het vertrek. Dat aardige plaats
je te verlaten, waar wij den heelen win-
iter zoo gelukkig hebben geleefd, etemt me
treurig. Het vooruitzicht van het dage-
lijksche leven in ons oud huisje hoeft niets
aantrekkelijks."
„Je hebt mij doen schrikken. Ik was
bang, dat je van iemand liieldt, en dat je
huilde, omdat je hem hebt verlaten."
Hermien glimlachte gerusttellend tegen
mevrouw Meulens.
De hoer Karei van Wijk vraagt, of hij
mevrouw kan spreken.
Het was de oude Geertrui, die mevrouw
Meulens kwam vertellen, dat er bezoek
•was.
„Ja, ik bei* te spreken, Geertrui Laat
mijnheer Yan Wijk in het salon en waar-
r^huw juffrouw Hermienik ben er dade
lijk."
Karei Van Wijk was een reus van een
kerel, dertig jaar. Op schoonheid kon hij
echter niet bogen. Hij was officier bij de
marine, en hij had Hermien Mistel en
mevrouw Meulens in IJmuiden leeren ken
nen, Op zijn doorreis in de stad, waar
zij woonden, had hij besloten de twee da
mes te bezoeken.
Hermien glimlachte gelukkig, toen ze
Vem zag.
Hij sprak meer dan een uur met de
twee jonge dames. Mevrouw Meulens noo-
digde hem uit te blijven eten, en zij stel
de hem voor een beetje in het bosch te
gaan wandelen, vóór zij aan tafel gingen.
Maar op het oogenblik, dat zij hieraan ge
volg wildon geven, kwam een boer bin
nen, pachter van een der landerijen, wel
ke mevrouw Meulens toebehoorde, om met
haar eenigc zaken te bespreken. Dus ver
gezelde Hermien den jongen man al
leen.
Zij bemerkte, dat hij door zorgen werd
gekweld. Stil liep zij naast hem-
„Hoe benijd ik uw kalm bestaan, me
juffrouw," zeide hij eindelijk. „Men moet
riistig van gemoed worden in dit wijde
land."
„Ik benijd uw leven op de heerlijke
schepen.",
„Wij zijn gelukkig, als wij ver van de be
woonde wereld zijn. Dat is waar."
Opnieuw stilte.
„Vertelt u mij eens van de hecren, die
we in IJmuiden hebben ontmoet. Mijnheer
Van Gusten."
„Is in Perzië."
„Mijnheer De Lange?!'
„In Toulon."
„En mijnheer 't Hoog, die ons altijd
zoo trouw vergezelde?"
Karei verbleekte plotseling. In zijn
oogen was een duistere gloed.
„Wat heeft u?" vroeg Hermien.
„Er is... voor mij... een onaangename
herinnering... aan dien naam verbondeo.
Mijnheer 't Hoog trouwt met het. meisje
waarvan ik het meest op de wereld houd,
Lize Forest".-
Op haar beurt, verbleekte Hermien. Ka-
rel zweeg. Eindelijk vróeg hij
„Mejuffrouw 1"
Zij zuchtte. En weder zwegen zij.
Heeft u van hem gehouden vroeg hij
ten laatste woest
„Ja," fluisterde ze.
„Heb geen medelijden met uzelf. Heb
is oen man, dio zijn vrouw ongelukkig zal
maken. O als u wist, hoe ik geleden heb,
hoe ik geleden heb... Lizc cn ik waren
voor elkaar bestemd, en wat. twintig jaar
heeft geduurd, wist hij, als een schurk, in
enkele weken uit te wissehen. Het was hem
om haar bruidsschat te doen.
Hij heeft zich in haar oogen interessant
weten te maken. Ik ben gevlucht, ik wilde
niets meer van hem hooren, en nu vind
ik een ander, ook door hem ongelukkig
gemaakt."
Zij kwamen thuis, verdoofd van hun bei
der ongeluk. Zij had haar, korte, smarte
lijke historie verteld aan haar nieuwen
vriend, beiden gevoelden zij medelijden
voor elkander, dat als een zware last ver
borgen lag in hun blocqL
Langzaam gingen de dagen voorbij.
Hermien dacht dikwijls aan de dagen, in
de .stille zeeplaats. Toen was zij gelukkig
geweest Nu gevoelde zij, dat nooit weer
iemand van haar zou houden, en doods
angst beving haar, zij weende.
Twee jaren waren voorbij gegaan. Toen
kwam Karei Van Wijk terug in het oude
huls van mevrouw Meulepa Hij vond haar
in groote zorg. Hermien's gezondheid liet
veel te wenschen over, zeide ze.
„De dokter zegt, dat ze naar het Zui
den moet, maar wie zal haar vergezellen 1
Mijn plichten houden me hier... en veel
geld... hebben... we ook niet."
Eenigo dagen later kwam de jonge man
terug.
„Ik heb er wat op gevonden", glim
lachte hij treurig.
Op dat oogenblik kwam Hermien bin
nen.
„Wil je, Hermien?" vroeg hij zachtjes,
„Wat?"
„Wil jo mevrouw Van Wijk worden?"
Als eenig antwoord reikte ze hem dei
hand.
En daar, in het zonnige Zuiden, hebbca
de beide ongelukkige menschen elkander*
lief gekregen.
Lie liolfie in den trrieitscli*
Turksclien oorlog1.
Door een Grieksch officier.
Toen te Athene het bevel tot mobilisatie
van het leger gegeven werd, was ons, offi
cieren, slechts een zeer korte tijd gogeven,
om ons van het noodigste te voorzien. Da
winkels deden goede zaken en er werden
in die dagen ook wel zeer vele onnoodig©
en overbodige dingen gekocht, welke dan
later op roarsck verloren gingen. Onza
voornaamste zorg echter maakten de le
vensmiddelen uit. Wanneer men weet, met
welke moeilijkheden de verpleging vooral
in den oorlog en in het bijzonder in den
Balkan te kampen heeft, zal men begrij
pen, (lat we inkoopen deden, als gold het
eenhotel iri te richten.
Onder deze omstandigheden maakte ik
voor het eerst kennis met koffie „Hag."
Een koopman beval ze mij en mijn kame
raden 'aan, door een heel relaas op te som
men p\cr de voordeden van de caffeïn-
vrije koffie, waarvoor wij toen echter wei
nig belangstelling gevoelden. Een kame
raad nel hem daarom snel in de rede:
„Geef eens hier, caffeine of geen caffeine,
de kogel zal daarnaar niet vragen Zoo
namen wij dan een flinke hoeveelheid pak
jes in dc bekende karakteristieke verpak
king met ons mee.
De beteekenis van de koffie voor den
oorlog is een zeer groote deze is een be
langrijk deel van de voedingskwestie. Bij
lange marschen en bij vermoeienissen heeft
de soldaat een middel noodig, dat het
lichaam en de zenuwen sterkt cn een bui
tengewone werkkracht, verleent. Het ge
bruik van alcohol is, zooals bekend, op den
duur zonder storiftg der gezondheid niet
mogelijk. Dus blijft alleen een veelvuldig
gebruik van koffie over. De trein vervoer
de daarom ook groote hoeveelheden van
een buitengewoon sterk gebrande Grieksch-
Turksche koffie.
Eind September trokken wij in drie
groepen van uit Athene naar de grens.
Mijn vrienden en ik,' als officieren van het
Sste regiment, behoorende tot de 4de di
visie, hadden gelukkig goede wegen door
vlhk land tot aan dc dicht bij de Turksche
grens liggende stad Larissa.. Pas twee uren
verder hielden wij voor het eerst halt.
Vermoeid cu dorstig klopten wij tever
geefs aan de deuren van de boerenhuizen.
In den oorlog van 1S97 hadden juist hier,
in Thessalië, de Turken als barbaren hui©
gehouden in herinnering aan den droevi-
geu afloop van dezen oorlog sloten de boe-]
ren voor ons hun deur. Zoo bivakkeerden'
wij in do open lucht en gebruikten heti
heldere water van de in de nabijheid
atroomendo klassieke rivier Pc naloa, om