N». 16530.
"Woensdag; 14 Januari.
Tweede Blad. A0. 1S14.
PERSOVERZICHT.
Kunst, Ietteren, enz.
Gemengd Nieuws.
l)o iUiuister fan Usiooiëu en «1e
t*'o n v er n en r-en era a 1
ifD e T L" heeft ia een uitvoerig arti
kel de in ue Kamers veel besproken tele
grammen- wisseling tusschen den Minister
van Koloniën en den Gouvern.-Gener. be
handeld.
Dit artikel bevat een aantal mededeclin-
gen, aan het blad verstrekt door personen
van vorschillcndo politieke rich ing, geheel
onafhankelijk van elkaar cn waarvan het
gelooft de juistheid te moeten aannemen
in verband met andere bijzonderheden, wel
ke het voorshands niet meent te mogen
openbaar maken.
,,Hoo is nog onverklaarbaar schrijft het
blad maar een feit. is 't, dat de tekst der
gewisselde telegrammen in handen van ver
schillende linkscho. en rechtscho politieke
personen is geraakt, en zoodoende de za
kelijke inhoud der telegrammen in iets rui-
mir kring bekend geworden is.
Wat zich heeft afgespeeld,komt op het
volgende, neer. Er zijn, in plaats van zooals
gewoonlijk twee, ditmaal drie telegrammen
gewisseld. Tn het eerste roept de Minister
van Koloniën, zonder voorwaarden te stel
len, de medewerking van den heer Iden
burg in, ondanks enkele punten van ver-
I schil, die tusschen beiden bestaan. In zijn
antwoord beeft de heer Idenburg gevraagd,
of neb ministerie zich op het concentratie-
standpunt stelt: iidat geval zou hij de mo
gelijkheid van samenwerking in nadere
overweging moeten nemen. Dit telegram
werd volgens een onzer zegslieden door
den ministerraad, volgens een anderen na
overleg met den ministerraad door c!on Mi
nister van Koloniën beantwoord met de
mededeeling, dat op het aanblijven van den
heer Idenburg zou worden prijsgcstcld, on-
danks verschil in de algemeen e politiek,
met- welke verklaring de G.-G. genoegen
heeft, genomen".
Met ,,H ft n d o I 8 b I ad" voegt hieraan
toe
Do mogelijkheid bestaat zeker, dat deze
inlichtingen een ietwat eenzijdig licht op
do zaak werpen. Immers, dezo lezing zou
doen veronderstellen, dat do minister
ecniiro concessie van beginselen of den.k-
beelden heeft gedaan, zijn vrijheid om in
to grijpen wanneer hij meent, dat de
I pchtieke kerkelijkheid; van den gouver-
I neur generaal voor Ipdïë nadceligó ge
il volgen heeft, zou hebben laten bekorten.
Men neemt niet aan, dat iemand een mis-
I daad zal begaan, als hij er geen enkel
belang of voordeel bij, geen enkelen grond
voor beeft. En wij vragen ons af, wat ter
wereld dc aanleiding voor den minister
zou kunnen zijn, om zichzelf en zijn in
vloed zoo goedkoop to maken.
Doch wij gclooven met die berichtge
vers. dat iets van dc telegrafische corres-
pondentie, die geleid heeft tot de over
eenstemming tusschen gouvcrncur-gene-
j raai en minister en die den minister de
overtuiging .heeft gegeven, dat aanblijven
j van den gouverneur-generaal niet in
strijd met 's lands belang behoefde te zijn,
j den leider der antircvolutionnairen bc-
kend moet zijn.
En dat maakt op ons een zeer onaan-
j genamen indruk. Is het gewenscht, dat de
leider der oppositie met confidentieele
mcdcdeelingen van dén gouverneur-gene
raal, iri do. volksvertegenwoordiging
schijnbaar voor dien gouverneur-generaal
als kampioen tegenover den minister op
treedt.
Indien het werkelijk voor den goeden
naam^ van den gouverneur-generaal noo-
I dig, is, dat deze telegrammen gepubli-
I ccerd wpvden, dat duidelijk wordt gemaakt
wat het standpunt van den gouverneur-
generaal is dan kan en mag en moet de
heer Idenburg zelf tegenover den minis
ter dien eisch stellen.
Het geintrigccr van dr. Kuyper in pers
cn volksvertegenwoordiging over dezo
zaak lijkt ons weinig aanbevelenswaard
cn als iet-s ons voor den goeden naam
I van den governuer-generaal wcnschelijk
I lijkt dan is het wel, dat duidelijk worde
I gemaakt, dat dr. Kuyper niet namens hem
I spreekt, niet krachtens vertrouwelijke in-
hchtingén van hem vragen stelt, wijl hij
I meent, dat het antwoord, om politieke
I redenen nut kan hebben.
I Dc leider van de. oppositie tegen de re-
I gcering behoort als zoodanig geen be-
I Mekkingen met den gouverneur-generaal
I te kunnen hebben.
Ook „Hotïïuisgezin" maakt ecnige
I aanteekeningen bij deze mededcelingeu.
Het blad schrijft
Dit moet alles zijn.
Indien dit inderdaad alles is, is er dan
l reden om minister Pleyt-e een gevangene
I der rechterzijde t e noc-men
Heeft niet minister Cort van der Lin-
den met nadruk verklaard, dat het kabi
net geen partij-ministerie was en dus
I zien niet op het standpunt der concen-
I trat.ie stelde?
De ontkennende beantwoording der
I Vlaag van den landvoogd kan dus niet
I verbazen, lag integendeel voor de hand.
En verbazen behoeft het. ook niet, dat
I do regeering ondanks het verschil in
I do politiek, wat toch nog iets anders is
I an het aanvaarden van heb concentratie-
P program op het aanblijven van den
neer Idenburg prijs stelde.
ndien en voor zoover de onthulling van
„D e T e 1." juist is, behoeft zij geen reden
tot verontrusting te zijn.
Grooter afmetingen dan die van een
storm in een glas water zal de zaak wel
niet aannemen.
„D o Sta n d." is niet voldaan over do
rode van den minister van koloniën in de
Eerste Kamer. De minister, zegt dit
blad, heeft ter rechterzijde wantrouwen
opgewekt
Toen hij in do Tweede Kamer optrad,
stond bij do eerste ontmoeting dat wantrou
wen zelfs zeer hoog. De heer Van Veen con
stateerde dit zelfs op vrij scherpen toon.
Zijn temperamentvol optreden bij do stem
bus maakte waakzaam en bezorgd. Toch was
het hem golukt, in twee grooto redevoerin
gen dit wantrouwen er onder te krijgen.
Vandaar dat do oppositie in de Eerste Ka
mer zelfs sympathiek tegemoet trad.
Maar toen bedierf hij 't op eenmaal go-
heel. Ten deele had hij dit reeds in zijn Mo-
morio van Antwoord op de fatale lóde blad
zij gedaan. Toch deed do oppositie haar
best om zelfs daaraan nog een mouw te
passen Had hij dio opnieuw hem toegesto
ken hand dan ook loyaalweg aangegrepen,
zoo ware 't alios van een leien dakje go-
loopen.
Doch juist dit deed hij niet.
Veeleer las hij een breed betoog voor over
Plein en Buitenzorg, dat onder de gegeven
omstandigheden wel wantrouwen moe&t
woleken.
Onwillekeurig vroeg men zich af, waar
dit heen ging.
Stel, er komt straks een andere gouver
neur-generaal, een nog erger missie-keur
der daj) mr. Ploytë zelf, eiïiëve, wat moet
er dan van onze actio op Java terecht ko
men
Toch gelooven we, dat de Kamer goed
de^d met zelfs geen stemming te vragen.
Maar verzwegen mag dan toch niet, dat
de houding van Mr. Pleyte in de Eerste
Kamor, wat ons leed doet, ook de positie
van het Kabinet, als geheel genomen, niet
he^ft gesterkt.
Verzwakking van het wederzijdsch ver
trouwen is, vooral zoo er niet de minste
aanleiding too gegeven werd, altoos beden
kelijk.
,,D e Sta.n daar d" driestart nader
over „De Telegrammen als volgt
Niet gen-oeg kan betreurd, dat de Minister
van Koloniën niet aanstonds, op het eerste
verzoek, de telegrammen over heeft gelegd.
Zoo ze puur-formeel zijn, had dit niemand
kunnen schaden. Na al wat er nu over voor
viel, blijven ze toch niet geheim, en zoodoen
de wordt do positie van den Minister
steeds pijnlijker.
Iri ,,D e Telegraaf" begon het lieve
spel nu reeds, en natuurlijk blijft het daar
niet bij. Of wat ,,De Telegraaf" opgaf als
verklapt, juist is, zij in het midden gelaten,
maar in elk geval zijn de telegrammen nu
voorwerp van hooge, prikkelende nieuwsgie
righeid geworden, en men weet waarop dit
uitloopt.
En daarbij komt. nu nog een tweede iets.
Van Linie namelijk legt men er mi met
zeker welgevallen nadruk op, dat de Minister
in zijn veróngelukte redevoering eenerzijds
den streng in eigen liand hield, maar ook
anderzijds den Goeverneur-GeneraaJ een
zeker terrein adlibitum aanwees.
De vraag is nu: Schuilt hier toeleg in?
Zoo ja, staan we dan nu voor deze positie,
(lat de Minister pertinent weigert het pres
tige van Idenburg boog te houden, en dat hij
eer in tegendeel er uitsluitend op bedacht is,
Idenburgs eventueelen opvolger de handen
vrij te maken om straks hardhandig tegen
de Z e n d in g op te. treden, en dit wel op
zulk een voet, dat de Minister dan zeggen
zou Keeren kan ik dit niet. Gij hebt zelf ge
wild, dat ik Idenburg de handen vrij liet.
Nu, clit heb ik gedaan, maar verg dan nu oou
niet dat ik zijn opvolger op do vingers zal
tikken.
Men gevoelt, hoe dan toch de Zending het
kind van de rekening zou worden. En dit
mag niet.
In elk geval, er zit nu ter dege een kink
in den kabeleen kink, die er uit moet.
Mr. S. van Houten schrijft, in zijn jong-
stcn „Staatkundigen Brief" van
9 Januari
Wij gaan het nieuwe jaar in met een er
gerlijken toestand ten aanzien d*r vaststel
ling van de beg-rooting. Noch Indi
sche, noch Nederlandsche begrooting ini het
„Staatsblad" en do laatste pas half-
iclaar bij de Tweede Kamer. En dit terwijl
als gevolg der verandering van ministerie
kort voor de opening der nieuwe zitting c?o
begroo'.ing zelf weinig nieuws kon bevat
ten cn zoo goed pis niets anders den hevtst-
tiid in beslag nam. Een precedonb dus van
vérstrekkende gevolgen, enkel wegens het
veel e> lang praten. En zelfs dit zonder
groo'y bcteekenis cn, behalve wat He con
stitutie dei* onderwijs-commissic betreft,
zonder belangrüke gevolgen.
Do eigen aardigheid van het geval van het
standpunt van een wijsgeerigen toeschou
wer is. dat de schuldigen zelf er het meest
onrl^r Ih'^cn Al* staatslichaam D
do Kamer dc schuld-geen haar leden erge
ren zich or vol het meest over, natuurlijk
mot uitzondering van stenografie, pers en
bedteuden dat; trots Tango cn in vele
&vnn.*=>n voortgezet?, zittingen, dc eersto
administratieve plicht van het Staats-collc-
go onvervuld is.
Er wordt naar gïslrecfd verbetering aan
to brengen door reglementaire beperking
van den duur der redevoeringen, maar wie
nu eenmaal lu?t heeft veel en lang te spre-
ken; vindt toch'gelegenheid telkens weder
het woord te krijgen. In mijn jeugd werd
reeds van Groen gezegd, dat hij amende
menten voorstelde enkel om bij een onder
werp zoo dikwijls het woord te mogen ne
men als hij verkoos.
Ik waag althans daarnevens een ander
middel aan de hand te doen, dat indertijd
door een zwijgend lid, die gewoon was do
zittingen van het begin tot het einde bij te
wonen, werd beproefd.
Eens in do Kamer komende begroette bij
mij en waarschijnlijk anderen, die nogal
eens do aandacht hunner medeleden vroe
gen, met de vraag: Weet gij we!, dat gij ia
dit zittingjaar al X meters gesproken hebt?
Op mijn lachend schouderophalen deed hij
nog volgen Nu, dat wilde ik u maar eens
zeggen.
Hij had de kolommen van 't Bijblad nage
meten en van de redevoeringen een lengte-
statistiek opgemaatk En nu rijst bij mij do
vraagZou nie+- publicatie van zulk een
statistiek nuttig kunnen werken?
Vooral met het doel, dat het publick de
Bijblad:meters zal vergelijken met de plaats
dio de spreker in de Kamer inneemt en het
effect, dat hij heeft bereikt. Zulk een statis
tiek zal ook leiden tot vergelijking van we
spreek-methode der leiders, van wio ook
gevergd mag worden, dat zij zich voldoende
voorbereiden om kort te kunnen zijn. H«er
bij komt mij nog een herinnering op van een
medelid, die zeer lang sprak, en van de on
derwerpen, die hij behandelde, veel studio
maakte. Er werd niet naar hem geluisterd
en vriendschappelijk klaagde hij mi] daar
over zijn nood. Ik lten hem gemakkelijk dit
antwoord geven Wat gij ons vo rdraact is
niet 'n redevoering, .maar 't studie materi
aal voor een redevoer"ng. En ik geloof, aan
dit euvel gaan tegen woordig vel cd mank
Baat 't niet-, het schaadt zeker uiet, wan
neer ieder Kamerlid aldus als het ware
steeds met do aantcckening zijner Bijblad
meters voor zijn medeleden en het publick
komt to staan. De vernuftige inval van mijn
oudon vriend tot keering van een toen nog
niet bedenkelijk euvel, waarvan hij als al
tijd aanwezig zwijgend lid meer bijzonder
last had, kan werkelijk tegen het du ernstig,
geworden kwaad een remedie zijn. Psycho
logisch is er alle reden er cenige werking
van te verwachten, als leden zonder invloed
door een hoog cijfer Bijblad-motors min of
meor ridicuul worden, en invloedrijke le
den, die hun redevoeringen niet kort weten
to maken, er telkens aan herinnerd worden,
dat collega's van niet. minder hooge positie
heel veel mindeT tijd in beslag nemen.
Nu nog een kort woord over het eenige
belangrijke resultaat der discussie, de op
wekking der hoop op een bevredigende o p-
lossing der on de rw ij s vraag en,
als gevolg, do bonoeming ëenor Staatscom
missie, bestaande uit de groepsleiders der
Tweedo Kamer, om hieromtrent te advi-
seeren.
Ik verwacht er niets goeds van, omdat
de onderwijs-kwestie slechts een onderdeel
is van den blijvenden strijd tusschen gees
telijk en wereldlijk gezag. In de zestiende
eeuw leidde het overwicht van Rome tot
den opstand tegen Spanje; tegen het ein-
do der achttiende eeuw het overwicht van
het Calvinisme tot de revolutie. De beide
overwonnen kerkelijke richtingen hebben
zich nu vereenigd cn zijn sedert de Grond
wetsherziening van 1887 bezig het verlo
ren terrein te herwinnen, behoudens na
tuurlijk, dat zij elkander weder in de ha
ren zullen vliegen, als het j.modernisme"
zal zijn onderdrukt.
Tijdelijk is het terrein van den strijd
het lager onderwijs Door uitzicht te ge
ven op pacificatie maakten zij zich meester
van millioenen uit de schatkist voor hun
propaganda bij do jeugd in inrichtingen,
waar niet het. onderwijs, maar het inpren
ten ccner kerkelijke geestesrichting hoofd
zaak is.
De oorzaak van do toenemende misken
ning van den juisten regel, dat het uit de
belastingen geputte geld slechts voor neu
trale inrichtingen mag worden besteed cn
allerminst mag worden gebruikt tot
machtsversterking der geestelijkheid, is
ontstaan door de halfheid van een deel
der toenmalige liberalen tegenover de
dubbele beweging onder het volk ontstaan
door de moderne theologie en het- socia
lisme. Vrees voor atheïsten, socialisten en
communisten heeft hen weder heil doen
zoeken in een door de kerkgenootschap
pen gekweekte onderworpenheid. Met.
medewerking van zulke liberalen kwam
de wet-Mackay tot stand. En in plaats
van daarna met een ,,tot hiertoe en niet
verder" pal te staan, gingen Borgesius-
Pierson verder op dien weg.
Cort van der Linden was daarbij hun
ambtgenoot. Dit maakt mij ernstig be
zorgd, dat een nieuwe overwinning van
de geestelijke gezaghebbers wordt voorbe
reid en de vruchten der stembus-overwin
ning van 1913 weder verloren gaan door
denzclden invloed, die den clericalen do
vruchten van do liberale overwinning van
1897 in den schoot wierp.
Een eigenaardig gevolg van de kracht
der goede beginselen van staatkunde,
waarop de hoop nog mag gevestigd blij
ven is wel, dat men in clerical'o leringen
bang begint te worden voor het eigen suc
ces. Zij hebben de oprichting van bijzon
dere scholen geldelijk zoo gemakkelijk ge
maakt, dat zij vree-zen, dat. hun stelsel
ook anti-clericale, anti-godsdienstige, so
cialistische, enz iri het leven zal roepen.
Zóóveel toch hebben in de afgeloopen pe
riode de liberalen van mijn slag nog kun
nen bewerken, dat de subsidiën worden
verleend aan alle scholen zonder beper
king der gcctesrichting, die den kinderen
zal worden gegeven en ingeprent En
nu staan de clericalen voor het dilemna,
de oprichting van hun vijandige scholen
nog meer to bevorderen en als 't war.Q
uit te lokken, of wel overheidstoezicht op
de geestcstiching der zoogenaamde vrije
scholen, en dus ook op hun eigen in het
leven te moeten roepen.
Ik moet erkennen, dat de logica der fei
ten tot dit laatste reeds bij liet tegenwoor
dig subsidiestelsel heen drijft
Uit. de beurzen van allen het geld te
halen -voor scholen, waar de aanstaande
burgers worden opgeleid tot minachting,
om geen harder woord tc gebruiken, van
andersdenkende mede-burgers is zc-o iets
absurds, dat meer en meor dc oegen van
bet onafhankelijk publiek er voor zullen
worden geopend.
Lecren de kinderen het verketteren hun
ner mede-burgers in huis of in de kerke
lijke leerkamers, het is reeds erg genoeg,
maar een tc eerbiedigen uiting der vrij
heid. Het geld der belastingen mag er
echter niet voor worden gebruikt. Dit be
hoort slechts te worden verleend onder
de door voldoend toezicht te bandhaven
voorwaarde, dat evenals in de openbare,
school, de onderwijzers zich onthouden
van „iets te doen of toe te laten wat. strij
dig 19 met den eerbied, verschuldigd aan
de godsdienstige begrippen van anders
denkenden" (art. 33 2de lid der wet op
het lager onderwijs). Dat deze voorwaar
de niet is opgelegd, is de grondfout van
het. tegenwoordig stelsel van cchoolsubsi-
dicn, waarop ik ook de bijzondere aau-
dacht der Staatscommissie vestigt-
De Haagsche Schouwburg.
Louis Bouwmeester Jr., tl i e'Jter-diA?cteilT
to 's-Gravenhage, heeft den gemeenteraad
voorgesteld
den -schouwburg, wanneer die geliéei ge
reed zal zijn, in beheer" to nemen en te
exploïteereri onder toezicht van ccd commis
sie. eventueel door den Raad te benoemen.
Do exploitatie zal bestaan uit het verhu
ren van het gebouw aan eerste-rangs tooneel-
gczclschapppen, zonder voorkeur voor het een©
of het andere, doch alleen naar recht en
billijkheid, met dien verstande evenwel, dat
oen .opera-onderneming, die daartoe aanvrage
doet, een vast recht van vijf speeldagen ;per
veertien dagen wordt gegund, alzoo per week
twee dagen en één Zondag om de voert ien
dagen
te zorgen voor de aanvulling van het ont
brekende décor;
te zorgen voor het onderhoud van het ge
bouw in geheel en omvang, dus ook van den
inventaris en het in dienst nemen van het
daartoe benoodigdo personeel:
het dragen der onkosten voor verlichting
en verwarming.
Verder neemt adressant aan
aan de gemeente een jaarlijkscho huursom
to betalen van 'f 16.000.
van een eventueel© netto winst 25 pCt.
aan de gemeen to uit te keeren
een door den Raad te bepalen waarborg
som te storten tot een bedrag van ten hoogste
twee kwartalen huur.
Een op deze basis aangegane exploitatie
moet adressant het recht geven, de over
eenkomst van jaar tot jaar ongewijzigd te
verlengen en wel gedurende cl© eerste viar
jaien, volgende op het eerste exploitatie-jaar.
OPGAVE VAN PERSONEN, DIE ZTCH
TE LEIDEN HEBBEN GEVESTIGD.
G. van Pullen, Hooigracht 4 A, onderwijzer.
I. E. Crince Lc Roy, Papenstraat 14A.
J. van Dokkum, Oude Singel 220, instru
mentmaker.
A. J. van Du uren cn gezin, Van der Helm-
straat 2S, meubelmaker.
M. II. Basslé, Nieuwe Rijn 11, collecteur
Staatsloterij.
Dr. N. van Wijk, Nieuwstraat 3G, lioog-
leeraar.
II. E. Dersjant, Diaconessenliuis, leerling-
verpleegster.
M. de Sauvage, Pieterskerkkoorstecg 7.
II. G. Bonneb en gezin, Lcegewerfsteeg
14, loopknecht.
L. Boom, Oude Rijn 48, modisto.
C. Nimwegen en gezin, Lanyogracht 54,
vleeschhouwcr.
F. C. M. Pelgrom von Motz, Hoogewoerd
34, student.
J. P. de Kat Angelino, Lange Mar© 6.
H.Passchier en gezin, Kort Galgewator 20,
m a trassenm ak er-stof feerder.
N. Lege-t cn gezin, Zijd gracht 8, brood
bakker.
P. van der Klaauw en gezin, Heerenlaan
40, gemeenIcreinigar.
G. J. dc Boer, Ilaarl.straat 93.
Joha. II. Krobs, Diaeonèsscnhuis, verpleeg
ster.
W. J. Rijkens, Galgewater 2, Luitenant-
adj udant.
J. den Ouden, Hoogewoerd 122a, bouw
kundige.
C. Blok, Zijdgracht 7, slagersknecht
Nu dc winter volop ïn't land
en met strenge koude niet altijd aange
naam is, willen wij er op wijzen; dat
vooral voor personen, die veel aan de kou
de zijn blootgesteld, een i; "teleend en
goedkoop middel om aan ch ode weer
stand te bieden, is, zich over-de onder-
kleeden in papier te wikkelen. Door op
borst en rug een stevig vel papier of des
noods een krant te bevestigen, ia men er
zeker van, dat de koude weinig invloed
op lichaam heeft en f-cgen aandoeningeu
helpt.
Van personen, dié vóoj zaken geregeld de
omliggende gemeenten n- -ockcii, hoorden
wij, dat zij met het mee -. i.cc D dit middel
gebruikten, en van de strengste koude geen
nadfeelige gevolgen hadden
De o n g e v a 11 e n w a g e n s der H.
IJ..S.-M. Wij hebben reeds melding ge
maakt. van de z.g. ongevallen wagens door
eta H. IJ.-S.-M. in dienst .gesteld om hulp
te verleenen bij spoorwegongelukken.
„De Tel. weet nu hierover nog de volgen
de mecjedéelingen te doen.
Zoo'n wagon staat op een vrij spoor aan
het Westelijk stalionseiland, en is dus oogen-
blikkelijk tot uitrukken gereed. Zij bestaat
eigenlijk uit een tweetal omgebouwde en
aaneengekoppelde AB-personcrrijtuigcn,
waarvan de wagenkasfc donkerrood is ge
schilderd.
Da wagen bestaat uit twee gedeelten, dc
ruimte voor d'e werktuigen en de af deeling
voor het personeel. De toegang tot eerstge
noemde ruimte bestaat uit een gewonen
coupe; moeten gvoote, zware werktuigen uit
geladen of gewonden binnengebracht wor
den, dan kan dit geschieden door een groote
openslaande deur in den kap wand. De
werktuigen zijn van verschillenden aard.
Zoo zijn hier aanwezig de ijzeren vijzels die
da locomotieven steeds met. zich meevoeren,
een zestal zware dommekrachten, derailleer
platen om machines er. wagens weer m het
spoor te brengen, trekkettingen, nouweelen,
©tukken rails, zware houten blókken, bijlen
en zagen, om beknelde personen uit te kap
pen en te zagen, benevens een aantal groo-
tero en kleinere werktuigen, welker aanwe-
-So.wjoods una Ciq sr qCrpiaoq^uouo pioqihz
ramp.
De seinlantaarns staan in een speciaal
daartoe ingericht rekj tegen den zijwand van
den wagon, terwijl een ladder, die tevens als
draagbaar voor gewonden gebezigd kan wor-
deu, aan de zoldering 19 bevestigd Voor
het personeel- zijn voorts st-eads olie jassen
aanwezig. In de tweede afdeeiing van het
rijtuig bevinden zich twee compartimenten,
die anderhalf maal zoo ruim zijn als de ge
wone coupé's in de personenrijtuigen, bo
nevens een soort keuken of kombuis. De
eerste compartimenten kunnen gebruikt
worden voor het vervoer van doctoren eri
helpers voor heb geval de ramp groote af
metingen heeft aangenomen, tn voor het
uitrukkende treinpersoneel. In gevat van
nood kunuen drie gekwetsten in eiker,
ooupé geplaatst worden: één op iedere bank
en én op den vloer. Een hospitaal in het
klein dus.
De laatste coupé, als-keuken iugcricht, is
zeer practiseh geïnstalleerd. Aan de eene
zijde bevindt zioh een compleet aanrecht,
waarop een tweetal groote gaskomforen ge
plaatst zijn, en waarin tevens een waschge-
legenheid is aangebracht. Warm water voor
koffie der manschappen en desgewcnscht
voor de behandeling der gewonden, is dus
steeds aanwezig. Onder het aanrecht bevin
den zich eenige bussen met koffie en thee,
terwijl daarboven een rek is getimmerd voor
kook- en drinkgerei.
Ter and:re zijde staan een drietal gruote,
geëmailleerde waterreservoirs, die steeds ge
vuld zijn. Vergeten, we te jli.lt" m°t u.*
groote verbandikist, waarin do noodige chi
rurgische instrumenten, noodverbanden en
gummislangen, welke laatste noodig zijn
voor het afbinden van gewonde ledematen.
De gecombineerde wagon weegt ongeveer
27,(XX) kilo's en is voorzien van gasgloeilicht.,
stoomvcrwarming en Westinghouse-noodrem
Voor eiken ongevallen-wagon is een spe
ciale beambte aangewezen, wiens werk uit-
rijtuig en wiens plicht het is te zorgen, dat
sluitend bestaat in het onderhoud van het
het dag en nacht tot onmiddellijk uitrukken
gereed is.
Hopen we, dab het evenwel niet noodig 1
en de roode wagen nog lang ongebruikt op
het emplacement zal blijven staan
Do opnieuw uitgebroken
staking der garnalenvisschers te Stellen
dam, is, naar do ,,N. R. Ct." meldt, uitge
breider dan de eerste. Zij omvat 2S vaar
tuigen (85 visschers). Met uitzondering van
-onkelo vaartuigen, die het eigendom der
pellerijen zijn, is de staking algemeen. Het
geschil loopt thans over de prijsregeling in
Maart: de visschers verlangen een verhoo
ging van 2 cents per K.G., de handelaars
willen den ouden prijs met 1 cent per
Kilogram verlagen en zeggen, dat do
concurrentie met de Engelsche garnalen cn
dio uit andcro streken van ons land geen
hoogor loon toelaat.
In „De Hotelhouder" vinden
wij een mededeeling over een practiseh en
maatregel. Dc Ned. Hotelhoudersbon d
"heeft voor de leden uniforme kaarten la
ten maken, die in de.hotelkamers kunnen
worden opgehangen en prijzen van iogios,
ontbijt, bad, enz. vermelden. Enkele no
bels ten onzent en vele in hot buitenland
hebben reeds dezo kaarten, dio bij den ga*t
vertrouwen wekken, mits men dAn van de
zo tarieven ook niet afwijko.