i Mnos"
Vr
K fu.
AEEen, die caffeïnvrsi©
Koffie „HAG", zuivere
boonenkoffie, in plaats
van caffeïnbevatiende
koffie drinken, ontgaat
niets; zij hebben HET
ZELFDE GENOT ais
vroeger.
'J
Vragen en Antwoorden.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Souden Visioenen#
I? TC a.' li A JH ES 40 Cts. per regel.
7602 106
On G^/O
vd& cmcgnef
n^zj?/ ,A&/ vtzcw^&p&p
c^rS
triced^**) Qvzer
w%
TEU ZLLDEIT -TIJDE
EEN KOSTBAAR GESCHENK
Rektor Prof. K. B. LEHMANN.
Rcktoratsrede der Universitat Wtirzburg 11.5.12,
7601 18
tegan slechte spijsrertering.
7618 6
Vraag: Ik krijg van ionand eenig geld
en nu vilde hij mij voor mindering alvast
geven een lot van de Vereeniging tot be
vordering van 's Land; Weerbaarheid Serie
ÓU3S No. zeven en zou ik gaarne weien of
dit nog goed is en welke waarde ik er
voor zou kunnen geven?
Antwoord: U kunt niet bet-er deen dan
even op een effectenkantoor aan te loopen
en daar naar het nummer te informeereii.
Vraag: Kunt u mij ook antwoord geven
waar of de stad Utah, in Amerika, ligt?
Wij hebben een broer in do stad Utah wonen.
Hij schrijft haast nooit en daarom zouden
wii het zoo gaarne eens willen weten.
Antwoord:.De slaat Utah ligt in het
westen van Amerika. Van Nieuw-York zal
dit ongeveer 4 dagen en nachten sporens
zijn. Wanneer u dus uit Noordwijk vertrekt,
zult u ceo dag of zeventien noodig hebben
om bij broerlief te komen.
'Vraag: Dezer dagen was ik ter ver
gadering van leden der organisaties, aan
gesloten bij den „Leidschen Christel ijken
Bestuurdersbond", in het gebouw „Prediker"
J an voss ensteeg. Nadat de vergadering op ge
bruikelijke wijze geopend was. werd liet
woord gegeven aan den spreker. D; tijd dien
do eerste spreker gebruikt heeft., was hoofd
zakelijk gewijd aan critiek op de S..I). A-P.
on N. V. V. Nu is mijn vraag, zou het
niet eerlijker en oprechter wezen bij zulke
■vergaderingen den S.-D. A..P.- en N. V. V.-
mannen gelegenheid tot debat to geven, daar
deze dan hun standpunt in zake het ge
sprokene uiteen kunnen zetten, iets wat bij
de SJ..D. A.-P. en het N. V. V. altijd het
geval is, onverschillig van welke richting
■men ook zij
Antwoord: Dat is een kwestie van op
vatting. Voor de aanwezigen "heeft zulk een
duel met woorden iets aantrekkelijks, maar
het nut er van is wel eenigszins twijfelachtig.
Niet de waarheid triomfeert er altijd, even
min nis bij een gevecht tusschen tweelagexs
het leger liet zal winnen dat het recht,
aan zijn zij do heeft. Wie het handigst in
het debat is, wint het meestal. Bovendien
gebruikt men meestal een avond als door
u bedoeld orn propaganda voor eigen zaak
to maken en dan is het boter den tijd ge
heel voor zichzelf in beslag te nemen-
Eerlijke eritiok op een anders standpunt
is daarbij geoorloofd, kwaadspreken en ver
keerde voorstellingen geven echter niet. Een
kort maar krachtig protest is dan op zijn
plaats.
Vraag: Wat is de reden dat men altijd
leest van: „Ncd.-Herv. Kerk"? Er is hier
to lande toch geen Belgische, Fransche of
Spaansche Herv. Kerk! en men leest nooit
van Netl. Gereformeerde, Ned- Lutherschc
of Ned. Roomschc Kerk, maar uitsluitend
van. Ned.-Herv. Kerk.
AntwoordDe Nederlandsch of liever
do Nederduitscli Hervormde Kerk wordt zoo
genoemd in tegenstailing met de Hervormde
Kerkgenootschappen, dia zich tijdens en na
do Hervorming inlanders landen, met name
in Duitsckland ontwikkelden.
Als zoodanig heeft deze naam recht van
bestaan. Wij hebben trouwens ook nog de
Fransche of Waalsche (Herv.) Kerk, die met
de Ncd-IIerv» onder een synodaal verband
staat.
Het is dus niet om dit kerkgenootschap
boven andere# een bepaald Nederlandsch'
cachet te geven.
V r a a gKunt u mij ook inlichten of er
in Leiden oen afdeeling bestaat van de Ne-
derlandsche Vereeniging „Eerste hulp bij
ongelukken"? Goeft deze afdoeling ook
I oen cursus? Zoo ja, hij wien moet ik mij
vervoegen? Bestaan er in Leiden nog soort
gelijke afdeelingen; zoo ja, welke?
Antwoord: Wij vonden zulk een af-
deeling niet vermeld in het Adresbeek voor
Leiden. De afdoeling Leiden van de Vereen.
„Het Groene Kruis" geeft wel zulk een cm**
sus, die wordt geleid door dr. Boonacker,
arts, alhier.
Vraag: Zoudt u in uw Vragenrubric-k
de vraag willen stellen, wie van de lezers
van uw blad den „krammer" weet te wonen,
want er is er meen ik, maar één te Leiden?
Hij is verhuistfe en schijnt spoorloos ver
dwenen.
Antwoord: Kom op met een reuzen
advertentie, mijnheer de krammer; er is geld
te verdienen.
Vraag: Zoudt u mij ook een raiddel aan
de hand kunnen doen o:n modderspatten on
andcro vlekken uit grijs fluweel te verwij
deren
Antwoord: Moddcrvlclckcn verwijdert
men met een z ach ten borstel. Blijft er nog
een vlekje na. dan gaat u met lauw water
afwasschcn. Omtrent „andere" vlekken kun
nen wtfj moeilijk raad geven.
Iedere vlek eischt als hot ware een af
zonderlijke behandeling, Probeer het eens
mot lauwwarm water, waarin een stukje sal-
moniakzeep is opgelost.
Vraag: Roe krijgt men een paar wa
tervlekken uit notenhout?
A ntwoor d: Men wrijft met een droge,
zachte knrk de vlek zoo, "totdat de was
gesmolten is, door. d2 warmte ontstaan door
liet l'orseh wrijven. Daarna wrijft men d©
plaats in mot meubelwasj waarna, men de
plek en verder het geheel met doek of schuier
l'Iink uitpoetst.
Vraag: Als men zich schriftelijk met
solliedtatiestukkca tot dan hoofdcommissaris
van politic wendt, hoe moet men dezen bjj
den aanhef dan aanspreken? Met Welcd- Gc-
streugo of iets anders?.
A ntwoord: Met WelEdet Gestreng»
Heer.
V raagIk hob een dochter, die niet
goed oppast, zoodat wij erg bevreesd zijn,
dat zij het slechte pad opgaat. Ik heb haar
op alle mogelijke manieren gestraft en mijn
maatregelen streng genomen, doch wij kun
nen er niets aandoen. Zijn er geen inrich
tingen voor zulke meisjes, om haar daaar
kosteloos of tegen een geringe vergoeding in
te krijgen?
Antwoord: Ga eens iufornveeren hij
den Voogdijraad, adres mr. P._ E. Brict, Oude
Vest, Leiden.
Vraag: Mijn oudste broer heeft onlangs
geloot en is dienstplichtig; hij zal dit voor
jaar of September worden opgeroepen. Nu
moet ikx mij' met Januari a-s. aangeven, kan
ik nu als reden voor vrijstelling opgeven
broederdiens t
Antwoord: Ja, als ge de tweede broer
zijt.
Vraag: Daar ik met September een
dienstplichtig nummer getrokken heb, 137,
zou ik gaarne willen weten van u, tot
wien ik mij wenden moet om bij de jagers
ijl Den Haag te komen
Antwoord: Met een verzoekschrift tot
den Provincialen Adjudant in Zuid-Holland
te 's-Gravenhagc, waarin te vermelden uw
naam, voornamen, lotingsnummer en voor
Welke gemeente geloot.
In verband met de vraag in ons Blad van
Zaterdag, betrekking hebbende op de na-
leving der arbeidswet, nog het volgende
Het hoofd of de bestuurder van een on-
derneming en de daarin werkzame personen
zijn verplicht, aan de bevoegde ambtenaren
I de verlangde inlichtingen te geven omtrent
zaken en feiten de naleving van deze wet
betreffende.
L a ndbouwbeg rooting.
In de Zaterdagnamiddag voortgezette
zitting zei de heer Hugenholtz, dat er
tal van klachten zijn nopens de ansjovis-
visscherij. De voorzitter vroeg, ter wille
van de controle, inzage van de boeken zij-
ner eigen concurrenten.
De lieer ltutgers bepleitte echter de
controle, voor de ansjovisvisscherijDat
deze tot ontevredenheid aanleiding gaf,
hij de betrokkenen, spreekt vanzelf.
De Minister kon zich nog niet uitla-
ten, omdat hij verschillende adviezen heeft
gevraagd, welke nog niet zijn ingekomen.
Dc heer Duymaer van Twist be
klaagde zich over de zeehonden in de Zui
derzee.
De heer Schaper wees er op, dat het
vreemdelingen geoorloofd is op de zee
honden te schieten, hetgeen den Nederlan
ders zchen niet geoorloofd is.
Dc Minister gaf toe, dat er te weinig
wordt gedaan. Hij zal de zaak overwegen,
maar zou gaarne zien, dat de zeehonden
door het schieten deT vreemdelingen zóó
Bchuw worden, dat zij niet meer terug
kwamen in onze wateren.
De heer Spiekman besprak de misère,
waarin de zeelieden verkeeren. Eerst zeer
onlangs kregen zij genoeg energie om zich
te organiseèren. Maar nu voelen zij, ook
zeer sterk hun vcrwaarloozing door de
overheid. Hun rechtspositie laat alles te
wcnschen over. Vooral art. 423, Wetboek
van Koophandel, drukt ben zwaar. Hun
positie moet publiekrechtelijk, worden ge
regeld. Het recht, dat thans bun positie
bcheersclit, is geheel en al verouderd.
Twaalf jaar lang is reeds een wettelijke
voorziening beloofd. Nooit kwam er wat
van. Vooral de regeling is noodig van de
Ongevallenverzekering. Sedert 1900 zijn 250
mensehen op zeo omgekomen. Het scheeps-
logies is zeer treurig.
Hij ondersteunt bet adres Van écn ver
eeniging van gezagvoerders, enz., dat in
den Raad voor de Scheepvaart niet slechts
Amsterdammers en bejaarden worden ge
kozen, maar ook Rotterdammers en jon
geren.
De heer Rutgers bepleit ook de on-
ge\ all en ver zekering voor zeelieden.
Dc Minister meent., dat de rechtspo
sitie van de zeelieden het Dep. van Justitie
aangaat, hoewel ook liij inziet, dat de be
palingen niet meer in overeenstemming
zijn met. de eisclien des tijds.
De ongevallen-kwestie zal hij ernstig on
der de oogen zien, wanneer hij het wets
ontwerp van den vorig en Minister her
ziet.
Ook de kwestie van het logies is een ge
wichtige. Men moet echter oppassen, bij
het stellen van eisclien, er rekening mede
te houden, dat men niet te hoog gaat, om
dat men anders wel eens de visscherij
voor een deel onmogelijk zou kunnen ma
ken.
De lieer Ankerman bepleitte bij de
af.ieoling Handel" een verbetering van de
merkemvct. en verklaarde, dat hij met ge
noegen heeft gezien, dat het plan daaTtoc
ai bestaat.
Zeer noodig acht hij een algeheelq reor
ganisatie van het bureau voor den Indu-
stricelen Eigendom, o. a. om willekeur bij
inschrijvingen te keer te gaan. Hij betoog
de, dat dc oneerlijke concurrentie dooi
de bestaande toestanden eer in dc hand
wordt gewerkt dan belet. Hij wil, dat ieder
verplicht wordt zijn handelswerk te doen
inschrijven bij bet bureau van den indu-
Etrieelen eigendom.
De heer Teenstra betoogde het
groote belang van liet pas opgerichte No-
dcrlandsch-historiseh instituut en vroeg sub
sidie.
De heer D u y s zou daarop niet ingaan.
Er komt daardoor versnippering en con
currentie met het museum van de Rotter-
damscho Handels-hoogeschool.
De Minister antwoordde den heer
Ankerman, dat in het nieuwe ontwerp-
merkenwet grootendeels rekening is gehou
den met de thans door hem geuite klach
ten. Omtrent het instituut, dat de heer
Teenstra heeft aanbevolen, kon do Minis
ter nog geen toezegging doen, doch het
gevaar, dat de heer Duys ducht, is niet te
vreezen, aangezien do heer Bos, president-
35
„Rechtsom voorwaarts rnarsch!"
commandeerde de korporaal, en het vier
tal zette zich ia beweging, door de menigte
gevolgd tot aan de poort van de St.-
George-kazerne, waar een officier het piket
op zijn weg naar de' wachtkamer staande
hield.
„Wat is bier te doen? Geef aehtl Halt!"
„Met uw verlof, kapitein", antwoordde
de korporaal. „Ik ben erg bezeerd, ka
pitein, en kan bijna niet overeind staan.
Door een hond gebeten, met uw verlof,
kapitein".
„Door een hond gebeten 1" riep de of
ficier ,met levendige sympathie. „Wat wil
je daarmee zeggen, dat je door een hond
gebeten bent?"
„Een bulhond, kapitein", antwoordde de
korporaal, „luisterende naar den naam
„Pincher", toebehoorende aan een deser
teur, die te Gloucester de hand beeft ge-
klagen aan kapitein Coninghame".
„Breng uw gevangene naar de wachtka/-
mer", zeide de officier; en na zijn drietal
in beweging gezet te hebben, hinkte de
korporaal er naast, terwijl de officier het
opsluitend gelid uitmaakte. De arrestant
■was intusschen slaperig geworden, en zoodra
hij op een brits was geschoven, viel hij
gerust in slaap. Toen de korporaal naar
den sergeant van Het hospitaal wilde gaan,
tikte de officier hem op den schouder en
hield hem staande. Dc korporaal, hoewel
dapper in den strijd, cn in gaven toestand
curator van de Handcls-hoogeschool, zelf
over deze zaak wilde spreken. Men wil niet
eoncurreeren, maar juist aanvullen.
De heer Duys klaagde over het examen
voor octrooi-bezorger: iemand, die jaren
lang octrooien bezorgde, zakte, een ander,
die niet eens Nederlandsch kent, slaagde.
Men moest het examen maar afschaffen.
De M i n is t e r antwoordde, dat het
toch geen bewijs is. De examencommissie
bestaat uit algemeen als hoogst bekwaam
bekend staande leden.
Aan de orde is de afdeeling „Arbeid",
waarbij, volgens gemaakte afspraak, de al-
gemeene beschouwingen over het beleid
des Ministers behooren.
De heer Schaper klaagt, dat uit de
verslagen van de arbeidsinspectie blijkt, dat
de arbeidsduur nog steeds veel te lang is,
het met de kinderarbeid ook nog zeer treu
rig is gesteld. Vaak blijft de Arbeidswet
onuitgevoerd.
De medewerking van de Rijkspolitie
schijnt voldoende; die van de gemeente
politie echter niet. Een groot euvel is nog
altijd, dat de vonnissen veel te zacht zijn.
Het voordeel, dat men behaalt met over
treding van dc Arbeidswet, is veel grooter
dan het nadöel van de veroordceling. Geen
boete moet worden gegeven, maar gevan
genisstraf.
Een misverstand van de ouders is ook,
dat zij er belang bij hebben met de werk
gevers samen te werken. Wordt er geen
kinderarbeid geleverd, dan moet vanzelf
het loon der ouders wel worden verhoogd.
Hij hoopt, dat het door den Minister
beloofde voorstel tot beperking van arbeids
duur, niet wordt gedaan om het verder
strekkende van de socialisten den wind uit
de zeilen te nemen.
Hij bepleit voorziening in de schandelij
ke toestanden in het havenbedrijf. Werktij
den van 46 uur komen voor. Het moet van
Staatswege geschieden en niet, 7/>oals men
in Groningen heeft geprobeerd, door de
provincie.
vlug ter been, was zwak in bet Vvï'halen,
en er ging een geruime tijd mee heen om
de geheele geschiedenis uit hem te krijgen,
boe kort die ook was.
„Zou je de straat herkennen?" vroeg do
officier. „Zou je ze kunnen vinden?"
„Ik ben een geboren Londenaar, kapi
tein', antwoordde de korporaal. „Ik ken
de buurt goed, kapitein".
„En je bent er zeker van, dat hij een
van die buizen in de straat binnengegaan
moet zijn? Je weet zeker, dat hij geen
tijd heeft gehad om de straat te verlaten
voc.dat je er in kwaamt?"
„Dat weet ik heel zeker, kapitein".
„Goed", zeide de officier; „ga nu maar
heen om je been to laten verbinden".
De korporaal salueerde, verwijderde zich
en zijn superieur stond een poos midden
op het binnenplein der kazerne te peinzen.
Terwijl hij. peinsde, bracht hij zijn duim
onder zijn lip en drukte op een litteeken,
dat hij daar had. De wederverschijning van
John Smith en den bulhond, luisterende
naar den naam „Pincher", was hem bij
zonder aangenaam. De korporaal had hem
niet- gekend want de officier was hier
pas veertien dagen te voren gedetacheerd
maar hij had zijn geschiedenis aan ka
pitein Coninghame zeiven verteld. Wat
Job RouDd betrof, zou het wel hetzelfde
geweest zijn aan welken officier in Londen
de geschiedenis verteld werd ,maar kapi
tein Coninghame vond het een verblijdend
voorte,eken, dat hiy juist de eerste was,
die er van hoorde. Er zijn menschen, die
het zoo aangenaam en verkwikkelijk vin
den iots te kunnen haten, dat zij, indien
zij er onpartijdig over konden óordoelen,
de reden, welke zij er voor hebben, al ia
De heer Spiekman vangt een alge-
meene beschouwing aan van de arbeidswet
geving, waarbij hij; opmerkt, dat men
nog steeds bij de arbeidsbeschouwing stuit
op beginselbezwaren van velen.
Hij wijst speciaal op de ellende van de
huisindustrie, die daarom zoo treurig is,
omdat zij is verstoken gebleven van de ze
geningen van de arbeidersbeweging.
Om 6 uur 20 m. wordt de vergadering
verdaagd tot heden halftwee.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS
Aanvraag van werkzoekenden.
Geopend: van 9—12 en des middags
van 2—5 uur.
1 kantoorbediende, X opzichter, 22 timmer
lieden, 10 stukadoors,15 opperlieden, 10 met-
•elaara, 20 schilders, i goudsmid, 1 machine
bankwerker, 1 grol bankwerker, 1 gasfitter,
1 aank. electrician, 1 noodhulp-broodbakker,
1 schipper, 1 koetsier, 4 grondwerkers, 10
loopknechten, 25 losse werklieden, 1 werk-
stKT, waschvrouw.
RKCJLAMTCS, 7600 17
k 40 Cents por regel
PRJJS Fl 1.- in apolhpktn an drogliterijtn.
itwaao - Brochure* AfKRKfiw SwvtiafeB. 34.AmctKtfM»
die ook tot hun schade, niet gaarne zou
den missen. Op zijn koele en trotsche
wijze was kapitein Coninghame een goed
hater, en hij zag niet in den spiegel zon
der aan den rccruut John Smith te denken.
Hij had op den bulhoad, luisterende naar
den naam „Pincher", wel vivisectie willen
houden ten aanschouwe van John SmLh,
aan bandon en voeten gehonden.
De gamizoens-eommandant. verleende
natuurlijk den beleedigden officier allo hulp,
en onmiddellijk werd elke toegang tot de
straat bezet en scherp bewaakt. Seinen
werden afgesproken, en ook do politie
hield een waakzaam oog. Intusschen sliep
Job, alsof niets hein kon deren, zoo ge
rust als een vermoeid kind.
Het was klaarlichte dag, toen monsieur
Bonaventure, gekamd, gepommadeerd en
geparfumeerd de kamer binnenkwam,
waar aijn havelooze gast sliep, en hem wek*
te doqr hem met zijq voet aan te stooten.
„Sta op", zeide hij ,,'t Is overnegenen."
Toen Job zijn oogen opende en niet dade
lijk zijn gastheer herkende, sprong liij
overeind, maar de Franschman vatte hem
bij de schouders en-schudde hem geruststel
lend.
„Ik wist niet zoo dadelijk waar ik was",
zeide Job, zich geeuwend uitrekkend. „Nu
herinner ik 't mij."
„Hier is een kom", hernam zijn gastheer,
naar een hock van de kamer wijzende
„daar is een kraantje, en daar is een hand
doek. Maak uw toilet, en dan heb ik- u iets
te zeggen."
Daarop liep Bonaventure de andere ka
mer in, en na de deur gesloten en er een
gebroken stoel tegen aan gezet te hebben,
trok Job rijn gescheurde klceren uit en
wiesch zich van top tot teen. Toen trok
hij zijn morsige kleeren weder aan, met een
uitdrukking van walging op zijn gelaat, en
begaf zich naar de kamer, waar de Franseh-
loan was. Op een tafel, waarover een la
ken was gespreid, lagen een worst en een
half brood.
„Uw ontbijtzeide Bonaventure, met de
hand wuivende.
Job had geen uitnoodiging noodig, en dc
ander liep met zware stappen don houten
vloer op cn neer.
„Ik moet u een vraag doen", zeide hij,
toen Job begonnen was dapper op zijn maal
aan te vallen. „Kunt ge mij ook zeggen
waarom dezo straat vanochtend onder sur
veillance ig, en het reeds geweest is, sedert
nog geen twee uren nadat gij hier geko
men rijt?"
Met eon snede worst op de punt van het
oude tafelmes aan zijn lippen, zag Job zijn
gastheer aan.
„Ik zou het kunnen gissen", antwoordde
hij, „maat ik weet niet of dat misschien
wel juist geraden is".
„Ik kan het ook gissen", zeide Bonaven
ture, met zijn smadelijk trotschen glim
lach, „en dat zal wel juist geraden rijn.
,,'t Is hier een rustige buurt, waar voor
politie en soldaten zelden wat te doen
valt Jonge vriend, als ik u een raad mas
geven, zou ik dat leelijke dier, dien boule-
dogue, verworgen. Hij is een al te gemak
kelijk middel tot herkenning. Ik heb u ge
kend van het oogenblik af, dat gij dien drei
genden en onheilspeilenden naam gister
avond genoemd hebt. Ge rijt in dc „Times"
geadverteerd. Een verstandig jonkman zou
dien bouledogue maar dadelijk, met 'n touw
om iju nek gebonden, en een groeten
steen er aan, in 't water geworpen héb-
Hen
Job's gelaat verbleekte een weinig on
der zijn taankleur, maar hij at dapper voort
en fronste zijn wenkbrauwen tot een uit
drukking van hardnekkige vastberaden
heid.
„Mille diables!" riep Bonaventure, „gij
zijt. al zeer koelbloedig, jonge vriend. Ik
zeg u, dat gij in gevaar zijt en gij gaat
maar bedaard voort met ontbijten."
„Ik zal nog gelegenheid genoeg hebben
om bevreesd te zijn," zeide Job; „maar ik
weet niet wanneer ik weer een ontbijt zal
riem"
De Franschman lachte en liep de kamer
op en neder.
„Weet gij wel, dat er een belooning voor
uw m-heoMeois-neming uitgeloofd is?"
„Dab kan wel zijn", antwoordde de jon
geling, gemelijk, „maar ik wist het niet".
„Gij zijt John Smith", hernam Bonnveiw
ture, zich voor hem plaatsende, en lachen
de terwijl hij dit zeide. „Gij zijt zos vont
óón duim langde maat van uw borst ia
óen en veertig uuim, wat voor een jonk
man van twee en twintig jaar een mcoio
breedtq isuw oogen rijn grijs en groot, en
uw haar is blopd. De Qogcn, do lengte, het
haar, dat is aItemaal niets, jonge vriend,
cn de vaam is nog minder dan niets, maar
het leelijkste vaji het geval is, dat gij ge
volgd wordt door een beest., luisterend©
naar den naam „Pincher". Kpjjp dien
qovkI hoe eer hoe liever aijn strot diebtu'*
Job zeide fiiots, maar bood Pincher eea
stuk w<prst. aan, die het aTs eon pil inslok-
te en raeei verwachtte.
(Wordt vervolgd)-