N\ 1650S.
Zaterdag 13 {LJecember.
A0. 1913.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van ,§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
V!ER Bladen.
erde Blad.
Offieieele Kennisgeving.
PIUJS I)ER ADVERTENTIEN:
Van 1u regels ƒ1.05. Iedere regel meer /"0.17J. Grootére letter» naai
plaatsruimte. - Kleine tdvertentiën van 30 woorden 40 Gents contant; elk
tiental woorden meer 10 Oenta. Voor hst incasseeren wordt 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COÜRANTj
Voor Leiden per week 9 Oentsi per 3 maanden 1 i f 1,10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd s^jn j 1,30.
franco per post 1.65.
Openbare Ëiennisgev ng.
töïLOTlE.
IX SC 13 UflJ VING.
De Burgemeester der gemeente Leiden
brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat -op de aanplakborden dier gemeente
is aangeplakt een openbare kennisgeving,
betreffende 1 n s'c h r ij v i n g voor de Mi
litie in Januari a.s., van de in 1895
geboren mannelijke personen.
Voor bovenbedoelde inschrijving zal meer
bepaald zitting worden gehouden in het
Raadhuis (Kamer No .9) alhier, van
des .voormiddags 10 uur tot des na-,
m i d d a g s 2 u ut
op.Vrijdag 2 Januari a.s. voor hen,
wier; familienaam-aanvangt met de letter
A of B tot en met BI;
op Maandag 5 Januari a.s. voor
hen, wier familienaam aanvangt met de
letter B van Bo af of C;
op Woensdag 7 Januari a.s. voor
hen, wier familienaam aanvangt met de
letter, D, E, F -of G
o p- Vrr ij d-a-g:9 j; a n u a r i a.s. vbor hen,
wier /familienaam raanvfing't met de létter
H, i of J
o p. M a au d a gr 12 J a n.u ar i a.-s. voor
hen, wier. familienaam aanvangt niet de
letter, K;
o p Woensdag 14 Januari a.s. voor
hen,l;wiér familienaam aanvangt met de
letter L of M;
op Vrijdag 16 Januari a.s. voor
hen, wier familienaam aanvangt met de
letter N, O of P
o pM a a n d a g 19 J a n u a r i 'a.s. voor
hen, wier familienaam aanvangt met de
letter Q, R of S;
op Woensdag 21 Januari a.s. voor
hen,' wier. familienaam aanvangt met de
IctteV T, U of V;
op Vrijdag 23 Januari a.s. voor
hen, wier familienaam aanvangt met de
letter W, X, IJ of Z.
Door een ieder, die tot aangifte verplicht
is moet een uittreksel uit het geboortere
gister betreffende den in te schrijven per
soon of het huwelijksboek je van diens
ouders worden overgelegd.
Nadere inlichtingen hieromtrent kunnen
worden verkregen aan de afdeeling Mili
taire Zaken" (Kamer No. 9) ten Raad-
huize alhier op werkdagen van des voor
middags 10 tot des namiddags- 2 uur.
De Burgemeester voornoemd,-
N. C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 13 December 1913.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gélet op de artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door
FRANCISCUS VAX DEN BERG, woucn-
de te Leiden, een verzoekschrift is inge
diend, om verlof voor den verkopp van
uitsluitend alcoholvrijen drank, voor ge-~
bruik ter plaatse van verkoop, in den
winkel en de daarachter gelegen kamer van
het perceel Haarlemmerstraat No. 287.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 13 December 1913.
Leiden, 13 December.
De Prot. Chr. Bouwvak-Federatie al
hier, hield gisteren haar vierde jaarverga
dering, welke een feestelijk karakter droeg.
De voorzitter, de heer K. Wassenaar, open
de haar op de gebruikelijke wijze.
Uit de verslagen van den secretaris, den
heer H. C. dc Jong Jr., en den penning
meester, den heer J. Snel, bleek, dat do
Vereeniging zich in een gestadigen groei
mag verheugen. De lieer II. C. de Jong Jr.
leverde een referaat over ,,Onze Actie" in
yerband met de Chr. Vakbeweging.
Het verdere van den avond werd door
gebracht met hef houden en aanhooren van
eenige voordrachten, enz. Nadat de ver
gadering gesloten was, gingen allen .vol
daan huiswaarts.
Het bestuur der Yerceniging bestaat uit
de heerenK. Wassenaar, eerste voorzitter
H. C. de Jong Jr., eerste secretaris, (Utr.
Jaagpad 62); M. Monteba. tweede voorzit
ter; H. G. Wessel, tweede secretaris,- en
J. Snel, penningmeester.
De Vereeniging Kartinifonds, voor
het oprichten en instandhouden van scho
len voor inlandsche meisjes in Ned.-Indië
heeft hier veel belangstelling gevonden.
Behalve een aantal jaarlijksche bijdragen,-
mocht de propaganda-commissie eenige
giften, w.o. een van f500, een van f250
en een van f 100, ontvangen.
De Min. van Waterstaat heeft be
noemd tot buitengewoon opzichter den
lieer J. P. A. de Nijs, alhier, bij de wer-;
ken van het Apekloornsch kanaal.
Prof. KiïmerliDgh Onnes
geïnterviewd.
In „Svèrïska D-agbladet" vindt men een
interview met prof-. KaVnerlingh Onnes bij
een portret v'aii den Leid'schén geleerde,
die naar hij meedeelde een heel inte
ressante proef had afgebroken óm naar
Stockholm te. kunnen, komen. Eerst had
hem het bericht, dat. hem den Nobelprijs
was.toegekend/ geen onvermengde vreugde
gegevenhij had liet als iets min of meer
storends ondervonden, daar hij zijn werk
moest onderbreken, maar het was:hem een
onvermengde vreugde geworden, to.en hij
gezien had ui: de ge^ukwenschen,. hoe vele
vrienden hij bezat. En de. hartelijkheid,,
waarmee men hem in Zweden had omvan
gen, had die gevoel nog verdiept. Prof.- K.
O. herinnerde aan dé beroemde-Zweden,
die .in Leide.i hadden gestudeerd, waar
onder niemand minder dan Linnaeus, en
ook de Zweden, die. in. lateren tijd naar
Leiden kwamen, moge hun aan al al niet
overdreven groot zijn geweest, hadden' door
qualitèit uitgemunt. Dat zij minder talrijk
zijn geworden, is een natuurlijk gevolg .van
het feit, dat de colleges in hst Neder-
landsch worden gegeven.
Maar dc colleges zijn voor een weten
schapsman, die reeds op eigen beenën
staat, niet het voornaamste; de experimen
ten, dc gedachten wisseling is veel meer
reëel, eri daarvoor zullen ook in de tce-
komst de.Zweden, die naar ons land willen
komen, w;elkom zijn!
Dè höbglcèraai' betreurde het', "dat de
Nobclfeesten piet naar deh zomer waren
verlegd dan zou hij 'gelegenheid hebben
gehad iets meer. te zien van het land. Hei-
verlangen. daartoe was versterkt door zijn
be\vond,ering yoot de stad.
Over de. andere dan wetenschappelijke
relaties tusschen ons land en Zweden-liet
de hoogleeraar zich niet uit-; daarvoor ver
wees hij naar rijn broer, die o.a. zeidè
groote belangstelling te verwachten voor
dè Zweedsche Kunsttentoonstelling in ons
land, waarvan sprake is.
LE1D8CHE SCIIOIIWBEKG
Helen Heiïsicliel
-Henschel. 'Déze naam is voldoen Je öml
onvergetelijke - i-ndrukketi te verlevendigen
aan «een heel 'bijzonder kunstgenot; geen won
der, dat de-naam - Helen Henschel, de dooh-,
teT van liet groote kunstenaarspaar, de beste
verwachtingen 'deed koesteren, waarin een
vrij talrijk publiek niet is teleurgesteld ge
worden. Helen Henschel heeft getoond, dat
zij dezelfde artistieke eigenschappen bezit,
dat haar muzikaliteit éven groot is als die
van haar ouders. Alias' zingt en speelt zij.
uit het hoofd, zichzelf begeleidend, met do.
mc-eilijkheden spelend alsof alles vanzelf
gaat, zonder merkbare inspanning. Welk een
duidelijke, uitspraak en welk een afwisselende
voordracht hébten wij bewonderd in dé reeks
van de zeer fraaie liederen, waaronder vele
moderne Fran sell e.
Nu zal men hebben opgemerkt, dat do
klank van de stem niet groot is en dat do
hoog© tonen, ili overeenstemming niet die
van den niet zéér fraaieri Rechstein-vleu-
gel, nogal dun waren; maar wat doet dit
er toe in vergelijk met het artistieke go-
heel! Welk eèn delicaat staaltje van zang
kunst en van begeleiding léverde zij niet
in Debussy's ragfijne „Mandoline", waarin
men de mandoline -hoorde tokkelen. Slechts
de mimiek hadden wij hierbij .gaarne gemist.
En dan Koeohlin's „Thé", hoe eenvoudig
werd die ons geschonkenBruneau's „Heu-
reux Vagebond" zoo boeiend van voordracht.
Ook Schumann, Bruluns waren vertegenwoor
digd. in Wal desges pr a eh", Jasmine n-
strauch" en „Made-henlied"Mozart in het
allerliefste „Vc-ilchen", terwijl Honschel's
compositie „Tausendschön" ook in hooge mate
bekoorde.
Namens de Schouwburgèoinmissic werd aan
Helen Henschel een fraaie bouquet aange
boden, terwijl het publiek haar met warmte
ontvang. Dit publiek Zou zeker nog tal
rijker geweest zijn, indien niet tegelijk met
deze zangeres nog een zangeres, Toos Hoog,
ware opgetreden in do Kleine Sta-dszaal.
Om ook deze zangeres te' hooren, moesten
wij het genot, dat Helen Henschel stellig
nog verschaft heeft met het zingen van
de volksliederen en Bergerettes, missen en
ons spoeden, naar de
Kleine Sta<lszaal
waar, ten bate van het Invalidenhuis, een
concert werd gegeven, door de reeds _gc-
ncemdè zangeres Toos- Hoog en de heeren
Enderle, piano, jhr. Rappard, viool, en Van
Istcrdael, cello. Dat deze kunstenaars, die
het natuurlijk steeds z-eer druk hebbeu, nog
tijd vinden om zich in dienst van de lief
dadigheid te stellen, mag wel geroemd wor
den. De invaliden zullen hun zeker dank-
baar zijn, en ook liet publick, want een fraai
én degelijk programma werd uitgevoerd. Toos
Hoog gaat nog steeds vóóruit, wat is de klank
van haar1 stem vol en zuiver; nu moet ér
nog meer afwisseling in de voordracht ko
men; zij zong mooie liederen Van César
Pranck en van Paladilhc. Het volume van
de stem is te groot- voor de kleine zaal,
waarin alles, wat te hard klinkt, indien die
zich niet. geheel vult.
Zij werd keurig en hoogst bescheiden be
geleid door den heer Enderle; een knap
pianist, die een reuzentaak op zich had ge
nomen met. de begeleidingen on hot samen
spel. Wat wist deze pianist zich mooi op
den 'achtergrond te houden en toch kon men
zijn beschaafd en accuraat spel goed hooren.
- Jlir. Rappard spoelde met- den hoér Enderle
een Suite van Goldmark; hij. is een gerou
tineerd conoerfcspeler, die rustig voordraagt-.
Tocli was zijn mooie viool wat onwillig,
doordat, do idool wel eens piepte.
Van den cellist met zijn prachtig oud-
Italiaansche cello hebben wij bijzondér ge
noten;, welk con artistiek, doordacht eu voor-
naam cello-spel hoorden wij o.a. in het „An
dante" van Beethoven. In Schumann's „Trio"
ging het woelig, cn „bewegt" toe; juist
in Schumann's 'geest;, er werd, ook op don
Feurich vlcugel zeer vurig gespeeld.
Hot programma was niet zoo verzorgt als
de uitvoering daarvan, hel miste datum van
Het concert en waarvoor .was Boellmann wel
ingedeeld en miste Goldmark on Schu
mann. dit?-
Het publiek heeft zich door applaus inge
nomen betoond niet dit concert. Ook werd
de zangeres telkens teruggeroepen, zoodat
van -een succes zeker gesproken 'kan worden.
Het Hijii-Schiekanaal.
Wanneer men aan den Zoeterwo.udschen
weg, bij de Lammebrug, staat, zou men
allicht geneigd zijn te meenen, dat het
nieuwe kanaal al een heel eind, is gevor-.
derd, Een mooi, breed water strekt zich
dan. langs „Cronestein" voor ons uit cn
men denkt, dat weldra de schepen, die
thans nog door Leiden gaan, er door kun
nen varen.
Plaatst men zich aan den Hoogen Rijn
dijk, op de hoogte van den Watertoren,
dan merkt men echter al dadelijk, dat
er aan de noordzijde, naar, den kant van
dc Spanjaardsbrug nog niets is gedaan.
Aan de zuidzijde is 'het anders. Ook
daar is - reeds een deel van fict kanaal
gegraven, waarlangs een verharde weg
loopt; brugwachters- en opzichters-wonin
gen zijn er al verrézen, en de baan. voor
den omweg, die tijdelijk als rij- en wan
delweg zal moeten dienen, zoolang dc be
staande straat, door het maken van dc
nieuwe brug over het kanaal aan den.
Hoogen Rijndijk buiten verkeer moet wor
den gesteld, is er al gelegd.
Maar wandelt, men, de waarschuwing
„verboden toegang" ten spijt, den weg aan
de oostzijde van Jiet kanaal, naar de aar
dige, landelijke ambtswoningen op, dan
ziet mén al gauw, dat er nog een reusach
tige middenmoot ligt, die moet worden uit
gegraven.
Daar zijn op het oogenblik een honderd
polderwerkers bezig, doch de reusachtige
hoeveelheid aarde, die er moet verwerkt
worden, lijkt maar weinig verminderd in
een week van noesten arbeid. Het ge
deelte, dat tot aan den Hoogen Rijndijk
loopt, behoeft dan ook eerst te zijn op
geleverd begin April1915. Dat heeft
dus nog ruim een jaar den tijd.
Dah volgt eerst dat gedeelte naar de
Spanjaardsbrug, dat door dc oude gemeen
telijke aschstalen zal loopen. Dc groote
draaibrug over den Hoogen Rijndijk moet
nog worden aanbesteed, wat echter spoe
dig zal geschieden. Wanneer evenwel in
het voorjaar vqn 1916 het vaarwater kant
en klaar is, mogen we tevreden zijn.
Maat dan is het ook een waterweg, waar
op .wij roem kunnen dragen en die
van oever tot oever- genieten op het breedst
40 Meter zal zijn.
Bedenkt men, dat het bekende Merwede-
kanaal slechts 29 M. breed is, dan blijkt
daar wel uit, welk, een flink vaarwater
dat kanaal zal worden.
Aan den westelijken oever zal, zooals
men wee", een 20 Meter breede weg loo
pen, waarvan een gedeelte langs „Cronc-
stein" reeds klaar is en een denkbeeld
geeft van den joyalcn voet, waarop de
Provincie het werk uitvoert.
De weg aan de oostzijde van den Hoogen
Rijndijk, loopende naar de boerderij van
den. heer Van Vliet, wordt ook door dc
Provincie aangelegd,ten dienste van de
eigenaren der daarge'egen landerijen. Daar
langs is een breede vaarsloot aangelegd,
met betonbeschoeiing, enkel ten dienste
van de t uinders, die aan den oostkant hun
warmoezierderijen hebben, mét een toe
gang tot het kanaaL zelf, zoodat zij het
kanaal voor het vervoer hunner groenten
daardoor kunnen bereiken. Men kan dicht
bij de hoeve van Van Vliet een mooie
ijzeren brug zien, die er over ligt.
Deze weg is voorts dc toegangsweg tot
de groote gemeentelijke zwemplaats, welke
vlak tegenover het erf-Van Vliet is gepro
jecteerd en die 100 Meter lang en op het
diepste gedeelte 4.- M. diep zal zijn.
Een wielrijder rijdt er van den Hoogen
Rijndijk gemakkelijk in vijf minuten naar
toe, zoodat de afstandj" voor de Leidenaars
en voor de bewoners van gemeenten als
Leiderdorp geen bezwaar behoeft op tc
leveren.
De opening van deze zwemplaats Lunnen
we tegemoet zien als het gedeelte van
het kanaal aan de westzijde van den Hoo
gen Rijndijk gereed is, dat is dus iu het
voorjaar van 1915.
Vereeniging van Clir. Kantoor-
en Handelsbedienden, aid. Leiden.
De afd. Leiden van bovengenoemde ver
eeniging hield gisteravond in het gebouw
„Prediker" in de Janvossensteeg alhier
een openbare vergadering.
De voorzitter, de heer De Rijk consta
teert met voldoening de groote opkomst
cn opent de vergadering met gebed, waar
na hij het woord gaf aan den heer G. Baas
uit Zaandam, die sprak over het onderwerp
„Do organisatie, plicht voor ons allen".
Hij begint er op te wijzen, dat er tus
schen de arbeiders en de K. en H bedienden
principieel geen verschil bestaat. Ook
voor hen is verbetering der arbeidersvoor-
waarden vereischt.
Spr. wijst op de geringe salarieering,
den langen arbeidsduur, de slechte regeling
der vacantie en de somtijds eveneens slechte
inrichting van de arbeidslokalen, de kan
toren.
De bestaanszekerheid is niet zoo groot
als wel eens gedacht wordt; vaste vooruit
zichten ingeval van ziekten en ouderdom
bestaan evenmin.
Hierin moeten de belanghebbenden door
gezamenlijk optreden verbetering brengen.
De heer Baas wees op de kracht van orga
nisatie voor een betere vakopleiding, voor
het aandringen bij den wetgever op bescher
ming, voor de vorming van een krachtig
financieel fonds tot ondersteuning in geval
len van nood.
Hierna verkrijgt het woord de heer De
Visser uit Dordrecht, die de vraag behan
delt ,/Waarom moet gij u organiseeren bij
de christelijke en niet bij „Mercurius" 1"
Spreker begint met den bond „Mercu-
rius" heftig aan te vallen, omdat ongeveer
een jaar geleden het standpunt, waarop hij
tot nog toe stond, gewijzigd werd en samen
werking met de Chr. Vereeniging geweigerd
werd.
„Mercurius" doet of hij alleen verbete
ringen kan brengen en heeft daartegen nog
zoo weinig kunnen doen voor lotsvcrbete-
ring-
Bij zijn betoog voor dé"noodzakelijkheid
van organisatie, oordeelt spr. het natuur
lijk dat elke christen zich organiseert in de
christelijke vereeniging, in een neutrale is
hij niet op zijn plaats/Op het verschil tus
schen beide richtingen gaat spr. nader in.
Herhaalde malen, treedt Mercurius op,
op een wijze, die voor Christenen stuitend
is. Ook ziet men steeds, dat neutrale ver-
eenigingen afzakken naar het socialisme.
Spr. eindigt met een gloeiende peroratie
tot opwekking om zich bij de „christelijke"
aan te sluiten.
Voor debat had zich alleen opgegeven do
heer 11. Winkel van 's-Gravenhage, voorzit
ter van den nationalen bond van Kantoor-
en Handelsbedienden „Mercurius". Hij
wijst op de tegenstelling die tusschen beido
voorgaande sprekers bestaat. De heer Baus
heeft slechts over materieele dingen ge
sproken, die even goed kunnen behartigd
worden door een neutrale vereeniging. Hij
heeft niets gezegd, dat van een speciaal
christelijk standpunt beschouwd dient te
worden. De bijbel rept niet over moderne
arbeidersvoorwaarden. Dit is wel het beste
bewijs, dat in de vakvereeniging, de chris
telijke beginselen niémand in den weg staan
zich bij andersdenkenden aan te sluiten.
De heer De Visser heeft niet waar ge
maakt, dat er voor de christelijken geen
plaats is in .een neutrale vereqiriging, Spr.
merkt op, dat dit bij patroonsvereenigingen
blijkbaar wel kan en, ook in „Mercurius"
zelf zijn voormannen, die van beslist chris
telijken huize zijn.
Debater wijst de beschuldiging af, dat
„Mercurius" noodzakelijker wijze af moet
glijden naar het socialisme.
De heer De Visser hee'ft gezegd beide
voorgaande beweringen met feiten te kun
nen staven, maar dit eerst bij het debat te
zullen doen. Dit is geen eerlijke handel
wijze.
Ook heeft „Mercurius" niet weinig ge
daan voor de lotsverbetering zijner leden.
De heer Winkel wijst op do 2400 leden, het
ondersteuningsfonds van ƒ20,000, een wer
keloosheidsfonds van ƒ10,000, behalve dc
ƒ6000, die in de laatste jaren zijn uitge
keerd en op de weerstandskas. Ook zal op
1 Januari 1914 een ziekteverzekering in wer
king treden.
Debater wijst op nadoelen aan een chris
telijke vereeniging verbonden en eindigt
met de conclusie, dat een vakvereeniging
moet zijn ee i bond van vakgenooten om te
strijden voor betere arbeidsvoorwaarden.
De beide sprekers in eerste instantie ant
woordden den heer Winkel uitvoerig, waar
na laatstgenoemde weer het woord voerde.
Op de te Utrecht gehouden interna
tionale tentoonstelling van pluimvee, ko
nijnen euz., uitgeschreven door de vereeni
ging „Ornitophilia", behaalde de heer II.
L. A. van der Horst, albier, een zilveren
medaille, uitgeloofd door Z. K. II. den
Prins voor de schoonste inzending kricl-
hoenders. Den heer H. van Sillevoldt. te
Valkenburg (Z.-H.), viel een Staats-eere-
prijs voor de mooiste toom Indischë ioop-
eenden ten deel.
Internationale Politie.
Gisteravond hield de Alg. Ned. Bond
„Vrede door Recht", afd. Leiden, in de
groote zaal van „Zomerzorg" een openbare
vergadering, waarin een voor- en een te
genstander van het eerst door prof. Van
Vollenhoven ontwikkeld plan van een in
ternationaal politieleger (sanctie voor In
ternationaal recht) hun denkbeelden ont
wikkelden. Pro sprak mr. C. Th. Krabbe,
redacteur va i „De Nieuwe Courant" te
Scheveningen contramr. C. van Dorp,
lid van den Raad van Rotterdam.
De presidente, mej. Van Eek, opende de
bijeenkomst met een kort woord, waarin zij
herinnerde aan het uitreiken van dc cere-
doctoraten door' den Senaat der Leidsch©
Universiteit dezea zomer aan een drietal
vredesvrienden, een plechtigheid, die de
Leidsche Hoogeschool tot eer strekt..
Mr. Krabbe had een oogenblik geaarzeld
hier in de stad van den meester zelf het:
denkbeeld van een internationaal politie
leger te behandelen. Het onderwerp inte
resseert hem echter in dier mate en bij
acht het zoo belangrijk, dat hij over dezo
aarzeling is heengestapt. Hij ging daarop
na de verschillende stroomingen in den vre
desbeweging. De voorstanders van het plan
Van Vollenhoven noemde hij strijdende
vredesvrienden en daar staan tegenover
voorstanders van d^n vrede, die geen drop
pel bloed willen vergieten. Verder zijn er,
die het plan toch onuitvoerbaar achten. Dit,
gelooft spr. niet en hij noemt uit de po
litieke- geschiedenis der laatste tijden en
kele voorbeelden, dat blijkbaar een uitbar
sting is voorkomen langs diplomatieken
weg. Het denkbeeld, door prof. Van Vol
lenhoven in de lijst van onzen tijd gezet, is
al oud. Ook in het proefschrift van prof.
Van Vollenhven ligt reeds de kern van het
later door hem in het „Gids"-artikel ont
wikkelde plan.
Spr. vraagt of prof. Van Vollenhoven,
zooals prof. Struycken hem heeft verweten,
eigenlijk niet een verkapte militairist is
Ware dit zoo, dan zou de groote vredes
apostel Fried ook een militairist rijn en dat
zal niemand willen aannemen.
Maar strijd in den vorm van oorlog zal
wel altijd blijven bestaan doch het zal niet
méér een strijd van belangen zijn, maar een
strijd voor recht.
Hierna zoette spr. het plan, zooals het zelf
door prof. Van V. is ontwikkeld in korte
trekken uiteen.
Europeoscho straten toonen, zooals spr.
duidelijk maakt, in den regel weinig eer
bied voor tractaten en arbitrale uitspraken
en daarom moet er een macht zijn, die deze
tractaten weet te handhaven, en daarvoor
zal een internationaal politieleger moeten
dienen. Tegelijk moet' een geleidelijke ont
wapening plaats hebben. Een poging daar
toe is reeds aangewend door den Engelschen
Minister van Marine, die zijn Duitsche;f>
collega voorstelde een jaar vacantie voo£
do marine te nemen. Reeds daarom moet
het plan-Van Vollenhoven worden toege
juicht, omdat het een poging is om dc on
draaglijke oorlogslasten to verminderen.
Het politieleger is wel niet het eenig
goede in de vredesbewegingarbitrage en
codeficatie moet ook haar gang gaan. Men
moet echter ook niet vergeten, dat het po
litieleger een enorme preventieve werking
hebben zal.
Als het eenmaal in het klein is toegepast»
geworden, zullen bezwaren worden over
wonnen, de toepassing steeds meer en meer
worden uitgebreid ende oorlogslasten
blijvend verminderen.
Misschien de heer Van Beek en Donk
heeft dit denkbeeld geopperd kan een in
ternationale luchtvloot in de toekomst vrede
door recht brengen en zal kunnen worden
verwezenlijkt, wat wij eerstdaags weder zul
len vernemen n.l. „vrede op aarde, cn in
menschen en welbehagen". (Applaus.)
De heer Van Dorp begint met hulde to
brengen aan prof. Van Vollenhoven, dio
met geéstdrift het denkbeeld eener inter
nationale politie geponeerd heeft en daar
door vele onverschilligen heeft wakker ge
schud.
Hij meent echter in de allereerste plaats
te moeten waarschuwen, dat Nederland
daartoe liet initiatief zal nemen.
Verder stelt hij voorop, dat het politie
leger nooit iets anders kan zijn dan een
hulpmiddel.
Spr. noemt zich in de vredeseweging
opportunist. Hij wil eiken maatregel aan
vaarden, die leiden kan tot het doel:
vrede door recht.
Spr. behandelt dan de beteekenis der
nationale politie, die in het algemeen, het
rechtsbesef der natie achter zich heeft
en slechts tegen enkelen, die niet met
recht en wet willen rekenen, heeft op to
treden. Daarom kan deze politiemacht be
trekkelijk klein zijn. Maar doen wij zoo
ook ten opzichte van de internationale
rechtsverhoudingen
Spr. ontkent dit en daarom ziet hij in
het streven van een intenationale politics
een niet to miskennen gevaar.
De groote mogendheden, die in de in
ternationale politiek de leidende rol spe
len, willen niets weten van ontwapening
en zij zullen zich niet buigen voor deu
wil van een internatinonale politie.