DE SLUIER.
De eerste gediplomeerde schrijnwerkster In Dnitscfilnnd.
Nu moet zij toch zelf naar huis, je kunt
ook niet op die dienstboden aan neen,
wat toch alles op hddr schouders neer
komt! Nog een paar korte woorden en
de toorn van mevrouw uit zich in den hofti-
gen ruk, waarmee zij den hoorn in den
haak hangt.
Een meisje, nauwelijks do kinderschoe
nen ontwassen, heeft reeds voor mij ge
wacht nu gaat ze, na een korten blik op
mij, de cel binnen en treedt op het toe
stel toe. Daar zij vele pakketjes aan haar
arm draagt, kan zij de deur niet achter
zich sluitenzacht en met eenigszins zenuw
achtige stem vraagt zij het gewenschte
nummer; dan: ,,U spreekt met... (onver
staanbaar); wie is daar 1" Dan kleurt ze
en vraagt: ,,Ik... wilde wel graag mijn
heer Max even spreken." Ongetwijfeld is
.„mijnheer Max" een levenslustige student
en heeft het verschijnen van Max's papa
aan de telefoon het blozen en de verlegen
heid van het juffertje veroorzaakt.. En de
verschrikkelijke vader herhaalt zeker do
vraag: „Wie is daar?" nog eens, want hot
meisje wordt nog rooder cn antwoordt nog
eens op een fluistertoontje.
Daarbij valt een pakje op den grond en
de eene voet wordt nerveus op den ande
ren gezet. Haar hartje klopt hoorbaar;
ineens komt er een uitdrukking van teleur
stelling op haar gezichtje. Max is waar
schijnlijk uitgegaannaar een vriend.
Half bedroefd, maar ook half blij niet
meer met den barren „oude" te hoeven te
spreken, grijpt zij haar diverse pakjes bij
elkaar en gaat vlug do cel uit.
Uit de oogen van een man, die telefo
neert, kan men veel moeilijker een conclu
sie trekken, vervolgt het Duitsche blad.
Eerstens, omdat innerlijke gevoelens zich
op het mannelijk gelaat veel minder gauw
afspiegelen, en tweedens, omdat dc tele
foon voor den man niet meer is dan oen
belangrijke factor in het dagelijksch leven.
Telefoongesprekken hebben voor hom dan
ook geen andere dan een beroepsbeteeke-
r.is.
Evenwel kan men toch enkele typen licht
herkennen. In een zaak gaat dc telefoon, de
„jongste bediende" gaat snel raar het
appcraat: „Hallo, firma...." En nu geeft
hij den klant een nauwkeurige beschrijving
van het begeerde artikel. „Zal prompt uit
gevoerd wordendank u zeer", zegt hij,
buiging, „houden ons beleefd aanbevolen",
buiging, „maar natuurlijk", buiging „als
jebliefttot uw dienst... m'nheerrr!"
In het café roept de kellner een gast
van dc diner-tafel. Met elastische schreden
gaat hij naar cV telefoon, in een losse hou
ding, de hand in de zijde staat hij daar,...
„Hallo, u spreekt met luitenant X". Maar
plotselingdaar wordt zijn houding mi
litair, de hakken stijf aaneen gesloten cn
de stem roept, nu in eens geheel op een
dionsttoon„Tot uw orders, kapitein
öe CaBifornische petroleum.
De pokrol oum-produc tie van California is
in de laatste jaren buitengewoon taegtanoraca.
In 1890 werd daar nog geen petroleum ge
hoord, in 1907 bedroog de productie 40
millioen ton. ©en vierde van de totale pro
ductie der Vereenigde Staten. Li 1910 stoog
de productie tot 78 millioen ton en sedert,
dat jaar is zij nog voortdurend stijgende.
Dit jaar wordt do productie op 100 mil
lioen vaten geschat, terwijl de productie
van de overig© Staten der Noord-Amerikaan-
sche Unie 125 millioen bedraagt. Va.n Januari
tot Juli is de maandelijksche productie van
5 millioen lot 8 millioen gestegen. Daar
tegenover bedri.fg het verbruik in Juli
7,800,000 ton. Over het algemeen nam het
verbruik in 1913 niet met dc productie toe,
zoodat er ecu voorraad is van 48 millioen
ton. Deze cijfers zijn op het oogerjblik bij
zonder interessant; immers door do opening
van het Panamakanaal zal een nieuwe markt
voor dc petroleum ontsloten worden.
Dc groot© proluctic van Californië vormt
een schadeloosstelling voor de uitputting van
de oude petroleum-bronnen in het Oosten dor
Veiecnigde Staten. Op het oogen blik zijn
er in California. 5422 bronnen in werking
tegen 5091 in Juni 1912.
Juffrouw Wally B Lortsch, een Duitsch-
Russische, dde kort geleden bij de Kasse
ier Kamer van Handenarbeid met gunstig
De waterhoeveelheid over
de geheele wereGd.
Een Duitech natuurkundige, prof. Halb-
fasst meent de waterhoeveelheid over de
geheele wereld te kunnen bepalen.
Het cijfer, dat hij, bij benadering, vast
stelt, is 1 milliard 301,068,COO kub. K. M.
De oceanen, die bijna driekwart van de
oppervlakte der aarde beslaan, nemen een
eerste plaats in, 1 milliard 300,000,000 kub.
K. M. Dan komt het water uit de pool
streken, dat ongeveer 3.5 millioen kub. K. M.
bedraagt; vervolgens het water van de ver
schillende meren mothetzjelfde cijfer. De
stroomen, rivieren, enz. zullen volgens prof.
HaJbfass slechte 50 000 kub. K.M.; de moe
rassen 6000 kub. K.M. en de sneeuw op den
grond 250.000 kub. K. M. bedragen. De Duit
sche professor heeft het water, dat de wol
ken en de atmosfeer bevat, geschat op
12,300 kub. K. M. water.
Eigenlijk hadden wij ^ctcn schrijven de
„voile", want dat is ons echt Nederland-
sobe vaderland toch de gangbare naam voor
de zaak, die wij bedoelen. Wij zullen nu
maar sluier blijven zeggenmen weet nu,
dat er geen sprake is van een bruid, die op
het punt staat haar officieel „ja" te doen
hooren tegenover den man der wet.
te een wonderlijke uitvinding, die sluier!
Wie hem uitgevonden heeft, ligt, voor
zoover wij weten, in het duister, maar dat
er nog geen standbeeld voor heem opgericht
is, is te betreuren.
Is het een dichter geweest, wiens gevoe
lige ziel onaangenaam werd aangedaan
door de nuchterheid van het onbedekte ge
laat? Of was het een eohoone vrouw die
voorkomen wilde, dat om harentwille duels
werden uitgevochten? Of was het een ver
vallen schoonheid die den moed miste om te
berusten in de verwoesting, die de tijd had
aangericht? Wie zal het zeggenGenoeg de
sluier bestaat, of hij dan schoonheid of
lee-liiikheid verbergt; of hij naaktheid be
dekt of cehei mzi-nnigheid voedt.
Het kleedingstuk want dat ïs hij toch
min of meer heeft in den loop der tijden
allerlei veranderingen ondergaan; de sluier
is lang geweest en kort, dik en dun effen
en bewerkt, eenvoudig en behaagziek. De
dames, vooral de modedames, zijn vinding
rijk. Toen het niet meer bepaald noodig wae,
dat de sluier een eenvoudig weefsel wac,
gevolg examen aflegde in het schrijnwer
kersvak, wordt hierboven afgebeeld zoo
als zij werkzaam is in haar werkplaats.
dat zoo min mogelijk het zien belemmerd*?,
en slechte een dunne huidbedekking, toen
heeft men er allerlei op gefantaseerd; wil
lekeurige figuurtjes, maar ook vogels, bloe
men, zelfs spinnende sluier scheen dc
plaats te moeten innemen van kunstige ta-
toeeering. Maar tcch, de effen sluier is en
blijft zoo liet schijnt, do meest gewilde,
en wisselt in hoofdzaak in de kleuren a.f;'
soms wit, om de huidkleur doorzichtiger tc
maken; ook wel rood, om aan te brengen,
wat van nature ontbreekt; soms blauw.
Waartoe dat blauw dient, is niet licht te
begrijpen, 't Zal wel zoo moeten wezem,
omdat de hoed of diens versierselen ook
blauw zijn; want aan te nemen, dat een da
me het inderdaad betreurt, dat zij niet-
blauw van tint is. valt moeilijk Bij de hee-
ren wordt een blauwachtige gelaatskleur n
den regel niet als een sieraad, maar als een
alcoholische ontaarding aangemerkt.
Wie nagaat hoe lang en op hoeveel ver
schillend'? wijzen de sluier gebruikt is, 'mag
veronderstellen, dat hij nooit weer verdwij
nen zal, althans niet voorgoed. Hij is een
factor in bet leven en zelfs een zeer belang
rijke.
De sluier van de vrouw wekt verwachtin
gen op van schoonheid, die wel niet altijd
verwezenlijkt worden, maar waar zijn ver
wachtingen, waarmee dat wel het geval is?
De sluier is een prikkel tot nieuwsgierig
heid. 16 het noodig, ^at een vrouw schoon
is? Volstekt niet. Maar zij hangt een sluier
voor het gezicht en wij. die haar ontmoeten,
gelooven aan verborgen schoonheid. Wij
zoeekien tooh in alles en overal het schoone
te erkennen en velen vinden het, waar an
deren na lang zoeken het niet ontdekten.
Ook de gedachte aan het schoone zelfs in
het leelijke, werkt opbeurend en opwek
kend. Daarom is de sluier een vriend van
het mensohdiom. Hij wekt illusies en doet-
geheimenissen vermoeden. Dat hij in den
grond der zaak een leugenaar v* dat doet
er niet toe. In onze kleeding en in onze ge
heele beschaving is zlooveeJ, dat met de
waarheid op uiterst gespannen voet staat:
hoeveel ronde vormen en schoone lijnen wor
den ons getoond, die een hoekig, vierkant
origineel verbergen? Leugen of niet. de
sluier wekt hoop op en ho-op doet leven: of
de hoop, dat een zeldzame schoonheid zich
verbergt, óf die, dat dc leclijkheid minder
zal treffen. Misschien verbergt de sluier
voor den man de eenige vrouw, die h;i zijn
heele leven lang gezocht heeft; bij elke ge
sluierde, die hem voorbijgaat, kan de door
innig verlangen geplaagde droomen, dat
het de lang verwachte is, die hem kan ver
staan en hem gelukkig kan maken.
Vak ook het werd al gezegd is do
sluier.de mantel der eigenliefde, die gewe
ken schoonheid, resten van ziekten en rimë
pels van kommer verbergt.
Maar hoe ook gebruikt, altijd .is.hij, .wat
zooveel in dc kleeding der vrouw, is, een
middel om berekening uit te lokken, een
aanduiding van iets gewild-geheimzinnigs.
Het geheimzinnige trekt aan ep de sluier
bewerkt dat aantrekkelijke. Daarom zal hij
blijven.
Sint-Nicolaas-vmir.
Sint-Nicolaas-vuur (ook wel Sint-KJmsj-
vuur gekeetcn) in een elcctrisch-atroosfe-
risch verschijnsel. Het is een kloin licht-
pluimpje, dat waargenomen wordt op lioo-
ge. voorwerpen, bijv. op masten van sche
pen, op daken van huizen, op kerktorens,
enz. Het Sint-Nicolaas-vuur werd door de
Ouden, die het reeds kenden, Castor en
Póllux genoemd. Zagen de zeevaarders,
wanneer zij Lp zee staken, de rustige licht-
pluira, dan geloofden zij, dat dc goden hen
vergezelden. Een ongeluk kon hun dan
niet overkomen.
Vooral in bergstreken wordt het Sint-
Elms-vuur alleen in ons land en
Oost-Friesland noemt men het Sint-Nico
laas-vuur geobserveerd. Het kan daar
voorkomen, dat de eenzame wandelaar zich
plots ziet „lichten". Op zijn hoofd, op zijn
vingertoppen wanneer hij zijn hand om
hoog steekt, op de metalen punten van zijn
bergstok, overal ziet hij de lichtpluim. Soms
wordt er eenig gegons waargenomen. "Meest
echter wordt het merkwaardig verschijnsel
door een «absolute stilte vergezeld.
De Hollandsche visscheis zijn niet be
vreesd voor liet. Sint-Nicolaas-vuur. Zij vin
den liet een goed voortceke.n, vooral, wan
neer het op de boegspriet wordt gezien.
Voorts meen en zij, dat het op weersvcrbc-
toring wijst. Dit is in zoover waar, dat het
Sint-Elmsvuur in den winter bijna steeds
bij lagen barometerstand optreedt. Wij be
vinden ons dan gewoonlijk in de nabijheid
van het centrum van een depressie. Het
slechtste weer hebben wij dan achter den
rug. 's Zomers gaat het Elmsvuur even
wel in het algemeen minder gunstig, weer
vooraf.
Het Sint-Nicolaas-vuur dankt zijn naam
aan zijn optreden omstreeks begin Decem
ber. Wij bevinden ons dan in den overgang
tusschen den herfst cn den winter. Die pe
riode kenmerkt zich herhaaldelijk door
buiig weder. Na zoo'n regen- of hagelbui
is dan het verschijnsel waar te nemen.
Zooals vanzelf spreekt, wordt het Sint-
Nicolaas-vuur echter in alle jaargetijden
waargenomen.
Een bank-van-leening voor dieren.
Te New-York heeft men eenige weken ge
leden een bank-van-leening voor dieren op
gericht. Zoo iets kan alleen maar in de
Nieuwe Wereld gebeuren.
Die inriohting neemt alle dieren van
eenfgo wa-arde aan. Op de lijst staan
paaden, pony's, ezels, kameelen, hyena's
slangen, luipaarden, beren, leeuwen, apen,
geleerde varkens, enz., enz.
De klanten van dit nieuwe etablisse
ment zijn voornamelijk dierentemmers of
menschen, die dieren africhten, cn cigc-
naars van circussen. Deze laatsten zijn bij
zonder talrijk in dc Vereenigde Staten.
De condities van het etablissement zijn
niet al te drukkend. Voor een leouw be
taalt men twintig gulden per week, met
inbegrip van voeding, en den interest van
de geleende som. Voor een olifant het
zelfde tarief, voor een kameel iets min
der. Voor een paard betaalt men wekelijks
twaalf gulden vijftig, een ezel vijf gulden,
enz.
Het etablissement in kwestie leent ech
ter ook dieren aan schouwburgdirecteuren.
Ivort geleden heeft het driehonderd paar-
don, dat het in onderpand had, aan schouw-
burgondememingen verhuurd.
féuaisftmatag dagfêclif.
Dc Amerikaansche physicus dr. H. C.
Ivcs schijnt zich de gelukkige te kunnen
noemen, die cr eindelijk in geslaagd is, ons
kun'stdaglieht te bezorgen. Na herhaalde
pogingen met dc meest verschillende licht
bronnen, die do moderne physica kent, is
hij met eenvoudig gasgloeilicht geslaagd.
Dit licht wordt door twee filters van zijn
kleur beroofd. De eerste filler is van groen
achtig glas, terwijl' dc twi> de uit purper
kleurige gelatine bestaat. Dit kunstdag
licht, dat alleen door zijn trouwheid cn
humeurlooshck'l zich van het zonlicht onder
scheidt, zal naar alle verwachting cr heel
vlug in komen. Niet alleen in de textielfa
brieken, mod éma ga zij ncn, sc hi 1 d e r sa t e 1 i e rs
cn lithografische inrichtingen Wordt het
verlangen naar kleurloos licht gevoeld,
doch ook in de. operatiezaal van het zie
kenhuis, omdat aan de kleur van het li
chaamsweefsels de gezondheid te zien is.
(„Vox. Medic.")
De brandassuipantie van een
wolkenkrabber.
Een der nadeelcn van de Amerikaansche
„sky-scrapers" is de enormhoogc premie,
die voor brand-assurantie betaald moet
worden. Do verzekeringsmaatschappijen
laten de groote risico waaraan zij bij
deze „woontorens" bloot staan, door een
hooge premie dekken. Zoo wordt voor
Woolworth-Building, een der hoogste wol
kenkrabbers te New-York, jaarlijks een
brandassurantie-premio van 25.000 gulden
betaald Voor huizen van minder dan 9 ver
diepingen "Wordt alleen do gewone premie
betaald, maar voor. de ncircndo verdieping
moet nog voor iedere 100 dollars 1 cent toe
slag gegeven worden, voor do tiende étage
2 ets., voor do 15de 22 ct., voor de 25ste
72 ets. Als goederen opgeslagen worden
boven de 7de verdieping, moet ook daar
extra-toeslag voor betaald worden, op de
lOdo verdieping bedraagt deze toeslag «al
69 ets. per 100 dollars. Het is dus gefto
wonder, dat d© New-Yorkschc „aky-si: ra-
pers" aan de assurantie-maatschappijen
vele milioenen opbrengen.
Hei drankgebruik in Rusland.
In Rusland is do verkoop van brandewijn
Staatsmonopolie. Onlangs heeft nu het be
stuur van dezen tak van dienst een nauw
keurige statistiek gepubliceerd over den
verkoop van brandewijn gedurende de ja
ren 1911—1912. In 1911 werden 89,542,000
wedro (1 wedro is 20 flcsschen a 0.75 L.)
van 40% „omgezet" dat is 5,220,000 meer
dan in 1910. In 1912 bedroeg het verbruik
91,650,000 wedro. Iedere Rus gebruikte in
dat jaar dus gemiddeld 12 flcssehen bran
dewijn. In twee jaar is de verkoop met niet
minder dan 140.580,000 flesschen gestegen.
Hierbij komt nog de gezuiverde spiritus
van "7%, verder de noodige cognnc, rum,
likeuren enz die alle in gro ito hoeveel
heden verzwolgen worden. Volgens liet
Russisch ministerie van Financiën zal het
verbruik in 1913 nog wel stijgen.
Een eefkunstenaar.
In Amerika beschouwt men wedstrijden
in het eten als een soort sport. En evenals
op menig ander gebied slaat Atlantis ocTk
hier weer een record, dat herinnert aan q©
heldendaden van Rabelais. Gargantua of
den Longorigcn Gijs uit het bekende kin-
der wijs je. Kampioen op dit gebied is ren
zekere Charles Gliddcn, uit Lawrence.
Massachuchctts. Tn den tiid van één uur
verorberdo hij 40 pond meloen, in 57 mimi-
ton 58 eierkoeken. Een andere maaltijd be
stond uit een biefstuk van 6 pond, een
heel brood, een groote taart, een half pond
boter, een schotel pruimen en een reuzen-
schaal roomijs. Bij dergelijke prestaties is
het geen wonder, dat Gliddon zich in staat
voelt het in het eten tegen iedereen op to
nemen. Hij zal binnenkort met
„andere kunstenaars" op dit ge ^ed eén
wedstrijd organiseeren en G lidden twijfelt
er geen oogenblik aan, of hij zal het we
reld-record in het eten slaan.
De uitgebreidste particuliere
bibliotheek ter wereld.
De lieer Olto Büchncr hij heeft een
toopassclijken naam is in het bezit van
de uitgebreidste particuliere bibliotheek
tel1 wereld. Hij is een Bcrlijner, die in ma
nufacturen gedaan heeft. Thans woont i*j
te Sigmaringen op een fraaie villa.
Buehnor bezit 850,000 deelcn, waaronder
verschillende kostbare exemplaren. Zoo i3
bijv. ook de z.g. Julian a-Bijbel in zijn bezit.
Van historische werken houdt Büchner
niet. Het heden interesseert hem het
meest. Zijn afdecling „Populaire Weten
schappen" is dan ook het best gevuld.
Büchncr leest bijv. 800 dagbladen. Merk
waardig is het, dat het bijna alle gratis-
exemplaren zijn. Want zijn bibliotheek mag
hem niet meer kosten dan een 50,000 Mark
per jaar.
Do man is thans zeer ongesteld. Men
vreest, dat een beroerte spoedig een einde
a.an zijn leven zal maken.
De studie der kinderverlamming.
Nadat men er onlangs in geslaagd wai,
den bacil der kinderverlamming te ontdek
ken, is nu het streven der betreffende, me
dici er op gericht, dc omstandigheden te
loeren kennen waarbij kinderverlamming
wordt overgebracht.
Dc Noor Nicldcn is over zijn resultaten
nogal tevreden. Hij heeft, als praktizeorerfli
veearts opgemerkt, dat dc ziekte door nie
ren wordt overgebracht op dc menschen
Het onschuldige lammetje kan eéif gevaar
lijk speelkameraad zijn voor een kind. Dr.
Nielsen, die langen tijd in Noord-Amerika
vertoefde, vertelt van kindervcrla.mming-
epideriiie, die hij bijwoonde en die zich over
dc bewoners van 110 huizen uitstrekte. In
34 van die woningen huisden gelijktijdig
82 stuks vee met verlammingsverschijnse
len. In Duitschland en Noorwegen zijn dr.
Nielsen vele dergelijke gevallen bekend.
In wetenschap pel i jke kringen staat men
nog zeer sceptisch tegenover dc bewering
en wenscht men eerst bewijzen.
Rendierleelt op Oenentarken.
Een paar jaar geleden probeerde men in
Denemarken eenige soorten rendieren lo
telen. Dc proefnemingen slaagden uitste
kend. Een zekere Dal] stelde daarop een
groot stuk land ter bc-chikking van dc
Regeering, waarop do rendieren konden
leven Dezen zomer huisden daar recti
honderd dieren. Dezer dagen zal dc kinhh-
met eenige bonderden worden uitgebreid.
Men twijfelt er niet meer «aan, of weldra
zullen in Denemarken paard en hond door
het rendier worden verdrongen.
STOFGOUD.
Ik meen, dat onze eeuw met al haar ge
broken cn gekheden het niet ergér maakt
dan dc voorgaande, al gelooft men. dat van
Adams val tot op dezen dag de menschen
veel dwazer cn ondeugender geworden zijn
W o 1 f f en De k e n.
Nóóit is onder de menschen het besef
verdwenen, dat men meer eerc ril o et géven
aan hen, die zoeken het Onuitsprekelijke,
dan aan hen, die veel praten voor veilig
heid en brood.
F. van Eeden.